Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR "N E 'D EU .'L A N D.
©e Mogendheden <en Rusland?s voorstel ten opzichte van China.
.KEIZBB WILHELM (tot Italië): »Toa jongen, zeg jij hem nu maar eens waar het op staat.'
Favorits en Outsiders. (Lc.ran d'Aclie).
Gegronde reden. (Humoristische liliilter).
DE JAPASEES: «Waarom ga je terug'? die hond is zoo gevaarlijk niet."
DE Durr.sarER : »0, voor dien hond ben ik ook niet bang, maar wel voor mijn.
vrienden achter mij."
De wedren der Mogendheden in Oost-Azië.
Een lastig geval. (FiseMetlo).
Het Roode kruis en het volkenrecht. (Uilenspiegel).
Wat gaat hot mij an ?
Hét yaat me nk-ts an,
Ik ben majr 'n arme oi-golman.
\Strtiulilr.ini).
Een notenkraker in nood.
(Uk).
DE BEAUFORT : »'k Moest er dit verfje maar over leggtr,
en laten 't blauw- blauw !"
Een aspirant generalissimus. (IfuKoristisehe Sluiter).
Ik heb de noot wel in mijn mond,
maar gekraakt heb ik haar nog lang niet.
Als je zoo'n blok aan je been hebt, is het moeilijk om ergens
anders de beschaving te gaan brengen.
De ware boxers zijn deze ! (Secolo).
De gejonaste vredesengel. (Hit).
Een verrassing. (Le Eire).
CUIXA: sDrommels! een gaatje in mijn beroemde muur.'
_l
KONING MILAN : »Wat, Waldersee opperbevelhebber ? Nu, nis ze geweten
hadden dat ik op 't oogenblik disponibel ben."