De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 28 oktober pagina 3

28 oktober 1900 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

1! NÓ.-1218 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Om zich daarby een houding te geven sluit dr. Kuyper zijn rede meteen diepen zucht: »D»t mannen als die van bet Groene Weekllad zich daarbij legen onze burgervrijheid te ?weer stellen, is ons meer dan een teleurstelling, is ons een ergernis." ? Nu, dat hij zich niet al te zeer bedroeve of ergere. Zoolang de waarschijnlijkheidsleer voor verplichte inenting pleit, zullen ?wij ons tegen dien dwang niet verzetten ; de conscientie eerbiedigende zoo ver dat in een beschaafden Staat, waar de eene burger in zekere gevallen ook voor het welzijn van den anderen mede aansprakelijk is, mogelijk kan zijn. Het recht van besmet ting, om der persoonlijke vrijheidswille of ter eere Gods, ontkennen wij. Maar waar de Standaard steeds ijvert voor bet burger recht van zijn... parhjgenoolen, zij het hem tot troost, dat wij, zoolang we als politiek man de pen hebben gevoerd, zijn opge komen, voor de burgervrijheid, wel het meest van onze tegenstanders; een burger vrijheid vaak met ons partijbelang in strijd. Zoo dus iemand recht heeft zich te erge ren,... in deze dr. Kuyper wel helminst. Iets orer het Lager Onderwyjs in Mannlieim en München. Te Mannheim bracht ik een bezoek aan dr. Sickinger, in zijn Bektorat, dat in eene der openbare scholen gevestigd is. Bjj het binnen treden viel mijn oog op een bericht, dat in vette letters daar aangeplakt was; dit bericht luidde : Wollt n Eltern mit einem Lehrer R cksprache nehmen, so empfiehlt es sich bei demselben vorher anfragen zu lassen, WANN und wo er zu sprechen sei." Ik behoef zeker niet, te zeggen, dat deze mededeeling op mij al een zeer igenaardigen indruk maakte en een mijner eerste vragen aan den heer dr. Sickinger was dan ook, of de ouders zich niet tot het hoofd der school moesten wenden, als zij iets betref fende hunne kinderen te bespreken hadden. Volstrekt niet, was zy'n antwoord, de ouders zy'n verplicht zich direct tot den onderwijzer hunner kinderen te wenden, die toch is alleen in staat hun behoorlijk inlichtingen te geven, het hoofd der school zou immers niets anders kunnen doen dan de inlichtingen aan den klasse-onderwijzer vragen, waarvoor zou dus zijne tusscher komst dienen? hoogstens, om tijd te verspillen en verwarring te stichten. Maar opdat de onderwijzer niet in zy'ne lessen door een vader of moeder worde gestoord, heb ik deze kennisgeving aan alle scholen laten aanplakken, de ouders weten dan, daf zy eerst belet moeten vragen, dan zal de onderwijzer hun mededeelen, waar en wanneer hij vo«r hen te spreken is. De heer dr. Sickinger deelde mij verder mede, dat hij van dien maatregel nog no Dit iets anders dan goeds had gezien^ want gewoonlijk komen de ouders om over het een of ander te klagen, zij zijn eenzijdig ingelicht door de kinderen en als zy dan ook den betrokken onderwijzer ge hoord hebben, dan komt de zaak meestal onmiddellijk weer in orde. Maar, zoo vroeg ik, als de zaak nu eens i iet in orde komt, tot ?wien moeten zich de ouders dan wenden? Wel, zoo antwoordde hij, tot mvj. Ik hoor dan beide partijen alleen en te zamen. En het hoofd der school ? Die heeft er niets mee te maken, de klasse-onderwijzer is niet de ondergeschikte, maar de collega van het hoofd, zijne bemoeiing aou eene onaangename verhouding kunnen doen ontstaan tusschen hem en de klasse-onderwijzers, terwijl die op dit oogenblik niets te wenschen overlaat. In Beieren is de toestand precies zoo, al heeft daar de Oberlehrer wat meer rechten dan in Baden. Op mijn vraag aan dr. Kerschensteiner te Müncher, of de ouders zich dadelijk tot de klasse-onderwijzers mogen wenden, kreeg ik ten antwoord : dürfen ? sie mussen und sollen. Deze autoriteit noemde de verhouding van Oberlehrer tot Klassenlehrer in Beieren eine idealische" en toen ik hem het een en ander vertelde van de verhouding, die er bij ttUIUUItlMflJIIllllMIIMIMIIIINIIIIM PADRE.IGNAZIO. Naar het Engelsch van Owen Wister. 2) Door G. W. Toevallig viel zijn blik nogmaals op den vreemdeling achter in de kerk en onmiddellijk vergat hij heel zrjn Disit Dominus. Het gelaat van den jongen man was niet langer onzicht baar door de luie houding die hu eerst had aangenomen. Ik had enkel zijn jas gezien," dacht de padre. Het hooggewelfde voorhoofd getuigde van een rusteloozen geest, overmoed sprak uit den vas'. beraden mond; maar padre Ignado werd aangetrokken door de oogen. Hvj prevelt zijn gebeden niet," overlegde hy met zichzelven een oogenblik later. Ik geloof niet dat hij het in den laatsten tijd dikwijls gedaan heeft. Maar hij kent mijn muziek. Hij is iemand uit den dettigen stand. Een Amerikaan kan hij niet zrjn. En nu ja, hij haalt ik geloof dat het een bloem is uit zijn zak. Ik zal hem vragen bij mij te komen eten." En toen de vesper eindigde zweefden er rozige wolken van bly verwachten den padre om het hoofd. Doch de vreemdeling nam zelf het initiatief. Toen de geestelijke uit de kerk kwam, stond de jeugdige, krachtige gestalte hem op te wachten en hoorde hij een opgewekte stem zeggen: Uw organist vertelt mij daar, dat gij zelf..." Mag ik vragen met wien ik het groote ge noegen heb te spreken?" viel de padre hem in de rede, de vormen vooraan roepend en zijn vreugde terug dringend. De onbekende kreeg een kleur. Nu eerst zag hij de fijnbesneden trekken van den padre, waarop de beschaving en de wereld hun stem pel hadden gezet, en beleefd, met de hoffe lijke vrijmoedigheid van den welopgevoeden man, tegenover zijn gelijke, zei hij: Neem mij niet kwalijk. Mijn naam is Gaston Villeré. Ik dank u dat u mij op mijn lomp heid opmerkzaam maakt." De padre gaf met een vriendelijke handbe weging te kennen dat het zoo erg niet was. Ja, zeker! zeker, padre! maar uw muziek ons op vele plaatsen tusscben het hoofd der school en de klasse-onderwijzers bestond, sloeg hij de handen ineen van verbazing. Natuurlijk komt ook in Baden en Beieren wel eens iets voor, de .?Uienstweisung" geeft dan aan, wat gebe'iren moet: Gegen Anordnungen des Oberlehrers steht jedem Lehrer das Recht der Berufung an das Rektorat zu, doch soll die Berufung sofort ausgtführt werden, wenn ein Lehrer glaubt, einer vom Oberleher erhaltenen Weisung nicht folgen zu können oder zu mussen." Ik kon niet nalaten te vragen, of dit in de practijk wel veel beteekende, daar dan toch de Oberlehrer. als hij van het Rektorat ongelijk kreeg, het den onderwijzer bij benoemingen lastig kon maken. H^e zoo, werd mij gevraagd, heeft de Oberlehrer iets met benoemingen te maken ? Daarop kan hij toch geen invloed uitoefenen. Als er eene benoeming te doen is, dai gaat de Schulrat, althans wanneer hij de hetrokken personen niet goed kent, het onderwijs der ver schillende sollicitanten bijwonen, overtuigt zich goed van de vorderingen der klasse, niet van een paar der beste leerlingen, maar van de geheele klasse, vraagt zelf over verschillende vakken van onderwijs en maakt dan zijne no minatie op, de klasse-onderwijzer kan dus gerust met zijne Klachten bij het Rektorat komen, als hij die heeft, schade kan hij er nooit van onder vinden, de klasse-onderwijzers der groote steden solliciteeren bovendien maar hoogst zelden naar andere betrekkingen. Maar in een geheel jaar komt er soms geen enkele slacht van een Klassen lehrer in, wat juist daaraan toe te schrijven is, dat beide partijen op voet van gelijkheid staan; komt er eens iets voor, dan maken zij het met elkander uit en doordat zij elkander vriend schappelijk op de fchoolvergaderingen ontmoeten, worden zulke geschillen dan ook door beide partijen spoedig vergeven en vergeten. Schoolvergaderingen, motten die dan worden gehouden ? Uat spreekt toch wel van zelf, kunt u u een behoorlijke school denken zonder schoolvergaderingen? De Dienstweisung" werd voor den dag gehaald. Te München luiden de daarop betrekking hebbende paragrafen a!s volgt: Nach Bedürfnis, jedenfalls aber am Beginn des Schuljahrs und vor Schlusz eines jeden Trimesters hat der Oberlehrer mit den Klaszlehrern seiner Schule, und zwar auszer der ordentlichen Schulzeit, eine Konferenz abzuba!ten. Der Inspector ist von den hierfür a: beraumien Terminen rechtzeitig in Kenncnis zu setzen. Die Hauptaufgabe dieser Konferenzen ist, die notwendige Eioheit im Unterricht und in der Disziplin an der Schule zu fördern. Es haben deshalb in denselben zurüchst die Verhaitnisse der betreffenden Schule zur Beratung und Beseliluszfassung (ik onderstreep) zu kom men. Auszerdem kunnen die Schulangelegenheiten Müncbens wie pa lagogische Fragen ber haupt Gegenstand der Verhandlung sein. Jedem IConferenzmifgliede steht es zu, hierzu Antrilge zu stellen. Die Religionslehrer und Fachlebrer werden zu den Konferenzen rnit Stimmberechtigung beigezogen, wenn ein ihren Unter richt betreffender Gegenstand, die Durchführung des Lehrpla es oder die Aufrechthaltung der Schulordnung zur Verhandlung kommt. Die Hilfslehrer sind gleichfalls zu den Konferenzen beizuziehen, haben aber, soferne sie nicht selbstandig eine Klasse Jitbren, nur beratende Stimme. ber jide Konferenz ist von einem stimmberechtigten Mitglied ein Protokoll aufzunehmen." Met opzet heb ik al deze paragrafen uit de Dienstweisung" van München overgeschreven (die van Mancheim komt er tamelijk wel mee overeen, alleen bevat die het voorschrift, dat de vergaderingen minstens alle twee maan den moeten plaatshebben), omdat hieruit blijkt, dat de onderwijzers bij ons niets anders vragen dan ginds wet is. En terwijl men bij ons in gemeenteraden en daarbuiten vaak de bespottelijkste argumenten tegen schoolvergaderingen hoort te berde brengen, zetten autoriteiten ginds een gezicht, alsof zij het in Keulen hooren donderen, als men hun vertelt, dat de meeste ?scholen by ons geen schoolvergaderingen houden en dat daar, waar zy gehouden worden, het hoofd der school de macht heeft beslissingen der vergaderingen naast zich neer te leggen en ze niet uit te voeren. Intusschen mag ik niet nalaten nu reeds te zeggen in het vol gende en laatste artikel zal ik den toestand nader uiteenzetten dat men ginds onder de ?itluiHiilliilliilliitiulilimmiiiiiiiHuiiiilliliiiimiiiiiMMiiMiiiiiiiiiiim heeft mij buiten mijzelf gebracht van verbazing. Als u zulke herinneringen in u omdroeg als ... O, de dagen en nachten !" hij zweeg telkens. In Californiëvan een berg af te dalen, en onder aan den voet Parijs te vinden! De Huge noten ! Rossini, Hérold ik zat te wachten op II Troeatore!" Is dat iets nieuws?" vroeg de padre begeerig. De jonge man deed een uitroep van verbazing en antwoordde: De heele wereld is er vol van l" Maar Santa Ysabel del Mar is een heel eind van de wereld af," zei Padre Ignazio. Dat zou men hier toch wezenlijk niet den ken," hernam de jonge Gaston. In wed dat als ik den hoek om ga, ik de Comédie Franr,aise vind l" Een rilling voer den prieiter door de leden bij het hooren van dien naam. Ia u reeds lang in Amerika?" vroeg hij. Wel, ik ben hier altijd geweest, behalve twee jaar na mijn promotie, toen ik gereisd heb." Een Amerikaan?" zei de padre verbaasd, met misschien een zweempje teleurstelling in den toon zijner stem. Maar nog nooit heeft een Amerikaan, die dezen kant is uitgekomen. de... de" ? hij trachtte zich zoo beleefd mogelijk uit te drukken de muziek van de Hugenoten herkend!" Hij maakte een hoffe lijke buiging naar den jongen vreemdeling. Villerébegreep wat hij eigenlijk bedoelde en hernam: Ik kom uit Nieuw Orleans. En in Nieuw Orleans vindt men heel wat lui die een degelijk... die goede muziek van slechte weten te onder scheiden, waar ze 't ook aantreffen mogen." En op zijn beurt boog hy voor den padre. Deze lachte hartelijk van plezier, en terwijl hij zijn hand legde op den arm van den jon geling, vroeg hij bezorgd: U hebt toch geen plan morgen reeds weer weg te gaan?" Als u het mij toestaat, zal ik gaarne dat plan laten varen," antwoordde Gaston. Geheel met het air en den gang van twee die elkaar volkomen verstaan, wandelden zij thans door naar des padre's deur. De gast was vijf en twintig; de gastheer zestig. Woont u al lang in Amerika ?" vroeg Gaston. Twintig jaar." En te Santa Ysabel? Hoe lang daar?" Twintig jaar." Mij dunkt," zei G-aston, even opziende naar de ledige bergen, dat de lust om te reizen stemgerechtigde Klasseulehrer er in een stad zelden een vinden zal beneden de achtentwintig jaren, niets belet echter ook by' ons de bepa ling te maken, dat de jongste leerkrachten, evenals in Duitschland, slechts adviseerende stem hebben, als dan ook maar aan de oudere onderwijzers het recht wordt gegeven bindende betluiti n te nemen. Zooals ik reeds zeide, staat de Oberlehrer met den Klassenlehrer op voet van gelijkheid, in Mannheim is de betrekking van Oberlehrer, op het oogenblik alhans, niets meer dan een eerebetrekking, want het salaris is hetzelfde als dat van den Klassenlehrer van denzelfden dienst tijd, men denkt er echter over den Obuiebrer in. het vervolg eene toelage van 500 Mark te geven, in Müachen heeft de Oberlehrer eene toelage van 980 Mark teven het salaris, dat hem als Klassenlehrer z u tof komen, eigen aardig echter is hier, dat de 1itel Oberlehrer ook aan andere verdienstelijke otderwyzers wordt gegeven, al oefenen zij niet de functie uit, er zijn dan ook heel veel Oberlehrer in Beieren. Het spretkt van zelf', dat bij deze verhouding tusschen het hoofd der school en de klasse-onderwijzers van eene voortdurende cont;()le van het hoofd op de onderwijzers geen sprake kan zijn, ook al had de Ober lehrer er den tijd toe, maar dien tijd heeft hij niet, want zoowel te Mannheim sis te München en zelfs in geheel Duittchland heeft elke Oberlehrer zijne eigene klasse, alleen met dat onder scheid, dat waar de anaere onderwijzers 2" a 28 uren les geven, hij er 18 y, 21 heef', hij heeft ook niet altijd de hoogste klasse, dat wisselt af, bij preferentie zal hy in eene school met klassen voor jungens en meii-jes eene meisjes-klasse krijgen, omdat door het onderwijs in handwerken het best te voomen is in de uren, welke hij minder heeft dan de andere onderwijzer.-*. Ouk mag hij zicb ia zijn admini stratief werk laten bijstaan, wat dan ouk wel noodig is, want de scholen zijn er zeer groot, in Manrheim bezocht ik eene school van on g»veer elfhonderd leerlir.gen, waar alles voor treffelijk in orde was en waar mij het hoofd der school verklaarde, dat hij niet gaarne zonder eigen klasse zou willen zijn, in de groote steden zijn scho.en van duizend leerlingen en meer trouwens geene uizondering, maar regel. Is een ondei wijzer verhiLderd, dan worden de leerlingen voor een of twee schooltijden onder de parallel afdeelingen verdeeld, bij langere verhicderirg komt een Hilfslehrer. immers er zyn steeds een paar Hilfslehrer ter beschikking, die aan het Rïktorat als secretaritsen werkzaam rij», deze kunnen dus onmidde-1 ijk gezonden worden, zoodra aan het Rektorat bericht komt, dat een onderwijzer ontbreekt. De Inspecteur, vaak door een paar onder-inspecteurs liijgt staar, bezoekt op onge zette tijden de school, terwijl de Oberlehrer de vcrpiichtii g heeft bij de Unterlehrer n maal in de maand en bij de iiauptlehrer (iat zijn de zelfstandige, vast aangestelde klasseonderwu'zersj nmaal in het jaar de klasse te bezoeken, om zich van den stand van het on derwijs op de hoogte te stellen. Eén enkele maal in een geheel jaar is volgers de veror dening te Mannheim daarvoor echter reeds vol doende, immers de Kla-senlehrer moet zelfstan dig optreden en een menigvuldig bezoek van den Oberlehrer zou die zelfstandigheid maar kunnen schaden. Voor die zelfstai-digheid wosdt ook door de autoriteiten zoo gewaakt, dat op de gedrukte lijsten, die ten opzichte van het schoolverzuim aan het Rektorat inoetui worden afgeleverd, zelfs op de aanvraag aan de autoriteiten, om wegens schoolverzuim straf op te leggen, boven de onderteekening gedrukt staat DerKlassen lehrer," deze mag dan ook zelfstandig om bij zondere redenen, alleen te zijner beoordeeling, een enkele maal het verzuimen der school toe staan. Dit alles geheel in overeenstemming met het algemeene gevoelen, dat het personeel eener school bestaat uit zelfstandige, voor den goeden gang van zaken der geheele school ver antwoordelijke Alassenlehrer, van welke n met de administratie is belast en den titel Oberlehrer draagt, welke titel echter ook (in Beieren) aan andere Klassenlehrer kan gegeven worden wegens bijzondere verdiensten. Bjons daarentegen bestaat het personeel uit een voor het geheele onderwijs alleen verantwoordelijk hoofd, bijgestaan duor niet-verantwoordelijke helpers (vroeger dan ook hulp-onderwijzers ge noemd), van daar dan ook, dat de Duitscher wel eens in u op zal komen." Als ik zoo oud was als u." mompelde padre Ignazio, dan zou het misschien zoo zijn." De avond was inmiddels gerijpt tot den zachten gloed die na zonsondergang komt. De zee had het purper van druiven, en allerlei nuancen van rood vloeiden van de schouders der bergen. Ik heb dat nog eens zoo gezien," zei Gaston. Tusschen Granada en Malage." Dus u kent Spanje!" riep de padre. Dikwijls had hij aan die gelijkenis gedacht, maar nimmer het door een anolcr hooren uit spreken. De hoffelijke eigenaar van San Fernando, en de andere patriarchale rancJicros, met wie hij nu en dan bezoeken wisselde door de wildernis, wisten wat gastvrijheid was en hadden goede manieren geërfd, lieten uit Europa kant en zijde komen voor hun dichters, maar hun oogen hadden Granada niet gezien en hunne ooren nimmer geluisterd naar Willem Teil". 't Is heel vreemd," vervolgde Gaston, hoe n hoekje in de wereld iemand plotseling kan herinneren aan een ander, dat misschien dui zenden mijlen er van af' ligt. Eens op een ochtend, toen ik eeu oud geelachtig huisje met een half vermold balcon zag, achter de Quai Voltaire, kreeg ik bijna heimwee naar Nieuw Orleans." De Quai Voltaire?" prevelde de padre. Ik heb dien avond Rachel gehoor,), in Valeria," vervolgde de jonge man. \Vibt u wel dat zij ook iingen kan? Ze zong verscheidene coupletten van een heel eenvoudigen joodschen componist, die daar veel opgang maakt." De padre blikte neer op zijn jeugdigen, levenslustiger! gast, en zei: Het is een groot genot voor een kluizenaar weer eens iemand, een menscb, te zien ; te hooren spreken." Het kan niet aangenamer wezen dan in een oase terecht te komen," liet Gaston hier op volgen. Zij waren op den drempel blijven staan om de schoonheid van den avond in zich op te nemen. Thans bleef het oog van den geeste lijke rusten op zijn parochianen, die af en aan liepen, en hij begon: Hoe kan men praten met " maar als riep hij zich zelf tot de orde, viel hij zichzelven eensklaps in de rede en hernam: Hun ziel is even heilig en even onsterfelijk als de mijne, en God helpt mij om hen te helpen. Maar eenmaal in deze wereld levend, zijn het niet de zielen der onsterfezijne kinderen zendt naar de Augustaschule, de Wilhelmschule, de Scbule in de Friedrichstrasze, terwijl wij onze kinderen zenden naar de school van mijnheer A of mejuffrouw B , a'sof die hoofden de eigenaars der school waren. (Slot volgt). Schiedam. M. HOKN. P.S. Men zendt my toe het rapport der wijzigingen, die door de vereeniging van Chr. onderwy'zers en onderwijzeressen in Nederland in de wet op het lager onderwijs wenschelijk geacht worden en men wijst mij in dat rapport op hetgeen over herhalingsondetwijs wordt ge zegd. Ik zie dairin, dat de Chr, onderwijzers in Nederland ook tot de overtuiging zijn ge komen, dat dit onderwijs in verband moet ge bracht worden met het vakonderwijs en de praktische vorming op het oog moet hebben ; natuurlyk verheug ik mij over dat besluit ten zeerste. M. H. Wilhelm aan 't woord. Keizer Wilhelm is weer aan 't woord geweest. Het bezoek aan de tweelingstad Barmen-Elberfeld, dat om de ziekte der keizerin-moeder eenige dagen was uitgesteld, heeft hem aanleiding gegeven tot twee korte toespraken, zeer persoonlijke uitlatingen, zooals wij die van den monarch gewend zijn. »Dat steeds mijn voornaamste doel en mijn grootste werk voor mijn volk en voor het arbeidend deel daarvan, is, den vrede zoo veel mogelijk te behouden, heb ik, geloof ik, nog eerst voor eenige dagen bewezen. De overeenkomst met den machtigsten Germaanschen Staat buiten ons volk zal hoop ik, tot in verre toekomst, voor onze beide volkeren een gemeenschappelijk streven op de open wereldmarkt in vriendschappelijken wedijver, zonder scherpen naijver, mogelijk maken.'1 Zoo luidde het in de nieuwe R.nhmesItalle te Bannen. En te Elberfeld, in het nieuwe Raadhuis : »Ik bid allermeest op deze plaats, dat Gnd mij de mogelijkheid geve en de kracht en de bekwaamheid om den noodzakelijken vrede te handhaven, te bewaren en des noods af te dwingen." Keizer Wilhelm heeft sinds eenige dagen zijn vierden rijkskanselier. Van den derden, den hoogbejaarden vorst Hohenlohe, be weerde men, dat hij hèt nieuws over Duitschland's politiek in de Chineesche quaestie voor het eerst uit de nieuwsbladen ver nam, 't Was een eenigszins drastische manier om te kennen te geven, dat de keizer zijn eigen kanselier wilde zijn, en dat al de »ik"-speeches, die hij houdt, de openlijke verkondiging en bevestiging zijn eener »ik"-politiek. Mocht .de heer von Bülow, de vierde rijkskanselier, zich ver beelden, dat hij bij de buitenlandsche s'aatkunde, waarvoor hij alleen verant woordelijk is, ook nog iets in te brengen had, dan weet hij nu, waaraan hij zich te houden heeft. Van «Mijne Regeering" spreekt Wilhelm II al lang niet meer, en de wenschen en behoeften des volks inrerpreteert hij alleen en Diemand anders. Engeland is. bij de Duitschers niet popu lair, maar al dien tegenzin negeert Z. M. als een »waan van den dag"; liijbeschouwt Engeland als »den machtigsten Germaanschen staat buiten zijn volk'1 en daar mede basta! In de nieuwe lïuhmcxhalle heeft de architect zich eene aardigheid veroorloofd. Op een der deureu leest men: »S. S. 13.3'' en daarboven is een leeuw te zien, die een half gebroken zuil met de poolen omklemt. Dit is eene toespeling op de gemeenteraadzitting (Stadtverordneter-Sitzung) van 13 Maart, waarin n der leden zich verzette tegen het afbreken MIIIIIMIMIIllllllmi iiiMimiHiniiMimiiMiiiiitiiii lijken die wij ons tot gezelschap kiezen; wij hebben behoefte aan menschen, van den zelfden smaak, die, intellectueel, op dezelfde hoogte staan als wij en ...,, en zoo worden mijn boe ken en ik te zamei oud, gelijk gij ziet," liet bij er op luchtiger toon op volgen. U zult zien dat mijn boeken even zeer ten achteren zijn als ik," Hy' was onwillekeurig wat intiemer gaan spreken dan wel in zijn bedoeling lag, en ter wijl de gast uit beleefdheid eenige opmerkingen maakte over het nobele van het zendingswerk gaf hij hem een gemakkei i; ken stoel en l et aguardiente komen. Sedert het begin van het jaar had hij geen enkelen gast zijn kamer kunnen binnen leiden, of tegenover zich zien zitten aan tafel, in de stoelen met hoogen rug speciaal bestemd voor de gcnte ft na. In heel Californiëwas er toen zoo geen tweede bibliotheek, en al had Gaston Villerézoodra hij laward College verliet, zijn Horatius en Saphocles zoo gauw mogelijk, met allo andere studiebocken, voor altijd geborgen, de namen kende hij even goed als die van Shakespeare, Dante, Molière en Cervantes. Deze stonden hier ook, en deze evenmin behoorden tot de dagelijksche lectuur van het jonge mensch. Toen hy het oog liet gaan over den gewichtigen inhoud van des padre's boekenkast zei hij, met iets van den zuidelijken ernst, dien zrjn opvoeding in het noorden niet geheel had kunnen wegnemen: Ik ben, vrees ik, alles behalve eeu geleerde Sir. Maar ik weet toch voor welken schrijver ieder ontwikkeld mensch eerbied moet hebben." Da fïjngevoelende padre boog ernstig het hoofd bij deze hoffelijke woorden. Eerst toen zijn oogea op de muziek vielen, voelde de jonge man zich meer op zijn gemak en keerde zijn vroolijke toon terug. Hij stond eensklaps op, en begon vol vuur de hooge stapels te bekijken, die een wand van de kamer geheel innamen. De partituren lagen overal, in smakelijke wanorde, en gelijk d», geur ont snapt aan de bloem zoo wekten de gedrukte namen tal van herinneringen. Norma, Tancred, Don Pasquale, La Vestale bleeke sterren in de hedeudaagsche muziekwereld schitterden den snuffelenden Gaston tegen, en deden de volle schouwburgzalen van Europa voor zijn geest oprijzen. En al gauw klonk een juichend: Ha! de Barbier de Seville! En die heb ik in Sevilla gehoord !" Maar de naam Sevilla bracht den padre een nieuwen stroom, van gedachten aan zijn land, van een oud gebouw, dat het uitzicht van en op de Ruhmeshalle bedierf. Maar het publiek las uit die »S. S. 13.3" zooala de booze bouwmeester blijkbaar wilde: »Spreuken van Salomo, hoofdstuk XIII, vers 3'; en daar kan men lezen: »Wie zijn mond Bewaart behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet". Zou het nageslacht dat het opponeerende gemeenteraadslid zal hebben vergeten, bij deze woorden misschien denken aan den veel sprekenden monarch, die geen gelegen heid laat voorbijgaan om zijn persoon op den voorgrond te stellen ? Brief uit utrecht, door JAN V-AN 'T STICHT. De Vtreeni^ing tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer klaagt, al zoo lang als zij bestaat, dat er hier nu letterlijk niets is wat hare taak een. weinig kan vergemakkelijken en de vreemdelingen als van zelf aansporen om hier eens een poos te verwijlen. We hebben niet eens een beetje roem overgehouden uit den goeien tijd, waarop we ons iunnen verhoovaardigen. Ja, zooals Haarlem zijn Kenau Simonsz .Hasselaar heeft, zoo hebben wij Trijn van den Leemput, echt genoote van den schepen, die in haar wonicg Putruwiel, thans bewoond door den eersten firmant der firma Peek & Cloppenburg, hoogst-eigenhandig drie Spaansche soldaten van de trappen smeet, maar overigens worde onze vaderlandsche geschiedenis nog maar alleen in herinnering gehouden door eenige uit het kasteel Vrederjburg in de Jacobi- en Bunrtorens geschoten, waar wjj thans nog tegen het gevaar van uitvallen behoed worden door metselwerk er om heen. Onzen Domtoren bezitten we ook, en dien zal men nu zelfs een beetje gaan oplappen, en daarachter s'.aat het beeld van Jau van Nas«au, den man van de Unie van Utrecht, dat daar staat om een beeld van professor De Geer te gebruiken, die ook al, als tegenwoordige professoren, van beeld spraak hiald als een maatstok om te weten hoe klein hij in vergelijking van den Domtoren is. Maar verder niets ! Leiden heeft zijn Boerhave ; Haarlem zijn Laurens Koster; Rotterdam zijn Erasmus; Amsterdam zijn Brommeijer en wij.... J j, toch, we hebben toch iemand die Utrechts naam en faam door geheel het land bekend gemaakt heeft en nog ten huldigen dage onze roem hoog houdt, 't Was een eenvoudige Zwitfcertche banketbakker, zooals we er hier vroeger vtlen hadden, in 't Wed, in de Pietcrotraat. in de Korte Jansstraat (waar er nu t og een is) een zekere Montieur Thérand, de uit vinder van of al,hans de eerste importeur van het vermaarde gebak waaraan we onder den naam van Utruthtsche theerandjes een goed deel van onze vermaardheid danken. Nu, over de geneeskunst bestaat nog altijd grcot verschil van gevoelen, niet het minst onder de beoefe naren dier kunst zelven ; en of de boekdruk kunst het meLSchdom tot heil is geweest of tot een ramp, daarover is men het ook noj< niet geheel eens. Maar dat Utrechtsche theerandjes lekker zijn, gebruikt, niet bij de thee, zooals de verbasterde naam zou doen denken dat behoorde, maar bij een g!as wijn, zooals een deskundig schrijver over deze delicatesse eens gpzegd heefr, dat zou zelfd het Utrechtsch Dagblad niet durven ontkennej), want dan adverte,rde er niet n banketbakker meer in dat blad. Maar al zijn ze nog zoo lekker met theerandjes alleen kan men toch de vreemdelingen niet bezig houden, vooral niet wanneer men hen, zooals wij hier de gastvrije gewoonte hebben, nog een gulden voor een pond laat betalen. V"andaar dan ook dat vreemdelingen, die hier moeten zijn voor vergaderingen, ons altijd weer zoo spoedig mogelijk verlaten. Wij kunnen het best alleen af, dat zien zij gauw genoeg! Maar deztr dagen werd er eene ontdekking gedaan, waardoor men hoopte dat Utreiht nu eens een aantrekkelijkheid zou krijgen, die de vreemdelingen niet alleen eenigen tijd zou hier houden, maar zelfs hier iieen zouden rloen stroomen. In een nieuwe, nog gedeeltelijk in aanbouw zynde wijk, achter het Gasthuis voor oglijdew, hoorden eenige jongens op een fliftmuiiimiiimi en hij riep: Ia Andalusiëniet mooi? Hebt u het in April gezien, als de bloemen beginnen te bloeien?" Ja", klonk Gaston's stem van uit de muziek. lïwas toen in C ,rdova." O, Cordova!" mompelde de padre. De Stmiramide'." juichte Gaston, die opera vindend. Dat was me een week! Die zou ik nog wel eens willen doorleven, iederen dag en nacht er van l" Is u naar Malaga gegaan van Marseille of van Gibraltar?" vroeg de padre, peinzend. Van Marseille. D.'rect van Parijs door de Rhöae vallei." Dus hebt u Provence gez'en ! En is u mis schien van Aïipnon naar Kines gegaan over den Pont du Gard? Ik heb hier een plekje ik heb het zelf zoo geplant een heel klein plekje, met olijfboomen. Ze zijn nu vry hoog, en het dost een beef je aan de streek daar denken als men op een bepaalde plaats staat. Ik zal er u morgen eens brengen. U kunt dan zslf zien wat ik bedoel." Al weer een overeenkomst!"juichte de vro lijke, vurige Gaston." Wij schijnen er beiden een bijzondere liefhebberij voor te hebben. Maar op mijn woord, padre, ik zou hier in uw plaats, niet eeuwig en altijd blijven planten! Ik zou er weer heen gaan; ik zou de originalen zien, en dan een-twee-drie naar Parijs!" En met een open partituur van Meijerbeer in de hand neuriede hij: Robert, Robert,toi que j'aime." Wel, padre, ik geloof wezenlijk dat u geen een mis, en alle mogelijke opera's vau de wereld bezit!" Ik zal een kleine biecht bij u afleggen", zeide Padre Ignazio, en dan moet u mij een kleine absolutie geven." En boete zal ik u opleggen," lachte GaUon. U moet mij een paar van deze voorspelen." Ik geloof niet dat ik mij de weelde zou hebben durven veroorlooven deze te laten instudeersn door mijn koor," sprak de padre, op zijn opera's wijzend, als bij die brave lieden door de muziek wereldlijke gedachten werden opgewekt. Maar, ik heb met mijzelven over legd, dat de muziek hun onmogelijk kwaad kan doen"?. Het geluid van een schel deed hem af breken, doch meteen vervolgen: Over een kwartier zal onze eenvoudige maaltijd voor u gereed zijn." (Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl