De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 24 februari pagina 2

24 februari 1901 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No..l235 tuur van den heer Z. v. d. Bargli al werd aangekondigd, alsof men ons leeren wilde, bij het afsterven van een man, die een open kamerzetel achterlaat, mag men zijn eigen politiek belang geen vijf minu ten vergeten. Nu de naam vrijzinnig democratisch liberalen, arbeiders en radicalen te samen zal omvatten, en bij het naderen van den grooten verkiezingscampagne, onder zulk een noodwendig tot verwarring leidenden naam, een vereeniging of partij wordt ge sticht, mag men wel met de uiterste zorg een werkprogram samenstellen, dat aan de beginselverklaring een scherp omschre ven, met voor misverstand vatbaren, inhoud geeft. Doft men dat niet, dan zal er in pliats van »sen verbetering van de poli tiek," een nieuwe vervalsching van leugen, en verinengiug van beginsele en belangen openbaar worden, waarvan enkele perso nen kunnen prcfiteeren, inaar die de wereld een tweede editie van de Libe rale Unie zullen brengen, ditmaal dan een Radicale Unie, even zwak, even oneervol als haar voorgangster, welke ook bij de oprichting reeds de kiemen van hare ont binding vertoonde. Dit dient voorkomen te worden. De politieke leiiien rmgerihet geenszins beneden zich achten de levens wijsheid van den ezel tot de hunne te maken : zich niet tweemaal te stooten aan denzelfden steen. De militaire wetten naar aan leiding des heeren Engelberts' brochure. Bij den uitgever H. J. W. Beeht, te Amsterdam, heeft de heer E'.igelberts een brochure in het licht gegeven, getiteld »De Reorganisatie onzer Landmacht ander maal", waarin de schrijver de te behandelen legerwetten aan een criliek onderwerpt. De Tweede Kamer der Staten Generaal heeft haar wenach te kennen gegeven om te beslissen over de ingediende militaire wett-n. Geen wetten grijpen dieper in het volksleven dan deze. Wenschelijk komt het mij daarom voor, een weinig uitvoerig daarbij stil te staan. De heer Engelberts betoogt dat de ingediende militaire wetten niet zijn de doorvoering van het beginsel door den Minister van Oorlog in de daarbij behoorende bescheiden neergelegd. In het voorloopig verslag van het ontwerp-Legerwet heat het toch: »Het is duidelijk dat voor de handhaving 'der neutraliteit het zwaartepunt in onzen toe:tand in hoofdzaak ligt bij de mobiele strijdkrachten van den Slaat, die los van verdedij/ingsetellingen optreden." Het ontwerp Leger 'et maakt een optre den, los van liniën en stellingen, onmogelijk, omdat 27,000 man in eerste linie worden vastgeklonken aan 200,000 M. verdedigings lijn. Verder, omdat het veldleger die organen worden onthouden, noodig tot een dusdanig ageeren, namelijk een kustbrigade en een grensbrigade. Dat het in de bedoeling ligt met het veldleger hoogstens een voor postenlinie te betrekken \óór de N.-H. Waterlinie blijkt ook daaruit, dat bij mobilisatie het voor een groot gedeelte der landweer zal zijn een »sauve qui peut'' op, een »run" naar de vesting Holland. Hierdoor wordt tevens gebroken met het strategisch beginsel, dat de taak van de verdediging als tweeledig omschrijft, en wel: lo. Het aangrijpen en slaan van de strijdkrachten van den strategischen aan valler. 2o. Het behoud van eigen grond gebied met zijne hulpmiddelen, en het betwisten aan den aanvaller van dat deel, hetwelk in zijne macht mocht zijn. * * * Vedei zegt de Regeering: Het is naar het gevoelen van den ondergeteekende (Minister van Oorlog) nood zakelijk, dat reeds in vredestijd zooveel doenlijk de korpsen voortdurend worden gesteld onder de bevelen van de autoriteiten, die bestemd zijn, om ze in geval van oorlog aan te voeren." Maar juist dit geschiedt niet in het ontwerp-Legerwet. Bovenstaand beginsel wordt als juist erkend, noch voor wat betreft de pioniers- en verkeertrr.epen (Genietroeper:), noch voor wat, belrefl het hoogste legercommando, noch voor wat betreft de bezettingstroepen van meerdere liniën en stellingen, noch voor wat betreft de kustde-feiifcier Deze laatste blijft ten gevalle van het Departement van Marine geheel gedesorganiseerd. De troepen, be stemd tot kunbeveiliging, staan in vredestijd onder een tiental vrijwel zelfstandige commandanten, ressorterende onder twee geheel van elkander onafhankelijke departe menten, welke bovendien nog afwijkende inzichten voorstaan in zake landsdefensie. Eert minder doeltreffende regeling is iiiet denkbaar. # * * De Regeering stelt voor per jaar twee lichtingen op te roepen. De lichting, bestemd voor de z g. aanvullingstroepen en sterk "j'JUO man, zal des winters gedu rende l maanden geoefend worden. Deze reserve zal niet opleveren een deugdelijke aanvulling van de stiïjdmacht in l e linie, daar de waarde van een troep gezocht moet worden in de optelsom der deugde lijkheid van elk der manschap))-n afzon derlijk. De eivaring heeft ten onzent boveVidien geleerd dat van winter-oefeningen van beteekenis bovendien niets komt. Dit is een der redenen waarom de eerste oefentijd van 12 is teruggebracht tot S maanden. Afkeuring verdient het dat de Minister de aanvullingsreterve over al de compagniën van de verschillende bataljons wil vcrdeelen. Gevaar bestaat isu dat voor oefening het geheele oflieierskorps en kader : zal worden benut, zoodat geen voldoende krachten o verblijven om militaire ejef'eningen ; buiten de kazerne te leiden. Eti daar moet het toch naar toe. Verder verklaart de Regeering, dat het in de bedoeling ligt om de oudere lich; tingen van de aanvulüngsreserve onder de wapenen te roepen gedurende die tijd perken, dat behoefte bestaat aan dienstI doende manschappen bij (ie korpsen. [ Alsdan zullen licerendienslen worden j verricht, waar krijgsdienst behoorde te i worden aangeleerd. * Eik verband tusschen land- en zeemacht ontbreekt, evenals een algemeen plan van defensie, basis voor on/.e geheele strrjdmacht. Ons geheel defensiewezen is een in de lucht hangend instituut, zonder samenhang, zonder innerlijke kracht, en ook de te behandelen militaire wetten zullen daarin geen wijziging brengen, wijl land en zeemacht, de twee gro >te deelen onzer strijdmacht, zich op geheel verschillenel standpunt stellen, geheel van elkander afwijkende gezichtspunten huldigen. Te bewijzen is zulka uit ofiï.-ieelöbescheiden, ondanks de verklaring in tegengestelden zin van den Minister van Marine in de vergadering der Eerste K-im^r der StatenGeneraal op 31 Januari 1ÜUL Bij schrijven van het departement van Oorlog, dd. 15 Mei 1900, werd aan den voorzitter der Tweede Kamer der StatenGeneraal een geheime nota overhandigd, waarin de Minister van Oorlog zijne denk beelden ontwikkelde omtrent ele landsdefensie. Zulks verhinderde niet dat in het voorloopig verslag van de Marinebegrooting van 1901 vermeld wordt, dat men het niet wenschelijk acht eene beslis sing te nemen ten aanzien van het drijvend materieel, benoodigd voor de landsdefV.nsie »voordat omtrent liet stelsel ran landsver dediging, het aandeel door de land- en zeemacht daarin te nemen en de middelen, waarover voor de toepassing van het stelsel beide deelen der krijgsmacht zullen moeten kunnen beschikken, tusschen de liegecring en Volksver tegenwoordig ing in algemeen overleg zal xijn beslist." (Cursiveering van den S.) B;j de beraadslagingen, gehou-len over de begrootingen van Oorlog en Marine, dienst 1901, bleek ten duidelijkste dat een ve>lledig plan van eiefunsie niet bestaat ; meerdere leden der Tweede Kamer ver klaarden onomwonden en met redenen gestaafd, dat er tegenspraak is tusschen de departementen ven Oorlog en Marine. De Minister van Marine gaf zulks toe, toen hij antwoordde: »Dat de Minister van Oorlog een paar dagen geleden, bij de verdediging zijner begrootiug gezegd heeft, niet zooveel waardij te hechten aan ele Holl. Waterlinie, is eene andere zaak enz". Maar juist de zeer groote waar.le, welke de Marine aan deze linie hecht, is de eenige bestaansgrond van de Neelerl. Oorlogsvloot, een bestaansgrond, door het departement van Oorlog alz^o als oneleugdelijk erkend. * * * Omtrent de meerdere kosten, welke de defensie in het komende zal eiserren, geeft de Regeering zeer vage mededeelingen en te recht, want het is niet mogelijk dit te ramen. Wel had verwacht mogen worden dat de Kegeering bezuinigingen zoude invoeren, te meer daar minder verwarring in de bevelvoering daar het gevolg vair kan zijn. Meerdere inspectiebureaux kunnen worden opgelost in het Ministerie van Oorlog, nu de samengestelde divisies direct zullen ressorteeren onder het hoofd van het departement. Maatregelen hadden kunnen worden beraamd om het aantal beroeps-luitenants te verminderen en te vervangen door militie-luitenants. Een verjonging van het oliicierskorps in de hoogere rangen zoude hiervan op den duur een gevolg zijn, ook door de Kegeering noodzakelijk geoordeeld. De reorganisatie der bezettingstroepen is eene zuivere administratieve, de meest goeelkoope is hier dus de beste. Of nu eene organisatie der vesting-artillerie van -l regimenten, elk van ?_' bataljons, eik van 5 comjuigniën aan eiseh van weinig kostbaarheid voldoet, mag worden betwij feld. Hetzelfde geldt voor (Ie bezettings troepen van andere wapens. een lichting, sterk 11,000 11 an plm. 12 maanden voor eerste oefen i.-<; worden onder de wapenen gehou len. Dit verblijf behoort korter te wor len naarmate het voorbereidend sport-, gymnastiek en mili tair onderricht maer uitbreiding ondergaat. Verkorting van diensttijd gaat nu hand aan hand met verho 'ging van contingent, zonder dat wijziging van wet noodig is. Dit beginsel verdient behalve uit een militair- ook uit een sociaal oogpunt toe juiching. De persoonlijke Jasten van de defensie worden nu gelijkelijk o?er het geheele volk verdeeld. Bovenstaand vindt men gedie-h.fi ij k te'iug in de eerste helft der brochure van (bn heer E. De schrijver geeft, n o,; menige wijziging aan, wrikt1 in do miiita.re weiten i behoort te worden aangebracht, wil men niet de zekerheid hebben van een (ior en l docd organisme in hel loven te roepen. De mee.-1. ingrijpende wijziging, die groei en bloeikraeat «au de wel lx looit, is zijn voorstel om wettelijk te bepalen dat. (ie loopende lichting tusschen 1 15 October zal worden ontslagen, (envijl het tijdstip van opkomst bij Koninklijk B,sluit zal worden vastgesteld. Het is nu toch mogelijk dit tijdstip later te stellen, naarmate men zich buiten de kazerne meer militaire eitjen! schappen heeft eigen gemaakt. De oefe ningen builen de kazerne komen dan niet ten laste maar ten bate van hei leger, en deze bepaling- zal aan de vrijwillige 01 le ningen in den wapenhandel groote ml breid ing geven, hetgeen va.-1 toejuich,n;^ verdient, omdat elk veiblijf' in de kazerne als e-en noodzakelijk kwaad moei- worden beschouwd, .Maar dit levenva-kkend h giusel breide men uit. Ook voorde Ilegeering ttelle men een premie vast op deugdelijken veelzijdig militair onderricht van huis uit. Dit is mogelijk, door in de wet l n.-1 aantal aan eerste oefening te besUalenditgen vast te stellen, in stede de grootte van het contingent. Wordt dit aam al oefeningselagen vastgesteld op -L millioen, dan kan De heer E. heeft een goed werk verricht door te trachten van de ingediende militaire wetten te recht te brengen, wac mogelijk is. Toc;i moet hel in behandeling nemen dier wetten scherp worden gelaakt, omdat het nimmer mogelijk is een organisatie vast stellen in details, wanneer de groote lijnen, waar tu.sse.hen men zich moet bewegen, niet of verkeerd zijn getrokken, en dit 13 hier juist het geval. Intrekken en omwerken na vaststelling van eeir algemeen plan van defensie ware hier geweest het cenig afdoend red middel. A. E. R. Een amendement op de ingediende Legerwet. In artikel 18 van het ontwerp Leger wet, wordt bepaald dat slechts by Koninklijk Besluit officieren werkzaam kunnen worden gesteld bij het Departement van Oorlog. Tot nu toe geschiedt zulks door Ministerieel Besluit. Daar het hoofd van IK t departe ment verantwoordelijk is aan de volksver tegenwoordiging, moet het geheel vrij zijn in de keu'.e van personen, welke het als medearbeiders wil kiezen. Geen vreemde, onverantwoordelijke, niet te bepalen invloeden mogen zich in deze doen gelden. Te minder daar bij den uitgtbreiden werkkring van den minister, deze uit derr ua:d de, zaak veel moet overlaten aan het ouder hem werkzaam personeel. Wie over de keuse van dit personeel beslist behoort de verantwoordelijkheid van het departement op zich te ueiueu. Volgens de grondwet is het hoof! van den Siaat onschendbaar en zijn de ministers verant woordelijk. De Minister van Oorlog moet alzoo volle vrijheid hebben zich die per sonen toe te voegen wier medewerking hij op prijs stelt. Zoo niet, dan is de miuisterieele verantwoordelijkheid eene phrase. Het bedoelde artikel 18 in de ontwerp wet regelende de samenstelling der land macht luidt: «Officieren, alsmede militairen beneden den rang van officier, tot de landmacht behoorende, kunnen bij het departement van oorlog werkzaam worden gesteld. De aatj wijding der aldus werkzaam te stellen officieren geschiedt door ons, die van de militairen beneden den rang van officier door onzen Minister van Oorlog." Dit artikel behoort te luiden : Of/i'.'icren, alsmede militairen beneden den rum] ran- o///der, tot de landmacht beltoorende kunnen door onzen minisier bij liet Departement ran Uorlo/j werkzaam worden, gesteld. Zoo pedant a's eenc'cclQpzüner!'' liimi n'eat sacréjiour tin sajietir. fieauhte Reductie. In uw nuraner van 'J Februari kwam een ingezonden stuk voer, oiieleiteekend j'.V», die 't onderwijl lii/ltci/t. Zij tek!aac;t er zich ever, dat een gepens. maj >or van de administratie, de heer Joh. llolihcime,-, <liöindettijd als onderuit! er naar Indie vertrok en m. 't verlicht examen oliicier werd. is li-.:u-jciud tot arroiidisserr.ents- jchoolopziericr. Kti zij vraagt, of dit elan zoo maar kan, dat iemand, die natuurlijk volstrekt ;:een vers'ancl heeiiva » onderwij-, toch schoolopziener word'. Of dit (ia-ïzoo maar kan ! A ..-,!> mijnheer de rc-d:,cteiu", wit houdt d i 3 juffrouw zii'ii o.iriooz .1 eu van den domme l \Vat een zoeker ij l l>c voorbeelden zijn immers voor het grijpen, dat ii'.'dun, d i-.; n ou hij hel onder* ijs ;:ewet.st ziji:, tx'ho iin;>/!'.i: .< r worden, Dai In-. mei-siCTs j'ii de nc'i:.... :\.'::!. va, t, ?': . -p;,.-.:--;! J.el.tH-n OVer d^ M.ïii>:;ili<'!:': ; ' 'l 'b 'il l .'C.'' , i. (i;, r -.VIJS- C'l var! \velor. .M.;^i' y.:;'.i '/. \ <!-*-iri!;i Vi'Oi' 'C'ï"»> i |:,:.ci.(p' '/ ^ii'HKvi'd dur.cu b. -v; ;j!;-l.-n. !>!? ió 1:1 'TJI.U, va:i \vi-:-r uar!in;u,i--.-!.U'.- /or^ i.-.'t open' aar o.'.dcrwijs ije \uO 'lUjrp }?> v:..';v. _s de 'jvim.lwEl. 21)11 i Minier^ aud<r;> nit'l aa-.li n.uiend. dour allo tijden hoer., jurKten to: schooio^./it-r.i'r hebben hüuoem-i. Kn tegcnwo, r d ij; is ineii meer dn;; ooit v;n de j'ii.stL id der Nti'üiüj; cvertuigd. c', a c men niet hij lift (-!',(!(-r-.\ii-: bcliot-i't jjewecst te xijn om trovr Ie )-.u;;i.e:i :i:ecprntt-n. Ja s'irktr, lit-c g'.idt j'i-st iïi.i een ve;<ncj..'-te er iiifi iij to zijn j;i:wc-.'- 1. i>it inkt e?n ]i;irridi'-\. ;;.aar J;in LOÜi maar alleen vo.>r liiet-ir.j'i-v.'ijdcii. I;;:u:oi!] >:ok ':-bbon ; ij, ilie aimej;' in d« eerste j.'irits vei.-UUid l:e','hen \:\n onderwijs on or.deirsïij >- ?;ik; i', nl. ilf h fii.ri-'ii m-r lijks deoi::.:ittit; t-j v.'or.li'i. van M.iiovpiopzipner t« zij;'.. ">:<.: L1;-. .sio d D)-, vaai;vi:i iu''ii Sn:a t vokiocn. zal nu n -«-et :-,.'iijk ivdeiijUu kans i.u'.dien ora dat men Süon.l ;.n(:it 1-ij i:i-t o r. J «r \vij-! itev/i'^t ?/.,] f\\ dat rac.n e'r r:J'.t> al \vett. \\'at is er iJ:\s rij;,-i.!ijk 71 a vrecmds i:\ !:o hfirofmim.' van il,:;; iu'cr llolsheimer '.' j n v. erlfeliikïjeid .':)et.s. l.r- hoer lloNcpïi.'!^!' toch \oid.,'i;t volUoiiH-n r.an de van ouds ge stelde tisrhei. ' ijij liuhoiirt i'.itt hij ttondcrv.ijs en hij kci.t -jr i.atuuii^k Liuis van. En dit weet de juffrouw ook wel. Of voert zy aDeen maar oppositie, omdat de hear Holshaimer onder-o!fi;ier is? Uit zou zeer st-rk tegen haar pleiten, want zrj bekoort te weten, dat da heer Holsheitner lang niet de eerste officier is, die schoolopziener is geworden. Sinds vele jïren reads is immers de heer Fahius inspecteur van het Lager O derwijs in dd inspectie. Fabius nu is oufl-offi,:ier der artillerie en gelijk iri den aard der zaak ligt, is sinds dien het gepensionnecrd leger meer en meer gelijkgerechtigd verklaard met de heeren juristen la i)t' waren er, behalve Fabius, nog maar 5 olfljieren by het schooltoezicht, wel te verstaaa a's arrondissement-tchoolopzieners. Maar tegenwoordig is het veel beter: ook in het distiiet toezicht is het gepensio neerd leger al op^nomen. Ja, alle wapens zijn reeds, meen ik vertegenwoordigd, infauteristeri, kanon niers, marinien-, kolonialen .... alleen de rus tende schuiterij is tot nu toe, geloof ik, ver waarloos i. D^t is m. i. no^ ai opval end en ik zoek vergeefs naar een aannemelijke red^n. Iiitusschen, hoe dit te verklaren z j,va<tstaat, dat het rustend leger van rejeerinfiswege sin.ls lang als even geschikt is erkend voor het schoolopzienerschap als de juristerij. Ook zou ik inderdaad niet weten, waarom niet. En aan mija bitte tafel ia er geen een, die dit weet, hetgeen toch ook wel iets teteekent. Terecht, zeggen allen, is het jut mturale, waarvan tot heden alleen de jpiristen en een enkele dominee profiteerden, uitgebreid tot het gepensioneerd leger. Wat heeft die juffrouw dan toch eigenlijk tegtn dsn heer Ilolsheimer ? 't Is zoeken myuheer de redacteur, zoeken, evenals hier dat radicaal blaadje, het zooge naamd Nijmeegich Wetkbljtd deed, waarin alleen anonymi schrijven. Ik ken u verzekeren, dat niemand er zich hier ook maar iu 'c mirst over zou verhaa:d heboen, dat ia h».t district van Dr. Fockers n.ast den oud-zee officier Jhr. vari Pabst nog twee gepensioneerd: inilitsjren, ds heeren Bruicsma, oud officier van het Indisch leger, en Swaving, oul-oficier der artillerie, tot arrondissement-schoolopziener zyn benoemd, had dat verv oekte prul blaadje, dat wij nota bene nog wel moreel steunden, omdat het amiclericaal is en van tij-i tot tijd Dobbeiinan a faire neemt, er geen lawaai over gemaakt. Wij keurden het allemral goed en vonden liet fl-.nk van Dr. Fockens. Eeriijk gezegd, hrj viel ons enorm mee: Al ia hij ook een heelen tijd ia onzen kring, van een man uit de onderwijzers wereld afkomstig, die ten, ik moet zegger, irt mijn oog verduiveld sardig, drommels goed uit onze geleerden" gecooipileer.l school'ioekj; heeft g aschreven ; die nog buver.dien een dok ters titel voert al is het dan ook een duitscha wij hadden het nooit var, hem durven Lopen, dat by zich zoo il nk zou houden. Maar daar hal gij het zoeken moeten zien van dat blaaclji ! Die gepens oneerde offi -ieren heette het kenden r iets van het onderwijs en van onderwijs-zaken ! Het was belachelijk! Wat zouden de otfbieren wel zegden, ais b.v. eens een gepensioneerd hoogleeiaar in de 1-tteren benoemd werd tot inspecteur van de kavalerie. Neen, het was niet alieen belachelijk, het was pedant, g"wooriweg p .dant, om met een zeker air mee te wiilen praten over iets, waarvan men geen verstand heeft. Vroeger had men gesproken van pedante schoolmeesters. Zoe pedant als een schoolmeester was to,:n het spreekwoord. Doch de onderwijzers waren van hun kwaal genezen. Niet zoo pedant als een schoolmeester, maar zoo pedant als een kchoo'.opZ'ener moest nu het spcerkwuord luiden. Wellicht dat het de schojlopzienerij even goed als vroeger de schoolmeesterij zou verlossen van lui die het ambt - elachelijk maken. Nu vraag ik n toch, geachte redacteur, wat is dit alles anders dan zoeken ? Het is ophitserij, gewoonweg ophitse/ij, revolutionair socia lisme. Want denk nu trcb. eens even na, gebruik nu eens een oogenbük je gezand ver.--.tand. Wat een vergelijking: een gepension-erd hoo^ eeraar inspecteur van de kavalerie' Van de kavalerie! De kivalerie, het hoogste wat er zooal onge veer is op ds wereld wie heeft Jok alweer gezegd: miju koninkrijk, nota bene, een konink rijk vjor een paard'/ vergeleken met het laagste wat er bestaat op het gebied van onderwijs, het Itigir onderwijs. Alsof ook een hooglseraarspunsioen Liet al groot genoeg is! Z o'n man weet bovendien, al is hij gep m! sioncerd, zijn tijd toch wel om te krijgen in zijn boekin. Maar dan nog, stel dat zoo iemand werkelijk beni-emd werd, dan zouden de otJJcieren niet, gelijk de schoolmeesters een grooten mond opzetton. Integendeel r.ó ; zou.len zij niets- zegge.n. l Openlijk ten nrnste niet. Op zijn ergst zouden j zij misschien een beetje vertrouwelijk mopperen i onder ol<aar. Maar schrijven er over, in de i krarten schrijven nooit, nooit, mijnheer, l nooi! .' Daarvoor zit er god iank te veel discipline i in. M-tar dat is 't juist. Er zit jjcen disjipüne j in d;övorvlo-jkte s-cho'jlvosseip. Zij hebben geen j eerbied meer voor hun hoofden en opzieners. | 't Is zuivrre atiixichic'. l Je muei ze kennen. Als de schoolopziener ! zoo vrior.iieink is r.r.n !!"aa-j s met h c. n te Mïl-.Cü'u's;; (,::.icr«i|s in t<>eiiiode, straalt hun j;"!aa! v .-in uvr./iii'. \Vari'. dadchjk zijii zij er <i in i'-ïi i'.lt hej.'i ei in tt' laten loop'M;. En a's do 'l^ur arait'!- hvni i? gp sliiU1!', grinneki'.n zij !?-t 11;-, '. r rU.aa" c-'1' v.iï: pl.'izkr ovr hi tgecn ;-:; l:c::i 'K---iu:n w:;-, goivaakt en wa'. h;; aU ii-iitaai, a: a ci'.i-t.'K-Ii (uig. aialers ;.ic! ! M ?,&: it«iui(ki,' zijüalU'n nog niet aangestoken. f(-;!ii:il;^ is Ir^t ^':''..i^ no;,r niet zui'i ondeninjt.d r.is .-?.o.^iïiijjc'i: v, ei.'-i'hon zouden. De beethoofden -iuK'iïtv.'en succes lielibcn m^t hun schand dijk planr.e'jt! NYaüt Ipiia be oe-;iiu< is duidelijk ^'^not'vr: ~.'Jv i>:'.l<nit *i/i t^n wltftolojiïicucr \viiien /j tot een spreekwoordelijke niuirnkkirg maken om da nu, die, MCI van het vak zij:, ai te .scliril-.keii. ,-ii;i'/aaai eg. 'isme! 't Is hun na nnrlij'-i U' (iOCf. om /fiil' do heer/jan te worden hij het la^'-r n!-ii,!:-A'i.is! Z-'j z-pu.ic-n ook wel graag r,!Sa:-ri!ap;Hd;t,k 700 !:<io,r komen te slaan. Want dat i- o'ite.n^nzpv'f;''! k h-jt geval, al behoor jo ook -ut het lam-r onderwijs, a!s jj rnaar gten les iiicci' !:c!;fli-i'! i'; !;j\eüei zoo volkomen d« ',-:?;(' ';i-.-i. l(.i;)-:':' ??>. hebt ovi-r j ) iiji-l. <!w; ij;:- j« diii'Ct in di: al;;i;mc-c.-:e ai:titiüg. Egoï-iinc. niets da;, 1-1:1' -me is di> oorzaak van dat hecie el:ijven om c'e niet-vakiui af te schrikken door ze u l.'U-iic.ijk to maken mtt dat uczochte, ^preek?K'.Wil: iii'.i pvdar.t als oen schoolopziener. Maar liet zal i.iet lukken hut er bij bat volk 'n t'- krijgen. lift gezond vcrntand van do meor.!-_-r!it'id d-:r onderwijz-TS, elie zi::h i.iut laion c-;>jwcepen door hee-tho fden, heeft g-3lukkig nog de, oveihaüd. Alle weldenkende l schoylmeestcrs zullen i atnuriijk zorgen, dat u.nne leerlingen, mochten zij ongelukkiger wijze dat spreekwoord ooit te hooren k vjgen, er dadelijk de klaarblijkelijke onjuis heid vol komen van inzien en begrijpen. Neen, het zal niet gelukken En als gij, mij .heer de redacteu-, er toe mee zoudt willen werken w-iarvoor ik u trouwens niet aanzie, want ik bes houw u als een verstandig man, die zijn belangen kent of als gij die juffrouw, die ficb van den domrne houdt, nog eens aan het woord laat want zij deugt niet dan zegt onze. heele bittertafel het abonnement op uw blad op evma's wij dat gedaan hebben op het Ntjmi'ef/ich Weekblad. Ka. wij verklaren je dood ook Nu weet je het en b;n je gewaarschuwd. Met begrijpelijke gevoelens Uw L>iensticillige: PIET VAN TIEL, gepensioneerd onderofficier van df, Sapeurs, die nog hoopt to Schooiupzie.ner te word-en benoemt in het ritst net vun Dr. l<'ockenn door zijn vriend Bjrgssius. Nijmegen, 20 Febr 1901. Sociale, Noi eens de VertateüoM, Toen ik nu ruim een jaar geleden in dit blad het woord heb gevoerd over de moge lijke oprichting van een verbruifcersbond hier te lande en daardoor vermoedelijk mede een stoot heb gegeven aan de sedert ontstane beweging, welke met eenig succes schijnt te worilen bekroond, was ik mij waarlijk niet onbewust, dat daarbij groote moeilijkheden te overwinnen zouden zijn. Ik had gerekend op de onverschilligheid, der groote massa alsmede op de al dan niet lijdelijke tegenwerking van hen. die de regeling der arbeidsvoorwaarden als een particuliere aangelegenheid van den werk gever beschouwen en daarom alle inmen ging van derden uit den booze achten. Doch ik had niet verwacht dat de bestrijding in de eerste plaats zou komen van de zijde dergenen, wier beginselen hen ertoe moeten brengen met het door elen bond beoogde doel in te stemmen, en die er dan ook niet veel anders tegen weten aan te voeren dan dat hunne verwachtingen omtrent het Ie bereiken resultaat niet hoog zijn gespannen. Ik spreek hier van bestrijding-, waut al komt H. bij zijn beoordeeling van den bond, die bijna met een veroordeeling gelijk staat, ten slotte tot de conclusie, dat toe treding wenschelijk is, een dergelijke op wekking gebaseerd op het bekende »baat het niet, het schaadt ook niet" zal ver moedelijk niet veel effect sorteeren en dus niet bevorderlijk zijn om de ook door hem als noodzakelijk geschet-te voorwaarde te vervullen, die gelegen is in een deelname op groote schaal. H's argumenten munten niet bepaald uit door oorspronkelijkheid. Eenigen jijd geleden heelt de hesrWibaut ja de Kroniek niet andere woorden onge veer hetzelfde gezegd en ook het Soe. Week blad heeft in een kort artikel, waarin het den staf over de beweging heeft gebroken, een deel van het door H. aangevoerde te berde gebracht. Valt hieruit met eenigen grond *af te leiden, dat het arsenaal der bestrijdingsargumenten is uitgeput, dan is thans misschien de tijd aangebroken, te trachten meteen enkel woord aan te toonen, dat de oprichters van den bond niet zulke kinderlijke utopisten zijn, als H. en anderen meeneri te mogen veronderstellen. Gemaks halve gebruik ik hier en verder het minder juiste woord «oprichters" voor hen, die tot de oprichting het initiatief genomen hebbeu. Waar de bond nog niet, is geconstitueerd, kan ecluer van oprichters nog geen sprake zijn. Vooraf' zij gezegd dat de uitspraak van II. en anderen, de oprichting van een verbruikersbond zal alle nooden onzer samen leving niet met een tooverslag doen ver dwijnen, door mij zonder eenig voorbehoud wordt onderschreven. Alleen waar mij niet bekend is, dat de oprichters ooit van zulk eene zonderling-e zelfoverschatting blijk heb ben gegeven, daar is bet mij minder duidelijk waarom die aansporing tot bescheidenheid zoo herhaaldelijk tot hen moet worden gericht, terwijl deze ook meer indruk zou maken, indien zij gepaard ging met het aangeven der middelen, die darr wel tot verbetering van den vermoedelijk ook door H. niet als volmaakt beschouwden toestand zullen voeren. Als zoodanig beschouw ik echter allerminst het oreeren over de fouten, die onze wijze van productie aankleven, iets wat nu al gt durende meer dan een halve eeuw in alle talen der wereld is geschied, voorloopig echte i- zonder machtig veel resultaat. Aangenomen dal er een heilstaat denkbaar is, waarin een verbruikersbond overbodig kan worden geacht, dan volgt daar nog niet bepaald eiit dat deze niet ten goede x.cu kunnen werken in htt vrij liinrriturige ovcri;jin«-s'ii(!py]-k, ,lat, ons nog v;.n_ dien iifi-tiien tue-sürnd frclifidt. Van gelijke wjiaid;» is het argument, dat (Ie b>pnd buiu-n ten bei.-eikten'lu'ii g geen invloed x.itl luim en uitoefenen \Yie ii-,-n i ijstpeiliT n.-ii vei h<-t-, ring van pn~i;.e inisj;armen, wanneer die niet levens \vv-di uitge breid !oi: <ie.tt rijsi verbouwer, of van cordi el :',(|ii d;U een iid v:'.ii den verin u:ker:-bond geen thee zal mo«en koopen, zonder na te jraan onder welke firbeidsvoortvaanlöii «Ie blaadjes zijn <j( plukt, met andere woorden wie geen oog hebben voor panieele resul ta'en, omdat daarnaast nog zoo oneindig veel te doen overblijft, die zullen zeker verKiandig doen mei zich niet van zulk een lapmiddel, als (-en verbruikt-rsbond in hun oog jjiii'hviifejii is, te bedienwi. Alleen is hel de vraag of de aansporing tot bescheideni:e-i<1. dit; zij y.oo gaarne lot anderen iH'h'en. OOK aan hun adres wel gelietl mispljtai.-t zou zijn. Van meer bcteekenis i.-; de ook dour het >'or. }\'erl;llad getelde en ontkennend be:intivooide vriïiii;': zal <rn roldder.ii aarilal aiiieniers zich de i:i»)dzakelijke piijsverh oog n i g R'-trooslen, die het ójitred./)) van dtn bond teneevol.'e moet nebbe u ? Is (lat ontkennend antwoord jui-!, dan is (te geiiei-ie btwcyiug er /,ektr onlienoapelijk. door verijoid-jt-ld. Want er is nu eenmaal geen dnikomen aan hel feit, dat verbetering van arbeidsvoorwaarden de productiekosten vermeerdot, wat onver mijdelijk moet voeren tot een verhooging van den prijs van het product. De arbeider, die tegelijk producent en consument is, zal

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl