Historisch Archief 1877-1940
No. 1232
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Naar de vrijhei!
(Juni 1900, den Haag. Eene nette buiten
wijk, woning van Dokter v. d. Berg, weduw
naar met ne dochter, Marie. Zitkamer van
Marie, waarin deze, een forschgebouwd meisje,
met den hoed op en de paraplnie in de hand
op en neer loopt, alsof ze op iemand wacht
om uit te gaan.
Na geklopt te heiben komt Jeanne v. Eek
geb. Bos binnen, eene vriendin van Marie,
een jonggetrouwd
3. Ȇag Marie, ik ..." (ze blijft steken en ziet
Marie met verbazing aan}
M. //Wel Jeanne, hoe gaat het? Maar wat
iet je een verwonderd gezicht! Vind je me niet
netjes f"
J. (aarzelend.) Netjes ben je altijd maar
wat zie je er vreemd uit! Waar dient dat pakje
voor f 't Lijkt wel een fietspak, maar daar is
de rok te ruim voor; of ga je soms den
MontBlanc bestijgen?"
M. Bedaar, bedaar. Laten we eerst eens
rustig gaan zitten."
J. Ik kwam je eigenlijk zeggen, datje niet
voor me thuis moest blijven, want ik moet de
stad in en mama komt me dadelijk halen. E u
jij staat, meen ik, ook klaar om uit te gaan,
maar ... in dat pak ?"
M. Ik stond niet klaar om uit te gaan;
verleden week had je me half beloofd van mid
dag tegen half drie te komen en nu heb ik
voor de aardigheid dit pak aangetrokken en mij
geheel gekleed als om uit te gaan."
J. (ongeduldig.) Maar zeg me nu dadelijk
wat 't beteekent."
M. Je weet toch heel goed dat de lange
rokken mij vervelen, daar hebben we 't dikwijls
genoeg over gehad. Alleen met stil, rnooi weer
vind ik ze dragelijk. Daarom besloot ik onlangs
iets heel makkelijks te laten maken of zelve te
maken. Ik herinnerde me dat moeder mij als
kind vertelde van een reis in 't Sohwarzwald
in 't begin van haar huwelijk. Ze meende zeer
praktisch uitgerust te zijn; ze had ecliter voort
durend last van de te lange rokken: ze waren
natuurlijk voetvrij. Toen liet ze in een dorpje
van 'n 1500 inwoners, een japon maken,
blouselijf met een zeer korten plooirok; ze noemde't
haar strapazierjurk; 't moet een prachtig model
van rok zijn geweest. Verbeeld je een knappe
naaister in een klein dorp! Wat heeft ze daar
een plezier van gehad. Er was een bejaard
Duitscher in 't hotel die had schik in haar
vluggen gang: Gi adige Erau, Sie gehen wie
ein Ren!" complimenteerde hij haar."
J. En nu wil jij ook eens //gehen wie ein
Eehl""
M. //Precies."
J. Bij wie heb je het geva'letje laten maken ?"
M. Ik heb het zelve gemaakt. Mijne naaister
had bezwaren," 't zou mij toch niet bevallen,
meende ze en daarbij had ze het erg druk. Ik
ben toen zelve maar aan den gang gegaan en
nam percale om geen geld te verspillen als 't
heelemaal mislukte. Ik heb er al een paar maal
's morgens een wandeling in gemaakt. Je bent
hier dadelijk buiten."
J. Vind je het niet ongezellig met zoo'n
vreeselijk korten rok te loopen?"
M. Ongezellig ? 't Is doodeenvoudig een
zaligheid. Ik heb er eerst in huis en in den tuin
een beetje mee op en neer gewandeld om er
aan te wennen. Maar er is eigenlijk van wen
nen" geen sprake. Ik was vergeten dat loopen
iets zoo plezierigs is; als kind waardeert men
't niet. Eén gevaar is er in den beginne aan
e *?T
verbonden : men zou te veel loopen. Je voelt
je zoo heel anders, 't is of je geen kleeren aan
hebt, je gevoelt ten minste geen gewicht van
kleeren. De gewone voetvrije rok legt het geheel
af, als je dit eens gedragen hebt."
J. Maar de broek waarvoor dient die ?"
M. De afstand tusschen rok en beenen wordt
er door gebroken; die afstand heeft mij nooit
behaagd bij de fietsrokken, vooral als de heupen
wat zwaar zijn. En dan toont de broek dat het
een goed afgesloten kleeding is. Voor 't in- en
uitstappen van een tram of rijtuig, of bij 't
op- of afgaan van een trap, vind ik die broek
noodig. Als je nu royaal een kuitbroek draagt
zooals een poos geleden de dames te Parijs voor
't fietsen, dan is 't wat anders."
J. Daar zie ik je nog eens toe komen."
M. Hartelijk dank, ik vind die wijde Bloomers
afschuwelijk."
J. Corpulente dames kunnen zulke korte
rokken toch niet dragen ?"
M. Wat gaan mij de corpulente dames aan ?
Ik ben geen toilet-ontwerpster. Ik zal blij zijn
als ik voor mij zelve klaar ben. Je begrijpt dat
dit maar een probeersel is. Ik zal zien bij een
reformnaaister dit idee op mooier wijze uitge
voerd te krijgen en dan van een fijne, niet
zware wollen stof."
De corpulente dames zullen wel voor zich
zelven zorgen als de modekleeren haar te lastig
worden. En waarom zijn ze zoo corpulent P"
J. Dat is onzin, met je verlof. De een heeft
er aanleg voor, de aiidsr niet. Ik ben bijvoor
beeld zeer matig in 't eten, maar 't geeft me
niets."
M. (haar met den vinger dreigend.) O wee, ma
tig ! Als dat de juffrouw van Sprecher 1) hoorde.
Hoe heeten die gebakjes ook weer die zoo bij
zonder in je gunst staan ? En dan telkeus zon.
der noodzaak een trammetje. En hoe laat staat
Mevrouwtje op?"
J. (gepianeerd en toch een beetje verlegen.} Neen,
Marie, dat is niet aardig vau je. J e ebt makke
lijk praten. Jij heb niets geen aanleg tot cor
pulentie."
M. Ik ben waarlijk niet s'ank voor mijn
drie en twintig jaar. Maar als ik dikwijls snoepte
en weinig beweging nam, dan zou je eens wat
zien. Ik ken verscheidene dames, die zich maar
laten gaan tot ze ellendig zij a en dan loopen
ze van den eenen dokter naar den ander zonder
baat te vinden en hebben een ongelukkigen
ouden dag."
J. Daar hebben wij nog den tijd voor. Maar
nu, vrouwelijke Salomo, moet ik je toch ook
iets onder 't oog brengen. Als je zoo dapper
aan 't reformeeren gaat moet 'tcorsetook uit."
M. Je heb volkomen gelijk : maar ik heb
't met een bustehouder geprobeerd en 't ging
wezenlijk niet. Mijne oogen kunnen er nog niet
aan wennen. Dit pakje is zeer ruim, niet aan
gesloten, zoodat het corset ook ruim kan zijn."
J. Sommige van de reformjaponnen, die ik
onlangs in je Maandblaadje zag, vind ik ronduit
gesproken heel wat mooier."
M. Ik ook, maar ik zie tot nu toe geea
kans iets te ontwerpen dat zoo mooi is als de
robe priucesse, (want die geeft men bijna uit
sluitend) en toen het voordeel heeft zoo kort
te zijn als deze rok."
J. Maar moet de rok dan per se zóó kort zijn?"
M. Hij is voldoende kort om niet door den
achterkant der voeten te worden aangeraakt,
korter niet. Met de fietsrokken is dit wel het
geval. Zie de dames maar naast de fiets loopen."
J. Eene vrouw met groote voeten zou dit
niet kunnen dragen."
M. Alsof men de grootte van de voeten niet
ziet als de rok op zijde wordt getrokken! Maar
bovendien al vond ik dit pak nu volkomen naar
mijn zin, dan zou ik het toch een ander niet
willen opdringen. Ieder moet zich kleeden, niet
alleen naar zijn eigen smaak, maar ook naar
zijn eigen gestel. Je weet ik rijg me niet..."
J. (lachend toestemmend.') Neen, dan zou je
immers onmiddellijk in slaap vallen..."
M. Een hoog boord heeft precies hetzelfde
effect op me. En juist omdat ik me niet rijg
hebben de lange rokken mij altijd veel meer
gehinderd dan mijn corset. Toch moet ik be
kennen dat 't in den zomer met waim weer
een verluchting is als 't corset 's avonds uitgaat.
Vader zou ook graag zien dat ik het niet droeg:
hij zegt dat vrouwen die, zooals ik, flink in de
huishouding meewerken en verder lichaamsbe
weging nemen, op den duur zonder corset slan
ker worden en sterker natuurlijk, dat de krach
tiger spierwerking het vetvormen tegengaat."
J. Ik kan er geen uur buiten ; ik krijg pijn
in mijn rug zonder corset."
M. Dat is een reden waarom jij het zoo ff amc
mogelijk moest uitlaten. Een jonge vrouw is toch
niet gelijk aan een bouwvallig huis dat een stut
behoeft."
J. Zoo'n wijs dokterskind moest zonder dra
len 't voorbeeld geven."
M. Ik sta op 't keerpunt; 't is best moge
lijk dat je me een volgenden keer zonder corset
aantreft. Met zulk een rok zou het opperbest
gaan; de breede band die er op staat is zoo goed
van model dat men er totaal niets van voelt."
J. Maar er zijn toch vrouwen, die zelfs met
een gewone blouse en een gewonen rok zonder
corset gaan, alleen met een bustehouder of een
reformlijfje, blouse en rok met knoopen ver
bonden."
M. Als ik zeer slank was zou ik 't mis
schien ook doen. Een blouse is oorspronkelijk
gemaakt om met 't corset gedragen te worden."
J. Als je er nu in slaagde een pak in dit
genre te laten maken, dat je volkomen voldeed,
zou je dan altijd 't zelfde willen dragen ?"
M. Waarom niet? Waarom kan niet elke
vrouw haar eigen kleede'draeht hebben, even
goed als, of nog beter dan eene verzameling
vrouwen in de een of andtre landstreek, 'k Zou
dan zeggen : Zie zoo, dat is nu de kleederdracht
van Marie van den Berg."
J. 't Zou je gauw vervelen altijd't zelfde te
dragen."
M. 't Zou genoeg te varieeren zijn wat kleur
en garneering betreft. En dan zou ik 't ten minste
kunnen dragen zoolang het mij zelf beviel. Als
men nu een japon heeft waarvan de snit wat
de taille betreft naar je zin is (Je rokken zijn
altijd ellendig) kan je die nooit repeteeren.
Telkens weer wat anders; 't is of het leven
een aaneenschakeling is van gekostumeerde fees
ten: nu eens mouwen die iemands schouder.
breedte met een kwart meter verlengen, dan
weer mouwen die als 't niet te dwaas was, aan
een complot zouden doen denken om den bloeds
omloop van de arme vrouwen te stremmen. En
je weet nooit wat je boven 't hoofd hangt.
Denk eens aan de tournures die wij alleen his
torisch kennen."
J. *De vrouwen zijn nu toch wel wat
ver
1) Een bekend Haagsch confiseur.
DAMEjS.
standiger geworden; zoo iets zou geen ingang
meer vinden."
M. Als ze zich niet vrij gaan kleeden, vindt
alles ingang. En wat sommige dames zoo be
scheiden noemen de mode in de verte volgen,1'
dat is nog het moeielijkst van alles."
J. De naaisters hebben daar ook geen op
leiding voor gehad. Ze kunnen de modes precies
volgen, verder gaat hun kunst niet."
M De meeste Hollandsche vrouwen staan
de Parijsche modes ook niet, vooral als ze
ouder zijn. En er j's iets vernederaids in, te
moeten dragen wat anderen je voorschrijven
Voor oudere vrouwen vind ik die voortdurende
verandering bepaald iets onwaardigs."
J. Ik zucht, ook wel eens oader mijn kleeren
maar ik schik mij er in."
M. Dat komt omdat je denkt dat het niet
anders kan. Je schikt je er in zoo als vele
vrouwen uit den werkenden stand zich er in
schikken als de man dronken thuis komt en
alles kort en klein slaat. Onlangs had ik een
werkvfouw die verscheidene van die
prachtexemplaren in hare familie heeft, haar vader
om mee te beginnen. Ze beschreef me eens
zoo'n persoon en besloot gemoedelijk en gela
ten: Ziet u, juffrouw hij doet... zooals vaders
doen."
J. (begint hartelijk te lachen) En zoo onder
worpen beu ik nu en de rmeste vrouwen met
mij, ten opzichte van de modes!"
M. Jullie zien alles om je heen veranderen,
maar toch denken jullie dat de heele wereld
zich ten eeuwigen dage tot Parijs zal moeten
wenden voor de kleeding."
J. Ik zou mij tot Griekenland willen wenden,
die kleeding is prachtig."
M. Om in te staan, niet om in te gaan."
J. Hoeveel of eigenlijk hoe weinig weegt
dit rokje? Ik vraag dat omdat mijn laatste
winterjapon me zoo zwaar was, dat ik voor de
aardigheid den rok eens op de schaal heb ge
legd. Die woog 13 ons."
M. Er worden er nog wel zwaardere gedra
gen. Deze weegt 4 ons, van niet zware wollen
stof, zal hij nog geen 6 ons wegen, deze rok
behoeft niet, gevoerd te worden. Er zijn twee
zakjes in (zie maar) rechts en links, net als bij
de fietsrokken. De sluiting met 2 knoopjes,
valt samen met het linkerzakje. Geen geagiteerd
zoeken meer naar zakdoek of porte-monnaie...."
J. (snel.) Geen opstaan zelfs daarvoor in
tram of trein."
M. Je begint het te vatten of hou je me
voor den gek ?"
J. Zonder gekheid, ik vind er veel goeds in.
De mouwen zijn ook gemakkelijk."
Ai. De niet te wijde blousemouw, lijkt mij
de eenige rationeele mouw; de ai m beweegt
zich geheel vrij. En zie eens."
(Ze gaal op den grond zilten.)
W' SSS"*"1?V',TW«- ?nfc&ï.Vi
, s^m^WJH/t * \~' ? ?,.**« n/?^^- ' -j*
"i-^iff?' !' "*!*»-5 t "Wl"^
' s^f'^^v **1ÏJ' "^ "^» -?' *'/. ^
-4* '?,:ï' . .-s1. . . ?-'..,<
M. Eén, tweej drie kun je zoo vlug op
springen met een voetvrijen rok:"
J. Neen, meestal trapt men op den binnen
kant vau de japon, en men valt soms weer
neer. Maar ik zie de noodzakelijkheid niet in
van dat zoo vlug te doen."
M. //Hoe vrijer men zich bewegen kan, hoe
leniger en krachtiger men blijft."
J. Geloof je werkelijk dat het veel zal
baten dat enkelen eeii goed voorbeeld geven ?''
M. Het gezond verstand zal toch eindelijk
wel zegevieren."
J. (sc/uilks.) Weet je wat mij man zegt?
De dames zullen blijven kibbelen over lange cu
korte rokken, een paar duim zal er afgaan en
na een paar jaar zullen ze weer met eenige
duimen verlengd worden."
M. Qui vivra veira! Het leven van de
vrouwen is zoo veranderd dat de kleediug ook
veranderen moet. Hit kan niet uitblijven. De
dames van 't Rifonnblad hebben eerst een
aanval op 't corset gedaan; nu zal de rok wel
licht aan de beurt komen."
J. Voor den winter is hij toch ongeschikt
zoo'n korte rok."
M. Je vergt et de broek. En voor de warmte
behoeft men waarlijk geen lange rokken te
dragen; een extra stuk t.ricot oudergoed, al is
't zeer dun, en een paar dunne onderkousen
geven veel meer warm e dan een paar rokken."
J. Kindhef, je verdedigt de zaak 200 warm
dat ik heelemaul onder je invloed begin te
komen. Nog een laatste vraag, want ik heb
me al te lang opgehouden, mama zou mij te
gemoet komen. Is een kleeding, bestaande uit
een jaquet, een plooirok eu een pofbroek nu
je ideaalkleedingp'
M. (verrast, met eene kleine flikkering in de
oogen.) Neen ; ik zou. ..."
(Er wordt geklopt, Be/je het linnenmeisje steekt
haar hoofd- door de deur en roept: Da r is de
oude Mevrouw Hos om Mevrouw te halen")
M. Laat Mevrouw m 't talon, we komen
dadelijk."
B. Mevrouw heeft groote kaast...."
J. Ik kom, ik kom!"
(Setje, de linnenmeid verdwijnt. Marie verge
zelt Jeanne naar de trap.)
J. Tot ziens, blijf' maar, ik hoor Betje al
aan de deur."
M. Adieu, compli.nenten aan Mama."
J. Dankje."
(Marie keert terug en treedt hare kamer tccer
binnen. Ze gaat naar een tafelt/", waarop een
photo slaat van een Duilsfhe Zangeres, eeve
knappe ftgmir, in 't nobele ideliok<,stuuin. Ze
neemt hét in de hande/l en terwijl zij het even
bekijkt, glimlacht zij en fluistert: Mijn ideaal".)
R. P.
Professor A. G. van Hamel. Mevrouw
Bouvard. Mejuffrouw Marthe
Francilton?liouville. Mevrouw Koland
Holst. Maison Rimmel.
Het is streelend voor onzen nationalen trots,
dat wij mannen bezitten als professor A. G.
van Hamel, die een vreemde taal dermate
in hun macht hebben, dat zij kunnen optreden
als sierlijke woordvoerders zoo als onze
Nederlandsche professor dat voortreffelijk deed, bij
Krüger's aankomst en verblijf in Frankrijk.
Wat een gelukkige keuze, dat men professor
van Hamel verzocht in Frankrijk de kiesche
en moeilijke rol te vervullen van tolk en
woordvoerder! Wie had het heter kunnen
doen dan de man, die jarenlang te Parijs
heeft geleefd, die volkomen vertrouwd is met
de tallooze, typische eigenaardigheden van het
Gallisch ras, die de taal van 't lar.d spreekt
en schrijft zoo vlot en sierlijk als een geboren
Franschman ? Mij dunkt, niemand.
Professor van Hamel heeft zijn indrukken
en herinneringen van dat samenzijn met den
president der Zuid-Afrikaansche Republiek, in
een merkwaardig artikel meegedeeld, in de
«Revue de Paris" Januari-aflevering.
De aanhef van gemeld artikel, luidt aldus:
«Jamais je ne me suis tant lélicitéd'avoir
fait du fraugais Ie grand objet de mes tudes
que pendant la semaine inoubliable oüj ai t
chargéde traduire dans la langue de mes
maitres et de mes amis les paroles du Président
de la République S. A. ou plutöt, car
mon röle a eu en réalité, une portee plus
grande-oüj'ai servi de trait d'union entre
i'ame mue de «l'hëroïque vieillard" et l'ame
généreuse de la France".
Slechts voor een polyglot, als professor van
Hamel, was het doenlijK het onbeholpen
Afrikaauder-Hollandsch te vertalen in een Fransch,
glad, gepolijst en schitterend als staal van het
zuiverst gehalte.
De indruk, dien onze taalgeleerde van dat
verschrompelde, onredzame Hollandsch ontving,
moest hij even in zich zelf verwerken:
«Après les tatonnements du premier jour,
j'allaia dire de la première heure, je fus
rassuré; j'étais bür de ne jamais trahir celui
que je traduisais" (traduttore, traditore).
Het geheele artikel wemelt van aardige of
trtffende incidenten knap en pittig weerge
geven.
Van harte hoop ik, dat vele Hollandsche
handen zich begeerig zullen strekken naar de
«Revue de Paris", al hebben zij van Hamei's
Hollandsche versie ook in de N. Rotterdammer
Courant gelezen. Het prachtig Fransen van
onzen Nederlander weer in 't Hyilandsch
overte-zetten, ik vind 't zonde en kan er niet
toe besluiten. Veel liever citeer ik nog even
de oorspronkelijke versie van den slotzin van
het schitterend artikel. Die zin doelt op het
bezoek van Krüger, aan het Elysée. «Dans ie
silence solennel de cette cour U'honneur
l'orchestre militaire joua l'hymne national des
Boers. Ce fut pour moi comme un echo du
chant qu'entonnent la-bas les »commandos"
d'Afrique lépétéavec des aocents de fanfare
dans Ja claire musique francaise: »ce peuple
libre, ce peuple libre, c'est nous, c'est nous!
A ce moment la j'ai entendu Ie eri de
justice et de pitiéque poussait la France
entière, s'élever dans l'air et retentir sur Ie
monde comme un grand cri d'espérauce".
*
? *
Mevrouw Bouvard bespreekt in de »Voix du
Peuple" de wenschelijkneid een-en-dezeifde
opvoeding te geven aan joi.gens en rneit-jes,
ten einde zoo spoedig mogelyk gelijkheid te
brengen in de verschillende gelederen. Alle
menschen zijn bioeders, herhaalt Mevrouw
Bouvard nog eens; hoe verschillend ook van
ras, zijn zij broeders omdat zij menschen zijn.
Broeders moeten van der prille j eujjd leeren,
elkaar te beschermen en lief-te-hebben. De
eene mensch die den ander doodt, hetzij hij
dezen gruwel volbrengt in een schitterende
uniform of in eenvoudig boezeroen heeft een
broedermoord op zijn geweten.
Zij eindigt haar warm pleidooi, met een
dringend verzoek aan de moeders: Prent uw
kinderen toch in, nooit aan anderen te doen,
wat zij niet wenschelijk voor zich zelf vinden.
Dus het oude, veel gehoorde, nooit genoeg
herhaalde:
«Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat
ook aan anderen niet!" Mevrouw Buuvard is
overtuigd, (lat moeders die hun kinderen in
dien geest opvoeden genoeg doen, om de wereld
vrede in de hand te werken.
x -*?
*
Te Parijs is mejuffrouw Marthe Francillon
Rouville benoemd tot arts voor den inwendigen
dienst der gasthuizen. Zij is in Frankrijk de
eerste vrouw aan wie deze onderscheiding ten
deel viel.
* *
*
Onvermoeid gaat mevrouw Roland Holst voort
de beschermende vleugels uit te breiden over haar
troetel-kuikens de vrouwelijke dienstboden. De
weerloozen zijn zoo verstandig zich te dringen
tegen het verwarmend lijf der strijdvaardige
moeder-kloek. Gelukkig! dan tenminste vergeten
de kiekens voor een wijle dat zij worden uitge
mergeld, dat zij slavinnen zijn, dat zij slecht en
karig gevoed worden, dat zij van de kloek verwij
derd, bibberen in een niet verwarmde keuken,
dat zij in het holle van den nacht, wanneer
het zwoegen en sloven ten langen lest een
eind neemt, klappertandend in den winter,
snakkend naar versche lucht in den zomer,
neerliggen in haar armoedige slaaphokken,
onder een versleten deken .... In tien forsche
wapenkreten vermaant mevrouw Roland Holst
haar kindertjes het juk der slavernij af te
werpen, zich niet langer geestelijk en lichamelijk
te laten mishandelen. De tien geboden van
Mevrouw Koland Hulst zijn zeer belangrijk;
iedereen heeft ze dezer dagen in de dagbladen
j kunnen lezen. Nog merkwaardiger zou deze
i décalogne moderne misschien worden, indien
i een leehtvaardige, betrouwbare meesteres er
| een pendant bij wilde leveren.
De meesteressen zouden de stereotiepe ge
breken en afdwalingen harer dienstboden ook
kunnen generaliseeren.
Verlangend zie ik uit naar tien korte, kern
achtige, in aphoristischen vorm gegoten
mededeelingen, waarin een meesteres, volkomen naar
waarheid, haar ervaringen heeft weten saam
te persen.
* *
*
Met het oog op de aanstaande, gewichtige
gebeurtenis in ons land, een gebeurtenis die
wij zoo waakzaam volgen en meeleven, dat
ieder in zijn kring er over spreekt, als ging
een eigen dochter trouwen, brengt het huis
Rimmel iets in den handel, nig smaakvol,
iets, dat weer het merk draagt van die distinctie,
waaraan dit huis ons nu eenmaal gewend heeft.
Gewend zijn wij er aan geraakt, maar ook
verwend.
Wanneer wij een van Rimmel's creaties
gezien hebben, kunnen wij er den blik moeilijk
afwenden. Zonder aarzelen koopen wij en wij
zijn niet bekocht.
Ter gelegenheid van het huwelyk onzer
lieve koningin, stralend in den luister harer
jeugd en hooge waardigheid, heeft Rimmel doen
vervaardigen de beeldigste borstbouquetjes, die
men zich denken kan.
Tuiltjes in de kleuren van Holland en
Mecklenburg.
Onder aan ieder bouquetje een strikje van
ons verrukkelijk rood-wit-blauw.
Dames bevestigen door middel van een
praktisch aangebrachte veiligheidsspeld de
ruikertjes op 't corsage.
Heeren behoeven ir. die blijde dagen zich
niet te vertoonen »la boutonnière vierge". De
knoop aan het bouquetje glipt door het knoops
gat. Versierd met deze decoratie kunnen zij,
bon père de familie ou céhbataire, vieren den
trouwdag van Koningin Wilhelmina met Hertog
Hendrik van Mecklenburg.
CAPKICE.
Japonnen voor H. M. de Koningin.
De Parijsche correspondent der N. H. Ct.
geeft de volgende bijzonderheden over de te
Para's voor H. M. gemaakte japonnen :
De trouwjapon is in zil ver-brocaat, de sleep
en de randen van den van voren openvallenden
rok op zeer verdienstelijke wijze te Amsterdam
met zilverdraad geborduurd. Midden voor:
een baan van tulle met beneden erlangs een
breede guirlande oranjebloesem. De sleep is
twee-en-een-halve meter. Op het cor^age een
tak oranjebloesem. Een krans van dezelfde
bloesem, waartusschen de diamanten diadeem
zal worden ingevoegd, dekt het haar, terwijl
een sluier van effen tulle over de lengte van
den sleep afnevelt.
Een andere japon is voor de offieieele plech
tigheden welke het huwelijk zullen volgen. De
stof'is van lichte moiré-zyde, eveneensrijk ge
borduurd met een motief van zilveren bloem
ranken, ue sleep van deze japon heeft de
otficieele maat: drie meter. Ben maat naar de
aan het Engelsche hof geldende voorschriften,
in tegenstelling by'voorbeeld met de paleis
regels te Petersburg, waar de slepen korter
worden gedragen. Het corsage van deze en
trouwens van meer japonnen is er op inge
richt om grootkruislint en orde-ster te dragen.
Ouder de verdere japonnen heeft men mg
nog genoemd eene vafc lichte zeegroene zijde,
omzet met prachtige oude kant, gedeeltelijk
uit valenciennes, óók Engelsen naaldwerk,
waarschijnlijk familie-stukken, een glad-zijden,
wit-rose als appelbloesem met om den onder
kant een hierop geïnspireerd versieringsmotief
in losse ranken, telkens afgebroken door een
opgaande rij van die teere bloempjes.
De Zwitsersche bladen weten mede te deelen,
dat daar, in Zürzach, het lijfgoed voor Hare
Majesteit de Koningin wordt gemaakt.
Een koninklijke gift.
De om haar pbilauthropiscn en sociaal noch
zoo welbekende Engelsche dame, lady Warwick,
opende korten tijd geleden een nieuw openbaar
museum te West Ham, nabij Londen. By die
gelegenheid merkte zij op, dat de belangrijke
instelling «Women's Agriculiural College" te
Readiug, opgericht jaren geleden door hare
bemoeiingen, zou gesloten moeten worden,
wanneer niet een «heilige mülionair" naar
vorenkwam, met een groote gift om de wanke
lende instelling nog te redden.
Tuans heeft lady Warwick bekend gemaakt,
dat haar beroep niet tevergeefs is geweest,
wijl sedert dien, een ryke Ei.gelschman voor
het college een gift aanbood van niet minder
dan 50UÜO p. sterling.
*
De eerste in Engeland.
Efin jonge E .gelsche dame denkt hare zuster
in Parijs spoedig te volgen op het pad van
rechtsgeleerdheid. De jonge studente in kwestie
heeft aan de examen-commissie in Eluiburgh
aanzoek gedaan geëxamineerd te worden voor
hot diploma als juriste. De commissie heeft
haar aanzoek voorshands afgewezen met de op
merking, dat zij voor het examineeren eener
vrouw in dit vak de toestemming van het Hoog
gerechtshof in Schotland noodig heeft, waartoe
de llinke jonge dame zich nu heeft gewend.
De beslissing van bet Hof' wordt met span
ning tegemoet gezien.
De jonge dame zal wel meer spot moeten
verdragen dan mej. Chauvin in Parijs, wijl in,
Engeland, behalve toga en bef, in plaats van
een baret een . .. pruik wordt gedragen. Doch
dit schrikt haar niet af.
-*
* *
Stappen vooruit.
Voor de eerste maal zullen dit jaar door de
Engelsche regeering een aantal vrouwelijke
klerken aangesteld worden brj het opmaken
van het resultaat der in Maart te houden
volkstelling.
Ongeveer 200 beambten zullen noodig zijn
voor deze bezigheid en een vierde zullen
vrouwelijke zijn.
* *
De Zuid-Londensehe gemeente Southwark,
mag wel de meest geavanceerde geacht worden
in Londen en in Engeland wat betreft de
promotie van der vrouwen zaak. Zij is de
eerste die eene dame heeft benoemd, Miss
Busk, als lid van het Comitévoor Openbare
Bibliotheken en Museums; bovei dien zijn door
haar reeds drie Gezondheidsinspectrices aan
gesteld op salarissen van 1GO, 130 en 120 p. st.
per jaar en is zij voornemens nog twee vrouwe
lijke inspecteurs inzake besmettelijke ziekten
aantestellen.
v. D. V.
osoo,
TY-> ver £j?
d ir a, n. 13L.