De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 7 oktober pagina 3

7 oktober 1900 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 121S D E A M S T IE U DA M M E K WE E K B L A D Y O R N E D E R L A N D. ontwikkelde 19e eeüwefs zooveel doen. Ook is 't goed voor de ratten, die bij giroote getallen de kamers binnentrekken, vooral wanneer er 'n doode is. In die kamers worden overdag en 's nachts aller lei snuisterijen gemaakt tegen de somma van 90 cents voor 144 stuks, opdat lieve jongetjes Ze kunnen geven aan kuische meisjes als zoovele getuigenissen voor hun liefde. En de jongetjes en meisjes, die ze zelf of wier ouders ze gemaakt hebben, leven voort in of buiten hun kamerholen als ratten onder ratten, verfoeid om hun vuilheid en onzedelijkheid door de reine jongetjes en de kiesche meisjes, vooral wanneer die tot rijke mannen en huise lijke vrouwen zijn opgegroeid. »Home" wil heelemaal niets meer zeggen in Lon den, maar 't ergste is, dat de menschen verstompt door de omstandigheden .gewoon raken aan zulk 'n omgeving en zulk 'n lot;. Ze leven voort; ze dooden niet, zich zelf noch anderen. Londen is grotesk in z'n ellende. Lon den is in ieder opzicht produkt en type van 't kapitalisme, 't Is bedriegelijk van uiterlijke welgedaanheid; 't is wee van efterend vuil achter de gladde, gelijke muren van z'n eentonige, sombere huizenreeksen. In 't groene Noorden werd in '98 gevonden, levende in 'n hok achter 'n goed uitziend huis, 'n man met vrouw en 5 kinderen en 2 ezels en 'n hond. De stank van 'n stervend meisje van 16 deed dit ontdekken. In 't zelfde jaar in't \\restEnd stierf 'n 75 jarige vrouw, waarvan de dokter constateert: »'t Lichaam was levend van wormen. De kleeren grijs van insekten. De kamer was in vervuilende toestand. Alles was volkomen overdekt met wormen." 'n Soortgelijk geval komt kort daarna weer voor in 'n ander deel van 't Noorden. En zoo voort in alle deelen van Londen, en zelfs bij Londen in half-landelijke plaatsjes. Gevallen, die meest alleen voor den dag komen door stank, moord, dood en wreedheid aan kinderen. Gevallen, die in 'n wél-geordende samenleving niet moesten kunnen voor komen, maar stellig niet moesten geheim blijven. Door de woningnood is de kazernebouw ontstaan, die volgens Haw e. a. de volpropping verergeren, en juist de ergste krotten opleveren. Daar is heelemaal geen lucht meer te happen. Zoodra daar 't bederf begint, verspreidt 't zich veel gemakkelijker en over meer duizenden dan in de bedorvenste huizen of huiskamers. Londens sterftetal is gemiddeld 17 per duizend. 'n Aantal vrij goeie kazernen heeft 20 p. d. Maar er zijn er met 30 en 40 p d. De besmettelijke ziekten woeden vooral in de kazerne-woningen. Woning is in Londen voor de massa dus niet te krijgen. Wat er is, is slecht en wordt bewoond tegen de wet. Komt 't toezicht daar achter, dan moeten de bewoners eruit; veel meer kan :t toezicht niet doen. Eén staaltje, 'n Man, vrouw en 5 kinderen werden in ien kamer wonende gevonden. De huis-eigenaar werd gedag vaard, maar zei, dat hij 't heele huis aan slechts n familie had verhuurd. De huurder werd gedagvaard, maar zei, dat hij de kamer aan 'n familie van 3, niet van \1 had verhuurd. De kamer-bewoner ?werd gedagvaard en hij moest binnen 7 dagen 'n eind maken aan deze opeenhooping van 7 menschen in die ene pMMll SALOMY JANE'S KUS 3) BOOB BRETHAKTE. Tech z;at Salomy Jane dien avond, nadat haar vader naar bed was gegaan, bij 't open venster \ïan de woonkamer, schijnbaar lusteloos in kalm nadenken verzonken, maar feitelijk met ingespannen aandacht het oor leenend aan ieder gf.luid. 't Was een prachtige maan-avond. Twee vpijnboomen, vlak bij de deur, voor uitgeschoven schildwachten gelijk van 't dichte woud <Jat zich op een afstand bevond, wier pen kiun lange schaduwen als donkere paden in cte richting der hut, en zonden hun geu rige uitwasemingen door het open venster naar binnen. Versieringen als wingerdranken en bloemen moest men in de nabij eid van Jane's woning niet zoeken dat spreest; de neder zetting was te jong, het leven te praktisch voor zulke ijdele zaken. Maar de maan ver lichtte fantastisch de gansche omgeving gaf ronding aan de scherpe lijnen der afdaken, tooverde schaduwen op de kale vensters, en ?verborg barmhartig door haar lieflijken schijn het onooglijke van kiezelhoopen, van schrale stompen en overblijfselen van verbrande boomen voor de deur. Zelfs Salomy Jane was onder de begooche ling toen ze half zucht, half geeuw slaakte bij het inademen der pijnboomengeur. Plotseling evenwel richtte ze zich overeind. Haar geoefend oor bad een zwak klik, klik" vernomen in de richting van het woud; haar vlug begrip en landelijke opvoeding stelden haar in staat daarin den hoefslag van een paard te onderscheiden op steenachtigen grond; haar lokale kennis zeide haar dat het geluid moeit komen van de plek waar de gebaande weg voerde over een bestraat gedeelte, geen kwart mijl verwijderd van waar ze zat en binnen de grenzen van hun domein. Dwalend vee kon 't niet wezen, want de hoeven waren be slagen; 't moest een ruiter zijn, die den nacht te baat nam om hier binnen te dringen, en dit voorspelde niet veel goeds voor een man als Clay. Ze stond op, wierp haar shawl over 't hoofd, meer als vermomming dan om zich tegen de koele nachtlucht te beschermen en ging de deur uit. Door eene plotselinge inge ving gedreven greep ze het geladen geweer haars vaders niet zoozeer gevaar voor zich zelve vreezende dan wel omdat het als voor wendsel kon dienen. Regelrecht ging ze op 't bosch af, zoolang mogelijk in de schaduw kamet. De man, 'n teringlijder, deed z'n best maar kon niets anders krijgen binnen de gestelde termijn. Toen werd hem nog 14 dagen tijd gegeven, 't Was in Juli 1898. Tot December kwam hij telkens voor, en telkens kreeg hij opnieuw 14 dagen zoekenstijd, omdat er werkelijk niets te vinden was. Er was op gelet, dat hij zocht. Eindelijk na kerstmis ging de man met z'n familie uit deze kamer in dit huis naar 'n andere kamer in 'n ander huis. Weer werd de familie door 't toezicht bezocht, en teveel gevonden voor n kamer; maar'de man was intusschen met de tering naar 't hospitaal. Komt hij er ooit uit, dan begint de drijfjacht opnieuw. Zoo ;gaat 't met de overgroote massa der Londensche armen. Ze worden verdreven en opgejaagd. De huren worden bijna overal hooger. Soms gaan de huizen naar de grond, en komt 'n betere klasse te wonen op de plaats, waar hun krotten gestaan hebben. Maar zij gaan weer wonen in andere krotten, of maken andere woningen tot nieuwe krotten. En toch, als aan eüklasse 't recht wordt gegeven, de andere uit (de huizen te zetten, heeft die andere klasse dan niet 't recht te eischen, dat ze weer in 'n huis gezet wordt! Gemeentescholen, spoorwegen, groote han delszaken en weinig-eischende vreemde lingen koopen heele buurten op, verjagen de bewoners, en bouwen er hun reusachtige gebouwen, of gaan er zelf met hun families in wonen, en brengen zoo of de buurt zelf, of de naaste buurten in nog slechter toestand dan ooit te voren. Want de uitgedrevenen woonden einar niet voor huu plezier. Ze moesten er wonen voor hun brood, en nu gaan ze in de nabijheid de slaapruimten nog meer overvullen. De huren van de slechter wordende slaapruimten worden al hooger. We spraken in den beginne van de konkurenüe der huurders, die de prijs bovenmate opvoert ten genoege der eigenaars, 'n Drijfjacht op groote schaal jaagt natuurlijk ook de prijzen geweldig op. Maar er is meer. Hoe meer menschen kleine gedeelten van 't huis in huur hebben, hoe enorm hooger de opbrengst is voor de eigenaar, behalve dat er ook van te besteden zorg aan de woningen bij zulke stapelplaatsen van menschen geen sprake behoeft te zijn. 't Direkt voordeel van de eigenaar brengt mee al maar onderverdeeling en hooger huur. Haw deelt mee, dat m n der slechtste buurten van 't East End in Augustus 1898 voor ieder van 'n twaalftal woningen van 2 kamers de weekhuur werd opgevoerd van 4 sh. G d. op 7 sh. d. (van f 2.70 op/'4.50). Nieuwe bewoners moesten £ 2 of f 24 deponeeren voor de sleutel, en in Oktober deden de huizen al 8 sh. of ?4.80 per week. Als geprotesteerd wordt ant woordt troostvol de eigenaar dat de huren van alle huizen de hoogte ingaan. En de eigenaar heeft gelijk. Dat er dan ook huur-oproeren plaats vinden, bijv. in Stepney, is niet te verwonderen. Mocht werkelijk 't toezicht zoo nu en dan her stellingen van de woningen eischen. dan stuurt de eigenaar om te beginnen de bewoners er uit. Onbeteekenende reparaties worden aan 't huis gedaan. En naeenige dagen kunnen nieuwe bewoners dubbele huur betalen voor de verbeterde woningen. Zoo doen de allerarmsten voortdurend goed aan de rijken, terwijl de rijken de mond vol hebben van goed doen aan de armen. IIMIIIIIIIIIIIMIIIIIlnilllllllill der pijnboomen blijvende. Waar die ophield, bleef ze staan; wie 't oo'i zijn mocht, hij moest haar voorbij wilde hij het huis bereiken. Toen scheen de geheele omringende natuur in zwijgende afwachting. Alles rondom was doodstil zelfs de slagschaduwen door de maan te voorschijn geroepen schenen ais ver steend; weldra echter kwam er een geritsel als van eenig groot dier tusschen de varens en daarop trad een afgestegen ruiter in 't volle maanlicht. 't Was de paarder.dief da man dien ze had gekust! Eén ondeelbaar oogenblik werd haar gewoon lijk zoo nuchter verstand door een vreemde hallucinatie beneveld, die haar wild het bloed door de aderen joeg: Wat men haar had ver teld was niet waar hij was opgehangen en dit was zijn geest! Hij zag er dan ook in derdaad bleek eu spookachtig uit, zooals hij daar nu stond, onbewegelijk, beschenen door het licht der maan, en hij droeg dezelfde klee deren waarin ze hem 't laatst gezien had. Ongetwijfeld had hij haar zien naderen, en wilde haastig haar te gemoet gaan. Maar in z'n haast gebeurde het dat hij even struikelde en dit feit bracht haar tot de werkelijkheid terug; geesten plegen dat niet te doen. Een gevoel van groote verlichting kwam over haar. Geen moordenaar ook, die het op het leven van haar vader gemunt had, was het die hier had rondgeslopen alleen deze ongelukkige vluchteling. Het bloed steeg haar naar de wangen ; haar koelbloedigheid, haar moed keer den weer, en 't was zelfs eenigszins uitdagend dat ze zei: Ik hield u voor een geest." Dat had ik moeten zi,n," gaf hij ten ant woord, terwijl hij haar strak aanstaarde ; maar ik geloof dat ook in dat geval ik hier terug gekeerd zou zijn." 't Is gewaagder het in levenden lijve te doen," sprak ze met geveinsde luchthartigheid ; want het gevoel van verlichting, dat ze een. oogenblik te voren gekend had, begon plaats te maken voor een vreemde, zenuwachtige ge waarwording, half vrees, half verwachting. Dus waart gij 't, die hier in de buurt hebt rond gezworven en die sporen achterliet in de verre weide?" Ja; ik kwam regelrecht hierheen nadat ik ontsnapte." Ze voelde hoe zijn oogen haar verslonden, maar waagde 't niet de hare tot hem op te slaan. Waarom " zoo begon ze aarzelde en vroeg eindelijk ontwijkend: Hoe zijt ge hier gekomen?" Gij hebt me daartoe geholpen." Ik?" Ja. Die kus van u gaf me nieuw leven gaf me de kracht om te ontsnappen. De huisjesmelkers profiteeren op alle mogelijke wijze van de woningnood. Ze hebben 'n heel sis'téem van uitzuiging. Ik noemde al 't sleutelgeld, dat soms de ongeloofelijke som van £50 of ?600 bedraagt, bewijs dat niet cèlleen de allerarmsten uitge mergeld worden maar ook de meer gegoede arbeidersklasse. Wanneer 't plaatselijk Bestuurde belasting der eigenaars verhoogt, omdat zij toch meer huur ontvangen, dan gaan de eigenaars in koelen bloede hun huurders aanzeggen, dat ze vanwege ver hoogde belasting de huur weer moeten verhoogen, en gewoonlijk richten ze dat zoo in, dat de nieuwe verhooging meer inbrengt dan de verhoogde belasting be draagt. Weer winst voor de bezitters. Worden om ne of andere reden 'j> reeks krotten verkocht, dan kunnen de huisjes melkers altijd meer betalen dan eerlijke bouweis, die de boel naar de grond zouden willen gooien, om er goede huizen te bouwen en die tegen behoorlijke prijs te verhuren. 7oo blijft 't bedrijf in handen van de huisjesmelkers en speku.'atiebouwers. Behalve de armen en de arbeiders zijn ook de volgens de wet aangestelde irispekteurs en opzichters de slachtoffers van 't brutale bedrijf der huiseigenaren en hun trawanten. In de boven de opzichters staande plaatselijke Raden zorgen de spekulatiebouwers, huisopzichters en huis jesmelkers in de eerste plaats stem te hebben. In n distrikt van Londen wilde geen huiseigenaar den inspekteur 'n woning verhuren. Zoo moest ten slotte op kosten van 't distrikt voor de man 'n huis ge bouwd worden. Maar zoo staan die amb tenaren voortdurend voor 't dilemma: hun plicht of 'n rustig leven. Met de zoo op allerlei vuile manieren verkregen kapitalen zetten de Londensche huiseigenaren hun bedrijf ook voort in de omstreken van Londen, om die volgens 't zelfde sisteem te bederven. Ze bouwen maar raak, en de huizen zijn binnen korten tijd even gevuld en verrot als in de oudste en vuilste buurten van Londen zelf. Dat onzedelijkheid en drankzucht van dit alles de gevolgen zijn, zal iedereen wel willen gelooven. 't Volk wordt letterlijk uit z'n huizen gedreven naar de huiselijker kroegen. Dat is iets dat drankhervormers nog maar al te dikwijls vergeten. Ook zwakte, uitputting, tering en allerlei ziekten gaan zooals de statistieken van Haw ge noegzaam bewijzen, meest samen met de grootere opeenhooping van menschen. 't Ergst zijn ten slotte de kinderen er aan toe. Zouden ze nog vroeg sterven! want die leven blijven hebben 't allerellendigst. Van den beginne af zonder iemand, die om ze kan geven, zonder woning om in te rusten, groeien ze op in de straat, eigenlijk ieder voor zich, en toch joijgens en meisjes in de schande lijkste aanraking met elkaar. Honderduizend pond en meer durft de City opbrengen om inlandsche kinderen in de Hoedan door wat onderwijs geschikt te maken als werk materiaal voor 't Empire-kapitalisme, maar geen hand wordt er uitgestoken naar die kinderen vlakbij, die smeriger dan wilden in holen en gangen hun bestaan voortsleepen. Zoo zijn de Jingo's. Laten we nu niet denken: zoo zijn »y, niet wij. 't Boekje van Haw is om 2 I:< zwoer dat ik terug ?ou keeren om u te danken levend of dood." Ieder woord dat hij sprak had ze vooruit kunnen raden, zoo duidelijk schenen haar thans de omstandigheden toe. En ieder woord dat hij sprak dat gevoelde ze was de waar heid Toch streed haar nuchter verstand er tegen. Wat geeft 't of ge al zijt ontsnapt, als ge hier terugkeert om weer gepakt te worden?" vroeg ze levendig. Hij trad iets dichter op haar toe, maar 't was als werd hij meer ver legen naarmate zij haar zelfbeheersching terug kreeg. Ook zijn stem klonk gebroken, als van uitputting, toen hij stamelend uitbracht: Ik zal 't u zegden. Ge hebt meer voor me gedaan dan ge denkt. Ge hebt me tot een ander man gemaakt. No ie heeft een ander man, vrouw of kind, voor me gedaan wat gij deedt. Ik heb nooit een vriend gehad enkel een kameraad, zooals Red Pete, die me op pikte en de buit met me deelde. Ik wil dit leven dat ik leid vaarwel zeggen. Ik wil beginnen met mijn schuld jegens u af te doen " hij zweeg, ademde zwaar, en ver volgde met moeite: Mijn paard is ginds vastgebonden. Ik wil het u geven. . Rechter Boompointer betaalt er u duizend dollars voor. Ik lieg niet God is mijn getuige! 't Was te lezen op een plakkaat aait een der boomen. Neem het, en ik zal te voet heengaan. Neem 't. ??'t Is het eenige wat ik voor u doen kan en ik weet dat ik daarmee mijn schuld nog niet voor de helft vereffend heb. Neem 't uw vader kan de belooning voor u opeischen als gij 't niet kunt.'; Zulke eigenaardige begrippen van recht heerschten er in dit merkwaardige land, dat noch de man die 't aanbod deed, noch 't meisje dat het ontving, ook maar een oogenblik 't onlogische of onkiesche er van gevoelde, noch ook hoezeer 't indruischto tegen alle eerlijkheid, of in strijd was met de onderstelde bekeering van den paardendief. Toch weigerde Salomy Jane, maar op ardere en zwakkere gronden. Ik wil uw paard niet hebben hoewel vader 't mogelijk wel zal willen maar ge moet uitgehongerd zijn. Ik ga wat voor u halen." Ze keerde zich om en wilde heengaan. Zeg eerst dat ge 't paard wilt aannemen," zei hij, haar hand grijpend. Bij zijn aanraking bloosde ze opnieuw en trachtte zich te bevrijden, denkende dat er wellicht weer een kus volgen zou. Maar hij liet haar hand varen. Toen. met iets vrijmoedigs in haar houding, keerde ze zich weer tot hem en zei: blijf hier staan; ik kom zoo dadelijk terug;" en als de schaduw eener schuwe, vlie dende bosch-nymf gleed ze weg in 't maanlicht tot ze haar woning bereikte. Hier voorzag ze zich niet alleen van voedsel en whisky, maar ze nam ook een lange stofjas en hoed van haar vader mee. Deze zouden als vermomming kunredenen voor ons van groot belang: 1°. ' omdat we eruit zien, hoe »No Room to ' Live'' de »Man-in-the-Street" oplevert, d'ie thans te Londen dat alle klachten verdoovend lawaai maakt, dat patrtottsme wordt genoemd; 2°. vooral omdat we kunne-n nagaan dat dezelfde oorzaken dezelfde gevolgen zullen hebben. Spekulatiebouw, huisjesmelken en zoo meer zijn in Amsterdam ook wel bekend. Londen is in 'n veel verder stadium. Maar schande lijke toestanden zullen hier de meuschen ge n haar beter houden, dan de Londeners reeds zijn. W. Inziet in e Houfflstail, De Liedertafel »Apollo" beeft eer gehad van haar werk; het was een acboone avond?den eersten October een avond, den tachtigjarigen Heinze waardig. Het programma bevatte: Ave Maria voor koor, Tenor sulo en orchest, fragmenten voor solostemmen uit de oratoria »Sancta Caecilia" en »die Auferstehung". Bede voor koor met bariton-solo en tot slot »Euterpe" voor koor solo en orchest. Dat deze nummers allen van den grijzen jubilaris zijn, behotf ik wel niet extra te ver melden; doch wel wil ik er even op wijzen dat de teksten voor het grootste gedeelte door zijne onvergetelijke gade zijn gedicht. Het programma gaf een schoon en juist beeld van Heir, ze als toondichter. In het Ave Maria kon oen genieten van 's componisten zin voor schoone klankcombinatiën en vloeiende melodiek; zeer mooi en effectvol klinkt de tenorsolo maar vooral met veel gloed en climax bereikt de uitdrukking haar toppunt in een fugato voor koor aan het slot. In de fragmenten uit Sancta Gaeciliaen Aufer stehung kon men zien hoe Ileinze geheel thuis in den oratoriumsti.il van die dagen met zijn recitatieven en Aria's in da capo-vorm. Ook in de instrumentatie herkent men overal de hand des meesters. Toch zou het mij niet verwonderen als het talrijke en overtaliijke publiek van de Bede met baritonsulo het meest genoten heeft. En geen wonder want dit nummer is buiten gewoon frisch en boeiend en als dan aan het slot de baritonsolo inzet wordt een waarlijk verheffende uitwerking verkregen. Al had Heinze niet meer dan dit nummer gecomponeerd, dan zou het toch voldoende zijn om hem daarmede in de liedertafeis po pulair te maken. Het slotiiummer »Euterpe" slaagde eveneens zeer goed vooral het pompeuse unison aan het einde. De liedertafel Apollo voerde de koorwerken op voortrirr'elijke wijze uit. Schoone klank, zuiverheid, juiste uitspraak, fraaie nuancee ringen en een goede onderlinge stemverhou ding?ziedaar in hoofdzaak de eigenschappen waarop Apollo trotsch mag zijn. DeheerFred. Itoeske bewees op nieuw een uitnemend leids man te zijn, niet alleen van het vocale gedeelte maar ook van het orchest hetwelk in hem een omzichtig dirigent vond. Het orchest kweet zich hoogst verdienstelijk van zijn taak. Zonder eenigen twijfel mag men den heer Rogmans den eerepalm toekennen als solist. Zoowel in het Ave Maria, als in de tenor partij van Sancta Caecilia zong hij buitengewoon fraai en met een benijdenswaardig rustige toongeving. iiiMitiiiHiiiiiMtiiiiiitiifiiiiwinHiniM nen dienen om zijne heldhaftige gedaante te verbergen, die, naar ze meende, iedereen moest opvallen zooals het haar deed. Daarna spoedde zézich weer naar hem toe. Maar voedsel en whisky schoof hij op zij. Luisttr," zei hij; ik heb 't paard in uw corral gfjaigd. Daar zult ge het morgenochtend vinden; en ieder zal meenen dat het losgebroken is en zich bij de andere paarden heeft gevoegd." Toen barstte ze los. Maar gij gij wat inoet er van u worden? Ze zullen u vangen!" Ik zal zorgen dat ik weg kom," sprak hij op gedempten toon als als " Als wat? " vroeg ze bevend. Als ge mij nog eens moed wilt geven zoo als ge reeds eenmaal hebt gedaan I" stamelde hij. Ze wilde lachen heengaan. Maar ze kon niet. Plotseling sloot bij haar in zijn armer, met een langen kus, dien ze weer en weer beantwoordde. Opnieuw stonden ze daar, elk ander omstrengelend, als twee dagen te voren maar niet meer dezelfden. Want de koele, trage Salomy Jane was eene andere vrouw geworden, met de hartstochten en de toewijding eener wilde. Mogelijk was er iets van 't bloed baars vaders in dat beslissend oogenblik in haar aan 't gisten geraakt. De man stond met het hoofd fier opgericht en vastberaden. Hoe heet geï" fluisterde ze snel. 't Was de kortste weg voor een vrouw om haar ge voelens onder woorden te brengen. Dart." En je voornaam ?" Jack." Laat me nu gaan, Jack. Verberg je in de bosschen tot zonsopgang. Ik zal terugkomen." Hij litt haar los. Toch toefde ze nog een oogenblik. Vermom je in deze kleeren," zei ze met van geluk stralende oogen houd je ver borgen tot ik kom." En toen verliet ze hem haastig. Maar halverwege op weg naar buis vertraagde ze haar tred, en 't was alsof haar hart haar drong nogmaals terug te keeren. Ze stond stil, en keek om naar de plek waar hij gestaan had. Ware hij er nog geweest, ze zou waarschijnlijk zijn teruggekeerd. Maar hij was verdwenen. Ze slaakte haar eerste zucht, en spoedde zich toen huiswaarts, 't Moest zoowat tien uur zijn. Spoedig zou de dag aanbreken! Ze was tot op korten afstand van haar deur genaderd, toen de slapende bosschen en de stille lucht plotseling schenen te ontwaken door een scherpen knal. Als verlamd bleef ze staan. Een tweede knal volgde, die weerkaatst werd tot aan de ver wijderde corral. Maar spoedig herkreeg ze haar zelfbeheersching en stormde wild de bosschen weder in. En onder 't loopen beheerschte haar deze ne gedachte: Hij was achtervolgd geworden Mejuffrouw van Gelder m /geen onbekende in Amsterdam, hoewel de concertzaal ha-ar tamelijk vreemd Jzal geweest zijn, gewend aln zij is om in de opera op te treflen, zooals tot dusverre. Haar schoon en vol orgaan kwam in het Concertgebouw ook goed uit, hoewel de toon meer vastheid moet ferkrijgen en de adem beter en energischer moet beheersclrt worden. De heer Corn. Bronsgeest is een jong zanger (bariton) met niet groot, maar zeer aairgenaam orgaan en beschaafde uitspraak. Het kwam mij voor dat hij het duitsch beter en gemak kelijker beheerscht dan het Eederlandsch. Ik meen dat de heer Bronsgeest zijne studiën nog niet voltooid heeft; in ieder geval zij hem ten zeerste aangeraden het vibrato af te leeren en zich toe te leggen op een vrije, losse en ongedwongen manier van den toon aan te zetten Ook aan de ademhaling moet nog veel zorg besteed worden, zijn schoon orgaan zal er slechts bij winnen en zijn omvang zoo-wél als zijn kracht zal er bij vergroot worden. Zal ik nu nog schrijven over de talrijke ovaün die den grijzen componist ten deel vielen? Me dunkt de vlugge dagbladpers maakt zulks wel overbodig; het Weekblad zou met de bloote vermelding dezer i'üiten todh maar achteraan komen hinken. Eene uitzondering wil ik echter maken; het betreft een feestgave die den jubilaris zeker bijzonder getroffen zal hebbern; ik maen een album saamgesteld door een zijner meest begaafde oud-leerlingen mej. M. R. van West. Behalve een opdracht aan den jubilaris in gebonden taal, bevat het een woord aan het publiek, eere opsomming der compositiën van Heinze en een tabel van belangrijke data uit zijn leven in chronologische volgorde gerang schikt. Een aantal portretten uit verschillende tjjdperken van zijn leven, o. a. n met zijne gade versieren verder den inhoud. Jammer is het dat men er niet een paar regels muziek uit een zijner werken, als autograaf, bij heeft kunnen voegen ; dat zou nog eene bijzondere aantrekkelijkheid verleend hebbon aan de bezitters van het album. Doch ook thans zullen vermoedelijk vele vrienden en vereerders er prijs op stellen, het fraai uitgevoerde boekske te bezitten. De firma G. Alsbach & Go. alhier, brengt het wel niet in den handel, doch heeft een beperkt aantal exemplaren tegen matigen prijs verkrijgbaar gesteld. AXT. AVERKAJIT. Door een misverstand, had ik geen gelegen heid verleden week onder het stukje van mej. van Zanten nog een «naschrift" te plaatsen. Ik wil er thans nog even op terugkomen. Mfj. van Zanten schrijft dat men mij in de eerste plaats als theoreticus en componist mag beschouwen; maar eei ige regels vroeger spreekt zij het vermoeden uit dat ik alle meer of minder bekende werken over den zang onder het oog heb gehad. Gewoonlijk eischt men zulks niet van een theoreticus of componist. Mfj. v. Zanten geeft met haar vermoeden te kennen, dat ik door mijn litteratuurkennis op het gebied van zang-werken, ten volle het recht heb om over haar boek te oordeelen. De conclusie die mej. van Zanten trekt over het niet kunnen noemen van werken enz. n a mijn uitvoerig betoog in het N o. van 23 dezer is als specimen van zon derlinge logica het eigendom van mtj van Zanten. Nog schrijft mej. v. Z. dat er voor een ander (dan ik dus) wel degelijk nieuwe gezichts punten te vindei zijn in haar werkje. Als »een ander" er die in vindt, dan moet dat »een ander" weten. Bij het schrijven van mijn kritiek keek ik uit eigen oogen en niet door den bril van »een ander". A NT. A. iimtmiminiiHliiimiiiiiiiiiHiMiiiniiiiHiti door een zijner vroegere vijarden, en aargevallen. Maar twee schoten w»ren er gevallen, en hij was ongewapend. Eentklap* herinnerde ze zich hoe ze haars vaders geweer had achter gelaten tegen den boom waarbij ze hadden staan praten, Goddank! misschien had ze hem nogmaals gered. Ze kwam bij den boom; 't geweer was weg. Ze liep heen en weer ieder oogenblik vreezend op zijn lijk te zullen stuiten. Eene nieuwe ingeving volgende begaf ze zich naar de corral. Het paard was er niet! Hij moest dus in staat zijn geweest het weer te vangen en te ontsnappen nadat de schoten gelost waren. Verruimd haalde ze adem; maar 't volgende oogenblik ontstelde ze weer; haar vader, door de schoten gewekt, kwam haastig op haar af. Wat is er nu aan de hand, Salomy Jane?" vroeg hij opgewonden. Niets,'' zei 't meisje, zich beheerschend. Niets ten minste voor zoover ik kan nagaan." Van nature was ze waarheidlievend, omdat ze geen vrees kende, en een leugen kostte baar moeite maar onbevreesd was ze niet langer, nu ze aan hem dacht. Ik was nog niet naar bed en ik lieo naar buiten zoodra ik de schoten hoorde," sprak ze in antwoord cp zijn vragenden blik. En je hebt mijn geweer ergens geborgen waar ik het niet vinden kan,"zei hij verwijtend. Als 't die gluiperd van een Larrabee was, die de schoten loste om mij naar buiten te lokken, zou hij me met 't grootste gemak minstens twaalf keer in de laatste vijf minuten hebben kunnen neenchieten." Ze had in 't geheel niet meer aan den vijand haars vaders gedacht! Die had 't inderdaad best kunnen zijn, die Jack had aangevallen. maar ze maakte handig gebruik van 't denk beeld door haar vader geopperd. Lcop naar huis, vader, loop naar huis, en zoek 't geweer ??zonder dat kunt ge hier toch niets uitvoe ren." Ze pakte hem bij de schouders, zich zelve plaatsende tusschen hem en 't woud, en dreef hem half door overreding, half met ge weld naar huis terug. Maar het geweer was niet te vinden, 't Was heel vreemd het moest bij vergissing ergens in een hoek zijn terecht gekomen l Wist hij zeker dat hij 't niet in de schuur had laten staan ? Maar 't kwam er nu niet op aan. Het gevaar was geweken Larrabee's list was mislukt hij moest nu naar bed gaan, morgen zouden ze samen verder zoeken. Terzelfder tijd echter besloot ze heimelijk vóór hem cp te staan en opnieuw in 't bosch op verkenning uit te gaan, misschien. O! de vreugde die haar vervulde als ze terug dacht aan haar be lofte misschien zou ze Jack gezond en wel terugzien! (Slot volgt.*)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl