De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 23 september pagina 5

23 september 1900 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1213 DE AMSTERDAMMER- WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 6) door Mr. ISIDOEK HEN, H. (Slot). Arme vrouwen, arme heerendeshuizessen en bovenal arme booien, die lijdt aan de traag heid van wetgevers en aan de nawerking der zeden van lang verleden tijden. Maar klagen geeft niets. Gedaan moet er worden. Wat ? Waarmee kan de toestand, die met den dtg kritieker worden zal, gebeterd worden? Allereent moet gezorgd worden dat de dienst boden hun werk kennen. Immers: dein eerst, als mevrouw in technisch opzicht de mindere is van hare dienstboö, zal ze die gaan achten als 'n mensen, en niet als 'n middel alleen geschapen tot haar belief. Huishoudscholen en kookscholen allerwegen opgericht en. waar bestaande, krachtig gesteund. Vanzelf zouden de gediplomeerde dienstmeisjes hoogere rechten kunnen doen gelden dan thans 't geval is, eene hoogere bezoldiging kunnen genieten dan hun nu wordt gegeven. Dan zouden ook meer beschaafde elementen zich toeleggen op huishouding en de verhouding van mevrouw en dienstbode op den duur beter worden. En dan zouden ook verschillende mevrouwen minder vies zijn, de handen zelf uit de mouw te steken, hierin eene verandering liggen die allen ten goede zal komen. Maar dan, ten tweede, is wettelijke regeling van het dienstbodencontract meer dan wensehelijk. Let wel: geene uit de lucht gegrepen rege ling,?niet het werk van den jurist die niets van de wereld gezien heeft dan de vier muren van z\jn studeervertrek, k niet 't werk van eenen rechter, die in vele gevallen de menschen niet anders kent dan van hunne meest hatelijke zijde, maar 't werk der dienstboden zelf en 't werk van huisvaders en huismoeders zelf en allen die 't eens zullen worden. Daar moet 'n maximumtyd gesteld worden, gedurende welken de dienstbode werken mag daar moet 'a. gedeelte van den dag haar vry'e, volle eigendom bly'ven. Die uren moeten voor alle gezinnen binnen zekere stads-kringen dezelfde zyn, opdat een ontduiken dadelijk in 't oog springe, en de huishoudschellen inmiddels kunnen rusten. Rusten dus tevens alle loopjongens en kruideniersbedienden, die van dergelijke regeling veel profijt zullen hebben. Wie komt thans voor hen op? En dan geene uitgaansdagen", maar minstens nen vrijen namiddag en nen rustdag (Zonof Zaterdag) per week. Voor Katholieken en Joden tevens alle kerk- ev. feestdagen heel of half vrij, voor anderen een daarmede over komend aantal vrije middagen of dagen. En bovendien, ten derde, wettelijke be palingen, waarbij bovenmatige arbeid verboden wordt en de mevrouw, die haar dienstmeisje uitzuigt, met den strafrechter kennis maakt. Dat is echter een heel moeilijk, ondankbaar en omslachtig werkje. Daarvoor is noodig een ly'st van verschillende dienst-, emplooien." Tevens noodig eene rangschikking van ge zinnen naar stand, omvang, grootte en karakter van 't bewoonde huis. Zoodat b.v. een gezin van 6 personen met 7 kamers, trappen, op bepaalden stand, 2 dienst meisjes moet werk geven en niet kan rusten op n arm, ongelukkig vrouwspersoon. Ge ziet dus, dat dit heel veel studie zal vereischen. Daarom is 't noodig, dat 'n bureau gevestigd worde, waar huisvrouwen en dienst boden hunne gegevens komen inbrengen, die door deskundige personen systematisch gerang schikt kunnen worden en als grondslag kunnen dienen voor eene latere regeling van het dienst bodencontract. Maar dat alles moet uitgaan van huisvrouwen en dienstboden en allen, die meenen dat de toestand onzer dienstmeisjes eene uiterst onregel matige is. Eene vereeniging dus gesticht, waar zoo mannen als vrouwen en jongelieden en meisjes lid kunnen wezen, dienstboden tegen veel lagere con tributie, die ook voor alle anderen heel laag zal moeten worden gesteld. Die vereeniging zal huishoud-en kookscholen oprichten of steunen en zich belasten met het plaatsen van hare kweekelingen in goede be trekkingen". Die vereeniging zal voorts een bureau op richten als ik boven heb aangewezen, en maat regelen nemen voor eene diepgaande regeling van het dienstbodencontract, maar alles, alles zal lapwerk bly'ven, indien ze niet tevens een derde taak op zich neemt. 6e hebt gezien dat, krijgt de dienstbode haar recht, het houden van dienstmeisjes kostbaar wordt, eene groote luxe. 't Dienstbodencontract, laten wij er geen doekjes om winden, is uit den tijd. 't Behoort niet meer in onze beschaving thuis eene heerschappij uit te oefenen over het liji van eenen medemensch en gy allen hebt zoo ik constateerde, bemerkt dat het houden van dienstboden, wil men niet treden in eene uiterst onzedelijke verhouding eene zeer dure liefhebberij wordt. Voor 'n burgerman althans niet te bereiken. Maar in gemoede, mevrouw, waartoe zoudt ge u lasten en beslommeringen aanhalen, die onnoodig zijn, volkomen overbodig? En ziet ge aan den anderen kant niet in hoe, als de afhankelijkheid van de dienstbode een geheel onnoodige toestand is, uw dienstcontract niet nog veel onzedelyker wordt? Laat me u even bewijzen, mevrouw, dat ge u onnoodige zorgen hebt in 't hoofd gehaald en ge geene dienstbode noodig bebt. Waarom immers is 't u te doen als u een meisje .huurt?" Om t>ij uzelf te zegen: ziezoo, daar heb ik nu eens iemand tegen wien ik goed kan bulderen en razen en die ik bevelen kan als 'n zwarten knecht ? Me dunkt van neen. Ten minste: eene verstandige huisvrouw en ik neem aan dat gy die dit leest verstandig zyt eene verstandige huisvrouw is blij, als ze zoo min mooglyk hoeft te bevelen. 't Komt er voor haar dus aan niet op het bevelen-mogen, maar op 't doen van het noodige huiswerk. Mevrouw: wie doet uwe onverwachte bood schappen ? De kruier of de A. B. D. Mevrouw: wie haalt uwe asch en vuilnis weg? De straatreiniging. Mevrouw: wie wascht de ruiten van uw huis ? De glazenwasschery. Mevrouw: wie poetst uwe schoenen? De schoen poetser. En, zoo ge Jood zy't: wie ontsteekt Zater dags uw vuur, maakt uw kachel aan, brengt u theewater, houdt uwe kachel warm ? de sabbath-vronw. Mevrouw: wie wascht uw goed ? De bleeker. Kijk eens aan: al te maal huisdiensten, die de meid vroeger deê. En ge zuit me moeten toegeven dat het lijstje dus zou kunnen worden aangevuld: Wie maakt uwe bedden op ? wie reinigt 's morgens vroeg uwe kamers ? wie kookt of bezorgt 's middags het naar uwen smaak bereide eten ? wie doet in de visiteklok de deur open als u 't zélf niet kunt? En zoo heel veel andere vragen. Als ge een net huishouden hebt, dan heeft alles zoowat z'n eigen tijd. Welnu, denk u eens dat al die opgesomde huishoudelijke diensten u door verschillende personen werden verricht. Ge hadt alles even goed of nog beter bezorgd, en spaarde: 'n keuken, fornuis, dienstbodenkamer, veel licht, veel brand, veel zeep, soda, koffie, suiker, thee, rommel, drukte, zorg... en heel veel standjes en onaan genaamheden. 't Werk zou veel beter en vlugger worden gedaan, zou z'n vasten tijd hebben. Praatjes met slager en kruidenier, vrijers aan de deur, stoeien door 't huis, kwade gezichten, verdwe nen. Bevelen niet noodig. Met niets u te be moeien, als waart ge in 'n hotel, 't Werk gaat zijnen eigenen, rustigen gang. Eén maar" is er slechts. Hoe kunt ge al die menschen vinden, ver trouwen ? Zeker, voordeelig uitkomen zal het u. Maar hoe bent u tegen oneerlijkheid gedekt ? En als de beddenjuffrouw ziek is, hoe 'n andre, zoo n, twee, drie te vinden? Al dien last kunt ge u, naar ik zeg, besparen. Stel eens, mevrouw, dat er eene maatschappij bestond, eene DIENSTVERRICHTINGMAATSCHAPPIJ, die aannam tegen minder geld dan uwe dienst bode u op stuk van zaken komt te staan, alle huishoudelijke bezigheden te verrichten. En die maatschappij u instond voor alle schade, onder welken naam dan ook, die de ontrouw of onhandigheid harer werklieden en meisjes u berokkende. Kopje gebroken, betaald. Glas gebroken, betaald. Horloge gestolen, vergoed. Als 't werk werd verricht door kundige, handige mannen en vrouwen en meisjes ook van fatsoenlijken stand veel vlugger zou geschieden en u minder moeite en lasten zou berokkenen. Gy hebt plotseling iemand noodig ? Even aan de telefoon, naar 'n kiosk of 'n station om den hoek, en ge zijt in enkele minuten geholpen. Dan zoudt ge toch meenen in 'n Paradijs te zy'n aangekomen! Wel, dat Paradijs hebt ge onder uw bereik en dien ideaaltoestand kunt ge mogelijk maken. Reeds begrijpt ge, hoe. Juist, de vereeniging waarvan ik sprak, zal deze derde taak hebben te vervullen. Zal eene coöperatieve maatschappij moeten oprichten, die alle diensten, noodig voor uw huishouden, verschafte. Dat is de derde taak die haar wacht, en hare meest omvattende. Het stichten dus van eene Dienstverrichtingmaatschappij. Laat mij in 't kort zeggen hoe ik me deze denk. Maar duidelijk uitspreken dat ik slechts in breede lijnen aangeef hare bestaanbaarheid Hoe ze er uit zal zien, zal afhangen van nadere feiten en meeningen door belangheb benden ten geschikten tijde aangevoerd. De vereeniging waarvan ik sprak, neemt het initiatief tot het stichten van eene coöperatieve dienstverrichting-maatschappij. Coöperatief, want veel kapitaal is niet noodig. Wijkverblijven voor de dienstboden in ruste, met bibliotheek en ontspanningslokalen, en kiosken voor de dienstbrengers op wacht. Coöperatief, opdat de dienstboden zooveel mogelyk bly'ven hun eigen meester en zy' belang hebben by' den voorspoed der Maatschapy'. Leden van deze maatschappij kunnen worden behoorlijk geëxamineerde, desnoods medisch onderzochte personen, die huiswerk van zekere soort gedurende eenigen tyd voor hunne reke ning willen nemen. Zooveel mogelijk late men eene dezelfde persoon hetzelfde werk verrichten opdat, door deze diepgaande arbeidsverdeeling, zy meer geschiktheid en vlugheid zich kan eigen maken voor het werk in kwestie. Nu abonneeren zich de bewoners van een bouwblok by de maatschappij, tot het leveren van diensten. Dan komt '8 morgens een juffrouw by alle bewoners van dat blok de bedden op maken, enz. kleeden kloppen, stoffen, dweilen, enz. van huis tot huis al naar de klok die mevrouw belieft. Op gelyke wijs gaat het met alle andere huishouddiensten. Natuurlyk draagt de Maatschappij dan zorg dat de dienstboden behoorlijke rusturen en rusttijden hebben. En verzekert u tevens tegen diefstal enz. door haar personeel bedreven, voor schade door hunne onhandigheid veroor zaakt. Buitendien laat de My. ook nkele diensten verrichten. Dus: kruiersdiensten, hulp voor eene mevrouw die door dienstmeisje of werkvrouw is in de steek gelaten, even 'n dokter halen, logé's bedienen, enz. enz. En buitengewone abonnementen tot het leve ren van alk diensten. Mevrouw schelt of tele foneert of loopt naar de kiosk op den hoek, of naar het wykgebouw, en een gedienstige geest is terstond bereid, alle mogelijke orders van mevrouw te volvoeren. Laten wy dus nog eens duidelijk doen uit komen welke voordeden onze dienstverrichtingmaatschappij haren abbonné's zou kunnen aan bieden. Voor de dienstboden: geregeld werk met geregelde rusttijden, behoorlijke vacantie en verzekering tegen ziekte en invaliditeit. Ontvangen van een loon op coöperatieven grondslag bepaald, dus: in hare positie onaf hankelijk en zelf by machte voor hare belangen op te komen, nu niet meer by iemand waar voor ze bang moet wezen, doch by hare eigen associée's. Onheusche behandeling door wien ook heeft ze niet meer te vreezen. Extra diensten extra betaald. Vry'e beschikking over vrijen tyd, en de ge legenheid te over tot beschaving van geest en hart of oefening in haar vak. Maar bovenal worden zy de technische meer deren van mevrouw, die hare bevelen niet meer hebben af te wachten. En een zeer verkorte arbeidstijd, dus meer mensonwaardig bestaan, en daarbij: hoogere loonen. Voor mevrouw: geregelde gang van 't huishouden, door niets gestoord. Minder schel len. Geen vrees, dat 'n dienstmeisje haar in den steek laat. Bediening door stille, handige personen. Minder belasting. Minder gasverbruik, minder stoken. Geen vrees voor te intiemen omgang met de kinderen. Assurantie tegen onbekwaamheid en onbetrouwbaarheid van dienstdoend pertoneel. Kalmere atmosfeer binnen de muren van hare woning. Vluggere en nettere bediening. Geen huisarrest by uitgaansavonden der dienstbode. Besparen van heel veel ergernis! 't Bovenstaande heb ik tot de dames gericht, omdat ik wist dat dit de eenige weg was om de mannelijke nieuwsgierigheid in te palmen tot eene daadwerkelijke belangstelling. Maar in gedachten heb ik gesproken tot alle mannen en vrouwen, tot alle jongelingen en meisjes die eens een eigen huis denken te stichten. Laat, bid ik, uwe gedachten eens gaan over de erfenis uit vroeger dagen, het dienstcontract. Zie, hoe dat is onredelijk en onzedelijk, en niets dan eene wettelijk gesanctioneerde knecht schap en slavernij. En hoe het noodig is, daarin verandering te brengen. En hoe die verandering niet komen zal en niet komen kan, als wij niet de handen uit de mouw weten te steken, en op die wys toonen, dat we nog ge voel hebben voor onzen verdrukten medemensch. En hoe die betere toestanden komen kunnen en komen zullen, zoo eene Vereeniging tot verbetering van den toestand der dienstboden haren zegenryken arbeid zal kunnen aanvaarden. Alleen kan ik dit niet bewerken. Maar ik verwacht dat allen die't wel meenen met de dienstboden, deze laatsten niet het minst, of allen in wier belang het is dat de verhouding van huisvrouw en dienstbode een meer gezonde, betere worde. Ook al begrypen ze mijne voorstellen niet geheel. Ook al kunnen zy niet al mijne conclusiën beamen. Dat die allen, groot en klein my' hun bewijs van instemming zenden, zij 't aan de Redactie van dit blad, zy 't aan de Reguliersgracht 43 Amsterdam. En dat zij allen zullen zeggen lid te willen worden van eene vereeniging, die trachten zal naar verbetering van 't lot der dienstboden, dat is tevens van hun eigen lot. En middelen be ramen, die tot dat doel Zullen kunnen leiden. Marie yon Ebner-Escüenliacli. Op het slot Zdislawic in Moraviëwerd Marie Dubsky den 13den September van het jaar 1830 geboren. De geboorte van Marie, kostte het leven van hare moeder, barones von Vockel. Toen Marie tien jaar oud was, kwam zij onder de leiding aan haar stiefmoeder. Geen slechte, kwaadaardige stiefmoeder uit een boekje ; die vrouw was een beminnelijke, tweede moeder vol toewyding voor het moederlooze kind. Als heel jong meisje werd Marie om den anderen avond door haar ouders meegenomen naar het Burgtheater. Ademloos, met gloeiende wangen en schitterende oogen, zat Marie in een hoekje van de loge, alles volgend, alles in zich opnemend van de handeling op het tooneel. Een tooneelstuk schrijven I lauweren oogsten in het Burgtheater ! ... Jarenlang liet die ge dachte haar niet los. En Marie schreef, schreef, schreef... vellen vol, cahiers vol. Verzen, tooneelstukken, novellen, romans. Zy was zeventien jaar, toen haar stiefmoeder besloot, de pennevruchten van haar dochter door een kenner te doen beoordeelen. Zy' wendde zich tot Grillparzer. Met voor beeldige welwillendheid, met de beminnely'kheid van den echten artist, worstelde Grillparzer door het fijne, geserreerde schrift van het jeugdige gravinnetje, van de werkzame, jonge schrijfster. Zy'n oordeel was zoo gunstig, zoo be moedigend, dat Marie, schreiend van blijde ontroering, besloot haar ideaal te verwezen lijken: schry'ven en zich naam maken. Zy heeft geschreven en is beroemd geworden. Op haar negentiende jaar, trouwde zy met haar neef, met den kaptein Maurits Baron van Ebner-Eschenbach. Hy was vijftien jaar ouder dan zy'n uitverkorene. Met haar man maakte Marie van Ebner-Eschenbach, een grondige studie van historische, wetenschappelijke en letterkundige werken. Baron Eschenbach werd als veldmaarschalk gepensionneerd. Toen het echtpaar vry was in de keuze van een woonplaats, brachten zy den zomer door op het landgoed, waar Marie was geboren en den winter in haar geliefd Weenen. De Oostenrijksche land-adel wordt met bizondere voorliefde door haar geschilderd. Fyn, geestig, vol humor, schalk, ondeugend, neemt zy' op bekoorlijke wijze een loopje met de kortzichtigheid en vooroordeelen van haar standgenooten. De beste harer werken zy'n tot in de kleinste bizonderheden doorleefd. De groote mate van subjectiviteit die Grill parzer reeds diagnostiseerde uit de opstellen van het zeer jonge meisje, heeft haar nimmer verlaten. Zy' geeft zich geheel; zy leeft haar personen; vooral de strijders en lyders. Zij kent geen teemenden preêktoon, haar moraal ligt niet duim-dik op eiken regel; haar hoog-moreele inzichten dringt zy haar lezers niet op. Als een reine, verzoenende, tot zachtheid stemmende en inkeer brengende geest, zweeft haar levensbeschouwing over alles wat door haar vaardige hand wordt geboekt. In «Onverzoenlijk", »De twee Gravinnen", »Een kleine roman", geeft Marie von Ebner Eschenbach kunst. Wie de volheid en teerheid van haar zacht, vrouwelyk gemoed wil leeren kennen, gry'pe naar haar verzameling aphorismen, die in 1860 verscheen. Ofschoon zy zelf nooit kinderen had, is bij haar het moederlijk element sterk ontwikkeld. Eenige dagen voor de viering van hun gouden bruiloft verloor Marie von Eschenbach, haar trouwen levensmakker. Den winter van 1898 bracht zy' in Rome door. Een verblijf in de eeuwige stad was de vervulling van een lang gekoesterden wensen. Met jeugdige verve heeft de acht-en-zestigjarige vrouw geschreven over haar indrukken in Rome opgedaan. »Ik ben te oud", zegt zy, »dat my'n verbly'f in Rome my in de toekomst nog van groot nut kan zijn, maar de heerlijke herinnering aan alles wat ik zag en leerde kennen, is voor my een reden tot dagelyksche dankbaarheid." »0ud worden, beteekent ziende worden", luidt een van haar aphorismen. Een harer gezegden: »hoe verstandig moet men zy'n om alty'd goed te wezen" heeft zy' zelf zooveel mogelyk betracht. Haar zacht oordeel, haar alles van een ander begrypen, ook wat men verzwijgt, haar zuiver inzicht, haar meevoelen met al wat menschelyk is, heeft haar gemaakt tot een steun en vraag baak voor velen. Wie met zijn bezwaren en verdriet tot haar komt, gaat niet onbemoedigd en hopeloos heen. Haar portret vertoont haar geheel zoo als zy nu is: een vriendelijke, zachtzinnige, oude vrouw. Vastheid van karakter staat ook nu nog te lezen om den ernstigen mond, in den denkenden blik van haar vriendelijke oogen. Op den 13den September, den datum waarop wy den geboortedag van onzen hoogbejaarden Nicolaas Beets herdenken, hebben de geest driftige Oostenrijkers op onbevangen wy'ze uiting gegeven aan hun vreugde over het feit, dat een hunner ryk begaafde en beminde kunstenaressen haar zeventigsten verjaardag vierde. PARVUS. iiiiiiiiMMiiiiiliiMiiiiiiMiiiiiiimiMmmmiiimiiiiiiiMltHimilHHllHllllli iiiiiiiiiiiiiiniiiiiHiii ........... i ........ iiiiiii Suiker als medicijn. Suzanne Reichem Selma von Lengefeld. Suiker werd vroeger veel gebruikt voor inen uitwendige toepassingen, en ook tot het voorkomen van rotting bij organische stoffen en by het verbinden van wonden. Nog in 1885 zond dr. Fiseher een rapport over deze methode, aan een der voornaamste Duitsche bladen. Vele voorbeelden van haar gebruik in de geneeskunde, vooral by gevallen van koorts, worden vermeld. Hieronder volgt een typisch voorbeeld, zynde een mededeeling van graaf Bernstorff aan de Berliner Rundschau zy'ne eigen ervaringen verhalende. »Ik wensen een speciale werking van suiker te bespreken, welke ik ondervonden heb. Ge durende het jaar 1888?'89 was mijne stand plaats te Kameroen, als eerste officier op den kruiser «Habicht" en kreeg ik een kwaadaar dige koorts gedurende de vele reizen in de moerassige districten tusschen Mimi en Calabar Behalve ernstige diarrhée had ik zware galkoorts, die nog toenam niettegenstaande groote giften kinine. Toen kwam een brandende dorst dien niets kon lesschen, tot ik toevallig een weinig suikerwater dronk. Het resultaat was uiterst verrassend ; het martelend gevoel van dorst verdween of was tenminste zeer ver zwakt, daarna verminderde de overproductie van gal en ik gebruikte geen ander voedsel dan suiker en water, ongeveer tien tot twaalf glazen per dag, zoodat ik gedurende vijf dagen letterlijk van suiker leefde. Later, toen ik te lyden had van terugkeerende aanvallen van koorts zelfs nadat ik eenige jaren te huis ge weest was, nam ik altijd mijne toevlucht tot dezelfde behandeling en al tyd met hetzelfde resultaat. Myne mededeeling van het voorge vallene aan een geneesheer in Pion, maakte dat deze suikerwater aanbeval aan de bewoners van een groot dorp aan het Plönermeer die veel van koorts te lyden hadden. Steeds volgden goede resultaten. De koorts verscheen aldaar na het aftappen van het meer, waardoor een groot gedeelte van het land droog kwam te liggen. Dit veroorzaakte een soort van malaria overeenkomende met die welke zich vertoonde gedurende den bouw van »Wilhelmshafen". De schrijver eindigt met vermelding der uitwerking van suiker op de zenuwen, kalmeerende en dus slaap veroorzakende. (Maandblad gewijd aan hygiëne en industrie van dr. van Hamel Roos en Harmens). Nu zy door Droogstoppel -berichtjes weer ter sprake is gekomen, zou ik gaarne iedereen die belang stelt in de allerliefste gewezen tooneelspeelster Suzanne Reichemberg, willen aanraden te lezen wat Arsène Alexandre over haar heeft geschreven. Dat hoogst interessante levensbericht over de gevierde kunstenares, is eenige jaren geleden verschenen by Juven te Pary's. Een mooi boek (zeer geschikt voor ge schenk aan een dame, zooals tegen St. Nicolaas in veel advertenties staat) met keurige illustraties en een hoffelijk inleidingswoord van Jules Claretie, directeur van het théatre francais, het nooit volprezen Maison de Molière. Hoe gaarne ik ook propaganda maak voor ons kernachtig, schoon Hollandsen, moet ik nu toch ronduit bekennen, dat ik heel blij ben, dat de lief tallige Suzanne Reichemberg geen Hollandsen verstaat en dus geen Hollandsche couranten leest. Die dorre, onvriendelijke mededeeling zou zeker voor een oogenblik een pruilenden trek om haar geestigen mond te voorschijn roepen en heel even een smart-rimpel groeven in haar mooi voorhoofd. Over een zoo ijverige, beminnelijke kunste nares schrijft men niet in zulke botte bewoor dingen. »Züis getrouwd met een heer uit Bourgogne". Die «heer uit Bourgogne" is een voudig om het uit-te-proesten ! Naamlooze vennootschappen kunnen er ampertjes by door maar een naamlooze >heer uit Bourgogne" is een paskwil. >Zy die zich nog altijd >Mademoiselle" liet noemen en reeds getrouwde kinderen had". Deze mededeeling is onkiesch en grimmig tegenover de ingénue van het thétre francais, wier gelyke in volmaakte gratie en onberis pelijke dictie moeilijk te vinden zal zijn. Waarom toch dat nieuwsgierige, onbeschei den turen in de glazen woningen zooals onze beschaafde en gedistingeerde mevrouw Holtrop van Gelder zegt, van kunstenaars ? Enkel en alleen om er iets leelyks in te ontdekken ? en daarna met burgermans-sty'f heid een buiging te maken voor eigen deugdzaamheid ? ! Wdt hebben wij te maken met het moeder schap van Suzanne Reichemberg ? Heeft zy ooit een beroep gedaan op onze vrijgevig heid, om te voorzien in het onderhoud van haar kinderen ? Wat staat die vrouw als actrice hoog, die ondanks baar rijpe levenservaringen, de onna volgbare «ingénue" wist te bly'ven. Dat zy zich «mademoiselle" liet noemen, klinkt vermakelijk voor ieder, [die iets weet van fransche zeden en gewoonten. De jeugdigste persoontjes uit den gegoeden stand worden met «madame'' aangesproken. Dat zy' zélf zich noemde en teekend e »mademoiselle" pleit voor haar bescheidenheid. Suzanne Reichemberg was het verwende kindje van een veeleischend publiek en van de schrijvers in wier stukken zy hoofdrollen vervulde of creëerde. Zeer uitvoerig kan men dit alles lezen in het boek van Arsone Alex andre. Suzanne Reichemberg heeft zich byty'ds teruggetrokken »in de volheid van haar talent" zooals Jules Claretie getuigt, en die heeft toch zeker wel recht van meespreken ? De fijn beschaafde en ontwikkelde Suzanne Reichemberg wist waar haar kracht schuilde, in het moeilijke genre van «ingénue". Haar leeftijd belette haar in dit genre door te bly' ven spelen. Byty'ds zich terugtrekken verraadt een groote handigheid. Haar finantieële om standigheden zy'n van dien aard zou »de heer uit Bourgogne"! daarvoor gezorgd hebben ? dat zy niet om den broode aan het tooneel behoeft te bly'ven. De geestige, >ingénue" voelde niet de minste roeping na haar glansperiode een middelmatige tooneel-moeder te worden. Met frische lauweren is zy vertrokken. Die kunnen nu rustig verwelken in de echtelijke woning. Haar klinken zeker nog in de ooren de spontane, geestdriftige byvals-betuigingen; voor een »succes d'estime" heeft zij zich zelf behoed. Een »ingénue" met een scherpen, verstandigen kijk op de hooge eischen die men aan tooneelspelers stelt. Jules Lemaitre zeide van haar: «Mejuffrouw Reichemberg, heeft de zuiverste kristal-stem die ik ooit het voorrecht had te hooren. Zy is »de volmaaktheid zelf". Deze formule aller minst ironisch gebruikt, (zooals men dat wel eens pleegt te doen, wanneer men haar op kunstenaars toepast, voornamelijk op al te goed bekende schilders) is geheel van toepassing op mejufvrouw Reichemberg. Selma von Lengefeld, een jong meisje dat in Zurich studeerde is tot doktor in de philosophie bevorderd. Zy deed met glans examen in al de vakken waarvoor zy zich aan de universiteit had laten inschry'ven: geschiedenis, chronologie, sanscriet,, archiefleer en paleographie, vakken die tot nu toe weinig door vrouwen gekozen waren. Zy' stamt uit het zelfde geslacht von Lengefeld, waaruit de echtgenoote van Schiller stamde. CAPRICE. * ? * Noga. 300 gr. suiker; 200 gr. zoete aman delen (gedopte) 10 gr. boter. De amandelen worden gebroeid en fijn ge hakt. De boter in de koekenpan gesmolten en daarbij de suiker gevoegd. Men roert tot ze lichtbruin is; dan doet men er vlug de amandelen door, roert nog even tot ze goed warm zy'n en dan stry'kt men de massa op een met boter besmeerde plaat. Met een natte citroen rolt men het deeg uit en snijdt er ruiten in. Men laat het koud worden en breekt dan de ingesneden ruitjes er uit. By nader ingewonnen inlichting vernemen wy dat de Figaro niet juist op de hoogte gesteld was, toen zy in de wereld het nieuws verspreidde dat de firma Kirsch & Co. te Brussel al de robes van de gezamenly'ke inzending de la Collectivitéde Couture de Paris (salon de Lumièr) aangekocht heeft. Deze aankoop geschiedde door de vereenigde Huizen Ilirsch & Co. Het huis Kirsch & Co. te Amsterdam, zooals reeds bericht is, zal na de sluiting der Parysche tentoonstelling deze kleedicgstukken in zyne salons exposeeren. Dit bericht is voorzeker door de dames met belangstelling ontvangen; wy twijfelen dan. ook niet of de belangrijkheid dezer expositie zal zoowel de dames hier als die uit de pro vincie tot een bezoek uitlokken. v ©r f r is s oliën, d© d x* £t xi.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl