De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 3 maart pagina 2

3 maart 1901 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1236 partij gericht, niet tegen de liberale partij. * * * Goed, maar aangaande die liberale partij en haar politiek hebt gij dan toch geschre ven: dat zij »in hoofdtaak ten doel had de vrijzinnigheid ten bate harer eigen geestverwanten te doen strekken en den staat dienstbaar te maken aan de belangen der bezittenden" en gij deedt dat, als ware dit »een algemeen erkend feit." Inderdaad, dit heeft voor ons en naar wij meenden ook voor de nadenkende liberalen zelf zoo iets van een axioma. Intusschen, de N. R. Cl. is ten zeerste verrast. Nog nooit had zij iets vernomen, dat op een b-wijs van die stelling kon gelijken. De liberale partij heeft er niet aan gedacht de politiek te gebruiken als een middel tot bevestiging van de voor rechten der bezittenden. »... mit we k jaar begint eigenlijk in de geschiedenis de verantwoordelijkheid van de liberale partij voor den maatschappelijken toestand? Wij zouden meeneu, dat, en meer bijzonder in Nederland, die partij niet zoo oud is, en haar invloed niet zoo lang overwegend is geweest, dat men recht heeft zoo ongeveer alles wat als maatschappelijke misstanden moet worden aangemerkt, op haar schuldregister te schrijven. Zij heeft in elk geval de maatschappij en het recht gevonden zooals die wareu, en wat in het algemeen of grootendeels beschouwd mag worden als haar werk of gewrocht van haar invloed of medewerking, onderscheidt zich stellig niet door zorg voor de belangen der be zittende.;." Nn betreft dit alles onze artikelen liet Fundament, naar aanleiding van de urgen tie van grondwetsherziening, door sommige liberalen erkend, door anderen ontkend. Wat natuurlijker dan, dat wij in de lijn van ons betoog voortgaan, en de redactie van het liberale blad allereerst te dezen opzichte den blik trachten te verhelderen. Welnu; de volksvertegenwoordiging, het groote instrument, waarmee de staat werkt, wat heeft de liberale partij van haar ge maakt? H'>e wenschte zij het kiesrecht, dan toch zeker het fundament, dienstbaar te maken aan ... ? aan de belangen der bezittenden of aan die der misdeelden ? Nietwaar, bij eiken drang om eindelijk algemeen stemrecht rc/testemrecht te geven, hield zij zeker al dertig jaar den toegang voor de arbeiders en hun lotgenooten gesloten. Het bezit, geld, was voor haar voorwaarde van stemrecht, ter verkiezing van leden der tsveede ka mer, opdat de sociale wetgeving zoo weinig mogelijk zou blijven kosien aan de bezii.tenden; en om in elk opzicht zeker er van te zijn, dat de staat in dienst der bezittenden zou werken, hield het boven die tweede kamer een eerste kamer van louter bezittenden en hooggesalarieerden of gepensioneerden in stand, als een Raad van Croesussen ... opdat er niets door de mazen zou kunnen kruipen al te gevaarlijk of te nadeelig voor de upper ten thousand. En hoe goed dit college van Croesussen op zijn tellen past... we hebben het immers pas onlangs nog gezien bij de be handeling van de ongevallenwet! DJ libe rale partij, als een partij der bezittenden, geeft den staat het karakter van een geldinstituut.... Zj deed dat principieel; zij beschermde, zij verdedigde, juist door dat kiesrecht fundament te behouden, een anti democratische staatsinrichting, in het l>eImg van bezülcnden en nu redeneert de X R. Cl. alsof wij in het geheel niet over dat fundament gesproken hadden; terwijl toch onze artikelen het tot opschrift droegen en er aan waren gewijd ... ja, geeft zij zich de houding, als ware zij werkelijk over onze oppervlakkigheid ver baasd, nu wij de voorstanders van een op bezit gegrond kiesrecht aanwezen als lieden, wier politiek den staat dienstbaar maakte aan de belangen van het bezit! Deze naïveteit had men een vijftig jaar geleden nog kunnen voorwenden toen zoo ongeveer ieder dacht, dat het aldus behoorde te zijn. Na echter sedert vele jaren een stroom van democratie het plu tocratisch staat-bleven bedreigt, kan men toch zeker zich niet meer verontschuldigen met er aan te herinneren : ',vij hebben in elk geval de maatschappij en het recht gevon den zooa's die waren." Integendeel, l hans komt, bij de hervorminkjes die de liberale partij zich heeft, laten afdwingen, juist des 'te sterker haar zelfbewuste neiging uit, om zulk een politiek te voeren, dat den bezittenden zooveel mogelijk den invloed op den staat verzekerd t.lijft, m.a.w. dat die staat dienstbaar blijve gemaakt aan hun belangen. Zeker de toestanden zijn veranderd; van rustig genietende en regeerende, zijn de bezittenden, ook de libe rale, een strijdende partij geworden tegen over de voorwaartsrukkende partij der niet-bezittenden. Maar het u-e~cn der politiek der eerstgenoemden heeft zich niet gewijzigd, nu er van het uitgaan om winst te behalen niet veel meer komen kan, daar alle kra'hten gevorderd worden om het verlies te koeren, waarmee de actie der laatsten hun bedreigt. Hoe dit zij, de N. l!. Cl. heeft, schrij vende naar aanleiding van het fundament, het fundament in haar betoog geheel ver geten. Het kiesrecht zelfs niet genoemd! Waarschijnlijk zal het haar aangenaam zijn, dat wij haar hierop nu hebben gewezen. Aan haar thans de beurt, om aan te toonen, dat het kiesrecht de fundament*politiek van de liberale partij, waarbij wij nooit iets van het laisser passer hebben ge merkt!, geen zelfzuchtige is, in 't belang der bezittenden; geen politiek karakteriseerende haar gansche stelsel van staats zorg. Daarna, zullen wij gaarne iets meer over de plutocratische politiek van de liberale partij in 't midden brengen. China en de Mogendheden. Toen voor eenige dagen het bericht uit China kwam, dat de opperbevelhebber in naam, graaf Waldersee, toebereidselen maakte voor eene expeditie op groote scha.il naar de binnenlanden van het Ilemelsche Rijk, zullen zeker velen ongeloovig de schouders hebben opgehaald over zulk een avontuurlijk plan. De keizer en de kei zerin bevinden zich te Sin-gan f ie op een afstand van ongeveer OOi' kilometer van Peking. Met 10,000 of 15 000 man Europeesche troepen daarheen te trekken, dwars door een land met een vijandig; bevolking en zoo goed als geheel ver.-token van alle verbinding met de operatie basis, kon moeielijk anders dan dollemans-werk wor den genoemd. Daarenboven handelen reeds sedert maanden de Franschen, de Russen en de Amerikanen geheel op eigen gezag, zonder zich om den opperbevelhebber te bekommeren. Ook de Engelschen toonen, niettegenstaande de nieuwbakken vriend schap tusschen hunne regeering en de Duitsche, volstrekt geen lust om den tocht mede te maken, en de Japanners evenmin. Zoo bleven den generalissimus, behalve het handje vol O istenrijkers en Italianen, slechts de Duitsche expeditie-troepen over. Gesteld, dat de expeditie door een wonder Sin-gan-foe had bereikt, dan zou zij er natuurlijk het Cnineesche hof niet meer hebben gevonden, eene zekerheid, die het gansche plan nog dwazer maakte. Geen wonder, dat men kort daarna vernam : het is graaf Waldersee met dit plan nooit ernst geweest. Hij heeft er niets anders mede bedoeld, dan den Cnineeschen onderhandelaars, en door dezen weder het Chineesche hof, schrik aan te jagen. E'i gij ziet, dat hij zich niet heeft, vergist. De Ctiineezen slaan thans alle eischen van de verbonden mogendheden toe. De hooge dignitarissen worden prijsgegeven. De heeren Tchao Tchoe Tchiao en Tchoearig Ying Nien krijgen het zijden koord te huis en zullen zich daarmede van kant maken. Dit zijn de begunstigden, want in China is geworgd worden fatsoenlijk, ont hoofd worden ontfatsoenlijk, juist omge keerd als vroeger in Europa, waar men vroeger de adellijke heeren met den zwaard e strafte en de kinkels ophing. Prins oean en hertog Lan zullen van hun ambten en waardigheden ontzet en verbannen wor len; Soe Tcheng en Toni Tsios worden een voudig orithoofl. Rest nog Tung Foeh Slang, eigenlijk de ergste van allen, maar dien kan het hof voorloopig nog niet missen, daar hij de keizerlijke troepen te Sin-gan-foe commandeert. Later misschien.. Welk een triomf veor de Europeesche diplomatie in 't algemeen en voor graaf Waldersee in 't bijzonder! W-.'ik een vcni, vidi, vici voor den generalis-inius! Nu kan het hof naar Peking terugkomen. Nu kan men, langzamerhand, gaan denken aan ontruiming van de bezette provinciën. Helaas, men was weer al te naï-f ge weest! Een telegram uit Shanghai aan den Standard bericht, dat de aangewezen zoenoffers hebban b.'dankt voor de hun toegedachte, volgens hun inzien al te korte rol. Zij hebben zich «verwijderd'' naar NingSia, drie honderd mijlen ten noorden van Sin-gan-foe. Graaf Waldersee zal hen daar wel niet gaan halen, en Tung Foeh Siang evenmin. Terwijl deze komedie in Ctiina wordt afgespeeld, verneemt men ook zoo het een en ander over de wijze, waarop de weldaden der Westersche beschaving aan de Ctiinee zen worden geopenbaard. En wel allereerst uit eene bron, die men bijna officieel kan noemen. Kapitein Crozier, de chef van den generalen staf van den Amerikaanschen generaal Caaffee, heeft aan de Xor!lt .American lïerieir de primeur gegeven van zijne mededeelingen. Volgens hem zijn het noch de Europeanen, noch de Amerikanen, maar de Japanners, die de gezanten te Peking hebben bevrijd. De Japanners waren het eerst gereed, zij waren het talrijkst en het best georganiseerd en hadden een uitstekenden verkeiiningsdienst. Wat de houding der troepen betreft, was die der Amerikanen de onhebbelijkste, op die van de Fransehen na. Vele particuliere eigendommen, wagens, mondvourraad, paar den, zvjn door aile troepen van het exi>e litieleger reeds in liet begin van dijn veldtocht. weL'genomen zonder betaling. \Vivede m is handelingen x.ijn ;:>-piee_;'l op niet co nbattanten en g; kwetsten. Kapitein (.'rozier he^ft een IJussi.-ch soldaat niet zijn hakken het hoofd van (en achtjarig; kind zii>n vermorzelen, en J ipansehe soldaten de gekwetsen zien pijnigen en afmaken. lij erkent, dat vrouwea zijn geschonden en dat, in téi geval althans, een ter hu'pu snellende echtgenoot op afschuwelijke wijze werd verminkt. (In welk contingent dit is geschied, vermeldt hij niet). De plundering is «algemeen en enorm" geweest. Langs die geheele marsch route werden de wonin gen in brand gestoken. E-.'n waardig pendant van deze inededeelingen vinden wij in den brief van een Beiersch onderofficier, die op !."> November uit Pao-ting-foe werd geschreven en door de Augsburyei' Poüt^cAlunij is gepubliceerd. »0p Allerheiligen" zoo schrijft, deze man »rukten wij van Tien-tsin uit naar Pao-ting-foe om daar de winterkwartieren te betrekken. De marsch duurde 9 dagen. Wij werden steeds ingekwartierd in de huizen van mandarijnen. Geen mensch kan zich een begrip maken, hoe wij met meu belen, zijde, pelswerk, vaatwerk en derge lijke zaken omspringen. Voor het poetsen van den helm, voor het schoonmaken van veldketels, voor dekking des nachts, voor voetzwachtels, neemt ieder groote lappen van rollen zijde, zooveel als hij lust heeft. Meubelen worden verbrand, die honderden i Marken waard zijn. Ik ben met mijn i manschappen, 13 man in 't geheel, in een huis ingekwartierd; de compagnie is over O huizen verdeeld. Hoe fijn ik mij in alle : opzichten heb ingericht, kunt ge u niet voorstellen. De mandarijn, aan wien het huis beho irt, heeft zich uit den voeten gemaakt. Ik leef als een graaf, slaap in j bont en zijde, het meubilair is duizenden j waard. Wij eten alleen, wat ons lekker smaakt. Cnineeschen wijn heb ik zooveel, dat ik mijn beiden muildieren er van te drinken geef. Ik kan rijden, te paard en in wagens, «naein Liebchen, was willst du noch mehr!" Als de winter maar goed lang duurt. De soldij is ook z"er hoog. Iïheb in l maanden al 200 Mark overgespaard. (Kn hoeveel gestolen?;. Ik ga , zoo spoedig niet naar Duitschland terug." i Wanneer zóó een Duitsch onderofficier schrijft, wien de ijzeren discipline in vleesch j en bloed is overgegaan, hoe moet het dan j met de andere contingenten gesteld zijn! ' Derhalve: Na de inneming van Peking, waarbij het werk door de Jipanners is gedaan, | is het succes der verbonden troepen nul geweest en dat der diplomatie evenzeer. En de geheele expeditie is n roof- en plundertocht geweest, dagelijks gekenmerkt door mishandeling en moor 1. Alles in naam der Westersche be schaving. . .. VÏ/ETtNSCHAP "ï^ï. .v . < .-*.fL . J '\ l'-tjcJtoloyisclie om,"} trekken, duur dr. C. J. FBASCKKN. Am terdam, Scheltema & Holkema's boekhandel, li)ÜO. Deze degelijke Prolegomena" kunnen met vrucht gelezen wo den door hsn, die zich tot zielkundige studies wenschen voor te bereiden. Men vii.dt er, met n belangrijke uitzondering, nagenoeg alles bijeen wat van een empirisch standpunt in een a'g^meene inleiding tot psy.-.aoiogie behoort ie worden opgenomen, zojdat de lezer een juist overzicht ontv.tngt van het veld, waarop de aanhanger der empi rische zielkunde" zich beweegt, van de pro blemen, die zich aan hem voordoen, en van de wegen, waarop hij tot kennis tracht te koïnen. Hot boek telt zes hoofdstukken. H\t eerste spreekt owr de taak der psychologie en d ; meth iden var, psychologisch onderzoek Het tw7cede over het vt-rhavid tu schen lichaamsen ziel-.versch jiiselen on ovrr het phaenomenaal karakter onzer kennis. Het denb; over bewustzijn en zelfbewustzijn, over slaap, d;oom en hypnose. Het vierde o er werktuigelyk verloop van voorstell ngan <n geheugen. Het vijfde over gevoel en g .nioeds'jcweghigen. Het zesde over willen en handel' n. Men zal vragen: waar b ij f t de beschouwing der zinne'ijke gewaarwordingen en waar die van het d-T.ken 'i D.' zirituigsp-yehologie" is door den au'eur, zooals hij zelf verklaart, op zettelijk we^g'-late.i. Hij achtte het moeilijk haar beknopt te behandel n en onmogelijk over haar te t preken zonder het gebied derphy<iologie te betreden. G.'en van beide redenen, geloof ik. wettigen de leemte, welke hij in zijn boek gelaten heeft \Va' het eerste punt betreft: onder de ta'rijke voorgangers van dr. Francken zija er, die het door hem genoemde bezwaar glansrijk hebben weten te overwinnen. Kn wat het tweede pu..t aangaat: de auteur had ge rust bij zijne lezers eenige kennis van physiologie mogen onderstellen of hun kunnen aanraden zich vooraf do.ir de stud.e van een pittig boelij j a's dat van Huxley op de hoogte te stellen van wat zij weten moests-n om hem te kunnen volgen. Het wreekt z'ch, dat dr. Franck^n een aanzie Jijken l»p van h^t door hem gekozen arbeilsveld to'aul crb'.ploegd heeft gelaten. Want nu is hij er, ondanks zijn positivistische neig;ngen, toe gekomen om op bl. (j-J en 1(10 van iiiriervatie^evvairwoniingen" te spreken, zonder te onderzoeken, of zij iets meer zijn dan een willekeurig verzinsel van sommige mannen der wetenschap Toch bahoort dr. Francken allerminst tot de lie'itgeloovigen, die op de woor len hunner meester* zA'eren. liet blijkt uit wat hij over het denken zegt. 'Want deze gees'elijke verr'c'iü.'g wordt wel degelijk door hem in o igenschuirïgenomen. Alleen brengt hij haar, ge ijk van een etnpiricns niet te verwo .deren is, ter sprake in het aan a-sociatie van voor^ellingen" gewijde v orde hoof.lstuk. Is dan verstan:!swerk met ce:i lijd l k verloop van voor stellingen op eene Ljn te s'ellen '/ Is denken niet meer dan soezen ? Dr. Fra'.'.cken heeft te ernstig en te link gestuleerd om niet beter te weten. M t n ulrnk verklaart hij: De bloote aaneenrijging evenwel van voorstellingen ware voor ons luKiger g e^trsloven m>:t v ildo^mic O ik bij liet di.;r viadji: wij eene a sociat:e van voor teling-MI, i'iiu- luit komt (tatr nog niet l-it de vMruiii g i;vt a'geina.'iii' bcg-ippen. die zich veriiclV ;; bovn zin'iulijke iüdrnkken en die z'jii i-p.,nb(!uwd uit hè: overeenkomstige. h 'hw.k in z.'c-r ve. .sch:lle;:de vo:>r,tellii gen verva' i-. De hooier ontwikkeld-; men-c'i (Uaren:e.;er, is gewon; dagelijks met b .'gripjKui om t.; ga:in; en deze zijn i iet zoozeer la'igs logiscluin dan w .-l l.r.igs p-ydiolng^rheu weg tol stand ge.kninen". N.ituurlijk rijst hier de vraag waarom de dieren geen begrippen he.bben, waarom in het die; lijk brein ..de overeenk'iras':ige bestand Joelen der afzonderlijke voor stellingen" niet tot een eonh."id, worden samen gevat". Die vraag wordt niet gesteld en nog veel iniivler beantwoord. Dr. Franckcn bepaalt er zich toe te z.^X'i-:': A.ingi'z;en i.n de b;;g"ipl>''ii gc-b ircu zij? uit de erva'ing en er het genieen-rlmppeiijke van tal van waariiemingen en onder,'ind i'gen in is saam_eva;', is het be grijpelijk, dat zij aan de hand van vermeerderde er>'a."ing nasr hun i;.hou! voor voortdurende wijziging en herziening vatbaar zijn, en dat de waarde en beteekenip, welke gehecht, worden aan woerden die lu-gr'ppen a'iiiduid-n, in den loop der tijden geei.sdns onveranderlijk blij ven", p. .r\S. Naar aanleiding van dit citaat zou heel wat te zoggen zijn. Aangezien nu de begrippen geboren zijn uit de ervaring,'" zegt dr. F:.anckcn. liet is ijU-t te verwonderen, dat hij zoo sp-eekt, want hij is einpiricus. Maar er zou van ervaring niet veel ten-cht komen, iiieben er, behalve de begrippen, die uitkomst van ervaring zijn. riet andere, hoogere begrippen waren, die tot ervaring leiden, die voorwaarden '.au ervaring zijn. Neem b.v. het begrip van een onafgebroken bestaan. Hoe weet dr. F.-ancken, dat zijn kat bestaan heeft gedurende de periode, waarin hij ha ir nieïgezien heeft V Dat de kat, die thans door hem ges'recld wordt, dezelfde is ais die een uur geleden op zijn schoot sprong? Wat verhindert hem atn te nemen, dat het niet dezelfde, maar enkel een ge ijke kat in? Het is duidelijk, dat ervaring ons niet leeren kan, dat de maan voortgaat te bestaan, t«i wijl zij niet door ons gezien wordt; dat de meubelen van ons vertrek niet, bij oiis inslapen, in den afgrond van het niet wegzinken ; dat de boomen van O'izen tuin er zijn, ook terwijl wij hu den rug toekoeren Maar even duidelijk is het, dat zonder deze niet-ernpirisc'ie ond rstellinge:! er van empirie, zelfs in de i meest gewonen zin des woordö, geen sprake zou zijn, m. a. w. dat er, zelf t vo T de eenvoudig te empirische kenni-i, aanvulling vireischt worJt van de gege.vens der empirie, aanvulling volgens b«ginselen, die onwillekeurig en onbewust eeuwen latïg door de menschen zijn to: gepast, totdat eindeü.ik Kant er in geslaagd is ze te ontdekken. Ik kan geen vre .e hebben met het deur onzen auteur ingenomen, vóór Kanti.tansche, empirische standpunt. Daarvan afg >zien moet ik erkennen, dat het boek, waarmede hij onze plilosophische literatuur heeft verrijkt, ui'ne mend is in zijn soort, dat h t van groote geleerdhei l en zelfstandig denken getuigt, eindelijk dat het, door zijn talrijke tnff'eiide. dikwijls mooie citaten, den lezer velerlei afwisseling bezorgt. Leerrijk is het boek in hooge mate. Ik verwijs naar bl 27 over verveling, bl. HG over bewustzijn, bl. 4L en 49 over het tijdelijk ge stremd zijn van gewone associatiebanen bij slaap en hypnose, bl 5f over sugge.-tie als dissocieerende Iracht, bl. 66 over de uitdruk king: iets te kennen par c'jcitr of l»j lieart, b'. 80 over ziekeliken drang naar sterke prikkels, die g-n.t doet vinden in leed en pijn enz enz. Utrecht. 22 Jan l!) '1. VAN HEB WI.JCK. Scciafó Eene internationale Vereenipg. Zaterdag 23 Febr. 11. had te Amsterdam eene vergadering plaats, bijeengeroepen door een vijftal personen van verschillende richting, ten einde over te gaan tot de op richting van eene Nederland.-che afdeeling van de ie lieru gevestigde »Ansocin{io>i Internationale jionr In prulection It'-ijnle des trnvaillf.urti'. De afdeeling werd inderdaad opgericht: in het bestuur werden gekozen de voorbereiders: Mr. A. Kurdijk, H. \V. Nolens, ^H. \V. E. Struve, P. L. Tak en A. S. alma, en bovendien prof. Mr. M. W. F. Treub, terwijl het bestuur zich een zevende lid als secretaris zal toevoegen? nu zij zich dus tot allen die belangstellen in het vraagstuk der arbeidswetgeving richt om steun en aansluiting, kan het zijn nut hebben hier het doel uiteentezetten dezer Vereeniglng en een overzicht te geven van de middelen waarop zij dat tracht te be reiken. Deze internationale vereeniging is het re sultaat van het dezen zomer te l'arijs gehou den internationale congres voor arbeiders bescherming op initiatief van het reeds in Zwitserland bestaande lichaam van dien aard. IXt congres was het derde in zijn soort. I i 1<!)0 riep de Daitsche keizer er voor het eerst een bijeen, waar de ver schillende regeeringen waren vertegen woordigd en dat, behalve dat het aan de kroon van Wilhelm 11 een arbeidersgezind schijnsel gaf geen wezenlijke resultaten had. Anders was het met het in 189 f gehouden congres te Ziïrich. Dit was niet zoo officieel en bijeengeroepen door een comilée samen gesteld uit arbeiders- politieke- vak en beroepsvereenigingen, waardoor de deel neming ook veel algeineener was en het geheel ook veel meer vrucht droeg. Het Panische congres was het resultaat van liet in LSUT te Brussel door burgerlijke sociaalpolitici genomen initiatief; hoewel bijv. de Daitsche regeering die in Iti'.lO nog wel zulk een sociaalpolitiek air aan nam er ontbrak en ook de Duitsche sociaalileniokraten niet waren vertegen woordigd, was de deelneming vrij algemeen en werden er een groot, aantal onderwerpen uitvoerig behandeld. Het belangrijkste be sluit, evenwel was de stichting der >Jnternati'Uiale Vereer*i^ing voor arbeidersiiescherniing «foor de wet" en de oprichting van een inteniaüni.a.il arbeidsbureau. K jeds in lieiUjn wa.s besloten tot een onderlinge inlichting eter regeeringen : in Z'.irich was aangedrongen op de oprichting van zulk een bureau van regu/ringswege, maar eerst hifr i'loetr men den meest, praktischen weg in van dirtct tot ,1e oprichting over te gaan i n ivi bureau te maken t >i een -oeiaalpoiitieke siic'it'.ng onai n:;nkr.'lijk van de regi'ci'ii-J'-'". 'iv!' \'; !'-e nib..',nie ^iaien. lï-i i- v in ??[ ?/,'? v-Trci'.iji.ig. dut, de op i?i,i',.i;; ?'???'?'???i- '- -"???? j, ) ?\ -.iiTlaud-elic vsei nl^iiiir vuur wettelijke b..-diermin.; <i-r urbeiders Jiceft, tevi'iis als ai'leelii,;.: van Ue A-socmti^n ii;ti-r:..i;i!i:ii:li ei;/., ieii 'loei: i E 'ii i.an l ;e v irmeii tusseiien allen die i;i ver-c'iilien Ie ir.da-'ti ieele huiden de wet'jx'vh:!.'; ier bescherming der arbeiders aU iiiiii izakeb.jk iieseliuuwen. '2. Jv'ii internationaal arbeidsbuteau te vestigen dat tot taak heef'l in het l'Yanscli. ])iiit>c!i en Ivigelsdi peiiodiek eene verzani'. iii;g der arlieiiUweilen in alle landen uittegevcn, nf voor zulk eene uitgave zijn me-de'wcrkiiig te verleenei1.. II. /ij tiaeht .iii «loei u; bereiken door: 1. Deel te nemen aan de bemoeiingen der A -sociation. 'J. / 10 mogelijk eene N ;'derlandsche ver taling van i!e in art. i sul) l'bedoelde verzamel i n 2 ui 11 cgeve n o t VOD r zul k eene ui t gave hare medewerking te verleeneii. :;. O ik op andere wij^e in Xederland kennis te verspreiden omtrent den inhoud en d o toepassing der arbeidswetgeving in (ie verschillende landen. 1. Door geschriften als anderszins de )>L'ïH;deering te bevorderen van het vraag stuk hoe de vei-diillemle wetgevingen ter bescherming der arbeiders, met elkander in overeenstemming zijn Ie brengen alsmede van dat eener internationale arbeidsstatistiek. 5. Het beleggen van internationale con gressen voor aibeidswetgeving. Het lidmaatschap kost vijf gulden 1), ter wijl hoogere bijdragen zeer gewenecht zijn, daar de nationale afdeelingen voor elk lid vijf gulden in de kas van het internationaal comitémoet -n storten, en dus slecht-* het nuerbedrag kunnen besteden, voor de zelf' te maken onkosten. Als lid heeft men recht op een txemplaar van alle uitgaven dtr Vereeiiiging en op kostelooze raad pleging. Elk land waar minstens vijfiig leden zijn toegetreden heeft recht op vertegenwoor diging in het centraal comité, dat ten mir.ste ns in de twee jaren vergadert en dat uit zijn midden een dagelijksch bestuur van drie leden kiest voor telkens twee jaren. Op bet oogenblik der oprichting waren reeds lof) personen als lid toegetreden met een gezamelijke .contributie van ?100250. Er schieten dus zoowat f 250 over, als inkomsten der Nedt-rlandsche afdeeling. Dat dit wat heel weinig is zal men be grijpen en het is te hopen, dat nu de zaak eenmaal aangevargen is de vermeerdering van het ledental niet sle-chts, maar ook vooral van dat met een wat hoogere bij drage een beetje een vaart zal loopen. En dat wel vooral opdat gevolg zal kunnen worden ge-geven aan het plan de uitgaven der vereertiging in het Nederlandsch te doen verschijnen. Dit is dun kt ons van het grootste belang. Z;en wij wat ze omva ten, dan wordt het duidelijk : a. den tekst of' een uittreksel van alle van kracht zijnde wetten, verordeningen en administratieve be-chikkingen, betreffend de bescherming der arbiiders in 't algemeen, en met name omtrent vrouwen- en kinder arbeid, beperking van aibeidsduur van vol wassen mannelijke werklieden. Zondagsrust, geregelde rusttijden en gevaarlijke bedrijven ; b. een geschiedkundigoverzicht dier wetten en verordeningen; c. den hpofdinhoud der of ficieele verslagen en bescheiden aangaande de uitlegging en de uitvoering dier wetten en verordeningen. Niet omdat de wetgevers zelf of zij die een meer bepaalde en diepergaande studie maken zich niet even goed met het oor spronkelijk zouden kunnen behelpen, maar omdat zoodoende deze verzamel.ng toegan kelijk wordt, voor de zoo velen die in deze zaken belang stellen en vooral voor de arbeiders zelf, die er in de eerste plaats mee zijn gemoeid. Het zien en kunnen overzien van wat elders gedaan word opent hem de oogen voor den weg waarlangs zij zelf die zelfde voordeeliger arbeidsvoor waarden moeten zien te erlangen. Hiermede wil ik uu niet zeggen, dat een vereeniging als deze van zooveel direct nut voor den strijd der arbeiders is. Het directe nut ligt hem slechts in het grooter gemak van bereiking van materiaal en orienteering op het gebied der wetgeving, die hen raakt.. l.idien de groote vakb mdeii lid vyorden der vereeniging, zullen zij in staat zijn door middel van hun vakbladen het aangevoerd. materiaal aan de leden voor te leggen bij voorbeeld. ^ Maar veel, grooter is het indirecte nut. En met eükele woorden wil ik trachten dat duidelijk te maken. H.:t is dat de macht d-r sociale wetgeving zooveel stijgt door deze internationale aaneensluiting. Er zijn er, die ele sociale wetgeving louter wenschen om tle arbeiders daardoor de spiering toe te, gooien, die hunne aandacht all -idi van de kabeljiuw die der kapitalisten buit blijft. Er zijn er ook, die inderdaad getroffen door de tllende der klasse van nietbezitters verbeteringen aanbrengen wil len in het uitbuitend stelsel, teneinde dit minder gevaarlijk te maken. En het is in handen van deze beiden dat de sociale wetgeving nog voornamelijk is een reden waarom zij, ot'zoo schaarscli mogelijk wordt toegepast, of zonder vast voor oogen staand doel. Dit is e/enwel voor hen niet zonder gevaar, vaut de eer.-te s;ap op dit gebied is de terste op een hellend vlak bij elke volgende wordt de vaart sneller en is het moeilijker terug te keeren. De arbeiderskla-se die zelf wel weet hoe slecht ze het heeft, en hoeveel beter zij liet hebben wil, grijpt, ele toegestoken vinger aan, maar niet liet vaste plan de geheele hand te nemen. Dat is haar recht, om niet te zeggen haar plicht. l'] i bovendien brengt, de toepassing van een stuk sociale wetgeving een aantal weinig of niet belanghebbende goedwilligcn ertoe de wetenschap omtrent het arbeuier^vraagstuk te verbreeden eu te verdiepen, ily^ienisteii vooral i-teilen hun hoogere eischen en steunen daarmede die, welke geuit wor den door de massa. De wet opent een wtg tot statistisch maieriual en leidt zoodoende lot constateeiiiig VHi! andere euvelen, ierwijl de iets beter gestelde arbeider van zijn kant meer weerstandsvermogen krijgt tot ver overing van de middelen om ook tegen (!:e eitveleii te strijden. K niH nu in elk land d - sociale \vetaeving in voortdurende voeling met wat el(!eis aan toepassing te zien is en aan uitkom:-!.-r, is publiek emaaki, dan n.'.it zij vcrsii-rking gekregen juist aii'i 'Un kun!, wa:i:' zj voor ).(?;. iieiiou l het gi-'Vi'.arlij'ist is: door den maclH der f-iu-n en de mogelijkheid van meer iVctensc!iappel>jke niotiveering. l Er is ten eigenaardige kun l aan deze internationaliteit bovendien, (!b> niet uil het oog moet, worden verloren. liet is na melijk de overweging die inderüjd de Duitsehe regvering leidde tot, het congres van !^1HJ en neergelegd in de woorden vanden ktuer: -l'< ben vast besloten tot verbeti-ring van den toestand der I)uits;j'.ie arbeiders du behulpzame hand te bieden, zoover de grenzen het toelaten, welke aan deze zorg gesteld worden ('oor de noodzakelijkheid der Duitsche industrie op de wereldmarkt de concurrentie mogelijk te laten en daar door baar bestaan eu dat der arbeiders te verzekeren .... Die in de inter nationale concurrente gelegen bezwaren tot verbetering van den toestand der arbei ders kunnen slechts door internationale overeenkomst der aan de beheer.-ching der wereldmarkt deelhebbende landen, zooal n ie t o ver wonnen, dan toch verzwakt worden." Al kunnen wij deze woorden niet onder schrijven, deze waarheid ligt er dan toch in, dat een internationale regeling van enkele arbeidsvoorwaarden de vrees voor de ondergang Jer nationale indusirie ongegionu zou maken. Indien overal relatief 1) Men kan zich daarvoor opgeven bij Mr. A. Kerdijk te 's Gravenhage. l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl