Historisch Archief 1877-1940
No. 1229
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Amsterb
La mise en Vente génerale
aux
PRIX
p>roctL£tin 14
La Maisoii HIRSCH & Cie
n'a pas de puccursale en Hollande.
Envoi franco en province d'échantillons et
de fout achat dépasaant 10 florins.
Les escomptes et bonifications seront
supprimés pendant la durée de cette Vente.
Les envois a condition seront supprimés
pendant la durée de cette Vente.
La vente se fera
strictement au Comptant.
DAMEjS.
,*, O)
De geschiedenis van onze
Zeg my wat güeet en ik zal u zeggen wie
gy zy't", heelt eens een groot filosoof uitge
roepen.
Als wy' denken aan de hoofdkenmerken van
de keuken in enkele groote landen aan de
smakelijkheid en zorgvuldige bereiding der
spyzen in Frankrijk; aan de krachtige soliede
Eng'elsche keuken, aan de weinig
oo.-spronkelijkheid der Duitsche recepten, en ten slotte
aan het mengelmoes dat onze magen vult,
dan zou het ons moeilijk vallen daaruit ons
karakter af te leiden Maar toch, n ding is
vast de "bereiding van ons eten staat in
nauw verband met onze beschaving.
In den voor-historischen tijd stond de kook
kunst, even als nu nog bij de wilde volken, op
zeer lagen trap.
Uit de overblijfselen van de oudste
menschelyke nederzettingen blijkt het, dat de mensehen
die toen nog niet het gebruik van leeraen
potten kenden, kuilen in den grond groeven,
waarin ze water aac den kook brachten door
er gloeiende steenen in te werpen.
En volgens de geleerden moet de oudste
manier om vleesch te braden geweest zijn, dat
in heete asch te roosteren.
Toen nu de beschaving toenam, werd ook
de kookkunst langzamerhand wat volmaakter.
't Was in Aziëdat voor 't eerst die kunst
tot hooge eer en aanzien geraakte. Zoo leerden
de Grieken den eeredienst van de maag van
de Perzen. Dat ze nu juist erg dankbaar
moesten zyn voor dit gjschenk, is nog te
betwyfelen, als men leest van de ontzettende
weelde en overdaad van vele Grieksche
maaltyden.
Meenen wy heden dat een menu van twintig
gerechten al heel veel van onze mond- en
maaggymnastiek vordert; in Griekenland en vooral
in Sybaris waren maaltijden van honderd ge
rechten geen zeldzaamheid.
Trouwens zoo'n diner was voor de Sybarieten
een gewichtige gebeurtenis. Men inviteerde
soms de gasten een jaar vooruit, opdat zy
zich toch vooral goed op zoo iets plechtig»
konden voorbereiden. En degene, die het
gelukt was het kostbaarste en uitgezochtste
diner te geven, werd geëerd als een weldoener
der menschheid.
De vrouwen moeten toen bepaald meer huis
houdgeld dan tegenwoordig gehad hebben.
Maar 't is heel waarschijnlijk, dat men zulke
gewichtige aangelegenheden, als maaltijden
voor de mannen, niet aan zulke minderwaar
dige wezens als vrouwan toevertrouwd heeft.
Want de kookkunst werd toen uitsluitend door
mannen beoefend; men scby'nt toen het huis
houding voeren nog niet beschouwd te hebben,
als de natuurlijke werkkring der vrouw.
Socrates en andere wyze mannen verhieven
hun stemmen tegen het groote gevaar dat er
voor een volk gelegen is in een te overdadige
weelde bij het eten. Maar 't eenig gevolg van
hun waarschuwingen was, dat de weelde nog
toenam.
Alleen Sparta maakte een gunstige uitzon
dering, de eenvoudige leefwijze der Spartanen
met hun zoo wel beroemde als beruchte zwarte
soep, is genoeg bekend.
Toen brak de bloeitijd van Rome aan. Maar
hadden de Romeinen de Grieken dan al over
wonnen, de Grieksche keuken behaalde de
zege op de Romeinsche kookkunst.
Was de weelde der Grieken groot geweest,
in Rome ontaardde de maaltyd by de Praticiers
tot de walgelykste brasseryen. Men zou niet
kunnen zeggen, dat de Romeinen aten, maar
met recht hier een ander woord gebruiken
kunnen.
Natuurlijk steeg met de weelde der maaltij
den het aanzien der koks. Deze werden in
dezen tyd van verval gewichtige personages.
En al klinkt het in de ooren van onze tegen
woordige keukenmeisjes ook als een sprookje,
de geschiedenis verhaalt ons van Romeinsche
koks die / 12000 per jaar verdienden onge
veer een tegenwoordig ministers inkomen.
Naar verhouding van die salarissen, was de
kostbaarheid der maaltyd. Zoo kostte een
diner van Lucullus ongeveer f 20000 en de
vreesely'ke slokop Vitellius verteerde in de
acht maanden van zy'n regeering voor meer
dan 80 millioen gulden. Een aardig dure
kostganger dus.
't Lykt ons gewone menschen met een ge
wone maag onbegrijpelijk hoe men zulke ont
zettende sommen opeten kon. Daartoe behoorde
dan ook behalve een grooten eetlust een bui
tengewoon talent om de gerechten maar heel
kostbaar te bereiden. Als wij lezen dat een
gerecht van een diner bereid was uit erwten,
linzen, boonen en diamanten en parelen, en
van een ander uit pauwenharten en
flamingotongen, dan bewonderen wij de vindingrijkheid
der koks en de sterke ingewanden der heeren.
't Zal zeker niet onnuttig geweest zijn, dat
er in dien tijd zware straffen werden gesteld
op het te veel eten.
Met de vernietiging van 't Romeinsche rijk
verviel ook de kookkunst, de barbaren" waren
zeker nog niet rijp voor de Romeinsche deli
catessen.
En zoo werd er in de middeneeuwen meer
gewicht gehecht aan de quantiteit dan aan de
qualileit der spijzen.
Versch vleesch schynt in dien tijd een groote
weelde geweest te zijn, daar in de kronieken
uitdrukkelyk vermeld staat, dat koningin Anna
Boleijn 's morgens voor ontbijt een pond spek
met een kan bier gebruikte, terwijl haar hof
dames zich met veel minder moesten bnhelpen.
Toen brak de ty'd der Renaissance aan. En
zooals Italiëhet land was waar de kunst her
leefde, was het ook in dit land, dat de keuken
zich ontwikkelde uit de plompheid der midden
eeuwen.
Catharina de Medicis voerde de Italiaansche
keuken in Frankrijk in en deze bereikte daar
zoo'n hoogte, dat de Fransche keuken, evenals
de Fransche mode, het voorbeeld was voor alle
aidere landen. Maar Ie roi soleil, die het geiuk
had alle kunsten onder zy'n regeering te zien
bloeien, beleefde deze volmaking der Franscae
kookkunst niet.
En zeker heeft hij daar zelf heel weinig
verdriet van gehad, daar Lodewyk veel meer
een veel-eter dan een fijnproever was.
Zy'n ty'dgenooten stonden verbaasd over
's konings buitengewonen eetlust, en geen won
der, als we lezen, dat deze op een dag dat hij
zich onwel gevoelde en geen eetlust had, zich
op een middag behielp met veel brood, drie
borden soep, een fazant en drie gebraden
kuikens. Of de koning, als hy wel eetlust had,
soms een heelen gebraden os verslond, vermeldt
de geschiedenis niet.
Ook maakte men in dien tijd in de keuken
gebruik van de allervreemdste zaken om de
spijzen smakelyk en geurig te maken. Zoo
werden muscus en ambra veel gemengd in 't
eten, terwijl men zelfs niet terugdeinsde om
nu en dan eens roet over de spijzen te strooien
alles om 't smakelijk (?) te maken.
Een groote verdienste van dien tn,d was, dat
het gebruik van lepels en vorken bij het eten
algemeen werd.
't Ambt van hofmeester moet niet zoo'n ge
makkelijk baantje geweest zijn. Bekend is de
anekdote van den holmeesier Vatel, die zelf
moord pleegde, omdat hij geen versche kabel
jauw voor 's konings tatel kon krygen. En o,
tragisch noodlot, juist had hij zich met zijn
degen doorboord of van alle kanten stroomden
de kabeljauwen hem toe.
Onder de opvolgers van den Zonnekoning
bereikte de Fransche kookkunst eerst die hoogte,
waardoor ze nu nog over de heele wereld be
roemd is.
Dichters, filosofen, staatslieden en koningen
rekenden het dan ook niet beneden hun waar
digheid, zich met de edele kookkunst te be
moeien. En menigeen van hen is beroemder
geworden door het uitvinden van een nieuw
gerecht dan door zijn andere bekwaamheden.
Zoo was Lodewyk X7 meer bekend om zy'n
confituren dan om zyn regeerirgstalent, en ook
mannen als Richelieu en Ma«arin worden met
lof ais ontdekkers van nieuwe gerechten ge
noemd.
't Was in 1490 dat het eerste kookboek vaa
Apicius in 't licht verscheen; dit werd door
zoovele gevolgd, dat we ons EU verheugen in
een heele uitgebreide bibliotheek over dit on
derwerp. Merkwaardig zy'n o. a het
kookboekgedicht van den dichter-kok Barchuw en van
Dumas (père) Dictionnaire de Cuisine".
Langzamerhand zien we ook vrouwen als
kookkunstenaressen optreden. Een gevolg van
emancipatie of ontaarding? 'k Weet het niet
En heel vele van haar schreven hun ervarin
gen in de keuken op tot nut van de mensch
heid. Henriëtte Davidis" en Saartje de keu
kenmeid" bleven lang de raadgeefsters voor
alle meisjes en vrouwen die zich aan de
moeilijke kookkunst waagden. Ivu zijn deze
vroegere toonaangeefsters verdrongen; vooral
door de receptenboeken van onze kookscholen
en daarmee is de kookkunst in een nieuw
stadium getreden.
Niet langer meer heerscht de meening dat
kooken een kunst is die ons vrouwen van nature
aangeboren is, die we dus niet stelselmatig
behoeven te leeren. Langzamerhand dringt de
overtuiging door, dat niet onze maag onze
afgod moet zijn, zooals in den ty'd der Grieken
eu Romeinen, maar dat een goede, gezonde
keuken een zaak van groot belang is voor een
geheel volk. De wetenschap, de zegevierende
heerscheres van onzen tyd dringt ook djor op
't gebied van de kookkunst. De nieuwste uit
vindingen van chemie en hygiëne worden nu in
de keuken toegepast. Ook onze gereedschappen
hebben denzelfden trap van ontwikkeling
doorloopen als de kookkunst zeif. Voor de primi
tieve waterkuilen, hebben we nu onze
gemakkely'ke zuinigheidshaarden en gasfornuiaen,
terwijl ook de electriciteit in de nieuwe eeuw
zeker meer en meer in de keuken aangewend
zal worden.
Een goede keuken bevordert toch niet alleen
de gezondheid en spaarzaamheid van een volk,
maar verhoogt ook het gezellige verkeer en
't goede humeur.
Terwy'l wy dames ook nog weten, dat een
goed bereide maaityd een middel kan zyn tot
bereiking van anders onvervulbare wenschen.
Want het oude spreekwoord zegt niet geheel
te vergeefs: De weg naar 's mans hart, leidt
door zyn maag '.
BETSY NOKT.
De moreele invloed van de mm op
Kunstgebied,
By het bezoeken van de afdeeling Schoone
Kunsten op de tentoonstelling te Parijs, bleek
het zeer duidelyk, hoe elke natie den stempel
draagt van haar eigen bestaan.
Niet alleen dat de keuze van onderwerp
voor het meerendeel der tentoongestelde schil
deryen verscaillend was, maar ook de wyze
waarop de kunstenaars het onderwerp hadden
opgevat, was zoo geheel anders. Meu zou als
het ware, met een blinddoek voor de oogen
een zaal hebben kunnen binnentreden, en ziende
geworden, terstond kunnen raden in welke af
deeling men zich bevond.
Dat de Fransche school iets geheel anders
te aanschouwen gat dan de Hoüaudsche
alleen het doek van Kaeinmerer maakte daarop
een uitzondering en de Russische weer van
een geheel ander genre was, is natuurlijk. Maar
zelts, waar door genoemde landen hetzelfde
onderwerp werd tentoongesteld, verschilde de
opvatting hemelsbreed.
Terwyl in de Russische, Zweedsche en
Deensche afdeelingen, voor het meerendeel
natuurtafereelen op het doek waren gebracht,
was in het Fransche gedeelte het naakt"
rijkelyk veriegenwoordigd.
Bij dat echilderen vau het naakt" komt het
temperament van den vervaardiger aan het
licht; en hier kom ik op het doel van dit
artikel. Mevrouw Canziani zeide op het in 'i)
te Londen genouden congres vau den Inter
nationalen Vrouwenraad, het volgende: Ik wil
iets te berde brengen, wat mij van groot belang
toescnynt.
Ik wilde namelyk wy'zen op de groote ver
antwoordelijkheid van oüa vrouwen, ten opzichte
van datgene, waarop wy invloed zouden kunnen
uitoelenen en dit niet doen.
.,Lang heeft de spreuk gegolden: l'Artponr
l'Art.
Velen die niets werkelijk kunatigs konden
voortbrengen, namen deze woorden te baat, om
hun vele tekortkomingen te verbergen.
Individueel l" durfde men noemen, wat aan
de eischen eener juiste en sirenge kritiek niet
kon voldoen en het motto: de kunst orn de
kunst", werd gebruikt tot dekmantel van
schromelyke gebreken, zoowel betreffende de tech
niek als de opvatting.
Velen, zeer velen meenen heden ten dage
kunstcritici te kunnen zijn, zonder ooit een
ernutige voorafgaande studie te hebben gemaakt
zelfs van de eigenschappen, die noodig zijn om
te kunnen kritiek uitoefenen,
Het is voor dezulken genoeg, een zekere
brutaliteit te bezitten, om een zoogenaamd
kunstwerk hemelhoog te verheffen, al wordt
ditzelfde werk door kenners een prul genoemd.
En de gansche bende valt in aanbidding neer
voor den kunstenaar, die zóóiets heeft kunnen
uitvoeren.
Niet alleen op het gebied van beeldhouw
werk of schilderkunst hebben dergelijke mysti
ficaties plaats, in nog veel erger mate gebeurt
dit op letterkundig gebied.
Zelf denken, 0e// zich een oordeel vellen,
daarvoor gunt men zich geen tijd.
Napraten is veel gemakkelijker en men
maakt een goed figuur, als men met een zekere
autoriteit vertelt, wat deze of gene als zijn of
haar opinie heeft neergeschreven.
Dit euvel neemt toe, naarmate velen al meer
en meer meenen, dat schreeuwers het wel aan
het rechte eind zullen hebben; en de meer
kalme en bezadigde mannen en vrouwen er
niets van weten.
En zoo gaan dikwyls prullen de wereld in;
de onreine gedachten in beeldhouwwerk, schil
derij of boek neergelegd, worden gretig opge
nomen en verwerkt, terwy'l andere meer dege
lijke lectuur en reine gedachten opwekkende
kunstvoortbrengselen op den achtergrond blijven,
en daardoor weinig of geen invloed kunnen
uitoefenen.
En in dit opzicht kunnen en moeten wij,
ontwikkelde en het goede-willende vrouwen,
veel doen om verandering te brengen in de
bestaande toestanden. Wij moeten geen genoe
gen nemen met alles wat men or.s als echte
kunst wil opdringen, maar wat dit niet is.
Wij moeten durven zeggen, wat wij als een
goed en invloed uitoefenend beschouwen en
wat niet.
Er was eens een teekenaar, die op bestelling
werkte voor een kunsthandelaar. Hem was op
gedragen een gravure te maken van een min
of meer obscene voorstelling.
Terwijl hij daarmede bezig was, kwam zijn
zuster de kamer binnen! Hij wilde de plaat
wegstoppen, maar het meisje had reeds een
blitt er op geworpen. Die blik bracht hem tot
inkeer. Geen woorden waren noodig om hem
het gemeene van zijn handeling te doen inzien.
Immers, wat hij nu voor zijn zuster wilde ver
bergen, werd door hem gedaan met het oog
op het ontwikkelen van minder gOfde eigen
schappen bij het public-k, dat de afdrukken van
die gravure zou zien te koopen.
Hij vernielde de gravure en weigerde
tevens weder iets dergelijks te teekenen.
Is het niet ons plicht, als vrouw en als op
voedsters te doen wat die zuster deed ?
..Moeten wij niet onbewimpeld onzen afkeer
toonen, wanneer onkuische voorstellingen ons
oog beleedigen of dubbelzinnige woorden in
onze tegenwoordigheid worden uitgesproken.
Ik weet, dat wy wellicht een hydra bevechten,
en dat wij vaak zullen worden uitgelachen en
bespot; maar dat mag ons niet terughouden
van hetgeen wij goed en nuttig achten.
Wij moeten ons niet laten ontmoedigen,
maar steeds er van overtuigd zijn, dat onder
den scbijnbaren spot, die ons ten deel valt,
veelal erkenning verborgen ligt van onze meer
derheid."
Tot zoover mevrouw Canziani.
Het ia iets zeer opmerkenswaardigs, dat steeds
de kunst een getrouwe afspiegeling ia geweest
van de zeden.
Toen ten tijde van Veronese de reine eenvoud
van de eerste Christenen tot het verleden be
hoorde en de kerkelijke dienst een meer
wereldsch karakter droeg, werd ook het beeld
der Madonna op een veel minder innig vrome
wyze geschilderd dan voorheen.
Op een wandelirg door de zalen van het
Louvre met zijn onwaardeerbare schatten, valt
dit telkens in het oog.
De Ma lonna's van dien tijd spraken meer
tot de zinnen dan tot het gemoed. Wanneer
men op de Parijsche Tentoonstelling de retros
pectieve afdeeling bezocht, voornamelijk waar
de oude pnntkwst was geëxposeerd, dan be
handelen de boeken uit den eersten tijd steeds
uitsluitend religieuse onderwerpen om daarna
allengs te worden verdrongen door de onder
richtingen betreffende de kunst om lang mooi
en jong te blijven. De godsdienst en de
zorg voor het toilet. Wij vrouwen hebben nu
wel wat anders te doen, dan onzen tijd te
verdeelen tusschen het gaan naar de kerk en
het zitten voor de toilettafel.
Wij bewegen ons nu te midden van een
wereld, waarin, o, zooveel is te doen en te
verbeteren. Ons leven ia zooveel rijker en
groottcher geworden! Maar daarmede zyn ook
onze verplichtingen vermenigvuldigd.
Ce que femme vent, femme peut." Laat
ons gebruik maken van den invloed die van
ons uitgaat, door dien ten goede aan te wenden.
Laat ons den moed hebben, niet te
transigeeren, maar hec goede goed en het kwade
kwaad te noemen.
Dan zal een geest van reinheid al meer en
meer doordringen, ook waar het de kunst
betreft, en deze aldus medewerken tot ver
heffing van gansch het volk.
VBKA.
De vrouw in de Tabaksindustrie
in Londen.
Over dit onderwerp gaf mevr. Oakeshott een
interessante beschouwing in het Dec. jl. no.
van het Economie Journal. Ongeveer SOjaren
geleden door »de achterdeur van de gemak
kelijkste werkzaamheden" in het vak gekomen,
hebben de vrouwen zich daarin thans een
vaste positie veroverd, zich bekwame werksters
getoond, zoodat er geen verschil in hoedanig
heid van het werk is door man of vrouw
verricht. Sedert, eenige jaren geleden, de
vroeger afzonderlijke vakvereeniging der
sigarenmaaksters zich verbond met de
sigarenmakersunion, is het loon der eersten met 25 pCt.
gestegen, doch thans nog 25 pCt. lager dan
dat der laatsten. De reden die mevr. Oakeshott
daarvoor geeft, zy'n niet van belang ontbloot.
De vrouwen werken veel langzamer en leveren
in denzelfden tyd een geringer quantum sigaren
dan de mannen ; zij zyn téonverschillig voor
het handwerk, vatten het niet als een beroep
op, denken voortdurend aan huwen en zyn te
oppervlakkig. Een der meisjes gaf het ge
voelen der meerderheid weer in de volgende
bewoordingen: »Ik kan niet inzien waarom
een meisje meer dan 15 shillings per week
zou wenschen. De gehuwde mannen hebben
meer coodig Wanneer ik m'n 15 shillings
heb verdiend, ig my'n werk klaar." De vrouwen
werken nooit meer dan H uren per dag. Ea
deze luchtigheid in opvatting van het beroep
houden de werksters in zekeren mate inferieur,
hoewel zij naast den man in de werkplaats
gelijk op met hem werken en in sommige
opzichten een voorsprong op hem behaalden.
v. D. V.
* *
*
Vereeniging van getrainde werk
vrouwen.
Om te voorzien in het gebrek aan dienst
boden in Londen, werd eenigen tijd geleden
door »The Women's Industrial Councü" opge
richt eene »vereeniging van getrainde werk
vrouwen." Thans beschikt deze nieuwe orga
nisatie over een flink aantal respectabele
bekwame werkvrouwen, die voor heele of halve
dagen of enkele uren 's daags op vaste voor
waarden hunne diensten aanbieden aan private
huishoudings.
De werkuren mogen niet meer dan 10 per
dag zijn. Het loon is vastgesteld op een daalder
per dag mét en ? 2 10 zonder kost. Vooreen
uur is het een schelling, voor meer dan l,
doch minder dan 5 uren per dag twintig cent
per uur.
Bij de aanvrage moet een gering bedrag
gestort worden, 10 of 30 centen, al naar de
diensten voor een dag of dagen verlengd worden.
Deze nieuwe instelling belooft veel succes
te hebben. v. D. V.
tiiminmiiiiiiiiMiiiiiuii imiiiimmiimiii
MIIHIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlHIIIHIIIIim
Mevrouw Eugène Petit. Professor
Kaufmann. Kippen. Hertogin d' Uzès.
Marcel Précont.
De vrouwelijke advokaat, mevrouw Eugène
Petit, die onlangs voor de Parysche balie den
ambtseed aflegde, is benoemd tot adjunct-chef
van het kabinet van den minister Millerand.
Mejuffrouw Clara Immerwahr nomen est
omen wat een verrukkelijke naam l is de
F O SC O, GL &. n g: o n. BL et 3CO. v o ir iT:r i s s o lx o ia. d o