De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 18 november pagina 1

18 november 1900 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

f. 1221 DE AMSTEKDAMMER AY190Q. WEEKBLAD YOOK BEDEELAND t Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAÜRIK Jr. uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afeonderhjfce Nummers aan d« Kiosken 'verkrijgbaar 0.121/» Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Beolevard des Capncines tegenover Jwt'Grand'Gafé, te Parijs. Zondag 18 November. Advertenticn van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel ? 0.40 Annonces nit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLF MOSSE te Kealen en door alle filialen dezer firma. I H H O V D. .,VAN VaSCBE EN V&SI 'NABIJ: De -evenredige Vertegenwoordiging in België, I,<do«r mr. 8. SJ. "Visser. Het supplement Oranje-B««k, door A. E, B. Boe een Minister ven Oorlog ay» begrooting :lnag weet -te honden. De Maatschappij van Weldadigheid, I., door B,« Teenstra. JUac Kinley "herkozen. (Slot.) Palok's -stichting, a«or mr. J. A. y.?«OCIALE AANÖEL EGENHEDETN: In dienst het Rijk, door H. 'KUNST EN ETTEREN: .Muziek in de Hoofdatnd, door Ant. Awirkamp. 'Tentoonstelling in Ar ", door W. 8. Nienwe jfcalendere .«-oor 1901, door'B. W. P. <Jr. De zM vvan een >volk, door K. 'ffielding, beoordeeld door W. Zaalberg. Boekaankondiging. FEUILLE TON: Padre Ignazio. Naar het Engels«h van Owpn Wister, door-G. W., V, (*Sot.) RECLAMES. VOOR DAMES: Beter n ding goed, dan twee half, door.E.lK.-H. Eenoud Oostersch-spvookja in ? «nieuw gewaad, door F.'J.'v«i Uildriks. De dameskleedij in Nederlandseh-Intlie, door Yoyngenso. Allerlei, door Caprice. - PINANOIEELE EN OECONOMIPCHE KBONIEK, door D. Stigter. SCHAAKSPEL. ALLERLEI .IJTOEZONJ3EH. PEK- EN POTLOODKBA8SEN. ADVERTENfflEN. JDe erenuedige Vertegenwoor diging in België. -La Revréientation Proportionnelle en JBelgique. Histoire d'une Réforme, par Ie comte GOBLET D'ALVHSLLA. Sénatenr. Professeur ,èl'Universitéde Bruxelles. Membre de l'Académie .Royale. tCarte electorale de la Belgique d'après/le ??Serutin dv, .A7 Mai, publiépar M. iF. VEBCBÜTSSB. ??Statistique leetorale, par M. C. JACQUAKT. JL Nu het vraagstuk der E. V. ook in one Ua,nd_ meer en meer op den voorgrond treedt, verdient vooral detlitteratuur van Belgische staatslieden en politici de aandacht. _ alryk zijn de geschriften voor de invoe-ring en ^gedurende de behandeling der par lementaire hervorming in Belgiëverschenen, doch steeds waren de beschouwingen, aan «dit vraagstuk gewijd, van theoretischer! ;aard. Nu men de resul t aten van het nieuwe 'verkiezingssysteem in de praktijk heeft ikunnen nagaan, wint de litteratuur, die na de verkiezingen _ van .dit jaar ontstaan is, aan belangrijkheid. ook Professor >Goblet d'.Alviella (had reeds véór de invoering n ?in de »Revue des deux Mondes" en in de Eevue de Jelgique" verschillende studies over de *£epresentatk>n Proportionelle" het licht doen zien. Deze studies vereenigd en vermeerderd met eenige belangrijke (hoofdstukken, die na de resultaten van .de stembus van 27 Mei geschreven werden, vormen den inhoud van -«en omvangrijk werk, \vóór eenige weken te Parijs ver-schenen. Raadpleegt men daarnaast de verkiezingskaart i(carte electorale) door den heer $Tercruysse vervaardigd nadat «de uitslag van de verkiezingen van 27 Mei bekend was, en de brochure Statistique electorale'' win M. C. 3acquart beide te Brussel (Libraiitie Schepens) verschenen, dan ki^jgt men een vrij volledig overzicht van de .eerste resul taten der JR. P. in iBelgië. Het boek van prof. Goblet heeft mij door zijn zaakrigk en oapartijdig pleidooi van menig vooroordeel bevrijd, ofschoon ik niet alle bezwaren tegen <4e E. V. weeriegd acht. Het is voornamelijk naar aanleiding van dit geschrift, dat ik na,ast mijue eigen denkbeelden over E. V., eenige gedachten .uit zijn werk hier in dit bdad wil ontwikkelen. Aan het woord »parJementarism<<", zoo «aak in onzen trid verkeerd gebruikt, kan jnen meer dan ne beteekenis hechten 1). Men verstaat er nu eens onder: het representatief stelsel zelf; een ander maal de wijze van samenstelling en de arbeidsmethode van het parlement. Voor zoover men onder parlementarisme het laatste (samenstelling en arbeidsmethode) verstaat, moet men zeggen dat het parlementair stelsel tegenwoordig aan ernetigen kritiek blootstaat. Eenerzijds de onbillijke werking van het meerderheidsstelsel, anderzijds de geringe vruchtbaarheid op legislatief gebied, gevolg van obstructionisme en kleinzielige partij politiek droegen er toe bij om velen (waar lijk niet de minsten der staatsburgere) met een grondigen afkeer van de politiek te vervullen. Reactionnairen hebben de fouten van het parlementarisme gezocht in het beginsel der vertegenwoordiging zelve, doch ten onrechte. Eene vertegenwoordiging, waarin zooveel mogelijk de volkswil tot uitdrukking komt, in verhouding van de getalsterkte der ver schillende politieke partyen in het land zelve; verder arbeidende volgens een sy steem, hetwelk alweer: zooveel mogelijk door een verstandige arbeidsmethode 1) Over de afleiding van het woord «par lement" van parliamentum, zie mr. K Maca1 ester Loup «Geschiedenis van het Engelsch kiesrecht", bid. 4. obstructionnisme en .partijpolitiek uitsluit, kan een zeer goed funetiouneerend orgaan van wetgeven.de macht zijn. Ook wanneer in de toekomst aan het referendum een suppfleteir-e rol wordt 'toe gewezen, zal toch aan de volksvertegen woordiging de wetgevende macht 'moeten voorbehouden blfl-ven. -Sluit men het des potisme en absolutisme uit, dan zal het bestaan eener vertegenwoordiging wel^voor alle volgende tijden een onmisbaar veretechte in iederen staat zijn. De vraag: hoe bestrijden we debuten die het tegen woordig «parrjementarismé'" aan kleven, wordt herleid tot deze tweevoudige vraag : a. hoe verbeteren we -de -samenstelling der vertegenwoordiging.; b. hoe vervangen we de arbeidsmethode door een andere. Over het laatete.punt heb ik reeds vroeger enkele denkbeelden ontwikkeld. Het is mijn plan niet, na al. hetgeen van .gezaghebbende «ijde in den laatsten tijd over de E ven redige \Vertegenwoordiginggeechreven is, de voor- en nadeelen nogmaals .in het licht te stellen. Trouwens ook in ons .land is reeds vóór jaren de wenschelijkheid dezer hervorming met kracht van argu menten betoogd. Ik herinner slechts aan de uitnemend* dissertaties van duMarchievan Voorthuijzen , «Theoretische beschouwingen over kiesrecht" en R Macalester jLwp, «Geschiedenis van het Engelsche kiesrecht", waarin de eerste op practische- de tweede op historische gronden de E. V. verdedigt ,l).JDoel. van dit schrijven is alleen de aandacht te vestigen op de geschriften aan het hoofd van dit opstel genoemd. Wanneer prof. Molengraaff in z\jn jongste Gidsartikel schrijft: ?Zoowel de in Zwitserland als de in Belgi aangenomen regeling as gebleken bruikbaar en bevredigende resultaten op te .leveren", dan is ten opzichte y.an Belgiëeenig voor behoud niet overbodig. De cijfers, ontleend &sai bovengenoemden arbeid, die ik hieronder laat volgen, zullen dit duidelijk doen uitkomen. Vooraf ga een kleine illustratie van .de -werking van het meerderheidstelsel in andere landen..Slechts een paar cyfers. In Engeland verkregen bij de verkie zingen die den val van het laatste Kabinet^Gladstone tengevolge hadden: 1436,000 .liberale stemmen slechts 296*afgevaardigden, ? daarentegen de conservatieven met 1.12&000 stemmen $70 afgevaardigden. In de Vereenigde Staten behaalden eens .de democraten met 47 pet. der uitgebrachte .stemmen 59 pet. der zetels.; in 1884 ver,kreeg de republikeinsche partij met 48.pct. .der uitgebrachte stemmen 168 pet. der zetels. In 1870 bij de algemeene verkiezingen in .België, die na de kamerontbinding plaats hadden, verkregen : de liberalen met42j058 stemmen 52 zetels; de katholieken met 35.501 stemmen 72 zetels. Men heeft _ gevraagd of dergelijke ver houdingen niet door de opvolgende ver kiezingen gecompenseerd werd«n m. a. w. of niet iedere partij op haar beurt de voor dealen van het toeval had. Zehf's heeft de Belgische senator Ernst Solvay beproefd in de wisselende lesultaten een 'systeem te brengen, door een proportioneel* vertegen woordiging voor ite stellen in dier voege dat de zonder invloed gebleven stemmen der minderheden wan een vroegere verkie zing bfl een latere verkiezing zouden mogen in aanmerking komen. Op die wijze zouden dus de onbillijk heden v,an het meerderheidsstelsel geneu traliseerd worden. Afgescheiden van de practische uitvoer baarheid, doet het noohthans zien op welke verschillende wijzen men vooral in Belgi de E. V. heeft willen verwezenlijken. Jules Gfeller bespreekt dan ook (in La _Eeprésentatian proporiwmnelle 9e année. Bruxelles. p. 120 123 vlg.J) niet minder dan deitien stelsels. Welke zijn nu de resultaten van het tegenwoordig bestaande stelsel gelijk de stembus van 2.7 Mei in Belgiëheeft opg«lev.erd, en in hoeverre beantwoordt die uit slag een een juiste proportioneele vertegen woordiging ? De volgende eijfers, aan officieele gege vens ontleend, geven de juiste getalsterkte der verschillende partijen aan: katholieken (regeeringspartij) . . 995,066 christen-Democraten ...... 55,737 liberalen .......... 465 264 progressieten (radicalen) .... 33840 socialisten .......... 407.350 andere fracties ........ 36,857 2,054.114 Neemt men nu volgens het systeem van Professor Hagenbach-Bisshoff als den gemeenen kiesdeeler het quotiënt hetwelk ver kregen wordt indien men het cijfer van het aantal uitgebrachte stemmen deelt dooi het cijfer van het aantal zetels plus n (dus 152 -f- l = 153) dan krijgt men 2054.114 De gemeene kiesdeeler is dan 13000 en 1) Eene grondige bespreking van de ver schillende, ook in ons land aangeprezen stelsels der proportioneele Vertegenwoordiging, vindt men in het geschrift van mr. du Marchie van Voorthuyzen (bid. 89-105), alwaar achtereen volgens de stelsflls van Hare, Aubry-Vitet, wtflen prof. dr. Fruin aan ernstigen kritiek worden onderworpan. geeft wanneer m«n de «andere fracties" buiten beschouwing 'laat aan.: de katholieken ...... 76 (75?<) » christendemocraten . . 4 » liberalen 35 » progressisten..... 2 » socialisten 35 Totaal 152 zetels. De uitslag van 27 Mei 1.1. is echter: kathojieken 86; liberalen 32; radicalen .2; socialisten 32; christendemocraten 1. Aan de regeeringspartij komen derhalve tien zetels te veel hetgeen een verschil maakt van 20 stetn'men. Deze wanverhouding tusschen absolute proportie en verkregen resultaten wordt ook duidelijk uit _het volgende schema, waar de tegenwoordige districten door pro vinciale districten zijn vervangen. kreeg met 48K pc. van het geheel der uitgebrachte stemmen 56 pc. der zetels. Dit moet toegeschreven aan het feit dat de katholieken talrijk genoeg zijn o.a een aantal zetels te verkrijgen in ieder kiesdistrict terwijl van de andere par tijen een groot aantal stemmen verloren gingen. Voor de liberalen 45191 » » christendemocraten 45 020 » » socialisten , 21,930 l » » progressisten 9 655 » » andere groepen J36857 Aan verloren stemmen: Totaal.. 158 843 Men ziet, aldus schrijft prof. Goblet d'Alviella, dat, in tegenspraak met sommige voorspellingen, de proportionneele vertegenHoe de uitslag in België«oude geweest zijn, indien men op 27 Mei j 1. in provinciale biesdistrikten gestemd had (volgens officieele gegevens). Antwerpen (18 zetels) Brabant (28 zetels) Vlaanderen (W) (18 zetels) Vlaanderen (0) (24 zetels) Henegouwen (26 zetels) Luik (19 zetels) Limburg (26 zetels) Luaemburg (5 zetels) Namen (8 zetels) Totaal . . . "S -S ftc ?*aH ,j 11.919 11.798 11.203 11.712 15.038 11. «00 9.907 14X514 13586 Katho lieken m 111 11(12) " 157.710 13(14) 157.692 182298 15(18) 135347 9(9) 77.776 6(6) 49.538 5(6) 43843 3(3) 59 751 4' 4) 80(86) Libe ralen 06806 6(5) G49G2 5(5) 52 535 4(4) 62.090 5(3) 101 276 6(6) 50 998 4(5) 11 185 HO) 29300 2(2) 24 252 l>2i 34(32) Radicalen 24185 2(2) 9655 2(2) Socia listen 15.424 HD 92321 7(7) 9529 26.814 2,2) 172 218 11(11) 104.998 IK8) 841 3.346 41.759 3'2) 33.31) hris ten democraten 5.355 11.798 HO) 9.223 23.424 2(1) 3.697 1.322 918 3(1) Andere partijen 1.787 15.714 4382 555 455 1.842 8854 268 De tusschen haakjes geplaatste cijfers wijzen ihet aantal zetels aan, die thans door iedere partij veroverd z^n. De andere cijfers daarnaast gevoegd wijzen het getal aan, waarop iedere partij recht h«d, indien men in plaats van in de thans bestaande kiesdistricten in provinciale districten gestemd had. Duidelijk blijkt derhalve uit deofficieele eregevens dat de tegenwoordige regeling der R. P. nog altijd een onvolkomen beeld geeft van de verhoudingen der partijen in het land. Eene kleine uitweiding over den kies deeler schijnt mij niet overbodig. Er zijn tw«e systemen om den gemeenen kiesdeeler te vinden. Vooreerst de methode van professor Victor D' Hondt, hoogleeraar aan de Uni versiteit te Gent. Zeer duidelijk is dit systeem door Mr. Moleugraaff uiteen gezet (de Gids October 1900 bid. 125). Het bestaat hierin : ?>Het totaal der stemmen op iedere candidatenlijst uitgebracht wordt gedeeld door 1,2, 3 enz; de resultaten dezer verdeelingen worden geteld van af het hoogste getal tot aan het getal hetwelk met het cijfer der zetels overeenstemt: b. v. Er zijn 5 zetels. Het aantal uitgebrachte stemmen is 30/000. B 10,000 5 000 woordiging, gelijk xij op dit oogenUik is ge regeld, de talrijkste partij begunstigt. Scheveningen. MR. S. J. VISSER. (Slot volgt.) Deze artikelen waren reeds gezet toen ik kennis kreeg van de belangrijke artikelen in Itt Standaard gepubliceerd. De door den schryver ontwikkelde voor- en nadeelen zullen m. i. tot een juiste waardee ring van de E V. voor ons land veel kunnen bedragen. A (1) _ (2) 5 500 (3) ~ 3606 3333 C 9,000 4 500 "37)0(7 Het getal 5000 is dus de kiesdeeler en geeft aan lijst A 2 zetels aan B eveneens 2 en aan C l zetel. Volgens bet eyststeetn van prof. Hagenbach Bisshoff, minder bekend en door prof. Molengraaff niet genoemd, wordt het totaal der uitgebrachte stemmen gedeeld door het cijfer (van het aantal zetels te vermeerderen met n) dus: 3000() = 5000 5+1 Deze methode is sneller, doch heeft dit nadeel dat het in sommige gevallen enkele zetels niet toedeelt. Voorbeeld: 200,000 stemmen en 10 zetels, ^py = 18.131 is dus de kiesdeeler. Veronderstel op drie partijen zijn de vol gende stemmen uitgebracht: ABC 81,000 65,000 54,000 Door de toepassing van den gemeenen deeler 18,131 verkrijgt A 4 zetels B 3 » C 2 » Er blijft derhalve l zetel over, die niet toegedeeld is. Men moet nu den kiesdeeler 18,131 langzaam doen dalen tot 18.000 (den deeler volgens d'Hondt). De niet toegedeelde zetel komt dus aan C. De regeeringspartij in Belgi Het supplement Oranje-Boek. Dit geeft enkele telegrammen, gewisseld tusschen het Ministerie van Buitenlandsche Zaken en het consulaat Generaal der Nederlanden te Pretoria. Het beslaat slechts n bladzijde van het Staatsblad, maar is in zijne kortheid veelzeggend. Er is peiling uit op te maken, wat betreft de koers welke wij stevenen in zake Buiten landsche aangelegenheden. Uit de gewisj selde stukken blijkt, dat de Minister van Buitenlandsche Zaken er voortdurend op heeft aangedrongen dat de Transvaal alle wenschen van Engeland zoude inwilligen, niettegenstaande Kruger het Ministerie zeer duidelijk te verstaan gaf, dat inwilli ging, gelijk zoude staan met den ondergang der Transvaalsche Republiek. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken telegrafeert 15 Augustus 1899 aan ConsulGeneraal der Nederlanden te Pretoria: »Veuillezcommuniquercorjfidentiellement au Président que Gouvernement Allemand partage entièrement mon opinion dans ma dépêche du 4 Aoiït de ne pas refuser proposition Anglaise. Gouvernement Alle mand est, comme moi, convaincu que toute démarche aupiè-i d'une des g-andes puis sances, en ce moment tros critique, serait sans aucun résultat et trèj dangereuse pour la République." Ik wil aan dit telegram enkele woorden wijden. Het stelt ons diplomatiek beleid in deze materie in een helder licht. Er stond voor Transvaal slechts n weg open, om zijn onafhankelijkheid te behouden, de oorlogsverklaring aan Engeland. Vol gens ons Departement van Buitenlandsche Zaken zoude het inslaan van dezen weg tot geen resultaat leiden. Op welke gron den? Heeft het Departement van Buiten landsche Zaken aan het Departement van Oorlog gevraagd in hoeverre de mogelijk heid bestond op een voor Trans vaal gunstigen uitslag van den krijg, gelet op de strijdkrachten waarover beide partijen op dat tijdstip konden beschikken? En in het midden latende, of het Departement van Oorlog hierop een antwoord zoude hebben kunnen geven, en hoe dat antwoord zoude hebben geluid, had het niet op den weg van het Departement gelegen om aan den gevolmachtigde van Transvaal in deze voorlichting en advies te verzoeken? Het zal toch wel niet aan het Depar tement van Buitenlandsche Zaken onbe kend zijn, dat de president der Trans vaalsche Republiek in die dagen een zwaren kamp had te voeren. Hij had te beslissen' of de rampen van een krijg te rechtvaardigen waren door een mogelijk succes, en waarom hem die kamp zwaarder gemaakt, door onvoorwaardelijke onder werping te adviseeren ? Waarom zich als boodschapper aan te melden van de Duitsche regeering, die had mede te deelen dat zij het Jamëson telegram ten zeerste betreurde en een tegenovergestelde richting had ingeslagen in zake de Z.-Afrikaansche aangelegenheden P * * * Duitschland streeft naar wereldmacht. Deze is nog nimmer verworven en zal ook in de toekomst nimmer verworven worden dan door verovering en vernietiging van andere staten, hetzij nabij of veraf. Hiertoe behoort strijd. De omstandigheden welke op den uitslag van dien strijd van invloed zijn, moet Duitschland trachten ten zijnen gunste aan te wenden, zoo n:et te wijzigen, wil het zijn doel ooit bereiken. Hiertoe behoort het langs diplomatieken weg lam leggen van de krachten zijner tegenstanders. Dit doel heeft Duitschland met den Z.-Afrikaanschen oorlog bereikt ten opzichte van het Engelsche- en Hollandscbe element aldaar, d. i. ten opzichte van twee zijner machtigste concurrenten. Wat toch is het geval ? Een Duitsch Z. Afrika is tot het instaudkomen van een Duitsch wereldrijk onontbeerlijk. In tal van Duitsche ge schriften wordt er op gewezen, dat het bezit van Z. Afrika onmisbaar is voor een WestersAe Mogendheid, welke zich in het verre Oosten wil laten gelden. Van een Duitsche macht in Z. Afrika kan nimmer sprake zijn, tenzij aldaar een eindelooze kamp ontbrandt tusschen het Angelsaksische en Hollandsche ras. Dit is een der omstandigheden noodig voor de ontwikkeling en bloei van Duitsch Oost en West Afrika. In het tegenover gestelde geval, gaan toch de Duitsche nederzettingen 6f te niet of komen tot ontwikkeling onder Engelschen of Hollandschen invloed. Hoe anti-Nederlandsch de Duitsche staatkunde; in Zuid Afrika ook moet zijn, toch heeft onze regeering in dezen zich hare onderdanige dienaresse getoond. Tweeërlei heeft Duitschland daarmede bereikt. Door de verkeerde adviezen welke het de Nederlandsche regeering heeft doen overbrengen, is eeherzijds bereikt dat onze raadgevingen in Pretoria met weinig vertrouwen, om niet te zeggen wantrouwen zijn ontvangen. De gewisselde stukken zijn daarvoor een door loopend bewijs. Het is niet anders moge lijk of een klove is ontstaan tusschen de regeeringen der beide stamverwante volke ren, en beiden zijn verzwakt. Anderzijds heeft Duitschland, door be lofte van neutraliteit, den oorlog mogelijk gemaakt en daardoor een groote verzwak king van Engelands positie verkregen, terwijl voor gemimen tijd de mogelijkheid is buitengesloten, dat wij met Engeland diplomatiek of daadwerkelijk kunnen op treden tegen Duitsche veroveringsplannen, hetzij in of buiten Europa. Het Nederlandsche volk heeft door zijne houding in den strijd veel goed gemaakt, waarin de Nederlandsche regeering was tekort geschoten. En de gemaakte fouten kunnen voor ons heilzaam zijn, wanneer wij er slechts de leering uit putten, dat wij en met ons het Transvaalsche volk niets hebben te hopen en alles te vreezen van onze Oostersche naburen, wat betreft het behoud onzer gemeenschap. Wij maken het Ministerie van Buiten landsche Zaken geen verwijt van zijne foutieve gedragslijn. Het hoofd van dat Departement 13 door de eene politieke partij in den zetel gezet om remmend te werken in zake sociale wetgeving, de andere partij heeft hem als zoodanig geduld. Er blijkt uit, dat niet heeft voorgezeten de wensch om aan het hoofd een man te plaat sen, die met spiedenden blik en kloeke vuist het schip van staat zoude voeren door de diplomatieke branding in veilige haven, maar partij politiek. Aan gemeenschapspolitiek ter wille van het land heeft nie mand gedacht. Daarom hoe minder in 's lands vergaderzaal gesproken wordt over buitenlandsche politiek, hoe beter. Maar nu wij de nadeelige gevolgen daarvan aan lijf en leden hebben onder vonden, hoop ik dat het Nederiaudsche volk zijne leiders op de dringende nood

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl