De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 3 februari pagina 5

3 februari 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1232 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Naar de vrijhei! (Juni 1900, den Haag. Eene nette buiten wijk, woning van Dokter v. d. Berg, weduw naar met ne dochter, Marie. Zitkamer van Marie, waarin deze, een forschgebouwd meisje, met den hoed op en de paraplnie in de hand op en neer loopt, alsof ze op iemand wacht om uit te gaan. Na geklopt te heiben komt Jeanne v. Eek geb. Bos binnen, eene vriendin van Marie, een jonggetrouwd 3. »Üag Marie, ik ..." (ze blijft steken en ziet Marie met verbazing aan} M. //Wel Jeanne, hoe gaat het? Maar wat iet je een verwonderd gezicht! Vind je me niet netjes f" J. (aarzelend.) Netjes ben je altijd maar wat zie je er vreemd uit! Waar dient dat pakje voor f 't Lijkt wel een fietspak, maar daar is de rok te ruim voor; of ga je soms den MontBlanc bestijgen?" M. Bedaar, bedaar. Laten we eerst eens rustig gaan zitten." J. Ik kwam je eigenlijk zeggen, datje niet voor me thuis moest blijven, want ik moet de stad in en mama komt me dadelijk halen. E u jij staat, meen ik, ook klaar om uit te gaan, maar ... in dat pak ?" M. Ik stond niet klaar om uit te gaan; verleden week had je me half beloofd van mid dag tegen half drie te komen en nu heb ik voor de aardigheid dit pak aangetrokken en mij geheel gekleed als om uit te gaan." J. (ongeduldig.) Maar zeg me nu dadelijk wat 't beteekent." M. Je weet toch heel goed dat de lange rokken mij vervelen, daar hebben we 't dikwijls genoeg over gehad. Alleen met stil, rnooi weer vind ik ze dragelijk. Daarom besloot ik onlangs iets heel makkelijks te laten maken of zelve te maken. Ik herinnerde me dat moeder mij als kind vertelde van een reis in 't Sohwarzwald in 't begin van haar huwelijk. Ze meende zeer praktisch uitgerust te zijn; ze had ecliter voort durend last van de te lange rokken: ze waren natuurlijk voetvrij. Toen liet ze in een dorpje van 'n 1500 inwoners, een japon maken, blouselijf met een zeer korten plooirok; ze noemde't haar strapazierjurk; 't moet een prachtig model van rok zijn geweest. Verbeeld je een knappe naaister in een klein dorp! Wat heeft ze daar een plezier van gehad. Er was een bejaard Duitscher in 't hotel die had schik in haar vluggen gang: Gi adige Erau, Sie gehen wie ein Ren!" complimenteerde hij haar." J. En nu wil jij ook eens //gehen wie ein Eehl"" M. //Precies." J. Bij wie heb je het geva'letje laten maken ?" M. Ik heb het zelve gemaakt. Mijne naaister had bezwaren," 't zou mij toch niet bevallen, meende ze en daarbij had ze het erg druk. Ik ben toen zelve maar aan den gang gegaan en nam percale om geen geld te verspillen als 't heelemaal mislukte. Ik heb er al een paar maal 's morgens een wandeling in gemaakt. Je bent hier dadelijk buiten." J. Vind je het niet ongezellig met zoo'n vreeselijk korten rok te loopen?" M. Ongezellig ? 't Is doodeenvoudig een zaligheid. Ik heb er eerst in huis en in den tuin een beetje mee op en neer gewandeld om er aan te wennen. Maar er is eigenlijk van wen nen" geen sprake. Ik was vergeten dat loopen iets zoo plezierigs is; als kind waardeert men 't niet. Eén gevaar is er in den beginne aan e *?T verbonden : men zou te veel loopen. Je voelt je zoo heel anders, 't is of je geen kleeren aan hebt, je gevoelt ten minste geen gewicht van kleeren. De gewone voetvrije rok legt het geheel af, als je dit eens gedragen hebt." J. Maar de broek waarvoor dient die ?" M. De afstand tusschen rok en beenen wordt er door gebroken; die afstand heeft mij nooit behaagd bij de fietsrokken, vooral als de heupen wat zwaar zijn. En dan toont de broek dat het een goed afgesloten kleeding is. Voor 't in- en uitstappen van een tram of rijtuig, of bij 't op- of afgaan van een trap, vind ik die broek noodig. Als je nu royaal een kuitbroek draagt zooals een poos geleden de dames te Parijs voor 't fietsen, dan is 't wat anders." J. Daar zie ik je nog eens toe komen." M. Hartelijk dank, ik vind die wijde Bloomers afschuwelijk." J. Corpulente dames kunnen zulke korte rokken toch niet dragen ?" M. Wat gaan mij de corpulente dames aan ? Ik ben geen toilet-ontwerpster. Ik zal blij zijn als ik voor mij zelve klaar ben. Je begrijpt dat dit maar een probeersel is. Ik zal zien bij een reformnaaister dit idee op mooier wijze uitge voerd te krijgen en dan van een fijne, niet zware wollen stof." De corpulente dames zullen wel voor zich zelven zorgen als de modekleeren haar te lastig worden. En waarom zijn ze zoo corpulent P" J. Dat is onzin, met je verlof. De een heeft er aanleg voor, de aiidsr niet. Ik ben bijvoor beeld zeer matig in 't eten, maar 't geeft me niets." M. (haar met den vinger dreigend.) O wee, ma tig ! Als dat de juffrouw van Sprecher 1) hoorde. Hoe heeten die gebakjes ook weer die zoo bij zonder in je gunst staan ? En dan telkeus zon. der noodzaak een trammetje. En hoe laat staat Mevrouwtje op?" J. (gepianeerd en toch een beetje verlegen.} Neen, Marie, dat is niet aardig vau je. J e ebt makke lijk praten. Jij heb niets geen aanleg tot cor pulentie." M. Ik ben waarlijk niet s'ank voor mijn drie en twintig jaar. Maar als ik dikwijls snoepte en weinig beweging nam, dan zou je eens wat zien. Ik ken verscheidene dames, die zich maar laten gaan tot ze ellendig zij a en dan loopen ze van den eenen dokter naar den ander zonder baat te vinden en hebben een ongelukkigen ouden dag." J. Daar hebben wij nog den tijd voor. Maar nu, vrouwelijke Salomo, moet ik je toch ook iets onder 't oog brengen. Als je zoo dapper aan 't reformeeren gaat moet 'tcorsetook uit." M. Je heb volkomen gelijk : maar ik heb 't met een bustehouder geprobeerd en 't ging wezenlijk niet. Mijne oogen kunnen er nog niet aan wennen. Dit pakje is zeer ruim, niet aan gesloten, zoodat het corset ook ruim kan zijn." J. Sommige van de reformjaponnen, die ik onlangs in je Maandblaadje zag, vind ik ronduit gesproken heel wat mooier." M. Ik ook, maar ik zie tot nu toe geea kans iets te ontwerpen dat zoo mooi is als de robe priucesse, (want die geeft men bijna uit sluitend) en toen het voordeel heeft zoo kort te zijn als deze rok." J. Maar moet de rok dan per se zóó kort zijn?" M. Hij is voldoende kort om niet door den achterkant der voeten te worden aangeraakt, korter niet. Met de fietsrokken is dit wel het geval. Zie de dames maar naast de fiets loopen." J. Eene vrouw met groote voeten zou dit niet kunnen dragen." M. Alsof men de grootte van de voeten niet ziet als de rok op zijde wordt getrokken! Maar bovendien al vond ik dit pak nu volkomen naar mijn zin, dan zou ik het toch een ander niet willen opdringen. Ieder moet zich kleeden, niet alleen naar zijn eigen smaak, maar ook naar zijn eigen gestel. Je weet ik rijg me niet..." J. (lachend toestemmend.') Neen, dan zou je immers onmiddellijk in slaap vallen..." M. Een hoog boord heeft precies hetzelfde effect op me. En juist omdat ik me niet rijg hebben de lange rokken mij altijd veel meer gehinderd dan mijn corset. Toch moet ik be kennen dat 't in den zomer met waim weer een verluchting is als 't corset 's avonds uitgaat. Vader zou ook graag zien dat ik het niet droeg: hij zegt dat vrouwen die, zooals ik, flink in de huishouding meewerken en verder lichaamsbe weging nemen, op den duur zonder corset slan ker worden en sterker natuurlijk, dat de krach tiger spierwerking het vetvormen tegengaat." J. Ik kan er geen uur buiten ; ik krijg pijn in mijn rug zonder corset." M. Dat is een reden waarom jij het zoo ff amc mogelijk moest uitlaten. Een jonge vrouw is toch niet gelijk aan een bouwvallig huis dat een stut behoeft." J. Zoo'n wijs dokterskind moest zonder dra len 't voorbeeld geven." M. Ik sta op 't keerpunt; 't is best moge lijk dat je me een volgenden keer zonder corset aantreft. Met zulk een rok zou het opperbest gaan; de breede band die er op staat is zoo goed van model dat men er totaal niets van voelt." J. Maar er zijn toch vrouwen, die zelfs met een gewone blouse en een gewonen rok zonder corset gaan, alleen met een bustehouder of een reformlijfje, blouse en rok met knoopen ver bonden." M. Als ik zeer slank was zou ik 't mis schien ook doen. Een blouse is oorspronkelijk gemaakt om met 't corset gedragen te worden." J. Als je er nu in slaagde een pak in dit genre te laten maken, dat je volkomen voldeed, zou je dan altijd 't zelfde willen dragen ?" M. Waarom niet? Waarom kan niet elke vrouw haar eigen kleede'draeht hebben, even goed als, of nog beter dan eene verzameling vrouwen in de een of andtre landstreek, 'k Zou dan zeggen : Zie zoo, dat is nu de kleederdracht van Marie van den Berg." J. 't Zou je gauw vervelen altijd't zelfde te dragen." M. 't Zou genoeg te varieeren zijn wat kleur en garneering betreft. En dan zou ik 't ten minste kunnen dragen zoolang het mij zelf beviel. Als men nu een japon heeft waarvan de snit wat de taille betreft naar je zin is (Je rokken zijn altijd ellendig) kan je die nooit repeteeren. Telkens weer wat anders; 't is of het leven een aaneenschakeling is van gekostumeerde fees ten: nu eens mouwen die iemands schouder. breedte met een kwart meter verlengen, dan weer mouwen die als 't niet te dwaas was, aan een complot zouden doen denken om den bloeds omloop van de arme vrouwen te stremmen. En je weet nooit wat je boven 't hoofd hangt. Denk eens aan de tournures die wij alleen his torisch kennen." J. *De vrouwen zijn nu toch wel wat ver 1) Een bekend Haagsch confiseur. DAMEjS. standiger geworden; zoo iets zou geen ingang meer vinden." M. Als ze zich niet vrij gaan kleeden, vindt alles ingang. En wat sommige dames zoo be scheiden noemen de mode in de verte volgen,1' dat is nog het moeielijkst van alles." J. De naaisters hebben daar ook geen op leiding voor gehad. Ze kunnen de modes precies volgen, verder gaat hun kunst niet." M De meeste Hollandsche vrouwen staan de Parijsche modes ook niet, vooral als ze ouder zijn. En er j's iets vernederaids in, te moeten dragen wat anderen je voorschrijven Voor oudere vrouwen vind ik die voortdurende verandering bepaald iets onwaardigs." J. Ik zucht, ook wel eens oader mijn kleeren maar ik schik mij er in." M. Dat komt omdat je denkt dat het niet anders kan. Je schikt je er in zoo als vele vrouwen uit den werkenden stand zich er in schikken als de man dronken thuis komt en alles kort en klein slaat. Onlangs had ik een werkvfouw die verscheidene van die prachtexemplaren in hare familie heeft, haar vader om mee te beginnen. Ze beschreef me eens zoo'n persoon en besloot gemoedelijk en gela ten: Ziet u, juffrouw hij doet... zooals vaders doen." J. (begint hartelijk te lachen) En zoo onder worpen beu ik nu en de rmeste vrouwen met mij, ten opzichte van de modes!" M. Jullie zien alles om je heen veranderen, maar toch denken jullie dat de heele wereld zich ten eeuwigen dage tot Parijs zal moeten wenden voor de kleeding." J. Ik zou mij tot Griekenland willen wenden, die kleeding is prachtig." M. Om in te staan, niet om in te gaan." J. Hoeveel of eigenlijk hoe weinig weegt dit rokje? Ik vraag dat omdat mijn laatste winterjapon me zoo zwaar was, dat ik voor de aardigheid den rok eens op de schaal heb ge legd. Die woog 13 ons." M. Er worden er nog wel zwaardere gedra gen. Deze weegt 4 ons, van niet zware wollen stof, zal hij nog geen 6 ons wegen, deze rok behoeft niet, gevoerd te worden. Er zijn twee zakjes in (zie maar) rechts en links, net als bij de fietsrokken. De sluiting met 2 knoopjes, valt samen met het linkerzakje. Geen geagiteerd zoeken meer naar zakdoek of porte-monnaie...." J. (snel.) Geen opstaan zelfs daarvoor in tram of trein." M. Je begint het te vatten of hou je me voor den gek ?" J. Zonder gekheid, ik vind er veel goeds in. De mouwen zijn ook gemakkelijk." Ai. De niet te wijde blousemouw, lijkt mij de eenige rationeele mouw; de ai m beweegt zich geheel vrij. En zie eens." (Ze gaal op den grond zilten.) W' SSS"*"1?V',TW«- ?nfc&ï.Vi , s^m^WJH/t * \~' ? ?,.**« n/?^^- ' -j* "i-^iff?' !' "*!*»-5 t "Wl"^ ' s^f'^^v **1ÏJ' "^ "^» -?' *'/. ^ -4* '?,:ï' . .-s1. . . ?-'..,< M. Eén, tweej drie kun je zoo vlug op springen met een voetvrijen rok:" J. Neen, meestal trapt men op den binnen kant vau de japon, en men valt soms weer neer. Maar ik zie de noodzakelijkheid niet in van dat zoo vlug te doen." M. //Hoe vrijer men zich bewegen kan, hoe leniger en krachtiger men blijft." J. Geloof je werkelijk dat het veel zal baten dat enkelen eeii goed voorbeeld geven ?'' M. Het gezond verstand zal toch eindelijk wel zegevieren." J. (sc/uilks.) Weet je wat mij man zegt? De dames zullen blijven kibbelen over lange cu korte rokken, een paar duim zal er afgaan en na een paar jaar zullen ze weer met eenige duimen verlengd worden." M. Qui vivra veira! Het leven van de vrouwen is zoo veranderd dat de kleediug ook veranderen moet. Hit kan niet uitblijven. De dames van 't Rifonnblad hebben eerst een aanval op 't corset gedaan; nu zal de rok wel licht aan de beurt komen." J. Voor den winter is hij toch ongeschikt zoo'n korte rok." M. Je vergt et de broek. En voor de warmte behoeft men waarlijk geen lange rokken te dragen; een extra stuk t.ricot oudergoed, al is 't zeer dun, en een paar dunne onderkousen geven veel meer warm e dan een paar rokken." J. Kindhef, je verdedigt de zaak 200 warm dat ik heelemaul onder je invloed begin te komen. Nog een laatste vraag, want ik heb me al te lang opgehouden, mama zou mij te gemoet komen. Is een kleeding, bestaande uit een jaquet, een plooirok eu een pofbroek nu je ideaalkleedingp' M. (verrast, met eene kleine flikkering in de oogen.) Neen ; ik zou. ..." (Er wordt geklopt, Be/je het linnenmeisje steekt haar hoofd- door de deur en roept: Da r is de oude Mevrouw Hos om Mevrouw te halen") M. Laat Mevrouw m 't talon, we komen dadelijk." B. Mevrouw heeft groote kaast...." J. Ik kom, ik kom!" (Setje, de linnenmeid verdwijnt. Marie verge zelt Jeanne naar de trap.) J. Tot ziens, blijf' maar, ik hoor Betje al aan de deur." M. Adieu, compli.nenten aan Mama." J. Dankje." (Marie keert terug en treedt hare kamer tccer binnen. Ze gaat naar een tafelt/", waarop een photo slaat van een Duilsfhe Zangeres, eeve knappe ftgmir, in 't nobele ideliok<,stuuin. Ze neemt hét in de hande/l en terwijl zij het even bekijkt, glimlacht zij en fluistert: Mijn ideaal".) R. P. Professor A. G. van Hamel. Mevrouw Bouvard. Mejuffrouw Marthe Francilton?liouville. Mevrouw Koland Holst. Maison Rimmel. Het is streelend voor onzen nationalen trots, dat wij mannen bezitten als professor A. G. van Hamel, die een vreemde taal dermate in hun macht hebben, dat zij kunnen optreden als sierlijke woordvoerders zoo als onze Nederlandsche professor dat voortreffelijk deed, bij Krüger's aankomst en verblijf in Frankrijk. Wat een gelukkige keuze, dat men professor van Hamel verzocht in Frankrijk de kiesche en moeilijke rol te vervullen van tolk en woordvoerder! Wie had het heter kunnen doen dan de man, die jarenlang te Parijs heeft geleefd, die volkomen vertrouwd is met de tallooze, typische eigenaardigheden van het Gallisch ras, die de taal van 't lar.d spreekt en schrijft zoo vlot en sierlijk als een geboren Franschman ? Mij dunkt, niemand. Professor van Hamel heeft zijn indrukken en herinneringen van dat samenzijn met den president der Zuid-Afrikaansche Republiek, in een merkwaardig artikel meegedeeld, in de «Revue de Paris" Januari-aflevering. De aanhef van gemeld artikel, luidt aldus: «Jamais je ne me suis tant lélicitéd'avoir fait du fraugais Ie grand objet de mes tudes que pendant la semaine inoubliable oüj ai t chargéde traduire dans la langue de mes maitres et de mes amis les paroles du Président de la République S. A. ou plutöt, car mon röle a eu en réalité, une portee plus grande-oüj'ai servi de trait d'union entre i'ame mue de «l'hëroïque vieillard" et l'ame généreuse de la France". Slechts voor een polyglot, als professor van Hamel, was het doenlijK het onbeholpen Afrikaauder-Hollandsch te vertalen in een Fransch, glad, gepolijst en schitterend als staal van het zuiverst gehalte. De indruk, dien onze taalgeleerde van dat verschrompelde, onredzame Hollandsch ontving, moest hij even in zich zelf verwerken: «Après les tatonnements du premier jour, j'allaia dire de la première heure, je fus rassuré; j'étais bür de ne jamais trahir celui que je traduisais" (traduttore, traditore). Het geheele artikel wemelt van aardige of trtffende incidenten knap en pittig weerge geven. Van harte hoop ik, dat vele Hollandsche handen zich begeerig zullen strekken naar de «Revue de Paris", al hebben zij van Hamei's Hollandsche versie ook in de N. Rotterdammer Courant gelezen. Het prachtig Fransen van onzen Nederlander weer in 't Hyilandsch overte-zetten, ik vind 't zonde en kan er niet toe besluiten. Veel liever citeer ik nog even de oorspronkelijke versie van den slotzin van het schitterend artikel. Die zin doelt op het bezoek van Krüger, aan het Elysée. «Dans ie silence solennel de cette cour U'honneur l'orchestre militaire joua l'hymne national des Boers. Ce fut pour moi comme un echo du chant qu'entonnent la-bas les »commandos" d'Afrique lépétéavec des aocents de fanfare dans Ja claire musique francaise: »ce peuple libre, ce peuple libre, c'est nous, c'est nous! A ce moment la j'ai entendu Ie eri de justice et de pitiéque poussait la France entière, s'élever dans l'air et retentir sur Ie monde comme un grand cri d'espérauce". * ? * Mevrouw Bouvard bespreekt in de »Voix du Peuple" de wenschelijkneid een-en-dezeifde opvoeding te geven aan joi.gens en rneit-jes, ten einde zoo spoedig mogelyk gelijkheid te brengen in de verschillende gelederen. Alle menschen zijn bioeders, herhaalt Mevrouw Bouvard nog eens; hoe verschillend ook van ras, zijn zij broeders omdat zij menschen zijn. Broeders moeten van der prille j eujjd leeren, elkaar te beschermen en lief-te-hebben. De eene mensch die den ander doodt, hetzij hij dezen gruwel volbrengt in een schitterende uniform of in eenvoudig boezeroen heeft een broedermoord op zijn geweten. Zij eindigt haar warm pleidooi, met een dringend verzoek aan de moeders: Prent uw kinderen toch in, nooit aan anderen te doen, wat zij niet wenschelijk voor zich zelf vinden. Dus het oude, veel gehoorde, nooit genoeg herhaalde: «Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook aan anderen niet!" Mevrouw Buuvard is overtuigd, (lat moeders die hun kinderen in dien geest opvoeden genoeg doen, om de wereld vrede in de hand te werken. x -*? * Te Parijs is mejuffrouw Marthe Francillon Rouville benoemd tot arts voor den inwendigen dienst der gasthuizen. Zij is in Frankrijk de eerste vrouw aan wie deze onderscheiding ten deel viel. * * * Onvermoeid gaat mevrouw Roland Holst voort de beschermende vleugels uit te breiden over haar troetel-kuikens de vrouwelijke dienstboden. De weerloozen zijn zoo verstandig zich te dringen tegen het verwarmend lijf der strijdvaardige moeder-kloek. Gelukkig! dan tenminste vergeten de kiekens voor een wijle dat zij worden uitge mergeld, dat zij slavinnen zijn, dat zij slecht en karig gevoed worden, dat zij van de kloek verwij derd, bibberen in een niet verwarmde keuken, dat zij in het holle van den nacht, wanneer het zwoegen en sloven ten langen lest een eind neemt, klappertandend in den winter, snakkend naar versche lucht in den zomer, neerliggen in haar armoedige slaaphokken, onder een versleten deken .... In tien forsche wapenkreten vermaant mevrouw Roland Holst haar kindertjes het juk der slavernij af te werpen, zich niet langer geestelijk en lichamelijk te laten mishandelen. De tien geboden van Mevrouw Koland Hulst zijn zeer belangrijk; iedereen heeft ze dezer dagen in de dagbladen j kunnen lezen. Nog merkwaardiger zou deze i décalogne moderne misschien worden, indien i een leehtvaardige, betrouwbare meesteres er | een pendant bij wilde leveren. De meesteressen zouden de stereotiepe ge breken en afdwalingen harer dienstboden ook kunnen generaliseeren. Verlangend zie ik uit naar tien korte, kern achtige, in aphoristischen vorm gegoten mededeelingen, waarin een meesteres, volkomen naar waarheid, haar ervaringen heeft weten saam te persen. * * * Met het oog op de aanstaande, gewichtige gebeurtenis in ons land, een gebeurtenis die wij zoo waakzaam volgen en meeleven, dat ieder in zijn kring er over spreekt, als ging een eigen dochter trouwen, brengt het huis Rimmel iets in den handel, nig smaakvol, iets, dat weer het merk draagt van die distinctie, waaraan dit huis ons nu eenmaal gewend heeft. Gewend zijn wij er aan geraakt, maar ook verwend. Wanneer wij een van Rimmel's creaties gezien hebben, kunnen wij er den blik moeilijk afwenden. Zonder aarzelen koopen wij en wij zijn niet bekocht. Ter gelegenheid van het huwelyk onzer lieve koningin, stralend in den luister harer jeugd en hooge waardigheid, heeft Rimmel doen vervaardigen de beeldigste borstbouquetjes, die men zich denken kan. Tuiltjes in de kleuren van Holland en Mecklenburg. Onder aan ieder bouquetje een strikje van ons verrukkelijk rood-wit-blauw. Dames bevestigen door middel van een praktisch aangebrachte veiligheidsspeld de ruikertjes op 't corsage. Heeren behoeven ir. die blijde dagen zich niet te vertoonen »la boutonnière vierge". De knoop aan het bouquetje glipt door het knoops gat. Versierd met deze decoratie kunnen zij, bon père de familie ou céhbataire, vieren den trouwdag van Koningin Wilhelmina met Hertog Hendrik van Mecklenburg. CAPKICE. Japonnen voor H. M. de Koningin. De Parijsche correspondent der N. H. Ct. geeft de volgende bijzonderheden over de te Para's voor H. M. gemaakte japonnen : De trouwjapon is in zil ver-brocaat, de sleep en de randen van den van voren openvallenden rok op zeer verdienstelijke wijze te Amsterdam met zilverdraad geborduurd. Midden voor: een baan van tulle met beneden erlangs een breede guirlande oranjebloesem. De sleep is twee-en-een-halve meter. Op het cor^age een tak oranjebloesem. Een krans van dezelfde bloesem, waartusschen de diamanten diadeem zal worden ingevoegd, dekt het haar, terwijl een sluier van effen tulle over de lengte van den sleep afnevelt. Een andere japon is voor de offieieele plech tigheden welke het huwelijk zullen volgen. De stof'is van lichte moiré-zyde, eveneensrijk ge borduurd met een motief van zilveren bloem ranken, ue sleep van deze japon heeft de otficieele maat: drie meter. Ben maat naar de aan het Engelsche hof geldende voorschriften, in tegenstelling by'voorbeeld met de paleis regels te Petersburg, waar de slepen korter worden gedragen. Het corsage van deze en trouwens van meer japonnen is er op inge richt om grootkruislint en orde-ster te dragen. Ouder de verdere japonnen heeft men mg nog genoemd eene vafc lichte zeegroene zijde, omzet met prachtige oude kant, gedeeltelijk uit valenciennes, óók Engelsen naaldwerk, waarschijnlijk familie-stukken, een glad-zijden, wit-rose als appelbloesem met om den onder kant een hierop geïnspireerd versieringsmotief in losse ranken, telkens afgebroken door een opgaande rij van die teere bloempjes. De Zwitsersche bladen weten mede te deelen, dat daar, in Zürzach, het lijfgoed voor Hare Majesteit de Koningin wordt gemaakt. Een koninklijke gift. De om haar pbilauthropiscn en sociaal noch zoo welbekende Engelsche dame, lady Warwick, opende korten tijd geleden een nieuw openbaar museum te West Ham, nabij Londen. By die gelegenheid merkte zij op, dat de belangrijke instelling «Women's Agriculiural College" te Readiug, opgericht jaren geleden door hare bemoeiingen, zou gesloten moeten worden, wanneer niet een «heilige mülionair" naar vorenkwam, met een groote gift om de wanke lende instelling nog te redden. Tuans heeft lady Warwick bekend gemaakt, dat haar beroep niet tevergeefs is geweest, wijl sedert dien, een ryke Ei.gelschman voor het college een gift aanbood van niet minder dan 50UÜO p. sterling. * De eerste in Engeland. Efin jonge E .gelsche dame denkt hare zuster in Parijs spoedig te volgen op het pad van rechtsgeleerdheid. De jonge studente in kwestie heeft aan de examen-commissie in Eluiburgh aanzoek gedaan geëxamineerd te worden voor hot diploma als juriste. De commissie heeft haar aanzoek voorshands afgewezen met de op merking, dat zij voor het examineeren eener vrouw in dit vak de toestemming van het Hoog gerechtshof in Schotland noodig heeft, waartoe de llinke jonge dame zich nu heeft gewend. De beslissing van bet Hof' wordt met span ning tegemoet gezien. De jonge dame zal wel meer spot moeten verdragen dan mej. Chauvin in Parijs, wijl in, Engeland, behalve toga en bef, in plaats van een baret een . .. pruik wordt gedragen. Doch dit schrikt haar niet af. -* * * Stappen vooruit. Voor de eerste maal zullen dit jaar door de Engelsche regeering een aantal vrouwelijke klerken aangesteld worden brj het opmaken van het resultaat der in Maart te houden volkstelling. Ongeveer 200 beambten zullen noodig zijn voor deze bezigheid en een vierde zullen vrouwelijke zijn. * * De Zuid-Londensehe gemeente Southwark, mag wel de meest geavanceerde geacht worden in Londen en in Engeland wat betreft de promotie van der vrouwen zaak. Zij is de eerste die eene dame heeft benoemd, Miss Busk, als lid van het Comitévoor Openbare Bibliotheken en Museums; bovei dien zijn door haar reeds drie Gezondheidsinspectrices aan gesteld op salarissen van 1GO, 130 en 120 p. st. per jaar en is zij voornemens nog twee vrouwe lijke inspecteurs inzake besmettelijke ziekten aantestellen. v. D. V. osoo, TY-> ver £j? d ir a, n. 13L.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl