De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 3 maart pagina 8

3 maart 1901 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 1236 Toelichting behoef ik niet te geven, de so lide debitrice, de bloeiende Maasstad, is alom goed en wel bekend. De Zuid-Hollandsche bierbrouwerij te 'sGravenhage heeft op aanstaanden Maandag een inschrijving opengesteld op een 5 pets bj'pothecaire leenirg, groot IVs millioen gulden, aflosbaar a pari binnen dertig jaar, te beginnen l Maart 1904. Zje ik naar de Staatsfondsen buiten Europa dan ontwaar ik een verbetering van 38% tot 3!) ]4 voor de 5 pets. kleine Mtxicanen. Het rapport van den minister, tot bijlage voor de staatsbegrooting, tracht zooveel mogelijk den crediteuren moed toe te spreken. Hij moet evenwel erkennen dat, al bestaat er geen crisis, M* xico toch verkeert in een periode van malaise die weer spoedig door normale omstandigheden zal vervangen worden. Wie echter bekend is met het onvarbreekbaar ver band dat tusschen het bedrag van den gekochten invoer en dat van den export tot be taling van den import, die zal veel aandacht schenken aan des ministers mededeeling dat er geen voldoendn hoeveelheid aan goederen of fondsen is uitgevoerd, al mag niet ontkend worden, dat het uitvoerbedrag in de laatste jaren is topgenomen. Zal Mi xico nog heel lang kunnen voortgaan om tot aanvulling van het export-te-kort fondsen in het buitenland te verkoopen ? Wie durft daarop een beves tigend antwoord geven '? De Brazilianen hebben deze week niet zulke vrooljjke dagen gehad als in de vorige. De koersen toch bleven op het verhoogde stand punt in de vorige kroniek vermeld. Bizonder aangenaam was de stemmirgin den kring der Colnmbia-papieren. Da vorige week toch was de koers lói/g a lö'/si nu is de prijs 10;/t & 173/s- Het gouvernement zou ernstige plannen hebben tot verbetering van den financieele toestand. Raden '? Een belangrijk decreet van wetgevenden aard gedateerd 15 Dec. jl. is door het gouvernement yan Coiumbia uitgegeven met het doel den financieelen toestand des lands te verbeteren. Art. l bepaalt de verpachting voor den tijd Tan 15 jaren in het openbaar (in plaats van 5 jaren gely'k thans) van de mijnen van Muze y Coscuez, Supia y Marmato, Santa Anna y La Manta; van de inkomsten der visscherijen naar paarlen, koralen, spons en zeewier, en de landseigendommen, behalve die van onbe bouwd land. Art. 3 bepaalt dat de geheele op brengst der pachtsommen zal bestemd worden voor de aflossing van papieren geld. Ir. de crediet-groep, weinig verandering. De Disconto- & Eft'ecten-Bank zal waarschijnlijk 6'/t pCt. dividend worden uitgekeerd. Bosschenaars, anders jolig, munter und zufrieden, zyn opnieuw teleurgesteld. De voorloopige surséance van de Noord Brab. Baak is tot l Mei verlengd. Zouden de boeken zoo slecht zijn bijgehouden. Het vermoeden sprak ik reeds vroeger uit. In den petroleumhoek vaste koersen voor de Elzasser, de Holl.-Rumeensche, de Koninklijke en de Moeara Enim. En hoe staat het ditmaal met de Amerikaansche spoorwegwaarden ? Ietwat hooger vind ik Atchison Topeka c. v. a. Ghes & Ohio, Clev. Akron, Den', er Rio Grande c. v. a., Florida commons, Kansas City Southern commons en 3 pCts. oblig. Francisco commons, 21e pref. Miss. Kans Tfxas c. v. a. 1ste en tweede hy potheek, 5 pCts. Oregon Californië, Southern Railw. commons, pref. en laatst maar niet het minst, Wabash pref. en B. Bonds. Over het geheel dus gunstiger cy'fers dan de vorige week, dank zij vooral de laatste gunstige opgaven \aa de ontvangsten. Ook de Effectenbeurs, de financieele wereld, doet het hare om IJ- en Arastelstad, om heel Nederland, in blijde stemming de week van vlaggen en wimpels, van muziek en zang, blij moedig te gemoet te gaan. D-STIGTF.B. HE1TSJLS Van Napels naar Mar. Ia zonneglw s tintelt de haven van Napels, met 't machtig leven aan den wal van ruwe opgewondenheid, waar 't vloekend, haastig volk zwoegt en sjouwt en stoot met zware lasten. Op stroom in zee liïgen de groote transAtlantische stoomsc'epen, hoo^ van masten en tuigage. Wij zijn aan boord van de Ifernt, waar de klasse-passagiers zich inschepen. Voor ons ligt, Napels in feilen middaggloeH, breed tegen de rotsen ; vlak en kautipr, waar 't hooge licht nog geen schaduwen werpt. Aan den oever, schel, in witte reeksen, blin ken de huizen van Portie1', Torre del Greco t n Torre deli' Annunziata in ecu verrp, wijde bocht om het halfror.d der baai, scherp afgelijnd tegen 't blauw der ze*°. Hoog boven 't kleiu geglans der steden aan de goif, staat Vesuviu". den geweldigen kop met rookwalmen doi.zig omhuld ; in ziju grootsche iu gheid vau ste- u even geheimzinnig als 't satijuig vlak van zee met haar diepte vol woudoren. lu ds richting vau Pomp i verbreekt een uit gestrekte vlakte vaa groen land de huizenreeks van wit lan^s de blauwe lijn van zee e-i ver in het verschiet deint het, prachtige stuk schier eiland van Sorrente in 't wazige van c on heel warmen dap, de huizon-groep van Castellammare nog even zichtbaar a!s een zilverig schijnbeeld. Dan niets als de zee, in golvingen vau blauw en wit en goud en verr>", zacht gekleurde hori zonten in blijde glanz.ii gen van licht. Kleine haveubooten sche-en over 't water eu schieten door 't gewoel van sUomschepen eu schuiten als fijne, glimmende hagedissen, om de passagiers aau boord te brengen. Na de in scheping der klasse-passagiers volgt een tweede inlad'ng, uu van vijfhonderd landverhuizers met bestemming n&ar Amerika ; donker, woelig volk, phau'astisch gekleed, doch eentonig in hun arm zijn, sprekend arm ! Schuiten vol worden aangevoerd met menschen van allerlei slag en allerlei leeftijd ; mannen, die pratend eu rooker.cl en lachend 't zich druk maken met 't iiihaicn van bagage; vrouwen met een massa kroost; huilerige kinderen, beangstigd door al 't leven en zoet gehouden met een uit gesneden stuk citroen, waarop zij kluiver, de gezichtjes verwrongen door 't zure vocht; zuige lingen zuigend of slapend aan moeders borst, een rustig beeld van huiselijkheid gevend in al dit roezig leven ; tengere, slanke meisjes in lichte blouses van verkleurd katoen en roode of gele stijf-gesteven rokken, mooie stukjes licht vlek kend in 't prauw gewoel; jongens iu wijde broekf u en lo-lladderende witte hemden, breede flambaars op den mooien, zwarten kioeskop gedrukt, brood en visch etend uit hun vuile jonden hadden; en heel veel oude vrouwen, afgeleefd en afge werkt, al haar bezit in een kleimu bundel in de dorre, knokige hand geklemd ; zij maken eeu droeven indruk, zot'krud naar een nieuw bestaan voor 't afgeschrotnpeld leven. Altijd drijven nieuwe schuiten aan, nu bcstap ld met kartonnen koffers, grof linnen z: kki u en kruislings toegeknoopte, bont.geruite doeken, tot uitpu-leris toe gevuld; alles schijner.d mtt een vierkant, rood plakkaat, waarop met vct(e, zwarte letters: 1NSPLCTED ! Al dit rommelig goeiije wordt met veel ge raas, eu met vertoon < au gedisciplineerd werken oudtr de drukte vau 't leegloopend volk, door Itaüaansche en Duit^che matrozen, iu groute bundds met een katrol uit de schuiten omhoog gehaald, op het dek gewoipen pn verder in de dit pte van 't scheepsruim geploft, kneuzend wat knt'usbaar is. Dau volgt een andere drukte; 't koopvolk komt aan boord! Aardige typen met groote manden vol brood, visc't, salade en vruchten; vooral veel vruchten, chitaa;appelen en citroe nen, mooi geschikt tusschen glanzend, doiiker loof; verkoopers van verfrisschende dranker, limonades en //acqua frfsca'1, met hun tonnetjes op den rug ; en eindelijk een koopman in //boUibi", de held vau 't oogenblik. //Bjttini.' .bottiüi!" roept de msn, en 't vi Ik valt op zijn manden aan, gevuld met groote, kleurige pantoffels; slappe, platte sh ft'en, ver vaardigd van grof tapijtgoed, schreeuwend van patroon eu kleur, vroolijk bout gevlekt in grill:ge 11,'uren van geel en groen en rood en zwart. Ec wordt gepa-4, gemeten, al deze te groote schoenen voor deu tengeren Italiaanschen voi t, naar mooie kleuren wordt gezocht en met eeu air van trots door oul en jong op de breede sch< cm n weggesioft. 't Is een wonderlijke ver tooning, een zoo enkel trotsch bezit van armen. Over het water is een kouden schijn gekomen, b'auw-zwart a's van een sombere dollandst-he stadsgracht en als een gouden hol is de onder gaande zon achter den Posilippo langzaam weggezOLken, niets dan een schemer achterlatend, een saai eu stil verdwijnen van hè' heli*, oeii is 't eindvermaak gekomen, ten jacht op de laatste Italiaansche ,soldi" uit de beurs van hen die scheiden. Kleine boutjes ziju ouder 't schip geroeid, een vaag gekrijsch van stemmen en valsch ge snaar van harp, guitaar en mandoliue stijgt omhoog en haveloos opgesmukte vrouwen dansen met mannen en met jongens tarantella-passen op de bsakjes van de schui'cn. Bij 't vallen vau den schemer zijn deze tcniggfgaan naar schepen minder ver op stroom; n schuitje is gebleven door een ouden man ge roeid; op 't plankje van de boot staat een magei e, kleine jongen in een wijde manteljas een oudemannen hoed op 't hoofd en de naakte voeten in een paar te ruime, dik-gezoolde suhoenen ; hij lijkt een vleermuis of een dwerg-vugelverschrikker opgedoken uit de se! emerliclue zee. Met de kleine teere vingers speelt hij verwon derlijk vlug ca'é-chantant-deuutjes op een miniatuur viool en zingt 't lied van //Sauta Lucia" met liooge galmen iu't slepende refrein. Een andere kleine joegen staat ouder iu de boot, hij plaagt een huih.nl kiiid, dat wegkruipt in 't m'm eu knijpt 't broerijöiu de naakte bee:.en, i'at woedend naar hem schopt. Een oude vrouw met fladderend grijs haar stait aan 't roer; zij grijnst niet bricden, 'audeloozeu mond om geld eu houdt ci'ii j.arap'uie alscrnter.bak, omgekeerd omhoosr. 'l Wordt op de ll^arraeen'aardig sp' lletje om te mikken i u het regen scherm, animeerend door de handigheid der hek.-; 't koper riukelt nte>% de oude windt zich op tot een soort van razernij, zij buigt eu springt en krijscht ook mee met schorrp, scherpe kreten: ,,!a bella Nipoli ! Dronkf.n door zijn e'g-u spel danst uu (ie jongen op de maal; al wilder wordt zijn tempo; als dol geworden draait hij road en speelt- de deun vau »Marghérita di Parete'', de mauteijas waaiend, 't hoofd heen en weer zwaa'cael, de bloote spillebeenen iu de rammelende schoenen trappelend, trillend en beven^, als in eeu agonie vau S*. VituE-dans; ca in de diepte vecht do andere voort, een wosste, kleine duivel, eu zingt ook mee hi_t lied van »Marghérita", terwijl hij vraagt 0:ii geld in een verroeste ccn'cbuk. Alleen Ai oude n,aa zit stil, de kale k uin ont bloot, deemoedig dankend met 't hoofd. Langzaam stoomt de l^ernt nu de haven uit e1! komt in volle zee. Gasvlammen gloeien over Xapels en belijaeu ds stad in muren van goud. De wijkeu van Torre del Greco en Torre deli' AunuLziala gloren op aan den oever en kron kelen als s'a':gen vaa vuur om de bocht; tot voorbij Casteilammare is het duistere land boglansrl. I a de verre stilte sterft de rleun van »Mn.rg! rita di Partte" onder droef geklots van golven en in wijde duisternis valt Napels lang zaam terug, achter de zich geweldig opwerkende zee; (indelijk is no^ slechts zlch'baar een lich tende slip onder (en hoogen schijuboog vau weerglans, waar 't utl.-pin^el de zcc omklemt als met een gloeienden beugel. lu de eetzaal hetft zich een ;:e r cosmopsliti^cli gezelschap aau tafc.-l vcreenigd : Duiise'iu's Itali'-nen, eeuige Hollander-*, ecu l'.xil cu eeu Amerikaan. Aan 't hoof l der tafel zit de Ameri kaan, die zwetst v»n nooit zceziek ziju ::'2en de al b'eeker wordende discl'geiiootcn die h<:;u omrii gen. Hij heeft uitsluitend 't woord eu doet een duizelingwekkend v< rhaal vau ziju fris over 't Coi.t.inent. j //Alleen lecgloopers reizen hn':T' ro-pt hij ! luid over de tafel, - ,om ile ou.ie wereld te lecreii j hennen /.iju eenige weken vold?iciidc." au geeft hij e"ii verhaal vau ziju ei:e:i reis. Hij heeft zeven dhgen ge p:>orl vau zijn wooup'aits ;,iii the far \Vesi," Jiaar Xew-lork, is toen naar Engeland overgestoken en heeft met, een vierdaagsehe race" door Londen, van j 's morgens vroeg tot e n stuk iu deu iiaeht deze stad uitnemend goed leereu ko.iinen. Leu nieuwe zeereis naar Holland is gevolg-I, met cc a uur oponthoud te Rotterdam om een a!gemeeneu indruk van Hollandsche steden, dan een spiorreis door B.ilgie, om oui-V'aamsche imprf ssie's. Ik spreek geen ]woord Fransc-h!'' vervolgt hij, //doch heb Parijs in vijf dagen, ouder ge leide van een Amerikaauschen vriend, aldaar l gevestigd, bij dag en nacht doorkruist en het i elegante leven in licht, eu schaduw goed leereu | kennen. Toen met den < xpress naar 't Zuiden: j n uur te Marseille voor do haven, i dag te Moute-Carlo om het mondaine leven; n dag te N'.zza voor eeu totaal indruk van Je R'.v.èrs; verder p; r spoor naar Genua, aldaar een Imlven dag oponthoud v(or kerkeu en paleizen en tegen deu avond inscheping op de M'trra voor Xapels. Heden aaukomst te Xnpe's, j ongeveer elf uur in den morgen, juist een kwartier te laat voor den trein naar l'oiupi i: door dit toeval heb ik Nape's, eu daarmede lul type eener /aid-Italiaansche stad, zeer goed gezien. Te vier uur terug aau boord en uu op weg raar huis, met nog twee eu een l aiveu dag op de Middellandsche zee, eenige uren oponthoud Ie Gibra'tar voor 't SpaanschMoorsche leven, dau een week op den Oceaan eu nog zeven spoot dagen iirar 't Westen." Op het donkere gelaat van ecu jongen Pool, mijn buurman aan tafel, begint onder dit ver haal 't wit en zwart al meer en meer te contrastcereD ; twee llaliaansche dames staan van tafel op, en 't zweven vau de toespijs op den witten garen handschoen van den steward, geeft mij aanleiding tot een spontaneu a "tocht. Iu deu a', oud schettert hoornmuziek in de eetzaal, waarin onze hutten uitkomen; walsen, volksliedereu, Duitsciie dansen en opera-aria's, een razende pijniging voor afgematte hersenen. 't Wordt eeu storm-nacht en al wat leeft in dit verblijf op zee gaat ter ruste, voortgestoomd door hooge, bolle golven. All°en de wacht ver breekt de onbegrensde stilte; zijn s'ap klept klankloos op 't d-k, met vasten regelmaat; een strak geluid van domne kracht naast 't mooie ruischeu van de zee. Op den bodem stampt dreunend de machine, als 't klepelen van een klok, met geen seconde rust-; een maatslag werpend in den chaos van gedachten van 't duizel'ge bre'n. ca lens gevend aan wilde melodiën vau pas gehoorde walsen en dolle tarai:tella-klai.ken. 't Is een verbijstering van feluid, waardoor 't bijna wegzinkend bewustzijn wordt opgQzwiept en al de beelden vau den dag opdoemen, verwrongen tot afz'chtelijke naihtinerriemonsters. Klagende, gonzende vogel verschrikkers scheren over de zee naast kinderen met fliddcreiid grijs haar; oude heksen zwieren door de lucht met woest gekerm van »'a bella Xapoh" en lange rijen van Napolitaansche vagebonden met waterhoofdenen dwergen-beenen duikelen op en neer als gutta-percha poppen, hoog boven eie zee halt houdend op smalle planken, dan neerph ffend in de golven met woest gischreeuw; en boven alles uit klinkt dat nf, nooit eindigende, altijd triompbetrei de lied van //Marghénta di Paretc", het Mar-gLéii-'a langzaam, sarrend tegen de maat in uitgerekt, en dan razend, achter de maat aan, zonder ooit den takt te kunnen grijpen, het refrein, 't Is een nacht van geestelijke ellende. In den morgen is de zee als ecu veld van gouden golven. Bewegelijk weerkaatst de zon nige weerschijn van het water door 't kleine venster op 't glanzig verniste muur'je van de kajuit. Schel kliukt iifar de vier windstreken: Schep vreugde in 't leven! ' 't sein voor den nieuwen dag ; een wel wat ironische groet vcor wie met zwaar hoofd oiitvvaa,kt fn stompzinnig overlegt, hoe in den kortst mogelijken tij il, met zoo wein:g mogelijk beweging, in de kleeren te komen om boven fris:che lucht te kunnen ademt u. Een heerlijke morgen volgt op 't dek, onder 't stralende blauw van den hem l over deu langen zotneweg van dansende golven. Hoog spat 't water voor den boeg in duizend kleine vlokken met wo'kig schuim eu diamant' n spatten. e Werra snijdt op 't tff:n zeevlak een breede baan vau zilverwit met bruisende randen, een weg zonder begin of eind, altijd zich vernieuwend ea laugiaam zich verliezend, zoodra 't schuim weer water wordt en wegdwarrelt met 't zog. Wij stoomen langs 'J; kustland van Sardia^é, een gouden lijn in nevelen van ochtend dauw aan verre n, rozig-zacht beglansden horizont. Een lijn van grootsch gevormde rotsen, opgaand iu fijne spitsen, niet daartus^ dien groote stukken blauw van lucht; diep gespleten neerslaand in ravijnen naar de zee; of langzaam glooiend naar een glanzig gele iiju van strand met dikke toefen sappig groen naast schelle vlekken hel wit zand. Op groote afstanden staan oude v. stingen, n van kleur geworden met 't grijs der rotsen ; eu hier en daar verrijdt eeu oud kasteel eu liggen in de bochten van de kust de kleine do-pen met glins'erend wjt'e huizen eu hooge bakens voor de zee. En dan voor uren lang is er weer niets ; niets dau steen tegen 't stralen vau den hemel. E'n woest p'autastisch rotsenrij k, door den afstand wonder t f vau lijn en kleur, waar niets z'ch meer vertoont dat leeft; geheim zinnig als 't landschap uit een droom, en lichtbesjlausd als de wereld vau een sprookje. Zoo blijft 't uren lang ; een wondere rust gaat, uit va'i dat uit t eindigende zonnelan'i. 't Is alsof de \Vf.rra stil staat en of o'at glanzend drocmenrijk langzaam, zwevend vooitbeweegt op 't schitter-gou'! der golve". Tegen den avoud zwiepen regenvlagen over 't dek en de nacht geeft storm; (dit Februariweer der MMdellamische zee. De dag die volgt is Zondag, aangekondigd door twee gewijde liederen vóór't scl'ep vreugde in 't leven", liuiti n heersclun tegenwind en regenvlagen, binnen onuitgesproken melancholie en luiteloosheid. Te-ren den middag klaart du hem-:! op, doc'i (ie //'c/vee blijft, stoomeu over de grijze u'olvea eener eng begrensd", door mist afgebakende wereld ; zelfs de Bidearcu-groep is onz:chtbaar gebleve.". Toch kimt er eeu Zindae;s;-tem:iiing avi hoor.l. 't Scheepsvolk wandelt op 't dek ; de passagiers trachten elkander Hl.-uiing te geven. Met stukkeu touw ui papier worden vFcgeis geni-iakt : ir woidt broo-X voor de meeuwen geworpen, eu ofschoon de «legers uiet opgaan eu de meeuwen z'ch niet ve.rtooiien, amuse* r t, men z:c.i toch. Dan worleu er volksliedereu g* zorgen en door de jonge Italianen acrobatento. i\:u verricht. Xelfs de Italiain'-che dames ziju op het dek ver-chenen; eeu ou.iere dame en t.wee jonge menjes, waarvan ;i ais bruid naar 't \Vetten o ist. De mei^j's latui ziel; door hare jonge 'audgeuooten (eu wein'g 't hof maken eu de wiit.e Ji|)j)i:ii der mirmer-bleeke bruid, die sedert 't vertnk uit Aapels slechts k'aagtoouen tot de Miido! na en de Heiligen hehb n geuit, plooien zich i;u tot, eeu bckoorlijkcn glim'a.ch. Uc avondhemel wordt licht door schittering van sti rren en de rustige zee geeft kalmte aau den nacht. Bij 't, ontwaken :'s 't dag vóórdat 't sein schalmei*'. Aan boord is alles in beweging. Iu 't vroeg-ochteudlicht deint op een prachtig kustland van lioog'1, kale rotsen, nog blauw bewaasd door nevelen. Langzaam komen uit de zee de rotsen op, al lïict'r en meer, al hooger; dorpen worden zichtbiw, groute steden eu eindelijk heel 't mooie zouueland van Spaije, Hoog voor ous, rijst titanisch groot'ch een rotswand ; eerst wazig eu on.ll'iersd, dan schitter'-nd, fors belijud. 't Is 't rotsblok vau Gibraltar, de Kuil vau Hercules"; de Keizerlijke wachter van 't Zuiderland. Lu als een goudf-n boog, belijnd door zonne schijn, buigt aan den voet van 't rotsblok zich liefelijk de bocht van Algeciras; Je eeuweukleur der huizen vau de Moorsche stad zóó oud iu 't jonge licht ! A'aar 't Oosten schittert de Oceaan met 't kustland van Marokko; hooge schimmen van rozige rotsen, in lange rijui rijzend in 't verre licht vau wazig ontwakende horizonten. En in de diepte, aan den voet van 't rotsgtvaartc, ligt de haven vol vroolijk leven; met stoomschepen van allerlei nationalite.ten, quaran taine- en douanebooten, groen en rood geideurde lichtscln psn in lange lijnen wiegelend op 't water; met wemelend boi,t gewoel vau kleine booten voor de kustvaart op Gidlx;, Maiagf, Almeria, Cartagena en zooveel andere Spaansche kuststeden met zachte welluidende namen; met veebooten op Tanger en andelshooten op de Afrikaansche kust voor den handel in Galliclë; met Spaansche en Moorsche visscuerschuiten, bevolkt mtt Spanjaard*: n in roode mutsen eu roode gordels en Arabieren met den fez en | kleurigen burnous; een schittering van kit uren in f 11 11 ochtendschiju. Tot achtergrond vau al dit lilliputsch bewegen rijst hoog in 't machtig zuiderlicht op Puuta de Europa, de r tsenvestiug vai Gibraltar, de sleutel tot twee wereldzetëf1. C. M. V. MiiiiiiMiiiiMiMiiiiiMiiMiiiiiiKiniiiniiiiiniiniiiiiiiiiiiitiMiiiifiMiiiiimi xluinstle'-, soll ewig dein Name erschallen Musst auf der Hut sein, Dein werk soll nicht blo «s den Menschen gefallen Es soll auch gut sein." Mijnheer de lïidacteur. Daar ik veel belang stel in de beeldende kunsten ga ik gewoonlijk eens kijken, naar de tentoonstelling in Arti, zoo ging ik ook nu naar de tentoonstelling van werken van moderne Franschen. Maar zij was my zulk een teleur stelling dat ik, wanneer ik alleen geweest ware dadelijk weggegaan zou zijn. Ik had echter mijn vrouw bij mij en moest my dus goed houden. Ik begrefp duidely'k hoe het kwam dat het er zoo ledig was en begon een gevoel van schaamte te krijgen toen drie andere menschen de zaal binnen kwamen, men wordt toch ongaarne betrapt wanneer men zich ergens bevindt waarmede men het i.iet eens is. Toen wij weder op straat waren en ik de lieve werklijkheid voor oogen had voelde ik mij verlicht. In deze stemming zag ik het artikel van W. S. in uw nummer van 10 dezer. Men moet wel tevreden en goedhartig van humeur zijn om zoo te kunnen schrijven; het eenige wat mij als goed was voorgekomen wordt daar uit bundig geprezen en over bet overige wordt kalm heengegleden. Da gestipte hoornen met onnatuurlijke om trekken doen bij n, ij de gedachte ontstaan dat de man die dat maakt naar een oogdocter zou moeten gaan omdat bij lijdt aan acute kriebelin-_>en van het netvlies of zoo iets. Gewaarwordingen als van deze schilderijen heeft men wanneer men zich een kwartier lang met de vuisten voor de gesloten oogen wrijft, er kunnen dan verbazei.d mooie bewe gende kleur- en lijntffecten ontstaan, maar het blijven effecten zonder vorm. Wel wekken enkele van deze schilderijen, wanneer men ze kalm met n oog door de holle hand beschouwt, herinneringen op aan zonnige dagen, maar veel duidelijker komen dia herinneringen mij voor het geestelijk oog op wanneer ik eenvoudig de oogen sluit. Dan komen er ook i.iet zulke misteekende figuren opdoemen als die gravuren kijkende juffrouw in een roode jurk. Die onderarm kan nooit van diezelfde jull'rouw zijn en in zulke plooien valt geen jurk. Dank zy de waarschuwing heb ik de zoo genaamde »heelden" op grooten afstand bekeken. Waarachtig! er komt iels menschelijks ir, als rnen dicht bij da maan was zou men er het manrietja ook niet in zien, maar wat is het nut of moois van zulk een systeem ? Misschien zou men wel heelden kunnen maken die men alleen tusschen de beenen door goed kan zien of die men onder het microscoop moet leggen, maar dat most toch alles achterstaan bij een beeld dat. op de gewone wijze bekeken, indruk maakt door da schoonheid van lijnen. Dat is evenwel moeilijker te maken. Hoogachtend, Uw dw. dr. 11. RKIMIOT.II P. S. Ik ben een leek op kunstgebied en zal dus terechtwijzingen gaarne ontvangen, maar ben alleen ontvankelijk voor eenvoudige ware beschouwingen. * * * liet is te waardeeren bij een ordentelijk, maaisehappelyk mensch, zoo hij belang stelt in beeldende kunsten, te prijzen, dat hij ge woonlijk eei'.s gaat kijken naar de tentoon stellingen in Arti, te achten, dat hy' dan zijn vrouw meeneemt (voo/al, als hij zich met be minnelijke iiüviteit doet kennen als een modelechtgenoeir) te eerbiedigen ook zijn schaamte gevoel, als ongelukkige omstandigheden den schijn verwekken dat zijn kunstgevoel ontaard i*, en te bewonderen, (lat hij zonder schroom ook ziji,e meening eens aan de groote klok gaat hangen. Ik ben veel te goedhartig om al deze eigenschappen bij den briefschrijver niet te apprecieeren, en b'jammer het daarom, dat hij bij zijn laatsten tentoonstellingstocht van een koude reis thuis kwam. Maar de heer Keii.hold kan zich er niee tro'-sten, dat de zaak toch nog een goeden kant heelt gehad. Juist door die ondervonden teleurstelling moet het besef hij hem sleiker zijn geworden, dut hij zelf tot kunsier.aar is aangelegd. Dut moet hem gebleken zijn tijder s die verlichting hij het weerzien der lieve werke lijkheid en is ook duidelijk bij de verklarirg, (lat, ;il mochten enkele van die schilderijen, als hij ze kalm met n oog door de holle hand beschouwend, herinneringen opwekken aan zonnige dagen, die herinneringen toch nog veel duidelijker opkomen voor zijn geestelijk oog als hij het sti (lelijk dito eenvoudig sluit. Van mijn kant moet ik erkennen t r zeer mee gevleid te zijn bij dezen kunstminr.aar gedeeltelijke instemming te vinden, waar ik een stuk uitbundig heb geprezen over de an dere kalm heenglijdend ; gedeeltelijk, want de heer K. tempert dat uitbundig loven met het woordje goed. Mag ik er hem nu ook nog op attent maken, dat de door hem veroordeelde gravuren-bekijkende juffrouw (op gronden, waarbij het duidelijk wordt, dat hij in technische aangelegenheden lang niet onervaren is immers wat bemoeit zich een leek met pro portie en den val van plooien ) het werk was van den schilder, wien ik juist de eer van een goed kutistenaarsgezelschap had ont zegd. Zoo ontmoeten we elkaar alhaast in de uitersten, ik herhaal het, tot mijn groote vol doening. Eindelijk nog mijn beleefden dank aan tien heer II. wijl hij een leemte in mijn verslag over de tentoonstelling heeft aangevuld, door namelijk een korte beschouwing over de beeld houwwerken toe te geven. Maar jonge, jonge, is dat voorstel om beelden te vervaardigen, die men tusschen. de beenen door moet be schouwen niet al te stoutmoedig; verbeeld je dan de houding van een eerzaam kunstmin naar, die met zy'n vrouw een tentoonstelling bezoekt. W. S. A m s t., 2öFebruari 1901. Mijnheer de Redacteur! Vergun mij, M. de R, naar aanleiding van des heeren Kollewijn's stuk over Taal en Spelling in uw veelgelezen blad van '24 j.l. een opmerking te mogen maken. Het voegt mij, een oud leerling der H. B. S. met 5j. c. allerminst den heer K. te beocrdeelen, hoewel ik van ZEJ, geen leerling ben. Het valt mij ' op dat de heer K. nog al eenige vreemde j woorden gebruikt en dezen dan ook volgens hun klank schryff, vooral duidelijk in 't woord i reaksie (de woorden «brochure" en »courant" hebben de gedaanteverwisseling nog niet ondergaar) n:air hoe nu gedaan met eigennamen, als b.v. »Derr.ophontes", dat uitgesproken zooals het er staat de mop hontes en nog een schrede verder gaande »de mop hom'jes" (de aardigheid is niet van mij) gelezen zoude worden. Ik vrees dat dit schrijven van vreemde woorden anders dan die in hun eigen taal gespeld wor den, ons talenleerende Hollanders een Babylonise verwarring zal verschaffen, want zijn we er aan gewend «reaksie", »eukonomiesj", »sani'èr", »mepganiesj" enz. enz. aldus te spellen, dan zal het ons zeer lastig zijn die woorden in hun eigen taal gebezigd, niet foutief te schryven. Zou het daarom heeren schrijftaalhervormers niet aan te bevelen zijn in de eerste plaats geen vreemde woorden in onze Nederlandse taal te gebruiken en fliLkweg het voorbeeld van onze Franschsprekende zuiderbroeders te volger, die b. v. voor redakteur, opsteller gebruiken en met hen samen te werken om ook met hen eenheid te verkrijger? En zoo men zich eens by uitzondering en dan nog wel uit hoogen nood van een vreemd woord moet bedienen, ware het dan niet beter dit dan maar te schryven zooals het in die vreemde taal voorkomt, dan zou met Taaivereenvoudiging tevens een zeer gewenste Taalzuiverirg verkregen zijn. Waar onze leera ren in 't Nederlands voorgaan, zal ieder spoedig volgen. Onder beleefde dankzegging voor de opname heb ik de eer te zy'n mynheer de Redakteur.. Uw Dw. Dr., J. J. v. M. Eefïk" Geachte liedactie. Mag ik u om gastvrijheid verzoeken voor onderstaande regelen ? Ik las in het no. van »de Groene" van Kt Febr. j I. een bespreking van Een Taak (bij W. Hilarius Gzn., Almelo), daarin wordt ge zegd, dat schr. terecht tot het besluit komt in het vlugschrift uitgesproken. Toch luidt het eind van die bespreking, dat schr. haar goed hart en pen aan betere onderiotrpen kan be steden. Aan verkwikkelijker voor mij zelf zeker. liet was dan ook alleen uit rechtvaardigheids gevoel en plichtsbesef, dat ik dit vlugschrift recht-op-der.-man-af schreef; waarin oiticieele rapporten van Raadsvergaderingen, het hondja voortdurend om z'n eigen staart draaid», waar, in die rapporten o a. gewezen werd op het ver werpelijke en verdeiflyke van d;ankverkoop in die huizen, zonder dat er iet< gedaan werd om een en ander tegen te gaan dacht ik aan het oude rijmpje van »de Heeren van den Haag, die vergar|n alle daag .... En laten de zaak zooals ze wa«. en daar tastte ik zelf naar de pen om volgens eigen eenvoudig gezond ver stand te zeggen boe het is en hoe het wezen moest, indien die vrouwen noodig zijn. Er is mij gezegd: »Een Taak is bet ei van Columbus. de waarheden er in, en de gevolgtrekkingen zal men als juist erkennen; maar het vlug schrift als geheel zal men nog niet aannemen.'' Met beleefden dank, JloogacJitend, MKVÜ. E. HITST. Aan de lledactie van De Amsterdammer. M. de l'. De wonderen zijn de wereld niet uit, wat men daarover ook bazele l Er is een wonder geschied, een wezenlijk wonder, een groot wonder, in n woord een echt mirakel ! Laat ik u echter niet te lang in spanning houden en u zeggen, wat ik bedoel: er is tot school opziener benoemd een man, die verstand heeft van het onderwijs, ja, die zelf onderwijzer is geweest. Gerust, 31. ele R , het is waar en om u gelegenheid te geven mijne mededeeling te controleeren, zal ik u man en paard noemen. De Sfttttt*a>/ir/iiit heeft ors kond gedaan, dat benoemd is tut schoolopziener in het district Alkmaar de heer F. van Rijsens, thans te Groningen. Deze bekerde geschiedschrijver heeft eerst behoorlijk vijf jaar gehnlponderwijzerd, tofn is hij hoofd eener dorpsschool geweebt, daarna leeraar aan een U 11. S. en ook gelijktijdig daarmede arrondisseme-ntsschoolop/.iener eri nu gaat hij als dislricts naar Alkmaai l Waarlijk, M. de R , u kan het gelooven, deze benoeming is geteekend door minister Goeman Borgesius, en de benoemde komt in. de inspectie van den heer Fubius. Wie nu nog niet aan wonderen gelooft, verklaar ik voor erger dan een ongeloovige Uw getrouwe leze11. JAS Vi-:i n.ixi.w. P S. Wil u het s.v.p. spoedig laten wtttn aan Piet van Tiel, dan kan hij zien, dat de door hem gegeven rfigel thans bevestigd wordt door eene uitzondering. ' Alweer een Mterfciuiilig bedrog. Den lieer i'. M. Jiieyer. fieacJde Jfeer, Alleen omdat ik den uitgever Hilarius ken als een volkomen betrouwbaar en hoogst eerlijk man, meng ik mij in de kwestie »Claarije door dr. F. van Goudoever." »Claanje;' is een oorspronkelijk Hollandsen boek geschreven door een sedert /uren in l)uit*cldand wonende damp, mevrouw Anderson, die ook wel schreef onder den naam dr. A. Doridorf. Veider verscheen o.m. van haar hand een mallig boekje over Multatuli »Multatuliwespen door Veritas. Claartje is haar laatste grapje. De heer Hilarius is geen dupe van den een of anderen broodvertaler. Wel zou ik hem dus (met u ben ik dit volmaakt eens) wat meerdere kennis van litteratuur toewenschen aleer hij zich aan. 't uitgeven waagde. Hoogachtend, MARIE F. TEE.VOOY Ai'ix.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl