Historisch Archief 1877-1940
No. 12 U
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
nog ia Engeland vrij, en vele klachten
zullen volgen in eenvoudige woorden de
waarheid aan 't licht brengend, totdat de
mannen van de straat van uit de bedwel
ming langzamerhand zich hun ellende
feewust zullen worden, en van hun
bedwelmers, van de regeerders en kapitalisten
zullen eischen: ruimte om te leven. Dan
zal de openbare meening weer op de
rechte weg zijn, maar dan zal wellicht de
afrekening verschrikkelijk zijn, want nu
is verschrikkelijk de nood. De menschen
kunnen niet anders dan op straat waar
ze al meer verdierlijkend rondgaan, omdat
er geen ruimte is om te wonen, geen
ruimte ook, want wonen doen de honderd
duizenden al lang niet meer, geen ruimte
om te rusten. Slapen, weinige uren in
'n stuk van een bed of daaronder, is
zelfs voor ongekend hooge prijzen nog zoo
gted als onmogelijk. Dat komt aan den
dag in Haw's aanklacht, tevens waar
schuwing voor die hooren willen. Want
wie de geschiedenis van de in stinkende
ellende stil groeiende Fransche Revolutie
tot aan de uitbarsting van 1789 kennen,
die kunnen zich 'n denkbeeld vormen,
wat 't wellicht zeggen wil, dat zulke
schandelijkheden zoomaar stil hun voort
gang hebben, met 'n enkele maal 'n rauwe
kreet scherp snijdend de stilheid, maar
zoo gauw weer gestorven.
Die Haw's brosjure hebben gelezen, die
zullen eenigszins begrijpen, hoe 't komt
dat de arbeiders in Londen verlaagd zijn
tot bedwelmde schreeuwers. Twaalf
hoofdstukken van ellende en gemeenheid;
laten we ze vluchtig beschouwen.
Er is in Londen bijna geen woning te
krijgen. De menschen moeten naar 't
werkhitis, dat demoralizeerende gesticht, als ze
wonen willen. Mannen met vast werk en
vrij hoog loon, die meer dan de helft van
hun verdienste willen geven voor de geringste
ruimte om met hun familie, desnoods met
nog anderen te zamen, te slapen, kunnen
't niet krijgen. Haw heeft 't zelf onder
zocht. Met 2 vrienden is ie er 'n
weeklang op uit geweest om in de buurt van
de Tower, waar 200,000 menschen wonen,
iets te vinden. Op 't einde van de week,
laat in de avond vindt eindelijk n van
de drie 'n huisje, dat te bevragen is vèrweg
in 'n ander deel van Londen. Haw gaat
er zelf naar toe de volgende morgen, voor
't kantoor open is. Vele vrouwen staan
er al. Vele vrouwen komen nog. Haw
laat ze alle voorgaan. Ze waren voor
't zelfde huisje gekomen, allen van heel
ver. Ten slotte komt Haw aan de beurt.
'n Deftig jong mensch zegt tot hem : »U
kunt 't huisje krijgen voor 16 sh. (?9.60)
per week. Vroeger bracht 't 7/6 op (d. i.
/"4.50). Maar de vrouwen hebben tegen
elkaar opgeboden. De hoogste geeft
15 sh. = /"O.?".
Dat waren de menschen, die 'n huisje
wilden hebben, maar niet konden krijgen.
Wat 'n luxe ook voor 'n Londensch werk
man, 'n huisje voor 't gezin. Dan heeft
de bekende Jingo Rev. Hugh Price Hughes
andere ondervindingen opgedaan, nog wel
in de buurt van St. James, 't hartje van
de West. Daar willen ze alleen maar
ruimte, net genoeg om zich neerteleggen,
de arbeiders. In n kamer vond de
Rev. Hughes 'n man, vrouw en 8 kinderen.
In 'n andere kamer 'n vrouw met 7
kinderen, waarvan de oudste zoon mét
z'n vrouw. Daar kun je langs de huizen
11IUl9HIIHKIEnillirHmilMlIIIHI[|t«lfliri(ltEtllHIIMt(UMUIIUIlli'll1IiniUIM
? SALOMY JANE'S KUS
2) DOOK
BRET HARTE.
Salomy Jane oogde de cavalcade na tot die
uit 't gezicht was verdwenen. Toen voelde
ze dat 't met haar korstondige populariteit
gedaan was. De vrouw van Red Pete had haar,
met hartstochtelijke onstuimigheid begrepen in
haar verwensching van 't heelal waarschijnlijk
om 't voorwenden van eene aandoening waartoe
ze zelve niet in staat was. De andere vrouwen
haatten haar, omdat ze een oogenblik de
meerdere was geweest; alleen de kinderen
zagen vol bewondering tot haar op, daar ze
(het viel niet te ontkennen) gevrejen" had
met een man die op 't punt stond gehangen
te worden iets wat hun stoutste verwach
tingen overtrof.
