Historisch Archief 1877-1940
No. IfeO?
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
18.75 Sn 'oen maand betalen, (pi. m. 4.70 nik.
z± 280 gulden 's'weeks!) Onz« huisbaas wil
otB alweer opslaan.
?->- ln wat moét jij veïwönen, vrouw?
Bflflrvrouw heeft het kind, flat een keel
TUI 'belang heeft opgezet, omdat de wagen niet
nteer yhtmiech 'heen en weer wordt bewogen,
er ttït gfenömen en staat er 'nu eveneens mee
te denderen, terwijl ze het dp en neer laat
dansen.
-O, wjj wonen hier bniten in Stralau ook
op 8e vierde verdieping. We betalen voor on2e
Stube en Küche 2) M. 14.75 in de maand (pi. m.
lik. 370 = 2.25 gulden 's weeks!) Zondags
is mijn man ook den heelt n dag buiten en
dan drinken we 's middags hier koffie.
k zeg de vrouwen goeien dag en knier ver
der langs het voetpad tutschen de Optrekjut,",
waarvan er op'het uitgestrekte terrein wel een
p«Ê»r honderd verspreid liggen. De moeder van
dézes 'kinderen schijnt nog maar steeds te
te ilenken, dat ik tot de Kriniinalpolizei1'
behoor. Er is nng een Vrouw bij gtkomen, die
irtMrschijnlijk deelgenoot wordt gemaakt van
haar onderstelling, want als ik omkijk, staan
ze me met haar drieën na 'te kijken, terwyl
ze flfulj redenBeren -en geutrkuleeren.
"In de verschillende tuintjes worden allerlei
soorten groenten en vruchten geteeld, die er
na de vele regens goed bij staan, wortels,
koolrabi, boonen, sla, aardbeien, bessen en fram
bozen. 'Vö'öir de Lsube"' is meestal een plekje
gereserveerd voor een miniatuur bloementuintje
met rozep, anjelieren, reseda, 'geraniums en
fitóhsia's. Maar het grootste gedeelte van elk
lapje wordt toch door het aardappelveld in
b«srag genomen.
*Het is een schilderachtig gezicht, al de hou
ten tentjes", welke over het veld verspreid
liggen te midden der tuintjes. Bij velen wap
pert aan een hoogen vlagg>tok een vlag
vroöltfk in den w nd. My house is n:y castle!
'In navolging van het Koninklijk t-iot, waar
de standaard geb.Bscb.en wordt, zoodra
Majestat" aanwezig is, gaat ook hier de vlag om
hoog, wanneer de familie is geariveerd. Overal
z\jn vrouwen en kinderen in de weer. Het is
nog geen zes uur, dns er zyn maar weinig
ma;'nen op het uitgestrekte terrein. Die komen
eerst straks om 7 uur in gtoote drommen met
de svondtreinen. Daarginds zie ik evenwel
een man met een soldatenpet op in zijn tuintje
aan het fpitten.
Goeien middag vriend, heb je die Laube"
"zelf geheel alleen gemaakt?
| Ja, mijnheer! Dat doen we allemaal,
maar ik heb er den heelen vorigen zomer over
gedaan, want ik kon het hout en het
asphaltpapier maar bij kle'ne gedeelten koopen. Het
kost allemaal een boel geld. In het geheel
heb ik er 70 mark (42 gulden) voor uitgegeven.
Evenals bjj de meeste andere Lauben" heeft
hij naast het houten huisje een tentje van
latwerk getimmerd, waarlangs touwen gespannen
zijn om de boo-ranken een handje te helpen
bij het klimmen. Het houten huisje is in
tweeën gesplitst. In de eene knort een varken
achter een hoog beschot; daarvoor ligt een
geit op stroo en boven het varken is een
duiventil. In het andere gedeelte, dat een deur
heeft met tralies zonder ruiten er achter en
boven de deur een luch'gat voor de ventilatie,
staat een net bed
Slaap je hier wel eens, vraag ik hem en
geef hem tegelijk een sigaar, dien hij dadelijk
opsteekt.
Ja wel, a's ik nachtdienst heb en 's mor
gens word afgelost, ga ik hier eerst een uurtje
rusten en dan in het tuintje werken. Ik ben
wisselwachter ginds op het station
Stra'auBummelsburg.
Hoeveel loon heb je daar ?
75 mark in de maand. (45 {/uiden r=
1130 gulden in de weik). Ik denk bij mezelf,
dat dit een gering loon is voor zu'k een ver
antwoordelijke betrekking, maar ik zeg het
! niet hardop.
l Huren jelui deze lapjes voor een jaar
of langer?
Neen, hoogstens voor een jaar. Zooals
u ziet, zijn het terreinen, die naderhand be
bouwd zullen worder, maar zoolang er nog
geen straten zijn aangelegd en r olen gegraven,
mogen er nog gten vaste huizen gebouwd
worden. De eigenaren van deze bouwterreinen
verpachten ze aan een stuk aan anderen, die
ze in kleine gedeelten aan ons arbeiders ver
huren. Aan dezen kant van de stad betalen
we gemiddeld 50 a 55 pfennig voor een roede.
Hoe het in het noorden en westen is aan den
buitenkant, weet ik niet. Ziet u daar op den
hoek van de kolonie dat herbergje met dien
hoogen vlaggestok? Daar woont de opzichter,
die door den pachtbaas over al deze per
ceeltjes is aangesteld. Als we goeie vrienden
met hem willen blijven en het volgende jaar
hetzelfde lapje weer willen huren, moeten we
wel nu en dan bij hem wat gawi gebnrken.
Anders zorgt hij er wel voor, dat ons de huur
wordt opgezegd, want er zijn al'ijd liefheb
bers genoeg.
Dat varken wordt zeker vonr den winter
dag vetgemest, is 't niet? Wil je het dan
verkoopen ?
Ja, dat wil zeggen, gedeeltelijk. De eigenaar
van die mooie Laube'' ginds, wil een paar
hammen hebben. Hij is een Schneiderrneister,
die goed geld verdient. Hij hetft die Laube
voor 200 mark klaar gekocht, veel te duur,
vind ik, maar hij kan het betalen.
Met een soort eerbiedig ontzag vertelt de
wisselwachttr van den weigedanen kleermaker,
die zonder afdingen 120 gulden kan Letrtellen
voor een Laube.
Het lo«.pt r.u tegen 7 uur en van den kant
van het station, waar de Stadtbahn zich in een
Nord-Hingbahn, en een Süd-Ringbahn splitst,
komen de arbeiders in hun werkpak in groote
getale aanloopen. cm nog eenige uren van de
friKsche buitenlucht in bun optrekjes te genie
ten on ( uitenroati" te spelen. S raks moeten
ze weer terug naar de groote rumoerige stad
om den nacht in de groote hnurkazernes door
te brerge.n, welke er np gebouwd worden om
horderden metjscben op te nemen.
De hollandsche arbeiders wonen over het
algemeen niet zoo ope"n gehoopt als de duitsche
werklieden. I'i de tmiote steden worden voort
durend krappe bui>jes gebouwd met een lapje
tuin er voor. Maar er zijn overal toch nog
vele families, die niet in nieuwe huii-jes wonen,
doch zich met een of ttoee kamertjes in de
oudste gedeelten van de stad moeten behelpen.
Evenals bij de duitsche steden die in opkomst
zijn, liggen aan den grens van vele hollandsche
steden groote terreinen braak, deels oude wallen,
deels gedempte grachten, die vroeg of laat be
bouwd worden, doch voorloopig niet veel meer
zijn dan zandwoestijnen en vuilnisbelten.
Zou hier niet een dankbaar veld zijn voor
philanthropen om ook de hollandsche arbei
dersbevolking in staat te stellen, voor enkele
guldens in het jaar een lapje grond te huren,
waarop zij zelven hunne zomerhuisjes in elkaar
konden knutselen en hun aardappels en groen
ten verbouwen en waar hun kinderen konden
ravotten en spelen, waardoor deze van zelf van
de straat werden gehouden ?
Denkt er eer.s over na.
Tot nadere inlichtingen over Berlijnsche
bijzonderheden op dit gebied ben ik gaarne
bereid.
Berlijn N. W. 23.
Juli 1900.
J. K. KOCH JZN.
Klopstockstr. 7.
1) De drastische uitdrukking van deze vrouw
uit het volk ziet op den eigenaardigen aanleg
der 2e klasse graven op de Berlijnsche kerk
hoven. Boven elk graf is de grond in den
vorm van een zerk circa een halven meter
opgehoogd. Van haar haar uitdrukking bucklig"
bultig.
2) Arbeiderswoningen worden niet bij de
week, maar bij de maand verhuurd en moeten
steeds prenumerando betaald worden evenals
de woningen van de hoogere standen, welke
hun huuc kwartaalsgewijs voldoen.
iiliiMMiMiMiinimmiimiKmiiMiiiiiimiMiiiiiiiimmiimiiiiii
mimiiiiininiiiiiiiimiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiimimii
De Vereenipj Oost en West.11 |
Zooals men eenigen tijd geleden in de Nieuws
bladen heeft kunnen lezen, is er een
Vereeniging opgericht die zich ten doel stelt: »De
bevordering der belangen van degenen, die in
onze Oost- West-Indische bezittingen leven
en werken, of van daar naar het Vaderland
z\jn teruggekeerd."
De Vereeniging is ten dsele een uitvloeisel,
van de in 1898 gehouden Tentoonstelling van
Vrouwenarbeid, waar zooals men weet, zoo
heel veel schoons en bewonderenswaardigs uit
onze Koloniën was te zien. Het tentoonge
stelde handwerk behoefde waarlijk niet onder
te doen, voor de door de machine vervaar
digde producten uit de door ons genoemde
?werelddeelen.
Maar, behalve het eerstgenoemde, had de
opgerichte Vereeniging nog iets anders tot
uitgangspunt.
Ik bedoel: Den in het laatst van 1898
opgerichten «Indischen Bond."
Reeds vele malen was er gewezen, op den
droevigen toestand waarin tal van Indo-Euro
peanen verkeeren die door de enorme concur
rentie van de uit Europa komende jongelieden,
uit de vroeger door hen ingenomen plaatsen
werden verdreven.
Immers, waar een dertig, veertig jaren ge
leden, slechts enkale jongelieden uit den be
schaafden stand naar Oost en West togen,
om zich aldaar een positie te verschaffen, en
de daarheen vertrekkenden de militairen
en ambtenaren natuurlijk buitengesloten
nu juist niet behoorden tot de besten, daar
komen in den laatsten tijd tal van beschaafde
en welopgevoede jongelieden naar de
Overzeesche bezittingen, om zich een eervol en
lucratief bestaan te verwerven.
Het ligt in den aard der zaak, dat dit soort
van emigranten, met hun welonderlegde en
veelzijdige kennis, door de heeren patroons
verkozen worden, boven de Indo- Europeanen
die hun onderwijs vonr een groot gedeelte
hebben ontvangen op de lagere school, zonder
verdere voorbereiding, waartoe in Indie de
gelegenheid ontbreekt.
De Totoks hebben dus allengs de Indo's
uit hun ambten verdreven; en de laatsten zijn
daardoor in een zeer droevige positie gekomen.
Het Europeesch bloed dat hen in de
aderen vloeit, maakt hen ongeschikt om
in de dessa's met volbloed Javanen te ver
keeren en daardoor ontstaat een toestand, die
het leven derzulken tot n lang lijden maakt.
En op de levensmarkt waar zij kunren en
willen arbeiden, worden zij door de
Europeanen verdrongen ! Waarheen dan ? . ...
Met het doel verandering in de bestaande
toestanden te brengen, werd de Indische Bond
opgericht waarvan de statuten zijn goedge
keurd op 2 Dec. 1898, en ook de Vereeniging
»0ost en West" welker sta'uten zijn goedge
keurd op 12 Sept. 1899 zal er toe medewer
ken. Het doel der eerstgenoemde vereeniging
is in hoofdzaak: »Het bevorderen van alle
samenwerking en eendracht om de bestaande
toestanden der Indo-Europeesche maatschappij
te verbeteren.
De heer van Kol licht het plan van den
bond nader toe, in een brochure die door hem
in de maand Juli 1898 werd geschreven.
Hij zegt o.a. daarin:
«Waar de strijd der belangen nu eenmaal
onvermijdelijk is geworden, is het oen ieders
Jieilige plicht, om naar zijn beste krachten te
waken voor de rechten en de belangen, in
de eerste plaats van den inlander, daarna van
den Indo en slechts in de laatste plaats van
den vreemdeling, den Europeaan.
Zij die in Indiëblijven, wier lot dus nauw
verbonden is aan het land hunner geboorte,
hebben meerdere rechten op de voordeelen
van grond en bodem en op de geschenken
der natuur, dan zij die in Indiëslechts een
middel zien, om in den kortst mogelijken tijd
zooveel mogelijk geld te vergaren, om met
rijken buit beladen, Indië's rijkdommen te doen
wegvloeien naar verre gewesten, ondanks het
gevaar om Indiëuitgemergeld en uitgezogen
in diepe armoede achter te laten.
Het is meer dan tijd, den machthebbenden
een waarschuwend woord toe te roepen. En
dat zij de nuttige taak van den Indischen
Bond!"
"Waar de heer van Kol, met hetgeen hij
zegt "»an door het gouvernement aan de Indo's
te verstrekken grond, voornamelijk denkt aan
het werk van den man, daar heeft de ver
eeniging «Oost en West" tevens het oog op
den vrouwenarbeid.
Op de Tentoonstelling van Vrouwen-arbeid
heeft men zich er van kunnen overtuigen, hoe
de vrouwen in de Oost en in de West werken !
In de At'deeling »0ost- eu West-Indische
bezittingen" waren inderdaad kunstvoortbreng
selen tentoongesteld. liet weefsel in zijde boeide
het oog door rijkdom van gloedvolle kleuren.
Er was borduurwerk, vlechtwerk, lak- en
pottebakkerswerk, alles bijzonder mooi.
De kleedingstukken van geklopte boombast
en de karakteristiek bewerkte buikbanden, de
met gouddraad doorwerkte mandjes en last
not least de prachtige sarongs, waarop bij som
mige kleine reepjes bladgoud waren aange
bracht.
Gebatikte stukjes voor versiering onzer
salons in den vorm van schilderijen, tafel
loopers, vuurschermen, enz. met voorstellingen
van Europeesche bloemen, vruchten en vogels,
vertoonden wel is waar, dat da zucht tot navol
ging ook daar schadelijk begint te werken, op
de zoo indrukwekkende oud-Indische kunst
opvatting, rnaar gelukkig zijn die teekenen
van verval nog uitzonderingen. .
Is het aan den anderen kant niet eigen
aardig en veelbeteekenend, dat, na de Ten
toonstelling van Vrouwenarbeid de
batiks-imitatie eerst recht en vogue is gekomen V ...
Dat zelfs groote kunstenaars er zich nu op
toeleggen, allerlei grillige figuren op paneel
en doek te brengen ? n toch zijn de nu
nagevolgde motieven, niets anders dan hetgeen
Javaansche vrouwen al eeuwen achtereen hebben
voortgebracht! . .. »
En nu moet even de vinger worden ge
legd op een ivunde plek.' i)e vraag moet
door ons worden gefield: » Wat kun door
ons Europeesche vrouwan worden gedaan, om
het lot van onz« mtsdezusteren aan gindsche
zijtie van den Oceaan, minder droevig te maken.
Wat doan wij daarvoor'.'... Ik vrees dat
de meeste vrouwen zullen moeten bekennen,
dat zij er niets voor doen!
Ik zal u den wet; aanwijzen, en u in de
eerste plaats mededeeien wat de Ver. »0osten
West' beoogt:
»Da thans bestaande takken van industrie
tot meerderen bloei brengen. Verloren gegane
nijverheid en kunst nieuw leven geven
Nieuwe industrieën opsporen en invoeren
o. a. door opwekking tot het vervaardigen in
Indiëzelve, van wat thans jaar in jaar uit in
belangrijke hoeveelheden daarheen wordt uit
gevoerd.
Het verheffen van kunstnijverheid zoo-,vel
van de oorspronkelijke, die nu in vele op
zichten leekenen van verval geeft, als van de
later tot stand gekomen?, en?.
O'/er de andera doeleinden van de Ver. Oost
en West, als: hec geven van raad, wat betreft
hotels, pension, huisvesting, inrichting, onder
wijs, warkkrnig, inkoopen enz. op verlangen
van Indische families, die zich in het vader
land komen vestigen, behoeft niet nader te
worden uitgewyJ, daar Jeso tuk van arbeid
betrekking hebfi op da naar het vaderland
repatrieerenda bewoners van den Archipel.
Maar op een anjer punt moet das te uieer
worden gewezen !
Hebt ge er wel eens over nagedacht, en is
het u in ouda platen snuil'jlend waarop
de verschillende kleederJracaten uit vroeger
tijd zijn afgebeeld wel eens opgevallet', van
hoe weinig kunstzin onze hedendaagsche
kieeding getuigt ?
Vergelijk eens de artistiek uitgevoerde
geI waden van de vrouwen uit de riddertijden en
vroeger bv. de Grieksche peplums met
de wel is waar correcte, maar van uiterst
weinig individualiteit getuigende hedendaagsche
kleederen.
Er ligt niets persoonlijks in onze kleeder
dracht zooals zij nu is!
Alles machinaal bewerkt; volgens de ont
werpen op de teekenkamer van het eene of
andere atelier uitgedacht. Met passer en liniaal
afgemeten, worden steeds dezelfde patronen
geweren, toldat er geen vraag meer naar is !
Wie herinnert zich niet op de Tentoonstel
ling van Vrouwenarbeid, het passementwerken,
dat, ja wel heel kunstig door middel van de
machine werd gemaakt, doch waar de arbeiders
geen enkele gedachte aan behoefden te wyden.
Gaheel werktuigelijk werdan de spoel'jas govuld
en de ongelijke draadjes weggeki.ipt. Do
kracht van den stoom liracht de machine in
beweging, en vernuftig uitgedachte werktuigjes
deden het overige.
Gedurende de vier maanden, dat de Ten
toonstelling duurde, zag men dan ook niets
anders gebeuren, dan bolletjes en franje maken
volgens een vooruit bepaald patroon, iïvenzoo
gaat het bij de vervaardiging van de
passementericën en het kraienwerk dat onze klee
deren moet versieren!
En wij zijn al verrukt, als wij het
stalenboek van onze modiste doorbladerend, een
passementje of kantje onder de oogen krijgen,
dat eens ie(s meer ii^dividueels te aanschouwen
geeft, dan wij gewoonlijk te zien krijgen !
Wat zijn we toch gauw tevreden ! Jaar in
jaar uit, dezelfde kan'jes, knoopen entre>jes?
l Ean slaafsch navolgen van da mode, die
naar alle gedachten door de een of andere
Parijsehe cocotte in de wereld is gebracht. 0:n
een voorbeeld te noemen:
Verleden jaar geheel gladde rokken met geen
enkel plooi'j^, was da dagorde uit Parijs ont
vangen. Dit voorjaar: Een pli ~\Vutte(w, klonk
het bevel!
Iets later: Neen, geen pli Watteau maar
twee platte plooion i
En zoo gaat het voort!
Bespottelijk, niet waar? Vrouwen uit onzen
tijd zich ontworstelend aan het net, dat sinds
de oertijden door de conventie en maatschap
over haar was uitgespreid en aan de wan
hoop ten proo', omdat haar gladde rokken van
verleden jaar, niet op eans kannen worden
ornjetooverd in rokken met een ph Watteuu!
Maar wat heeft dit laatste nu te maken met
de Vereeniging »0..ist tn West''hoor ik vragen ?
Ik zal het u zeggen !
Zijn we niut dwaas, onze versierselen te
laten komen uit Parijs en Berlijn, terwijl wij
ze veol artistieker en veel mooier kunnen
betrekken, vlak in onze nabijheid ? Iliar geen
slaafsch navolgen, geen afkijken van anderen !
Geen produceareu volgens een door mannen
vervaardigd teekeningetje. Maar de uitgedrukte
cii/en gedachte van de kunstenares !
Wal zal mooier zijn, het eerste of het laatste ?
Wie herinnert zich niet, de mooie en
gracieuse patronen, die door de Javaansche vrou
wen werden uitgevoerd. Wie was niet vol
verbazirg over het prachtige kantwerk, dat
was gemankt door onze medezusteren in
Insulintïe. Wifi hoeft niet vol bewondering ge
staard naar het rijk gekleurde kraal werk
waarbij onze passementjes, do duurbetaalde,
uit het stiilenboek van onzo modisto arm
zalig afsteken V
Vrouwen van Nederland: Maak u los van
het buitenlamlsch fabrikaat, en schenk uive
/m.Vc/M' int'/csus/trs de {jeleflf.nlieid te tooiten
wilt 31: kunnen '.
Ais het u ernst is, dan zult Gij binnen korten
tijd een rijke keuze van patronen kunnen
hebben, zouwei gebatikte stoften ais kralen
en kaLtwerk.
Tuont uw individualiteit, door, waar de
gelegenheid zich aanbiedt, u niet langer de
mode te laten opdringen van het bnitenlai.d,
maar uw ei^en keus te volgen, en daardoor
tevens hut hollandsche geld, door
staoiverwanien te laten verdienen !
De vereeniging »0ost eu West", presidente
mevrouw vsn Znylen?Tromp, Heerengracht
1\, den Haag, verstrekt gaarne inlichtingen
waar die worden verlangd.
Dezer dagen is er in het gebouw der ver
eeniging op de lieerengracht een tentoon
stelling van inlandsche wapenen gehouden. Ver
scheiden bladen wijdden er zeer
waardeerende woorden aan.
Spoedig zullen er ook andere Tentoonstel
lingen ook van vrouwenarbeid enz. worden
georganiseerd.
De minimum contributie om toe te treden
tot die zoo nuttige vereeniging is slechts ? 1.
Men heeft daarvoor toegang tot de lokalen
van het gebouw der vereeniging.
Vele vrouwen zijn er aan gindsche zij do van
de Oceaan, die werken willen, niet alleen,
maar ook werken kunnen, zells met groote
artisticiteit !
Zouden wij nu niet dwaas doen, wanneer
wij geen gebruik maakten van de ons aange
boden gelegenheid ? Depots van het door de
vrouwen uit Insulinde vervaardigde werk, zul
len overal kunnen worden opgericht, zoodra
' er blijk is gegeven van instemming met het
! hierboven besprokene,
l L"g dit artikel, na het gelezen te hebben,
l nu niet ter zij Ie, zonder eens ernstig te heb
ben nagedacht over den inhoud; en bovenal,
sluit u aan bij de ver. »0ost en West! '
VER A.
O'~ehardson. Ktn liist.iq model. Gele
sc/toenen. Omtitcoeili'tar? diodes.
De engelsche schilder Orchardson heeft
onlangs koningin Victoria geschilderd. Het
portret is toevallig gelijkend. Toevallig.
Menigeen zou de hoop hebben opgegeven,
onder zulke ongunstige omstandigheden de
juiste gelijkenis van het model te treffen.
Slechts tweemaal heeft ds koningin willen
poseeren. Niet langer dan 30 minuten mocht
elke séar.ce duren. Orchardson vroeg althans
de kleeren van ds koningin langer onder de
oogen te mogen ho'iben. Met veel moeite werd
hem dit toegestaan.
Maar hoe ? !
Da schilder had gehoopt de japor, het mutsje
en den sluier minstens een dag te mogen honden.
Geen sprake van.
Ean hofrijtuig hifM voor Orchardson's huis
stil. 'Twae kameruers stapten er uit; zér
voorzichtig droegen zij een koffer in het atelier
van den schild«r. D-j kameniers pakten de
keffer uit. Orchardson wilde de japon over
een rieten pop hangen
No, sir! no sir! don't touch ! please, don't
touch! protesteerden de cameristen.
Een dor vrouwen hield de japon en de andere
het mutsje er, den sluier met korte rustpoozen
godurenöeGO min. voor den schilder uitgespreid.
Toen pakten zij het boeltje weer kalm in en
verdwenen rnc-t engelsche onverstoorbaarheid
uit des kunstenaars heiligdom.
Zulke omstandigheden zijn niet gunstig voor
c!e «finishing touch". Allerminst. Artistan zijn
in den regel kort aangebonden, prikkelbaar
geneigd hun lief-en-leed onder het vergroot
glas te brengp.n. Zulk kleinzit-lig, onartistiek
verzet is meedoogenloos krassen op
kunstenaarszenuwen.
HCT most gracious Q'ieen, ontwikkelt in
zulke zaken weinig»grace '.DezelfdeOrchardson
had dit jaar het voorrecht den prins van Wales
te schilderen. Ten voeten uit; in streng
avondtoilet; zwart» rok, zwart verlakte schoer en.
Orchardson heeft een zonriigen, warmen kijk
op de dingen: stralend goud-geel zonnelicht
verheldert de meeste zijner schilderijen.
Hat portret van den prins werd tentoon
gesteld. Onmiddelijk kwam de telegraaf in
beweging. Men seinde naar Amerika dat de
prins van Wales gelf schoenen droeg bij den
rigiden zwarten rok. J)'.t was dus »le derniercri".
Een buitenkansje voor schoenmakers, die zich
verstandig bij hun leest houdend, met
Amerikaansche rapheid talloos veel paren gele
schoentn maakten en aan de markt brachten
als »Latest novelty! Yrfilow shoes for
evenirgdress ! l'rir ce of Wales" !
Als Engeland's toekomstige koning verneemt,
hoe hij, «van den prirs geen kwaad wetend" !
een nieuwe mode heeft ingevoerd, zal hij
ongetwijfeld lachen, zijn portret nog eens
bakijken en misschien wenschen, dat Orchardson
minder zonnegoud over zijn schoenen had doen
lichten. Meer dan ooit, zullen de Amerikaansche
«swells" zich voelen, staande op zoo vorstelijken
voet!
* *
*
De afschuwelijke misdaad in Italiëgepleegd
geen vergrijp, een daad, zooals de-bedrijver
van den koningsmoord dur/'t zeggen !
heeft menigeen verschrikt, vertoornd, verbijs
terd, geschokt, verontwaardigd, bedroefd, al
naarmate zijn gestel de gebeurlijkheden des
levens op hem doet inwerken. Zulke hoogst
ernstige teekenen des tijds houden onzen geest
onledig; met ruw geweld rammelen zij tegen
onze beginselen ; zij beuken onze menschelijke
gevoelens, zij spreiden een rouwlloers over
onze ziel.
Wie heeft dezer dagen zonder deernis,
zonder schrijnend medelijden kunnen denken,
aan de trouwe liefhebbende gade van Umberto?
Wie heeft geen stille weemoeds-gedachten
gewijd aan den koninklijken zoon, aan den
thans regeerenden koning van Italië?
De lafhartige aanslagen gaan door. Het valt
niet te ontkennen. De anarchistische stroom
bruist met grommend geweld.
Hittoorileeliiigeii.
LUDWIG FELIX BRANDTS BUÏS. Transvaal
en Nederland. Volkslied met begeleiding
van klavier. Woorden van J. S. B. B.
op. 3 la. W. F. Lichtenauer, Rotterdam.
ANTON MAHLOW, Boerenlied. Woorden van
W. F. Margadant, A. A. Noske, Mid
delburg.
ARNOLD SPOEL, Afscheid van Sannie" van
een uiitrekkenden Hoer". ??Van eene
Koninyinne van achttien jaren. Ged. van
P A. M. Boele van Hensbroek. Op.26.
Chanson. Poésie de Victor Hugo. Op. 22.
Hier unter tiiesem Tannetibaum. Op. 27.
G. H. van Eek, 's-Gravenhage.
L. F. REVIÜS, Zes liederen van J. P. Heyc,
voor n zangstem met piaro. Op. 16.
G. H. van Eek, 's-Gravenhage.
GOTTFRIED MAKN, Het Liedje van den
Speelman. Joh. M. Eggers, Leiden.
Ontwaken, Weelde, Droomen op woorden
van H. Engelen, Holda en Nelly Hoek
stra; voor sopraan met klavier. G. H.
van Eek, 's- Gravenhage.
CORNS. DE WOLFF, ZomtrnacJit. Ds
Algemeene Muziekhandel, Amsterdam.
KOR KUILER, O, jubel mijn hart. G"d. van
Else van Brabant. Een windeke suist
om mijn ooren Ged. van Else v. Brabant.
De Algemeene Muziekhandel, Amsterd.
Twee liederen uit «Lenteliefde" van
Else van Brabant. Otterlied. A. Böttger.
A. A. Noske, Middelburg.
ESIILE VON BUUCKEX FocK. Langst
verivelkte Slumen, Lied iür eine
AltHoe kunnen regeerende vorsten en vorstin
nen hun persoonlijke veiligheid bevorderen?
Is dat ondenkbaar en onuitvoerbaar? Ineen
tijd, nu zooveel schitterende uitvindingen
getuigenis afleggen van het merischelijk vernuft ?
Zij, die de vloeibaarheid, de rekbaarheid,
de ondoordringbaarheid, het weerstandsvermo
gen veler metalen, veler verbindingen eu v<m
chemische preparaten zoo benijdenswaardig
kennen, weten die niets, niets te bedenken?
Is geen kleedingstuk, htt oude kuras als
gronddenkbeeld nemend, saam te steller, dat
vorsten en vorstinnen schudt tegen den
iammerlijken sluipmoord?
Waarom niet vervaardigd een makkelijk
onder de bovenkleeding te dragen, metalen
buis, het lichaam van den hals tot over het
midden bedekkend?
Zelfs wanneer het als een bewys van per
soonlijken moed geldt, het dreigend gevaar
onbeschut tegemoet te gaan, zou dis veiligheids
maatregel kunnen getroffen worden, om een
geheele natie voor rouw en diepe treurnis te
behoeden. En zoji het afketsen van kogels
en het afstuiten van dolken geen vermindering
brengen in het gruwelijk moorden ? Da trar.en.
van een geheel volk maken de wandaad van
een ellendeling niet ongedaan . . . Maar een
geheele natie zou jubelen bij het bericht dat
een sluipmoord verijdeld werd.
*
-X
?XHet kortstondig nieuws blijft bij het oude!
Mousseline, batist, linon en gekleurde foulard
zijn de toongeefsters van 't vluchtig zomer
se! zoen.
Een slanke vrouwengestalte, gedrapeerd in
dunne sic tfen ziet er bekoorlijk uit. Smaakvol
aangebrachte kantversiering blijft wenschelijk.
Bij da kantgarneering behouden de
Valencier.nes tusschenzetnels haar welverdiend
eereplaatsje. Curselets van liberty lint of
tf.lfetas Louis XVI staan beeldig mits mama
Natuur u met een rank figuurtje bedeelde.
Breede schouders, een zware (ampele boezem
zegt Louis Couperus in »Latigs lijnen van
geleidelijkheid" wat een l-ijzondere titel !
waarom het boek niet genoemd naar ds ver
dwaasde hoofdpersoon »Cori;élie
deKetz"?)-en massive heupen mogen niet boven en onder
het corselet uitsteken.
Dat is een misstand en de vriendelijke mode
wil u slechts behulpzaam zijn, uw aangeboren
bekoorlijkheden vleiend te doen uitkomen.
Wit mousseline met geschilderde guirlandes,
wingerdranker!, dalende en klimmende
convolvulustakken is bijzonder chic. Stijve
behangselboufiuetjes worden bij de fantastische rok
en corsage-schilderingen gelukkig vermeden.
Zachte, kwijnende tinten. Fnssche kleuren,
helder lachen, kloek prater1, onbeknibbelde
joligheid en luchtige scherts zijn ouwerwetscb.
Wazige tinten, droevige glimlachjes, murmelen
(Couperus laat zijn heldinnen liever murmelen
dan praten) deftigheid en. hoogwijze? praat
over symboliek en mystiek zijn aan de orde
van den dag.
Pub ! ! wat hebben wij een warmte gehad !
Gisteren hoorde ik verluiden : »in gpen vijftig
jaar is het zóó warm geweest!" Voor deze
mededeeling sta ik gelukkig! niet in. Ondanks
hooge afwisselend met lage temperatuur
zoo als nu, blijven hooge, zeer hooge boorden
mode op uw japor.notjes. Best te begrijpen.
Niets dat zoo flatteert en met zoo geestige
lijn uw kopje van uw schouders afteekent.
Ook de hooge boorden worden van kant eri
dunne stof gemaakt. Om de vereischte stevig
heid te verkrijgen, moet u aan de binnenzijde,
tusschen de voering spijltjes van geel koper laten
aanbrengen. Toch zijn hoofd en hals geheel
vrij in hun los en fier bewegen.
Ik haast mij er dit uitdrukkelijk bij te
voegen, anders vertelt een voorstandster der
viije, losse zwabber-kleeding, dat ik u een
»collier de force" voorschrijf. Vrijheid ! blijheid!
Voor de aanhangsters der reformkleeding
zijn mijn aanwijzingen niet bedoeld.
CAPBICE.
* *
*
Saiiajfjes croi/uetten. Wrijf eenige groote
aardappels fijn door een zeef; roer er een
geklopt ei, boter, peper en zout door. Snijd
eenige groote saucijsjes in de lengte aan
reepjes, rol ze door het toebereide deeg;
daarna door geklopt eiwit; strooi er wat
paneermeel ovar en laat ze in den oven bakken
tot ze lichtbruin zijn.
o, &L n g: o m. £t et
v o r f je is s oliondo d r et n