Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1209
voor de 4pCts., 283 reis tegen 148 reis in 1899,
» » 4J4 » , 318 » » 167 » » 1899,
» » 3 » , 212 » » ' 111 . » 1899
per fr. 500.
Bereken ik de milreis tegen ? 1.90 dan zon
de opbrengst van de eerst volgende coupons
der bedoelde stukken zyn pi. m. ?2.15, ? 2.41,
?8.08. Een 3 pCts. Portugees, groot 100 pd. st.,
gekocht tegen 23 X pCt. kost ? 282. (zonder
by'berekening van voor te schieten interest).
Naar den maatstaf van bovenberekende cou
ponopbrengst zou derhalve het jaarlijks pCt.
interest bedragen 5>/io pCt.
De 5 pCts. oblig. Z. A. Republiek naderen
langzamerhand den prys waarop ze 5 weken
geleden genoteerd stonden. De niet-betaling
van de laatste Juli-coupon heeft blijkbaar
weinig onrust gewekt. Niet geheel zonder
reden. Het bankiershuis toch voor den dienst
dezer oblig. is N. M. Rothschild & Sons te
Londen. Gedurende den oorlogstijd kan even
wel elke handeling tusschen Engeland en
Transvaal als onwettig beschouwd worden. Aan
contanten heeft het waarschyulyk der
Transvaalsche regeering niet ontbroken. In Juni 11.
toch heeft ze een groote hoeveelheid goud in
baren, via Amsterdam, in Parijs verkocht
Eveneens kan eenige verbetering voor de
papieren der langstaarten worden vermeld.
Meer beduidend zyn de Brazilianen voor
uitgegaan.
Dat de Mexicanen slechts zeer fractioneel
terug gingen, mag eenige verwondering wekken.
Andermaal toch heeft de regeering tot het
oude middel: uitgifte van meerdere oblig. haar
toevlucht genomen om in de noodige geld
middelen te voorzien. Een vierde serie, van
niet minder dan D. 20 millioen, is ter beschik
king van den minister van financiën gesteld.
Heel wat financieel «beleid" zal noodig zyn
om deze stukken te plaatsen zonder groote
koersdaling. En toch zal het wellicht ge
lukken. Jan Publiek is familie in den Isten
graad van Jacques Bonhomme.
De weinige affaire ter Beurze maakt het
onnoodig elke afdeeling afzonderlijk te be
spreken.
Met het oog pp de koloniale
cultuur-ondernemingen deel ik onderstaande cijfers betref
fende den suikeroogst van het Bataafsche
Nieuwsblad mede.
Opbrengst in Raming der opbr.
picols per netto in picols per netto
bouw in 1899 bouw in 1900
Tjomal .... 172 150
Peterongon. . . 162 100
Sragi 159 145
Brangsal ... 146 110
Brangkal ... 146 95
Minguan ... 146 100
Bogoh Kidoel. . 138 115
Poerwodadi . . 131 90
Gempol Kiep . . 145 110
Padokan ... 136 90
Hierby mag ik evenwel niet vergeten te doen
opmerken, dat andere Indische bladen zich
minder pessimistisch uitlaten.
In de groep der petroleumstukken zie ik
een geringe verbetering in de noteering der
Moeara-Enim, in den prys der Schiebaieff en
der Sumatra-Palembang.
De Moeara-Enim zou betrokken zyn by een
combinatie die de hollandsche petroleum-My
en de My tot exploitatie van
petroleumraffinaderyen zon overnemen, onder zoodanige
eonditiën, dat een ruim bedrijfskapitaal be
schikbaar zon zjjn. Men weet dat twee be
lemmeringen meermalen het succes van
rumeensche petroleum Myen hebben belet. Tegen
deze bezwaren zou de nieuwe onderneming
gevrijwaard zijn door het ruime bedrijfskapitaal
en de beschikking over eigen raffinaderij.
Den aandeelhouders in de Ned. Maatschy.
van kunstmatige oesterteelt te Bergen op Zoom
is het radicale voorstel gedaan om de cy'fers
der boekhouding in overeenstemming te brengen
met de werkelijkheid en dientengevolge de
credit-zijde der kapitaalrekening met 690000
gulden te verminderen, eveneens als het
debet
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiliS
SNUIFJES.
Met het oog op eenige der vele onnoodig
wreede handelingen, door de Engejschen
jegens de Zuid-Afrikaansche bevolking ge
pleegd, hebben enkele Nederlanders en
Vlamingen zich tot den Duitschen keizer
gewend »als tot den hoogsten en edelsten
«beschermer van het recht in het leven
»tusschen de volkeren der wereld" en,
zoo lezen wij, verzochten zij hem drin
gend en in den naam van het recht:
«Moge de wijsheid van Uwe Majesteit
»een middel vinden om het diep
belee»digde rechtsgevoel van de volken van
»Europa en de Vereenigde Staten
genoeg«doening te verschaffen, op een oogenblik
»dat het rechtsgevoel van de ons na
be«slaande en zeer bevriende Duitsche natie
»door een daad van China, die met alle
«volkenrecht in strijd is, zulk een zwaren
»slag heeft ontvangen."
Het moet allen, die de waarheid lief
hebben, genoegen doen eindelijk dan toch
eens erkend te zien, dat keizer Wilhelm
»de edelste beschermer van het recht in
het leven tusschen de volkeren der wereld
is." Vol bewondering voor hetgeen Z. M.
ten dezen opzichte gepraesteerd heeft, aan
de Ieren, de Finnen, de Denen, de
Sleeswijkers, de Lotharingers, de Spanjaarden,
de Philippijners, de Armeniërs, kortom aan
de geheele wereld, waar er maar sprake
kon zijn van »recht" in het leven tusschen
de volkeren, zal het menigeen als mijzelf
gaan, en zal hij het betreuren, niet
uitgenoodigd te zijn een adres mede te
onderteekenen aan den Souverein van onze »na
bestaande en zeer bevriende" Duitsche natie.
Nu kennen wij van dat adres alleen de
aangehaalde woorden en zoo weet ik dus
bedrag van verschillende zakelyke rekeningen
en het slot-verlies-saldo. De reductie van
?300 per aandeel zal door afstempeling wor
den aangewezen. Het nieuwe dienstjaar zal
dan met een »schoone lei" begonnen kunnen
worden. Aan y ver, toe wy ding en bekwaamheid
heeft het den directeur niet ontbroken maar
ook in dit bedry'f leidt gemis aan samenwer
king, leidt onverstandige concurrentie, naast
andere oorzaken, tot voortdurend verlies.
In New-York was het ter beurze enkele
dagen stiller dan ooit te voren. Dit kwam den
koersen niet ten goede. De veranderingen
zyn evenwel vry onbeduidend. De berichten
omtrent de ontvangsten der spoorwegmyen
blyven over het algemeen zeer gunstig. De
jaarverslagen die in deze dagen verschynen,
geveu hiervan de gunstige resultaten. De vele
cy'fers voor een overzicht hiervan noodig moeten
tot den volgenden keer worden uitgesteld.
En nu de slotgroep: de Loten. Weinig en
onbeduidend zyn ook hier de koersverande
ringen. De geringe verzwakking van den prys
der' madridsche loten zal den lezer van de
Groene niet verwonderen. Te minder zal dit
het geval zyn wanneer ik hem nog mededeel
dat Spanje's hoofdstad zoo nauwkeurig de haar
ter betaling aangeboden' coupons en aflosbaar
gestelde stukken controleert, dat de voldoening
meer dan een halfjaar wordt uitgesteld. Waar
voor controle al niet goed kan zyn !
A'dam, 23 Aug. 1900. D. STIGTEB,
Kantoor: Singel 221.
BOEKAANKONDIGING.
Nederlandsche Gids op de Parvjsche Ten
toonstelling in 1900, samengesteld door
mr. H. Louis ISBAELS. Uitgave van
C. L. G. Veldt, te Amsterdam.
Dit is nu de eerste en tot dusver eenige
gids op de tentoonstelling die geeft wat hy
belooft, die werkely'k den bezoeker tot gids
strekken kan. Ty'dens een verblyf te Parys
heb ik het met allerlei gidsen en guides in
vier talen beproefd, maar geen enkele kon
me voldoen, omdat zy allen leden aan het
groote gebrek: gemaakt te zyn toen de ten
toonstelling nog in wording was, toen de
verschillende exposanten nog bezig waren de
leege vitrines op te stellen, waarin eindelijk
hunne inzendingen een plaats zouden vinden.
Dat waren dus gidsen die den bezoeker het
spoor by'ster deden worden, omdat zy hem niet
mededeelden, en niet konden mededeelen, wat
er eiger.tly'k te zien was.
De heer Israels, een te Parys verblyf houdend
Nederlander die voor geen der trouwe lezers
van dit blad een onbekende zyn kan, heeft
een beteren weg ingeslagen. Hy heeft zyn
gids samengesteld, wandelend over de tentoon
stelling, en vermeldend wat hy zelf gezien
heeft en merkwaardig of curieus vond. Zoo is
zyn Gids geworden een goede geleider, waarop
men kan vertrouwen. En al is nu de Gids
wat later verschenen, dan samensteller en
uitgever gewenscht hebben de schuld daarvan
ligt niet aan hen, maar aan de
tentoonstellings-commissie, die deze omvangryke wereld
tentoonstelling officieel liet openen door het
hoofd van den Staat, toen er feiteljjk nog niets
gereed was, toen een blind paard in de groote
tentoonstellingsruimten geen schade had kunnen
aanrichten.
Langzamerhand vulden zich de gebouwen;
de tallooze kisten en wagens, die weken lang
aan verschillende stations hadden gestaan,
werden aangevoerd en leeggepakt. En de
samensteller van den Gids sloeg dien arbeid
voortdurend gade, informeerde rechts en
links, stak wysheid op by wie hem daarvan
kon medegeven, en werkte met onverdroten
y'ver aan het..,, neen ik zal niet herhalen
hoe hy zyn Gids noemde, maar alleen verklaren
dat ik, die een deel der wordings-geschiedenis
heb medegemaakt, weet met hoeveel zorg en
hoeveel nauwkeurigheid deze Gids is samen
gesteld.
niet of de opmerkingen van pas zijn, die
ik toch even wilde maken.
Hebben de Heeren er wel aangedacht,
bij de motiveering van hun verzoek gericht
aan den Duitschen Keizer, te doen uit
komen, dat zij zich tot hem als edelste
beschermer van recht, wenden, omdat hij
op zoo goeden voet staat met zijn verheven
Grootmaina Victoria en zijn Oom den Prins
van Wales, wie hij in zijn hoedanigheid
als edelste beschermer van het Recht der
onderdrukten en beleedigden zoo aange
naam gezelschap heeft gehouden in de
dagen, toen ieder, die evenals hij iets voor
recht gevoelde.gaarne met hem naar Londen
zou zijn medegereisd, om deze keizerlijke
familieleden ook even aan 't hart te kunnen
drukken.
Heeft vervolgens de ontwerper van dit
smeekschrift, nu hij het Hemelsche Rijk
noemt, er wel zeer in 't bijzonder op ge
wezen, dat Keizer Wilhelm zoo kaarsschoon
tegenover China staat; daar alleen hij, als
Souverein eener groote Mogendheid, er zich
op mag beroemen, nooit iets meer begeerd
of genomen te hebben, dan zich met »het
recht in het leven tusschen volkeren" ver
draagt. Natuurlijk is het mogelijk, dat de
keizer dit zeer wel weet; toch had het,
dunkt me, geen kwaad gekund, al ware
het maar ter overwinning van zijn beschei
denheid, hem dit nog eens te herinneren.
Maar, al mogen deze beide opmerkingen
overbodig wezen, daar het adres in over
eenstemming hiermede ontworpen kan zijn;
een klein verwijt kunnen de heeren niet
ontgaan, als ik op den vorm van het adres
let. Zeker, wij Hollanders, als na be
staanden en hartelijke vrienden van de
Duitsche natie, hebben diep medegevoeld
de krenking van het Duitsche rechtsgevoel
door die daad van China, welke met alle vol
kenrecht in strijd was! We waren er heuscb.
van ontdaan, toen we van dien zwaren slag
iets vernamen, maar was het wel ver
standig bij deze gelegenheid in het geheel van
die Chineesche herrie te gewagen ? De Duit
sche natie, die ons zoo na bestaat, en met
wie we, als we iets van haar verlangen, zoo
innig bevriend zijn, zal uit die woorden
geen venijn zuigen, maar men moet niet
vergeten, dat er onder die natie, en mis
schien wel in de omgeving van den keizer,
individuen leven, die ons nog niet zoo lief
hebben als wij hen. En als zulke lui nu
eens zeiden, zóó luid dat Z. M. het hooren
kon, die Hollanders en Vlamen nemen een
loopje met den keizer en ons volk; zij be
doelen eenvoudig Wilhelm onder den neus
te wrijven, dat hij een weergaloos lawaai
maakt, als er in China iets geoeurt, waarbij
we zelf iets te winnen of te verliezen heb
ben, maar dat hij zwijgt zoodra er het
By het doorbladeren kan men tevens op
merken, dat deze Gids een prettige, onder
houdende Gids is een dien men gaarne zal
medenemen, wanneer men de tentoonstelling gaat
bezoeken, omdat hy weinig vergt en veel geeft,
omdat het bovendien de Gids der Gidsen voor
deze world's fair is.
»De Parysche tentoonstelling geeft veel te
genieten en zeer veel te leeren," zegt de heer
Israëls; en het zal waarlyk zyn schuld niet
zyn zoo de bezoeker, met dezen Gids gewa
pend, n de plaatsen van genot, n de plaatsen
van leering niet weet te vinden.
Am s t., Aug. 1900. CHR. N.
NIEUWE UITGAVEN.
Robert Fruin's verspreide geschriften. Afl. 11.
Den Haag, MartiLus Ny'hoff.
SwJeerbewerking en GraanstoJcerijen, door
HBKJIAN JANSEN. Schiedam, H. A. M. Roelants.
CORRESP ONDENTIE.
H. Aan uw verlangen kan niet worden
voldaan
Wegens plaatsgebrek moeten wy eenige Inge
zonden stukken tot het volgend nummer laten
liggen.
iiiiiiinin IIIIM
iiiulliiiiiuM
Brief uit trcciit
door JAN VAN 'T STICHT.
De Krach is hier in vollen gang I Byna even
menigvuldig als men tegenwoordig de bekende
briefjes voor de vensters vaa tydelyk onbe
woonde huizen ziet: Brieven en boodschappen
te bezorgen daar en daar", prijken alom, en
vooral in de nieuwe gedeelten der stad, huizen
die pas gereed, maar desniettemin reeds be
woond zyn, met groote gedrukte plakaten, waarin
kond wordt gedaan, dat zij binnenkort in publieke
veiling komen. Het kon niet uitbleven e a het
zal nog wel erger worden ook, naar bevoegde
personen oordeelen. Er is een bouw-epidemie
in onze stad uitgebroken, die steeds gevaarly'ker
dimensies aanneemt. Een zoo'n ondernemer
van bouwterrein vertelde mij dezer dagen
met een gezicht of hy' my' een staaltje van de
edelste philantropie mededeelde dat hy'
tegenwoordig gemakkelijk tien percent van zyn
geld kon maken en zonder eenig risico l
Op myne vraag hoe hy dat aanlei kreeg ik
ten antwoord: wel van de bouwondernemers!
Die verkoop ik een stuk grond op crediet, zij
bouwen er pp, en als ze klaar zijn en ze hebben
de leveranciers niet betaald dan laten die het
verkoopen, ten minste ze willen het laten
yerkoopen. Maar dan zeg ik: afbly'ven! Het
is m y n grond en wat daarop staat is m ij n
eigendom. Want je begrypt, dat zoolang ik
myn geld niet heb, laat ik den grond niet
overschrijven!.... Neen, zoo dombinne-raeniet!"
Maar zyn die leveranciers dan gek?" vroeg ik.
Och neen, meneer l Maar zoo'n steenbakker
bijvoorbeeld, die elk jaar eenige millioenen
steenen maakt, moet ze toch kwyt en als er
dan maar een klein kansje is dat hy aan zijn
geld komt, dan waagt hij het maar weer eens.
En dan de hypotheekbanken, die vliegen er
ook in! In de laatste drie jaar zeker al wel
een stuk of tien. Wie een beetje bouwt is
allicht taxateur van een hypotheekbank ook
en zoo helpen de heeren elkaar!"
Op mijne opmerking, dat dit dan toch
onvermijdelyk op den ondergang van den bouw
ondernemer uitliep kreeg ik ten antwoord:
Ja, dat weet ik wel, maar dan is hij toch in
elk geval een jaar lang het heertje geweest,
iets wat hij nooit gedroomd had toen hy
opperman was of steenkruier!"
Zóó is het geval! Ondernemende, maar daarom
nog niet alty'd bekwame, werklui, aangelokt
door het voorbeeld van enkelen, die door het
bouwen een vermogen hebben verworven, en
nog meer gedreven door de gemakkelijkheid
waarmede zij crediet kunnen verkrijgen, niet
alleen voor den grond en de materialen, maar
tot voor de transportkosten eu het arbeidsloon
toe, die ondernemende werklui zyn
bouwonder
HiiiHMiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiniilimiiiiiililiiimiiiiiniiiiiiiiiiiiiHii
grofste onrecht in de wereld wordt gepleegd,
dat ons als natie niet benadeelt; zou er
dan zelfs in het eenvoudig gemoed van
den hoogsten en edelsten beschermer van
het recht in het leven der volkeren, niet
eenige argwaan kunnen worden gewekt,
die een min gunstigen invloed oefende op
's keizers lust, om ook Engeland even tot
gehoorzaamheid aan de nobele beginselen
van het volkerenrecht te dwingen ? Ik be
grijp wel, de heeren hebben allerminst iets
bedoeld, als door zulke kwaadsprekers kan
worden verzonnen. Zij dachten alleen aan
een klein listje om des keizers eergevoel
een weinig te prikkelen, maar ook dat
immers was overbodig. Het beschermen
van volkerenrechten is nu eenmaal een
liefhebberij van den Duitschen keizer;
en aangaande zijn gezindheid, om ook thans
handelend op te treden zonder daartoe per
gemotiveerd adres te worden aangespoord,
hadden de heeren geen twijfel mogen laten
doorschemeren.
Intusschen verdienen de adressanten mijn
dank en die van alle warme Nederlanders.
Het is ook met dit middel om Engeland
tot zijn plicht te brengen, als met het ei
van Columbus. Toen dat eenmaal op tafel
stond begreep ieder dat hij het ook wel had
kunnen doen. Zoo ken ik er nu al ver
scheidenen, die met een onbehoorlijke mate
van jaloerschheid in hun sociëteit hebben
gezegd: weergaasch, dat hebben die mijnheer
Noëls van Wageningen c.s. ons afgesnoept;
precies als met dien brief van Van Eeden
aan den Czaar; men begrijpt dan niet, dat,
hoe eenvoudig de zaak ook zij, je toch maar
het eerst op het denkbeeld moet
komenIn verband met deze opmerking, die, ik
erken het gaarne, niets verdienstelijks heeft,
al wordt ze 't eerst door mij gemaakt,
wil ik op een gevaar wijzen, dat Noëls v.
Wageningen c. s. niet voorbij mogen zien
of geringschatten. Ze moeten er maar op
rekenen, dat, als de «hoogste en edelste
beschermer van het recht in het leven der
volkeren" eerlang zijn plicht zal hebben
vervuld, en hier te lande er in Belgiëeen
legio vereenigingen en comiteiten gereed
zullen staan, om Z. M. haar hartgrondigen
dank te brengen. En nu zou ik het toch
hard vinden, als de vaders van dit adres,
waarvan zij, haast al te bescheiden,
alleen aan »eenige Duitsche
Hofdignitarissen en invloedrijke vrienden van de
Boeren" afschrift hebben gezonden, ten dage
van den oogst verdrongen mochten worden
door hen, die niet mede gezaaid en gemaaid
hadden. Daarom wilde ik hun voorstellen
nu alvast hun dankbetuiging te ontwerpen,
en deze onder gesloten couvert aan hun
medewerkers ter onderteekening toe te
zenden, opdat, waar het bekend is dat de
nemers geworden en hebben geheele reeksen
| van straten gebouwd. Hoe die huizen in elkaar
zitten bij de zucht en meer nog by de aan
sporing van de geldschieters, on toch zoo
goedkoop mogehjk te bouwen, kan men zich
denken. Die bouwers staan dan ook voort
durend op voet van oorlog met de ambtenaren
van de afdeeling publieke werken, maar zoo
scherp kan een bouwverordening en zoo nauw
keurig het toezicht dat zy nageleefd wordt,
niet zyn of de heeren bouwers weten wel een
middel te vinden om haar te ontduiken.
Wie dan ook verstandig meent te doen huurt
hier nooit een woning langer dan voor een
jaar en in dien tijd heeft hy gewoonlijk zooveel
gebreken ontdekt, dat het wonen er hem onmo
gelijk wordt en hij verhuist naar een
gemakkelijk te krijgen nieuwe woning, om daar al
spoedig tot de ontdekking te komen, dat hy'
zoo niet van den wal in |de sloot, dan toch
van den drop in den regen is gekomen. Want
het is overal koekoek n zang!
Flinke bazen doen dan ook al het zij tot
hunne eer gezegd op eene enkele uitzondering
na, reeds sedert jareu niet meer mee aan dat
huizen zetten". Zoodra de revolutiebouw
begon trokken zy zich terug en leenden hun
arbeidskracht en hun bekwaamheid alleen by,
helaas, steeds zeldzamer wordend soliede werk,
waarby waarborgen bestonden, dat hun goede
naam als vakman geen schade dreigde te lyden.
Het type van zoo'n rerolutiehuis zooals
men er in de nieuwe wyken geheele ry'en
vindt is in korte woorden het volgende: Het
sousterrain staat by slecht weer onder water
en is altijd vochtig. Op den zolder lekt het
en ook nog in andere vertrekken. Overal
tocht het; deuren van kamers en kasten
trekken krom en sluiten niet meer. De
portebrisée schuift na eenigen ty'd niet meer open
of dicht, evenals sommige ramen. Het behangsel
valt van den wand, het touw waarmede als
ge een bovenhuis bewoont de buitendeur
moet worden opengetrokken, breekt elk
oogenblik en de katrolletjes waarlangs het loopt
vallen uit den muur en de huisbaas antwoordt
op uwe klachten over dit alles, dat je nu
letterly'k op alles wat te vitten hebt en als al
zijn huurders zoo lastig waren, als a, hij er
bliksemsgauw uitscheêmet huizen verhuren.
Dan verkocht hij ze voor dat hy heelemaal op
de flesch was!"
En met die boodschap kunt ge weer in den
lek en in den tocht gaan zitten, totdat ge een
andere woning hebt, waar ge in den tocht en
in den lek zit.
Op het oogenblik ziet het er in de nieuwe
gedeelten nog al vrij goed uit. De huizen
zitten nog tamelyk in de verf die nog geen
ty'd heeft gehad om zwart te worden en de
nieuwe steenen hebben ook nog hun frissche
kleur. Doch men moet maar eens een wandeling
maken door de wy'ken, die al eenige jaren be
staan en bewoond worden, om zich een denk
beeld te kunnen vormen hoe het grootste ge
deelte van onze stad er over een vijf-en-twintig
jaar uit zal zien.
Men zegt dat er plannen bij ons gemeente
bestuur zouden lestaan om het bouwen nog
wat meer te bemoeilijken door de kosten, die
vergoed moeten worden voor het bestraten,
rioleeren, enz. van den afgestanen grond (tegen
woordig den aanleg plus een jaar onderhoud,
meen ik) nog meer te verhoogen. Of dat helpen
zal, als men ook die hoogere kosten op crediet
kan kry'gen, valt te betwyfelen. En de
bouwmaatschappyen, die hier groote terreinen in
den omtrek hebben aangekocht, zullen wel voor
dat crediet zorgen, als zij hun grond maar kwijt
raken!.... Totdat de groote Krach uitbreekt!
llllflMIMIIlllffll
In de Daily Mail van 20 Aug. 1.1. komt
een artikel voor, ingezonden uit Amsterdam
en onderteekend Julian Ralph, dat o. a. de
'iiiiiii "ii'iiminiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimimdiiiiiiimiiiH
edelste rechtsbeschermer zoo bijzonder voort
varend is in zijn handelingen, zij niet te
laat kome aan zijn adres.
Wat zijn die Huizers mij tegengevallen!
Hadden de dagbladen den aanval op de
Rotonde bij Blaricum niet zoo algemeen
en tamelijk eensluidend, medegedeeld, ik
zou nog weigeren het te gelooven. Maar
dat gaat niet. En dat nu de bewoners van
het lieve dorp, waar je des Zondags niet
kunt »stallen", uithoofde de groote
godvreezendheid dier brave visscherfamilies:
Huizen, dat, om zoo te zeggen, n kerk
is ! Hoe is de duivel daar binnen ge
drongen'? Per fiets misschien? Ik weet het
niet, maar dit is zeker, de Huizers hebben
nooit dien kant van de beschaving recht
vertrouwd. Velen hunner waren het niet
de honden eens, dat het jammer zou zijn
zoo'n raddraaier niet te molesteeren. Hoe
zuiver hielden zij hun woonplaats van
vreemde inkruipsels. Scheen het niet, dat
zij voorbestemd waren, aan een steeds meer
verbasterend geslacht te toonen, hoe men
een Godewelbehagelijk volk kan blijven,
als men maar nauwgezet let op zijn in- en
uitgangen. Trouwens ook hun bedrijf en
hun handel moesten er toe bijdragen, het
volste vertrouwen in hen te doen stellen. Als
visschers oefenen zij een van ouds meer
in 't bijzonder gezegend bedrijf uit, en als
vischverkoopers, als vischioerew, hadden zij
zich een naam weten te verwerven, die
daar hij voortkwam uit een vereeniging van
den diepen ernst van de zee en het gestadig
overleg van het leven op het land, spreek
woordelijk is geworden, als de aanduiding
van ongerepte eerlijkheid en goede trouw.
Een zaak van zóó algemeene bekendheid,
dat ik er mij wel eens over verwon
derd heb, dat men tot kenschetsing van
reeële handelsoperaties, nog altijd van
twee Joden en een bril spreekt, en niet
liever gewaagt van twee Huizers, die
weten wat een schol kost. Zoo was
het dan pok volstrekt niet onverklaar
baar, dat ik Huizen steeds beschouwd heb
als een der vaste burchten, waarop ons
vorstenhuis kan rekenen, wat mij
eenigermate tot troost verstrekte, toen ik verne
men moest, dat het stamslot der Nassaus,
tijdens de minderjarigheid van Wilhelmina
aan den Luxemburgschen Nassaus was ver
kocht. En wat geeft de geschiedenis nu te
lezen ? Dat de Huizers hun woede aan de
Rotonde hebben gekoeld, ofschoon er, zooals
De Telegraaf verzekert, »boven pp den koepel,
als contrast met den treurigeu toestand
beneden, de vaderlandsche driekleur wap
perde, die zoo dikwijls van de Rotonde
woei, als vorstelijke personen het gebouw
volgende tiraden bevat: >Een vreemdeling
die vele jaren in Nederland gewoond had
zeide: >Ik heb bevonden, dat er geen hooger
beschaving in de wereld is, dan die van de
toonaangevende mannen en vrouwen in Neder
land. Nergens vindt men meer echte gentlemen,
nergens beminnelijker vrouwen van stand.
Maar de massa, de groote hoop, het gemeen
is belust op ruzie, bemoeiziek, grof en moeilyk
om mee om te gaan zooals geene andere
plattelandsbevolking [peasantry] in Europa".
Ik haal deze uiting in haar geheel aan, omdat
ik geloof, dat zy waarheid bevat. Ik ben op
mijn derde bezoek aan Nederland, en deze
uitspraak roept my een dozy'n staaltjes van
haar juistheid voor den geest. De jongens
en knapen van Nederland staan bekend voor
de meest tuchtelooze en bandelooze, ooit ge
zien, en zoo de mannen uit het volk hun
leven beginnen zonder controle van binnen of
van buiten, is er geen reden om zich te ver
wonderen of te disputeeren over het tempe
rament van hunne ouders of van henzelve als
zy volwassen zyn. Terwy'l ik dit schry'f, voel
ik nog de pyn van een steen tegen mijn
achterhoofd gegooid in de hoofdstraat [sic]
van Amsterdam, toen ik op een Zondag met
eene dame door het gedrang slenterde. Een
dozy'n schilders hebben my verteld, dat de hou
ding van de jongens in Nederland het werken
buitenshuis daar byna onmogelyk heeft ge
maakt. Na vijftig of honderd jaar lang de
proef genomen te hebben van verschillende
soorten van onhebbelijkheden, schynen zij
overeengekomen te zyn, dat het beste, wat
men met een artist doen kan, is hem dadelijk
weg te steenigen en zoo hun gemoed van hem
te ontlasten [get him off their minds] of om
zyn werk heen te gaan staan met argeloos
gezicht en gebalde vuisten, totdat zyn schildery
af is, en dan allemaal tegeljjk handvollen zand
op de natte olieverf te gooien en zyn werk
onherstelbaar te bederven. Deze vernuftigheid
straft echter zich zelf. Schilders worden zeer
schaarsch en de Nederlandsche knapen moeten
hunne neigingen te vrede stellen met het
steenigen van de Amerikaansche enEngelsche
dames, die langs hun wegen fietsen. ..."
Arnhem. V.
Het Huis m Victor Emannel en de Fans,
Den Haag, Aug. 1900.
Geachte Redactie!
Gaarne zoude ik door bemiddeling van uw
geacht blad ingelicht worden omtrent de ver
houding van het Italiaansche Hof en den Paus.
Na de inneming van Rome zyn Victor
Emanuel en zyn huis door Pius IX in den grooten
kerkeUjken ban gedaan.
Wat dit excommuniceeren vroeger wilde zeg
gen, en de schrikkelijke beteekenis van dit
kerkelyk straf- en dwangmiddel, zal u gewis
beter bekend zyn dan my. Transigeert de
kerk nu echter met de koningen van Itali
vroeger (na '70) geregeld door de R. K. pers
bier te lande, »roovers" en «overweldigers"
gescholden ? Dat de Paus in eigen persoon
een mis opdraagt voor den pas vermoorden
vorst, (welke alleen door het feit dat hy Rome
bezet houdt, reeds in den ban is) lijkt my
rechtstreeks tegen den geest en de letter van
die gevreesde excommunicatie. In de kerken
van Piëmont, Savoy'e en Venetiëwerden by
's Konings verjaardag »Te Deums" gezongen.
Ook hier ter stede werd in een der kerken
een mis voor wy'len Humbert opgedragen. Is
die ban dan heelemaal een wassen neus ? De
redactie zal mvj vermoedelijk wel kunnen
inlichten.
Intusschen met verschuldigde gevoelens,
Hoogachtend,
Uw getrouwe lener en abonné.
# *
*
Wy' weten niet beter te doen, dan deze
vraag onder de aandacht te brengen van die
genen onzer lezers, welke aangaande het
karakter eener R. K. excommunicatie vollediger
zyn ingelicht dan wy'. Eed.
bezochten. Zoo was het steeds de ge woon te
van wy'len H. M. Koningin Sophie, als H.
M. op Soestdijk vertoefde, »met of zonder"
Haren Gemaal Z. M. Willem III daar thee
te drinken met Hare gasten." Deze ge
wijde plek werd nu door de Huizers op de
gruwelijkste wijze ontheiligd en een
raadsel op zichzelf even na den
roemvpllen dag van de vlootrevue, waarbij onze
visschers van het Gooi zoo talrijk vertegen
woordigd waren! Terecht schrijft De Tele
graaf: »Wel een bewijs, hoe onbesuisde
driften, onbeteugeld losgebarsten, den
mensch kunnen vervoeren tot daden, waar
over later het schaamrood op de wangen
moet komen."
Helaas, het is zoo en tot verontschul
diging van menschen, die juist wegens hun
braafheid zoo goed te boek stonden, weet
ik niets in 't midden te brengen.
Het meest echter spijt me deze onwaar
dige historie om een vriend van me.
Wonende op een buitentje in het Gooi,
was het tot dusver zijn vaste gewoonte
Zaterdags 's avonds in de derde klaa van
het spoor en dan per stoomtram van
Bussum naar zijn huis te rijden, om het ge
noegen te hebben met de naar moeder de
vrouw terugkeerende Huizer boertjes te
reizen. Zelf heb ik me nooit laten verleiden
hem daarbij gezelschap te houden, beducht.
als ik was, dat een zesdaagsch verblijf in
de stad met een vischkar, zelfs een zoo
zindelijk wezen als een Huizer vischboer
zijn Zondagsche frischheid kon hebben
benomen. Maar, volgens mijn vriend, was
mijn vrees geheel ongegrond. Wat zou je
anders ruiken, zei hij, dan de zeelucht, die
je uit de pakjes van die stoere, kloeke kerels
tegenwaait. Je moet ze hooren praten,
lachen, en zien pruimen, zoo, dat het je
over de schoenen spat. Dat is het hout
waaruit onze matrozen zijn gesneden, die
rappe jongens, dien we Koningin en vader
land kunnen toevertrouwen; die zich de
driekleur, als hij aan den mast niet langer
veilig is, om het lijf binden en hem door
het schuim van de baren slepende, bewaren
voor eiken smet. Ga niet naar de Nieuwe
Kerk als je je heugenis aan de Ruijter
en van Galen wilt verlevendigen, maar
stap in zoo'n derde klas en vraag je zelf
eens af, of' dat niet de knuisten zijn, die
de oceaan nog schoon zouden bezemen,
als je ze maar een bezem gaf.....
En wat moest hij mij gisteren zeggen ?
Zijn dat nu die pekelhelden vol moed
en doodsverachting; de echte zonen van
ons door het water groot geworden voorge
slacht? Zoo'n piratenbende, Oud-Hollands
nakroost ? ! Mijn beste Snuifjesman: ik reis
Zaterdag eerste klas!