Salomy Jane verdroeg die kentering der
gevoelens met beminnelijke onverschilligheid.
Haar geel-nankinschen zonnehoed zette ze op
'n afschuwelijk ding, dat iedere andere vrouw
onmogelijk zou gemaakt hebben, maar dat bij
haar 't pikante van haar frisch teint als bru
nette des te voordeeliger deed uitkomen. Ze
bond de keellinten vast, terwijl de gitzwarte
vlechten van achteren vrij onder de geplooide
strook afhingen; sprong met groote behen
digheid op haar mustang, waarby ze haarfijne
enkels in de keurige witte kousen even te zien
gaf; floot den jachthond, wuifde met de hand
een Tot weerziens, ventje!" tot den pas be
roofden maar bewonderenden neef en weg reed
ze met 't bruin linnen kleedje fladderend in
den wind.
Het huis haars vaders lag vier mijlen ver.
In tegenstelling met de hut, die ze zoo juist
had verlaten, was 't een veel aanzienlijker
gebouw, met een lange achtergalerij, waarvan
het hellend dak bijna tot aan den grond reikte
en 't geheel den vorm van een driehoek gaf.
Het was bovendien een groote schuur en stallen
voor het vee rijk, want Madison Clay was een
voornaam veefokker en eigenaar van uitgestrekte
landerijen. De woning kon bogen op een
zitkamer en een harmonium, waarvan het trans
port groote moeite en heel wat hoofdbrekens
had gekost. Dit alles verleende Salomy Jane
groot aanzien in den omtrek; de gereserveerd
heid harer houding echter en de onverschillig
heid waarmede zij iedere toenadering uit haar
omgeving beantwoordde, waren het gevolg
zoowel van haar koele, trage natuur, als van
de bewondering van haar vader, dien ze met
lezen : 'n Gedeelte van 'n Kamer te huur"1.
De Rev. wiat .al van vroeger, dat de
bedden meer dan eens in 't etmaal werden
verhuurd, maar hier vond hij 't 8
urensisteem bittere spot van de ellendige
werkelijkheid met de gerechtvaardigde
eifohen van den arbeider om aan die
ellende te ontkomen 3 keer werd in
n etmaal 't bed beslapen, 't Bed en....
onder 't bed. Dit is de ondervinding van
de oorlogzuchtige vredepreker, de Rev.
Hugh Prince Hughes, door hem openbaar
gemaakt in St. James Hall in 1899.
Maar wat doet't ertoe? »Volpropping...
(«Overcrowding" staat in 't Engelsen. AVij
hebben nog geen naam voor die ook in
Holland waarschijnlijk veel voorkomende,
maar nog niet genoeg aan 't licht ge
brachte ellende. Daarin zijn we bij Enge
land ten achter). »Volpropping met men
schen wil meest alleen maar zeggen
meerdere warmte'' zoo zegt in ronduite
brutaliteit de League tot Verdediging
van Vrijheid (?) en Eigendom. En verder:
»'n weinig-bewoonde en ruime kamer zal
meestal koud zijn, en slecht gevoede men
schen zijn gèvoeüg voor kou. Ook zijn
slecht gevoeden meestal tevens slecht ge
kleed, en zij kunnen bijna stellij; geen
voldoende brandstof koopen." Wat al
lieve, fijngevoelige opmerkinkjes van die
vrije Engelsche Bond tot verdediging van
de eigendommetjes. Maar de League kan
gerust zijn. Er zijn in Londen gedeelten,
waar in 't geheel geen kou, geen naakt
heid en geen honger meer gevoeld zal
worden. Zoo volleljes en warmpjes is't er.
Een vijfde van alle Londen aars leven in
minder ruimte, dan de Engelsche wet
zelfs om te leven eischt. En de wet eischt
niet veel; de wet eischt nooit veel. De
wet wil als minimura-ruimte voor 2 vol
wassen menschen, of voor l volwassene
met 2 kinderen (onder 12 jaar), of voor
man, vrouw en kind 'n kamer van ruim
3 M. in iedere afmeting, dus zoowat 10 M:l.
voor 2 of 3 personen. De kamer van u,
die dit leest, zal wel grooter zijn; maar
stel u nu voor, dat daarin niet n per
soon bijv. slaapt n werkt, maar dat 't
heele huis door in alle kamers 2 of 3
menschen geheel leven, d.i. slapen, wonen
n eten. Dat is nog pas 't minimum van
de wet. Maar bijna een miljoen menschen
in Londen minstens wonen in nog slechter
omstandigheden. Acht jaar geleden, toen
de woningnood bij lange na niet zóó was
als nu, woonden er
3000 Londeners met meer dan 8 in een kamer
9000 » »»»?»»»
26000 » » » » G » » »
En dat is acht jaar geleden.
Er is gezegd, dat geen stad gezond kan
zijn, waar meer dan 25 personen per acre
wonen. Londen heeft gemiddeld 50 per
acre. 't Frissche(?) Hampstcad, 'n deel
van Londen, heeft er 35; terwijl 't be
kende distrikt Whitechapel gemiddeld 197
menschen heeft wonen op n acre gronds.
Toch is dit nog niet erg, als men weet
dat er 'n buurt is in Whitechapel, waar
3800 personen per acre wonen, dat is niet
zoo heel ver van een persoonper vierkante
Meter. En dat heet wonen!
%4/tTLNSCHAP
*5M.
eyty^Y^v**\öMtei>y^
;W/>-l
K-v4v«-J
Vraagstolen fier
zielende.
(Slot volgt}.
W.
Verstand en rrvje wil, door Is. VOGELS S. J.,
Professor te Maastricht. Amsterdam, C.
L. van Langenhuysen. 1900.
(Slot).
De leer der begripsvorming door vergelijking
en abstractie hooft volgens prof. C Sigwart
slechts dan een zin, wanneer, gelijk dikwijls
j v< orkomt, de taak ons is opgelegd, het
gemeen, schappelijke van door het heerschend
spraaki gebruik met denzelfden naam bestempelde
dingen aan te gevon, ten einde zoo de f itelijke
betetkenis van een woord zich duidelijk te
maken. Wanneer de inhoud van bet begrip
dier, gas, diefstal, moet worden blootgelegd,
gevoelt men zich wellicht geneigi de gemeen
schappelijke kenmerken van al die duigen,
welke overeenstemmend dieren, van al die
lichamer, welke gassor, van al die hande
lingen, welke diefstal genoemd warden, op te
sporen. Of liet gelukt, of deze aanwijzing tot
begripsvorming uitvoerbaar is, dat is een
' andere vraag; h-1 liet zich hooren, als men
onderstellen mocht, dat het nooit twijfelachtig
is, wat men dier, gas, d efstal te r.oemen heett,
m. a. w. alj men het begrip, dat mt?n zoekt,
ia waarheid reeds heeft. Ken begrip zoo door
abstractie willen erlangen staat dus gelijk met
den bril te zoeken, <iit;ii men op zijn i.eus heeft,
juist met behulp van dien bril."
Hier komt de opmerking van prof. Vogels
en andere beoefenaren der zielkunde te pas,
weike reeds door Cartesius is te berda g
bracht, dat men heldere en duidelijke begrippen
geenszins aan elkander gelijk benoort te stel
len. Een helder begrip van een mensch, een
dier, een plint zal de gewone s-terveli; g wel
hebben. Hij onderscheidt ze onderling. Keep
hem maar u-r verantwoording op. Een stand
beeld ziet hij riet voor een meritch aan, noemt
eiK of berk geene diersoort, beschouwt ezel of
paard niet als zijns gelijke. Bij voortgezet
onderzoek echter schei p en juist aan te geven,
wat den een ontbreekt dat den ander toekomt,
alle punten van overeenkomst en verschil nauw
keurig en zonder fout te bepalen, derhalve er
een duidelijk begrip van te geven, zal den
eerste den beste niet gelukken. Beproef het
eens bij u ze;I' met een paar eenvoudige
denkbeelden en gij zult misschien over de
geringe duidelijkheid van vele uwer begrip
pen versteld staar1. Men verhaalt van Plato,
dat hij den mensch eens omschreef als een
tweevoelig vederloos dier" en dat Diogenes,
hem een gevoelige critiek willende leveren, een
haan plukte en. dien aan de hoorders van den
beroemden wijsgeer vertoonende, uitriep; Zie
daar den mensch van Plato."
Uit laatste doet denken aan Preyer, die eens
een geschrift met deze woorden begon: Alle
menschen weten wat leven is, alleen de
physioloog weet het nie,". Natuurlijk, alle men
schen hebben een helder begrip van leven ;
zij weten leven, enkele moeielijke gevallen als
schijndood niet meegerekend, behoorlijk te
onderscheiden van wat niet leven is; zij zullen
niet spreken van het leven van een kachel of
van het leven van een dooden rat; maar een
duidelijk begrip van leven heeft enkel hij, die
den inhoud van dat begrip kan blootleggen,
die een definitie van leven kan geven. Ieder
heeft een helder begrip van wat het veelzeg
gend woordja ik beduidt; men zal zich niet
met zijn woonhuis verwarren; m»ar aan de
duidelijkheid van dat begrip, aan de vaar
digheid om te zeggen wat het is, dat een
persoon persoon doet zijn, ontbreekt in den
regel alles. Duidelijkheid eischt meer dan
helderheid". Voor de praktijk des levens is het
meebtal voldoende heldere begrippen te hebben,
terwijl op wetenschappelijk gebied tevens
duidelijkheid van begrippen wordt gevraagd.
«mMfimtiiiiiiiiitttiimmiimMiMMmiMiMUMiiiMiiiiimiiiiiii
teedere zorg had omringd, sedert hij weinige
jaren geleden weduwnaar was geworden. Het
het leven van Midison Clay verkeerde voort
durend in gevaar tengevolge van eenige veeten
waarin hij door eigeu schuld, naar men be
weerde, was betrokken geworden en het is
zeer wel mogelijk dat de krijgshaftige verschij
ning van een vader, die nooit dan met een
geweer gewapend zijn vee ging bezoeken,
diepen indruk op de dochter had gemaakt en haar
min of meer vooringenomen deed zijn tegen
de iongelingschap uit de buurt. De gedachte
dat al het vee, de paarden, de landerijen,
haar eenmaal zouden toebehooren stoorde in
geen enkel opzicht haar zielerust. Wat mr.
Clay betrof, hij erkende haar verdiensten als
zorgende huisvrouw, hoewel hij ze wat
bemoeiziek vond; doch, omdat zij z'n eigen bloed
was, had hij er per slot van rekening vrede mee.
Wat moet ik hooren dat je ginds bij Red
Pete hebt uitgevoerd ? Zoenen geven aan een
paardendief zeg?" zei mr. Clay twee dagen
latfir aan 't ontbijt.
.,Dan heeft men u juist ingelicht, sprak
Salomy Jane op onverschillige:! toon, zonder
op te zien.
En wat verbeeldt je je wel dat Rube daar
van zeggen zal? Hoe zal je je gedrag tegen
over hem rechtvaardigen ?" vr,:eg mr. Clay
sarkastisch. Rube ot Keuben Waters was een
aanbidder die, naar 't gerucht wilde, bizonder
door den heer Clay werd aangemoedigd. Salomy
Jane keek op.
Ik zal hem zeggen dat, zoodra hij op weg
is naar de galg, ik ook hem zal kussen nitt
eer," zei de jonge dame gevat.
Dit gelukkige antwoord streelde 't valerlijk
gevoel van humor, mr. Clay glimlachte; weldra
echter fronste hij weer de wenkbrauwen.
Maar die paardendief is ontsnapt en dat
geeft de zaak een eenigszins ander aanzien,"
sprak hij heftig.
Salomy Jaue lei mes en vork neer. Dat gaf
zeker de zaak een geheel ander aanzien! Die
mogelijkheid was nooit te voren in haar op
gekomen, . vreemd genoeg ze begon nu
belang te stellen in den man.
Ontsnapt!" herhaalde ze.... ..hebben ze
liein dan vrijgelaten?"
Dat denk je maar," zei haar vader bits.
Hij maakte z'n touwen los, en, bij 't afladen
der helling hield hij eensklaps in, zooals va- j
quero's doen als ze een stier met de lasso
hebben gevangen, ? sleurde den man die hom
vasthield, bijna tegen den grond en holde toen
de hoogte weer op. Nu, op dat paard van
rechter Boompointer had hij de heele bende
wel kunnen doodrijden als hij verkoos! Hun
verdiende loon. In plaats van hem dan daar
op te knoopen of neer te schieten, moesten ze
hem eerst meesleepen naar 't verzamelde
Kommittee om een zoogenaamd voorbeeld" te
ste'len! De duivel hale die voorbeelden-stellerij!
Steekt er niet voorbeeld genoeg in als een
vreemdeling onverwachts stuit op het lijk van
een man, die aan een boom bengelt, of wiens
lichaam door kogels is doorboord ? Dat noem
ik een voorbeeld, een ieder begrijpt dat. Wat
wil je meer? Maar die Vigilantes-mannen
houden zich altijd krampachtig vast aan die
zelfde wet, die ze voorgeven te minachten.
Ik walg er van! Wel, toen Jake Mijers
indertijd den tweeden man van je ouwe tante
Viney doodschoot en is daarna op dien Jake
loerde in de B:it(ermet-vallei heb ik hem
toen op z'n paard gebonden en naar je tante
Viney gesleept voer ik hem z'n bakomst gaf ?
Natuurlijk niet! (met diepe verontwaardiging)
Neen ! Wel ik doolde heel kalm door het
bosch tot ik hem in de gaten kreeg toen
reed ik naar hem toe en zei...." maar
Salomy Jane had hot verhaal van haar
valer al zoo vaak gehoord. Zelfs onze dier
baarste bloedverwanten kunnen vervelend worden
met hunne herhalingen. Ik weet 't, vader,"
viel ze hem in de rede, maar die man die
paardendief ontsnapte hij zonder letsel V"
Dat deed hij ; als hij maar niet de stommi
teit begaat van het paard te verkoopen, dan
is hij veilig genoeg. Zoo zie ja dat je dien
onzin aangaande een stervende vreemde" niet
aan Rube kunt opdisschen. Hij zal 't niet
slikken." Dat doet er niets toe, vader," ant
woordde 't jonge meisje met groote levendig
heid;" ik beu van plan het toch te zeggen
nog meer; ik zal hem vertellen dat, a:s hij er
in slaagt om er zoo van door te gaan, ik hem
onmiddellijk zal trouwen daar! Maar je
zult Ilube niet snappen dat die ooit gevaar
loopt van gepakt te worden om daarna te ont
komen!"
Met een, boosaardigen grijns op 't gelaat,
schoof Madison Clay z'n stoel achteruit, stond
op, drukte plichtmatig een kus op 't haar zijner
dochter en 't geweer uit den hoek nemende,
begaf hij zich met vreedzame, Samaritaansche
bedoelingen op weg naar eer e koe, die op een
afgelegen weide gekalfd had.
Hoewel hij Rube's vrijage begunstigde uit
een financieel oogpunt, was hij zich droevig
bewust van diens tekortkomingen op het gebied
van zekere erfelijke eigenschappen der
Clayfamïlie. In dat opzicht zou 't huwelijk eene
mcsu.llia.nce zijn.
Alleen geblever, staarde Salomy Jane lang
in gedachte naar den koffiepot en riep toen
de beide Indiaansche vrouwen, die haar in 't
huishouden behulpzaam waren, om den boel
op te ruimen; terwijl ze zelve naar bovenging,
raar haar eigen kamer om haar bed op te
maken. Hier viel haar oog op het portret van
zeker ernstig jongman met veitijnde gelaats
trekken, Reuben Waters, dat in den rand j
van haar spiegel was gestoken, zij dacht on- ,
Men kan dit ook aldus formuleeron: de logische
begrippen hebben de buiten de school gevormde
begrippen meestal niet te vervangen, maar enkel
te voi ooier. De heer Vogels knoopt daaraan
een opmerking vast, die ik ter nadere
karakteiiseering van zijn bock wensen mede te deelen,
daar zij als voorbeeld kan dienen, hoe hij het
katholieke weten en gelooven met zijne studies
over zielkunde vermag te schragen. Hij schrutt:
Heldere begrippen over God en godsdienst,
over hemel en onsterfelijkheid zyu derhalve
voldoende voor den geloovige om zeker van
het bezit der waarheid te zyn, om practiuch
zgi.e levenswyze naar de vooischriften van zijn
geloof in te richten. Blijkt daarom de
eenvoudige chris'.en, de weinig ontwikkelde, met
zyue begrippen van God en de Eeuwigheid
tegen een twijfelaar of ongodist niet opgewassen,
?wijl dij begrippen wel iu de noodige Mderheid
stralen, oiu van andere onderkend te worden,
maar niet tot in alle oi.derdee.en sterk belicht
zijn, wat vslc daaruit Ugeii de zekerheid zijner
kennis, de waarde van zijn godsbewijs te be
sluiten ? ... Het bewijst slechts, dat wij niet alles
in eens van eene zaak weten, maar deze kennis
voor ontwikkeling vatbaar is. Daaraan behoeven
echter scepticUttn of godloochenaars ons niet
te herinneren; de dagelijksche ondervinding
leert het."
Het katholieke weten behelst dat het
verstai.d, het vermogen om begrippen te vormen,
te oordeelen en te redeneren, niet in de
hersenen zijn orgaan hei-tt, maar bovenzinnelijk
is. Toch zijn de begrippen, g'-'lijk de overige
werkingen dts verstand», niet aangeboren, maar
worden zij aan de hand der ervaring in den
loop der jaren verworven. De vorming van
eenig begiip is wel een onsti'ö'jlijke, geestelijke
werking; toch woidt er zinnelijke waarneming
voor gevorderd a!s een noodzakelijke voor
waarde. De tl Thomas leert te recht: Ge
durende dit leven, terwijl het verstand met
het lijdelijk l.chaam verbonden is, kaa het
onmogelijk iets metterdaad begrijpen, zonder
zich te wennen tot de voorstellingen der ver
beelding ... Var.daar dat, wanneer door storing
vaa hec orgaan de verbe.ljing wirdt belem
merd, zooals bij krankzinnigen, of het ge
heugen gJiuuderd, gelijk bij suapiuchdgen, de
meiiscti niet kan begrijpai,1, wat hij te voren
reeds wist." Doch ai zijn er zinnelijke
vi.orstellingen voor de vorming van begrippen
noodig, tucüontvangt het verstand -zijne
oegrippun niet, maar urengt zo naar aameiding
van dia voorstelliuge/i zelf voort. De uiterlijke
afhankelijkheid d. s verslands van de zinnen
en de licuamelijke organen, laat zich vergelijken
met den dienst, dien de werkman van zijn ge
reedschap, de schilder van vert en penseel, de
schrijver van pen en papier geniet.
Wat vermag een soldaat zonder wapenen,
een zeeman zonder schip, een redenaar zonder
stem? Welnu, zoo behoeit het verstand de
hulp der verbeelding en ontleent het vooral
zijn eerste denkbeelden aan de voorstellingen
der phautasie, terwijl later wel een of ander,
maar niet immer een getrouw zinnelijk beeld
vereischt wordt van hetg-en het verstand op
geestelijke wijze in zich uitdrukt." Gelijk de
zinnelijke vermogens, zullen zij in werking
treden, uitwendige prikkels behoeven, zoo heett
ook het onstoffelijk verstand de hulp der zinnen
noodig om uit *ijn weikeloosheid te geraken
en in zoover heet het: inlellec.us patieus,
lijdend verstand. Maar tevens moet het
intellectus agens, handelend verstand, worden
genoemd, want het blijft niet eenvoudig lijdelijk,
maar brengt zelf vooit; het verstand gelijkt
niet op het was, waar de stempel zijn beeld
indrukt, maar op een schilder, die copieert
naar een model, daar het op onstoffelijke wijze
het sUtt'elijk beeld der fantasie reproduceert."
Men bespeurt het de hier voorgedragen
leer vermijdt /oowel de eenzijdigheid der
intellectualisten als die der sensualKten. De
heer Vogels is er ver van af met Leibnitz te
stellen, dat de wereld der zinnen een wereld
van verwarde begrippen is en dat het enkel
aan de beperktheid van cns intellect te wijten
willekeurig aan dat spreekwoordelijk bed, dat
ze op 't punt was zich zelve te spreiden in
hare eigenzinnigheid, waarop zij levenslang zou
moeten liggen. Salomy Jane had schik over
de laatste geestigheid, die ze zich ten zijnen
koste had veroorloofd, zooals ieder waar
huinorist zou gehad hebben; toen, haar eigen knap
gelaat in den spiegel gewaar wordende, glim
lachte ze op nieuw. Maar was 't niet verma
kelijk dat die paardendief bij slot van rekening
was ontsnapt? Lieve hemel! Verbeeldje dat
Reuben te hooren kwam dat hij nog leefde en
rondliep met haar kus op zijn lippen' Weer
lachte ze, een weinigje verstrooid ditmaal. En
hij had die kus beantwoord als een man, ter
wijl hij haar vast tegen zich had aangedrukt
ademloos en hij stond toch op 't punt
van gehangen te worden! 't Was meer gebeurd
dat Salomy Jane gekust werd tegen wil en
dank, toevallig, of door list. Bij zeker ver
nuftig pandjes-spel, daar bekend onder den
naam van ik smacht" had menig jonkman
gesmacht" naar een zoete kus" van Salomy
Jane en steeds had ze eerlijk haar schuld
betaald. Maar zóó was ze nooit gekust zou
ze nooit meer gekust worden en toch leefde
de man nog! En zoo waar, in haar spiegel zag
ze dat ze bloosde!
Ze zou hem nauwelijks herkennen. Een jorg
man met bizonder helderen blik, een verhit
en gebronsd gelaat, een vastbesloten uitdruk
king in de ocgen, geen baard neen, ten
minste ze had er geen gevoeld. Toch geleek
hij in 't geheel niet op Reuben in 't minst
niet. Ze nam Reuben's portret uit de lijst en
lei 't op haar werkdoosje. En te denken
dat ze i iet eens den naam kende van dezen
jongen man! Dat was gek. Door een man ge
kust te worden wiens naam ze nimmer zou
kennen! Natuurlijk kende hij den hare. Zou
hij zich dien nog herinneren en zou hij nog
aan haar denken ? Neen dat spreekt; in de
vreugde van er het leven te, hebben afgebracht,
zou hij wel al het overige hebben vergeten.
Lang hield ze zich echter met deze bespiege
lingen niet op. Haar nuchteren zin herkreeg
weldra de overhand en ze schudde de herin
nering van zich ai. Noch eenmaal echter, toen
ze haar kast ontsloot en 't bruin-linnen kleedje
in 't oog kreeg dat ze den vorigen dag had
gedragen, trof het haar op eens hoe leelijk het
was en speet het haar voor 't eerst dat ze op
den dag van haar bezoek aan Red Pete niet
meer zorg aan haar toilet had besteed.
Toen haar vader dien avond te huis kwam,
vroeg ze hem vol belangstelling naar 't nieuws.
Neen, men had den tweeden paardendief niet
gevangen; hij liep nog vrij rond. Rechter Boom
pointer sprak er van de hulp in te roepen der
geminachte wet. Er bleef wel niet anders over
dan af te wachten of de dief de dwaasheid zou
begaan te trachten zich van het paard te
ontis, dat wij zinnelijke waarnemingen hebben.
Maar aan den anderen kant is hij er even ver
van af den mensch uitsluitend als een zinnelijk
wezen te beschouwen en met nadruk bestrijdt
hij de leer van Condillac, volgens welke onze
begrippen enkel des sensatioiis trai stcrmées"
zouden zijn. Gelijk Kant onderscheidt hij
zinnelijkheid en verstand als twee heterogene
vermogens van den menscb, welke nochtacs samen
moeten werken, zal er kennis geboren worden.
Vergis ik mij niet, dan ligt het o,j de lijn van
prof. Vogels met Kant te zeggen:
Arschauungen ohne Begriffe sii.d blind, wie Begriffe
ohne Anschauungen Ie r sind."
Maar hier houdt dan ook de overeenkomst
met Kant op. Het blijkt uit wat prof. Vogels
over ruimte en tijd zegt. Het blijkt evenzeer
uit wat hij over de grondbegrippen zegt, waar
mede wij werken bij onze pogingen om do
wereld te kennen, b.v. over de categorie der
causaliteit. Enkel bij dit laatste onderwerp
willen wij nog even stilstaan.
Verandering, zegt prof. Vogels, is een begrip,
dat wij aan ervaring verschuldigd ziju, een
intuït ei begrip. B.v. een horloge begint te
tikken. Maar ervaring helpt ons niet aan het
begr p van oorzakelj^kheid, want post Itoc en
propter hoc, daarna en daardoor verschillen.
Hoe wordt dan dat laatste begrip verworven ?
Als die toon begon te klinken, begon te
bestaan, dan kon de reden, waarom hij begon,
waarom hij op dat oogenblik het bestaan kreeg,
onmogelijk in den toon zelf liggen. Te voren
was hy niet. Hij kon zich zelf het bestaan
niet geven, om mij zoo uit te drukken. . .
Derhalve, redeneert gij, was er iets--, dat aan
den toon het bestaan gaf, aan mijn gewaar
wording het aanzijn schonk, terwijl toon roch
gewaarwording te TI ren bestrnden. En het
begrip oorzaak Je afgewerkt, verworven." Het
is een deductief begrip"; door een eenvoudige
redeneering ontdekken wij, dat iedere veran
dering een gewrocht moet zijn
Ja, antwoorden wij, mits het a priori vast
staat, dat iedere verandering begrijpelijk moet
zijn. Daar alle punten in den tijd en in de
ruimte op zich zelve beschouwd aan elkander
gelijk aijp, moet er een gror.d zijn, waarom
eeu gebeurtenis juLt op dit bepaald oogenblik
en niet vroeger, juist op die bepaalde plek en
niet e:ders plaats g.'ijpt, indien wij althans
die gebeurtenis zul en verstaan. Doch daaruit
volgt niet, dat de wet der causaliteit een
natuurwet is. Hoogstens mag er worden be
weerd, dat wij de neiging gevoelen al onze
waarnemingen aan de heerschappij van cns
verstand te onderwerpen, dat wij kennen, door
gronden willen, dat het principium rationis
sulficientis de uitdrukking is van eene redelijke
behoefte. Er blijkt niet uit, dat die behoefte
door de ervaring allerwege bevredigd moet
worden.
Veeleer moeten wij zeggen dat, als causali
teit den eisch beduidt dat verandering begrepen
worde, wij slechts daar het recht hebben van
oorzaak ta spreken, waar het mogelijk is de
werking als een noodzakelijk gevolg uit haar
af Se leiden. B.v. zichtbare beweging van een
zeker bedrag verdwijnt om als onzichtbare be
weging, als .warmte te worden weder«eboren.
In dat geval mogen wij echter niet beweren,
gelijk nochtans ieder geneigd is te doen, dat
het onze wensch om op te staan is, die ons
lichaam in beweging brengt. Hier bestaat het
grootst mogelijk verschil tusschen wat oorzaak
heet en haar gevolg.
Waaraan moet het voorts worden toege
schreven, dat binnen ruimen krirg, namelijk
overal waar het mogelijk is gebeurteni sen
mechanisch op te vatten, de werkelijkheid zoo
vriendelijk is aan onze logische behoeften te
bca .twoorden? Moeten wij hier aan een
harmonia praestabilita tusichen natuur en
verst ;nd derken? Men lx speurt het: causali
teit is een betrekking, die ons zwaar te beant
woorden vragen op de lippen brengf. Prof.
Vogels heeft zich de quaesties misschien wat
te eenvoudig voorgesteld.
Gaarne zou ik nog iets over Vogels' leer
iiiiniiiiniiiiiiiiuiiiiiiiHiniiiiiiiiniiiiiiiiitiitiNili
doen. liet lijk van Red Pete was aan zijn
vrouw teruggegeven, 't Zou, meende hij, van
Salomy Jana's kant niet meer dan een staaltje
val goede buurschap wezen indien ze naar haar
toe reed om de begrafenis bij te wonen. Maar
Salomy Jane had er geen ooren naar. Ook
bekende ze haren vader niet dat, zoolang de
ander nog leefde, ze geen lust had een tweede
boetpredicatie van de weduwe aan te hooren.
Intusschen was het met innige voldoening dat
ze haar eigen lot met dat der weduwe ver
geleek. Immers 't had ook Red Pete kunnen
zijn die van de twee ontsnapt was. Maar neen,
hem ontbrak 't kranige dat den onbekende
kenmerkte, dien ze in hare verbeelding reeds
met alle mogelijke heldhaftige eigenschappen
had toegerust.
Je luistert niet na-ir 't geen ik zeg,
Salomy." Salomy Jane tchrikte op.
Ik heb je gevraagd of je dien hond van
een Phil Larrabee hier in de buurt hebt zien
rondsluipen?" Salomy Jane had hem niet
gezien. Maar ze begon nu toch opmerkzaam
te worden, en zich hare afgetrokkenheid te
verwijten, want ze w'st dat Phil Larrabee een
van haars vaders dood vijanden was. Hij zou
't niet wagen zich hier in den omtrek te
vertoonen, tenzij hij overtuigd was u niet te zullen
ontmoeten," sprak ze haastig.
Dat is 't juist," antwoordde hij, terwijl
hij z'n grijze kop krabde. Ik heb den heelen
dag aan hem loopen denker, en een der
Chineezen heeft me verteld, dat hij hem bij
Sawyer's kruispunt heeft gezien. Hij was nog
een soort vriend van Pete's vrouw. Daarom
dacht ik, als je er heenging, zou je eens kun
nen onderzoeken of hij er geweest was." Salomy
Jane's zelfverwijt nam too bij de gedachte
hoezeer de belangen haars vaders betrokken
waren bij het onderhouden van goede betrek
kingen met de buren.
Maar dat is niet alles," gir g mr. Clay voort.
Ik vond in de ver-afgelegen weide sporen die
niet de mijne waren. Ik volgde ze; ze liepen
twee of driemaal om het huis, alsof iemand er
om heen was geslopen en toen verloor ik
ze weer in 't bosch. 't Is net iets voor dien
gluiperd van een Larrabee om heimelijk op me
te loeren, en bang te zijn me flink en openlijk
onder de oogen te komen."
Blijf een paar dagen kalm t'huis, vader, en
laat mij eens op verkenning uitgaan," zei 't
jonge meisje, terwijl hare donkere cogen van
sympathieke verontwaardiging schitterden. Als
't die hond is, zal ik er gauw genoeg achter
zijn, en u zeggen waar hij zich schuil houdt,"
Je zult stil blijven waar je bent, Salomy",
zei haar vader beslist, Dit is geen vrouwenwerk
? hoewel ik bekennen moet dat je er beter
voor berekend zoudt zijn dan menig man dien
ik ken!"
(Wordt vervolgd.)