Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 1238
1913 het hoogste rendement van 2 pCt. is
bereikt.
De rente der 4 pCt. Leening zal tot 1907 l- i
pCt. bedragen en daarna jaarlijks met '/" pCt.
klimmen tot 22 '3 in 1913.
De rente der 4}£ pCt. Leening zal tot 1907
\% pCt. z\jn en jaarlijks met ?ió pCt. toenemen
tot 3 pCt, in 1907.
Het aandeel der crediteuren aan de
tolinkomsten zal vervallen en ook komen geen
voordeelen meer van eventueele verlaging van het
goud-agio.
Br zal een commissie bestaan, samengesteld
uit Portugeezen, Engelschen, Belgen en
HolJanders, die voor bet richtige nakomen der
verplichtingen zal zorg dragen.
Van het jaar 1907 ai' zal de Regeering 100 000
pd. st. disponibel stellen voor delging der schuld,
hetzij door verkoop of uitloting, terwijl ook de
verplichting tot aflossing der 4 en 4!4 pCt.
obligatiën bljjft bestaan ; dit kan ook door
inkoop geschieden.
Mij dunkt dat voor de portugeesche regeering
groote reden van tevredenheid bertaat als deze
overeenkomst kan worden getroffan met dat
gevolg, dat haar geen verder crediet geweigerd
zou worden tot verbetering van het
papierdisagio.
De Spaansche ministerraad zou zich
vereenigd hebben met bet voorstel van den tinan
cien-minister tot het schorsen van de
zilveraanmunting, vour zooverre deze niet dient tot het
slaan van pasmunt. De btukkfn van 5 francs
zonden ontmunt worden. Voor 14 dagen is
in deze rubriek op uitvoerige wijze de
wenschelflkheid van spoedige muntréorganisatie
verklaard. Vooreerst zal de regeering wellicht
nog te veel drukte hebben met de
binnenlandsche beroeringen.
Rusland zou bijzonder goede staatsontvang
sten hebben over het loopende dienstjaar. Als
de diefstal in China door de andere dieven
nu maar verdragen kan worden ! Zij riepen
bereids: houdt den dief. Zou hij aangehouden
worden ?
Houders van Iwangorod Dombrown kunnen
nog wel wat geduld oefenen, dunkt me; wel
licht zal nog gelegenheid komen tot conversie
in Russische binnen landsche schuld.
Tabakswaarden, in verband met vorige be
richten, gunstig gestemd en in goede richting
veranderd.
Bij de Petroleumstukken blijft de
Koninkl\jke de vorst, de voorste ten opzichte van
koersverbetering. De hoogste koers was heden
450 pet. Perlak gaat goed.
Ook de Java-petroleum kon het goede voor
beeld volgen door rijzing van 41 tot 58 il 04
Geen vroolijke dagen beleefde de Ilumeensche
Petroleum-Mij. «Amsterdam". Integendeel. De
reorganisatie, zoo noodig, wil nog niet gelukken.
Ten slotte het prettige bericht voor de
houders van nieuwe aandeejen Warschau
Weenen, dat de koers van 105 YÏa 108 tot
114Ï4 a 115% gestegen is. Daarvoor is goede
reden. Zou nog niet meer te wachten zijn ?
Hierover de volgende maal. Dan ook over
enkele jaarverslagen.
A'dam)
Bussum,)
M t
g T R
iiMtiiNiiMiiiiiuimuttiitiiiiiiiMieixiiiiiHiimuiHnniMFa
NIEUWE UITGAVEN.
Holland-Gulf Stoomvaartmaatschappij te
Rotterdam. Vev&laq over het jaar 11)00.
liobert Fniin's verspreide geschriften. Afl. 17.
Den Haag, Martinus Nijhoff.
Letterkundig Maandschrift. Onder leiding
van F. A. C. RUYSCH Sejaarg. lOa afi. Februari
1901. 's Gravenhage, M van der Beek.
Catalogue d'estampes et de portrait anciens
et modernes. Eeoles: hollandaise, francaise,
allemande, anglaise. Estampes historiques,
Mirurs et Coutumes, Caricatures. Portraits
d'Hotnmes et de Femmes célèbres. La Haye,
W. P. van Stockum & Fils.
Geïllustreerd Weekblad voor Fotografie. No. 10.
Apeldoorn, Laurens Hansma.
Theorie en prac'.ijk van het Britsche
vfiki'ereenigingswezen door SIIWKY en BKATKK-R WEBB,
vertaling van HENRI POLAK. Barste deei. Afl. 1.
Amsterdam, A. B. Soep.
Inhoud van Tijdschriften.
Tijdtehrift roor Onderwijs en Opvoeding,
10e en lle afl. : Dr. J. J. Ie Roy (Deventer),
Natuurkunde en Scheikunde op de Hoogere
Burgerschool; Dr, A. A. Fokker (Amsterdam),
Huis, School en Maatschappij; Dr. M. Valeton
(Arnhem), Methode van onderwijs in Laty'n en
Grieksch ; J. Klootsema (Amsterdam), De school
voor achterlijke kinderen te Amsterdam; K.
"Westerling (Hilversum), Aansluiting van Lager
en Middelbaar Oaderwfjs.
JVoso/iómos Tijdschrift der Nederlandsche
Vereeniging tot bevordering der belangen van
Verpleegsters en Verplegers. Hoofdredacteur :
dr. A. Aletrino, Den Te-xstraat 50, Amsterdam.
Ie jaarg. No. 5.: Het Ziekenhuis. De Zieken
kamer, door prof med. Murtin Mendelsohn te
Berlijn, vertaald door Zr. T. Beekhuis: Vacantie,
Particuliere verpleging, door Zr. J. C. Valstar ;
Honorarium voor Kraamvrouwverpleegsters,
door Zr. C. F. Everhardt; Engelsche Verpleeg
sters in Zuid-Afrika, door Zr. A. Korthals;
Practische opmerkingen; Nederland en de
Koloniën; Buitenland; Ingezonden; Brieven
bus ; Alphabetische Naamlijst.
Krduije's Jl'aentlwf. Geïllustreerd Maandblad
voor bloemliefhebbers, bezitters van tuinen,
enz.: Kosteloos advies; Over Eucharis; Sleu
telbloemen (Primula's) met l af b. ; Arisaema's
(met l af b.); Dan nog liever Cactus- Dahlias;
Tentoonstellingsplannen; Bloemen bij de begra
fenis van Koningin Victoria; Bgricht.
Kigen Haard, No. 11: Van den man, die
getrouwd werd, door J. F. de Witt, I; de
Intocht en de Versieringen te Amsterdam, met
afbeeldingen; De Intocht: de Koninklijke
Stoet op den hoek van de Raadhuisstraat en
de N. Z. Voorburgwal, uitsluitend voor 'igen
Haard opgenomen, uit het Koninklijk l'aleis,
door de Boek- en Kunstdrukkerij v h
Roeloffzen-Hubner en Van Santen ; Wat een journalist
van den Intocht zag. Feest-idylle ; Voor onze
Amateur-fotografen, door dr. J. E. Rombouts;
Onze afbeeldingen; Verscheidengeid.
L L E R L E I
Voor twee centen «aar Ber
lijn ta en terne;,
door W. D. BERGHUIS.
(Slot.)
Het was omstreeks Woensdagavond !) uur,
dat ik met mijn trouwen bondgenoot, het valiesje,
op het politiebureau te Deventer arriveerde.
Ik werd tamelijk vriendelijk ontvargen door een
politieagent, die mij onmiddellijk op de onmo
gelijkheid attent maakte, om dien avond nog
naar Amsterdam te vertrekken. Dan zal ik
hier moeten logeeren'', antwoordde ik. Zou
hier geen gelegenheid zijn", liet ik er op
volgen. O, ja", zeide de ager.t. Dat is te
zeggen'', vervolgde ik eenigszins ongerust,
toch niet in een hok?'' Hoe meent u V'
vroeg de politieman, een weinig uit het veld
getlagen. Ik bedoel", ging ik voort, dat ik
niet gaarne besmet wil worden. Kunt u er
voor instaan", vroeg ik verder, dat het nacht
verblijf, dat gij er op rahoudt voor landloopers,
rein is?' Het is juist schoon gemaakt!"
voerde de man mij ontwijkend tegemoet. Dat
bewijst i.iets", antwoordde 'ik; ik ken die
nachtverblijven, maar kan ik hier niet in de
wachtkamer der agenten op een bank of op
een paar stoelen logeeren ?" O neen. dat gaat
niet; dat gebeurt cooit; maar spreekt u er
met den inspecteur over."
Eindelijk verscheen de inspecteur. Ik verzocht
dezen, of hij mij niet in staat kon stellen dien
nacht hifr of daar proper (e logeeren. ZE.
trachtte zich met etn praatje van mij af te
maken door te zeggen, dat hij zich hier niet
mee kon bemoeien. Nu moest ik wel een weinig
optreden. Ik zei, dat ik niet in Berlijn indirect
was geholpen door het Nederlandsche consulaat,
om in Deventer te worden behandeld ah een
landlooper, en dat ik den volgenden dag naar
den burgemeester van Deventer zou gaar, om
mij te beklagen. Dat hielp. Laat hem dan
maar in het voorkamertje slapen," zeide hij
tot de agenten. Nu bedankte ik dien heer zeer
beleefd, en het kwam uit den grond vaa mijn
hart; zoo sidderde ik voor een politiehok. Dat
scheen hem eenigszins genoegen te doen.
Althans hij voegde aan zijne woorden toe: en
roep hem dan maar morgen om zes uur, en
koop dan maar een kaartje-Twello voor hem."
Ik bedankte hem nogmaals, waarop hij zei:
of geet hem maar een kaartje-Apeldoorii",
waarna ik hem weder beleefd bedankte. Ik
vlijde mij dan neder pp drie stoelen, mtt
mi)n hoofd op een tafeltje, na een borstrok
uit mijn valiesje te hebben geromen, om dat
tot hoofdkussen te improvisceren. Ik was zeer
dankbaar, en had goeden moed, dat ik den
volgenden dag nog te Amsterdam zou arriveeren,
en dacht met innig medelijden aan een armen
sukkel Uit Doitinchem, die zeer nederig met
de pet in de hand om onderdak had gevraagd,
en zich met een logies moest behelpen, dat ik
versmaad had, om den volgenden morgen op
marsch te gaan naar.... Haarlem. Wél moge
hem die wandeling bekomen. Ik verbeeldde mij
waarlijk, dat ik in een logement was, en sliep
weldra in. Ik was den volgenden morgen bijtijds
wakker, daalde van mijn gelegenheidslegerstede
en nuttigde, na mij wat gewasschen en gekamd
te hebben, mijn uit brood en water bestaand
ontbijt. Weldra werd ik opgeroepen om te
vertrekken; ik bedankte den hoofdagent of
brigadier voor de nette behandeling, en ging
met een agent op stap naar het station. Deze
kocht een kaartje voor mij, en ik stapte in.
Toen ik in den waggon zat, hoorde ik een
inwoner van Deventer, die den agent uit pure
nieuwsgierigheid scheen gevraagd te hebben
wie ik was, zeggen: er komt tegenwoordig
toch wat'"
Ik spoorde door naar Apeldoorn. In deze
plaats was ik gelukkig btkend. Ik richtte mijne
schreden regelrecht naar het gemeentehuis,
waar men mij vertelde, dat ik te negen ure
moest terug komen ik voldeed hieraan na'uuriijk
en werd door den inspecteur zeer beleefd ont
vangen. Ik hoorde met genoegen, dat hij
telephoneerde over de koeten vau een
kaartjaAmersfoort. Dat schiet op, dacht ik. Toen ik
een poosje in de wachtkamer had vertoef!
deelde de inspecteur mij tot mijn teleurstelling
mede, dat hij mij slechts kon helpen aan een
kaartje-Barneveld. Ik antwoordde bescheiden,
dat ik op die wijze dien dag AmsterJam niet
meer kon bereiken. Het gelukte mij den
inspecteur over te halen, om mij een
kaartjeAmerstoort te verschaffen. Ik moest echter nog
een poos in de wachtkamer vertoeven, dair er
nog direct geen trein vertrok. Wij kregen daar
bezoek van twee werklieden uit Amsterdam,
die naar Zutfen marcheerden, om daar werk
to zoeken. Zij vroegen om brood, en daar mij
dit ook reeds beloofd was, werd weldra voor
drie personen brood en koffio binnen gebracht.
Wij nuttigden dit, naar het mij voorkwam,
allen met smaak, waarop de beide arbeiders
hun weg vervolgden. De verhouding tuaschen
gemeentebeambtcn en hulpbehoevenden was
hier zeer humaan. Eindelijk girg ik, na den
inspecteur beleefd te hebben bedankt, met een
agent op stap naar het station. Deze ram een
kaartje voor mij en ik stoomde vol hoop, dat
ik dien avond nog te Amsterdam zou arriveeren,
naar Amersfoort.
Hier vond ik spoedig het politiebureau. Een
agent vro?g mij alle mogelijke dingen, die be
trekking hadden op mijn identiteif. Daarop
liet hij mij alleen om den inspfeteur verslag
te brengen over mijn verlangen en mijn persoon.
Een poosje la'er kwam hij terug met de ont
moedigende tijding, dat ik mij naar Soest
moest begeven, om daar hulp te vragen,
omdat de gemeente Amersfoort hiervoor te
arm was. Ik antwoordde hierop, dat ik met
Soest niets te maken had, daar dit dorp niet
aan de route Apsldoorn Amsterdam la?, dat ik
'2o. niet in staat was met mijn valies naar
Soest te loopen, en dat ik, wanneer ik Soest
moest aandoen, dien avond niet meer te
Amsterdam kon komen, waa bij ik het grootsie
belang had. l)e agent liet zich verleiden tot
de ondoordachte u.tdrukking: wat hebben wij
met da; vreemde volk te maken?" Dit was nu
dezen min-ontwikkelden man, die het woord
moest voeren voor onwillige superieuren, niet
zoo heel kwalijk te nemen. Hij moest toch
wat zeggen. Ik antwoordde echter, dat het een
conditio sine qua won was, dat de eene gemeente
in dezen de hulpbehoevende van een andere
gemeente bijstand verleende; dat dergelijk
hulpbetoon eigenlijk bij een rijkswet moest ge
regeld zijn, maar, dat bij gebreke hiervan, deze
hulp natuurlijk van gemeentewege moet worden
verstrekt en dat ingezetenen van de gemeei te
Amersfoort in dezelfde onaangename omstandig
heden konden geraken als ik. Ertin, dit praten
was nutteloos; men wees mij eenvoudig af.
Onder weg viel mij iets in: ik kon in hooger
beroep gaan bij den burgemeester, en ik wist
dat deze, jh". mr. Van Asch van Wijk,
oudgouverneur van Suriname, zoowat in beginsel
overeenkwam met de vereeniging Nederland
en Oranje" waardoor ik was geholpen.
In de wachtkamer \roeg ik de jutlrouw, die
in het buffet stond, of zij ook wist, of de
burgemeester van Amersfoort in de stad was.
Vraagt u het dien man maar, die daar staat;
die zal het wel weten," zeide zij. De bedoelde
persoon, antwoordde bevestigend. Toen ik de
juffrouw daarop vroeg, welken weg ik moest
volgen, om het huis vai den burgemeester te
bereiken, bood zich haar zoontje aan, om mij
tot gids te dienen.
Wij waren er spoedig. Toen het dienstmeif-j 3
opendeed, vroeg ik of de burgemeester te huis
was. Gelukkig was ZEd. Achtb. aanwezig. Toen
ik daarop vroeg, of ik mijnheer even mocht
spreken, nam het meisje mij van hoofd tot
voeten op en vroeg aarzelend: wie kan ik
zeggen, dat er is?"
Zeg maar, dat Barghuis van Amsterdam er
is,'' hernam ik, ongeveer op den toon, alsof ik
een oude vriend van ZEd. Ach'b. was. Daarop
ging zij heen en kwam direct terug met de
gelukkige tijding, dat ik maar boven moest
komen. Daar gekomen werd ik beleefd ont
vangen. Ik zei, dat ik te Berlijn tot aan de
Hollandsche grer s was geholpen door de vereeni
ging Nederland en Orar j e" en vervolgens lang
zaam verder door verschillende Hollandfche
autoriteiten; dat de inspecteur te Deventer
zoo beleefd was geweest om mij een proper
logies to verleenen, en, dat de Amerttoortsche
politie mij niet ver-Ier wilde helpen. Wien
hebt gij gesproken ?" vroeg de burgemeester.
Ik antwoordde: een agent." Daarmee hebt ge
niets te maken," hernam de heer Van Asch
van Wijk. Gij hebt er recbt op, om den commis
saris te spreken. Ga nu maar naar het politie
bureau terug, en zeg, dat gij van mij komt, en
dat gij den commiosaris wenscht te spreken.
Wanneer deze dan niet genegen is u te ont
vangen, kom dan maar weer bij mij terug.
Ik bedank'e den burgemeester beleefd voor
diens advies, en was spoedig weer op hetzelfde
politiebureau, waar ik een agent op korten
toon toevoegde: namens den burgemeester van
Amersfoort moet ik onmiddellijk d?n commis
saris spreken." De politiedienaar haastte zich
mijne woorden over te brengen. Ik meende
goed te doen met een weinig naar voren te
treden, doch werd hierin ontmoedigd door een
barsch: blijf rlaar staan !'' Ik dacht, nu houd
ik mijn mond," wart de commissaris zal zeker
in zijn recht staan.'
Heb je ook geld?" vervolgde de vriendelijke
pMitie-autorit«-it. Ik antwoordde neen" en
verheugde mij in het feit, dat ik in de
wachtka eer mijn laatste twee cent had verteerd.
Onderzoek zijn zakken," gelastte hij een agent.
Deze voldeed aan het verlargen van zijn chef
en zeide, dat hij niets had gevonden. Ik zal
je een kaartje-Baarn verstrekken," hernam
de commissaris, en toen kon ik gaan. Deze
beschikking viel mij niet mee; daar ik vreesde
te Baarn slechts tot Hilversum te «orden
voortgetolpen, en ik op die wijze weinig kans
had, om 's avonds nog te Amsterdam te komen.
Ik wist niet precies, waar ik mij moest plaat
sen, in afwacht ng van de dingen, die komen
zouden, toen ik uit den droom werd geholpen
door den commissaris, die tot ten der agenten
zei, wat moet die man daar toch al ? laat hij
buiten wachten." Een agent, die wat humaner
was dar. zijn chef kwam naar mij toe en zeide:
gaat u maar vooruit naar het station, er komt
dadelijk iemand om een kaartje te koopen. '
Ik antwoordde, dat ik met een kaartje-Baarn
net was geholpen, en dat ik veel lust had, om
den burgemeester te verzoeken er iets bij fe
leggen, om dien avond nog Amsterdam te kun
nen bereiken. Dat kunt u wel laten," merkte
de agent op ; want ik heb zelf gezien, dat de
burgemeester juist is uitgegaan. Ik vond dat
echt aristrocraii.'-ch-diplomatiek, en wendde dus
mijne schreden weer naar het station. Ik raakte
echter een weinig aan 't dwalen, en toen ik
den rechten weg zocht, zag ik den agent die
't kaartje zou koopen. Hij wees mij den weg,
en zei, na nog de verzekering van den anderen
agent te hebben bevestigd, dat hij direct zou
volden. Hij kwam dan ook zeer spoedig na
mij in de wachtkamer. Toen hij het k-iartje
had, stelde hij tut mij ter hand en ging heen.
Een pno^je latf r vertrok ik met den trein
naar Baarn. Het was ongeveer half zes, toon
ik in dit lustoord aankwam. Het was erg
geriefelijk voor mij, dat er een politiepost vlak
bij het station was. Ik trof hier weer een
welwilienden agent. Hij s'ond mij gaarne toe,
om mijn valiesjj daar te laten staan, terwijl
hij zicti bereid verklaarde, om mij bij den in
specteur te brengen ; doch hij gat' mij weinig
hoop. dat ik (en kaartje rechtstreeks naar
Amsterdam zou krijgen, dat was nooit gebeurd,"
zeije hij. Ik had echter eenige hoop, dut het
dan dien avond voor het eerst zou gebeuren.
Onderweg voeg.le mijn geleider mij toe: laten
wij liever direct naar den burgemeester gaan.''
Ik vond dit nog beter. Een eindje verder vroeg
ik: wie is de burgemeester?" Ja, dat is een
baron," antwoordde de politiebeambte. Dit
speet mij geer.szine. En hoe heet die mijn
heer?" vroeg ik verder, ,,'k Weet het niet
goed." zeide de man, die niet byzond^r vee!
nota van namen scheen te nemen; ik geloof
Donie of zoo iets." O, dan weet ik het wel,"
antwoordde ik, dan is het Baron d'Aulnis de
Bourouili.'1 Eindelijk kwamen wij aan het huis
van den burgemeester. ZKx. stond ons voor
d D deur ten antwoord. Ik nam het woord van
den politieman spoedig over en verhaalde in
korte trekken mijne avonturen. V\at is uw
vak V" vroeg de burgemeester. Ik antwoord.Ie,
dat ik de tolk was en dat ik alle dagen voor
het Rijks Museum stond met een pet mot. een
gouden band op en dat halt Amsterdam mij
van aanzien kende. Kan die man n;et loo
pen V" vroeg de burgemeester aan den agent
tot rr.ijn groote bekommering. Ik haastte mij
te antwoorden, dat het mij onmogelijk was om
te l open, daar ik den geheelen nacht iüden
trein had geiden en niet had durv.'i. slapen
uit vrees, dat ik verzuimen zou over te stap
pen. , En wat moet ik dan met miji. liagige
beginnen?" iiet ik er op volgen. Heeft hij
b.igage '"" vroeg de burgemeester verwonderd.
Ja, mijnheer," antwoordde de agent. In nam
het woord weer en trachtte den burgemeester
aan het verstand te brengen, dat mijr, heele
toekomst er mede gemoeid was, da' ik dien
avond nog te Amsterdam zou komen, daar ik
ar.ders waarschijnlijk te Hilversum in een poli
tiebureau zou moeten overnachten, en dat ik
dan aan een zeer onaangename bssmetting
zou blootgesteld zijn, iets wat voor mij i.og
erger was dan voor menigeen, omdat ik dage
lijks met njne lui moest omgaan. Ik voegde
hierbij, dat ik ook Eiet gaarne h.nger dan
hoogst noodig was op kosten van ver.-chillendc
gemeenten wiUe leven, daar het vreemdelin
genverkeer op dat tijdstip te Amsterdam zeer
druk was, en ik dus alle kans hal den vol
genden dag een paar gulden te kunnen ver
dienen. Nu, geet hem dan maar een kaartje
rechtstreeks naar Amsterdam.'" zeide ih- hu
mane baron.
Ik bedankte den burgemeester atnurlijk
zeer beleefd en verwijderde mij met den agent.
Deze verbaasde zich over mijne welsprekend
heid en zei, dat hij zoo iets nog niet had be
leefd. ..Dat treft u net," vervolgde hij. ..U kunt
nog juist met den sneltrein naar Amst T'.lam."
Omstreeks zeven uur arriveerde ik wi-er in
de hooflstad en ik was vreemd te moede, dat
ik zonder geld zoo spoedig weer terug was
gekomen. Ik was echter mijn kamer kwijt en
ik wist niet waar ik dien nacht mijne naar
rust verlangende leden moest neerstrekken. Ik
zocht maar vooiloopig een caféop, waar ik
goed bekend was. Men hoorde mijn e avonturen
met belangstelling aan, en teen ik daar een
poosje later terugkeerde, had de kastelein vijf
tig cent voor mij ingezameld, om dien nacht
behoorlijk te kunnen slapen. Dts anderendaags
had ik het genoegen acht en een halven gul
den te verdienen Hoe dankbaar was ik dat
de burgemeester van Baarn mij een kaartje- ;
Amsterdam had verstrekt.
Op verzoek van den heer C. A. Zelvelder '
te Heerenveen, afgetreden secretaris van de ;
L. U. melden wij, dat alle stukken de Unie '
betreffende geadresseerd moeten worden aan
den heer A. Iloodhnizen te Enkhuizeri, die
voorloopig als secretaris fungeeren zal.
J. J. Cremer".
Het bestuur der letterlievende vereeniging
»J. J. Cremer", te Haarlem, heeft in zijn
dezer dagen gehouden vergadering besloten,
ter gelegenheid van het '20-jarig bestaan der
vereeniging, in den winter van -11)01/190-!,
een Internationalen Tooneelwedsfrijd uit te
schrijver).
Nadere bijzonderheden, betreffende uit te
loven prijzen, voorwaarden tot deelneming enz.,
zullen in den beschrijvingsbrief, die op aan
vraag in April a.s. zal worden verzonden,
worden bekend gemaakt.
UllllllltllllllllllllllllltllllMIIMMIIItlMIIIMMIMinlIIIHlIlllllllllllltlllnltlll
IIIIIIIIIMIIIIHIIIMIIHIIIimilllHIIIIIIMItllllIIIIIIIHimilllMllllllllllll
Vuile wascli?
Vriendschappelijk schrijven aan den
We!EdelGeboren heer J. Vriesendorp notaris
te Amsterdam, buitengewoon Hit van de
Broederschap van Candidaat Notarissen in
Nederland en zi?iie Koloniën.
Bergen-op-Zoo m, 10 Maart 190 L
Amice !
Om meerdere redenen mag ik uw schrijven
van '27 Februari 1.1 , oj genomen in No. i'237
van dit blad, niet onbeantwoord laten.
De quintessens van uw schrijven is de tot
mij gerichte vraag: Wilt gij meehelpen den
ontreddenien zielstoestand waarin het
lieerschende deel der Broederschap verkeert, tot
ords te brengen 't"
Tot mijn spijt moet ik u teleurstellen, ziehier
waarom.
Uw vraag is gebaseerd op de stelling: het
heerschend deel der Uroedo;schap verkeert in
een ontredderden zielstoestand.
Ik laat in het midden d' die stelling juist
is; indien echter hare waarheid bewez?n is,
zie ik geen ander middel orn dien toestand
te verhelpen dan :
ut de zielskrankheid van dat heersrherd deel
te. cureeren, dus da', deel gezond van ziel te
maken,
i')f te bewerken dat het zielskranke deel
ophoudt te heerst hen.
Voor geen van beide doeleinden kan ik mij
warm. maken.
Ik hel) niet den minsten lust en niema'd
kan mij dat kwalijk r.emen als arts voor
zielsziekten op te treden, de personen in kwes
tie zij:i tot de jaren des onderscheid» gekomen,
en moeten zelt weten wat zij willen. Liever
nog word ik lid van het Genootschap tot zede
lijke verbetering van. ontslagen gevangenen of
donateur van Pro Juventute.
Evenm'n gevoel ik eenige neiging bet tweede
middel aan te wenden. Wai neer de toestar d
is zooals u dien voorstelt, dan is dat geen
toeval, dan is daar reden voor. Weinig meiuc'ien
zijn zoo volkomen afhankelijk, als ju;st de
candidaat-notaris Die hceit nooit reciit, voor
hem is a'le.i gunst, zijn'ien geboden pijn vervat
in het t'tjne gebol: tracht het welbehagen te
verwerven van ieder di-i uwe benoem.ng be
vorderen of zelfs tegei werken kap, ontstem
hem niet door uw gedrag, wees vorrzit'htig,
wees zoet!'' De candidaat-notaris kan dat niet
holpen maar uitat er rtkeniiig mee honden. Hij
moet den eenen eeren om zijn deugd en den.
anderen om zijn ondeng.), dien laatste moet
hij nog het meest eeren.
Gij en ik kunnen gemakkelijk redeneeren, de
mate waarin een ander ons kwaad kan doen
is ten minste eenigszins beperkt, maar met den
normalen candideat is dat ai den', de voorbeel
den zijn er te over om te bewijzen dat alleen
laster, zonder meer, hem jarenlang kan doen
lijden.
Hebt gij den moed om tegen een zóó afhan
kelijk mensen te zeggen: ga openlijk in tegen
een stroom die veroor/aakt wordt door een als
geheim genootschap werkende demagogen-dub ?
Ik niet, meermalen hield ik daarvan zelfs deze
en gene terug door hem te wijz.n op zijn toe
komst, op zijn vrouw en kinderen die hij i.iet
mocht opoil'ijren aan ... nu ja, aan wat
cig.nlijk? Is de kool het sop waard? In mijn oog
niet, waar ik thans weer rustig tnuis zit zijn
de belangen die volgens u op 't spel staan
niot bij machte om mij naar buiten te lokken.
Indien ik ooit weer ga strijden voor 't geen
naar mijn meening waarheid en recht is. zal
het doel waanoor ik mij waag ten minste de
te ontvangen wonden waard zijn. Zelfs vond
ik het van velen zeer onvoorzichtig dat zij. nu
de stemming in strijd met het reglement
openlijk was. durfden stemmen tegen de bekende
motie over den persoon van Paap, verwonderd
heb ik mij dat bijna de helft niet voor stemde.
t" ergert het kennelijk wanneer de duivel
vliegen eet. Mij niet. ik bedenk dat hij dit
alleen doet als hij in nood zit, wanneer de
zaken overigens slecht gain, en verheng mij
over dien nood.
Wat uw verdere vragen betreft, dit.
De candidaat notaristen hebben een bond.
Hoe die zal zijn moeten zij zelf weten, zij, niet
gij en niet ik moeten dat beslissen. Ik werd
gekozen tot lid van het hoofbestuur en toen ik
op een gegeven oogenblik gerechtigd was als zoo
danig heen te gaan zou het volgensde meest gang
bare meer ing misbruik van vertrouwen geweest
zijn, wanneer ik het mij verstrekte mandaat niet
even netjes en voorzichtig weder teruggaf als
het mij eerst was overhandigd. Zoolang ik lid
was van het hoofdbestuur, moest ik spreken
ook a! wilde ik niet. Nu ik door heen te gaan
het recht tot zwijgen heb verkregen moest ik
zwijgen indien spreken in 't nadeel is van den
l'ond zovak de Kandidaat dien u:enfcht. Nooit
zal ik het in mij gestelde vertrouwen gebruiken
om er de Broederschap zij moge zijn zooals
zij wil mee te lijf te gaan.
Zoodat, zelfs indien ik iets te zeggen wist.
ik toch zou zwijgen.
Een kleine onjuistheid in uw brief moet ik
u nog aanwijzen. Niet de voorzitter, doch het
hoofdbestuur (met algemeent stemmen) besliste
dat het Weekblad voor J'rivaatredit enz. te hoog
staat voor het later in de Groene opgenomen
geschrijf van Posthumus. Wij vonden dat er
reeds veel te veel geduld met hem gebruikt
was, cok in dat opzichf.
Amice, het spijt mij dat ons inzicht verschilt.
Ik beweer niet dat mijn standpunt het juiste
j's, alleen maar dat het mij het juiste toeschijnt.
Gij meent dat gij moet strijden, ik sslueer'uw
vlag en wensen u goed succes, doch .... met
een bezwaard hart. Gij weet, ten minste
kunt weten, dat ik wat meer sceptisch ben
ontwikkeld dan gij. Olifanten worden vlooien
en vlooien o'ifanten, al naar het te pas komt;
wist gij het vroeger niet dan weet gij het toch
sedert eenige weken.
Met vele vriendschappelijke groeten en respect
voor uw bedoeling en volhouden,
gaarne t.f.
W. TEN BOK.KEL.
2 e e n
De ijuaestie der geldigheid van fac-similés
als onderteekening eener wisselverbintenis,
heeft reeds meermalen het onderwerp uitge
maakt van procedures voor Rechtbank, Hof
en Hoogen Raad.
Een vonnis der arrond.-rechtbank van Breda
dd. 27 Dec. 1887, in hooger beroep bevestigd
door een arrest van het Hof te 'sBosch dd.
11 December 1888, en opgenomen in Period.
Woordenb. onder No. 784G besliste: Een vol
gens den wil van hem wiens naam het geldt
afgedrukt fae-similéeener handtoekening, heeft
dezelfde beteekenis en kracht als een door hem
eigenhandig gestelde raamteekenirg.
Deze beslissing en de overwegingen, die
daartoe leidden, gaven een expediteur aanlei
ding zijne goederen ter verzending aan het
station der Staatsspoor aan te bieden met eon
vrachtbrh-f, welke als onderteekening hield den
afdruk der handteekening, door middel van
een naamteekeningstempel aangebracht. De
betrokken stationsbeambte vond in de bepaling
van het Alg. Regl. sub art 49, meer bepaald
in de derde bijzondere bepaiing aldaar, vol
doenden grond tot weigering.
Die bijzondere bepaling toch luidt:
»De vrachtbrief moet door den afzender
»on<lerteeken<l zijn, en de duidelijke en
nauw»keurige aanwijzing van den geadresseerde en
>vin de bestemmingsplaats bevatten.
Door«halingen enz."
Ten einde een definitie te verkrijgen van
«onderteekening," en alle onzekerheid weg te
nemen omtrent de uitlegging dairvan, wendde
zich de expediteur, onder overlegging van een
vrachtbrief voorzien van een omlerteekening
met een naamteekeninsstempel, tot den direc
teur-generaal van de Exploitatie-Maatschappij
der Staatsspoorwegen.
In zijn schrijven, wees hij op het feit. dat
de wet nergens uitdrukkelijk eischt een geschre
ven onderteekening des vrachtbriefs, het veld
dus latend aan een ruime opvatting.
Hij gaf als de conclusie zijner overwegingen
te kennen, dat tot de geldigheid van dien
vrachtbrief moet besloten worden, die als
onderteekening draagt de stempeling der
handteekenirg, wijl ook hier, evenals bij de
wisselverbintenis, duidelijk blijkt van den wil om
zijn naamsaanduiding te plaatsen onder de
overeenkomst, die trouwens slechts is als een
uitgebreid adres der goederen.
De beschikking op het gemotiveerd verzoek
schrift luidt als volgt:
De beschikking op het gemotiveerd verzoek
schrift luid als volgt:
«Ten aanzien van het (in dat schrijven)
«gedaan verzcek zij (voorts) als onze ziens
wijze medegedeelde, dat waar art. 10 sub .">,
»'2i alinea van bet Algemeen Reglement voor
->het vervoer op de Spoorwegen, da
oiniortee«kening van den vrachtbrief daar der. afzender
»eischt, wij geen vrijheid vinden als zoodanig
»aan te merken, den afdruk van een stempel,
«omdat voor de spoorwegmaatschappij geenerlei
«zekerheid zou bestaan, dat de persoon wiens
>naam onder den vrachtbrief is gestempeld
«inderdaad dien naam zelf daar geplaatst heeft.
»eri dus willens is eene vrachtovereenkomst
«aan te gaan. Berst wanneer bedoelde
per»?oon zich jegens de Spoorwegmaatschappij
»zou verbinden alle van een dergelijke
naam»stempel voorziene vrachtbrieven als doorhem
;geteekend te zullen erkennen, zou de spoorweg
maatschappij voldoenden waarborg verkrijgen.
'Toch zou ook in dit geval het voorschrift van
>art 49 voornoemd eene dergelijke handelwijze
»wraken en zonden wij die bovendien niet
«kunnen toelaten ter verbinding van (b.v.)
een expeditie-ondernemii g, zonder
uitdruk«kelijke bewilliging aan hare wettelijke
ver«tegen woordigers."
Met dit antwoord op des re quesiranl's
schrijven schijnt, eens voor al, opgelost de
niet van belang ontbloote ([uaestie o:;itrent de
geldigheid der onderteekening van de
vrachtovereenkomst door middel van een
nnamteekening stempel.
Of dat inderdaad een uitgemaakte 3«"V
wezen zal. moet de tijd leeren.
/'.'«» niet
imrlnifidc.Naar aanleiding van een «Brief van Jan
van 't Sticht" in uw blad van 17 Januari, die
mij eerst nu onder de oogen kwam, zou ik
gaarne een opmerking maken.
Niet, zooals daarin werd gezegd, is het te
danken aan den kunstversinggever van de
A". /,'. ('t., dat de kunst in Utrecht meer be
langstelling trekt, maar aan het genootschap:
>Voor de Kunst'', meer speciaal aan mejuffrouw
Etha Fles, die reeds sedert eenige jaren de
vele. waaronder voortreffelijke, tentoonstellingen
organiseerde, zoodat de kunst hier in Utrecht
i dan ook al langer geleden dan de geachte
correspondent meent de zaak uit de oogen
heeft gewreven. En wordt »kunstliefde"
vopgewekt tot nieuwen hartstocht", wat zeker te
hopen is, zoo komt dit eenvoudig door de
concurentie.
l'tr. verslaggever N. Jï. ('f.