De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 3 februari pagina 8

3 februari 1901 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1232 Minder vrool\jk zyn de koersen der Lingstaarten papieren. De 4}£ pet. stukken van '98 daalden van 81^ tot 79%, do G pet. van '95 van 102 tot 10134 en de 7 pets zilver leening van 1894,retireerdea van 100Ye. tot 98K. Uit Londen werd bericht, dat voor de Februari coupon der 5 pets oblig. nog geen geld be schikbaar was gesteld. Voor de Brazilianen ontmoet ik vaster koer sen. Het tegendeel voor Venezuela. Voor de houders van tabakswaarden worden de vooruitzichten voor 1901 nog al gunstig genoemd in verband met de vermindering in de productie, waartoe sommige mpijen zyn over gegaan, en het belang, in het algemeen, van de prijzen. Jammer evenwel dat in dit opzicht geen samenwerking is verkregen. Enkele mpijer, die nu niet aan den gewenschten maat regel hebben mede gedaan, willen zich nu ten koste van anderen bevoordealen. Dat gaat toch niet. Een goed overzicht omtrent het vermoedelijk aantal pakken Sumatratabak dat waarschijnlijk in 1901 ter veiling zal komen geven de vol gende cyfers: 1900 1899 Deli Maatschappij . Amst. Deli Cjmp. . Amst. Sum Cult.Mij Brit. Deli &Langk. Tob. Cy. . . . Deli Batavia Mjj . Celi Cultuur Mij . Deli Plantage Mij . Deli Tabak Mij. . Langkat Galt. MIJ. Lïngkat Tabak My Medan Tabak Mij . N. Assahan Tab. My Padang Cult. Mij . Padang Tabak Mij. Paya Jambu Langk. Rotterd. Deli My . Senemba Mij . . Serdang Tab. Mij . Sumatra Cult. Mij. Tab. Mij Arendbnrg Tab.My Franco Deli Un. Langk. Plant.Cj. S & R Deli . . . C ELankat . . . J II M, Deli . . . J L/Pakaran Deli . M & KLangkat . 4GOOO pn. tegen G1000 pn. 9 8 GO 2140 ? 4925 11250 7100 2175 2775 2G50 4470 G440 7725 1850 1850 1680 5G75 12100 3900 2350 13000 ; 5700 84GO 4590 4390 3100 2525 19G5 ?. 11000 4200 4500 105'X) 8700 3200 5700 2500 GOOO 7000 10000 l si (O 22UU 1400 5500 13500 5000 20 )0 14000 5500 GSOO 5500 4200 3800 20UO 2500 22ÜOOO pn. tegen 2G5000 pn. In de groep vaa' de mijnmpijen is belang rijke verbetering te constateeren voor de N. Celebes mijnbouw, tengevolge van gunstige be richten. De directie van de Guyana goudplacer heeft bericht dat geen overwegende redenen voor achteruitgang van den koers der aandeelen bestaan. Da machineriën die by het zee-trans port van Amerika door het vergaan van het Bchip zijn verloren waren voldoende verzekerd. Der maatschappij werd daardoor derhalve geen verlies berokkend. De koers kwam bereids wat op. Ten slotte zij bericht, dat aan de Sacaarang Joana stoomtram, die 1A millioen a 4 pet. vroeg, 25 maal grooter bedrag werd aangeboden. Dat is nog sterker dan het historische voorbeeld: Graaf Willem III vroeg duizend, het dank bare volk bood /' 10.000 aan. D. SriGTEK. A'dam, l 31 j j lgol Bussum, f liliiinmiiiiimiiiniiiiiiiiiiiiatiiHiiiiiiiiiiiuiimniiiiimiiuiiiiuiiiiieiiij dia over Decadentie. Critical Studies, by OUU>A, London, T. risher Uuwia. 7 s. G d. De gevierde romanschrijfster LOUÏSB de la Raoiée, in de literaire wereld sis .,üuida'; bekend, heeft z.c'a den laatsten tijd er toe gezet de zonden en euvelen dezer maatschappij te rammelen. Zoo uu en dan verschijnen "au hare hanl in dag bladen en tijdschriften vlijmsiide hekel.ng«n vaa wat haar sleciit en vulgair schijn*. E,i zij beukt er op los, met een pissie en enthousiasme, aan zuidelijk bloed wel eigen, doch bij een zestig jarige niet zoo gewoon. Zóó in dezeu waarlijk elegantsa bundel kritische verhandelingen, die op n na, vrotg-r reeds in Italiaausche en Eagelsche tijdsein if'en ver schenen. Ds onderwerpan zijn veltrïti. Besprekingen vaa de Itsliaïiïsche schrijvers Gabritls DAauunzio, Marion Crawford en Alma V'euiasia; van Cnerbuliez's Le Secret dtt Prtcepleuf, R>s:,y's T'Impérieuse Sonic en vaa d(n realist Georges Danen, voor wien Ouida veel lof heeft en wiens boek liiril/i door haar een duuj- tegen de verschrikkingen van het iir.litairisme wordt geacht. Verder verhandelingen over de Eugelsche letterkundigeu Wilfrid Scawen Blunt en Auberon Herbert; over ,/Ongeselireven literaire Wetten", de jUgliuess" van het Moderne Ltven, de //Quaiiteit van Mededoogen", het //Verval der Latijnfche Rassen" en .... eene verhandeling over Joseph Chamberlain. Doch hoe ook verschillend van onderwerp, het thema in al de verhandelingen acUmt oenen geest eii lost zie:) op in n heftig schreien over het dit ps verval alom in het opsnbare leven : in de kunsten, in de zeden en smaak, in de politiek, in het intellect en in het sentiment. Ea wanneer woonden, goed gezegd, warm gevoeld en wel gemeend, vermochte! verdsr verval te stuiten en de verheffing weder in gang brengen, dan zou Ouida's laatste werk daartoe kunnen bijdragen. Al'éd zoo weinige! nrg zijn van het decadente overtuigd. En dan, Oiuda zelf zegt te geloorea, dat woorden niet meer kunnen helpen. Terwijl zoo hier en daar een wanhoop haar beving bij het schrijven dat er geen stuiten mogelijk is. De tenienz in literatuur in deze dagen is, zegt ze (p. 7), overtolligheid van woorden. Ea in literatuur niet alleen. In alle kunsten wordt gemist de vroegere macht van teconcentreeren. De beschrijvingen eens modernen auteurs zijn te vaak bloote verzinsels, pijnlijk langdradig en gelijk aan een mozaïek waarin millioenen kuiltjes een holte moeten voorstellen. En dat moest we! zoo worden. Vroeger leefden de menschen voor de kunsten; thans willen ze leven van de kunsten. Ea in zekeren zin moeten ze dat wel willen, waar het bestaan slechts is *een groote loterij". (234). //De schoonheid, natuurlijk en artistiek, is voor de moderne hoog beschaafde mannen en vrouwen, totaal onverschillig geworden. Zij hebben geen vrijen tijd meer om haar te genieten, geen temperament om ze te waardeeren ; ze maakt op hen geen indruk". (304). Ja, de handhaving van wat per se schoon is, wordt meestal belachelijk gemaakt tenzij het in oen of ander opziclit nuttig of voordeelig is.JEen zucht vcor profijt bezielt alle klassen. En het is, omdat er gean £evo;l voor schoon heid meer is bij degenen die regeeren en bssturer, dat het schoone meer en meer verwoest wordt, dat bosschen worden omgekapt, kcjkeu droog. gelegd, net laad met roest en rook overdekt en al wat groen is verstikt. Het weuschen en willen is geheel opgelden stoffelijk goed gericht; rijk worden is het eenigst ?ideaal, en uit die kit i is zoo wel de keizer als de koopman, koning of bedelaar, minister of predikant gevormd. E:i dezulken regeeren thaus de aarde. Een passage in Darien's boek Biribi, waarin hij t*ee patriottische Franschen schetst, dl-; bij den iutocnt der Duitsche troepen in Versailles tégretig hunne waren aan dezen verkochten en hen daarvoor gaarne toejuichten, geeft Onida aanleiding om te zeggen, dat d;V. de meuschelrjkd i.a uur is, zooals haude), modern onderwijs ea de goedkoope drukpredacten db vormjen. Zóó zoucien de //patriotten" in alle lauden doen. De hefde voor geld, de vrees voor armoede en de gedaehten-concentratie op per soonlijke belangen, hebben een mensch gewillig gemaakt, z ch te voegen naar den spanriem van eten s',erkste'. /,De geheele nienschhe d is inge spoten geworden niet het serum van geconcen treerde lafhöid en zelfzucht.'' Sommigen verzetten zich tegen de besmetting, dcch de massa voegt zica en verspreidt de nekte. Sommige passages in Birilii, schetsende de gruwelen en vernederingen van het mi itainsrne, waren waard om //ge tampt te wordeu in de hersenen vau de volkeren in dezen tijd, die gedwee en dom als schapen zich ter s'acütbank lateu voereu door huone souvereiueu en regeer ders" (75). Natuurlijk, dat zou'n leer de ver oordeeling vau de regeereude klassen met zich voers die steunen op het militainsme. Maar de volken zeif dienden zich bewust te worden van de gruwelen des oorlogs ea de gevaiea en slechte invloeden van de staande legers. Doch wie el' wat kan hun het bewustzijn impompeij ? , hoe geheel uiiiers was het leven vió^ger, jammert Omda, m den tijd toen lleniy de Viuois Veuet.öbinnentrad, Philips de Scjooue door het e'ikeiiwoud vau Viricenaes reed, Petrarcn in Ruïne gelauweid werd en Shakespeare door Warwickslane drentelde. Hoe schilderacltig wts tcL-u nog liet stadsleven en hoa hoog stou i tóen n i g 's menschens zin voor schoonheid tn kunst. E i nu : Het glinsteren vau goud allén kan de men seden bekoren ca dan nog alleen out ZJJQ handelswaarde. Lees bij Michelet de beschrijving vaa een Vlaainsclien burger en vergelijk daarmede ecu koopman in onze dagen. Lres l'roude's beschrij ving van een ter zee gt.vid uurchaut nit ele dagen van El zabeth en het contrast daarmede: de kapitein van een modern s'oomschip. Verder, hoeveel hóagcr stond in die dagen het ambacht in aanzier, liet handwerk en het giideiid, dal waarlijk gei.ot in zijn arbeid vouJ, dan de fabrieks- eu miji.arbeiüwaarop met verachting wordt eergezieu en de fabrieks arbeider die slech's een 1aud vau eeu reusachtig raderwerk der inachineriB is. E'i gaa'. in de wouingfu des volks, waar de iiaaimaübmo Jitt spinnewiel verving, eau kac! el den brecdt-ji opsn ha-ird, een jüar t a gebruiken machinaal vervaardigd Luisiaad dj eigengcmaakte zware eikenhouten iii m.'iikast, het halve stuiversdagblad, deu ouden bijbel; waarbinnen en waarbu^iu geeu plaats is voor i,'. K. ;ipjn eu maagden om te dai siu, waar ele i;-.:i. i :;,et me(r blaf', waïnn de zou met meer fciujul eii waar binnen alleen nog Let g ra^s wordt genoord van voorbij'-nellcneli motorwagei s. Eii is het gee:i woadcr, dat, bij zuu'a uiter lijke decaiett e, ook de toon v*u net seutAinejut daalt'r1 Ue meiisc'.i is wreed voor zijn mcdemcnsch. Hoe zou hy niüd-;doo^en gevoelen voor het kwinkelerende, blutende of lodende sel.cpsel? Jjeveudt; wilde z-iiigvogels worden i:i L'juelcji in de slums bij du-zïndm voor eeu lut'w stuiver verkocht. En driemaal zoovtcl /iju djyd voor ze i u de enge kooiljes de straat bereiken. De tendtuj dezer wereld richt zich naar cynisme, ouverschill'gheid eu zelfresptkt.. De kinderen hooaeii m:-er dan dat zij lac'ie». De beste schrijvers vau Plu<archus tot Voltairc en li"skin hebbeu te vergeefs een btroep op den meusc'.i gedaan om, mededoogen met de dieren vau lagere orde: te vergeefs, de meuschheiel heeft met geluisfcrei eu wordt met deu dag kili'artiger. Ea Ouida is zeker, dat, wanneer heden in U.ymp'.a te Londen st_ereagevec:itcn toegelaten werjen, het reusachtig gebeuiV te klem zou zijn eu de Jjiniien^cii'j dames opgewojiien hare landen zouden dicli'kiiijpen. Het is onmogelijk ie zegden hoe geheel anders de wereld zou zijn, wanneer de vrouwen aaders waren geweest in temptrament, in gevoel; wanneer zij, in plaats van de glimlachende en zelfgenoegzame goedkeuring van biutaliteiten, hsar tocru eu afschuw daarover had feu geloond. Zij eischen politieke rechten eu la'eu d.t. ruime veld van invloed onbenut en onbewerkt ('2 J j. Eu zoo gaat het voort. ])i hcerscl appij van Josfj)'1, Chaiulc] lain ia de Er)gei;c':e staatkunde, is voir iiida bewijs genoeg vau de decadentie op t.i r, gebied. Jaren geleden, toen ChambeHaiu pas van de liberale partij was gedcseittcrd, s-loe-g Ouida hem eer,s gade lij eeii feestu aal iu Ik-lgrave Square. Hij was omringd door dj incest geachte eu hoogst fatsoenlijke dames, die hem hare hulde brachten, 't Was een komieke scène, Chamberlain amuseerde zich daarmcj en most wei iu zijn vuistje gelaclun hebbin. Win' niets is hem liever, dan de mei.schen onder zijn dirm te hebben. Napoleon moet gezegd hebben, i>a de Egyptische Campagne, dat, wanneer hij morgen stierf, niet meer dan een halve pagina in een Eucyclopaedie aan hem gewijd zoude worden. Het moet Cnarnberlaia onverschillig zijn, als l-rm zelfs yefii halve pagiia wordt gewijd, /i/n eeuigste weiisc'i is te luerscheu eu dictcfron. En l,ij heeft zijn doel bereikt, met brutaliteit, tot eeuwige schande vau de Engelsche staat kunde. In de dagen van Derby, Palmerston, Melbourne, zou hij als renegaat m Westminster geeu jaar geduld zijn geworden. Hij zeide eens van zich zelf, een gentleman te zijn, doch geen gentleman zou dat gezegd hebben of zeegen. Een emiueut Engelschman schreef aan Onida : //Joseph Cüamberlain heeft in de Engelsche staatkunde de gewoonten ea de manieren van eeu handelsreiziger gebracht. Ea van een handels reiziger, niet gtplaagd door gemoedsbezwaren." En een der ministers zelf verklaarde aau eeu vriend der schrijfster: //Wij zijn 'allen ontzettend bang voor hem." Geharde eu beschaafde mannen als Arthur Balfour wordeu door hem //hopeloos en hulpeloos gehypnotiseerd." De eenige, die hem wederstaal! zou kunnen, Lord Sahsbuiy, laat, hem zijn gang gaan. Het is zeker, dal, als Ci.amberlain nimmer hooger ware gestegen dan tot het burgemeesterschap van Birminglam, de Zuid-Afnkaansche burgers nog op hunne hoede zouden moeten zijn; en dat, als het hem gelukt, wat, zijn wensch is, leider van het ministerie te worden, hij over Engeland en Europa onberekenbaar veel onheil zal verspreiden. Overal verval dus. Eu nergens een glimp van het morgenrood eeu beteren tijd. D;V, is wat Ouida bij het schrijven van dezeu bundel verhandelingen heeft beangstigd en beklemd. Of daarvoor geen reden beslaat ? No; dezer dagen hoorde ik eeu kunsthandelaar klagen dat, goede kunst in Engeland nit t meer wordt gewaardeerd, j-), dat meu ze niet meer ondei scheiden kan. Tir*ijl een dramaticus zonder overdrijving kan ztg^tn, dat, de meusc! cu allén no? haar de theaters gaan om er wat te zien, Dure prachtwerken kunnen voor spotprijsen geene koopers vinden. De beste uitgaven op onderwijsreMed mis lukken. Ea in de kleediog trekt alleen nog eene ver zameling van bonte kleureu en potsierlijke modellen. 't, Is wM erg eu droevig. Ei 1iich mag de hoop uifct, opgegeven woiden dat ook op (iit tijdpeik vau verval een van i'ig zul V.I\SKI>, Ouida. Londen, Ja-i.'lOOl. J. K. v. n. V. BOEKAANKONDIGING Maatregelen tegen hit ijemar der besmet ting door wM'fjebrnik en tC(/en bid rog in den melkliünfld, door C. D. DONATII, secretaris der gemeenta Alkmaar, 1001. 4G blz. Het leeft tegenwoordig zoo ongerust door het gevaar van al die onzichtbare diertjes, waaraan men bloot staat zei me onlangs een overigens niet zoo angstvallige dame en ze had in zekeren zin gelijk. Wanneer men dage lijks leest, dat de besmetting ons van alle kanten bedreigt, van het geld, het bankpapier en de boeken, die men in handen kry'gt van den wagon, waarin men plaats neemt, van hst stof, die een sleepjapon omhoog jaagt en van een kus>, die men een kind op de lippen drukt of' een hond, die do handen likt. d><in moet een mensch wel in duizend vreezen verkeeren. Gelukkig is het zoo erg niet als menigmaal wordt afgeschilderd; da myriaden microben die ons leven kunnen bedreigen, gaan onder gewone omstandigheden zonder schadelijke ge volgen aan ons voorbij; het is zeker niet over bodig hieraan van tijd tot tijd te herinneren, om noodelooze en gevaarlyke vrees te voor komen, zooals onlangs door Dr. v. Lingheek in da lli/jien. Binden ook is geschied met het oog op het petslgevaar. Dit nijmt niet weg, dat het altijl geralen zal zijl mogelijke bronnen van infectie te sluiter. wal indien zij algemeen verspreid zijn. \J.i is het geval met de verontreiniging van rnelk; het gevaar van tubercelhaceillen wordt ook hierbij steik overdreven, wanneer echter iemand ooit de verzameling vuil heeft gezien, die bij het centrifugeren van melk als restant achterblijft, lijdt het geen twijfel of daarin is een kweekplaats aanwezig voor tallooze ziektemakende microben. Bij den ge wonen verkoop en het gebruik vaa ongekookte melk kan hierdoor schade ontstaan voor de gezondheid. De voedingswaarde van melk wordt bovendien niet zelden verminderd door het gedeeltelijk onfroomen door de verkoopers en het verdunnen met zelfs niet al l ij-l onschadelijk water, zooals is bewezen door talrijke voorbeelden, waar tyjihus, door het gebruik van melk uit een besmet gezin af komstig, verder verspreid werd. Toezicht op den verkoop van melk bestaat in ons land r.agenoeg niet en bovendien zal het allijl onmogelijk zijn, dit naar eissti in te richten. Bij zulk een onontbeerlijk hoot'Jvoedsel der bevolking is het echter wenschelijk, dat het ten allen tij ie zuiver en van de beste kwaliteit wordt verstrekt. Volgens den schrijver van de boven aangegeven brochuie, waarmei3 wij het volkomen eer,s zijn, is dit alleen mogelijk, wanneer iedere gemeents de levering van melk voor care inwoners op zich neemt, elan alleen, maar dan ook zeker, kan zij onvervaischt en viij van gevaar voor besmetting worelsn toe gediend. Uitvoerig geeft de schrijver aap, hoe de regeling gemakkelijk kan geschieden en welke uitmuntende voorueelen er voor de ge heele bevolking aan verbonden zijn. Waar levering van water, om in eene volksbehoefte te voorzien, door de gemeente wordt op zich genomen, sluit zich da levering van melk eigenaardig daarbij aan, wanneer de zekerheid van onschadelijkheid op geen andere wijze kan worden verkregen. Inderdaad, zoo eindigt de schrijver zijn een voudig betoog, waarvan dj kennisneming ieder aanbevolen wordt, de plaatselijke overheid kan meer doen, dan zij tot nu toa gaf in ruil voor de fcoms zware belastingen ; als maatschappelijke menschen s!;nn wij gedurig bloot «an aanran ding van onze gezondheid en berooving; de plaatselijke overheid is bij machte, maar daar door dun ook verplicht ons te beschermen. BK. Ontwerp Oatrooiwet van do Vereeniging van Voorstanders eener Nedcrlandsche Octrooiwet, vastgesteld in hare Algem. Vergadering van 8 Dec. l'.HH), bewerkt aan de hand van de Nota over Octrooien met Wetsontwerp en Toelichting dato 1)1 Augustus 18',t.'! aan de Vereeniging toegezonden. Een paar jaren geleden kwam een eenvoudig werkman mij een nieuw model rij wie! laten zien, bij de vervaardigirg waarvan hij op ver nuftige wijze een bij-zonder systeem had in toepassing gebracht. Vreezende, dat zijn eiitvinding zou worden nagemaakt had hij het wiel nog aan niemand durven vertoonen en kwam hij mij meteen den weg vragen om zich tegen namaak te verzekeren. Tot mijn leed wezen moest ik hem zeggen, dat dit in Neder land niet mogelijk was en ieder, die verkoos het wiel terstond zou mogen namaken, hetgeen gemakkelijk genoeg zou wezen, omdat de samen stelling werkelijk eenvoudig was en door ieder fabrikant op het eerste gezicht kon worden ontdekt. Reeds menigmaal nadien is dit rijwiel tusschen ons ter sprake gebracht en even dikwijls betreurde ik ter wille van den eenvoudigen uitvinder het ontbreken van een Octrooiwet hier te lande. Met groote ingenomenheid heb ik daarom gezien, dat de boven aangewezen Vereeniging niet moede wordt te trachten voor Nederland te verkrijgen, wat in geen ander land ontbreekt ter bescherming van industrieelen eigendom. Op aanvraag aan den secretaris D. Blooker, Sarphatistraat f 0 te Amsterdam is het ontwerp kosteloos verkrijgbaar en gaarne onderschrijf ik wat de vereeniging aan dit aanbod toevoegt: beter dan lange vertoogen zal dit ontwerp de tegenstanders overtuigen, dat octrooien geen monopoliën scheppen, doch de nijverheid helpen bevorderen, terwijl zij nooit eenig bezwaar of moeielijkheid kunnen opleveren voor den par ticulier, als gebruiker van geoctrooieerde of zelfs van nagemaakte voorwerpen. BR. Inhoud van Tijdschriften. Kigen Haard, No. 5: Twee koninginnen. Een verzoening, door Frans Hulleman, II. Iets over blinden in het algemeen en den Nederlandschen blindenbond in het bijzonder, door J. Everts Jr, met portretten. Een feestlied, verkleinde facsimilédruk van het handschrift van prof. dr. Nicolaas Beets, met bijlage: De portretten van H. M. Koningin Wilhelmina, Z. K. II. Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin en hunne ouders, met randversiering van T. van der Liars. Taxidermie in atelier en museum, door II. II ter Meer Jr., met afbeeldingen. (Slot) Esn bezoek, door M. J. Salverda de Grave-Herderschei!, Janija die huilt en Jantje die lacht, met afbeeldingen. Verscheidenheid. Feuilleton. ALLERLEI. Van een Hertog en Koningin". Plagiaat V De bekroor.de compositie van den heer II. Hendriks, op het mede door ile Tdegriwf bekroonde lied »Van een Hertog en een Koningin", is merkwaardig toeval in de eerste zes maten volkomen gelijk aan de melodie van het »Vlagge-lied" door J. W. Bernhardi, behalve de transpositie van A in BSJS. Het »Vlagge-lied" is reeds ca. 30 jaren oud ; een nieuwe uitgaaf', met een op de inhuldiging der Koningin toepasselijk slot-couplet, ver scheen in 1893 bij de firma Brix von Wahlberg (thans G. Alsbach & Go.) te Amsterdam. W. v. u. B. Naamlooze Vennootschap Hygièa. Op het Rokin over de Neeierlandache Bank heropende hedenavond de Naamlooze Ven nootschap Hygièa hare magazijnen. Tut dusver had deze firma haar hoofdzetel alleen in no. 128, thans is echter perceel 12G daarbij gevoegd en zyn beide winkth onder leiding van den architect Ilegener verbouwd. De fraaie hardsteenen gevels met groote spiegelruiten maken een goed figuur, terwijl de inrichting van binnen smaakvol en tevei s practisch mag genoemd worden. In den winkel J28 vindt men hoofdzakelijk verbandmiddelen enaitikelen voor ziekenverpleging, in ]2G een groote sorteering zieker.stoeler, wagens», ledekanten, reukiooze kamerciosiets enz enz. Achter den winkel in 128 is een net salonnetje ingericht voor dames, tot het passen en maatnemen van coraetten, buikbanden etc., terwijl achter den winkel in 126 zich drie groote vertrekken bevinden waar allerlei instrumenten voor chirurgie, optiek en electroteehniek zijn ge taleerd, benevens eene sorteering operatie tafels en wat daarbij behoort. &nqczonO£n. j Contrasten. Aan G. Horrfit,; de Haas te Winsnm. Uw vergelijking is geheel valsch; u zegt: Amsterdam geeft SOOO gl. voor een cadeau bij 't huwelijk der koningin; aan ..ir n e" rijke koningin... en «Amsterdam eeeft 48 gl. voor 121 weduwen en weezen, noodlijdende . , .(dooi' de rerceniying JLuHti/ivre. . ) Zijt gij een vreemdeling in JerusaleraY Zwijg dan liever over zaken die gy niet weet. Amsteidam geiftjtiurlijk* IIONIIKUH M;IXK>']>KX aan weduwen en weezen, en ... de koningin trouwt niet jaarlijks; uw cijfer der giften aan weezen en weduwen is totaal orjuist; er. het herhalen ran de gift laat niet eens een ver gelijking (09. U hal kunnen zeggem: da vereenigirg Monttlure schijnt niet sympathiek te zijn aan de Amsterdammers en de koningin wel... U moet wat meer lezen over Armenzorg voor dat u, in 't publiek de Amsterdammers voor «gierig" uitmaakt. Er is, in verhouding, geen stad in Europa waar de menschen meer voor de armen geven dari Amsterdam, 'k Heb vijf jaar onder de Amsterdamsche armen gewoond, en inijri edelmoedige stadgenooten hebben mij altijd alles voor de armen gegeven wat ik vroeg, ja, veel meer dan ik vroeg. Maar... de menschen. die wel een «rentmeester" willen hebben, als tusfchenpersjon, voor hen en ele armen, vinden het onaarg^i aam ais hun gaven. niet bereiken de «weJuwea en weezen", maar besteed worden voor 50 ].('t. aan: huur van kantoor, colporteurs (-f collectantenloon. druk werken enz. De huur vaa 't kantoor voor ns of twee maal per week was voor Montt tiore oven hoog (en werd uit de giften betaald) als de huur van 't perceel waar ik dagelijks L'() a :ii) vrouwen en kinderen her bergde en pi m. '200 schoolkinderen voedde. De Amsterdammer die geeft, vraagt zich af: Wa".rom heeft die kleine vereenigirg een eigen en duur lokaal noodig? Waarom col lecteeren die heeren zelf niet, of bekostigen den collectant uit eigen prnékas? Waarom geelt elk bestuurslid niet een muntje uit zijn zak, dan zou er toch meer dan is gl. zijn? Ea daar niemand den gever deza vragen naar wensch oplost, brengt hij zijn geld naar een andere stichting, die zich ook het lot der weezen en weduwen aantrekt, want er zijn er vele in Amsterdam, meer dan i'3n Winsumer zich wellicht voor kan stellen. Als ik mij niet vergis (ik ben buiter.s'lands, ziek, en kan mijn gegevens niet nagaan) geeft Amsterdam, jaarlijks meer dan een millioen aan de armen; er zijn ongeveer 100 liei'jadigheids-inrichtingen in Amsterdam alleen. De Amsterdammer geeft graag en geeft ruim. Bij de «kroning" heeft 't Amsterdamsche volk ? 80.UOO opgebracht; de SOOO door u geroemd zullen nog wel stijgen, u kunt gerust zijn. Het lijvige boekdeel «Armenzorg in Naderland", kan ik u zeer ter lezing aanbevelen; het zal u, even als mij, 't gelukkige bewustzijn geven dat er veel liefde in ons Vaderland is. CATHAKIXA ALIIBIIUIXOK TIII.IM. Mijnheer de licdacteiir ! Vergun mij, naar aanleiding van het schrijven van mej. Catharina AlberJingk Thijm nog even terug te komen op «contrasten". Ten eerste dan mij.i dank voor de mij door haar verstrekte inlichtingen. Indien ik geweten had, wat zij zoo goed was mij mee te deelen, had ik anders geschreven. Op haar gezag althans, aannemende dat haar opgaven juist zijn. Toch blijft mijn meening ook na deze critiek dezefde. L'iat ik dat mogen toelichten. Ten onrechte verwijt mej. Alb. Thijm mij, dat ik de Amsterdammers van gierigheid be schuldig. Ook meent ze ten onrechte, dat ik onze Koningin geen cadeautje gun. Ze zou in dezen genoegelyk in n schuitje kunnen varen met de(n) .onbekende veront waardigde die my terstond na my'n schry'ven interpelleerde per briefkaart over my'n al of niet gehuwd zijn, en in verband daarmee me vroeg, of bij mij bij 'n huiselijk feestje ook deze maatstaf werd aangelegd. Die ten slotte van rnij verlangde, voor alles «billijk" te zy'n. Ik weet niet of het «anbillijk" is wanneer ik dit antwoord: Amsterdam en de Amster dammers laat ik er buiten. Zelfs wil ik hun viijgevigheid wel voorbeeldig noemen, voor andere steden en personen. Monteiiore en de honderd een en twintig behoeftigen laat ik er buiten, elke persoon lijkheid laat ik er buiten. Maar de feiten blijven. In onze eigen omgeving, in Amsterdam, in Nederland zy'a vele, armen. Ea hél arme armer. Moet ik dat bewijzen? Zeker onnoodig. Er wordt \é\ gegeven. Er is vél liefdadig heid. Maar de vele armen die er ook zijn bewyzen dat er niet genoeg gegeven wordt, dat er te weinig liefdadigheid is. Nog eens philanthropie is niet de duur zame weg tot verbetering. Maar zoolang die weg niet gevonden is, of, niet betreden wordt zoolang is liefdadigheid noodig. En zoolang er gebrek is aan 't noodige voor zoo velen, zoo lang acht ik het geld, bijeengebracht voor feestelijkheden, verkeerd besteed hoe sym pathiek ze ons anders ook zouden zijn. Moet ons volk, dat mij lief' is, feestvieren dan moet eerst zoo krachtig mogelijk gepoogd worden ons geheele volk daarvoor de gelegen heid te verschaffen. Dat heb ik bedoeld met «contrasten". Laten de Montefiore-vereeniging en Amsterdam slecht gekozen voorbeelden en bewijzen zijn ik ben er niet thuis en ik weet het niet. Maar de feiten loochenen kan niemand. En die zich die feiten mee aan te irekken heeft, die doe het. Als Amsterdam met een millioen aan liefdadigheid besteed niet rond komt, dan geve het twee millioen. 't Is een verbluffend cijfer misschien by 't eerste zien. maar hoevelen kunnen daartoe lij Iragen ! Heeft Amsterdam geen half millioen inwoners? Mi juffrouw A1U. Tnym heeft zich de feiten niet aan te trekken. Ik weet dat, en geef haar graag daarvoor de betuiging van mijn volle sympathie. En zij houde zich verzekerd dat ik op niemand in dezen een blaam wil werpen. Ojk zonder het «lijvige boekdeel Armei zorg in Nederland" te kennen, heb ik »het gelukkige bewustzijn dat er veel liefde in ons vaderland is." Mag dat verhinderen, dat wij om mér vragen ? Ten slotte wil ik mijn onbekenden raad gever wat hapert er aan uw raam ? wel verzekeren, dat ik voor mezelf en mijn eigen omgeving niet blind zal zyn met 't oog op deze dingen. Met den gemeenden wensch, dat mtj. Th. spoedig in staat mag zijn haar werk weer op Ie vatter, dat haar litf moet zijn, en met darik aan u, mijnheer de Redacteur, Uw dw. dn. Ursum (Fr.) G. HoKiuius DE HAAS. J\Iijn'icer de Redacteur.' Ik zat gisteren aan tafel met mijn twee oudere broers. Nu weet u hoe ja lij zoo'n gelegenheid toehapt zor.der elkaar te noodsn. Maar dat zat me op den dag van gister niet glad. »Zeg. Jai>," zei Mees, «niemand zal ontken nen, dat menige onmondige jongen heel wat gezonder maag heeft dan vele ouderen en ook meer en oprechter belangstelling bezit voor liet gemeenschappelijk diner. Maar het «drin gende" van de voldoening aan die behoefte is dur.kt me noch bewezen, noch be wijsbaar.'' U begrijpt dat ik keek of ik het in Keulen hoorde donderen. Maar toen ik begreep, wat de bedoeling was, stond ik natuurlijk oegenblikkelijk op mijn achterste beer.en en wond me erg op over «recht' en «wat ieder toekomt" en eindigde met »ben jullie gek V" Me-t dat al hebben ze me van tafel getruftVH. Zou nu, mhr. de Red , de f-.traks volgende zin, die ik in het HuMleMiktd gevonden heb. geen schuld zijn aan uiijn broers redeneering immers het zijn haast dezelfde woorden en zou u mijn broers niet kunnen overtuigen, dat ik zonder eten r.ooit groot genoeg wordt om een door hen erkend recht op e'ten te krijgen ? Die zin is deze : «Niemand ontkent dat menige vrouw heel wit juister en gezonder oordeelt dan vele mannen die thans het kiesrecht hebben, en ook meer en oprechter belangsteiiirg bezit voor de algemeene belargen. Maar het -drin gende" van het kiesrecht der vrouw is dunkt ons noch bewezen r.och bewijsbaar." In de hoop dat u er wat aan doen kunt. Uw W. (?ea<.-Jtte Ilccr liedactt/tr '. Wees zoo goed mij eens in te lichten, ik ben wat verbeterd na negen jaar op 't platte land gewoond te hebben. Voor dien lijd was ik onderwijzeres, bracht het zelfs tot «Hoofd | eener openbare meisjesschool" en verbeeldde me toen, dat ik van 't onderwijs nog ai een beetje afwist. Zoo meende ik ook, dat een schoolopziener iemand was, die werkelijk verstand had van j onderwijszaken, daaraan zijn levenhuig zoo wat aan gedaan had. i Onze schoolopziener, zaliger gedachtenis, ! aan wien we steeds een llinken steun hadder. ! was bijv. directeur der kweekschool. In zoo'n i man had je vertrouwen. Vergrijsd in de school. i Wetende de vele moeielijkheden aan 't ambt verbonden en daarom bereid te steunen en 't ! helpen. De tusschenpersoon ook dikwijls tusschen publiek en onderwijzend personeel. Naar zijn uitspraak werd geluisterd, omdat hij was: autoriteit. Nu las ik voor eenige dagen, dat te Hoorn was benoemd tot schoolopziener, de heer Joh. Holsheimer, gep. majoor! van administratie, (met UK O gl. pensioen 'sjaarf). Hoe kan nu een militair, die al zijn krachten gewijd heeft aan de administratie van 's lands leger, die altijd tusschen jassen en broeken gezeten heeft, zoo plotseling na zijn pensioeneering op de hoogte zijn van ons onderwijs Y Bovendien was de heer Jos. Holsheimer ook nog jaren in Indië, waar hij als onderofficier heenging om met verlicht examen den officiersrang te halen. Kan 't eerlijke «Groentje" daaromtrent ook eens inlichting geven ? U zult daarmee verplichten, Eene, die 't onderwijs liiflicejt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl