De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 16 december pagina 8

16 december 1900 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

M '. '? ;k" v; ^u^, / WBEfKtB'LAïVOOR NEB BR LANDS. Na.. 3 \ Cotwsbianen aa vooral Ven«zuelaaen gingen belangrjjfc voornit. De laatste stegen zelfs van 29% tot 32# voor dékleine stokken. Het torioht van d» hervatting der maand«ïykgcbe remise gaf tot dezen vrooljjken sprong aanlading, Hyp. banken weinig of niet veranderd. De bffltwinde verscheidenheid is maer dan genowg. Is het mitsdien wel wenscheljjk defpandbrieven der Christiwaia Hypotitek- en RaalkraditBank alhier t« introduoeeren ? Aanstaanden Zaterdag en Maandag is ten kantore van de bekende firma Lippmann Rosenthal de inschrij ? ving opengesteld op 5 miiiioen kronen 4>s pCts. obiig. ten laste van de Cliristiania Hypothek en K»lfcrediet-Bank te Christiania, tegen den koers van 96 K pCt. Vele lezers zullen zich waarschijnlijk her inneren de uitvoerige beschouwingen omtrent de wensehelykheid van de toepassing van het Eendracht maakt Maakt door de verschillende tabakmaatscbappijen op Sumatra. Hy vergeleek toen da-kloeke tabakskoning, die daartoe het initiatief nam, met den historischen koning der Longohsrden. Z. M. mocht er toen nog niet in slagen de fusie, of althans het een drachtig arbeiden ter verkrijging van een groote winst, te bewerken. Thans wordt bericht dat door de directies tan acht tabak-mp\jen de heeren Georg Meisner en Wilhelm Opry zoo gezamenlijk als afzonderiijfc, aangesteld zyn tot soper-intandaaten ter Oostkust. Mag,hieruit afgeleid worden dat op samen werking ten slotte toch nog mag worden gehoopt. Dat zou veel beloven niet alleen, maar ?vr$ zekar ook veel geren. Ea d;Uirotu is het te doen. A'dam, 13 Dec. 1900. D. STIOTBB, Kantoor: Singel 122. Bet Ml De redactie van de Groene heeft mrj uitgenoodlgd voor de lezers vaa dit blad Hei Boek der Sporten onder redaktie van Jaa Feitb, (Amsterdam, Van Holkema en Warendorf) te willen aankondigen. Ik heb mij even moaten bedenken alvorens ik die uitnoodiging vereerende uttnoodiging natuurlijk! heb aangenomen. Ik heb geaar zeld, omdat ik gnlweg moet bekennen, dat ik voor kritiek niet in de wieg ben gelegd. Indien ik veel aan sport heb gedaan, deed ik dat gewoonlijk niet met de kritiesehe pen in de hand, en de hemel zij dank! bleef de kritiek m\j ook steeds van het hjf! Ik huldig de kritiek, omdat er altijd dingen zijn, waarop de eene mensen een heel andere manier van kijken heeft dan een ander; wat ik zoo in mij a veertigjarige sport-carrière opmerkte, heb ik «elf nooit onder stoelen of banken gestoken. Ik heb er heel wat uitgefbpt, als ik meende dat iets goed of kwaad ging. Maar dat in een kritieschen vorm gieten..... neen, zoover ik müherinner was dat slechts zelden mijn deel, ' Doch na die korte aarzeling heb ik toch ja geantwoord! Ik wilde in dit geval wel iets-in Set midden brengen over dat Boek der Sporten, dat m\j zoo bizoader geïnteresseerd .heeft, en ik heb de uitnoodiging der redactie aangenomen. Het is mg toch, alsof ik schreven moet over een goeden bikende, een ouden vriend, en dat, terwijl het boek in kwestie nog gén veertien dagen geleden het eerste levenslicht aanschouwde. Ik heb dadelijk een vaderlijk invoel gehad voor dit sportwerk. Op myn lè'eftijd iüag men met zulk een gevoel genist te koop loopes. Myn jongers vriend" Jan -Feith, aon het btrek Sjamenstellea. Dat wist ik reeds in het begin %an dit j&ar. Hij was toea bij «uj geweest, en samen halden w|j rondgesnaff^d in nnjn gportpapêrassen, om photo's, kiekjes, illustratiën en , allerlei dingen, die hy moodig meende te 'hebben, bij elkaar te zoeken. En wij hadden gepraat over medewerkers, wie deze rubriek ?zou kunnen bewerken, wie geschikt zou zijn voor dfe, zoo wist ik al een boel vaa het werk af, toen het pas wordend was, Nu zie ik het kant en klaar op myn lessenaar liggen. Ik wist zoo ongeveer wat en hoe het worden moest.,, en toch! ik ban verrukt met hét resultaat. Ik overiie nu pas wat het ge worden is, en terwijl ik het voorwoord vaa den samensteller lees, schud ik herhaaldelijk toestem mend het hoofd,en ben het geheel met den schrij ? ver eens. Ja, dat Boek der Sporten is een loflied op den sport geworden, ;'a; het zul een monument in on» Nederlandsche sportleven zijB,j& doch dit in tegenspraak met mijn vriend Feith het is ten standaardwerk, De samensteller was bang, toen hij dit laatste meende te moeien aangeven, dat sportspecialiteiten het boek ais een sportstanrtaardwerk zouden aanzien: taj was te bescheiden. Toch ia het dit geworden ! Het is een standaardwerk in de allereerste be,teekenis, en niet alteen voor den all-roundsportsman, doch ook voor het groote publiek, dat EU niet zoo dadelijk in connectie met de sportwereld staaf. Want de sportslieden, die zich houden elk aan hun eigen sporttak, zullen goed doen, zich eens ter dege op de hoogte te stellen van den krachtigen bloei der andere takken, opdat geen hucner zich duizelig tolle in zijn eigen sportkringetje. Niet n sport is goed. Er bestaat geen sport par préfétence, maar elke sport weer heeft zijn goede eigenschappen, die wellicht andere missen. Da sport, het algemeen begrip van aan sport doen, is het ne nosdige! £a als ook het niet sportende publiek het boek aldus leest, zal het er een kostbaar piofijt, uit kannen trekken. De samensteller zegt in zijn voorwoord, dat het niet slechts zijn. wensch doch ook z\jn vaste overtuiging is, dat sport zal worden een fetisj ia handen der paedagogen, een tooverstaf voor de hygiënisten en een onmisbare factor in het leven van het individu. Dat is zoo half en half dichterlijk gezegd, maar daarom blijft het niet minder prozaïsch waar. Ik ben heusch blij, dat ik hier de gelegenheid heb, dat eens te zeggen. Na heeft de samensteller een gelukkige hand gehad, wat de keus van zijne meewerkers be trof. Er zou uit kunnen blijken, dat h\j een fijne neus had, doch pok iets anders. Namelijk dit. Dat er onder onze sportbeoefenaren velen zijn, die met de pen in de hand eren goed als met hun sportattribuut gewapend, ook wat in net midden h'abben te brengen, en iets wat belangrijk is, onderhoudend en leerzaam. "Het twintigtal medewerkers aan het Boek der Sportw bestaat naar ik geloof, zonder uit zondering, uit mannen die een naam hebben elk in hun sport. Het zijn alle specialiteiten... in de beste beteekenis! En elk hunner heeft wat interes sants te zeggen over zijn sport. 't Is waar, ik doe nu aan kritiek, en ik mag een enkele bedenking niet achterhouden. De leest, waarop elk medewerker zyn opstel heeft is- niet overal, deaelfde geweest. Wanneer aan aaadachtig het geheet e boek leest en' men weet wat elk«a spart toekomt, dan zya er enkele opstellen, die te veel naar voren komen, enkele, die te weinig de hun toe komende plaats innemen. Doch asa wien de schuld V Het zijp hier twintig verschillende menschan, die zi«h aan het schrijven hebben gezet; zy hebben niet naar n model kannen werken; hun arbeid, moest wel eenigszias ver schillen. Daarom alleen zou ik reeds w«Bsehen, dat er een tweede uitgave mogelijk werd (wellicht een volksuitgave'!), omdat dan onder de be proefde leiding van den samensteller alles tot nog juister proporties zou aan te vullen zijn. Terwijl ik dit schrijf is er iets, dat my droe?ig stemt, want terwijl ik alweer denk aan wat in de toekomst ban gebeuren, heb ik mij te herinneren aa.n wat zoo kort achter mij ligt. Ik schreef: het boek is nog geen veer tien dagen, oud... en reeds is er een droevig stempel, dat het drukt, want terwijl ik lees in HttBoek derSporten, z$n er telkens twee namen, die ik e,% ais ik feet opsla, in schijn te moeten ontmoeten, samen van twee schrijvers, die hun medewerking in het vervolg niet meer zouden kunnen verleenen. Het zgn: C. M. J, Muller Massis, die kwam te overlijden, een we«k nadat hij zijn schetsje over Jongenssport" had ge leverd; en in het laatstvanNovembaf, het boek was jaist verschenen, stierf zeer plotseling jhr. A. E. Barnaart, de schrijver van het hoofdstuk Schaatsenrijden". Het waren beiden mij a vrienden, Begrgpt men, dat ik iets voor dit Boek der Sporten ben gaas voelen, als voor een goeden bekende, iets dat mjj aan vriendschap herrinnert ? Ook onder de andere medewerkers zyn het byna alle namen van sportslieden, riddera zonder smet of blaam, wier namen ik my zoo graag herinner. Ik schrp ze at: Jacht- en Sdiieteport, door G. F. Leliman. Paardemport, door Jar. J. L. Mock. Koeien, door dr, H. G. Broekmaan. Zeilen, door Zeiler", Wtdrijden, door 3. C. Burkens. Go]f, door mr. A. A. Del Court tot Krimpen. Schaatsenrijden, door jhr. A. E. Barnaart. Cricket, door mr. C. Feith. Voetbal, door B J. Zuyderhoff. Zwemmen, door W. E. Bredius WKzn. J&aclit&port en Worstelen, door Ant, J. Abspoel. Hardloopeit en Spriw/eti, door J. C, Schiöer. Boksen, door jhr, mr. K. Schorer. Hockey en Bandy, door mr. N. A. M. van Aken. Kolven, Beugelen, Regelen en Kaatsen, door Frans Sagers. Schermen, djor Ch. F. Kok. Visschen, door Sander". Honden, door G, F, Leliman. Jongenstport, door C. M, J. Muller Massis. Lawn- Tennis, door S, P, Eler. Automobilisme, door M W. Aertnys, Ben ik hiermede aan het eind van mijn taak ? Ik weet het zelf niet. Ik heb slechts eenige indrukken neergeschreven, die my te binnen schoten, nu ik iets zou zeggen over Het Boek der Sporten. Ik had er misschien bjj moeten vermelden, het formaat van het boek ? het aantal pagina's ? de qaaliteit van het papier? het aantalreproducün ? ... «raar zoo vat ik de kritiek niet op! Trouwens ik dutt wel aannemen, dat het boek, al aanschouwde het pas eenige weken geleden het eerste levenslicht, reeds zijn weg heeft gevonden en deze zaken dus bekend zijn. Was dit niet het geval zoo zou het m\j ver wonderen, want het boek heeft iets in zyn voorkomen, dat inneemt, dat tot willen bezitten uitlokt/ en dat zijn samensteller, zijn mede werkers en zij a uitgevers tot een driedabbel succes behoort te zijn C. A, A DUDOK DE WIT. De Nederlandsche Almanak voor 1001, uit gegeven door H. D. Tjeenk Willink & Zn. te Haarlem, bevat weer, evenals vorige jaren, de meest volledige inlichtingen omtrent de be sturen van land, provincie en de koloniën, omtrent de inrichtingen van onderwijs, de belastingen, de consulaten, enz . enz. Boven dien groote portretten van H. M, de Koningin en Z. H. Hertog Hendrik, van enkele personen vaa caatn, die ons land in den loop van 't jaar ontvielen, o.a. mr. G, de Vries, mr. Star Numan, mevr. Bilders v. Basse, Eichanon Verveer, dr. Burgersdyk, dr. Gunning, Lion Cachet, Gsneraal v. d. Ileyden en mr. Laudon. Voorts vele portretten en afbeeldingen, vooral van Transvaai en het corps diplomatieke. Haagsclie Zaken, Het is niet myn taak, wereldaistorie (e schrijven, en bij de loffelijke pogingen van het hoofdbestuur der posterijen om het Neder landsche publiek de schadelijke gewoonten van 't weekbladen -lezen af te wennen, is 't geen zaak, by de redactie te laat met copie aan te komen. Toch zit ik niet graag over appelen pap te redeneeren, terwijl het buiten keisteenen regent; zoo'n beetje op de hoogte moet men blijven, zelfs in onze indolente residentie. Daarom ben ik eens even da straat opgekuierd, om te kijken, hoe 't pnbiiek ziehheden-avond zou houden. Het voornaamste, wat er te constateeren viel, was van veelbelovend gedroppel, waaruit zich straks best een fatsoenlijke regen bui kon ontwikkelen, een artikel, waaraan sedert Vrijdagavond groote behoefte bestond. Als ik de burgemeester was geweest, had ik maar ergens een brand georganiseerd of plot seling de noodzakelijkheid doen ontstaan om overal in 't midden der stad de brandkranen te doen beproeven 's avonds tegen een uur of tien, enfia, 'teen of ander om de straten schoon te spoelen. Want die zagen geducht vuil. liet is, van Vrydag-avond af, toen ik weet niet welk jeugdig genie 't in zijn hoofd kreeg, naar het ledigstaande gebouw der Britsche legatie te trekken, een vervelende boel geweest en een tiauw getreiter van de politie, dat zij het waarlyk niet had verdiend. De komische bereddering bij a! wat openbaar vertoon betreft, wordt ondanks het nieuwe régime nog wel gehand haafd, maar er is toch merkelijk matiging te bespeuren in 't rechtstreeksch contact met 't publiek. Je wordt niet meer zoo onmiddellijk in den rug gestompt en je wordt niet uitge scholden, en de aangeboren onwetendheid van het genus agent wordt niet meer geflatteerd door 't van-ouds bekende typisch grenzend: sDat weet ik niet, hoor1." op elke onschuldige vraag. Domheden als het plotseling met een oratijelint onder de menigte sturen van «stillen" heeft 't publiek op te vatten als een beleefd voorstellen van die heeren aan elk, die er belang bij heeft, en het uitvoeren van enkele exercitiën uit de rekrutenschool onder het marcheeren der patrouilles mag men beschou wen als een geslaagde poging oa> de >kwaadgezinde" menigte aan 't liehen te brengen en zoodoende te ontwapenen. Ifc wil hopen, dat 't er nu b$ b^jft en ben den burgemeester boe 't heden avond ook moge loepen daakbaar voor zijn besluit om de sehoeljongensserenade af te komnoandeeren tot nader order. Misschien vinden ouders en onderwijzers inmiddels gelegenheid, de jongelui van hon plan af te bresgen. De autoriteiten van de Teekenakademie hadden m. i. ook wel bijtijds iets kunnen doen tegen de bengels, die hoofdzakelijk aanleiding hebben gegeven tot de opstootjes. De ^jongens van de akademie'', d.w.z, de leerliagea der avondteekenlessen, z^jn van oudsher berucht als oproerig op straat. Dit schjjnt een privilege te zy'n van alle jongens van alle avondteekencursussen. Ieder raadplege zijne lokale ervaringen of jongensherinneringen maar eens. 't Verwondert mij, dat er nooit eens gedacht wordt aan dit argument bij de talrijke debatten over de opvoedende kracht van «prak tisch onderwas." Het is natuurlyk een toeval, dat er iemand op de gedachte kwam, dat er ergens in Den Haag en nog wel in een wy'k, waar men het in de laatste plaats zou zoeken, een Engelsen legitatiegebouw was. Toen eenige maanden ge leden een saaie ovatie gebracht werd aan de Transvaalsch-Vrijstaatsche deputatie voor 't »Hotel des Indes", dacht niemand aan een legatie, maar bepaalde het »Vrije volk" zich er toe, de politie wat te »pesten", waar voor op dat moment niet de minste reden was. Dit incident is toen verdonkeremaand achter fantastische ochtendblad-ontboezemingen over »spoBtase geestdrift" en schitterende bengaalsche verlichting, waarvan niemand het schitterende had waargenomen. Het ware te wenschen geweest, dat men toch het relietjes-achtige van dat voorspel had her innerd, alvorens 't groote »feest'' in scène werd gezet. Want daar zit de fout: de ont vangst van Kruger in den Haag ia geheel ge organiseerd als feest, nl. een herriedag. Allerlei vereenïgingen er hij gesleept, schooljongens een werkdadige rol toebedeeld en alom vacantie gegeven. Ga dan den menschen maar in eens aan hun verstand brenger, dat alles »waardig" en «ernstig" moet zya'. Zit eerst maanden en maanden lang de onontwikkelde lezers der groote en kleine bladen te onthalen op de afgezaagdste aardigheden over Engeland en al wat Engelsen is en ga bun dan wat voorpreeken over wat ^gepast" en «ongepast" is. Wanneer ge iets wilt hebben, dat gepast en waardig is, maak dan zoo min mogelijk spek takel vaa te voren. De iatocht van Kruger in den Haaf was wat men in tnooieu stijl nosmt een triumi'toeht, maar het was toch de gewone herrie van een «nationalen feestdag". Zoo vatte 't publiek het op, zóó de leden der deputaties, die van het caféhuiswaarts keerden. Wie kon ook anders verwachten ? En na Donderdag is het eenvoudig een spelletje en een reclame-boel geworden, 't Besta bewijs hiervoor is, dat Maandag moest worden geannonceerd, dat de president maar nmaal per dag zich aan de menigte zou vertoonen. De persoon, die den ouden balling dezen raad heeft gegeven, deed verstandiger dan zij, die maar al hun best deden om kijklust en nieuwsgierigheid van 't publiek te prikkelen. Kan men van ernst spreken, wanneer een man van Kruger,-, beginselen en in de droeve positie, waarin deze verkeert, wordt uitgenoodigd om tot reclame te dienen voor een Neder landsche Opera-uitvoering? Er waren er naar ik verneem werkelijk nog ettelrjken ingeloopen, di« haastiglijk naar 't «Gsboaw" trokken in de hoop, dat »hij" misschien toch nog wei zou komen. Zelfs tot in de kerk werd de man vervolgd door een niet altijd bescheiden belangstelling. Da jongensoploopjes hebben a qaelque chose malheur est bon! althans deze goede uitwerking gehad, dat niet zoo nauwkeurig elk schreeuwpartijtje als «ovatie" wordt geboekstaafd en Nederland rondgeseird. Gold het iemand anders dan dezen drager van een tragisch stuk geschiedenis, men zou 't amusant kunnen noeinen, dat uitloopen «om Kruger te sien," ' Is-tie er al oit gewess ? Mot-ie nog komme? Hè, hoe jammer, datüwe net effa te laat ber.ne! Nou, h\j komp nog wel weer! Me zorg, ik heb 'm al drie keer gezien. Jezes, ik al honderdmaal! ? Een psychologisch moment was 't bijv,, wat ik Maandagmiddag bywoonde: net »was-tie der oit gewees'1, en de menigte stroomde af, daar kwam het rijtuig der Koninginnen de Boschbrug af. En als een zwerm mensehen, die van de eene lekkernij verjaagd, plotseling een andere ontdekken, zwermde de schare naar den kant van 't Touraooiveld. SDmmigen, die erg ge lukkig waren, hebben later, toen 't al don kerde, opmerkzaam gemaakt door een twaalftal agenten, als lokvinken fungeerend, nog een half uur op 't Buitenhof kunnen blauwbekken om een dichte koets te zien, waar in de heer Kruger naar Buitenlandsche Zaken reed om van Ksrson en de Beaufort nogmaals te verne men, dat men hier «iets voor hem kon doen. De verdere merkwaardigheden kent ge uit de dagbladen. Er schijnt een der heeren repor ters 't middel gevonden te hebben om plus Charliste que Caarles zich inderdaad in den vogel der journalistiek, een spreeuw, te veranderen en zoo den schoorsteen binnen te kruipen van het vertrek, waar de Koninginnen zonder andere getuigen den heer Kruger ont vingen. Wie anders dan die spreeuw kon de vertrouwbare bron zijn, waaruit het Vaderland mededeelingen omtrent het daar gebonden gesprek ontving, Noch H,H, M,M. noch de president zullen het blad hebben in gelicht, en dat de een of andere Polonius zich achter het behang verscholen had, mag evenmin worden verondersteld, als dat er iemand zijn oor aan het sleatelgat hield. Er dienen op de koninklijke schoorsteenen beschermende ijzers te worden aangebracht te gen., . spreeuwen, Sl'ECÏATOB. t»i!)»ii>ii>iitiiHifftttimMiimiuiiutmmitiiiiii>ti>ii»»m )mi>mittMii< Voor de krijgsgevangenen Boeren op St. Helena en CeyJon en hunne gezinnen te Kaapstad, Voor de vrouwen en kinderen der gevangenen Boeren en voor de krijgsgevangenen te St. Helena en Ceylon zijn uit verschillende plaatsen van Nederland en uit Frankrijk eene groote hoeveelheid geldelijke giften en goederen als kleeren, versnaperingen, tabak, boeken, dekens enz- aan het MiddelbBtgschècomitégeschonken, zoodat dit ia November eene- bezending goe deren (tsr waarde van ?350) voor de kr(jgsgevangenen te Ceylon aan den consul -gezteraai der Nederlanden den heer B. A: Wennink te Colombo, en verder eene bezending goederen (ter waarde van ?500) voor de krijgsgevan genen te St. Helena aan den consul-generaal der Nederlanden den heer W. J. Williams aldaar heeft gezonden. Ojk zijn begin en einde November goederen voor de vrouwen en kinderen der gevangenen Boeren (ter geza menlijke waarde van ?1100) verzonden aan den heer B. M. de Waal consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad, die ze aan mevrouw Koopmans-de Wet aldaar zal doen toekomen. Ook werden door het comitégeldelijke bij dragen ten behoeve van de krijgsgevangenen r.aar Ceylon en St. Helena en voor de vrouwen en kinderen der gevangenen Bjeren naar Kaapstad gezonden ter gezamenlijke waarde van ? 156(5 30. Door het sub-comitéte Enschedéwerd eene bezending goederen, ter waarde van f 950 voor de vrouwen en kinderen der gevangenen Boerea geschonken. Door eenige dames te Parij?, die zich in verbinding gesteld hebben met bet dames-oomité, »L9 sou des Boers", werd 8 December een kist kleeren etc., voor de vrouwen en kin deren naar mevr. Koopmans?de Wet te Kaap stad verzonden. De goederen die men te Parijs voor de Boeren vrouwen en kinderen in Z.-A. en voor de krijgpgevangenen wil geven, moeten gezonden worden aan Mme Estienne, 10 Rue La Fontaine, Paris?Auteui), die ze van daar aan de Cargadoors De Vries en Ca. Ie Amsterdam zal zenden. Het comitébericht tevens, dat gaarne meer dere goederen en geldelijke giften voor de vrouwen en kinderen der gevangen Boeren en voor de krijgsgevangenen te Siraanstad, St. Belena en Csylon in ontvangst worden genomen. Vooral ontvangt het gaarne goederen etc. voor de gevangenen op C >ylon, die blijkens een schrijven van dr. J. D. Koster 4 Dec, door het comitéontvangen, veel noodig heiJoen ook wordt vooral voor de offisieren op St. Helena gevraagd: kleeren, ondergoed, conserven, tabak en sigaren. Het comitéontving tevens 5 Dec. een schrijven van mevr. Kooptnana?De Wet, waarin opnieuw dringend gevraagd wordt om kleeren etc. voor »de vrouwen en kinderen," Zendt wollen of katoenen kousen, schryft mevr. Koopmans, liefst zwart, 3 grootten. Ook voorkinderen. Katoenen hemden.nachtjaponnen, pantalons voor vrouwen, hand- en zakdoeken. Voor kleine kinderen ook iets. Stukken fknel, dat hier gemaakt kan worden, lakens, sloopen, want alles, alles is verbrand en weg. Het comité, gaarne deze goederen vragende, bericht, dat de eerstvolgende zendingen naar Kaapstad, Ceylon en St. Helena 13 en '20 December van uit Amsterdam vertrekken. Alle goederen gelieve men onder het merk M. C , met opgave van den inhoud, te zenden aan de cargadoors en expediteurs de Vries & Co,, de Ruyterkade 100, Amsterdam, Vracht en. onkosten komen voor rekening van het Middelburgsche Camitë. \Veldadigheids-Vereeniging Montefiore". Stadgenoottn! Even als het vorige jaar wagen wij bet wederom een beroep te doen op »w milddadigheid ten behoeve van de arme weduwen en weezen hier te stede. Even als het vorige jaar wijken wij af van een vroegere gewoonte om jaarlyks in den winter een circulaire om steun tot u te richten, wetende dat gij des te eerder geeft, indien u Wijkt dat het voile door n geschonken bedrag, zonder aftrek van onkosten, noodig voor het drukken, schrijven der adressen en de bezorging, aan de behoeftigen ten goede komt. En daar de koude en voor de armen zoo mistroostige dagen niet lang meer zullen uitblijven, verzoeken wij » beleefd ons spoedig «w bijdrage te willen doen toekomen, opdat wanneer zij ei eenmaal zijn, wij dan a! met het bedeelen van bons voor broad, brandstoffen enz. een aanvang gemaakt hebben. Verschaften wij het vorige jaar aan 121 weduwenen weezen 4720 bons (verdeeld in 3520 bons voor n brood, 50',) bons elk van 50 briquetten, 300 bons elk van 50 cents grutterswaren en 400 bons van een H.L. cokes) tot een bedrag van ? 70503, dit jaar is het aantal voorbedeelingin aanmerking komende meer dan verdubbeld. Er wachten al ruim 300 weduwen en weezen op onze hulp. Dat onze vereeniging hulp verstrekt aan alle gezindten bewijst het volgende kleine staatje: Gedurende het Mjarig bestaan werden aan 271S personen hulp verstrekt, verdeeld over, 1814 voorschotten, waarvan aan 940 protestanten: 4(J5 katholieken en 400 Israëlieten; ^2(i giften in ns waarvan aan 8C protestanten, 58 katholieken en 82 Israëlieten ; t!78 wekelijksche toelagen in geld of bons voor brood, brandstoffen enz. aan-'!17 protestanten, 1(>0 katholieken en 201 Israëlieten, totaal 1343 aan protestanten, 083 aan katholieken en G92 aan israelieten. llseds mochten wij ons verheugen dezer dagen van H, M. de Koningin een bedrag van vijftig gulden, als blijk van belangstelling en sj'topathie in den arbeid der Vereeniging te ontvangen, en wij hopen dat dit koninklijk voorbeeld velen mogen aanmoedigen eveneens hun steun te geven tot hulp aan zoovele arme weduwen en weezen. nul [iimiiiiiinmmm iiiiiimmimiimmmmmmmmmi mmimitmnmmmMUitutmtitiiiiHwtu Geachte Jiedactis In een der tooneelrecensi'jn /an ;lcn b.DC? J. H. Böjsing (--'5 Aag. 11.) las ik; *deh20ï:s Bauer en Breitner hebben eens, gshs;l be langeloos, een. decor geschilderd voor Ibsens »John Gjbriel Barkman", vertoond in den Stadsschouwburg. Dit is wel het mooiste decor, dat de schouwburg bezit en was door de juiste belichting betooverend van effect." Is het niet jammer, dat in ons land, waar zooveel knappe, talentvolle schilders zijn, zoo weinig gebruik wordt gemaakt van hun kundig heden en inspiratie? Is het niet jammer, dat nieuwe düeors meestal in 't buitenland worden besteld'? En zou het niet svenschelijk zijn, dat tooneel-directiën aan Nederlandsche kun stenaars de gelegenheid gaven, om een proef al ie leggen van 't geen zij kennen en kunnen Vooral in den laatsten tijd, nu er meer stemmingsstukken dan vroeger worden ver toond, zou de samenwerking van den beeldenden kunstenaar met de vertooners, zoo gew*nsoht zijns. In e»n goed gekozen en in barmooie met den inhoud, de stemming, van het stafe gebracht déeor, zal het spel atücht beten, volkomener worden, omdat de acteur zelf, in een harmonische omgeving, daarvan den invloed gevoelt. Natuurlek zou ook het publiek door die overeenstemming van omgeving en spel meer en beter den indrnk krijgen van het stuk, er zich als 't ware meer in-leven. De tooneel-versiering is op onze tooneelen ge woonlijk niet artistiek, niet harmonisch met het stuk en vooral bij opera's waarin de tekst dikwijls nit het r^jfc der fantasie gegrepen is, komt dit gebrek zeer sterk uit. Dit hebben twee jonge decoratie-schilders, de heeren Knaup en Cossaar begrepen en daarom reeds gedurende eenigen tijd pogingen aangewond om een door hen ontworpen decor voor de lieve opera »Hans en Grieije" (de hemeldroom der kmderen) te mogen schilderen. Zij maakten daarvan teekeningen en een maquette, die zy aan de directie van de Nederl. Opera aanboden. De directie was met hun ontwerp ingenomen maar vond geen termen om het voor de uitvoering daarvan benoodigde geld pi. m. / 350, te verstrekken en toch zonden die twee jonge kunstenaars zoo gaarne hun droom, een mooi artistiek decor, mooi belicht, aan het publiek te kunnea toonen, verwezentlijkt zien. Er wordt dikwijls heel veel geld voor de Ned. Opera met milde hand gegeven, is 't wonder dat bij de heeren Knaup en Cossaar de verzuchting opkwam: «Zouden er niet ook eeng een paar, meer dan wij met aardsche goederen gezagenden zyn, die ons een bandjs hielpen? Hadden wg slechts half aooveel geld als werklust, we 'zouden geen ander noodig hebben, maar artisten-kapitalisten zijn we nu eenmaal niet! Ik meende voor de opname dezer regelen in uw geacht blad een plaatsje te mogen ver zoeken in de hoop, dat de een of andere Maecenas ze onder de oogen krijgt. Wellicht dat dan de »HsnieIdroom van Hans en Grietje" voor en door de heeren Knaup en Cossaar werkelijkheid yordt. Een tooneel-liejlwbber. Een paar boeketten". Ofschoon ik hier in de afzondering stelsel matig mijn best doe om van alle meii&chelijke ijdelheid zoetjes aan geheel los te worden, wil het mij toch niet gelukken om maar goedsmoeds en zonder een woord van protest, me zoo iets mals te laten aanleunen sis in »de Groene" van j.l. Zondag te vinden was. Daar lees ik in een artikel vau den heer J. E. van der Pek, over «Ambachtskunst''onder meer het volgende: »Was er nu maar een criterium waaraan »men een goed intérieur kan herkennen! «Jaren geleden gaf de heer de Kruip' op »de Amsterdamsche Kunstnijverheidschool als «middel aan, om, als men zien wou of een «kamer «het deed" er een paar boeketten in »te brengen, Deden deze harmonisch in 't «intérieur dan was de kamer goed. Tegen dit «middel is wel wat in te brengen, enz," Natuurlijk, want waarom is het anders te pas gebracht 1 Ea .., het kind moet een naam hebben. Maar ik wijs met beslistheid het vaderschap af. Het klinkt me zoo nieuw, en daarbij zoo onbegrijpelijk, dat^k wel zeker weet, dat nooit ofte nimmer gezegd te hebben. Want ik zou zoo meenec, dat wie niet zien kan of een intérieur »het doet" dan waarlijk door hot bybrengen -vau ... bouquettea niet wijzer zal worden, EB waarom juist bouqnetten ? En gean roomtaart of een cypersche kat ? En ten andere: kan het niet moeiplyk vallen om voor elk intérieur, hetzij harmonisch of rammelend en dus het al of niet «doende", een bouquet te sorteeren die in de goeie stemming meórammelt en als criterium der halve het intérieur »saaveeren" zou. Immers: daar zya bouquetten en bouquetten, in alle tinten en toonen, van cbrysante» of viooltjes, van vareus of rietpluimen en honderd andere aoort van bouquetten meer... Ea wat voor bouquetten zoudea het nu wel moeten wezen, die als universeel criterium overal bruikbaar zijn 'l Weet soms een andere oude learlir.g zich dat nog te ^herinneren" 'i Of willen wrj 't den «kleinen makelaar" eens vragen die almós de eer van opvoering in het artikel des heeren van der Pek geniet? Oosterbeek. J. R. BK IVRTJIJIT. Aan de redactie van De Amsterdammer Weekblad voor Nederland, Amsterdam. Mijn aandacht is gevestigd geworden op uw artikel van den heer B. Ram over de »Zee!and" in het Weekblad De Amsterdammer van S December j.l. Daarin wordt beweerd, dat de stoomketels van de »Zeeland" voorzien, zijn van Howden's patent geforeeerden trek; mag ik u verzoeken in uw blad onder hetzelfde hoofd deze onjuiste opgave te willen tegenspreken, aangezien de eenige Nederlandsche kruiser van ,dit type, die van mijn gepatenteerde geforceerde trek is voorzien, is de kruiser »Noordbrabant", die volgens mijne informatica, aoowel op den proeftocht, als op hare latere dienstreizen, tot volle tevredenheid der marine-autoriteiten de ver langde paardenkrachten heeft geleverd, met minder kolenverbruik dan eenig ander systeem. Ook op het in aanbouw zijnde pantserschip ^Koningin Regentes" wordt mijn systeem toewepp"t. DankzBjjead voor de plaatsing dezer rec;:";icatie0 h'eb ik de eer te zijn, Hoogachtend JAMES HOWDEN. CORRESPONDENTIE. «Belasting betalende Nederlanders" en »Een getrouw lezer". Van niet onderteekende stuk ken wordt geen notitie genomen, V. te U. Vaa geen beteekenis. B.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl