De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1900 30 december pagina 6

30 december 1900 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

^Tfw^j»:^" *V-T ,?;'£-; D E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1227 Boet en Tijdschrift. De Nieuwe Gids. De N. Gids atygt In talrjjkheid en verschei denheid van bedragen. Hét z\jn niet meer Kloos en Boeken alleen die de afleveringen vullen. Dit keer tellen we zelfs een tiental namen' en het proza wisselt de poëzie in aangename verhouding af. Jeanne Reyneke van Stuwe gaf er een goed geschreven schets over een meisje dat verliefd wordt op haar leeraar en daarna tot de ont dekking komt dat hy getrouwd is. De najaarsomlvjsting vooral treft door. juiste en weiverzorgde woordkeus. Het geval zelf is misschien wat on-werkelijk gehouden. Niet, dat deze ge vallen niet kunnen voorkomen, maar de auteur dient het vage te vermijden, het onwaarschynly'ke toe te lichten. Nu gaat men allicht denken: vreemd, hoe een leerling niet weet dat haar leeraar getrouwd is. P. H. van Meerkerken Jr. kwam weer met een legendarisch-zinryk verhaal als onlangs en waarby het als een vervolg aansluit. Men moet zoo'n verhaal eenige malen lezen en behoorlijk lang overdenken, om er den toetssteen aan te kunnen zetten, want litteratuur en filosofie gaan maar niet zoo gereedeUjk tezamen. Zoo vluchtig gelezen lijkt het wel doorproefd te zijn. Een mooie proeve van natuur-beschrijving bl|jkt wel te zy'n Leicestershire" van Adriaan van Oordt, hoewel, het alty'd een minder moeielijk procédéblijft de natuur weer te geven met de gevoelens van den persoon er zelf in. Het wordt dan niet de vraag hoe de streek er uit ziet, en hoe dit door anderen kan worden waarge nomen, maar het zyn de gevoelens van den auteur die het tafereel kleuren. Van Johan de Meester is er nu hoofdstuk IV van zyn Geertje", dat meer en meer bly'kt voortreft'elyk werk te zyn, een prachtige schil dering van toestanden in den kleinen burger stand, t. w. het afzaksel van dien stand, eerlijk en met liefde weergegeven. Dan nog is er onder het proza een schetsje van G. van Hulzen een typeering van twee modiestetjes uit het Amsterdamsche leven. Van Willem Eloos zyn er een viertal mooie liefdeverzen, waarvan n hier volgt: Ik zie dat witte zwanendons, een vlok ' Van sneeuwig schuim gelijk, geleidelijk glijden Langs de effen vijver-spiegel, of daar trok, Gedachte-aan-Liefde, zichtbaar tusschenbeiden. Als blanke neer op 't meer, dat de oogen schreiden, Zoo hooploos vol, omdat de ziel plots schrok Door 't bitter denken aan een inooglijk scheiden Bij de' allerlaatsten slag der levens-klok . .. Maar Lief zegt met een glimlach: Bloem der ziel, Inniglijk-wit en teer, is Liefde, en boven Des levens-vloeden drijft ze, een sterke kiel!" O, ik heb lief n, lief u!" roep 'k eu kuiel, In oppermachtig voelen eu gelooven, Dat 't eer mya fiere zelf, dan u outviel.. ..! Dan nog van dr. H. J. Boeken een drietalen van J. Reddingius een viertal sonnetten. De bespreking van Joh. W. Broedelet over de vertooning van Richard HE in den Stads schouwburg te Amsterdam, bljjkt te zyn een deugdelijk doorwerkte studie. Strofe voor strofe volgt bij den tekst, toont aan dat de geheele opvoering eigenlyk een mislukking en een ver gissing was. Iets nieuws vertelt Broedelet hier niet. Er is nog door niemand het tegendeel beweerd, nu niet en vroeger ook niet. Ten opzichte het Leidscheplein is men in een staat van berusting gekomen; men weet heel goed, dat er toch niets aan te verbeteren is en neemt het vertoonde nu maar voor lief gelijk het uitvalt. Dat zelfs Bouwmeester er wel eens naast speelt, och dat weten wy ook wel, maar zelfs als hij er naast speelt is het meest nog geniaal. In de literaire kroniek bespreekt Kloos de verzen van Jeannette Nyhuis en Natuur en Leven" van Frans Bastiaanse. Ze zijn beiden waarachtige dichters, zegt hy, maar de eerste vermijde het te vaag gehoudene en woordenrijke, de laatste daaren tegen, den soms al te kalmen, den te bedaardgewetenen stap. Elsevier's Maandschrift. Dit keer geen schilder van de maand, maar een bespreking, een praatje eigenlyk over portretschilders van vroeger en van nu, door G. H. Marius. Vroeger deden de oogen vriendelyk-vredig aan, waren meest van stille geslotenheid, nu staren die oogen op de portretten meest zoo wild en heftig dat de beschouwer er bang van wordt. Mej. Marius, die verschillende anonymi, al pratende, hun meening laat zeggen, zoekt de ver klaring van dit verschynsel in onzen zenuwtijd. Zou dit bang worden voor een eenigszins heftig oog ook al geen verschynsel zyn van onzen zenuwtyd ? Ik stel mij voor, dat onze vredige voorouders, die zoo blank van hunne portretten keken, zich niet zoo beangst voor een paar nerveuse oogen zouden voelen. By' dit opstel zyn werkelyk mooie reproduc ties, voor zooverre een zwarte druk van een kleurendruk mooi kan zyn. Het opstel werd geschreven naar aanleiding van de portrettententoonstelling der Haagsche Kunstkring. De roman van Herman Robbers De Bruidstijd van Annie de Boogh" heeft nu haar eind ge kregen. Het bly'kt een prachtig stuk werk te zyn, een moderne karakteriseering van de weigezeten burgery in haar zakerig slobberleven. De beschrijvingen van Rotterdam, waar het verhaal speelt, zyn misschien wat al te ge detailleerd, maar als geheel getuigt het van groote uitbeeldende kracht. Het zal misschien blyken het mooiste boek te zyn, wat in 1900 by ons werd geschreven. Dr. J. de Jong geeft als tweede portret van musici in den vreemde Samuel de Lange, de broer van Daniel, die na geruimen tyd, als Weltmann, nu hier dan daar gezwalkt te hebben, te Stuttgart vastgemetseld zit aan het conservatoire, een functie die geheel voor hem past, en waarin hy zich thuis voelt. De heer E. W. de Jong bespreekt in de reeks der Amsterdamsche gemeente-instellingen hét abattoir (waarom geen slachthuis?) en de vee markt. Hy doet het niet artistiek, heel gewoon heel zakely'k en heel droog. Het zou een eereplaats kunnen verkrijgen in een veelgelezen dagblad, maar voor een tijdschrift is het wel wat dun. Een vlot geschreven verhaal over een loyale burger, die door Engelsche mishandeling, onder de krijgswet gebracht, en dan tot het uiterste gebracht rebel wordt, is er van C. Louis Leipoldt. Dan buitenlandsch overzicht, boekbeoordeelingen, muziekstuk enz. In een bespreking van Couperus' laatsten roman zegt Frits Lapidoth o. m. Het is voor den lezer een niet te vergeten teleurstelling dat de machtige schrijver van Stille Kracht ons voert tot de hoogte, waar wij het recht hebben de een of andere indruk wekkende manifestatie van dat Oostersch bovennatuurlyke te verwachten, doch zich dan ge draagt als een niet groot romancier-ten-vermake en maar een spook-historie verhaalt, een erge bekende, vaak door oudgasten kleurig verteld, zonder te doen gevoelen dat hij dieper in het wezen der wonderbare verschijnselen is doorge drongen dan een handelsreiziger, die aan de kletstafel eventjes over dit onderwerp werd geïm proviseerd. Maar wel mogen wy' hier onze blijdschap uitspreken over het feit, dat Couperus die andere, even geduchte Stille Kracht zich openbarend in onoverwinbaar stil verzet tegen onze regeering met meesterhand heeft weten uit te beelden in enkele prachtige, levende typen van Oosterlingen. De Vlaamsche school. De Vlaamsche school", die wel eens eenige maanden ten achter raakt, komt nu langza merhand by. We hebben nu een afl. van October. En November zal wel spoedig verschynen, zoodat het verschil gereedely'k geëffend wordt. Deze afl. is bijna geheel gewijd aan een beschrijving van de processie van O. L. Vrouw van Blindekens (Blinde lieden) te Brugge. De details zyn meer van archeologischen dan van kunstrijken aard, zoodat men zich by' dezen afvraagt of dit onderwerp wel verdient de plaatsruimte die het werd toegemeten. De schryver, de heer Medard Verkest, die dit blijkbaar zelf heeft gevoeld, zegt dan ook dat deze processie, die in de weidsche straten en lanen van Brussel of in de wegen der Scheldestad fiasco zou maken, volkomen haar schilderachtig karakter behoudt in de eenvoudige, kronkelende straatjes van Brugge. Men moet, zegt hy', die processie zien voorby schuiven langs de geknielde biddende vrouwen uit de volksklasse, langs de nette lieve huisjes met trapgevel uit wier venstertje een wimpel sliert en boven wier tichel daken een kerktoren of ons reusachtig Belfort in de verte opdagen, als wilden ook deze, voor een oogenblik, hunne voornaamheid vergeten." Belangrijk voor oudheidlief hebbers en museabestuurderen, is een ly'st van Vlaamsche en Hollandsche schilderyen, de verzameling van wylen den markgraai Grimaldi, die verleden jaar te Rome in veiling kwam en waarvan zeker nog wel enkele stukken te koop zullen zyn. Van A. W. Sanders van Loo is er eenige bladzijden allegorisch proza; een korte impressie van Frans Buyen en een liedeke van Karel v. d. Woestyne. Verder bespreking van Jungbrunnen's boek voor het volk en eenige uitknipsels over kunst. * * * Van Nu en Straks. Van Nu en Straks van Nov. begint met een fijn-gedetailleerde schets van Stijn Streuvels. Het leven, de zorgen en moeiten van oude boerenmenschen, waar de koe niet kalven wil, is met zorgzame liefde geteekend. Jammer dat het eind zoo melodramatisch verloopt. Waar alle aandacht samengetrokken wordt op dat niet kalven van de koe en de zorgen die daardoor ontstaan, wikkelt de auteur dit niet at, maar laat de kleeren van de vrouw, terwijl de man naar den veekooper is, vlam vatten en daarmede is het verhaal dan uit. Stijn Streuvels begint mogelijk wat veel te schrijven, hoewel ook zyn andere verhalen, wat compositie aangaat, wel eens hetzelfde gebrek vertoonen. Van Jac. Mesmil een studie over het huwelyk, het weinig vrye, by het sluiten ervan, de oorzaken en gevolgen, alles zeer belangrijk om te lezen. Het opstel kry'gt nog een vervolg. In een pittig opstel over de v"laamsche bewe ging plaatst zich August Vermeijlen, als de vaandrager der jongere beweging, tusschen het oude particularisme en de Franselaars. Een aanval in het Bulletin de FAssociation Samande pour la vulgarisation de la langue frangaise", van Cyriel Buysse, gaf hem daartoe de gelegenheid, Buysse had gezegd, dat ze in Vlaanderen maar moesten doen als in Holland, waar het Fransch graag aangeleerd wordt. De Vlamingen, meent Buysse, handelen veel meer uit haat tegen het fransen, dan uit liefde voor hun eigen taal. Die afwerende houding ver sterkt Vlaanderen niet. Zij sluit haar af van een wereldbeschaving. En hierop nu repliceert Vermeijlen, dat ongelukkig hiervan wel wat waar is, al acht hy het woord haat veel te sterk uitgedrukt. Holland verkeert in andere toestanden dan Vlaanderen. Daar kan het fransch de Nederlandsche taal niet verdringen. In Vlaanderen moet gestreden worden om niet door het fransch te worden overwoekerd. Het zijn de Franselaars, zegt hij, die den natuurlijken grondslag eener eigen beschaving onder onze voeten doen zinken; zij zijn het die het Vlaamsche volk niet alles doen worden wat het kon zijn; zy zijn het die tot onzelf standigheid doemen. Geef het volk zijn taal omdat het naar de behoeften van zyn eigen wezen ontwikkele, geef het zyn taal, want met de tong raken de gedachten los, krijgen ze vorm, wordeu ze leven dat zich voortzet. Kon men de groote hoop verfranschen, Vermeulen zou, hoe jammer ook voor de Vlaansche taal, die hij als kunstuitdrukking zoo lief heeft, daartoe te vinden zijn, omdat daarmee de algemeene kuituur in Vlaanderen zou stijgen, Maar dat blijkt nu wel onmogelyk: hoe lang tracht het Fransch 't Vlaansche land te door dringen ? Te vergeefs! Vraag het de boeren uit Fransch-Vlaanderen, die sinds meer dan twee eeuwen onder het sterk centraliseerend bestuur van Frankrijk leven; zij spreken Vlaamsch. Daarom is het eenvoudiger Vlaande ren radicaal te vervlaamschen, het door middel der eigen taal te ontwikkelen, waar, zooals gebleken is, het Fransch onmachtig blijft. Maar daarom moeten wij beletten, dat het Fransch de plaats inneme van de eigen taal. Beletten o, Association met den langen naam, dat het Fransch opgedrongen wordt aan menschen, die nog niet eens behoorlijk Vlaamsch weten te spreken en daarna zullen wy, pre cies gelijk Noord-Nederland, dat ons een-altijdsteviger ruggesteun moet worden, 't Fransch, ook het Engelsch en Duitsch leeren, niet meer doof en blind staan voor de groote Germaansche beschaving. Hoe staat het thans reeds met de ontwikkeide Vlamingen, die zich door't Fransch niet lieten opslorpen ? Geen enkele is er die niet drie, vier talen leest. En stel daartegen over de Franschelaars. Wat kennen zy buiten de Fransche, neen buiten de Parijsche kuituur, waarvan zij toch maar een flauwe afwatering zijn ! Het uurwerk van hun geest is erg ten ach teren: zy verkeeren nog altijd in den waan, dat de beschaving een Fransch monopolie is, het Fransch de wereldtaal, Frankrijk het hoofd, de leider der Europeesche gedachtenwereld. Zy zijn nog altijd menschen van een provincie, al is die wat grooter. Spreek hun niet van wat er buiten hun provincie omgaat! Met al het gerammel hunner achterlijke inzichten, sluiten ze de wereldbeschaving uit. Vlaanderen, neen, groot-Nederland moet in eigen grond geworteld, het kultuurleven der andere volken in zich opnemen, tot eigen sterker en grooter leven. Verder nog in de afl. een voordracht over de muziek der poëzie, hoe verzen moeten ge lezen worden, door Hugo Verriest, dan verzen van Herman Teirlinck, Alfred Hegenscheidt en van Prosper van Langendonck, waarvan die van Teirlinck vooral uitmunten door rustige eenvoud en fijn gevoel. Boon's Magazijn. De December-att. valt, vergeleken bij de zoo gunstig geslaagde voorgaande afleveringen een beetje af. Louise Stratenus opent het ty'dschrit met een pasklaargemaakt opstel over het Hot van Italië. Er zijn mooie afbeeldingen in. Interessant, hoewel in nevenzaken wat lang gerekt, is het opstel over het bestuurbare luchtschip van Graal Zeppelin. Jammer als men over die proefnemingen leest, te ver nemen, dat de vereeniging gast liquideeren. Een kijkje in het soidatenkamp teMillingen wordt door een onbekende H verteld. De heer ' Trademark THEE - E. BRANDSMA. Trademark KOÜCTEIJHOBBffiRE, Groot Beddenmagazijn. Groote collectie Wiegen, Kinderledekanten, Luiermanden, Babytafeltjes, Babybascules, etc. etc. Vraagt geïllustreerde catalogus, J fêapetier de la 733 Keizersgracht 733 AMSTERDAM. erbeterde methode Dames Hoofdwassching, volgens systeem Bilermo ? 1.00. Ed. Van der Ven, Coiffeur de Dames, 535, Keizers gracht 535, by de Spiegelstraat. Inrichting uitsluitend voor Dames en Kinderen. Wachtkamer. Artistieke Haarwerken in alle mo dellen, nuancen en prijzen steeds voor radig. Serieuse bediening. CACAO m CHOCOLADE is PRIMA Amsterdam. J. F. CITOS, Westeinde 87, -DEN HAAG.Piano's, Amërlti. Harmoniums. Franco levering. PHILIPPOM KETELAAR, KALYEBSTBAAT 166, AMSTERDAM, SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige Uitzetten en Luiermanden» Op aanvraag worden prijsopgaven en modellen franco toegezonden. Eerste Nederl. Verzekering-Maatschappij op het Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken, gevestigd te 's-Gravenhage, Kneuterdük n. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEURINK. Bijkantoren: te Amsterdam, Utrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderschestraat, Plan C No. 4. Volteekend Maatschappelijk Kapitaal .... waarop 20 pCt. is gestort. Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1899. Verzekerde rente Ontvangsten over 1899 / 1,500,000.?Reserven en Zekerheidsfondsen ultimo 1899 i Bezittingen ultimo 1899 17,633,647.19 ~ 511,543.30 1,656,578.86 ? Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1899 invaliditeit, gevolg van ongevallen, 5,740,138.70 6,005,342.08 32,945,696.19 36,741,943.28 SMITS & SCHU1Z, Tvittnrchitecten, NAARDEN en BUSSUM, belasten zich mei den aanleg eu de verandering van kleine en groote Tuinen, Parken en Buitenplaatsen. Kraepelien en Holm's Saliiafc-Pastilles. algemeen erkend als het besie middel bij Hoest en Verkoud heid. Het is een slijmoplossend en verzachtend middel bij uitne mendheid. Verkrijgbaar bij de meeste Apothekers en Drogisten. Pr\js per tteschje 20 Cts. F" Alleen echt in vierkante fleschjes, voorzien van etiquet, waarop de handteekening van KRAEPELIEN & HOLM, Zeist, Hofleveranciers. ZWITSERSCHE RMJSWMJH. Wit-, Bont-, Wol-Wasscherg. Gordijnen-Wasscherjj. Chemische Wasscherjj. itstoomerjj. Verzekering-Maatschappij HOLDA". Damrak 74, Amsterdam. Werkkrachttferzekering. ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN. Uitkeering reeds voor ziekten van langer duur dan drie dagen. Speciale tarieven ter verzekering tegen levenslange ongeschiktheid. Delicieuse Muisjes Rookvleesch. CI1OWE «fc "., Amsterdam. THE GRESHAM. Levensverzekering-Maatschappüte LONDEN. OPGERICHT IN 1848. Nederlandsche Afdeeling: AMSTERDAM SPUI 23?27. Directeur: M. J D E L L. Stand 31 December 1899. Actief ? 88,465,977, Jaarlyksche inkomsten 15,40^,746. Uitbetaald aan de verzekerden. : 191,757,672. iiuieJlfleïries TA.NDA.HTS. Parfumerieën ?0V «TCT A ^M V^ TSTB l Arnhem. Wed. F. RVTGERS, firma v. d. BEEGH & Cie. Sunligh Pédicure I SINGEL 159. Geheele verwijdering van Likdoorns enz. Consult lederen werkdag van 2 tot 5 j uur. Ook aan hidi te ontbieden. Slaapkamer Ameublement massief Am. grenen (Pitch-pine) tweepersoons bestaande uit: Tweepersoons Ledikant met fronton, Groote Linnenkast met fronton, 130 cM.br., Groote Waschtafel met marmer en Toiletspiegel met fronton, 2 compl. gedecoreerde waschstellen, Nachtkast met marmerblad, Tafel en twee Stoelen. met garantie ? 145.- netto a franco tot elk spoor of bootstation. Fotografieën gratis op aanvrage. Men vrage geïllustreerde beschrijving van compl. meubileeringen a f 075. , ? 113O.?en ? 1735.?. Firma J. S. J. DIE T 2, Afd. Menbileerlng, 329 Prinsengracht, Amsterdam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl