De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 17 maart pagina 8

17 maart 1901 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 1238 1913 het hoogste rendement van 2 pCt. is bereikt. De rente der 4 pCt. Leening zal tot 1907 l- i pCt. bedragen en daarna jaarlijks met '/" pCt. klimmen tot 22 '3 in 1913. De rente der 4}£ pCt. Leening zal tot 1907 \% pCt. z\jn en jaarlijks met ?ió pCt. toenemen tot 3 pCt, in 1907. Het aandeel der crediteuren aan de tolinkomsten zal vervallen en ook komen geen voordeelen meer van eventueele verlaging van het goud-agio. Br zal een commissie bestaan, samengesteld uit Portugeezen, Engelschen, Belgen en HolJanders, die voor bet richtige nakomen der verplichtingen zal zorg dragen. Van het jaar 1907 ai' zal de Regeering 100 000 pd. st. disponibel stellen voor delging der schuld, hetzij door verkoop of uitloting, terwijl ook de verplichting tot aflossing der 4 en 4!4 pCt. obligatiën bljjft bestaan ; dit kan ook door inkoop geschieden. Mij dunkt dat voor de portugeesche regeering groote reden van tevredenheid bertaat als deze overeenkomst kan worden getroffan met dat gevolg, dat haar geen verder crediet geweigerd zou worden tot verbetering van het papierdisagio. De Spaansche ministerraad zou zich vereenigd hebben met bet voorstel van den tinan cien-minister tot het schorsen van de zilveraanmunting, vour zooverre deze niet dient tot het slaan van pasmunt. De btukkfn van 5 francs zonden ontmunt worden. Voor 14 dagen is in deze rubriek op uitvoerige wijze de wenschelflkheid van spoedige muntréorganisatie verklaard. Vooreerst zal de regeering wellicht nog te veel drukte hebben met de binnenlandsche beroeringen. Rusland zou bijzonder goede staatsontvang sten hebben over het loopende dienstjaar. Als de diefstal in China door de andere dieven nu maar verdragen kan worden ! Zij riepen bereids: houdt den dief. Zou hij aangehouden worden ? Houders van Iwangorod Dombrown kunnen nog wel wat geduld oefenen, dunkt me; wel licht zal nog gelegenheid komen tot conversie in Russische binnen landsche schuld. Tabakswaarden, in verband met vorige be richten, gunstig gestemd en in goede richting veranderd. Bij de Petroleumstukken blijft de Koninkl\jke de vorst, de voorste ten opzichte van koersverbetering. De hoogste koers was heden 450 pet. Perlak gaat goed. Ook de Java-petroleum kon het goede voor beeld volgen door rijzing van 41 tot 58 il 04 Geen vroolijke dagen beleefde de Ilumeensche Petroleum-Mij. «Amsterdam". Integendeel. De reorganisatie, zoo noodig, wil nog niet gelukken. Ten slotte het prettige bericht voor de houders van nieuwe aandeejen Warschau Weenen, dat de koers van 105 YÏa 108 tot 114Ï4 a 115% gestegen is. Daarvoor is goede reden. Zou nog niet meer te wachten zijn ? Hierover de volgende maal. Dan ook over enkele jaarverslagen. A'dam) Bussum,) M t g T R iiMtiiNiiMiiiiiuimuttiitiiiiiiiMieixiiiiiHiimuiHnniMFa NIEUWE UITGAVEN. Holland-Gulf Stoomvaartmaatschappij te Rotterdam. Vev&laq over het jaar 11)00. liobert Fniin's verspreide geschriften. Afl. 17. Den Haag, Martinus Nijhoff. Letterkundig Maandschrift. Onder leiding van F. A. C. RUYSCH Sejaarg. lOa afi. Februari 1901. 's Gravenhage, M van der Beek. Catalogue d'estampes et de portrait anciens et modernes. Eeoles: hollandaise, francaise, allemande, anglaise. Estampes historiques, Mirurs et Coutumes, Caricatures. Portraits d'Hotnmes et de Femmes célèbres. La Haye, W. P. van Stockum & Fils. Geïllustreerd Weekblad voor Fotografie. No. 10. Apeldoorn, Laurens Hansma. Theorie en prac'.ijk van het Britsche vfiki'ereenigingswezen door SIIWKY en BKATKK-R WEBB, vertaling van HENRI POLAK. Barste deei. Afl. 1. Amsterdam, A. B. Soep. Inhoud van Tijdschriften. Tijdtehrift roor Onderwijs en Opvoeding, 10e en lle afl. : Dr. J. J. Ie Roy (Deventer), Natuurkunde en Scheikunde op de Hoogere Burgerschool; Dr, A. A. Fokker (Amsterdam), Huis, School en Maatschappij; Dr. M. Valeton (Arnhem), Methode van onderwijs in Laty'n en Grieksch ; J. Klootsema (Amsterdam), De school voor achterlijke kinderen te Amsterdam; K. "Westerling (Hilversum), Aansluiting van Lager en Middelbaar Oaderwfjs. JVoso/iómos Tijdschrift der Nederlandsche Vereeniging tot bevordering der belangen van Verpleegsters en Verplegers. Hoofdredacteur : dr. A. Aletrino, Den Te-xstraat 50, Amsterdam. Ie jaarg. No. 5.: Het Ziekenhuis. De Zieken kamer, door prof med. Murtin Mendelsohn te Berlijn, vertaald door Zr. T. Beekhuis: Vacantie, Particuliere verpleging, door Zr. J. C. Valstar ; Honorarium voor Kraamvrouwverpleegsters, door Zr. C. F. Everhardt; Engelsche Verpleeg sters in Zuid-Afrika, door Zr. A. Korthals; Practische opmerkingen; Nederland en de Koloniën; Buitenland; Ingezonden; Brieven bus ; Alphabetische Naamlijst. Krduije's Jl'aentlwf. Geïllustreerd Maandblad voor bloemliefhebbers, bezitters van tuinen, enz.: Kosteloos advies; Over Eucharis; Sleu telbloemen (Primula's) met l af b. ; Arisaema's (met l af b.); Dan nog liever Cactus- Dahlias; Tentoonstellingsplannen; Bloemen bij de begra fenis van Koningin Victoria; Bgricht. Kigen Haard, No. 11: Van den man, die getrouwd werd, door J. F. de Witt, I; de Intocht en de Versieringen te Amsterdam, met afbeeldingen; De Intocht: de Koninklijke Stoet op den hoek van de Raadhuisstraat en de N. Z. Voorburgwal, uitsluitend voor 'igen Haard opgenomen, uit het Koninklijk l'aleis, door de Boek- en Kunstdrukkerij v h Roeloffzen-Hubner en Van Santen ; Wat een journalist van den Intocht zag. Feest-idylle ; Voor onze Amateur-fotografen, door dr. J. E. Rombouts; Onze afbeeldingen; Verscheidengeid. L L E R L E I Voor twee centen «aar Ber lijn ta en terne;, door W. D. BERGHUIS. (Slot.) Het was omstreeks Woensdagavond !) uur, dat ik met mijn trouwen bondgenoot, het valiesje, op het politiebureau te Deventer arriveerde. Ik werd tamelijk vriendelijk ontvargen door een politieagent, die mij onmiddellijk op de onmo gelijkheid attent maakte, om dien avond nog naar Amsterdam te vertrekken. Dan zal ik hier moeten logeeren'', antwoordde ik. Zou hier geen gelegenheid zijn", liet ik er op volgen. O, ja", zeide de ager.t. Dat is te zeggen'', vervolgde ik eenigszins ongerust, toch niet in een hok?'' Hoe meent u V' vroeg de politieman, een weinig uit het veld getlagen. Ik bedoel", ging ik voort, dat ik niet gaarne besmet wil worden. Kunt u er voor instaan", vroeg ik verder, dat het nacht verblijf, dat gij er op rahoudt voor landloopers, rein is?' Het is juist schoon gemaakt!" voerde de man mij ontwijkend tegemoet. Dat bewijst i.iets", antwoordde 'ik; ik ken die nachtverblijven, maar kan ik hier niet in de wachtkamer der agenten op een bank of op een paar stoelen logeeren ?" O neen. dat gaat niet; dat gebeurt cooit; maar spreekt u er met den inspecteur over." Eindelijk verscheen de inspecteur. Ik verzocht dezen, of hij mij niet in staat kon stellen dien nacht hifr of daar proper (e logeeren. ZE. trachtte zich met etn praatje van mij af te maken door te zeggen, dat hij zich hier niet mee kon bemoeien. Nu moest ik wel een weinig optreden. Ik zei, dat ik niet in Berlijn indirect was geholpen door het Nederlandsche consulaat, om in Deventer te worden behandeld ah een landlooper, en dat ik den volgenden dag naar den burgemeester van Deventer zou gaar, om mij te beklagen. Dat hielp. Laat hem dan maar in het voorkamertje slapen," zeide hij tot de agenten. Nu bedankte ik dien heer zeer beleefd, en het kwam uit den grond vaa mijn hart; zoo sidderde ik voor een politiehok. Dat scheen hem eenigszins genoegen te doen. Althans hij voegde aan zijne woorden toe: en roep hem dan maar morgen om zes uur, en koop dan maar een kaartje-Twello voor hem." Ik bedankte hem nogmaals, waarop hij zei: of geet hem maar een kaartje-Apeldoorii", waarna ik hem weder beleefd bedankte. Ik vlijde mij dan neder pp drie stoelen, mtt mi)n hoofd op een tafeltje, na een borstrok uit mijn valiesje te hebben geromen, om dat tot hoofdkussen te improvisceren. Ik was zeer dankbaar, en had goeden moed, dat ik den volgenden dag nog te Amsterdam zou arriveeren, en dacht met innig medelijden aan een armen sukkel Uit Doitinchem, die zeer nederig met de pet in de hand om onderdak had gevraagd, en zich met een logies moest behelpen, dat ik versmaad had, om den volgenden morgen op marsch te gaan naar.... Haarlem. Wél moge hem die wandeling bekomen. Ik verbeeldde mij waarlijk, dat ik in een logement was, en sliep weldra in. Ik was den volgenden morgen bijtijds wakker, daalde van mijn gelegenheidslegerstede en nuttigde, na mij wat gewasschen en gekamd te hebben, mijn uit brood en water bestaand ontbijt. Weldra werd ik opgeroepen om te vertrekken; ik bedankte den hoofdagent of brigadier voor de nette behandeling, en ging met een agent op stap naar het station. Deze kocht een kaartje voor mij, en ik stapte in. Toen ik in den waggon zat, hoorde ik een inwoner van Deventer, die den agent uit pure nieuwsgierigheid scheen gevraagd te hebben wie ik was, zeggen: er komt tegenwoordig toch wat'" Ik spoorde door naar Apeldoorn. In deze plaats was ik gelukkig btkend. Ik richtte mijne schreden regelrecht naar het gemeentehuis, waar men mij vertelde, dat ik te negen ure moest terug komen ik voldeed hieraan na'uuriijk en werd door den inspecteur zeer beleefd ont vangen. Ik hoorde met genoegen, dat hij telephoneerde over de koeten vau een kaartjaAmersfoort. Dat schiet op, dacht ik. Toen ik een poosje in de wachtkamer had vertoef! deelde de inspecteur mij tot mijn teleurstelling mede, dat hij mij slechts kon helpen aan een kaartje-Barneveld. Ik antwoordde bescheiden, dat ik op die wijze dien dag AmsterJam niet meer kon bereiken. Het gelukte mij den inspecteur over te halen, om mij een kaartjeAmerstoort te verschaffen. Ik moest echter nog een poos in de wachtkamer vertoeven, dair er nog direct geen trein vertrok. Wij kregen daar bezoek van twee werklieden uit Amsterdam, die naar Zutfen marcheerden, om daar werk to zoeken. Zij vroegen om brood, en daar mij dit ook reeds beloofd was, werd weldra voor drie personen brood en koffio binnen gebracht. Wij nuttigden dit, naar het mij voorkwam, allen met smaak, waarop de beide arbeiders hun weg vervolgden. De verhouding tuaschen gemeentebeambtcn en hulpbehoevenden was hier zeer humaan. Eindelijk girg ik, na den inspecteur beleefd te hebben bedankt, met een agent op stap naar het station. Deze ram een kaartje voor mij en ik stoomde vol hoop, dat ik dien avond nog te Amsterdam zou arriveeren, naar Amersfoort. Hier vond ik spoedig het politiebureau. Een agent vro?g mij alle mogelijke dingen, die be trekking hadden op mijn identiteif. Daarop liet hij mij alleen om den inspfeteur verslag te brengen over mijn verlangen en mijn persoon. Een poosje la'er kwam hij terug met de ont moedigende tijding, dat ik mij naar Soest moest begeven, om daar hulp te vragen, omdat de gemeente Amersfoort hiervoor te arm was. Ik antwoordde hierop, dat ik met Soest niets te maken had, daar dit dorp niet aan de route Apsldoorn Amsterdam la?, dat ik '2o. niet in staat was met mijn valies naar Soest te loopen, en dat ik, wanneer ik Soest moest aandoen, dien avond niet meer te Amsterdam kon komen, waa bij ik het grootsie belang had. l)e agent liet zich verleiden tot de ondoordachte u.tdrukking: wat hebben wij met da; vreemde volk te maken?" Dit was nu dezen min-ontwikkelden man, die het woord moest voeren voor onwillige superieuren, niet zoo heel kwalijk te nemen. Hij moest toch wat zeggen. Ik antwoordde echter, dat het een conditio sine qua won was, dat de eene gemeente in dezen de hulpbehoevende van een andere gemeente bijstand verleende; dat dergelijk hulpbetoon eigenlijk bij een rijkswet moest ge regeld zijn, maar, dat bij gebreke hiervan, deze hulp natuurlijk van gemeentewege moet worden verstrekt en dat ingezetenen van de gemeei te Amersfoort in dezelfde onaangename omstandig heden konden geraken als ik. Ertin, dit praten was nutteloos; men wees mij eenvoudig af. Onder weg viel mij iets in: ik kon in hooger beroep gaan bij den burgemeester, en ik wist dat deze, jh". mr. Van Asch van Wijk, oudgouverneur van Suriname, zoowat in beginsel overeenkwam met de vereeniging Nederland en Oranje" waardoor ik was geholpen. In de wachtkamer \roeg ik de jutlrouw, die in het buffet stond, of zij ook wist, of de burgemeester van Amersfoort in de stad was. Vraagt u het dien man maar, die daar staat; die zal het wel weten," zeide zij. De bedoelde persoon, antwoordde bevestigend. Toen ik de juffrouw daarop vroeg, welken weg ik moest volgen, om het huis vai den burgemeester te bereiken, bood zich haar zoontje aan, om mij tot gids te dienen. Wij waren er spoedig. Toen het dienstmeif-j 3 opendeed, vroeg ik of de burgemeester te huis was. Gelukkig was ZEd. Achtb. aanwezig. Toen ik daarop vroeg, of ik mijnheer even mocht spreken, nam het meisje mij van hoofd tot voeten op en vroeg aarzelend: wie kan ik zeggen, dat er is?" Zeg maar, dat Barghuis van Amsterdam er is,'' hernam ik, ongeveer op den toon, alsof ik een oude vriend van ZEd. Ach'b. was. Daarop ging zij heen en kwam direct terug met de gelukkige tijding, dat ik maar boven moest komen. Daar gekomen werd ik beleefd ont vangen. Ik zei, dat ik te Berlijn tot aan de Hollandsche grer s was geholpen door de vereeni ging Nederland en Orar j e" en vervolgens lang zaam verder door verschillende Hollandfche autoriteiten; dat de inspecteur te Deventer zoo beleefd was geweest om mij een proper logies to verleenen, en, dat de Amerttoortsche politie mij niet ver-Ier wilde helpen. Wien hebt gij gesproken ?" vroeg de burgemeester. Ik antwoordde: een agent." Daarmee hebt ge niets te maken," hernam de heer Van Asch van Wijk. Gij hebt er recbt op, om den commis saris te spreken. Ga nu maar naar het politie bureau terug, en zeg, dat gij van mij komt, en dat gij den commiosaris wenscht te spreken. Wanneer deze dan niet genegen is u te ont vangen, kom dan maar weer bij mij terug. Ik bedank'e den burgemeester beleefd voor diens advies, en was spoedig weer op hetzelfde politiebureau, waar ik een agent op korten toon toevoegde: namens den burgemeester van Amersfoort moet ik onmiddellijk d?n commis saris spreken." De politiedienaar haastte zich mijne woorden over te brengen. Ik meende goed te doen met een weinig naar voren te treden, doch werd hierin ontmoedigd door een barsch: blijf rlaar staan !'' Ik dacht, nu houd ik mijn mond," wart de commissaris zal zeker in zijn recht staan.' Heb je ook geld?" vervolgde de vriendelijke pMitie-autorit«-it. Ik antwoordde neen" en verheugde mij in het feit, dat ik in de wachtka eer mijn laatste twee cent had verteerd. Onderzoek zijn zakken," gelastte hij een agent. Deze voldeed aan het verlargen van zijn chef en zeide, dat hij niets had gevonden. Ik zal je een kaartje-Baarn verstrekken," hernam de commissaris, en toen kon ik gaan. Deze beschikking viel mij niet mee; daar ik vreesde te Baarn slechts tot Hilversum te «orden voortgetolpen, en ik op die wijze weinig kans had, om 's avonds nog te Amsterdam te komen. Ik wist niet precies, waar ik mij moest plaat sen, in afwacht ng van de dingen, die komen zouden, toen ik uit den droom werd geholpen door den commissaris, die tot ten der agenten zei, wat moet die man daar toch al ? laat hij buiten wachten." Een agent, die wat humaner was dar. zijn chef kwam naar mij toe en zeide: gaat u maar vooruit naar het station, er komt dadelijk iemand om een kaartje te koopen. ' Ik antwoordde, dat ik met een kaartje-Baarn net was geholpen, en dat ik veel lust had, om den burgemeester te verzoeken er iets bij fe leggen, om dien avond nog Amsterdam te kun nen bereiken. Dat kunt u wel laten," merkte de agent op ; want ik heb zelf gezien, dat de burgemeester juist is uitgegaan. Ik vond dat echt aristrocraii.'-ch-diplomatiek, en wendde dus mijne schreden weer naar het station. Ik raakte echter een weinig aan 't dwalen, en toen ik den rechten weg zocht, zag ik den agent die 't kaartje zou koopen. Hij wees mij den weg, en zei, na nog de verzekering van den anderen agent te hebben bevestigd, dat hij direct zou volden. Hij kwam dan ook zeer spoedig na mij in de wachtkamer. Toen hij het k-iartje had, stelde hij tut mij ter hand en ging heen. Een pno^je latf r vertrok ik met den trein naar Baarn. Het was ongeveer half zes, toon ik in dit lustoord aankwam. Het was erg geriefelijk voor mij, dat er een politiepost vlak bij het station was. Ik trof hier weer een welwilienden agent. Hij s'ond mij gaarne toe, om mijn valiesjj daar te laten staan, terwijl hij zicti bereid verklaarde, om mij bij den in specteur te brengen ; doch hij gat' mij weinig hoop. dat ik (en kaartje rechtstreeks naar Amsterdam zou krijgen, dat was nooit gebeurd," zeije hij. Ik had echter eenige hoop, dut het dan dien avond voor het eerst zou gebeuren. Onderweg voeg.le mijn geleider mij toe: laten wij liever direct naar den burgemeester gaan.'' Ik vond dit nog beter. Een eindje verder vroeg ik: wie is de burgemeester?" Ja, dat is een baron," antwoordde de politiebeambte. Dit speet mij geer.szine. En hoe heet die mijn heer?" vroeg ik verder, ,,'k Weet het niet goed." zeide de man, die niet byzond^r vee! nota van namen scheen te nemen; ik geloof Donie of zoo iets." O, dan weet ik het wel," antwoordde ik, dan is het Baron d'Aulnis de Bourouili.'1 Eindelijk kwamen wij aan het huis van den burgemeester. ZKx. stond ons voor d D deur ten antwoord. Ik nam het woord van den politieman spoedig over en verhaalde in korte trekken mijne avonturen. V\at is uw vak V" vroeg de burgemeester. Ik antwoord.Ie, dat ik de tolk was en dat ik alle dagen voor het Rijks Museum stond met een pet mot. een gouden band op en dat halt Amsterdam mij van aanzien kende. Kan die man n;et loo pen V" vroeg de burgemeester aan den agent tot rr.ijn groote bekommering. Ik haastte mij te antwoorden, dat het mij onmogelijk was om te l open, daar ik den geheelen nacht iüden trein had geiden en niet had durv.'i. slapen uit vrees, dat ik verzuimen zou over te stap pen. , En wat moet ik dan met miji. liagige beginnen?" iiet ik er op volgen. Heeft hij b.igage '"" vroeg de burgemeester verwonderd. Ja, mijnheer," antwoordde de agent. In nam het woord weer en trachtte den burgemeester aan het verstand te brengen, dat mijr, heele toekomst er mede gemoeid was, da' ik dien avond nog te Amsterdam zou komen, daar ik ar.ders waarschijnlijk te Hilversum in een poli tiebureau zou moeten overnachten, en dat ik dan aan een zeer onaangename bssmetting zou blootgesteld zijn, iets wat voor mij i.og erger was dan voor menigeen, omdat ik dage lijks met njne lui moest omgaan. Ik voegde hierbij, dat ik ook Eiet gaarne h.nger dan hoogst noodig was op kosten van ver.-chillendc gemeenten wiUe leven, daar het vreemdelin genverkeer op dat tijdstip te Amsterdam zeer druk was, en ik dus alle kans hal den vol genden dag een paar gulden te kunnen ver dienen. Nu, geet hem dan maar een kaartje rechtstreeks naar Amsterdam.'" zeide ih- hu mane baron. Ik bedankte den burgemeester atnurlijk zeer beleefd en verwijderde mij met den agent. Deze verbaasde zich over mijne welsprekend heid en zei, dat hij zoo iets nog niet had be leefd. ..Dat treft u net," vervolgde hij. ..U kunt nog juist met den sneltrein naar Amst T'.lam." Omstreeks zeven uur arriveerde ik wi-er in de hooflstad en ik was vreemd te moede, dat ik zonder geld zoo spoedig weer terug was gekomen. Ik was echter mijn kamer kwijt en ik wist niet waar ik dien nacht mijne naar rust verlangende leden moest neerstrekken. Ik zocht maar vooiloopig een caféop, waar ik goed bekend was. Men hoorde mijn e avonturen met belangstelling aan, en teen ik daar een poosje later terugkeerde, had de kastelein vijf tig cent voor mij ingezameld, om dien nacht behoorlijk te kunnen slapen. Dts anderendaags had ik het genoegen acht en een halven gul den te verdienen Hoe dankbaar was ik dat de burgemeester van Baarn mij een kaartje- ; Amsterdam had verstrekt. Op verzoek van den heer C. A. Zelvelder ' te Heerenveen, afgetreden secretaris van de ; L. U. melden wij, dat alle stukken de Unie ' betreffende geadresseerd moeten worden aan den heer A. Iloodhnizen te Enkhuizeri, die voorloopig als secretaris fungeeren zal. J. J. Cremer". Het bestuur der letterlievende vereeniging »J. J. Cremer", te Haarlem, heeft in zijn dezer dagen gehouden vergadering besloten, ter gelegenheid van het '20-jarig bestaan der vereeniging, in den winter van -11)01/190-!, een Internationalen Tooneelwedsfrijd uit te schrijver). Nadere bijzonderheden, betreffende uit te loven prijzen, voorwaarden tot deelneming enz., zullen in den beschrijvingsbrief, die op aan vraag in April a.s. zal worden verzonden, worden bekend gemaakt. UllllllltllllllllllllllllltllllMIIMMIIItlMIIIMMIMinlIIIHlIlllllllllllltlllnltlll IIIIIIIIIMIIIIHIIIMIIHIIIimilllHIIIIIIMItllllIIIIIIIHimilllMllllllllllll Vuile wascli? Vriendschappelijk schrijven aan den We!EdelGeboren heer J. Vriesendorp notaris te Amsterdam, buitengewoon Hit van de Broederschap van Candidaat Notarissen in Nederland en zi?iie Koloniën. Bergen-op-Zoo m, 10 Maart 190 L Amice ! Om meerdere redenen mag ik uw schrijven van '27 Februari 1.1 , oj genomen in No. i'237 van dit blad, niet onbeantwoord laten. De quintessens van uw schrijven is de tot mij gerichte vraag: Wilt gij meehelpen den ontreddenien zielstoestand waarin het lieerschende deel der Broederschap verkeert, tot ords te brengen 't" Tot mijn spijt moet ik u teleurstellen, ziehier waarom. Uw vraag is gebaseerd op de stelling: het heerschend deel der Uroedo;schap verkeert in een ontredderden zielstoestand. Ik laat in het midden d' die stelling juist is; indien echter hare waarheid bewez?n is, zie ik geen ander middel orn dien toestand te verhelpen dan : ut de zielskrankheid van dat heersrherd deel te. cureeren, dus da', deel gezond van ziel te maken, i')f te bewerken dat het zielskranke deel ophoudt te heerst hen. Voor geen van beide doeleinden kan ik mij warm. maken. Ik hel) niet den minsten lust en niema'd kan mij dat kwalijk r.emen als arts voor zielsziekten op te treden, de personen in kwes tie zij:i tot de jaren des onderscheid» gekomen, en moeten zelt weten wat zij willen. Liever nog word ik lid van het Genootschap tot zede lijke verbetering van. ontslagen gevangenen of donateur van Pro Juventute. Evenm'n gevoel ik eenige neiging bet tweede middel aan te wenden. Wai neer de toestar d is zooals u dien voorstelt, dan is dat geen toeval, dan is daar reden voor. Weinig meiuc'ien zijn zoo volkomen afhankelijk, als ju;st de candidaat-notaris Die hceit nooit reciit, voor hem is a'le.i gunst, zijn'ien geboden pijn vervat in het t'tjne gebol: tracht het welbehagen te verwerven van ieder di-i uwe benoem.ng be vorderen of zelfs tegei werken kap, ontstem hem niet door uw gedrag, wees vorrzit'htig, wees zoet!'' De candidaat-notaris kan dat niet holpen maar uitat er rtkeniiig mee honden. Hij moet den eenen eeren om zijn deugd en den. anderen om zijn ondeng.), dien laatste moet hij nog het meest eeren. Gij en ik kunnen gemakkelijk redeneeren, de mate waarin een ander ons kwaad kan doen is ten minste eenigszins beperkt, maar met den normalen candideat is dat ai den', de voorbeel den zijn er te over om te bewijzen dat alleen laster, zonder meer, hem jarenlang kan doen lijden. Hebt gij den moed om tegen een zóó afhan kelijk mensen te zeggen: ga openlijk in tegen een stroom die veroor/aakt wordt door een als geheim genootschap werkende demagogen-dub ? Ik niet, meermalen hield ik daarvan zelfs deze en gene terug door hem te wijz.n op zijn toe komst, op zijn vrouw en kinderen die hij i.iet mocht opoil'ijren aan ... nu ja, aan wat cig.nlijk? Is de kool het sop waard? In mijn oog niet, waar ik thans weer rustig tnuis zit zijn de belangen die volgens u op 't spel staan niot bij machte om mij naar buiten te lokken. Indien ik ooit weer ga strijden voor 't geen naar mijn meening waarheid en recht is. zal het doel waanoor ik mij waag ten minste de te ontvangen wonden waard zijn. Zelfs vond ik het van velen zeer onvoorzichtig dat zij. nu de stemming in strijd met het reglement openlijk was. durfden stemmen tegen de bekende motie over den persoon van Paap, verwonderd heb ik mij dat bijna de helft niet voor stemde. t" ergert het kennelijk wanneer de duivel vliegen eet. Mij niet. ik bedenk dat hij dit alleen doet als hij in nood zit, wanneer de zaken overigens slecht gain, en verheng mij over dien nood. Wat uw verdere vragen betreft, dit. De candidaat notaristen hebben een bond. Hoe die zal zijn moeten zij zelf weten, zij, niet gij en niet ik moeten dat beslissen. Ik werd gekozen tot lid van het hoofbestuur en toen ik op een gegeven oogenblik gerechtigd was als zoo danig heen te gaan zou het volgensde meest gang bare meer ing misbruik van vertrouwen geweest zijn, wanneer ik het mij verstrekte mandaat niet even netjes en voorzichtig weder teruggaf als het mij eerst was overhandigd. Zoolang ik lid was van het hoofdbestuur, moest ik spreken ook a! wilde ik niet. Nu ik door heen te gaan het recht tot zwijgen heb verkregen moest ik zwijgen indien spreken in 't nadeel is van den l'ond zovak de Kandidaat dien u:enfcht. Nooit zal ik het in mij gestelde vertrouwen gebruiken om er de Broederschap zij moge zijn zooals zij wil mee te lijf te gaan. Zoodat, zelfs indien ik iets te zeggen wist. ik toch zou zwijgen. Een kleine onjuistheid in uw brief moet ik u nog aanwijzen. Niet de voorzitter, doch het hoofdbestuur (met algemeent stemmen) besliste dat het Weekblad voor J'rivaatredit enz. te hoog staat voor het later in de Groene opgenomen geschrijf van Posthumus. Wij vonden dat er reeds veel te veel geduld met hem gebruikt was, cok in dat opzichf. Amice, het spijt mij dat ons inzicht verschilt. Ik beweer niet dat mijn standpunt het juiste j's, alleen maar dat het mij het juiste toeschijnt. Gij meent dat gij moet strijden, ik sslueer'uw vlag en wensen u goed succes, doch .... met een bezwaard hart. Gij weet, ten minste kunt weten, dat ik wat meer sceptisch ben ontwikkeld dan gij. Olifanten worden vlooien en vlooien o'ifanten, al naar het te pas komt; wist gij het vroeger niet dan weet gij het toch sedert eenige weken. Met vele vriendschappelijke groeten en respect voor uw bedoeling en volhouden, gaarne t.f. W. TEN BOK.KEL. 2 e e n De ijuaestie der geldigheid van fac-similés als onderteekening eener wisselverbintenis, heeft reeds meermalen het onderwerp uitge maakt van procedures voor Rechtbank, Hof en Hoogen Raad. Een vonnis der arrond.-rechtbank van Breda dd. 27 Dec. 1887, in hooger beroep bevestigd door een arrest van het Hof te 'sBosch dd. 11 December 1888, en opgenomen in Period. Woordenb. onder No. 784G besliste: Een vol gens den wil van hem wiens naam het geldt afgedrukt fae-similéeener handtoekening, heeft dezelfde beteekenis en kracht als een door hem eigenhandig gestelde raamteekenirg. Deze beslissing en de overwegingen, die daartoe leidden, gaven een expediteur aanlei ding zijne goederen ter verzending aan het station der Staatsspoor aan te bieden met eon vrachtbrh-f, welke als onderteekening hield den afdruk der handteekening, door middel van een naamteekeningstempel aangebracht. De betrokken stationsbeambte vond in de bepaling van het Alg. Regl. sub art 49, meer bepaald in de derde bijzondere bepaiing aldaar, vol doenden grond tot weigering. Die bijzondere bepaling toch luidt: »De vrachtbrief moet door den afzender »on<lerteeken<l zijn, en de duidelijke en nauw»keurige aanwijzing van den geadresseerde en >vin de bestemmingsplaats bevatten. Door«halingen enz." Ten einde een definitie te verkrijgen van «onderteekening," en alle onzekerheid weg te nemen omtrent de uitlegging dairvan, wendde zich de expediteur, onder overlegging van een vrachtbrief voorzien van een omlerteekening met een naamteekeninsstempel, tot den direc teur-generaal van de Exploitatie-Maatschappij der Staatsspoorwegen. In zijn schrijven, wees hij op het feit. dat de wet nergens uitdrukkelijk eischt een geschre ven onderteekening des vrachtbriefs, het veld dus latend aan een ruime opvatting. Hij gaf als de conclusie zijner overwegingen te kennen, dat tot de geldigheid van dien vrachtbrief moet besloten worden, die als onderteekening draagt de stempeling der handteekenirg, wijl ook hier, evenals bij de wisselverbintenis, duidelijk blijkt van den wil om zijn naamsaanduiding te plaatsen onder de overeenkomst, die trouwens slechts is als een uitgebreid adres der goederen. De beschikking op het gemotiveerd verzoek schrift luidt als volgt: De beschikking op het gemotiveerd verzoek schrift luid als volgt: «Ten aanzien van het (in dat schrijven) «gedaan verzcek zij (voorts) als onze ziens wijze medegedeelde, dat waar art. 10 sub .">, »'2i alinea van bet Algemeen Reglement voor ->het vervoer op de Spoorwegen, da oiniortee«kening van den vrachtbrief daar der. afzender »eischt, wij geen vrijheid vinden als zoodanig »aan te merken, den afdruk van een stempel, «omdat voor de spoorwegmaatschappij geenerlei «zekerheid zou bestaan, dat de persoon wiens >naam onder den vrachtbrief is gestempeld «inderdaad dien naam zelf daar geplaatst heeft. »eri dus willens is eene vrachtovereenkomst «aan te gaan. Berst wanneer bedoelde per»?oon zich jegens de Spoorwegmaatschappij »zou verbinden alle van een dergelijke naam»stempel voorziene vrachtbrieven als doorhem ;geteekend te zullen erkennen, zou de spoorweg maatschappij voldoenden waarborg verkrijgen. 'Toch zou ook in dit geval het voorschrift van >art 49 voornoemd eene dergelijke handelwijze »wraken en zonden wij die bovendien niet «kunnen toelaten ter verbinding van (b.v.) een expeditie-ondernemii g, zonder uitdruk«kelijke bewilliging aan hare wettelijke ver«tegen woordigers." Met dit antwoord op des re quesiranl's schrijven schijnt, eens voor al, opgelost de niet van belang ontbloote ([uaestie o:;itrent de geldigheid der onderteekening van de vrachtovereenkomst door middel van een nnamteekening stempel. Of dat inderdaad een uitgemaakte 3«"V wezen zal. moet de tijd leeren. /'.'«» niet imrlnifidc.Naar aanleiding van een «Brief van Jan van 't Sticht" in uw blad van 17 Januari, die mij eerst nu onder de oogen kwam, zou ik gaarne een opmerking maken. Niet, zooals daarin werd gezegd, is het te danken aan den kunstversinggever van de A". /,'. ('t., dat de kunst in Utrecht meer be langstelling trekt, maar aan het genootschap: >Voor de Kunst'', meer speciaal aan mejuffrouw Etha Fles, die reeds sedert eenige jaren de vele. waaronder voortreffelijke, tentoonstellingen organiseerde, zoodat de kunst hier in Utrecht i dan ook al langer geleden dan de geachte correspondent meent de zaak uit de oogen heeft gewreven. En wordt »kunstliefde" vopgewekt tot nieuwen hartstocht", wat zeker te hopen is, zoo komt dit eenvoudig door de concurentie. l'tr. verslaggever N. Jï. ('f.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl