De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 9 december pagina 8

9 december 1900 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

D.E A MIS TE R D A M M E R W 'E E K B L A <B VOOR N E D E R LA N D. No. 1224 _des*r,is,de beta»Wag. De betaling heeft plaats onder 4&rtk v*n de ineome-tax. Otutrent de exploitatie van Rumeenscha petroteum*,têrr«inen zou weldra een overeentusschen de Standard oil en het RuB»«enlche rijk getroffen zijn. Rumeniëzou 15 millioen francs en bovendien 8 pet. van de brtto-opbrengat ontvangen. 'Morgen zal de Arnhemsehe petroleummp\j. een.fttgeffleese vergadering houden. In die byeeöJiomst zal voorgesteld worden geen dividendbewijs te laten knippen. Omtreat de Z. A. S. M. mag ik verwijzen jiaar de vorige kroniek. Verschillende berich ten versterken het vermoeden daarin uitge sproken. De koergen hielden zich goed. In de amerikaar sche spoorwegwaarden is de macht niet meer geheel en al aan de zijde der baussiers. Dat is gelukkig. Reeds 14 dagen geleden héft de kroniek tot voorzichtigheid Mpgegpoord. Er was red«n. Overdrijving schaadt. Toch vindt ik nog hooger noteering TOOF: 29 Nov. 6 Dec. 83 ^ 42 K Atchison pref. Erie late pref. JErifl 2de pref. 20% St. Louis & South Western 4 pCt. flfclig. 90% FüWciwo 2de pref. 45% liasouri Kansas 4 pCt. oblig. . 91 Kotth. Pacific Cert. van aand. . 71 Oregon 5 pCt. bouds . . Manitoba 4K pGt. hlig.. Southern Rauw. pref. . . Wabash pref. 93 y3 46% 93 113 112 655/8 22 67 X 23 'De overige stukken zjjn onveranderd gebteven of wat afgebrokkeld. Herhaaldelijk wees de Groene op de on«etntaBobare macht der samenwerking, ook flj» het -gebied der industrie en exploitatie. Steeds meer trachten de Amerikanen dien vorm -te doen toepassen ook op het gebied van het spoorwegbedrijf. Dit belooft goede resultaten van duurzamen aard. De volgende week over het jaarverslag der Missouri Kansas Texa«, waarvan de 2Je hyp. deze week nogal gewild was in verband met eenige verbetering in de ontvangsten. A'd a m, 6 Dec. 1900. D. STIGTER, Kantoor: Singel 221. Een eerMedwaardig renzemeit De Bijbel in vier talen, geïllustreerd met 100 oorspronkelijke teeketiingen. 't Is <en grootsch en stout werk, dat de heeren prof. Dake en G. Muller, in verec uiging met de uitgevers van Holkema en Warendorf, ondernanun door de stichting der uaamlooze vennootschap ;,De geïllustreerde Bijbel". Zij stelden zich ten doel een Bijbel in vier talen ('t Nederlandsen, Fransch, Duitsch en Engelse!)) tegelijkertijd uit te geven, geïllustreerd met een honderdtal kopergravures naar teekeningen, opzettelijk daattoe vervaardigd door de grootste levende schilders uit allerlei landen van Europa. Eenigen der voorns amste uitgevers en boek handelaars in dtn lande, t. w. de firma's Van ?Kampen te Amsterdam, de Erven Loosjes en Tadema te Haarlem, E. J. Bnll te Leider, Kramers en J. C. Nijgh te Rotterdam, Schillemans te Zutphen vereenigden zich met boven genoemd drietal om die vennootschap in 't leven te roepen. Gezamenlijk verzochten en verwierTen zij de medewerking van de navolgende kunstenaars. Walter Crane, E. A. Abbty, Briton Rivière, John M. Swan, Frank Diksee, E (w. Burne Joiies, Pritz von Ubde, S. Schneider, Arth Kampf, Alb. Edelfelt, Max Liebermann, I. I. Benjamin Constant, I. L. Gérotn*1, J.Tissot, C. Eochegrosse, Jean Paul Laurens, Puvis de Chavannes, G. Sigantini, Dom. Morelli, Fr. P. M'chetti, V. de Brozick, Ilja Rcpin, Jos. Viltegas, Juliaan de Vriendt, Jozef Isiaëls, Alma Tadema. Eerstgenoemde, Walter Cranc, de groote, artistieke verlucüter en teefanaar, nam de taak op zicb, hem zoowel toevertrouwd, de titels, de hoofden der verschalende boeken, de aanvangletters en de orn'ijstingeu te ont werpen. In de verschillende talen werd het boek gedrukt bij de firma Roeloffien, Hubner n Van Santen te Amsterdam, met een voor dit doel nieuw gegoten lettertype. Ook de tekstornamenten en titels van Walter Crane worden door haar gereproduceerd, 't Geheel vormt een groot en machtig kunstwerk, waar van ik met groote belangstelling en bewonde ring kennis ram. Hoogst belangrijk is deze uitsrave uit een religieus -;ogpunt allereerst. De 19 ie eeuw, die in bloed en tranen ondergaat, zingt daarin een hooggestemden zwanenzang. Hoe men ook over den Bijbel denken mfge.'tzij men dien bescliouwe als het onfeilbaar Godswoord, 'tzij men daarin zie een verzameling van menschelijke geschriften van zeer uiteei,loopenden, ja soms tegenstrijdigen aard en inhoud, 'tzij men er onvoorwaardelijk-gelopvig, 'tzij schroomvallig sceptisch, 'tzij streng-critiscütegenoversta, in elk geval is en blijft hij het boek bij uitnemendheid, ecu bundel geschriften die, gelijk geeu andere, hef gods dienstig en zedelijk, het letterkundig en aesthetisch leven van een groot deel der meuschheid heeft gevormd en blijft belieerschen. Ook wan neer men met mij vurig wenscht, dat naast dezen Semitischen Bijbel, een Arische, of liever een Bijbel der menschheid mocht komen in de handen en doordringen tot de harten onzer tijdgenooten, toch blijft de oud-classieke Bijbel zijn eereplaats behouden met onbetwistbaar recht. Voor alle partijen en richtingen blijft waar het woord, een der vele, waarin Goethe zijn eerbied voor den Bijbel uitdrukte,//de diepe vereering, die door vele volken en geslachten der aarde aan den Bijbel is gewijd, dankt hij san zijn innerlijke waarde. Hij is niet alleen een volks boek, maar het boek der volken, daar het de lotgevallen van n volk tot symbool van alle overige maakt, zijn geschiedenis aan het ont staan der wereld vastknoopt en langs den lad der van aardsche en geestelijke ontwikkelingen, van noodwendige en toevallige gebeurtenissen, opvoert tot de hoogste sferen der eeuwigheid." Die hooge waarde van den Bijbel wordt,'t is niet te ontkennen, ndskend door een groot deel van het tegenwoordige geslacht. De meeste jongeren kennen den Bijbel niet. Hij is voor hen een verouderd en onleesbaar boek. Ja, men verbaast zich telkens, bij 't godsdienstonderwijf, over de grove onkunde omtrent de eenvoudigste bijbelsche verhalen en figuren, bij jongelieden dip, naar 't heet, een beschaafde opvoeding genieten, een leemte die door een ondevwijs van n uur 's weeks, met moeite aan ? het overstelpend schoolonderwijs ontwoekerd, onmogelijk voldoende kan worden aangevuld. Welnu langs dezen uitlekkende» weg kunnen velen, die van den Bijbel zijn vervreemd, ja zelfs wien godsdienstige aandoenicgen en onderwerpen in 't gemeen onverschillig zijn geworden, daar toe worden teruggebracht. Laat hen beginnen dea Bijbel uit een literarisch en aesthefeck oogpunt te waardeeren; laat het schoone hun de -brug woeden tot het goede en heilige, het zichtbare symbool de drager der onzichtbare realiteit. Laat Jjen leeren iets te voelen voor de epische, de dramatische, de lyrische poëzie, die hier gevonden wordt, voor de pittige spreu ken en de schilderachtige -verhalen hun bier aangeboden en zij zullen door de aantrekkelijke sebaal doordringen tot de religieuze kern. Die weg kan worden gebaand door deze uit gave. De -grootste kunstenaars van Europa hebben zich hier vereenigd om, elk op zijn wijs, weer te geven wat hen in den Bijbel aantrekt en bekoort. Elk op zijne wijs; want er is naturrlijk een hemelsbreed verschil tusschen de opvatting van den droomerigen Burne-Jotes en vaa den realistischen Fritz von Uhde; van den Oosterschen Tissot ea den Germaanschen Liebermann; van den hoog dichterleken Puvis de Chavacncs en den meer prozaïschen Juliaan de Vriendt; van den impressionist J( zef Israels en den fijnen detail-schilder Domenico Morelli. Doch 't is juist de onuitputtelijke verscheidenheid, die de bekoorlijkheid van 't geheel verhoogt, 't Is een breed en machtig orkest, dat wij hier hoorer, geboren uit de samenstemming der meest ver schillende instrumenten. Elke vriend der toon kunst heeft zijn voorliefde voor een of ander instrument. Elk beminnaar der schilderkunst heeft onder de schilders zijn uitverkorene. Zoo trokken mij, bij een uitteraard vluchtige inzage van het omvangrijk werk, bijzonder aan de teeken:ngen van Walter Crace, Abbey, Benjamin Constant, Gerotte, Tissot, Segantini, Morelli en VillegBS. Jozef Israels' Saul en David heeft ook hier in zijn oorspronkelijke gedaante, in zijn schilderij omgewerkt en gewijzigd, voor mij een groote bekoorlijkheid. Anderen zullen hun warmste sympathieën weer elders plaatsen. Dcch allen, die htt groote werk doorbladeren en nader leeren kenten, zullen bewondering voelen voor 't geheel. Dat men bij de uitgave van den tekst de meest gebruikelijke en popu laire vertalingen volgde ligt voer de hand. Zoo is dan oik verklaarbaar, dat voor de Neder. landtche de Statenverta'ing geko?en werd. Mo gen sommigen met mij persoonlijke voorliefde voelen voor de nieuwe vertaling van het Oude Testament, die, onder de magistrale leiding van onzen Kuecea ondernomen, met stalen volhar ding, terwijl de eene mcdewerkfr ca den ander hem ontviel, door Cort werd ten einde gebracht-, een vertaling die den denkenden lezer allerlei nieuwe oogpunton en wetenschappelijke vergezichten opent, toch zullen ook wij erken nen, dat hier die vertaling 't eerst was aange wezen, dip, ondanks al haar gebreken, nog leeft in den mond van het, volk. 't Geheele werk compleet in 25 aflereringer, die elk 4 photogravures bevatten, kost ? 200, een hoogen, maar, de ontzaglijke kosten der onderneming in aanmerking genomen, waarlijk niet te hcogen prijs. Van harte zij den wakkeren ondernemers een schitterend succes op deze uitgave toegewenscbt. Moge de rpgang en ingang, dien liet reuzenwerk vmdp, 't bewijs leviren, dat ook het tegenwoordige geslacht hooge poëzie, edele kunst en innige religie weet te waardeeren. P. H. IIuGEXiroiTz JK. Bocïen Tijflscüriil De Gids van December. De Gidi is dit keer al bijzonder degelijk en deugdelijk, bijna geheel wetenschappelijk. Litterair proza ontbreekt .geheel. Slechts een vijftal sonnetten \an Ilé.'ète Lapidoth Swarth, bijzonder aantrekkelijk, omdat zij nu eens niet in den zwaarmoediger! toon zijn. en dan nog een enkel sontet van C B. de Klerk, verbreken slechts luchtig de volle rij van studie-opstellen. Eerst al eea nagelaten opstel van den onlangs gestorven mr. G. H. Betz, over de vrijage van Tollens, waarin diens eigenaardigheden een weinig pikant gekarakteriseerd worJen Dan een vervolg over het Pan isiamisme van prof. L. W. G. van den Berg, dat vermoedelijk nog een slotartikel krijgt. De heer v. d. Berg heeft het hier over de verschillende invloeden en sfeeren van den Islam in 't algemeen, en in ons Indiëmeer in 't bijzonder. Van groot belang is deze kennis, nu onder de Muzelmansche bevolking verschijnselen zijn waar te nemen van een sterkere centralisatie, gevaarlijk voor ons Indiëj omdat volgens de leer van Mohammed geen kristenvorst als rechtmatig hootd erkend wordt. Het bpginsel van de staatkundige eenheid der geheele mohammedaansche wereld in de Sjari'ih neergelegd, is natuurlijk de groote en algemeene oorzaak van het tlagfn der propa ganda ten behoeve van het Pan-islamisme. Daarnaast heeft men echter secundaire oor zaken, welke die propaganda tegenwoordig be gunstigen en die in verschillende landen nog al uiteenloopen. In Algerie bijv. hebben de Franschen zich bij een goed deel der moham medaansche bevolking gehaat gemaakt, door hunne al te groote toeschietelijkheid. Zij hebben die bevolking dadelijk willen Levoordeelen met Fransche wetten en Fransche instellingen, die dientengevolge karikatuur zijn geworden van hetgeen zij behoordea te zijn. Vooral sedert Frankryk republiek werd, is men in Algerie op dezen weg nog verder gegaan dan vroeger ea heeft men bovecdien getracht de inheemsche bevolking vatbaar te maken voor de rechten van den mentch", en de groote beginselen van 1789. Aan den anderen kant hebben de Engelschen in Britsch-Indiëen Egypte evenzeer veel kwaad bloed gezet, door in het omgekeerde euvel om de Franschen te vervallen. Zij hebben de in heemsche bevolking hooghartig van zich afgestooten, door haar te behandelen a's een lager ras. Wel is waar hebben zij de zeden het recht en den godsdienst der bevolking niet met geweld door de Engelsche zeden, het Engelsche recht en den Engelschen godsdienst vervangen; maar omgekeerd hebben zij ook niets gedaan voor de nationale en orgai.ische ontwikkeling. Zij hebben evenmin de econo mische belangen der bevolking beschermd in den strijd tegen hot Engelsche kapitaa', den Engelschen handel en de Engelsche nijverheid ; j er blijkt dan ook een meer en meer toene mende nationalistische beweging in BritschIndiëen tegen Engeland te groeien. Alle deze oorzaken, zegt prof. v. d. Ber^, hebben wij in onze Oost-Indische bezittingen weten te oatzeüen, maar er is door de rechts gelijkheid tmschen de Inlandsche en Europeesche beschaving, die wij tot een beginsel hebben verheven, een dualisme in 't leven ge roepen, hetwelk in zijn tegenwoordige gedaante, hoe langer hoe minder houdbaar dreigt te worden, naarmate de beide categoriën van ingezetenen, Inlanders en Europeanen, meer met elkaar in individueele aanraking komen. Prof. v. d. Berg wijst verder nog op vele oor zaken waardoor de Pan-islamistischs beweging veld wint. De heer R. P. J. Tutein Nolthenius bespreekt het gevaar, dat onza kunst-nijverheid loopt, nu men de akte voor het teekenonderwijs zoodanig wil wijzigen, dat de balans overslaat naar bet ambachtswerk. Het is geeu alledaagsch ver schijnsel een ingenieur de kunst-nijverheid te zien verdedigen tegenover de wetenschap en de gewone nijverheid en van des te meer waarde mag dan ook zijn betoog gerekend worden, dat met recht klemmend is. Voor de economischen toestand van ons land is het verwaarloozen van kunst en kunst-nijverheid, nu die zich zoo gereedeljjk gaat ontwikkelen, een niet te overzien kwaad. De heer Nolthenius, die al in andere op stellen en nu in zijd boek over De nieuwe Wereld" zulk een degelijk prettig schrijver over technische ondtrwerpen blijkt, heeft ook hier, als zij het met wat veel sprongetjes en omwegen, dien aangenaam-leesbare toon ge vonden, om tot zijn onderwerp te komen en voert ons rna&r lietst over de Parijsche tentoon stelling en zoo naar de teekenschool terug. Dan is er nog een opstel van mr. A. D. Assendelft de Koning waarin de stichting van klein landbouwbedrijf en uitgifte van grond aan arbeiders, nog eens nadrukkelijk bepleit wordt (er is over dit onderwerp al zooveel geschreven) en worden tegelijk gereleveerd de gunstige resultaten bereikt door den heer van Zinderen Bakker. Evenwel, zoo meent hij, kunnen alleen belangrijke resultaten verwacht worden, indien de zaak anders wordt opgevat. Stich tingen als die van r. Zinderen Bakker, waarby de filantroop Jansen het kapitaal zoo goedkoop verstrekte, hoe sympathiek en goed geregeld ook, zullen nooit op groote schaal verrezen, want slechts bij uitzondering zullen partikulieren geld uitzetten, zooals de heer Jansen deed tegen 2 percent, ver beneden de normale rente. Prof. A. G. van Hamel deelt ons in een uit voerig opstel een aantal -congres herinneringen mede over Universiteits studie, dit jaar t e Parijs behandeld en die waarschijnlijk een volgend jaar op het Philologen-congres te Groningen wel stof tot verdere Le.-prekirg zal vinden. Dr. W. G. C. Byvancs is begonnen met een uitvoerige Hamlet studie, waarvan nu het eerste gedeelte aanwezig is, bijzonder uitmuntend door helder en klaren stijl. In het drama-overzicht schakelt mr. J. H. van Hall, bij het bespreken van mr. Mendes da Costa's tooneelherinneringen, zelf eeuige herinneringen vast en uit verder de ver wachting, dat een zoo onafhankelijk beoordeeiaar als mr. Mendes da Costa, ook zijn heiinneringen van thans nog levende tooceelartiesten te boek moge stellen. Eindelijk de geregeld voorkomende rubriek als: muziek overzicht van mr. Henri Viotta (over Carl. JMa ie voa Weber, en brieven aan Heinrich Lichtenstein) het buitenlandsch-overzicht, en de kleine boekbeoordeelingen. Verder worden nog aangekondigd voor de eerste all, van den nieuwen jaargang: AugtHta de Wit, G3dicnten in proza; prof. A. G. van Hamel, Wetenschappelijke behandeling der moderne letterkunde. I. Professor Allard Pkrson; prof. A. A. W. Hubrecht, Hugo de de Vries' mutatietheorie ; mr. C. Th. van Deven ter, Indische decentralisatieplannen; Geertruida Carelsen, Theodor Fontaiie ; prof. G. He ymans, uitwassen der crimineele anthropologie ; mevr. Worp?Holand Holst, Oude brieven, (Lady Mary Wordey Montagu); dr, II. Y. Gro.newegen, een herinnering aan de Zugspitze en het Passie spel van Ober-Ammergau; prof. D. Simone, Moderne Strafrechtspoliüek ; G. II. Priem, De doode (Xovelli). G. VAN IJULZKJ.. Welkom aan Krttger, O laat ons welkom luide klinken nu; Geen zacht gtüuister als in 't sterfhuis (rille Uit onze monden, niemand houde stille Wat in hem jubelt, voortbruist, voort tot u. Grijsaard, tot u, die aan de wereld leert Dat ook in onze tijd noch idealen Voor 's mensen traanverduisterde ogen stralen, Die ook de somberste tot hopen keert. Staatsman, tot u, die niets dan vrijheid wilt En voor die gave Gods moet komen smeken ! O, hoor do volkeren rondom u spreken Besef wat wrok hier tegen 't onrecht trilt. Welkom en dank ! Dank voor die ruime gift Van hoogheidszin, geloof aan 't overwinnen Van 't recht op 't onrecht! 't Jubelt ons hier binnen 't Levende woord, diep in de ziel gegrift. En eenmaal breekt die jubel helder uit: Dan zien wij u in vrijheidsglans verschijnen En nooit weer zal't geloof in't recht verdwijnen. Wij weten dan: het recht wordt niet gestuit. Haarlem. J. B. SCUVPEEÏ. NIEUWE UITGAVEN. De heer WALENKAMP heeft in een brochure »het voormalig buitengasthuis, eertijds 't pest huis te Amsterdam" beschreven, en met eenige afbeeldirgen toegelicht. Zeer lezenswaardig voor aller, die meenen dat dit gebouw niet moet worden opgeofferd aan den modernen stadsbouw, maar veeleer, als een tegenstelling van een smakeloos streven, behouden behoort te blijven. De uitgever W. de Haan te Utrecht zendt ons weder eene collectie prentenboeken. In de eerste plaats >>Krekeltjes in het Gras" door Christine Doorman, met aardige ver haaltjes, opgeluisterd door tal van zwarte platen in den tekst en een chromoplaat tegen over den titel. »Wat de »Sneeuwman zag en hoorde", door Christine Doorman, op dezelfde wijze uitge voerd, doch van minder omvang. En vervolgens eene serie van (5 kwarto prentenboeken onder de volgende titels: Dick Wittington en zijn kat. Wilde Wim. Onze Poesjes. Ka, ra, wat is dat. Voor Peuzels en Kleuters. De Draaimolen. Alle zes prentenboeken met goede bijschriften van Beata. Kapitaalvorming door geneeskundige vereenigingen, door Dr. H. P^Kiior. Overgedrukt uit het Ned. tijdschrift voor geneeskunde. 1!>00. Handboek voor liloemttiinen en Buiten plaatsen, door Emcrs, met pi. m. 150 illustraties. Zwolle, W. E J. Tjeenk Willink. De Liifde Sticht, Almanak voor het jaar 1901. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Leerboek der Natuurkunde, door P. H. HEIJNEX. '2e deel. Geluid, Magnetisme en Electriciteit, Licht. Met oOO figuren. Groningen, J. B. Wolters. La Xouïelle Hefarme de l'orthographe et de la syntaxe Frarcaises. Texte de l'arrêt ministeriel avec avant-propos commentaire, par JIILE RODHE. Lund, Hjalmar Muller. De Gevangene van Peking, door CHARLES HANNAW. Uit het Engelsch vertaald, met vele illustratie. Uitgave van G. J. Slothouwer, Amersfoort. Uit het Gooi, novellen van TRUIDA KOK. Amsterdam, H. J. W. Becht. De Boos van Jericho. Een meifjesboek van BERTHA CLEMENT, vertaald door mevr. J. VAN DEE HOEVEN en versierd met eenige aardige plaatjes. Uitgave van C. L. G. Veldt te Amsterdam. Holland's Leeuw". Tijdzang, opgedragen aan Zijne Excellentie Paul Kiüger, door J. H. DE VEER. Seyler en Reddingiu», Hilversum. sVereeniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek." Verslag van de Algemeene Vergadering, gehouden te Utrecht den 29e Sep tember 19CO. Amsterdam, Jcaanes Muller. Nosokómos. Tijdschrift van de Ned. Vereeniging tot bevordering der belangen van verpleegsters en verplegers. No. 2. Hoofdre dacteur: dr. A. ALETBrxo. Amsterdam, F. van Rossen. De Winkelier, no. 1. Officieel Orgaan van de Algemeene Winkeliers-Vereeniging. Alle stukken voor de Redactie en Administratie te zenden Kalverstraat 155, Telepaoon No. 2045 Amsterdam. Inhoud van Tijdschriften. Wetenschappelijke Bladen. 12e afl. Arbeiders verzekering in Duitschland. De Vereenigde Staten van Europa. De maan. Jeugdige misdadigers en de verantwoordelijkheid der ouders. Friedrich Wöhler. Gebrek aan steenkolen. De ware geschiedenis van den gevangene van Chillon. De mist en wat wij er uit leeren. Noord en Zuid : Dr. A. S. Kok, De post van den Helikon en de moderne Helikon (geillustreerd); A. M. Molenaar, Bloemlezing uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal V, 14 ; II, 14 ; Mej. A. W. C. Ziiidema, Een en ander over het tijdschrift »Braga"; J. S De huishoudelijke vergadering uit Braga; J. S .. .. Boekenlijst; V. d. Mate, De opgaven van de Hoofdacte-Examens UÜO; Dr. G. A.. Nauta, Venetië, verloofde van de baren. Kigin Haard, No. 49: De Duivelsweide, door G. S. d. C. President Kruger in Frankrijk, door mr. II. Louis Israël?, met portret en afbeelding. Algiersche Vrouwen, door G. Polvliet, met afbeeldingen. (Slot). Jan Huyahen's Schipvaert, door L. Nooter. (Slot). Ten doode opgeschreven, door Gedeh, met afbeeldingen. ? »Voor onze Amateur fotografen,'' door dr. J. E. Itombouts. Feuilleton. Verbetering-. In de aankondiging van Louise B. B's boek Een oud devies door mevr. G. C. S.?J., zijn, tengevolge van te late ontvangst der correctie, eenige drukfouten blijven staan. Men verbetere die als volgt: Kol. l reg. 13 »wenschens« lees »nonsens« 20 «ouderen» 36 »aanhoudende« 10 »aldaar« 10 »kunstjes« 13 »innemelijk« »anderer.« «aangrijpende» »aldoor« »luidjes« »innerlijk«. Hlllimiuiiiiiiiiiii De opzichter yaii een moflelkaiiier die er niet is. De laatste tijden wordt hier veel ge sproken over het geval, dat een werkm_an van htt militair kledingmagazijn alhier, zou zijn aangesteld tot opzichter over de modelkamer bij dat magazijn. Nu zal u zeker zeggen mijnheer, hoe kan over zulk een eenvoudig geval zooveel gepraat worden. Wel dat zal ik u zeggen. Bij dat magazijn te Delft -is geen modclkamer. Een stuk of wst modtllen van jassen en broeken die hier in Delft zijn, liggen altijd op de kamers van de snijders en dan nog een stuk of wat worden bewaard op het kantoor van den luitenant. En toch zou de koningin uitgemaakt hebben, dat er een opzichter van de modelkamer te Delft zal wezen en zou de minister zoo goed geweest zijn een werkman van het magazijn alhier, maar bij het departement van den minister werkzaam, aan te stellen tot opzichter van dje modelkamer, die er niet is en er ouk niet kan komen en dat nog wel op een tractement van zeshonderd gulden, waar later nog vijftig gulden bij zou zijn gedaan. Wat we hier maar niet begrijpen is dit. Hoe kan nu de koningin zeggen : bij het magazijn te Delft zal een opzichter van de modelkamer wezen, van de modelkamer die er niet is, en hoe kan de minister iemand op een mooi tractement aanstellen gaan in eene betrekking die er niet is ? Nu loopt het praatje, dat de minister den werkman, die ook nu nog stilletjes bij den minister in betrekking is gebleven, een beter pensioen heeft willen bezorgen en hem daarom heeft aangesteld in eene be trekking die er niet is. Zou men hierover bij de behandeling van de begrooting den minister niet eenige opheldering kunnen vragen ? Delft, Nov. 1000. P. Andere bladen worden verzocht het bovenstaande over te nemen. Een vreemdeling in Transyaal, De heer J. B. Schepers beweert in zijne bespreking van »Een vreemdeling uit Transvaal" o. a. dat ik mij vergis, waar ik een reiziger »voorbij een klein Duitsch plaatsje, Heilbron genaamd, de rivier de Vaal laat overtrekken'' en hem een eindje verder op Transvaalsch grondgebied in de verte het Randgebergte doe aanschouwen. »En die Vaal ontspringt wel 40 uren gaans van de spoorweg!" roept de heer Schepers uit. Ja! zulke wonderen ziet men in Zuid-Afrika: hetgeen den heer Schepers, die mij verwijt, niet genoeg lokale kleur aan te brengen, bekend kon wezen, ware hij zelf niet een vreemdeling in 'fransvaal. Mevr. FAEH s CHEMEK. Eindhoven, 4 December 1900. oom Paul. Mijnheer de Redacteur! Het heeft nooit een zaak geschaad om van alle kanten bekeken te worden. Oppositie in onze volksvertegenwoordiging en concurrentie in den handel zyn bevorderlijk aan 't algemeen belang. Wees zoo goed een ander óók eens aan 't woord te laten. Mij dunkt die herhaalde aanhalingen van Kruger, vergelijkingen met Prins Willem den 1ste, Willem den Zwijger, zijn onhistorisch. Ik verwacht van u natuurlijk een beter bewijs, dat ik dit mis heb, dan een scheldwoord, zoo als de N. li. Ct. dagelijkgcb. hare opposanten naar het hoofd slingert, zich wijselijk hierbij anoniem houdend. Prins Willem van Orarje cfferde alles wat tij bezat op het altaar des Vaderlands, is ons geleerd : zie iedere »Gesohiedenis". Willem de Zwijger stierf in 1584, zoo ge zegd in 't harnas. Volgens herbaalde correspondenten uit Pre toria liet Kruger zijn regeering in den steek en nam een welvoorzienen geldbuidil mede. In tegenstelling met Prins Willem I, die altijd in geldgebrek verkeerde, beschikt Kruger naar het schijnt over kolossale sommen. Het verdient opgemerkt te worden dat Kruger Roberts opet.lijk bedankt voor de goede be handeling, die zijn familie ondervindt, terwijl de Iföln. Zeitung waarschuwt te^en eerstge noemde taktiek van opruiing, door hem (K ) zelf kenbaar gemaakt toen hij zich beklaagde, dat de Amerikanen hem tegengevallen waren en toen bij wenschtte dat »de heele wereld" Engeland den oorlog aandeed. Eveneens dat Ibsen en Zola, die beiden toch zeker genoeg bewezen het menschelijke karakter te kennen, zich tegen Kruger verklaarden. Wij Nederlanders dienen niet te vergeten wat diezelfde Köln. Zeit. wijselijk aan haar landgenooten in overweging geeft: Dat de dingen er in de verte heel anders uitzien dan naderbij en dat er vanhetenthusiasme der teruggekeerde medestrijders niet heel veel overgebleven is, nadat zij hun opvat ting der zaken aan de werkelijkheid getoetst hebben. Dat een volk op te zweepen is tot ertthusiasme voor alles, hebben de Fransche revolutie en de »Commune" bewezen. Omgekeerd zal niemand in de onbeschrijfelijk liederlijke gedragingen en taal van »hec volk", tijdens de Kronings feesten, minachting voor de Koningin zien. Panem et circenses is nog even geldend, als toen Juvenalis zijn satyren schreef. Een kalmeerend woord is waarlijk dezer dagen niet te onpas. Wij volgden het succes der Eng. wapenen en zagen Engeland niet op haar best; zagen haar nhandig ; zagen slechts een olinksch" pareeren. De Eng. marine tintelt om met beide handen mfête doen. Zullen wij de vruchten van een 70-jarigen vrede er aan geven voor het najagen van Krugers her senschim : gymnasia met den bijbel; laboratoria met den bijbel ; ministerie van oorlog met den bijbel en het hoofd van den Staat de beschik king over 's lands kas ? Oorlog is een gruwe), maar Krugers koppig heid wir,t het om ellende te zaaien. Ik weet niet of velen dat wel inzien. J. B. N. Onpartijdigheidshalve plaatsen wy het boven staande. Wij begrijpen, dat den heerNagelvoort, wiens binnenste en oovenste vol is van gevoe lens en denkbeelden, de gelegenheid niet mag worden onthouden deze even te luchten, en ons in te lichten omtrent de N. R. Ct., Het Volk de Köln. Zeit., Kruger, diens gelddorst en koppigheid enz. enz. Wij twijfelen er niet aan, of de geschied schrijvers der toekomst zullen naar eiseh rekening houden ook met den Nagelvoortschen kant van »de zaak". RED. Aan Artit-ten! Aan Zangeressen! Aan Zangers! Aan Musici! Aan Allen.' 'n Vrouw, 'n weduwe, 'n moeder is in rouwe. Een zee van verdriet is over haar gekomen, doet haar treuren, haar gebogen gaan en haar ouderdom zwaar, loodzwaar drukken. Drie harer zoons, hare kostwinners, ferme kerels, die werken konden, moesten haar verlaten, zuchten in de gevangenis. 't Is de weduwe Hogerhuis! O, laten we niet spreken, vooral niet rede twisten: zijn de gebroeders schuldig, zijn ze onschuldig; een ander feit is er, de weduwe Hogerhuis heeft steun noodig, behoeft hulp, financieel in de allereerste plaats de vrouw leeft in armoede. Zijn de Hoogerhuizen schuldig ? Zijn ze onschuldig 'l Maar de moeder, de oude moeder is dan toch zeker onschuldig, een twijfelen daaraan is niet denkbaar. En toch toch wordt ook zij gestraft op velerlei wijzer, voor zoo groot een straf wij in treure het hoofd buigen. Hare zonen terug geven kunnen wij niet o, als dat mogelijk ware! - maar wat wij mol kunnen: haar geldelijk steunen. Eenige personen, verlangend ook iets te doen in het treurige geval, zullen trachten langs velerlei wfgen een flinke som bij elkander ta krijgen, óók door middel van een Kunstarond". Nu zijn deze regelen een oproep tot artiesten in den zang, muziek, in welken vorm ook: wie is bereid, in beginsel voorloopig, belangeloos op zoo'n avond mede te werken. Enkelen gaven reeds hun woord. 't Hart eens kunstenaars is licht vatbaar voor het leed van anderen, en daarom zullen zij steunen. Kunst is immers de hoogste uiting des menschen en zouden de apostelen dier kunst ongevoelig zjjn voor het leed eener arme oude vrouw. Zij kunnen met hunne gave, hunne kunst te geven, helpen. Mogen het er zeer velen zijn. Het is voldoende een kaartje, met naam en adres, te zenden aan: Kinkerstraat 62, Jon. J. LODEWUK. Amsterdam. Met het plan betuigen hunne sympathie de heeren dr. E. van Dieren, A. H. Gerhard, It. Schwar?, D. Beerends, dr. Hendrik de Vries en mevr. W. Drucker.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl