De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 7 oktober pagina 1

7 oktober 1900 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 1215 DE AMSTERDAMMER A°. 1900. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAURIK Jr. Dit nummer bevat twee bijvoegsels. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucines tegenover het Grand Café, te Parijs. Zondag 7 October. Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel » 0.40 Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. I N H O IJ D. VAN VEBBB EN VAN NABIJ: Diplomatiek en Maritiem teliid, (Ing.), door A. E E. Credi teering van den sutkeraecgns, di«»r K. Reijne. Mr. Eann's afscheid. Ironie? Bol d'Or. Hulp door de Vieslaad" bewezen. Twee zieken tegen wil en dank. Dtutsohland en China. 80CIAIE AANGELEGENHEDEN; The Man-inthe-Street", (Slot), deer W. KUNST EN LETTEBEN: Muziek in de Hoofdstad, door Amt Averkamp. Iets over ontwerpen in architectuur", door J. E. van der Pek. Het Binnenhuis", door B. W. P. Jr. Beter zee, door W. G. van Nonhuys. Beek- en Tojjdsehrift, door G. van Halzen. FEUILLETON : Salomy Jane's kas, III., door Bret Harte. BECLAMES. VOOB DAMES: Een bigde -begroeting wan het nieuwe licht, (Slot), door F. J. van UildrikB. Het VrenwenVredescongres ie Parjje, door Vera Betsy Steang, door ds. F. W. Drjfwer. Een 'Te Hui«, door Bertha van 't Sticht. Allerlei, door Caprice. FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KBONIEK, door D. Stigter. SCHAAKSPEL. Openbare boekerijen en leerzalen, .door A. J. vaa» Huffel Jr. ALLEBLEI. - INGEZONDEN. PEN EN POTLOODKBASSEN. ADTEBTENTIES. ? ?NHIIIIIIIIIIIIIIIHWMWIIIIIJIIIIIimMIIHMMIIIIIIIMmmWIIIIMMIIIIIHII ;Biplomali«k en Maritiem i»elei4 Diplomatiek beleid naar buiten -opent baart zich in feiten. Wordt het voornemen tot het volvoeren ..een er diplomatieke handeling ruobtbaar gemaakt, dan wordt aan partijen gelegen.heid geboden het voor en het tegen te overwegen, en maatregelen te beramen .en te treffen om 'de uitvoering te bemoei. lijken, zoo niet te 'belemmeren. Een protest .tegen een verrichte handeling eischt.meer .materiëele eu psychische kracht, dan neodig is .om door waarschuwing -of aanmaning . een -voorgenomen handeling niet tot .uit. voering te doen komen. Een protest tegen een feit zal derhalve achterwege kunnen ! blijven waar dn voorgenomen handeling . daartoe reeds moeilijkheden zoude uitlokken. , In. dit licht beschouwd is de wijze van --uitvoering van het aanbod onzer Regeering, .-om den president Kruger uit Zuid-Afrika /naar elders te bsengen aan boord van eer. < oorlogsschip, niet >te loven. Daargelaten of .het aanbod zelf prijzenswaardig is. Twintig itot dertig dagen sullen v-erloopec vóórdat .het ;Departement van Marine het aanbod ten uitvoer kan buengen, den heer.Kruger, door het Departement van Buitenlandsche .'Zaken ged&an. Voor de jingopers voldoende tijdsruimte om de «Engelsehe diplomatie tegea de Nederlandsen e in het hacnas te jagen,; voor de Eogelsche «üplomatie om desverlangd de af wikkeling .der diploma tieke aangelegenheid 'tal van bezwaren te ^bereiden, en voor de D.uitsche.-regeering om ?met de .Engelsche tot overeengteramiijg te ikomen omtreat de in deze te volgen ,ge.daragslijn,, aannemende dat de dagbladberichten juist tij n en Duitschland's keizer ibet ernstig zoude betreuren, als de heer J[r/uger geld en papieren .meden am. Had de president Kruger onmiddellijk jia het doen van het aanbod aan boord gunnen gaan, en het oorlogschip niet volle bunkers da&rna het anker kunnen lichten met geheime bestemming, dan had de hooge reiziger veilig in Europa .kunnen zijn, vóór dat eenige diplomatie bezwaren te berde had kuanen brengen, en had de Nederlandsche diplomatie gemakkelijk de bezwaren kunnen ontzenuwen, ingebraeht nadat het feit had plaats gegrepen. Voor opgesteld, dat de Regeering zich zekerheid had verschaft, dat de handeling niet strijdig was met den plicht welke op het land rust als neutrale mogendheid. Het ia wel droevig dat de 'Friesland juist vertrokken waa van de Zuid-Afrikaansche kusten, toen haar aanwezigheid ter plaatse noodig was. Zoo niet, de heer Kruger had onmiddellijk scheep kunnen gaan. Maar thans rijst de vraag, had het niet van meer diplomatiek beleid getuigd en ware de uit voering van den genomen maatregel niet beter verzekerd geweest, als het Departe ment van Buitenlandsche Zaken deze had geheim gehouden, en de Gelderland had gedirigeerd op Lorenzo-Marques met be stemming de Friesland af te lossen, of, met voor de buitenwacht geheime bestem ming van uit Aden het ruime sop had laten kiezen ? In Lorenzo-Marques had de Nederlandsche Consul den commandant dan de noodige instructies kunnen geven en met het vertrek van het schip vandaar had eerst ruchtbaarheid aan de zaak mogen worden gegeven. Waarom het aanbod zoo nel wereldkundig gemaakt? * * * Het is mogelijk, dat de uitvoering van de diplomatieke handeling, opgedragen aan <le Gelderland, vertraging heeft ondergaan, omdat deze bodem de noodige zeekaarten mist. Is dit juist d°n rijst de vraag: heeft het Departement van Marine daaromtrent tijdig en afdoende het Departement van Buitenlandsche Zaken ingelicht ? Voorts: zijn den commandant van de ?Gelderland in onderling overleg tusschen beide Departementen instructies verschaft, omtrent de door hem te volgen gedragslijn, bijaldien eenige mogendheid tegen het vertrek van den heer Kruger aan boord van onzen bodem op eenigerlei wijze for meel of daadwerkelijk protesteert ? Want de mogelijkheid is voor dezen commandant ?uitgesloten om dan c. q. instructies te vragen. De telegraafkabel in Engelsche banden spreekt en zwijgt op Engelsch bevel. * .-.* * Hoe de afloop der reis ook moge zijn, het blijft een groote fout in het beleid van bet Departement van Marine, dat aan boord van de Gelderland in zoo be perkte mate zeekaarten aanwezig waren. Aanvaardt een Nederl. oorlogschip een tocht buiten de territoriale wateren, dan moet het immer de mogelijkheid voor oogen staan, dat -een krijg kan uitbreken, en zeker in dagen -van diplomatieke span ning zooals thans. Het moet dus voor den strijd volledig zijn uitgerust en zeekaarten aan boord hebben, zoo niet van de .geheele wereld, dan toch zeker die, welke noodig zijn om -van elk punt zijner -voorgeschreven route de territoriale wateren .te kunnen bereiken, lang-s welken weg ook. Bij bet uitbreken van een oorlog zoude het toch niet aangaan, dagen lang in ?een min of meer vriendschappelijke haven te blijven lummelen, zoekende naar of wachtende op toezending van kaarten. «Qnze Marine behoort meer te zijn dan eene beurtschipperij qp Indië. Neemt nu de Gelderland alleen kaarten aan boord voor het traject Aden -Lorenzo-Marques, dan is de mogelijkheid buitengesloten de reis om de .Kaap te -maken en moet de terugtocht door het Suez-,Kanaal worden gewaagd. Zulks zoude minder wenschelijk kunnen blijken, gelet op Engeland's hou ding. Door .gebrek aan zeekaarten is ge bleken dat het Departement van Buiten landsche Zaken de oorlogsvloot niet kan benutten waar noodig. * * * Het ^vorenstaande blijkt ons -belangrijk ..genoeg, ook om de gevolgtrekkingen die .men er uit kan maken, om den wensch jneer te -schrijven, dat eenig lid der Volks vertegenwoordiging de Regeering om opiheldering in deze zal vragen. .A. IE. R. Cpediteewng vanden suikeraccijns. /Zijne Excellentie de Minister «van.Binanciën mag zich verheugen in 't feezit eener dubbele vermaardheid. Eerstens omlauweitihem de althans door mij 'Onaangevochten renommée, -een uit nemend hooggeleerd staathuishoudkundige te zijn. In .de tweede plaats '.vestigt zich meer en meer de overtuiging dat mr. :N. G. Pierson in hooge mate de vaardigheid bezit om lastige srragers zoo nu ea dan op geestige en scherpzinnige wijze 't zwijgen op te leggen, of, zooals wij profane mensehen ?dat meestal noemen, met «en kluitje in 't riet te sturen. Deze vaardigheid heeft zich in bijzondere mate bij mr. Piersan ontwikkeld gedurende zijn ministerschap en ook de voorgaande week Jiebben w« hiersran een proefje mogen genieten. Men zal zich herinneren dat in den zomer van 1899 op de Londensche markten groote partijen fruit, voor dejamfabricage bestemd, werden afgekeurd op grond van een lang vergeten gezond heidswetje. Deze afkeuring, bij welke willekeur, chicanerie en fraude ontegenzeggelijk een groote rol vervulden, bedreigde in ernstige mate de belangen van de Nederlandsche fruitteelt. Voornamelijk de export van z.g. zachte fruiten (aardbeien en frambozen) werd nagenoeg ondoenlijk gemaakt door de ongunstige voorwaarden. Dit jaar was de export dezer fruitsoorten belangrijk geringer dan voorheen en slechts 't feit dat de geringe Engelsche oogst deze Hollandsche fruiten onmisbaar maakten voor de Londensche jamfabrieken heeft eene herhaling der afkeuringen voorkomen. Geen wonder dan ook dat hier te lande een streven kenbaar werd om zoo mogelijk de Nederlandsche fruitteelt onafhankelijk te maken van de Engelsche markten, de Engelsche willekeur, chicanerie en fraude. Na een bijeenkomst van belanghebben den en belangstellenden werd een com missie benoemd, die als opdracht heeft de stichting eener Nederlandsche jamfabriek voor te bereiden met bepalingen zoo gunstig mogelijk voor de fruittelers. n denzelfden geest werd ook door anderen gearbeid. De Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen publiceerde in 't begin van dit jaar een uitvoerige be schouwing over den fruithandel en de vooruitzichten eener Nederlandsche jamfabriek. Voor de goede ontwikkeling der jamfabricage was naar 't oordeel dier Kamer de heffing van den suikeraccijns een ernstig bezwaar. Erkennende dat afschaffing van dien accijns moeilijk te verkrijgen zou zijn werd aangedrongen op crediteering opdat althans het groot renteverlies door directe accijnsbetaling zou worden vermeden. Op dit advies, dat uitvoerig in de pers werd besproken, volgde een adres dier .zelfde Kamer van Koophandel gericht aan den Minister van Financiën, vragende eene zoodanige regeling te treffen dat uitstel van betaling werd verleend aan de aocijnsplichtigen. Verschillende vereenigingen, Kamers van Koophandel hier te lande en b.v. ook de Geldersch-Overijselsche Maatschappij van Landbouw steunden dit verzoek, zoodat gegronde hoop werd gekoesterd op inwil liging. De vorige week echter heeft de Minister van Financiën aan de betrokken adres santen het volgend schrijven gericht: »Ik ontving van uwe Kamer een schrijven waarbij instemming wordt betuigd met het verzoek van de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen, dat tot bevorde ring van de ontwikkeling der jam-industrie hier te lande de bestaande regeling omtrent teruggaaf van accijns voor suiker bij uitvoer van jams wordt vervangen door een stelsel van crediet voor den accijns der door de jamfabrikanten benoodigde suiker, zoodat die accijns niet dadelijk betaald behoeft te worden >en bij uitvocrwan de producten kan worden -afgeschreven. »Ik moet aannemen, dat de Kamer, alvorens tot ondersteuning van dat ver zoek te besluiten, voorlichting heeft ge vraagd aan personen, die bij de vervaardi ging van jams betrokken zijn en dus de zaak naar eigen ondervinding kunnen beoordeelen. !Zij zal waarschijnlijk er geen bezwaar tegen hebben de namen en woon plaatsen dier deskundigen aan mij op te geven. »Door mij werden tot dusver van jam fabrikanten geen klachten over den be staanden toestand vernomen. Zelfs werd mij nog onlangs door een der voornaamste ihurner verzekerd, dat hij met den be staanden toestand, waarbij ook is te letten op het invoerrecht voor buitenlandsche jams, volkomen tevreden is en geenerlei verandering wensch t. ..tik heb dus de eer der Kamer te ver zoeken mij de voormelde opgaaf te willen verstrekken." Dit onberispelijk -en welwillend officieel schrijven is 't kluitje waarmede alle lastige vragers door Zijne Excellentie in 't riet worden gestuurd. De .vraag naar «deskundigen" (flat zijn volgens den Minister de jamfabrikanten) is zoo .eenvoudig en zoo natuurlijk! En wanneer we dan overwegen dat hoogst waarschijnlijk geen enkele onzer inlandsche jamfabrlkznten om zeer begrijpelijke redenen .(die ik nader toelichten zal) ver andering Avenscht in de tegenwoordige regeling van den suiker.accyns, dan hebben tevens al die adresseerende Kamers van Jvoophandel, al die ijveraar-e voor aceijts.erediteering, -den schijn op zich geladen te hebben geoordeeld eonder onderzoek, zender kennis van zaken'! Waarschijnlijk wrijft men zich in de Haagsehe departe menten tevreden in de handen, blijde dat n enkel ministerieel schrijven weer eene zoovelen in den .Lande volkomen schaakjnat heeft gezet. Maar toch, ondanks dat handengewrijf, ondanks die tevredenheid, ondanks die sehaakiaat-gezetfce Kamers van Koophandel, toch is 'i ministerieel schrijven inderdaad niet anders dan een kluitje ;i la Pierson. * f % Van de Nederlandsebe jamfabrikanten, die zonder uitzondering bijna geheel óf uitsluitend fabriceeren voor binnenlandsche consumptie is geene medewerking te wachten voor 't streven tot crediteering van den suikeraccijns en wel om de volgende redenen : 1. de bevoorrechte positie van den fabrikant voor binnenlandsch gebruik; 2. de voordeelen bij export van minder waardige jam. 3. de grooter kans dat nieuwe con currenten zullen opstaan. Het volgende als toelichting. Behalve de fruit is ook de suiker een onmisbaar bestanddeel voor de jam. Voor die suiker wordt aan accijns betaald /' 27. per 100 Kg., welke accijns echter wordt teruggegeven indien naderhand de jam naar 't buitenland wordt uitgevoerd. De eene jamsoort bevat meer suiker dan de andere maar in doorsnede kunnen we dit stellen op 60 procent. Voor 100 Kg. jam wordt dus betaald f 16.20 suikeraccijns. Buitenlandsche jam wordt bij invoer niet belast naar 't suikergehalte, doch gebracht onder de rubriek suikerbakkerswaren en als zoodanig belast met een recht van ? 25.?per 100 Kg. Dit cijfer is ook gehandhaafd bij de voorgestelde wijziging der tarieven. Vreemde jam brengt dus in onze schatkist f25.?en inlandsche f 10 20 per 100 Kg. Zoo is't te verklaren, dat ook reeds zonder andere besparing de bekende potjes van pi. m. 'A Kg. hier te lande door den Nederlandschen fabrikant ruim 4 et. goedkooper kunnen worden geleverd dan b. v. door zijn Engelschen concurrent. KU wordt door onze fabrikanten en fabrikantjes, die dikwerf bang zijn zich aan koud water te zullen branden, ge vreesd, dat deze bevoorrechte positie zou weg vallen, indien de heffing van den suikeraccijns op andere grondslagen werd geregeld. Ook bij export geniet de jamfabrikant eenig voorrecht, of kan althans dit genie ten door de onvoldoende controle der Ned regeering. Op het 52ste Landhuishoudkumdig Congiès zei de heer Camman rijkstuinbouwleeraar te Tiel, hierop doe lende o. a. het volgende: »Wanneer de Nederlandsche fabrikanten jam willen verzenden naar het buitenland sturen zij een monster, dat zij uit een willekeurige partij nemen, ter onderzoek naar het suikerlaboratorium te Amsterdam. Zij zorgen wel, dat daarin de noodige hoeveelheid suiker aanwezig is en gewoon lijk wordt dan ook het gehalte van 2/3 aan suiker geconstateerd. Zij geven nu eenvoudig op, dat een partij van b. v. tienduizend kilo jam met een gehalte van 2/3 aan suiker naar het buitenland wordt gezonden en krijgen dan van het Rijk 23 gedeelte van den accijns of f 18 per honderd kilogram terugbetaald, terwijl daarbij nooit gevraagd wordt of die jam ook saccharoee, glucose of andere derge lijke minwaardige stoffen bevat." Uit deze getuigenis blijkt hoe de tegen woordige heffing van den suikeraccijns een niet gering voordeel opleveren kan bij export van geringe kwaliteiten jam. Moeilijk kan men dit «terugbetalen" noe men, anders zou men zeggen : hier wordt accijns terugbetaald die nimmer gestort is geworden. Bij crediteering van den suikeraccijns zou natuurlijk deze »industrieelehandigheid" niet meer mogelijk zijn en daarom geven de Nederlandsche jamfabri kanten zoo gaarne den Minister van Fmantiön de verzekering hunner tevreden heid. En 't derde bezwaar van fabrikanten tegen crediteering is al even fraai. Wanneer toch wordt toegestaan den suikeraccijns niet direct te betalen maar crediet wordt verleend dan zal voor elke nieuw op te richten fabriek het bedrijfs kapitaal aanzienlijk geringer kunnen zijn dan onder de tegenwoordige omstandig heden. Thans moet buiten het zaak-kapitaal nog een zeer groot bedrag worden verschaft om dit geheel renteloos in den suikeraccijns te beleggen. En aan die vrees om door gemakkelijker voorwaarden meer concurrenten op te wekken worden door onze jamfabrikanten de belangen van de fruittelers opgeofferd. Wellicht zal 't na deze toelichting menigeen duidelijk zijn geworden dat onze Kamers van Koophandel goed handelden door niet bij jamfabrikanten te informeeren, al zijn dezen dan ook volgens 't ministerieel schrijven de de-kundigen, wier oordeel door ondervinding waardevol is. * * * Bij de pogingen om in wijde kringen de noodzakelijkheid der inlandsche jamfabri cage te betoogen is herhaaldelijk de uit drukking gebezigd: vestiging eener vaderla,ndsche industrie. In zooverre is deze uitdrukking onjuist dat de schijn wordt gewekt alsof de jamfabricage hier te lande iets nieuws zou zijn. En dit is een dwaling; meerdere fabrikanten en fabrikantjes van jam zijn hier aan te wijzen en vooral in de laatste jaren is hun aantal gegroeid. Bijna zonder uitzondering zijn 't echter ondernemingen waar naast andere pro ducten »ook wat jam wordt gemaakt.1' De verbruikte hoeveelheden fruit zijn gering, zoodat de fruitteelt den invloed der tegen woordige fabricage slechts weinig gevoelt. En 't gevolg dezer fabricage op kleine schaal, met onvoldoende hulpmiddelen, weinig in overeenstemming met de eischen eener moderne industrie, is onmiddellijk dat 't product bijna uitsluitend binnenslands geplaatst worden moet. Bij 't nog beperkt jamverbruik en de stilzwijgend aangenomen superioriteit der Engelsche jams, doen de inlandsche fabrikanten elkaar een vinnige, ja doodende concurrentie aan, een con currentie, die reeds opweg is den goeden naam van vruchtenmoes voor vele jaren te knoeien. Gebruik van goedkoope fruit soorten, vermenging met knollen en bieten, gebruik van krasse conserveermiddelen zijn wapenen in dien binnenlandschen strijd. Hierboven gewaagde ik van den arbeid der commissie, die als opdracht heeft de stichting eener Nederlandsche jamfabriek voor te bereiden. Geenszins is 't streven dier commissie om 't getal dier kleine fabrieken werkende met onvoldoende hulpmiddelen en bijna alleen voor binnenlandsche consumptie, nog te vermeerderen. Het doel is de Nederlandsche fruitteelt onafhankelijk te maken van de Londensche markt en tevene van alle bezwaren zoo nauw verbonden aan den handel met Engeland. Dit doel is slechts te bereiken door de stichting eener groole jamfabriek, die uit sluitend eerste kwaliteit fabriceert en hare producten plaatst op de wereldmarkt. En wie twijfelen mocht of zulk een groote fabriek levensvatbaarheid bezitten zou wil ik slechts herinneren dat enkele Londensche jamfabrieken uit Nederland betrekken: suiker uit N.-Brabant, fruit uit 't West land en de Betuwe, glazen potten uit Leerdam, stroohulzen uit Groningen, mand werk uit 't Land van Cuijk en reclame platen uit Dordrecht. En wij, die natuurlijk deze artikelen ons goeilkooper kunnen verschaffen en wat de fruit betreft ook oneindig beter kwaliteit, wij blijven voortgaan al die bestanddeelen voor jamfabricage over de Noord-Zee te zenden om potjes jam van LiptonofPink of Grosse en Blackwell terug te ontvangen ! Doch zoolang Zijne Excellentie Minister Pierson blijft steunen op de adviezen der deskundige jamfabrikanten en uit hunne «tevredenheid" de meening put dat de suikeraccijns-heffing onberispelijk is, zoo lang zijn de levenskansen eener groote jam fabriek zeer gering. Zonder 't evenwicht tusschen vraag en aanbod op onze fruitmarkten te verstoren kunnen zeer wel enkele millioenen kilo's fruit op eigen bodera tot vrucbtenmoes worden bereid. Welnu, zulk een fabriek, die 2 millioen Kg. fruit kan verwerken, zal niet kunnen volstaan met een voldoende maatschappelijk kapitaal, maar zal boven dien nog minstens 8 tonnen gouds bijeen moeten schrapen om deze geheel renteloos te beleggen in onzen suikeraccijns. Dit is een onoverkomelijk bezwaar. Indien de Minister van Financiën dan ook blijft weigeren crediteering van den suikeraccijns toe te staan voor jarabereiding, zal elke poging om den tuinbouw duur zaam te helpen vruchteloos zijn. En groot voorzeker is hunne verant woordelijkheid, die niet hebben gedaan wat hunn? hand vond om te doen. B e v e r w ij k, 24 Sept. 1900. K. REIJNE. Mr. Kann's afscheid. «Bij de opening der civiele zitting van het gerechtshof te Amsterdam den 28sten Sept. sprak de voorzitter, mr. R. van der Werk, een welgemeend woord van afscheid tot den substituut-griffier mr. H. Kann, die heden voor het laatst als zoodanig zitting nam, na vele jaren dit ambt te hebben bekleed. »De voorzitter wees op de voorbeeldige accuratesse, den ijver en de bekwaamheid van den vertrekkenden functionaris, met wien het geheele Hof steeds op de aan genaamste wijze heeft samengewerkt. «Alvorens te concludeeren, sloot de adv.generaal, mr. Pleyte, zich namens het parket aan bij de door den voorzitter aan mr. Kann gebrachte hulde''. «Gistermiddag had in een buitengewone zitting van het gerechtshof alhier plaats de installatie van mr. M. J. Claassen als substituut-griffier bij dat college. «In zijn requisitoir herdacht procureurgeneraal mr. H. J. Kist den afgetreden substituut-griffier mr. H. E. Kann, die deze betrekking ruim 23 jaren had waar genomen. «De beweegredenen die mr. Kann ge leid hadden tot een ontslagaanvrage wil de procureur-generaal niet bespreken. Wat hem er toe bewogen heeft moet geëerbie digd worden. Eén ding moet vóór alles verklaard worden. Kann is steeds geweest een trouw rechterlijk ambtenaar, die altijd gewerkt heeft met een ijver en toewijding, welke^ met licht overtroffen kunnen worden. [n zijne aanrakingen met het parket was lij steeds bereidwillig en hulpvaardig. «Daarom past hier een openlijk woord van dank. Spr. wenschte dat het hem altijd goed moge gaan in zijn verder leven. «De president mr. W. R. Op ten Noort

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl