De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 10 maart pagina 3

10 maart 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1237 DE AMSTERDAMMER ^EEKBLAD VOOR NEDERLAND. O N AMSTERDAM. LiiïicLi pro c ha i n 11 Mars. Exposition publique Mise en Vente générale de toutes les Nouveautés de IPrintemps. La Maison HIRSCH & CM; n'a en Hollande. pas de succursale Envoi franco en Province d'échantillons et de tout achat dépassant 10 ilorins. _ Aan e twee polen yan Parus. i. Op den boulevard St. Germain, het aristo cratische gedeelte van Pirys, duizenden menschen op de been, duizenden als voor een vorstelp huwelijk ! Zy zijn gekomen om Paul Deaehanel met mlle. Brice te zien trouwen, de jonge eeuwig jonge president van de Kamer, »le beau Paul," van wien alle rijke meisjes in Frankrijk een oogenblik gedroomd hebben, Paul bijgenaamd »Piipolin", glad glim mend en onberispelijk van elegance, als een pas gelakt luxe-meubel. Vijf duizend invitaties zyn verzonden om in de kerk de oude kerk van St. Garmain des Pies het sacramentee'.e huweiyk by te wonen, dat men uit hoogste chic, om vooral niet van vrydenkerige neigingen verdacht te worden, drie dagen ra het in alle stilte en eenvoud voltrokken burgerlyke huweiyk, heeft vastgesteld. Heel het voorname, ry'kp, bureaucratische, aristocratische en offijieele Parys is daar tegen woordig, en het volk in dichte drommen, niettegenstaande het gure weer, staat er om heen, nieuwsgierig en aangetrokken door al deze grootheid. De kerk is prachtig versierd. de pauselyke nuntius is tegenwoordig, de mi nisters, en de hoogste vertegenwoordiger van het land, de president Loubet, zyn gekomen. En die allen bewegen zich tusschen bonte, teerkleurige stroomen van vrouwen in rijk toilet; goudpailletten en satyngeglans, war men gloed van kostbaar bont en fluweel, licht ?wazende kanten en week plooiende zijden weefsels. De conversaties kruisen elkaar vrooly'k. Wie niet ontstemd zyn, door het groote gedrang aan den ingang, dèelen elkaar luchtig hun gedachten over dit huwelijk mee. Iemand in een prachtigen pels vraagt naief: «Waarom heeft hij toch eigenlijk die Miss... . niet ge nomen, waar hy verleden jaar zoo doodelijk van scheen?" »Een vreemde'1, klinkt het ant woord verontwaardigd. »IIoe kon Hij nu een vreemde nemen, Hy' die eens president van de republiek zal zyn? Wy moeten Hem dankbaar wezen dat Hij zijn persoonlijke ge voelens heeft onderdrukt en een Fransche heeft genomen! ' Ik denk even aan het hier dikwijls, op republikeinsche gronden bespotte vooroordeel van het koninklijke bloed dat zich op de tronen niet mengen mag met het roode bloed des volks, een glimlach bij het hier terug vinden van precies hetzelfle vooroordeel, alleen in anderen vorm. Wie eenmaal presi dent der Fransche republiek wil zyn, mag geen vreemde vrouw hebben, geen m ialliance deze republikeinsche burger moest dus precies hetzelfde offer van zijn hart pan zyn eerzucht brengen als de eerste de beste regeerende koningszoon. En dan zijn er nog menschen die alle hei! verwachten van ver anderingen in den uiterlijken regeeringsvorm van een land ! Maar tusschen de genoodigden, half luid om den eerbied van de kerk, gaat men voort met beschouwingen. »Ze mag wel bly zijn, de bruid, eigenlijk is ze er nog heel goedkoop aangekomen. Om het presidentschap te trouwen is een millioen bruidschat hèA weinig1'. »Nu ja, maar hy heeft eerst ook wel meer geëischt. Maar toen het met al die vorige huwelijks plannen niet vlot ging, heeft hij wat laten vallen". »0ch ja, dat gaat dikwijls zoo in t leven, bij afslag". Een mooi jong meisje lacht daar zachfjes tusichen door: »sn ze heeft nog meer te wachten en relaties". «Eigenlijk", zegt een klein teer vrouwtje, het blonde feeënkopje gekroond door een toque van zilverpailletten en mauve hyacinthen, »eigenly'k zyn zulke huwelijken de gelukkigste, men verwacht er niets van voor het hart, en men kent van te voren den inzet en de kansen". Een oude man, het roode eerelintje in het knoopsgat, schudt zyn wit eerwaardig hoofd, »toch nooit heelemaal, iedereen zegt nu wel dat hy' eens president van de republiek zal zy'n, maar zeker is het toch niet". «Niets is zeker in politiek, vooral niet in dit land", zegt een fijne geestige kop, »maar ze heeft nu toch op n na het hoogste presidentschap, dat is altijd iets om mee te beginnen", i-Jammer dat ze zoo leelijk is," fluistert iemand met zangerig russisch accent »Mon cher, dat zegt men niet; ze is intelli gent, een echte vrouw van de wereld, knap figuur, dat is ruim voldoende, van de rest spreelrt men niet, die is door haar millioen als met een sluier van goudpailletten bedekt". »Nu ja, dat neemt toch niet wsg . . . ." »Wat zegt de oude Marquise toch eigenlyk wel van het huwelijk van naar lieve Piultje ? ' »Chut!" (n de twee heeren glimlachend en fluisterend buigen hun hoofden heel vlak bijelkaar; dit betreft de chronique scandaleuse die te erg is om halfluid gezegd ta worden. »Maar ik weet het zeker, hy heeft twee kin deren", antwoordt verder op een statige groote vrouw, in een pels van duizende francs, »ze ziet even ernstig". »Nu wat zou dat, die kunnen later hun deel krijgen van papa B rice's schatten". Ojh ja, als hij hen niet totaal vergeet, Ie cher nouveau marie", en ze lacht en haar buurman ook, toegefelijk, ais by' voor baat, voor zulk een vergeten. «Wat een prachtig toilet, dat van mevrouw Brice; van Paquin ? ji ik geloof het wel, gelukkig nog vóór de staking' »ah oui, die staking, wat een onzin, al die naai-juffjrtjes die meer geld willen". »'t Is niets dan voor opschik", fluistert mede lijdend spottend een blondine, wier laatste reke ning by n der groote couturiers een dertig duizend francs bedroeg »opstokerij, dryverij der socialisten", zegt plechtig een oiule heer met kaal hoofd en Bjurbon-neus. »Die kerels bemoeien zich ook met alles, en stoken dat aardige wufte goedje op om zoo'n stomme oproerige werkstaking te houden! N iets is hun heilig, niets, zelfs het huwelijk niet, alles gooien ze omver". Iedereen knikt instemmend, maar nu klinkt de altaarschei, en allen, zonder aandacht, vervuld van hun praatjes, buigen even het hoofd. De schel roept luider, dringender van het al taar, de wierook geurt omhoog, men hoort het zilverig rinkelen van de kettingen der wierook vaten. Ik leun tegen een pilaar, mij zoo klein mogelyk makend in het gedrang der overvolle kerk En ineens overkomt me de duizelende gewaarwording van een openbaring. Het is alles onwaar wat ik hier bijwoon; ik heb gemeend in een christenkerk te zijn, en de verbintenis bij te wonen van twee menschen in het begin der twintigste eeuw. Maar dat is het niet. Dit moet een dier middeleeuwsche tempelieren kerken zijn, waar de zwarte mis wordt gevierd. Dit moet een ofl'jrdienst zijn aan den zwarten vorst. Ik zie hem aan het altaar staan met een lach van wellustig gen:eten in zooveel cynisme dat hem thans wordt opEen bruid die een presidentschap trouwt, en daarbij nabootst het neerknielen der jonge maagd, die zich gaat geven in liefdesverlangen, machtiger dan schuwheid, welk een verfijnde eeredienst voor den grooten cynicus ! Ivi d.iarom heeren, mooie en jonge vrouwen, voor Helle geschapen, die dit alles natuurlijk vinden, die woorden van afgunst Halsteren tusschen haar roode lippen omdat »zij« maar n milioen heeft behoeven te geven voor zooveel heerlijk heid. En de grijsaards, die de wijsheidschool i van heel een leven doorliepen il.iist.eren vuile schandalen over die oude manj'iise die met Paul zou. . . . Satan is tevreden, hij voelt zijn ryk machtiger dan ooit. Deze comedie is oneindiïverfijnder, geestiger dan de oude zwarte mis der middeleeuwen, een veel grooter eerbetoon aan den geest des afgronds dan de naief' gruwelijke ceremoniën van den bok en het vergoten kinderbloed. Men is vooruitgegaan en ontwakend uit mijn bang visioen voel ik dat ik toch in den St. Germain ben en in het begin der '2()e eeuw. Het is moeilijk door het gedrang te komen, iedereen wil naar voren, straks gaat men het jonge paar gelukwenschen. Veel spreekt men dan van geluk en liefde. Ik vlucht naar buiten, nog altijd staan ge duldig daar die duizenden. Het zijn de on bewust afgevaardigden dier gioote massa die misschien eens «ripolin» zullen toejuichen als president van de republiek, juist omdat hij »ripolin« is, en een fransche en rijke vrouw trouwde. Parijs. C. D. J. v. B. en D. (Slot volgt). *L>e plaatx-rervant/sters.'' J\I irie Corelli. Nationale Vrouwenraad can Neder land De paMi-jiadrlen. Den löJen Februari j 1. werd voor het eerst in het 'faéiUre Antoine te Parijs, het nieuwe stuk van Brieux »les remplarintes" opgevoerd. Moge de lessen, gloedvol en overtuigend inde »plaats vervaugsteis" uitgedeeld, veel Fransche vrouwen tut inkeer brergeu ! Het is niet in den aard van den diamaturg Brieux, zijn ergernissen kaltnpj'is en omzichtig uit te spreken. Hij hakt en huuwt er ferm op los. »Frappez fort et frappez j;iste" is ook zijn leus. Voor ons is het jammer, dat »Da plaats-vervangsters' goen stuk is voor Nederland. M aar ook allén jammer, ter wille van het theatraal succes; de ergerniswekkende toestanden in »de plaatsvervangsters" gebrai.dmeikt, zijn in ons land gelukkig uitzonderingen. Onze zuigelingen wor den gevoed niet de moedermelk of met de tl 'sch. Bij uitzonder! g wordt oen min aangesteld. Niet aldus in Frankrijk, voer.»! niet in Parijs. De mondaines hebben niet de mi.iste neiging haar kindje aan de borst te nemen. E in jaarlang verdwijnen uit het vroolijkr! gezelschapsleven ! Zij denken er niet aan. Waarvoor zijn de sNounous" als 'l met is, oui kinderen van ijdeltuiten te zoogen ? En 't kindje van iXounou" ? D;i: lijdt gebrek; het arme wicht wordt niet door moederhanden getroeteld, niet aan moeder's borst gekoesterd; 't surn^erlje lurkt aan een vieze speen, want, de l'Va: sche buitenluïonder wie de minnen door ronaelaars wordan ger cruteerd zijn alles behalve zindelijk en kies keurig op de kleintjes, die, van hun moeders beroofd, aan inhalige, gewetenlooze huurlingen of schraperige grootouders worden overgelaten. Het steiftecijfer van die stakkertj'is »é!evéó au bi'ieron" is dan ook buitensporig-. Les remplüi; <ntes is een schitterend pleidooi voor de verlaten zuigelingen en een ziedende fulminatie tegen wereidsche vrouwen, die haar wufte genoegens hooger stellen dan het ver vullen er intiemste, ik'fote uioederpücht. De rol van de »Njunou" van L'.zarette Planchot is een loodzware taak, maar hoogst dank baar. Het derde bedrijf wordt ontsierd door een vecht-partij, Brieux houdt van argumenteeren met de vuist. Men herinnert vich zeker hoe »Blanchette" op 't tooneel word! afgeranseld. Zulke vertooningen, zijn weerzinwekkend. Als Lazarette Planchot plotseling uit Parijs terug keert, haar buif-j; over-hoop, slordig en smerig terugvindt, en verneemt dat in haar afwezigheid, een ouwe, leelijke buurvrouw, Madame Jean, een kroeghoudster, Pianchot tjt ontrouw ver leid heeft, beukt en scheldt 1/izareite op ma dame Jean los, dat het zoo'n lieve lust is.... voor een achterbuurt, tnaar zear onaestheUsch werkt op 't tooneel. V^n juweel van een sci- ,e komt voor in 't tweede bedrijf Er is ut'ternoon-tea ten huize madame Djnisart, de dame bij wie Lnzarette, als >Nounou" in dienst is. E;;\ fatterig, Parijsch doktertje, meneer Tirelle is ook op de »tea'' aanwezig. Tirelle wordt door de dames ver zocht den dorpsdokter Uxhon. praetiseerend in de woonplaats van Lazai'et e, die, voor zaken in P.trijs zijnde -sa payse" even komt opzoeken, onder een of ander vojrwenisel in den salon te lokken, om dien onnouzulen hals eens flink in 't oo'j; te neman. Antoine zelf speelt de rol van dokter Ilichon; dus de volmaaktheid in spel en dictie. liichon treedt onbevangen binnen. Dokter Tirelle, de gastvrouw en haar vier wufte vriendinnen beginnen den aanval. Da antwoorden van den braven, eerlijken dorps dokter vallen als hagelsteenen op hen neer. Helaas! de scène is te lang om hier over te nemen; men zou echter de wijze woorden van Itichon van de daken willen prediken. Als de dorpsdokter vertrekt is alle spotlust bij de dametjes in de schoenen gezakt. Verlegen, bedremmeld en zwijgend zitten zij elkaar aante-kijken, terwijl langzaam het scherm zakt. Alle eer aan den auteur! * - - -*-?* ... Marie Cjrelli, de engelsche schrijfster, wier boeken door dames letterlijk stuk gelezen worden, ik heb nog nooit een m in gesproken, die zoo met haar wegloopt, is zeer ordelijk en methodisch, in al wat zij doet. 's Morgens om '.) uur komt zij in haar werkkamer, waar zij op haar ntje ontbijt en rustig doorwerkt tot 's middags twee uur. Dan staakt zij haar littérairen arbeid en zoekt verstrooiing in rijden, wandelen of' inusiceeren. Marie Corelli spaelt goed piano en mandolien. Zij speelt voor haar eigen genoegen. Zelden is zy te bewegen, zich in gezelschap te doen i hooren". Hierin wy'kt zij af van haar land[ genooten. Erigelscbe vrouwen en meisjes zijn subiet klaar, met het vriendelijkste gezicht iets voor u te spelen of' te zingen; in den regel doen zij het op aan wijie, dat gij met den psalmist de verzuchting slaakt: «Waar berg ik mij? waar vlucht ik heen?" Marie Corelli schrijft haar schema's met pot lood. Zij eopiëert niet een mooie duidelijke j hand en werkt de vluchtige aantekeningen in 't breede uit. Voor haar particuliere corre spondentie heeft zij secretaressen. M.irie Corelli krijgt soms wel honderd brieven per dag, van dweepzieka bewonderaarsters die haar smeeken om haar portret, of een eigen handig briefje. Verzoeken waar zij nimmer op ingaat. Haar vriendin, mejuffrouw Vyer doet de huishouding voor haar. Do N. lï. Cutirant meldt het volgende: »De rationale Vrouwenraad van Nederland zal op Woensdag 10 on Donderdag 11 April een aigemeene vergadering houden te Amster dam. l)en eersten dag zal's avonds een open bare vergadering gewijd zijn aan de bespreking van vrouwen-kiesrecht door vier of vijf sprekers of spreeksters. In de aan de aigemeene ver gadering voorafgaande huishoudelijke verga dering zal o. a behandeld worden een voorstel van het »algemeen beiUuur om een manifest aan de kiezeis van Nederland te richten", ten einde hun de belangen der vrouwen aan te bevelen, die toch ook vertegenwoordigd moeten zijn in de regeerinj;". E«n ander voorstel van het algemeen bestuur beoogt het benoemen van een commissie van urie leden, die een onderzoek zal instellen naar wetten en ver ordeningen, die ambtenaarsvrouwen verbieden zaken te drijven of betrekkingen te vervullen. * * Bij gelegenheid van koperen of zilveren bruiloften, verjaardagen van moeders of kostschool-houderessen is het dikwijls moeielijk een aardig tooneelstukje te vinden, dat speel baar is voor jonge meisjes. Bij de uitgevers Biom en Oüvierse te Culemborg is nu verschenen een stukje in n bedrijf getiteld: »de Poihli-paarlen, door Fiore della Neve". Het vlot geschreven stukje heeft dit voor, dat er ri'ii rollen in zijl van verschillenden leeftijd, en dus ieder der juffertjes even naar voren kan komen, oai moeders, (antes en vriendinnen van haar tooneel-speelkunst te laten genieten. Daarenboven is het fatsoen lijk en deugdzaam ;i souhait. CAHUCE. cfnqvzonbm. UIIIIIIIHIIIIIIlllllHIIlMIIIiniltllllllllll MMiiimiiiuimiiiinm niet boyeii mar naast Vaderlandsliefde. Daar is in liet nummer van dit blad d. d. 24 Febr. j 1. door Oor S. ean en ander ge schreven over Vaderlandsliefde, en in verband met deze over den oorlog. »Die vaderlandsliefde zoo sterk aan te wak»keren, vind ik bepaald afkeurenwaardig, zegt »ie schrijfster, want dwwlour zullen onze jon»gens mannen worden, die den oorlog wiet »vernfnchnwen, die den gruwel billijken om »menschen ta vermoorden." En dan tracht deze teedergevoelende vrouw en deze teederbeid is haar eere te wer ken op het gevoel der «moedige" soldaten: moedig omdat zij moorden; vervolgens stelt zij de vraag of de wereld er niet veel geluk kiger aan toe zou zijn als de oorlog den af tocht blies ? Ten slotte wekt Cor S. waarom alleen die »S." ? hare zusteren op om «het even «kloek als vast besluit te nemen, voortaan vmenschcnlief de boren vaderlandsliefde te stellen!' Mat allen eerbied voor de humane gevoelens der schrijfster, moge mij vergund zijn de mee| ning hier uit te spreken, dat hare bewering eene ongerijmdheid is. Als er iemand is, die den oorlog verfoeit, die weinig gevoelt voor hen, die zich vrijwillig kunstmatig laten africhten op menschenmoord, dan zeer zeker ben ik het. Maar doch laten wij even zien, wat eigenlyk vaderlandsliefde is, want van het antwoord op die vraag hangt hier veel af. »De vaderlandsliefde, zegt Wagner in een van zijn werken, is eene vereeuiging yan ge voelens, erfgoederen, verwantschappen, die ons zeggen, dat er, benevens het individueele leven, benevens het huiselijk lesen, ook een grooter gemeenschappelijk leven bestaat, waaraan wij deel hebben. Dat »vaderland" zit ons in het bloed, in ons zenuwleven in onze gedachten, in onze taal, tot zelfs in onze stembuigingen. Dat «vaderland" is alles, wat sluimert in de graven, de l-vensfakkel, die eeuwen lang ging van hand tot hand, en die wij op onze beurt vasthouden; het is het geheele vaderlijke erfgoed van roem, van deugden of van verkeerdheden; het «vaderland", dat zijn de voorouders, maar is ook het kind, dat, op den schoot der moeder liggend, al slapende het geheele verleden ea de geheele toekomst in zich omdraagt". Vaderlandsliefde en monschenliefJe de schrijfster plaatst die twee tegenover elkander als twee verschillende gevoelens, waarvan het eene het andere uitsluit! Hierin zit naar mijne bescheiden meening de groote ongerijmdheid van haar geheel betoog. Het spreekt van zelf dat de leden van een gezin elkander liefde toedragen, maar dit houdt nog niet in, dat zy den leden van 't gezin des buurmans een kwaad hart zouden toedragen. Wij voelen ons allereerst en allermeest aan getrokken tot de onzen, die kleine kring van verwanten, maar wie ter wereld zou daarmee buitensluiten alle genegenheid voor vrienden in ruimer kring 'l Da leden van ons gezin hebben de eerste rechten op ons, maar dat beteekent daarom niet, dat wij geen verplich tingen gevoelen tegenover hen, die buiten dat gezin staan. E .'enwel eene groote dwaasheid en onnatuurlijkheid zou het zijn te zeggen dat de liefde tot de buitenwereld moet gaan boven de liefde tot de naaste verwanten. Tusschen twee haakjes: alle chauvinisme, minachting van wat nio: tot eigen land. of groot gezin, behoort, is een caricatuur van het patri otisme en daaraan doe ik niet mee, ik verwerp het veeleer als eenzijdig en bekrompen. Wat geldt van 't gezin, geldt ook van 't vaderland dit heeft onze eerste liefde als grond, waar eens onze wieg op stond, waar onze vader en moeder leefden, waar men spreekt onze taal. En evenzeer als ik mijn gezin zou verdedigen tegen geweld van den inbreker oi' vijand, zoo zou ik mee de wapens aangorden tegen den inbreker of vijand, wien het te doen is mij te ontnemen den gewijden grond, waarin het gebeente mijner ouders rust. Daar wordt in Zuid-Afrika gestreden een felle strijd. Wie zal 't hart hebben den Boereu iets te verwijten? Wat hun rnenschenliei'de betreft, deze is boven alle verdenking verheven, in vele, vele voorbeelden genoeg bewezen. ' Waarvoor zij strijden? Voor rechten en inzettingen, voor vrijheid en onafhankelijkheid, voor den grond waarop hun wieg stond en hun vaders streden, voor hun taal en hun historie, voor hun verleden en hun toekomst. Zouden wij eisenen, dat zij hun menschen (in casu Engelschen) liefde hooger stellen dan de liefde tot vader en kind, tot erfgrond en taal ? liet is een groot woord, dat »menschenliefde boven vaderlandsliefde», maar.... 't kan noch in theorie noch in praktijk den toets der critisk doorstaan! Eene andere zaak is het, of het niet te wenschen zou zijn, vurig te wenschen, dat Menschenliefde en Vaderlandsliefde die van huis uit tweelingzusters zijn, maar die door booze invloeden helaas te vaak gescheiden en tegenover e!k;ï,ir staan in vrede raast elkander mochten voortleven. Wie zou de verwezenly'king van dat ideaal niet gaarne zien? Zoo iemand, dan zeker ook ik. Wie zal zeggen, hoe lang 't nog zal duren eer wij het zien! Wij allen inmiddels, die 't wél meenen met de wereld, ook, en inzonderheid alle vrouwen, doen wij het onze om naast vaderlandsliefde de aigemeene menschenmin aan te kweeken, doen wij het, gesterkt door de heilige over tuiging, dat de toekomst der wereld niet is voor Kaïn, maar voor Christus, niet voor 't kanon, maar voor 't Kruis. Naarden, 2G.-M001. F. W. DKJJVER. F" O & O O, m v o r fz* issotLoncio

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl