De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 16 september pagina 5

16 september 1900 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. Onze dUoden, i. door Mr. ISIDORB HEN. Dat onze dienstboden ons meer dan eens reden tot klagen geven is een zeer bekend feit, dat ook in de kolommen van dit blad reeds dikwijls is besproken. De dienstboden zijn. lomp en eigenzinnig, weten van hun werk dikwijls niets af en weige ren terechtgezet te worden, treden brutaal op tegen mevrouw, pruttelen tegen 't verschenen van kleine kind'ren, ontvangen meer loon dan vroeger, krijgen procenten van slager en bakker, en beschouwen hun volk" als 'n kapitaal waarvan ze zooveel mogelyk moeten trekken. Ze zy'n astrant" en interessant", doen tot in 't oneindige kleine voorschotten voor huishou delijke behoeften en kunnen menig kastelein uit Duiteche Wifasbladen lesjes geven in 't schrij ven van rekeningen. Daarb\j oordeelen gij over noodige stoffers, boenders, enz. en verspillen zeep en soda, dat je 't hart er bij vasthoudt. * * * Wil men genezing brengen, dan is 't on ontbeerlijk te weten, waardoor de kwaal ont staan is, hoe 't komt, m. a. w. dat we lijden onder genoemde misstanden. En dan vinden we terstond drie oorzaken: 't feit dat meer betrekkingen thans open staan voor vrouwen, de groot-industrie en de nieuwere ideeën. Kruieniers- en barbiersdochters worden schooljuffrouwen, winkeldochters enz. slechts de minste onder haar g&an nog in dienstbetrek king. Over 't algemeen worden dus de dienst meisjes uit andere lagen der maatschappij gerecruteerd dan vroeger 't geval was, in alle gevallen: minderwaardige individuen dan vroe ger. Waarvan 't gevolg is, dat ze niet als vroeger thuis konden leeren wat by mevrouw noodig was, en minder goed overweg kunnen met hun werkgevers. Vandaar brutaliteit leege vaten bommen het hardst. De dienstb voelt zich vrij, omdat ze elk oogenblik naar de fabriek kan gaan, waar ze meer vrijheid in particulier leven geniet dan in den besten dienst. En ten derde beginnen züeen vaag vermoeden te krijgen van hunnen afhankelyken toestand, en, ofschoon ze zich nog geen juist denkbeeld ervan hebben gevormd, hoe de vork in de steel zit, ze zien toch hoe de zusters, nichten en vriendinnen van de fabriek veel meer vrijheid genieten dan zij. Hoe die kunnen doen en laten wat zij goedvinden, en niemand zich bemoeit met hun particuliere leven. Zóó wordt het voor menig huismoeder, laat staan voor een jocggehuwd vrouwtje zóó bont, dat ze 't niet langer kunnen uithouden, zuchten en klagen, en manlief met roodgeweende oogen 's middags begroeten. Wat te doen ? Eilieve, laten we eerst even zien, of we niet wat al te partijdig geoordeeld hebben, en nagaan, of de dienstboden niet recht hebben zich te beklagen, en of ook haar de dienstbetrekking niet op den duur onhoudbaar wordt. En dan kunnen wij beginnen met te zeggen, dat het contract, dat u uitdrukkelijk of stil zwijgend met een dienstmeisje sluit, in den regel hoogst immoreel is. Schrik niet ik maak u geene verwijten, 't Is uw schuld niet, of beter: 't is uwe schuld niet alleen, maar ge wordt gedragen door de heergchende meening, en nog nooit heeft n van u of uwen stand er om gedacht, dat er iets onzedelyks zou kunnen liggen in de verhouding van mevrouw en dienstbode. Maar misschien opent het volgende uwe oogen. Wat zoudt ge zeggen mevrouw, als iemand u geld bood, als ge 12 uur achter elkaar zon der ophouden piano zoudt spelen ? Stel u eens voor, dat u in behoeftige omstan digheden verkeert, elke dag rust u schulden zou brengen, en ge moet arbeiden, om even 't hoofd boven water te houden. Nu kom ik en bied u eene voldoende som aan, als ge op 'n intiem soiréetje piano spelen wilt. Ge neemt, argloos, 't aanbod met bei de handen aan. Daar blijkt u, dat 't soiréetje duurt van 8 tot 8 en u, onophoudelijk, dansende paren aan den gang moet houden. Wat zoudt ge daarvan wel zeggen? Ik sta achter u en als ge niet behoorlijk speelt en onvermoeid doortrommelt, beloof ik u geen penning te zullen betalen. Wat dan? U zegt dat zooiets onmogelijk is, dat u erbij neer zult vallen, lichamelijk en geestelijk op gaat, en meer aan den dokter zult heb ben te betalen dan u van ons ontvangt . .. Volkomen juist, mevrouw luidt mijn antwoord maar u wist dan toch dat u spelen moest, en ik kan m'n gasten die dansen willen toch niet laten rusten l ... U vindt me gemeen, laag, schandelijk en uitzuiger . . . Wat ik u heb gedaan, ondervindt meer dan n dienstmeisje. En nu wil ik graag gelooven dat geen van allen, die dit blad lezen tyrannenzyn voor hun personeel, maar elk van u heeft toch wel 'n nicht, of 'n vriendin niet waar ? die niet zoo precies 'n engel is. Welnu: laat haar dan 't volgende lezen en beschouw het niet als aan u gericht. 'n Welgestelde dame huurt een neurasthenisch meisje. Groot gezin op netten stand. Acht a negen kamers, geen werkster, 't meisje kan moeilijk 'n andere dienst vinden (denk om haar slechte gezondheid!) en heeft 'n oude moeder te onderhouden. Mevrouw weet dit alles, maar trekt er zich niets van aan, omdat het arme kind niet klaagt en liever zich dood-suk kelt voor haar oude moeder, dan den kans te loopen, haar goeden" dienst kwijt te raken. Daar hebt ge 't kaïnsargument. Ben ik de hoeder van mijnen broeder?" moet k zorgen dat ik m'n dienstbode niet laat dpodwerken? Wist ze niet, dat ze 'n zwaren dienst kreeg en moest ze zelf niet weten of ze voor 't werk geschikt was of er ongelukkig door zou worden? Maar als mevrouw daarvoor niet zorgt en 't dienstmeisje overlaadt met werk dat ze er nét niet bij neervalt, dan, als ge uw dienstmeisje laat werken zonder er naar te vragen of 't werk wel voor haar geschikt is, dan, z\jt güge hebt het woord zelf 't eerst genoemd, dan zyt gij... een uitzuigster. HET MODEBNE DIENSTCONTRACT IS EEN ITZUIGINGSCONTRACT. Ik zal trachten, 't u met feiten aan te toonen. Ge weet, dat ge met uwe dienstbode 'n con tract sluit, 'n dtensfcontract. Wat gy noemt 'n nieuwe meid huren," dat noemen de juristen een contract sluiten," en wat gij noemt 'n dienst of 'n huur," dat noemen de juristen een contract." Aan die termen hebt gij U voorloopig te houden. Een contract is eene overeenkomst. Om een overeenkomst te sluiten moet men overeen komen. De yerkooper moet zeggen: die en die waar lever ik u," en de kooper moet daarmee genoe gen nemen. De kooper moet zeggen: zooveel geld geef ik u," en de verkooper moet daarmee genoegen nemen. De partijen moeten dus omtrent twee zaken zijn overeengekomen: omtrent het te leveren voorwerp en den te betalen prijs. Precies zoo gaat het, als u een dienstmeisje huurt. Het dienstmeisje verkoopt natuurlijk niet zichzelf, maar haren arbeid. Gy betaalt daarvoor 'n prijs, dien we loon" noemen. Voor 't bestaan van die overeenkomst is 't dus noodig dat u en het dienstmeisje zijt over eengekomen omtrent het te leveren voorwerp en den te betalen prijs. f7 zult dus moeten zijn overeengekomen omtrent den te [verrichten arbeid en het te betalen loon. We zyn er. 't Is dus niet genoeg dat u 'n meisje aan neemt, maar u moet bovendien zorgen dat 't meisje van te voren weet wat ze moet doen en hoeveel ze moet arbeiden. E a nu vraag ik u in gemoede, of ge wel eens hebt opgeteld wat het dienstmeisje uwer vriendin (zal ik maar zeggen) alzoo bij haar moet verrichten. Ik zal u deze optelling hier sparen, 't Zou voor vele mijner lezeressen wel wat langdradig, vervelend, en ... pijnlijk misschien óók worden. En dan zult u wel tot de ontdekking moeten komen dat u, bij 't sluiten van uw contract u nimmer rekenschap hebt gegeven van de waar" die uw dienstmeisje u moest leveren. Maar zult u zeggen ik neem 'r toch aan voor 't gewone huiswerk! Bestig. Doch, eilieve, is 't schuld van uw dienstmeisje als uwe kinderen modderspatten maken op 't tapijt ? de gang doen onderloopen met druipende paraplu's raadpleegt ge haar of u ettelijke logé's zult houden, over de klok van diner of souper over de aard der te bewerken gerechten ? Eene goede meid, mevrouw, doet meer dan 'n slechte. Die waarheid is heel eenvoudig, zult ge zeggen, en dat had ik niet noodig u mede te deelen Al wel. Nu even 'n logisch redeneerinkje: Eene slechte meid doet 't werk. Ze zal misschien niet zoo mooi boenen of schuren als 'n ander, onhandig zijn met 't aanmaken van kachels en fornuizen en wat achterna gereêen" moeten worden, 't noodzakelijke huiswerk, waarvoor ge haar hebt aangenomen, komt af. 'n Slechte meid doet 't werk. 'n Goede meid doet dus... meer werk. 'n Heel geschikte, opperbeste boödoet... veel meer werk. We: nu, waar komt dat meerdere werk vandaan ? Antwoord: dat meer" of dat veel meer" werk is alles wat in huis of voor uw persoon met eenige mogelijkheid kan verricht worden MINUS het noodzakelijke huiswerk. M. a. w. wat 'n dienstmeisje doet, hangt heelemaal van hare krachten af. Wat u uw dienstmeisje doen laat wordt niet bepaald door 't contract, wordt niet bepaald door 't roodzakelijke huiswerk", wordt ook niet bepaald door billijkheid of gewoonte, maar door de physieke en inoreele gesteldheid zelve van uwe dienstbode. In gezonde, eenvoudige taal: uw dienstmeisje moet doen al wat zij kan. Dit beteekent, dat 'n gezonde, vlugge, ge dienstige modeldienstbode moet slaven en zwoegen zoover hare krachten gaan. Dit beteekent, mevrouw, dat ge van uw dienst meisje haalt, wat er van te halen is. Dit beteekent, mevrouw, dat ge uw dienst meisje : uitzuigt. Precies hetzelfde wat ge mij zoo straks ver weet, toen ik u 12 uur piat o wilde laten spelen voor hoog loon precies hetzelfde doet gy. Maar neen, ge doet nog heel veel erger. Want gij geeft allerminst hoog loon. Gij behandelt uwe dienstbode niet als uw gelijke. Gy BEVEELT, terwijl ik u VROEG te spelen. En nu laat ik 't knorrig humeur van uwen man of de brutaliteit van uwe kind'ren en de last van uw logé's en visite geheel buiten rekening. En, als uw dienstmeisje eindelijk tot het besef komt dat u te veel van haar vergt en u dreigt den dienst te verlaten als ge er niet keukenmeid of een dagmeisje bij neemt, dan, mevrouw... Dan zal ik u hoogelijk respecteeren als u dadelijk aan dien wensen gevolg geeft. Hoeveel dames zyn er niet, die de meid laten vertrekken en het met andere probeeren, totdat ze eindelijk een ander ongelukkig schepsel treffen dat weer op hare beurt wordt uitge zogen ?.. . * * * Ik zeide zooeven dat u 'n contract sloot met uwe dienstbode. Ik doe amende honorable. Ge sluit gén contract. Want ge zult allicht tot de ontdekking zijn gekomen dat ge gén arbeid vraagt, die te voren bepaald is, maar de persoon van uw dienstmeisje geheel en al aan u onderworpen is. Dat gij beschikken kunt over haar. En nu heb ik nog wel 'n gunstig geval genomen. Ik heb aangenomen dat uw dienstmeisje een vrij kamertje tot haar beschikking heeft, dat niet tochtig is en niet al te koud. Hoeveel fatsoenlijke dienstbodenkamertjes zijn er in 't groote Amsterdam? Dat ze voorts niet blootstaat aan de ver.eiding vanwege uwe zonen of uwe huisvrienden. Wat ge in werklijkheid van uw dienstmeisje lebben wilt, dat is; haar geheele persoonlykleid. Als ge bij contract beschikken woudt over uw vermogen of over de helft van uw vermogen, dan zou dat niet mogen, geen contract heeten, onzedelijk wezen. En nu moet ge u zelf eens afvragen of iemand die ongelukkiglijk minder met aardsche goe deren bedeeld is dan u, pi iemand nu wel zal mogen beschikken over zijn heele lyf en leven ? Of 'n contract waarbij uw evenmensch, mevrouw, zich aan u verbindt, zooals Faust zyn ziel verkocht aan den duivel, waarbij uw medemensen zijn lyf aan u heeft verloren, of dat 'n contract kan zijn, of dat niet is onzedelijk. Prof. Menger zegt ergens: Met welke ont zetting zien onze tegenwoordige volksverbeteraars terug op de ongehoorde" heerendiensten van vroeger eeuwen, zonder te merken, dat hunne verhouding tot hunne dienstboden precies dezelfde is." Doch ik heb de hoop, dat ge u bewust zy't, 'n uitzuigster te zyn. Ik heb de vaste hoop, dat ge diep betreurt eenen mensch in slavernij te houden. En ik heb de hoop, dat ge al wat ia uwe macht is zult doen, om die schandelijkheid van ons gezegend Holland te verdelgen. Kom, geen kousenbreien voor naakte negervoetjes maar denken om 't heil van die bij u woont, in uw huis. Eerst de haard vrij van zonden, dan goed doen in de verte. Maar zijt ge helaas niet tot de overtuiging gekomen dat ge op stuk van zaken letterlijk niets anders zijt dan eene uitzuigster, dan ... Brei dan kousen voor negerjongetjes, ja, voor kikkerpootjes als ge wilt. Maar ik zal mij te eeuwigen dage schamen dat mijn schrijven bezoedeld is door uwe oogen. (Wordt vervolgd.) Vrouwene studenten te loscon, Mevrouw Verbitskaia, eene medewerkster van den Courrier te Moscou, geeft daarin een interessante studie over den materieelen toestand der vrouwelijke studenten aldaar. Ziehier den uitslag van haar onderzoek. Vijf studenten hebben verklaard dat zij er niet zeker van waren iederen dag voedsel te kunnen krijgen; eene leeft uitsluitend van brood en thee; twaalf geven 10 kopeken (?0,12Yt) daags uit voor haar voedsel, twee harer slechts 5 kopeken. Van de 84 studenten wie men naar haar middelen van bestaan vroeg, hebben 54 geantwoord dat zij er geen vaste hadden. Zes krijgen van hare ouders 3 roebels (?4.08) per maand, vijf krijgen 5 roebels (?6.70) en een enkele 25 roebels. Weinigen harer vinden werk en velen moeten niet alleen in haar eigen behoeften, maar ook in die van kinderen, broeders of zusters voor zien. Een student, moeder van 3 kinderen, heeft verklaard dat zij niet eiken dag te eten heeft. Wat de huisvesting dezer studenten betreft, de gemiddelde prys daarvoor is 5 roebels per maand. Voor dezen prys hebben 3 of 4 stu denten eene gemeenschappelijke kamer, maar de meesten kunnen zich een dergelijke weelde niet veroorloven en bewonen het hoekje eener kamer van een schoenmaker of touwslager, terwijl slechts een gordijn hen scheidt van hun hospes. Zoo is, volgens dit onderzoek, de treurige toestand van de meerderheid der vrouwelijke studenten te Moscou. Vrouwen in Britsch-Indië. Godsdienst en gewoonte leggen de vrouwen in Britsch-Indiëde verplichting op haar ge heele leven te slijten in de «zezane" (gedeelte van het huis voor de vrouwen bestemd) en het getal dergenen die door eene Europeesche opvoeding van deze slavernij ontslagen zyn, is zeer gering. Daarom zal de stichting eener school eene gebeurtenis zyn in de vrijwordings geschiedenis der vrouwen van Britsch-Indië, en wij verheugen er ons over te kunnen melden dat een dergelijke school pas te Calcutta is opgericht door eene Engelsche, miss Margaret Noble. Zy zal bestuurd worden door eene aanzienlijke Brahmaansche, mevrouw Saroda Devi. In deze school zal de Indische taal onderwezen worden naast de Engelsche en men zal geene pogingen aanwenden de leerlingen tot het christendom te bekeeren. Het oprichten van een museum. Er is sprake van te St. Petersburg een museum te openen aan welks inrichting alle Russische feministische vereenigingen zullen medewerken. Het toekomstige museum zou een dubbel doel hebben: 1. om de evolutie en de resultaten van het feminisme aan te wijzen; 2. om te dienen als tentoonstelling voor de werken der vrouwen. Te Stuttgard is een leerschool voor vrou welijke bibliothecarissen opgericht. De ele mentaire cursus dezer nieuwe school zal de vrouwen voorbereiden voor het werk in eene volksbibliotheek en zal slechts 3 maanden duren. De hoogere cursus zal 3 jaren duren en zal uitmuntende archivarissen kunnen vormen. Volgens een decreet van den keizer van Rusland zullen vrouwen kunnen toegelaten worden tot de kanselarij aan het ministerie van Justitie en tot al de, met dit ministerie in verband staande, instellingen. Doch ... z\j zullen geen recht op pensioen hebben! In Japan bekleeden een groot aantal vrouwen tegenwoordig baantjes bij de spoorwegen, zooals dat van conducteur, stationchef enz. Louise Otto Peters. Tuinfeesten. Ver lovingsringen. Voor de kloeke stryderes voor vrouwen rechten, voor de oprichtster der «Algemeene Duitsche vrouwenvereeniging", voor Louise Otto Peters is den tienden Juni j.l. onder groote instemming en deelneming van talloos veel vrouwen-vereenigingen in Leipzig een standbeeld onthuld. Louise Otto Peters werd 26 Maart 1819 in Meiszen geboren en stierf Ii5 Maart 1895 in Leipzig. Het standbeeld werd gemaakt door den beeldhouwer Adolf Lehnert. Het gedenkteeken is op een bekoorlijk plekje gezet, midden in het keurig onderhouden plantsoen tusschen de Hospitaalstraat en den Duifjesweg. Leipzig is hierdoor in 't bezit gekomen van zyn eerste vrouwenstandbeeld. Verscheiden steden kunnen nu reeds bogen op 't bezit van gedenkteekens aan verdienste lijke vrouwen gewy'd: Berlyn (Koningin Louise), Weimar (Marie Seebach), Annaberg (Barbara Uttmann), Petersburg (Katharina II), Weenen (Maria Theresia). Louise Otto's zonnige kinderjaren werden gevolgd door een tijd van zware beproevingen Op zeventienjarigen leeftijd verloor zy spoedig. na elkander haar ouders voor wie zij een afgodische liefde koesterde. Een paar jaar later werd haar aanstaanden echtgenoot haar ook door den onverbiddelyken dood ontrukt. Een lange periode van diepe treurnis volgde. Louise was geknakt; geestkracht en levens vreugde waren in haar gebluscht. Gelukkig vond zy troost in den arbeid. Zy wijdde zich aan de letteren en nam deel aan alles, wat op politiek gebied voorviel. De beste harer schrifturen uit dien tijd zijn: «Liederen van een Duitsch meisje" en haar romans «Kasteel en Fabriek", »Nürnberg", «de Dochters van den Burgemeester". In het eind van Juli van het jaar 1844 ging Louise Otto naar Gohlis bij Leipzig, waar zij haar intrek nam bij familieleden. Een jaar later dreef heimwee haar terug naar Meiszen. In 1847 leerde zy den schryver Peters kennen; zy kregen elkaar lief; Peters vroeg Louise ten huwelyk. Nogmaals zouden de politieke beroeringen van 1848, Louise's nieuwe gelukszon achter zwarte nevelen doen schuil gaan. Wegens staatkundig vergrijp werd Peters tot acht jaren gevangenisstraf veroordeeld. Na verloop van den straftyd werd eindelijk den 24sten November 1858 het huwelijk dezer zwaar beproefde menschen voltrokken in de domkerk te Meiszen. Kort maar zeldzaam gelukkig was deze echtverbintenis; na zes jaar verloor Louise den man, dien zy innig liefhad, den dierbaren geestverwant, met wien zij zoo onnoemelijk veel leed gedeeld had. In 1866 richtte zij in Leipiig een tijdschrift op Nieuwe wegen, het orgaan van de door haar met Ottilie van Steyber, Alwine Winter en Auguste Schmidt opgerichte «Algemeene Duitsche vrouwenvereeniging", die weldra over geheel Duitschland haar vertakkingen had. Dertig jaar lang stond Louise Otto-Peters aan het hoofd van een vereeniging waarvan zy de leidende, de bezielende, de onvermoeide kracht was. Gedurende dien tyd, verschenen van hare hand werken gewy'd aan de vrouw: »degenius van het huis", »de genius der menschheid", »de genius der natuur". * » * Onze sympathie voor de Engelschen heeft in den laataten tyd een geduchten knauw gekregen. En juist nu wij zoo heel erg Engelsch doen. Weer de ironie van 't lot, En gelsche kleeding, engelsche spelen, engelsche gewoonten en de Engelsche taal zyn hoe langer hoe meer by ons binnengeslopen. Een Fransche «bonne" bij de kleintjes is niet meer chic; de »nurse" heeft haar plaats inge nomen. Onze kleutertjes die nog vallen over de woorden van hun moedertaal, worden zoo spoedig mogelyk gewend hun lipjes en ton getjes in ds vereischte positie te brengen ten einde over engelsche woorden en wanhopige klankverbindingen heen te buitelen. Hoe slechter ons klein goedje Hollandsen spreekt en hoe vlotter het Engelsen hen afgaat, des te voornamer. Zoolang het in onze toongevende kringen gewoonte blijft, ons mooi, krachtig hollandsch aftebreken, te minachten, neus-rimpelend te bestempelen als «een taaltje voor myn koetsier en myn keukenmeid", zoolang zal onze verrukkelijke taal door die toongevers en hun kinderen worden mishandeld. De Hollandsche taalschoonheden zullen ver borgen blijven voor hen, die reeds op zeer jeugdigen leefty'd, zonder eenige moeite de Engelsche th doen hooren en voor hen, die zoo vroegtijdig achter de grillige geheimen van den Engelschen klemtoon geraakt zyn. Garden-parties, tuin-feesten worden nu ook by ons gegeven. Best. Er is veel voor te zeggen, zyn vrienden ongedwongen en in 't vriendelijk zonlicht te begroeten. De heeren niet alty'd te zien in de strenge omlyning hunner zwarte rokken; de dames niet steeds te ontmoeten met de verrassende schoonheid of de teleurstellende magerheid harer ontbloote halzen en armen. Mevrouw ontvangt zomers in den tuin. Dit is de grondidee der tuinfeesten en daar gaat het allengs heen. Nii worden voor die tuin-ontmoetingen nog uitnoodigingen gezon den ; allén uit naam van «Mevrouw". «Meneer" schijnt in huis nog iets, in den tuin echter niets te zeggen te hebben. Later zullen de nitnoodigingen vervallen en wandelen vrienden en kennissen elkanders terreinen binnen, op de dagen dat mevrouw ontvangt. Uitnoodigingen tot een tuinfeest een week, of veertien dagen vooruit loopend een kwade kans in ons voor geen reden vatbaar klimaat. Een handige gastvrouw is echter even weinig uit het veld te slaan als lord Roberts. Met veldheersblik overziet zy de kansen en richt zich geheel in op goede en kwade Zij laat gezel ligheid en versiering aanbrengen in de vestibule, in »the hall" in den salon en in de eetzaal; de paden in den tuin worden netjes geharkt; de bloemperken, glanzend in kleurenpracht worden ontdaan van elk opschietend onkruidje; het gras wordt gerold; croquet- hockey- en tennis-veld onberispelijk in orde gemaakt; hier en daar tentjes aangebracht, stoelen en tafeltjes neergezet om te rusten en de aan geboden ververschingen te gebruiken. De gastvrouw rekent zoowel op regen als op zonneschijn. Jonge meisjes verschynen op tuinfeesten in lichte toiletjes van gaasachtige, dunne zomer weefsels; wanneer het- by mevrouw A. of Z. gewoonte is te tennissen, croquet of hockey te spelen, dan verschijnen de jonge dames in effen wit of gestreept flanellen sport-toiletten; schoentjes, hoedjes of mutsen in sty'l men den door haar te beoefenen sport. Oudere dames dragen by die gelegenheden meestal gekleurde foulard zy'de; hoed en zonne scherm liefst in harmonischen tint met de japon. Wat brengt de wisseling der mode, het uit sterven en weer opleven van oude gebruiken, aardige en soms vervelende verrassingen. Jongelieden I voor u allen, is een heerlijke ouwe nieuwigheid in aantocht. Een gelegenheid uit duizend wordt u geboden, de facetten van uw vernuft en van uw gemoed te doen flonkeren voor de vrouw, of voor den man uwer keuze. Verlovings-ringen met inschriften komen weer in de mode. Iedereen, die in de geluk kige termen valt aan verloving te kunnen denken, kan zich nu spitsen iets heel moois, iets zeer toepasselyks, iets heel erg eigens te bedenken. Een zelf bedachte spreuk werkt zooveel krachtiger als talisman, dan het bot overnemen van afgesleten dierbaarheden als: «Nooit een ander", «Trouw tot in den dood", «Voor eeuwig de uwe", »Myn ziel aan God, myn liefde aan u", enz. enz. De symboliek der edelgesteenten wordt ook in eere hersteld. De beteekenis der volgende, kostbare steenen is thans een voldongen feit: 'Amathyst = innige liefde; diamant on schuld, reinheid; leven en vreugde; safir = deugd, bestendigheid; robijn = euvel-bezweer der; sardonyx = echtely'k heil; topaas = vriendschap; turkoise ~ voorspoed, een aantal vrienden; parel := tranen; opaal = onheilbrenger aan hem of haar, die zich met dien steen tooit. CAPRICE., fat dan? Uit het Dwitsch van VALEEIE D. Ella wachtte op een man. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat; jaar-in, jaar-uit. Zy wist het zelf niet, maar deed het toch. Zy had ook niets anders te doen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat; jaar-in, jaar-uit. Maar de man liet op zich wachten. Op zekeren morgen, toen zy ontwaakte, dacht zij: Wat doe.ik? wat is myn doel? wat wil ik ? waarom *eef ik ? voor wie ? voor wat? En alles werd haar klaar en duidelijk. Een mensch heeft wel eens dagen, waarop hem alles klaar en duidelijk wordt. Op eens stond haar alles helder voor den geest: wat zy' deed, wat haar doel was, wat zy wilde, waarvoor zy leefde, voor wie en voor wat: dat zy dood eenvoudig op een man zat te wachten. Toen schaamde zy zich diep; zy vloog het huis uit, den tuin in, over veld en weiland, tot zy aan een rivier kwam, waar zy hals-over-kop in sprong. Maar Ella was een veel te goede zwemster. Zy kon het niet klaar spelen om te verdrinken. Toen zwom zy maar weer naar den kant, kroop aan wal en kroop weer in 't leven. Zij voelde zich meer dan ellendig. Druip-nat kwam zy by haar moeder. ?Moeder! wat hebt ge van my gemaakt ? Het is vernederend en belachelijk. U laat me maar zitten en kalmpjes op een man wachten!" De moeder schrok zich byna dood en dacht dat haar dochter gek was geworden. Maar Ella was niet gek. Zy was tot inzicht gekomen. Zy wierp haar moeder voor de voeten hoe haar leven tot dusverre was geweest. De nie tigheid van dat heele leven dreunde zij op: een beetje naaien, een beetje verstellen, een beetje koken, een beetje vreemde talen leeren, een beetje literatuur, een beetje geschiedenis, een beetje piano, een beetje schilderen, een beetje zingen, men kent trouwens het gewone gangetje. »En voor wie ? en voor wat ? Voor hem! die zal komen, zien, overwinnen, zijn hof maken en trouwen ? Is dat niet vernederend ? Is dat geen schande en hoon? Ik ben maar een half wezen, erbarmelijk-half! Wat ik ben, wat ik kan, wat ik weet, wat ik doe, het is alles half. Hij moet eerst komen, om het heel te maken! Kan ik dan onmogelijk, me-zelf zyn? Ik-zelf, met en door my-zelf? Heb ik waarlijk een tweede ik noodig, om een volledig ik te worden?" De moeder was radeloos, schreide, was wan hopend. Zij wist niets in te brengen. Zy stond als door den bliksem getroffen. Op dat zelfde oogenblik bracht het dienst meisje een brief binnen. Het is alty'd wenschelyk, dat op zulke oogenblikken dienstmeisj es brieven binnen brengen. Vooral zóó'n brief. Hy was van een dokter; een huwelijks aanzoek voor Ella. Groote verbazing, groote vreugde, groot gejuich. De dokter is een sympathiek man met een goeie praktijk en een prachtig inkomen. Hij werd natuurlyk aan genomen ; verloving gevierd, gezwommen in zaligheid en getrouwd. Iedereen wenschte de moeder geluk, die zoo uitstekend de kunst verstaan had, haar kind op den weg van aardsche zaligheid te brengen; met rechtmatigen trots kan zy op haar werk terugzien; in haar kind en in haar klein kinderen zal voor haar een nieuwe lente ontwaken enz. enz. Hiermee is de geschiedenis uit; zy hebben elkaar «gekregen". De vriendelijke lezer kan gerust zyn. » * * Maar als de dokter nu eens niet was gekomen ? Wat dan lieve moeder ? ... F O S C. .O, SL SL IDL g: o n SL SL -\r ezriT r is s o 11 o n. ei o d r SL n

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl