Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 1234
In den petroleumhoek ontmoet ik hooger
koersen voor de Elzasser, foor de Koninklijke
en voor de Sumatra-Palembang; ook de
aandeelen Moeara Enim komen op wat vaster
noteering voor. Met toenemende belangstelling
zien we de verslagen over het vorige jaar te
gemoet.
Bijzonder aangenaam is het als in den hoek
der mijnbouw-mpyen vroolyke gezichten worden
gezien. Beduidend hooger staan Brokopondo,
Gros, Guyana, Kwand. Sum.Lobsann, N. Celebes,
Redjartg Lsbong en vooral Soemalata. De
aandeelen dezer laatste rapij., de vorige week ge
noteerd op 158, waren heden tusschen 205 a
220 te verkoopen. In de laatste wekan heb ik
op eenige gunstige berichten de aandacht
mogen vestigen.
Dubbel, driedubbel aangenaam is het m\j da
aandeeler en obligatiën der Ned. Z. A. S. M.
op niet onbelangrijk hoogere koerssn te ont
moeten. De Wet en Botha dwingen in hoogere
mate eerbied en bewondering af. Laven de
B Deren!
D. STUITER.
B»."», } »
BOEKAANKONDIGING
Jiella, question d'actualitésur Ie Femi
nisme (Bruxelles, Imprimerie E Ivumps.
157. Kue Sins-Souci pp. 1(J)
Ei! Ei! Nu begint men ons waarlijk, in den
vreemde, tot toonbeeld te stellen. Ejn Belgische
dame, wel is waar »originaire de Hollande",
zendt mij bovenstaand geschrift, waarin, met
veel gratie en weinig omslag, aan hare Belgische
zusters, menige allerliefste noot, met bevallige
handbeweging, wordt toegereikc noten, wel
te verstaan, niet om te zingen, maar om te
kraken. »Dans mon pays Ie feminisme est
»arrivéa une hauteur que déterminent
suffi»samment les noms des femmes niinentes
»qui s'en occupent'1. In België, schijnt dit
anders, hetgeen de schrijfster aanleiding geeft,
al keuvelend, ettelijke huislijke en maatschappe
lijke misstanden, zoo zachtzinnig mogelijk, ter
sprake te brengen. Die eigenschap belet haar
echter niet, den spijker duchtig op den kop te
slaan. Zoo vraagt zij, met het onschuldigste
gezicht ter wereld: «La solidaritéhumaine
sfinirait-elle aux bourgeoises de la capitale?"
Laat ons hopen, dat deze manier van de waar
heid te zeggen, indruk maken zal bij een volk,
dat vooral op goede vormen gesteld is. Of zou
temet hier pri daar eene opmerking, ook en
zelfs in het tot toonbeeld gestelde
NoordNederland, van nut kunnen zijn? Niet mogelijk!!
Amst., 13 Febr. 1901. J. A. LEVY.
Boekverkoopingen.
De firma Martinus Nijhcff te 's-Gravenhage
zal op 25 Februari a.s. en drie volgende dagen
onder den hamer brengen het tweede gedeelte
der collectie-Beyers, bevattende behalve
eene verzameling van de door Beyers tusschen
18*55 en 1S8G uitgegeven boeken, brochures
enz. allerlei werken over aardrijkskunde,
geschiedenis, fraaie letteren, tooneel, muziek
en schoone kunsten, waaronder vele zeer fraaie
en enkele hoogst zeldzame exemplaren lieeds
de catalogus zal menig boekenvrisnd doen
watertanden, zooals de kijkdagen (21 - 23 Febr.)
velu belangstellenden zullen trekken.
Van de zeldzaamheden vermelden wij hier:
een ex. van den »Max Havelaar" op Hollandsen
papier (niet ia den handel) met een eigen
handig schrijven van Douwes Dekker am
Beyers; een oorspronkelijke uitgave van
Kneppelhout's «Studententypen" met een
weinig bekend vervolg n.l. »Xa het studenten
leven" van J. de Vries, en laat not least, eene
verzameling programma's van de Fransche
Opera te 's-Gravenhage, 2 Jan. 1819 tot 29
April 1807 en van het Nederlandsch tooneel
te 's-Gravenhage, 7 Dec. 1810 tot 31 Mei 1807,
een volledige verzameling van 52 deelen iu
chronologische volgorde gebonden. Ta recht
deelt de catalogus mede, dat deze collectie
van het grootste belang is voor de geschiedenis
van het tooneel in Nederland in het algemeen
en dat van 's-Gravenhage in het bijzonder.
De Haagsche Fransche opera toch stond in
die dagen bekend als verreweg de beste van
Europa. Hoogstwaarschijnlijk is deze verza
meling, die ook enkele aanteekeningen bevat
betreffende het vervangen der artisten, bij
ziekte enz., de eenig bestaande.
Van 15 Februari tot 15 Maart 1901 wordt,
Den Haag, Kneuterdijk ld, in »Arts and Crafts" |
een Tentoonstelling gehouden van werken van '
O. G. J, W. Graaf van Bijlandt, D. B. Nanninga,
D. Wiggers.
NIEUWE UITGAVEN.
Van alle tijden, onder redactie van C. G.
KAAKËBEUN en JAN LIGTIIART. No. 1. Jïunoreit.
Abel spel uit de XtVe eeuw. Groningen, J. B.
"Wolters.
Van litt Haagsche Jlmnenhof, parlemen
taire schetsen, door Auont. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf.
Ocer lichamelijke straffen, de baldadigheid
der jeugd en de rechtspositie der onder ir ijzer?,
door J. "\Y. GERIIARD. Amsterdam, J. \Y.
Gerhurd.
De reorganisatie onzer landmacht andermaal,
do^- \V. M. EsciiusEivrs. Amsterdam, II. J. W.
Beeht.
3laleifche taal. Zelfonderricht. Bewerkt door
mr. G. J. GRASHUIS. Compleet in 31
aflaveringen Amsterdam, S. L. van Looy.
<riïtlttstreerd Weekblad voor Fotografie. No. G.
Apeldoorn, Laurens Hansma.
Inhoud van Tijdschriften.
Kigen Haard, No. 7: Een meisje van
'tgehuchr, door A. Peaux, I. Het huwelijk der
Koningin, met afbeeldingen. De lotgevallen
van een Hollandsen deserteur in 1813, door
N. Kluyver, II. Giuseppe Verdi t, door
S. van Milligen, met portret. Iets over
mechanische geneeswijze en Zander-Instituten,
door Bein. S. de Smitt, met afbeeldingen,
I. Feuilleton.
L'Art nécoratif. Het Febr. nr. bevat:
Petits Bronzes d'a! t, par Albert Thomas, avec
16 reproductions des plus jolis bronzes diiés
lécemuient; Orfèvrerie, orfèvres, par Loon
Maillard, 21 illustrations de pièces admirables
choisies parmi celles de l'Exposition de 1900:
l'Hötel de Mme Yvette Guilbert, par Charles
Sauider, cinq photographies, une actualit
piquante en ttème temps qu'un cnrieux morceau
d'architecture nouvelle ; six O'uvres du jeune
peiiiire italien S. D. Paoletti; Ie Meuble
moderne, quatre photographies de l'Exposition
de 1900; les Broderies sur soiejaponaiseR, par
S. de Vaire, huit reproductions, etc.
Door Liefde Saamieliraeiif,
Het bestuur der «Doofstommen-Vereeniging"
zend ons baar jaarverslag, met verzoek die
zoo nuttige en loeldadigti inrichting nog eens
weer bij onze lezers aantebevelen. Gaarne vol
doen wij aan dit verzoek omdat de kassa
rekening van de Doofstommen-Vereeniging
werkelijk, ondanks inspanningvan alle krachten,
ondanks de bijdragen en giften die haar toe
vloeiden, een nadeelig saldo van eenige
duizende guldens aanwijst.
Toch geven bestuurderen en
ondersteunigscomitéhet niet op, maar blijven voortwerken
in het belang van zoo veel misdeelden, die
door Liefde Siamg: bracht aan een werkkring,
een bestaan geholpen worden.
In het afgeloopen jaar werd aan niet minder
dan 12 schoenmakers, 11 meubelmakers, 4
kleedermakers en l zeilmaker plaatsing op de
werkverschaffing verstrekt; terwijl 3 doof
stommen, die, orgelukkig genoeg, geen vak
hebben geleerd en om hulp vroegen, op be
hoorlijke wyze werden bezig gehouden.
't Blijft evenwel jammer, dat de werkver
schaffing, zoo onmisbaar en nuttig voor die
arme ongelukkigen, zich maar zeer bescheiden
in de belangstelling van het publiek mag
verheugen.
Zooals de staat van ontvangsten en uitgaven
aanwyV, vordert deze werkverschaffing het
leeuwenaandeel der ontvangsten. Het ware te
wenschen, dat dit niet zoo was, en dat zij haar
uitgaven door eigen inkomsten kon bestryden.
Eerst dan toch is het doel bereikt, en zyn
de beklagenswaardige doofstommen in den
waren zin des woords geholpen.
Ook voor gezellige en andere bijeenkomsten
voor de doofstommen wordt gezorgd (3-maal
per week) Van des avonds 8 'j-> uur vereenigen
zich dan de doofstommen van alle gezindten,
zoowel mannen als vrouwen, wier aantal som
wijlen tot ruim 100 stijgt, in de conversatie
zaal en deelen daar hun lief en leed elkander
mede.
Op Zon- en feestdagen wordt steeds van
's morgens lO'/j uur tot 12' ?? uur godsdienst
oefening gehouden. Gsmiddeld 40 personen
riemen hieraan deel, terwy'l de heer J. Stuhr,
die als directeur over het huis en de werk
verschaffing; is aangesteld, de godsdienstoefe
ningen leidt.
Genoemde heer, mede doofstom, wiens taal
de hunne is; die hen allen in hun karakter,
neigingen, hebbelijkheden en positie kent, en
ook met hen lijdt, is hier volkomen op zijn
plaats.
Met een aanzienlijk tekort echter sluit nu
de rekening van het l-i 3 vereenigingt-jaar. Dit
tekort bedraagt niet minder dan ? 38U),(il:>.
Bestuurderen kunnen zich niet ontveinzen,
dat dit nadeelig saldo hun zorgvolle
oogenblikken geeft. Maar zij koesteren een sterk
vertrouwen op de mildheid van stad- en
landgenooten, die niet zullen willen dat deze
stichting door gebrek aan geld zou kwijnen
of te gronde gaan.
Zij die voor deze nuttige inrichting iets
willen afzonderen kunnen hun gaven doen
toekomen aar» de heeren hoofdbestuurderen:
C. Hellingman, algem. voorzitter, E. F. Blasé,
algem. secr. en penningmeester of aan de leden
van het dames-comité: mevr. M. J.
BlaseHellingmar1, presidente, mevr. M. M.
BakkerNye, secretaresse, mevr. E. dimmer Zeilemaker,
mej. J. Willers, mej. II. W. Wierink of aan
de heeren bestuurderen: J. Stuhr, voorzitter,
J. K. Boos, secretaris, C. K. Hellingman Jr.,
penningmeester.
iiiiitiiMiinnniiiiiniitiiiitiiiiiilMiiltiiiiiliiiilitlin
dwftiwnbtn.
Een detet o?er depiidslageiraii MManisme,
Aan de Redactie van het Weekblad
De Amsterdammer.
Wanneer ik iemand iets zegden wil, vind
ik 't het eenvoudigst, het hem zelf te gaan
vertellen. Wannesr ik in een krant iets lees,
dat mijn verontwairdiging opwekt, schrijf ik
aan die krant zelf. Toen ik in de avondeditie
van het Handelsblad van den 5den een soort
verhaaltje omtrent den laatsten debat-avond in
het S L. las, dat op zijn zacïrst uitgedrukt
schandelijk was werd ik bijzonder kwaad en
schreef dal ouk den volgenden dag een brief
aan de redactie.
Dit epistel heb ik teruggekregen, Dat is
niets bijzonders. Er was een briefje bij. Dit
is evenmin iets buitengewoons. Maar in dat
briefje bto-d als reden der niet plaatsing op
gegeven, dat in het avondblad reeds een
schrijven over het onderwerp opgenomen was
(het ingezonden s'uk van den heer Th. van der
Waerde:) en dat roor die zaak geen ruimte
meer afgestaan kon worden.
Dit is toch eigenaardig Voor de 'ram r.aar
het Willomspark, de pauze in het Concert
gebouw, het wapen van de koningin en honderd
andere onderwerpen wordt ruimte verleend voor
eene vrij lange polemiek, maar voor deze kwestie,
die, du ;kt me, van moer belang is dan de pauze,
de tram en het wapen bij elkaar, kan slechts
plaats voor n ingezonden suik at'ge-taan
worden.
Dat is ergerlijk. Ik zou mijn schrijven
onmiddellijk naar de prullenmarid hebben doen
verhuizen, als me uit dit antwoord niet bleek,
dat het Handelsblad, na eene poging om de
geheelo zaak te negeeron, zich er tenminste
met een Jantje veil Leiden van at w/1 makon.
En daarom laat ik me niet op eene dergelijke
manier afschepen en ben ik zoo vrij, hier te
herhalen, wat ik der redactie v .n het
Ilunddsld ad geschreven heb.
Mijn brief luidclo a's volgt:
In het avondblad van gisteren trof me een
geschiijf van den heer Ca. E. II. Boissevain,
onder bovenstaanden titel.
Ik zej; ge^cllriJt", omdat ik geen beter
deiinieere; de uitdrukking vinden kan. Een ver
slag toch is 't niet, want ofschoon genoemde
heer begint met de fuppositie, dat tot veler
fpijt in het Handelsblad geen verslag is gege
ven over deze vergadering", bekent bij later
niet bij machte te zijn, dit verruim goed te
maken, daar hij niet over aanteeke ingen be
schikt. Waarom hij die niet gemaakt heeft is
me volkomen duister.
Een kritiek is het ook niet, want daartoe
ontbreekt den schrijver de noodi^e kennis: Hij
kent noch het kapitaal'' van Mai x, noch zijne
andere werken, noch de uitgebreide litteratuur
over dit onderwerp' m. a. w. de wetenschsp
van het socialisme is hem totaal onbekend.
Ik beb bijzonder veel eerbied voor den moed
om onder dergelijke omstandigheden het een
en ander omtrent het vtr.,andeulc mee te dee
len" op een wijze, die men nie: bepaald ob
jectief kan noemen en daarbij te meenen, dat
die mededeelingen nuttig kunnen zijn.''
; Iemand met zoo'n reuzenmoed reken ik
o~i verwijld tot de helden der O te eeuw.
... .0 hoeft niet bang te zijn, mijnheer de
redacteur, dat ik een debat zal beginnen over
het een en ander" omtrent een debat over
eene voordracht over de grondslagen van het
Marxisme; dit zou in een minimum van tijd
voeren tot een strijd over de principieele
kwestie en die H in een dagblad niet op zijn
plaats; ik ben er trouwens niet tos bevoegd.
En de heer Boissevain weet er ook niets van.
Ik wenschte slechts over dit een en ander'1
iets algemeens op te merken.
Tosn ik de twee kolommen gelezen had was
ik verontwaardigd; ik voelde iets in mij bor
relen, dat opsteeg naar mijn hoofd en het
warmer ma^kte, dan 't gewoonlijk was; ik
wilde pen en papier grijpen en schrijven tegen
iets, dat me tergde in de kolonmsn, iets, Jat
me duivelachtig aangrijnsde en dat ik toch
niet zuiver zag. niet pakken kon. Ik bedwong
me. Ik sliep er over en toen ik wakker werd
wist ik wat het was.
Er is niet lang geleden een sclundezaak ge
weest in Frar kryk, eene accumulatie van mis
drijven, waarom ook gij u zeer warm Iwbt ge
maakt, mijnheer de redacteur. Het is toen
herhaaldelijk ge'murd, dat uit hetgeen iemand
geschreven of gezegd had, een fragment,
een zin, een woord gelicht werd, dat men
tegen hem gebruikie, en waarmee mon a\ het
overige, hoe juist en waar ook, deed
veroordeelen. Ook gij hebt toen uw stem laten
hooren tegen dit misdadig uitrafelea van een hete
rogeen samengesteld weefsel ca het beoordeelen
van hst geheel naar een behaalden vezel.
En wat doet ge r.u?
Ge neemt een artikel op, over een debat
naar aanleiding van een voordracht, die de
schrijver, meen ik, niet eens gehoord beeft en
waarin hij van den eersten debater niet anders
vertelt dan dat hij behalve gerede! eerd en
geargumenteerd" ook gescholden ' heelt, terwijl
hy van den tweeden spreker niets anders aan
haalt dan een viertal beweringen", die vooral
zijn aandacht trokken"'.
Me dunkt, die kleinigheid had hij wel thuis
kunnen houden.
(?Kleinigheid", omdat het genoemde slechts
een zeer klein gedeelte vormt van wat ge
zegd is.)
Ik ben te zeer voorstander van gematigd
heid om verschillende krasss en overbodige
uitdrukkingen van den het r Van der Goes niet
af te kturvn, ik bsn de laatste om niet in te
zien, dat Dr. Gorter wel het een en ander ge
zegd heeft, waar iets aan hapert. Maar het
zou niet in me opkomen van die dingen alleen
een opstel te fabrieken en dat den lezers voor
te zetten, die voor het grootste gedeelte noch
de voordracht, noch het debat gehoord hebben
en door die paar uitgezochte vezels i-iechts een
zeer verkeerd beeld van de s>tof verkrijgen
kunnen.
En ik vrees zcozeer, dat dit het doel van
des heeren BMSsevain's geschrijf is geweest.
Te vergeefs tcch heb ik ine afgevraagd, waarom
in 's hemels naam den lezers die enkele feiten
verhaald worden.
Wtarom de mededeeling, dat de heer Van ;
der Goos gescholden heeft, als 't riet is om
hem en met hem de socialisten onsympathiek ;
te maken ?
Waarom de bespreking alleen van die i
vier beweringen" van Dr. Gorter als het niet
is om te doen voorkomen, alsot deze debater
alleen onzin opgedischt heeft ? i
Waarom die tweo kolommen, als ze niet zijn
om te beweren, dat de heer Treub winnaar is
in hot debat, dat de eene socialist scheldt en
de ander er niets van weet V
Als er '.en andere reden voor den
scbrijfdrang des heeren ossojain bestaat, dat hij 't
mij dan meedeeie.
En als u, mijnheer de redacteur, een ver
ontschuldiging hebt voor het opi.emen van eene
fragmentarische, subjectieve behandelirg van
een onderworp, waarover de schrijver, volgens
zijn eigen zeggen, niet bevoegd is te oordeelen,
dan zuu het mij aangenaam zijn die (e ver
nemen.
In een der laatste Lmtige BliMer stond een
reeks vragen, beantwoord (zoogenaamd) door
ver chillende auteurs. Daarbij was een vraag
over de censuur. Een der auteurs wilde die
c;rsuur brengen onder een uit het strafwetr j
boek over Körperverletzung1'. Dit is zeer ;
juist gezien. i'
En hetzelfde is het geval bij eene dergelijke ,
fragmentarische behandeling. De heer LSoisse- j
vain heeft zich aan flie Körpervtrletzung"
schuldig gcmaikt en gij, mijnheer de redacteur,
zijt medeplichtig.
.... Op den inbond van het een en ander"
zal ik niet verder ingaan. Alleen wensch ik
den schrijver even opmerkzaam te maken op
iets, dat blijkbaar een vergissing is.
Aan het slot sdi ijft bij n.l.:
Slochts door aanhooring van hun grieven,
j door toegeven aan vele hunr.er eischen (n.l.
van de proletariërs) door onder hen te werken
en hen te leeren begrijpcr^ door \éól
mis, seinen zelfs een gedeelte van het
eigerdoms| recht op te offeren, zal liet feller worden
van den klassenstrijd, die Me
propaganda? socialisten trachten aan te wakkeren, kunnen
i worden vermeden."
Waf, fe.ler worden van de;i klassenstrijd!
Dat gebeurt immers niet volgens Prof. Treub!
Dat i j immers n van die beweringen van
Dr. tiirter, waarvan de weerlegging voor den
inleider zulk een gemakkelijke taak'' wa^.
De schrijver mag me wel dankbaar zijn voor
hel wijzen op deze vergissing. Immers, bet
blijkt toch niet noodig te zijn heel veel'' in
plaats van iets" te doen, toe te geven aai;
veie eischen van het pro'etariaat en misschien
zelfs (a'.s het r.iet andeis gaat) een gedeelte
van het eigendomsrecht op te offeren.
De klassenstrijd wordt immers niet feller, bij
vermindert.
Mijnbeer de redacteur, u vergeeft me zeker
wel deze vrijpostigheid. Ik kan 't toch niet
Hjdtl.k aanzien, dat de heer Boissevain zijti
tyd en geld ging weggooien.
Bovendien, bet slot van het een en ander"
staat óó op zich zelf, zóó buiten de rest en
lijkt bovendien zóó sterk op een meer
rethorische dan zakelijke poging om een goed einde
te vinden, dat ik gemeend heb te mogen wijzen
op de tegenstrijdigheid van deze alinea met
den overigen inhoud.
En. nu hoop ik, dat tenminste een gedeelte
van hen, die door de genoemde twee kolommen
in het avondblad van den 5den een totaal ver
keerd denkbeeld van het debat gekregen hebben,
naar beter bronnen zal omzien en in het
vervolg op zijn hoede is, wanneer men met
dergelijke epistels tracht, den geest der menigte
te vergiftigen.
Daartegen kan niet genoeg geageerd worden.
U ten zeerste dankende voor de plaatsing,
teeken ik
Hoogachtend,
Amst., 8-2-19)1. EMII/E GOLDSTEIN,
leer een letterland eflrog,
Claartje, door dr. F. VAN GOUDOEVER.
De uitgever W. Hilarius te Almelo heeft
een roman uitgegeven: Claarlj;, door dr. F.
van Gjudoever. Daar op het utalblad verder
niet vermeld staat of dit boek oorspronke'ijk
is of vertaald, zoo moeten wij veronderstellen,
dat het de bedoeling van den uitgever is ge
weest om dit boek als oorspronkelijk werk in
den handel te brengen. Nu behoeft men geen
bijzonder schrander of ervaren lezer te zijn,
oin reeds bij het lezen van de eerste bladzijde
den indruk te krijgen, dat deze schrijver, die
zich dr. Van Goudoever noemt, een wonderlijke
snaak is. Het verhaal toch vangt aldus aan:
?>'i Was een mooie, zonniye Augustus-dag.
Di zon stond «<m het zenilh; evenwel viel geen
enkele zonnestraal in het kleine vertrek, waarin,
e'ifi kind Clara heette het aan 't venster
0)> een ouden ttoel knielde en naar buiten
keik ....
»3li,jn ai i/i kind, nu zal je heel alleen gijn,
heel alleen!"
In die weinige ivoorden lag een wereld vol
harteleed.
Ach, eigenlijk niet van de koude huiferde
het kind, maar wegens die toor haar
o»>6eyrijpiiyke woorden, welke haar kleine liart
toc/i met ontsteltenis vervulden."'
liet is moeilijk zich een Nederlandschen
doctor voor te stellen, in de letteren of in
eenige andere faculteit, die er een dergelijk
taallje of een zoo zonderlingen zinbouw op
nahoudt, of die zal schiijven, zooals we hier
bijv. op pag 11;} vinden:
»'< \Vai kennis te F.... De vuur-eters
hadden veel aantrekkingskracht, daarnaast
hadden ncyers en Botclijesmannen en-vrouwen
hun tent opgeslagen, en schreeuwden ir dapper
op toe; inftjelijks schreeuwden slangen-temmers
en waarzegden, en in 'J midden atond een
circus met een aantal paarden en eenige
dromedaristen, benei'ens drie schoone girvffen.'
Wij hebben dus alle reden te vermoeden
dat die Dr. een n-ysMijatieis. Maar wat erger
is, de sterke Duitsche bijsmaak van sommige
woorden en zinnen leidt tot het vermoeden
dat dit werk ontleend is aan of misschien wel
een vertaling is van een Duitschen roman,
terwijl de namen der personen verhollandscht
zijn. En dit vermoeden wordt zelfs heel sterk,
wanneer wij zinnen en uitdrukkingen aantrifftn
als de volgende:
Da bekommernis van ei/jn docMir, die, nut
een ItooggeploMttten man gehuwd, zeer in aan
zien was .... Ad nar d had tn dat eene semester
zoocett verbruikt als zijn vadir nauwelijks
gedurende de helft van zijn studentenleven ....
Ja, dat ware een schoarie taak en een
roldoenwg, zoo'n lei-en te nddin en aan te trekker.
door erkentelijkheid. 11ij had etn grootmoedige,
tcedeihartige cader, die zijn beden niet zou
wederstaan zij k'jn er nog niet aan gclooren
dat htt met Kduatd's aangelegenheid zoo
vanhoj»g gesteld icas.
Hij tastte gdied in 't donktr;: eijn noordster
icas alleen de yeweldiije afkeer en vrees van
het kind.
Xwijgend werd voortgereisd.
Mij dunkt dat deze zinnen, die nog met
vele kunnen vermeerderd worden, er duidelijk
op wijzen, dat wij hier niet met een oorspron
kelijk werk te doen hebben, maar met een
vertaling, en nog wel met een heel slechte en
onbeholpen vertaling. Wanneer ik my hierin
mocht vergissen, dan r.oodig ik dr. van Goud
oever uit zich hieromtrent te verantwoorden.
Doet bij dat niet, dan moeten wij veronder
stellen, dat de uitgever Ililarijs de dupe is
geworden van een broodvertaler. Dat doet
mij leed voor den heer Ililarius. Maar wanneer
een uitgever niet in staat is om zulk nage
maakt of vertaald wei k van oorspronkelijk
werk te onderscheiden, dan deed !>:j toch veel
beter met zich niet aan belletristische uitgaven
te wagen.
Wanneer zal de tijd toch eens aanbreken.
dat wij van zulke ellendige praktijken in den
boekhandel en in de letterkundige wertld
worden verlost ?
K. M. JAK<;KK.
Mijnheer de Jfcdactcur '.
Hoewel aanvarkelijk niet van plan "om'aan
het fchryven van m'ji:ffrouw C. Alberdingk
Tüijcn, beuiffinde de Vereerigirg »Montefiore",
eeiiige aai.dacht te schenken, gevoel ik mij
evenwel verplicht, in het belang der
Vereenigirg en et belarg der Vereeniging is dit
van de armen die wij helpen haar op
eenige or juistheden in haar tchiijven opmerk
zaam te maken. -?]
l". Collecteert de Vereeniging »Morittfiore"
sedert Juni 1807 niet meer. ""jjjj
'2'. Bedragen de onkosten volgens het laatste
jaarverslag nog geen 1:2'^ procent, een per
centage, dat by meer spontane giften aan zulk
welbekende vereeniging veel löger zoude zijn.
Indien wij aan huur van het kantoor om
2-maal 'sw<eks honderden Ie ontvangen «ven
hoog betalen als mfj. T. deed om 20 a 30 te
huisvesten, dtn doen wy zulks oin de armen
op een fatsoenlijke wijze te kunnen ontvangen
eii nut als beesten in hokken op liun beurt te
laten wach'en.
Het is steeds gewenscht dat, wanneer per
sonen als mfj. T , die zich verbeelden eenig
gezag op philarüophisch gebied in Amsterdam
te hebber, ^ en instelling willen bestrijden, zij
zich eerst beter op de hoogte dienen te stellen
en riet klakkeloos alles neerschryven.
Een kleine vraag wensch ik te stellen aan
mej. T., die raar hetgeen zij over de
vereeniging »Mont( fiore'' schrijft, haar gegevens
uit een oud jiaryerslag tchijut geput te hebben:
Wanneer heeft mtj. T. een jaarverslag en
rekening en veiaiAwoording van de door baar
beheerde inrichting openbaar gercaakt ? Ik
hou mij zeer voor de toezending aanbevolen;
wellicht is op haar beheer ook wat aan te
merken. Of heeft zij ooit we] verantwoording
gegeven ?
Onder dank voor de piaatsirg.
UwEd. d w. dr.
A. L. SMIT, JR.
Voorzitter dir Weid. Ver. Montefiore".
Amsterdam, 12 Febr. 1001.
zonderlinge
Naar aanleiding eener kritiek over monsieur
Baronièire: Beau Temps?Mauvais Temps, zij
het mij geooiloofd eene ei kele opmerking te
maken.
De criticus meent dat dit werk geschreven
is door eene jonge Ilollar.dsche vrouw, wier
Franscb, hoewel niet juist biecht te noemen,
zwak is.
En de ideeën ....
Ik wensch geen repliek te leveren maar wil
slechts wijzen op: L'aveugle et Ie soleil.
Le vieillard. Les dents de 20 ans. La
jeune Fin-de-S:6sle. -- Les forets. La
paiience. La patience est un angp, aux
ailes blanchec, qui sur notre terre de douleur,
ne peut 're nneux personifié, que par
l'angél.'que xrur de charit^, au chevet du pauvre
malade. L'arge de la patience a toutes les
vertus. L?s MI'ars de charitésont, ici ba«,
les rep;é<eiitants et mandataires de eet ange.
Respect et atlmiration pour elles !
Dit is wel de bewondering van een edelman
voor de opi ff=rende liefde en zelfverloochening
der vrouw.
Monsieur Baromètre is dan ook werkelijk
een monsieur, en wel een FranRchman. die
sedert jaren ors land bewoont en daarvoor
groote hympathie koebtert.
Ter gelegenheid van het
kerst-nieuwjaarsfeest schorre ik bovengenoemd werkje aan een
n-ijner vrienden in Frankrijk. Deze, zelf een
uitmuntend literator, zond mij, voor ongeveer
veertien dagen, het volgende schrijven :
»J'ai lu avec beaucoup d'attention les pen
sees de M. Uaromètre.
11 y a la dedans beaucoup de pensees vraies
et justes, mais il s'y trouve autsi les
lieuxcommuns; cppendant il est incontestable que
c'est la i'n'iivre d'un homnie de cu-i/r qui a
apnrofondi la canaillerie humainne et qui ne
se fait guère d'iliusaons sur Ie genre huinain.'1
C. II. E. U.
Groningen, (> Febr. 1001.
EEN BOEBEN-BALLADE.
In de Lustige Bl/itter vinden wij het volgende schoor.e gedicht:
Sclvü.sse_
Schon fallen die Schatten schmal und lang
Nimrn, Jan, mein Pferd am Halsterstrang!
Es kommt die Nacht. Beyor wie ruh'n,
Muss ich, du weisst, drei Schüsse thun.
Sie h al) en 's erzwungen, sie haben's gcwollt
Ich goss meine Kugeln aus rothein Uold;
Aus Gold dass in eiusaiuen Bergen lag ....
Drei Kugeln schiess' ich an jedein Ta^.
Und wenn die e r s t e Kugel traf,
Schreit fern auf der Insel die Braut ini Schlaf.
Wenn die z w e i t e Kugel ihr Ziel gewinnt
l)ann wimmert in London ein Urai'eukïnd.
und ist meine l e t z t e Kugel entfloh'u,
Yerliert ein Krösus den einzigeu Sohn ....
Drei raben schauseln sie morgen stumm,
Drei krachzende Oeier kreisen darum,
Da werden drei Buben, vom Euhm genarrt,
lm Herzen mein Gold, in die Erde verscnarrt.
Da liegen sie still und da ruhen sie warm,
Wie meine drei Kinder in den Trümmern der Farm.
Drei Mütter aber sicd sicherlich,
lm reichen London so arm, wie ich.
Hab' kein Weib und kein Kind und kein Dach und kein Haus,
O o ld und giesse niir Kugeln daraus.
Nur Gold, das in einsamen Bergen lag
Drei Schüsse schiess' ich an jedem ag!
liet lianddfblad schrijft hierbij: »IIet zou haast een prijsvraag waard zijn, ora dit op
muziek gezet te krijgen."
Prijsvragen zijn veelal even groote teleurstellingen voor her, die ze uitschrijven als voor
hen die ze beantwoorden. Wij hebben ons gewend tot nsn Nederlandschen meester, dien wij
door zijn kennen en zijn kunnen, door zijn groot talent en zijn warm hart, bijzonder aange
wezen achtten voor de compositie van deze ballade. BEKSAUU ZWKEKS heeft bereidwillig aan
onze uitnoodiging voldaan, en wij hopen binnen niet al te langen tijd zijn werk voor onze
lezers verkrygbaar te stellen. BED.