De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 7 april pagina 3

7 april 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1241 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. bezitten niet minder dan 27 een uit gemeentemiddelen betaalde openbare bibliotheek. In 1895?96 bejaten dezen een boekenrijkdom van 2,183,621 banden, op een bevolking van 5,86'',000 zielen. Birmingham hieft een bibliotheek van 209,497 banden, Manchester een van 266,514 banden, Leeds een van 191,000 banden, Liverpool een van 179,000 banden. In 300 steden van Groot-Brittanniëvindt men 600 a 700 bibfiotheken, bij het, meerendeel waaraan ook leeszalen behooren. Er valt n openbare biblio theek: in Wales op 94,937 inwoners; in Enge land een op 103708 inwoners; in Schotland een pp 125,812 inwoners; in Ierland een op 276,764 inwoners. Over 't geheel valt in Gr.-Brittanni a bibliotheek op elke 116,000 inwoners. Deze enkele cijfers wijzen er dus reeds op, welke een groote opofferingen men zich in En geland voor dit doel getroost. Maar met cijfers is toch niet alles gezegd. Wat vooral opvalt, is dat men geen offers te groot acht, om deze bibliotheken ook in waardige grootsche gebou wen onder dak te brengen! De openbare biblio theken in Liverpool, Preston, Manchester, zijn prachtige gebouwen, van ruime en frissche zalen voorzien, die een sieraad zijn voor de stad. De meeste bibliotheken hebben verschillende zalen voor couranten, tijdschriften en boeken. En 's avonds kan men daar den werkman, den winke lier en den rijke naast elkander zien plaats nemen om zieh op de hoogte te stellen van de dagelijksche gebeurtenissen en van de litteratuur van den dag.. .. Dat is een schat, welke alleen hij, die bij ondervinding weet hoezeer uien na een dag van werken naar rustige verpoozing ver langt, weet te waardeeren. Maar daartoe is noodig, dat de bibliotheken gratis opengesteld worden gedurende den ganschen dag, en vooral des avonds voor de werkenden ter beschikking zijn! Ongeveer alle openbare bibliotheken in Engeland zijn gratis, en de openings-uren strekken zich uit van des morgens 9 tot des avonds 10 a 11 uur. Zie, dat is het schoone werk van ontwikkeling en opvoeding, 't welk zoozeer de lagere klasse des volks ten goede komt. Sedert in het midden dezer eeuw de eerste stappen gedaan op dezen weg werden gezet, zijn er grootsche en schoone resultaten bereikt; en uitdrukkelijk kan worden geconstateerd, dat juist daar, waar de gemeente besturen als zoodanig zich vóór de zaak hebbeu gespannen, de bibliotheken het best zijn ingericht. Zeker er zijn veel schenkingen voor dit doel gedaan millioenen zijn door groot kapitalisten daarvoor besteed. Maar die schen kingen komen eerst dan, indien men ziet, hoe zeer deze instellingen van gunstigen invloed op de volksontwikkeling zijn! Daar is echter ontzaggelijk vél tot stand gebracht ook zonder schenkingen en thans heeft het bibliotheeken leeszaalwezen zich in Engeland onafscheidelijk met het volksleven saamgeweven waarvan het volk in zijn sociale en industrieele leven de goede vruchten plukt. De overige landen staan bij Engeland ver ter achter, maar toch is ook daar voor ons land nog menig goed voorbeeld te oogsten. Berlijn bezit reeds lange jaren de Volksbibliotheken," die wel eenige overeenkomst vertoonen met onze »Nuts"-bibliotheken; echter waren door de Vereeniging van welke deze uitging, ook reeds twee leeszalen geopend. In 1895 echter werd ook door de stad Berlijn een openbare bibliotheek en leeszaal geopend, welke jaarlijks uit de gemeentekas 3000 mark ontvangt. Boven dien worden echter ook de Volksbibliotheken vanwege de gemeente gesubsidieerd, zoodat zij daarvoor in 1898?99 uitgaf de som van 55,835 mark. Sedert het vorige jaar is bovendien nog ge opend een bibliotheek met twee ruime leeszalen, welke voor ieder toegankelijk is en die aan ieder, die bewijzen kan dat hij inwoner van Berlijn is, boeken mee ter lezing naar huis geeft. Deze inrichting is gesticht door den boek handelaar Hermann Htymann. Op dit oogenblih zijn er in Btrlijn 27 volksbibliotlieken, 2 stads leeszalen en de straks genoemde Heymanninrichting. Frankfort bezit eerstens een openbare biblio theek met 11.000 banden, dan een groote lees zaal, waarin 165 dagbladen en 169 tijdschriften voor iedereen ter beschikking liggen. Elk dezer beide inrichtingen genieten een subsidie van de IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHII cf&itill&lton imiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiniini DE DRIE PRETENDENTEN DOOR W. E. N O R RI S. (Slot.) Een van de drie viel dit lot te beurt, zoo zeker dat er geen twijfel aan bestond. Londen wordt wat een scherpzinnig man als Hawley had moeten weten hoe langer hoe conser vatiever, en zijn geitvanceerd programma vond geen genade in de oogen van stemgerechtigden, die eenmaal beslist radicaal waren. Ik woonde een paar van zijne meetingen by, waar ik zeggen moet dat hij uitstekend sprak, en hoe wel ik zelf een droge, oude Tory ben, vond ik dat hij die totale nederlaag niet verdiend had. Maar Gladys dacht er blijkbaar anders over, want denzelfden dag, toen de uitslag der stemming bekend geworden was, hoorde ik van hare moeder dat zij hem bedankt had. Ze zegt dat ze hem gewaarschuwd heeft," aldus lady Lyndon. Ik heb geen begrip van zulk een zachtzinnigheid, maar ben ten minste blij dat die ramp van my is afgewend, een burgerlijke schoonzoon te krijgen! Als nu van avond mr. Pope's tooneelstuk geen opgang maakt, zal ik weer rustig ademhalen.'' Had men ook Pope vooraf gewaarschuwd? Ik kon het niet gelooven, hij was veel te fijn gevoelig voor dergelijke afspraakjes boven dien zou hy hebben kunnen antwoorden dat deze proef niet gold. Als letterkundige had hij zy'n sporen reeds verdiend; geen mensch die hém een prul kon noemen; enkel als schrijver voor het tooneel zou hij thans de proef door staan. Met dat al was hij blijkbaar geagiteerd toen wy bij lady Lyndon in St. George's Place vroeg gingen dineeren, eer we ons opmaakten om naar den schouwburg te gaan; nooit had ik hem zoo geagiteerd gezien, en stellig was het niet enkel uit bezorgdheid hoe het publiek zy'n stuk zou ontvangen. Wat men ook van Pope mag zeggen, ieder die hem kent zal toestemmen, dat hij verre boven het oordeel staat van een publiek, wiens goed- of afkeuring hem altyd vry koud gelaten heeft. Maar in de paar minuten toen hij en ik na tafel een cigarette rookten en de dames haar avond mantel gingen omslaan, deed hij mij een vraag, die ik nog al veelbeteekenend vond. Williams," hy' boog zich over de tafel naar gemeente van 6000 Mark per jaar. Bovendien is er dan nog een stads-bibliotheek, die ook geheel door de stad wordt voorzien en onder houden. Barmen bezit een stadsbibliotheek met 17,000 banden; Brunswijk telt 6 volksbiblio theken, Breslau 5; Hamburg bezit een openbare bibliotheek met 9000 boeken en heeft daaraan eveneens een openbare leeszaal verbonden; Leipzig telt 5 volksbibliotheken en 2 openbare lees zalen; Munchen heeft ereneens een stadsbibiiotheek en stads-leeszaal. De Saksische regeering keert jaarlijks 50,000 Mark uit, tot steun voor het bibliotheekwezen, en juist dóór die siaatshulp, die thans vroeger in geringere mate reede 23{jaren in toepassing is gebracht, is het aantal bibliotheken in het koninkrijk gedurende de laatste 18 jaren reeds vervijfvoudigd. Nürnberg opende in 1897 een openbare leeszaal met 1600 boeken. Daarvan werd zulk een druk gebruik gemaakt en de sympathie was zoo algemeen, dat thans het aantal boeken reeds tot 15.000 vermeerderd is; maar dat zou niet kunnen, indien niet de stad elk jaar een som van 5000 Mark ter beschik king stelde van deze inrichting. De regeering van Denemarken keert elk jaar 14.000 kronen uit voor dit doel, welke som aan 126 landelijke en 33 stedelijke bibliotheken ten goede komt. De stad Parijs gaf in 1895 daarvoor 290,700 Francs uit. Van de 74 gemeenten in het Seinedepartement zijn er nog slechts 5 zot der open bare bibliotheek. Ik mag van de redactie niet al te veel van hare kostbare ruimte vergen, om aan deze feiten en cijfers, sprekende voorbeelden van de voort schrijdende ontwikkeling op dit gebied, nog honderden andere toe te voegen. Het boven staande is ongetwijfeld ook voldoende, om te doen zien, dat inderdaad ons land nog de eerste stappen op dien weg moet doen. Want ik herhaal wat ik in den aanvang reeds zeide: dat dateene, wat door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" op het gebied van het bibliotheekwezen is tot stand gebracht, slechts in verre betrekking staat tot zulke inrichtingen, als welke in Amerika, Engeland en vele steden van Duitschland thans bestaan. Dit is tot het Nut reeds hierom geen verwijt, omdat het eenige wat er bestaat, door laar is gesticht. Het. is ook mij bekend, dat sommige afdeelingen flinke boekerijen hebben, al treft men onder de rijen banden ook een ontzettende hoeveelheid ballast, verouderd goedje en ondoel matig materiaal aan. Ik weet dat bij onder vinding. Waar zij evenwel noch van den Staat, noch van de gemeente, ooit eenigen oancieelen steun voor dit doel heeft genoten, kon zij ook onmogelijk zooveel tot stand brengen als wel gewenscht ware. Maar al erken ik ook het goede nut, wat sommige harer boekerijen afwerpen voor die arbeiders, die de moeite doen, hare boeken 1e lezen hoe weinig beantwoorden deze inrich tingen ^im ganzen" aan haar doel? Eerstens: haar middelen zijn zeer beperkt. Daardoor moet ontzettend veel nieuw en goed werk, onaangekocht blijven en daarmee schiet men reeds te kort in het voldoen aan de eerste voorwaarde eener behoorlijke bibliotheek. In groote steden, als b.v. Rotterdam, is dit nu wel in mindere mate het geval, doordat men beschikt over een groot ledental, maar ik zelf lieb jaren lang gebruik gemaakt van een plattelands-bibliotlieek, waarin nu totaal geen nieuw werk aanwezig was, allemaal litteratuur van vóór '80, Stuiversniagazijnen enz, Maar de hoofdzaak is : dat overal de eigenlijke leeszalen ontbreken! Regel is thans, dat of gratis. of tegen zeer kleine vergoeding, boeken mee naar huis genomen kunnen worden. Slechts zel den heeft echter de gebruiker eenigen invloed op de keuze: in de meeste gevallen wordt hem een boek ter hand gesteld, het eerste het beste wat der bibliothecaris voor de band komt. De groote gebrekkigheid van dit stelsel treedt al dadelijk op den voorgrond. Eerstens is de heele tijdschriften-litteratuur voor gebruik uit gesloten. Komen ze al in de rij te staan, dan is het toch niet eerder dan na afsluiting van den jaargang, terwijl juist die litteratuur hare groote waarde heeft, indien men haar op de tijdstippen dat de daarin behaundelde vraagmij toe heeft dat meisje een hart, ja of neen ?" My dunkt, dat zal jij beter weten dan ik," was mijn etnigszins ontwijkend antwoord. Ik weet het niet," mompelde hij, ik mag gehangen worden als ik het weet!/ Toen beheerschte hy zich en voegde er op onverschilligen toon bij: Niet dat het er veel op aan komt; alleen als een psychologisch probleem zijn zulke karakters alt ij d interessant voor mij." Ik zal de laatste zijn om het belangrijke van psychologische problemen te ontkennen, toch, als iemand die jaren lang een trouw bezoeker van de comedie is, waag ik het te betwijfelen of een stuk, . waar niets speciaals in behandeld wordt, dat noch tragisch noch komisch is, veel kans heeft het publiek in extase te brengeu. Pope's stuk had niets om het lijf, en bracht de toeschouwers niet in extase. De dialoog was beschaafd, geestig, vol snedige zetten; het geheel zat goed in mekaar, maar er gebeurde niets bijzonders met de personen, die praatten en redeneerden, tot men dacht wanneer ze nu eindelijk eens op zouden houden. Pope is in de uitgaande wereld zoo bekend, en heeft zooveel vrienden onder letterkundigen, schilders enz., dat de stalles vol bewonderaars van hem zaten. Uit de loge, waar ik achter lady Lyndon zat, had ik juist het oog op hem, en ik merkte wel hoe graag ze 't mooi wilden vinden, maar eigenlijk niet begrepen waar hij heen wou. De eerste akte had een succes d'estime; de tweede, die einde loos lang was, had merkbaar minder applaus, terwijl het eind van de derde en laatste maar al te duidelijk een verademing was voor het vermoeide publiek. Het stuk maakte niet be paald fiasco, doch hoe men het uit welwil lendheid ook mocht zien te plooien, succes had het niet. Dat zijn er twee,1 klonk de leuke opmer king van lady Lyndon, toen zij de breede trap afzweeide. Ik geloof het ook," stemde ik met haar in, ofschoon ik eerlijk gezegd niet begrijp waarom het zoo wezen moet. Maar de rechtvaardigheid heeft bij uw sekse nooit in een goed blaadje gestaan!" Pope nam zijn nederlaag als dit woord op zijn plaats is bij iemand zoo weinig ver slagen als hij merkwaardig philosophisch op. Wat hem zoo ver doet staan boven de meeste stervelingen is dat hij nooit uit zijn humeur raakt, nooit een aanmerking kwalijk neemt, of dankbaar is voor een complimentje. stukken actueel zijn, ontvangt. Zoo is ook uit gesloten de dagblad-literatuur, die toch voor den modernen mensch. welke wil meeleven met zijn tijd, een noodzakelijke behoefte is gewor den ; en het beste middel is, om de lezer wiens geest door het voortdurend verslinden van inferieure roman-literatuur, weer wat gezond heid, frischheid te schenken en hem op pooten te helpen. Dit alles ontbreekt ten eenemale en het ergste is, dat de werkman, die dorst naar ken nis, en die er voor terugschrikt ou reuzenboeken te doorwerken, die bovendien niet meer van waarde zijr, hieraan nergens anders kan voldoen dan iu de kroeg, waar alle rust en kalmte, de voorwaarden om ook te genieten van het, lezen, ontbreekt. Het huisgezin van den arbeider is bovendien ook voor liet genieten van lezen en leeren, in de meeste gevallen niet geschikt; in de steden zoo min als op het platteland. De omstandig heid dat men feitelijk maar n woonkamer heeft, waarin dan alles wat. de huishouding aangaat, moet gebeuren, maakt, dat van vrucht baar lezen geen sprake kan zijn. Vrouw en kii.deren bewegen zich rondom hem met de noodige drukte, en dan is er van kalmte reeds geen sprake meer. Buitendien, bij hoeveel dui zenden arbeiders, die o! zoo gaarne zouden willen lezen, onderzoeken, wordt deze lust als 't ware neergedrukt door stroef, schamel interi eur, door gebrek aan een plaatsje om zich in hoekje waar ook licht i?, af te zonderen, zonder gevaar te loopen, dat het geleende wordt be vlekt en bemorst. Men moge voor zulke dingen de schouders ophalen desniettemin verzeker ik, dat zij alle van grooten invloed zijn. Ook de liefde voor lezen, voor weten en gevoelen van het lezen, wordt maar zelden aangeboren ; ze moet opgezocht, gekweekt en »erzorgd worden, ze moet ruimte en licht hebben dat zijn de sappen om te leven. En dan wordt ze een factor in de opvoeding der arbeidersmassa, die niet gemakkelijk onderschat kan worden ! Daarvoor is noodig: het openen van openbare, vrije bibliotheken, met leeszalen ! Noodzakelijk is, dat op den duur de Staat en de Gemeenten zich deze zaak aantrekken; want de opvoeding der volwassenen is evengoed een zaak van hoog gemeenschapsbelang, dan welke andere ook. En te dezen opzichte is het nog maar treurig gesteld. Amsterdam, noch Den Haag, noch Rotterdam geven voor dat doel een noemenswaardige som uit. Van Rotterdam weet ik het 't best. We bezitten hier de Nutsbibliotheek, waarvan ik daar straks reeds 't een en ander in 't algemeen heb gezegd ; dan het Leeskabimt, uitstekend ingericht, maar volstrekt niet met de bedoeling, dat ook de mindere klasse daarvan zou kunnen profiteeren; een inrichting, geheel overeenkomende met het Amsterdamsche Leesmuseum. Dan: de gemeentebibliotheek. Daarover veel te zeggen acht ik hier niet noodig. Ze is tot nu toe ondergebracht geweest in de benedenzalen van het museumBoymaiis; ze bezit een schat van.... oude boeken, g' scliiedenis, natuurkunde, staatsweten schappen, religie; ze telt heele stapels «Staats couranten", Handelingen, Gemeentezaken.... Maar de schoone letteren vinden hun eenige representanten in de immer afwezige werken van Buskea Huet en enkele tijdgenooten; wat ia dien tijd verschenen is, is te sporadisch aanwezig om er den draad der ont wikkeling van de ouden'' tot de jongen" in terug te vinden ; en de jongen", Nederlanders en buitenlanders, ontbreken er geheel. De literatuur over het sociale vraagstuk, welke juist in onzen tijd zoo gretig wordt gelezen, wordt totaal verwaarloosd de eenige brok stukken op dit gebied leveren de zeer abstrakte en gedetailleerde . dissertaties, die nu en dan... geschonken worden. Belletiie ontbreekt geheel ! Wanneer ge den beleefden bibliothecaris vraagt om een of ander werk van actueele waarde, dan... zoekt hij ijverig, dan is hij gelukkig, eens 'n klant te hebben maar steeds keert hij zuchtend niet leese handen terug; de weinige subsidie van den Raad was te gering, en moest geheel besteed worden om de rubriek «VaderJaudsche geschiedenis" bij te houêii! Maar het bedroevendste is, dat, terwijl met betrekkelijk weinig kosten hier een fl,nke bibliotheek geHij moest na afloop met de voornaamste acteurs en actrices foupeeren; hij ging dus niet mee naar St. George's Place, waar een eenvoudig soupeetje ons wachtte. Onder het terugrijden kon ik niet nalaten te zeggen dat ik zijn zelfbeheersching en kalmte bewonderde, maar Gladys gaf op hitsen toon te kennen dat zij zijn houding geheel anders uitlegde. Hy is zoo verbazend ingenomen met zich zelf," verklaarde zij, dat hij onze bewonde ring niet noodig heeft! En dat is maar goed ook, want op de mijne hoeft hij niet te rekenen. Ik vond het stuk van a tot z dood vervelend; en u ook, mr. Williams, al zult u dit, natuurlijk, niet willen bekennen! Het is allemaal mooi den mond vol te hebben van het genie dat niet gewaardeerd wordt, maar ik beweer dat wie werkelijk knap is er wel komt ook !" Ik was zoo vrij te vragen of zij dacht dat de jonge Cbarrington den volgenden dag zijn race te Sandown winnen zou. Want," voegde ik er bij, ieder zal u zeggen dat zijn kenriis van de rijkunst buiten kijf vaststaat. U zult het hém toch niet wijten als hij niet mér uit dit paard kan halen dan er in zit.'' O, dat is juist het verschil tusschen mr. Pope's Pégasus en zijn half gedresseerd paard," ant woordde zij. De een is met zorg gekozen, de ander moet genomen worden voor wat hij waard is, op 't oogenblik zoowat zestig guinjes, hoor ik. Als mr. Charrington tegen een hek aan rijdt, zal ik het beschouwen als een flater die feitelijk een duur gekochte overwinning is." Charrington bleek ook in de comedie te zijn geweest en ook bij lady Lyndon te soupeeren te zijn gevraagd, althans toen wij aan het huis kwamen, vonden wij hem op de stoep op ons wachten. Ik nam op zijn gezicht een trek van heimelijke voldoening waar, dien bet hem niet gelukte voor mij te verbergen. . Gladys vroeg hem of bij zich erg verveeld had, waarop hij aarzelend antwoordde: Ja ... wel een beetje." Nu, ik heb mij ook verveeld," hernam zij. En mr. Williams ook; en iedereen. Laat ons elkaar de hand gsven!" Wij waren vroolijk en gezellig samen. Ik gelooi niet dat een van het gezelschap behalve uw onderdanige dienaar, met medelyden dacht aan den armen Pope. Ik had met den jongen te doen, omdat ik een oud man ben en de zaken beoordeelen kan zonder mij er het harnas over aan te jagen; maar natuurlijk was het niet waarschijnlijk dat Charrington, die met mij mee liep toen we afscheid hadden genomen, iets voor hem voelen zou. Zoodra de deur achter ons gesloten was, schapen had kunnen worden, de autoriteiten alles zóó schijnen te hebben geregeld, om.. de arbeiders en kleine ambtenaren te weren! Er mag in dat gebouw des avonds geen licht branden ! Een bibliotheek dus, die... 's avonds gesloten is! Klinkt het niet als een paradox ? Dat is niet alles : de eenige uren van opening zijn : des Dinsdags en 's Zaterdags van 11?3 uur. Juist uren dus, die het voor den arbeider onmogelijk maken er gebruik van te maken ! En om nu de kroon op 't werk te zetten, is in het vorige jaar ook nog een belangrijk deel geconfiikeerd door het archief. Dat is natuurlijk een zeer lokale zaak: maar zij werpt toch een eigenaardig licht op de liefde, welke onze hedendaagsche stadsautoriteiten voor zulke instellingen koesteren ! Want ik denk, dat het op vele andere plaatsen wel niet beter gesteld zal zijn. Het eenig goede is : dat er, of op particulier initiatief met gemeentehulp, of geheel van gemeentewege, openbare bibliotheken worden opgericht, met zalen, n of meer, waar tijd schriften en zoo even mogelijk ook couranten ter lezing liggen ; vereischte ''s daaibij, dat voor het publiek alles gratis is: het gebruik der leeszaal zoowel als de boeken die mee naar huis genomen worden. Daarbij moet natuurlijk afgestapt worden van de oude idee, dat in een dergelijke boekerij voor het volk geen belletrie zou behooren ; wel degelijk behoort ook dit er bij ; maar dan niet slechts oude prullen, maar ook van het beste en schoonste op dat gebied. En dan is het volstrekt niet noodig, dat men zoo erg in 't groot begint: met bescheiden middelen kan worden aangevangen op den, daar even genoemden zuiveren grondslag, en wanneer dan slechts de hand er aan gehouden wordt, en men doet zijn best, de aandacht der arbeiders er op te ve tigen, men stelt de inrichting b.v. vooral des avonds open, dan zal het succes wel van dien aard ZIJD, dat men zich spoedig tot uit breiding verplicht en gerechtigd ziet. Nu zegt men wel eens; och kom, de arbeiders en zij die met hen gelijk zijn te achten, stellen er geen belang in. Wie dat zegt, oordeelt naar den schijn. Wie onder arbeiderskringen bekend is, weet, dat er een noemenswaardig percentage is, welke bij een weinig aanmoediging alle lust capiciieit tot ontwikkeling en begrijpen aan den dag zouden leggen, en die nu als 't ware gees telijk versmoren in de groote massa, omdat de geschikte gelegenheid en de aanmoediging ont breken ! In dat opzicht dus, wat leerzalen, ilinke gebouwen en openbare, vrije bibliotheken aan gaat en dat bedoelde waarschijnlijk mr. Falkenburg ook is ons land inderdaad zeer, zeer ernstig verwaarloozing te verwijten. Wat in andere landen als zeer belangrijke factoren voor de opvoeding en vorming der groote massa is gebleken, daarvoor zetten hier de publieke besturen geen voet dwars. Eu toch moet het dien weg op ! Daar worden jaarlijks schatten van literatuur verzameld, schatten van schoon. beid, wetenschap, kunst, kennis; en al die schatten, die met betrekkelijk zoo weinig moeite onder het bereik der volksmassa zouden kunnen worden gebracht, waaruit het zulke krachtige gevoelens, zooveel genot en kennis zou kunnen putten zij blijven nu het privilegie van ne klasse, wier maag door den overvloed bovendien zoo bedorven wordt, dat haar smaak ten eenenmale van streek raakt, eu zij het prikkelende maar al te dikwijls de voorkeur geeft boven het schoone. Op welke wijze kan er voor ons land een begin mee worden gemaakt? Ziedaar een vraag, die ik niet kim beant woorden. Zeker zou de pers, de groote en de kleine, in dezen veel kunnen doen. Maar ondienstig ware het toch ook niet, indien de zaak eens in Raad of 's Landsvergaderzaal, in welken vorm of door wien dan ook aan de orde kwam. Natuurlijk kan van deze twee stukjes het doel slechts zijn, de kwestie, die mij van zoo groot belaug voorkomt, onder de openbare aan dacht te brengen. K o 11 e r d a m. S. stak hij van wal en vroeg mij op den man af: Zeg eens, mr. Williams, wat deiikt , gelooft u dat ze 't in ernst meent? Een poos geleden heeft ze me, al gekheid makend, ge zegd, dat ze zich voorgenomen had er de proef van te nemen, wie van ons drieën de beste was Hawley, Pope of ik, begrijpt u ? en dat, aangezien de tijd van tournooien voorbij is .. ." Hij zweeg, als wist hij zelf niet hoe het mij te vertellen, en ik antwoordde; Nu ja mij vraagt, wil ik je wel zeggen: ik geloof dat ze 't meent; in zoo verre dat ze op jullie geen van drieën bijster gesteld is. Hawley is tegen de conservatieve partij óp getornd, en netjes uit het zadel gelicht; Pope heeft geprobeerd wat hij kon tegen de tooneeicritiek, en ligt morgen, in de kranten, in het stof te bijten; jij blijft nog over om morgen met je paard een ongeluk te krijgen bij je eersten sprong over een hindernis." O, maar dat gebeurt zeker niet!" viel Charrington hier vol vuur op in. Stoffel zal 't er best afbrengen al ik hem begaan laat; de vraag is maar hoe ver hij van de eindpaal zal zijn als de prijs gewonnen is." Het zal hem gaan als zijn jockey," hernam ik, om den jongen man voor te bereiden op een teleurstelling, die hem stellig en zeker wachtte, ik vrees dat jij een heel eind van de paal zult blijven staan, hetzij je behoort tot de drie eersten, ja of neen!" Den volgenden dag, te Sandown, verzekerde ieder die er over oordcelen kon mij, dat Charjington geen kans had; en inderdaad, toen ik het leelijke paard zag, dat hij bereed en dat zijn naam eer aandeed, bad ik niet veel zin iets op hem te wagen. Toch deed ik het, uit beleefdheid, en 't speet me later genoeg dat het niet meer geweest was, want het onver wachte geschiedde, en een allerzonderlingste samenloop van omstandigheden deed hém den prijs behalen ! De grond was, door aanhoudende stortbuien heel den vorigen nacht, in een allerslechtsten toestand; de eene ruiter na den andere kreeg een ongeluk, doch Stoftel sukkelde geleidelijk voort en kwam, zonder een enkelen faut pas, kalmpjes aan den eindpaal. Ik stond juist achter Gladys, en kon de verzoeking niet weerstaan haar in het oor te fluisteren: Nu zit je er mee!! Ik ben ben benieuwd hoe je je d;iar uit redden zult!" Wie heeft u gezegd dat er quaestie is van uitredden"?" antwoordde ze. Mij dunkt, u zult zelf bekennen dat mr. Charrington beter zijn doel weet te bereiken dan uw vriend mr. Pope?" Werkelijk bleek mij dat zij er niet aan dacht LTTCIICN Muziek in de Hoofdstad. Met een zeer schoone uitvoering van Mendelssohn's Athalia-ouverture werd hetabonnementaconcert in het Concertgebouw, op 28 Maart geopend. Toch kon ons de mooie uitvoering niet doen vergeten op te merken dat de con ventie in dit opus een groote rol speelt en dat daarom dit werk, dat vermoedelijk nooit byzon der hoog in aanzien gestaan heeft, thans geheel verbleekt is en verre beneden de andere ouver tures van Mendelssohn gesteld moet worden. Beethoven's zevende symptonie werd niet minder mooi gespeeld. Als my hiervan de beide middengedeelten het best bevallen heb ben, dan is het omdat ik daarin het meest my'n eigen gewaarwordingen teruggevonden heb. Het eerste gedeelte verdraagt naar myn opvat' ting niet de herhaalde tempovertragingen die de heer Mengelberg daarin aanwendt. Me dunkt dat ze ook vry wel in strijd zijn met den «wonnigen Uebermuthe der Freude" en met de ?bacchantische Allmaeht" waarvan het pro grammaboek gewaagt. Het Finale werd naar myn gevoel te snel genomen. Als Wagner zegt: »Lasst ons bis in das Jauchzen, in den Wahnsinn der Wonne gerathen'' dan voegt hu er ook bij »aber stets verbleiben wir in dem Bereiche erhabener Extase". Dat laatste mocht mij nu niet gelukken. Veeleer heb ik verbazing ge voeld over de mogelijkheid dat de toch reeds zoo snelle figuren door het orchest in zulk een razend tempo konden worden uitgevoerd. Mevrouw Fleischer?Edel uit Hamburg was de zangeres die als soliste hare medewerking verleende tot dit concert. Zij zong van Wagner de Elisabeth-scène uit den Tannhiiuser »Dich, theure Halle, grüss ich wieder" en »Isoldes Liebestod"; voorts een drietal liederen »Vor meiner Wiege" van Schubert, »Die Loreley" van Liszt en »Sehnsucht" van Hofmann. Met de liederen heeft mevr. Fleischer?Edel wel het meest succes behaald. Hare voordracht is warm en gevoeld, doch heeft eene neiging tot sentimentaliteit, die in de liederen niet misplaatst was. Deze eigenschap kwam aan den Liebestod echter niet goed te stade; daarom heeft dit nummer dan ook veel minder gepakt dan gewoonlijk. In Wagner's Tannhauserscene imponeerde mevr. Fleischer door haar schoon en machtig orgaan, dat ook in de hoogte van groote welluidendheid blyft; de hooge b aan het slot, straalde in volle pracht. Het was hoogst merkwaardig op dit concert het verschil waar te nemen tusschen de op vatting van den heer Mengelberg en die van Felix Mottl, ten opzichte van Wagner's Tristanvoorspel en «Isoldes Liebestod". Dat het orchest ook in deze fragmenten een heerlyken klank ontwikkelde behoeft nauwelyks vermeld te worden. Zondag 31 Maart had in het Concert gebouw eene uitvoering plaats van Bach's Mattheus-passion door de Amsterdamsche Toon kunst-afdeeling. Op nieuw is een groote me nigte gekomen onder den machtigen invloed van het geweldige genie des Leipziger Thomas cantors. Want, van welke zijde men het heerlijke werk ook beschouwt, men wordt steeds in de hoogste mate getroffen door het diepe gevoel dat ons uit iedere muzikale phrase tegenstraalt en door de meesterlijke behandeling van zang stemmen zoowel als van orchest. Van dit laatste heb ik ditmaal byzonder genoten. De kiank van dit Bach'sche orchest, zonder toe voeging van andere instrumenten, was over heerlijk. De expressie in de orchest-solo's is zoo buitengewoon groot, dat men thans nog verstomd staat van zooveel, dat men thans modern zou kunnen noemen en dat bij muziek die reeds 170 jaren telt. Wat de heer Andr Spoor ons in zijne heerlijke viool-solo bij de Alt-aria «Erbarme dich" te genieten gaf, mag als een uitgelezen kunstgenot van den eer sten rang worden beschouwd. Verder heb zich er uit te redden, en eenige uren later mocht ik het genoegen smaken haar geluk te wenschen met een verloving die ik zeer zeker niet had zien aankomen. Maar als je dit al dien tijd op het oog hebt gehad," kon ik niet nalaten haar te zeg gen, dan was het een gevaarlijke weg waar langs je je doel trachtte te bereiken. Waartoe diende die proetnemingen, die strijd?" Och, Huug is zoo onzinnig bescheiden/' gaf ze bedaard ten antwoord. Ik wou hem beter doen denken over zichzelf en hem tevens doen gevoelen dat hij door zijn verdiensten gewonnen" had, zooals hij het noemen zou. Ik was overtuigd dat hij dien race zou winnen, even zeker als ik was dat mr. Hawley bij de verkiezing het afleggen en dat mr. Pope een onmogelijk vervelend stuk schrijven zou." En stel nu eens dat de favoriet na zijn val was opgestaan?" Wel. . .," ze aarzelde. dacht eren na, in dat geval had ik moeten bewijzen dat Stoffel met geen mogelijkheid winnen kon, maar niet beter bereden had kunnen worden. Wat dood-gemakkelijk zou zijn geweest!" Ik heb het altijd gezegd een vrouw weet, 't ga hoe 't ga, altijd wel een wegje te vinden om te komen waar zij wezen wil. Wij, manu en, missen deze benijdenswaarde gave, en met een kloppend hart maakte ik mij gereed mijn condoleanties aan te bieden aan mijn goeden vriend Pope. Hy stelde mij echter dadelijk gerust met een paar opmerkingen, er op neerkomend dat de druiven zuur waren. Mijn beste kerel, wat bedoel je toch?" zei hij met zijn voornamen glimlach. Je kunt ? toch niet gedacht hebben dat ik mijn ouwejongeheeren-hart hal verloren aan een jong ding dat, ja, zoo bekoorlijk is als je 't hebben wilt, maar .. . juist niet... enfin, we zullen beleefdheidshalve niet uitspreken wat ze niet is. Wat m'n tooneelspel betreft ik heb geen oogenblik verwacht dat het gaan" zou. Er zijn gevallen, begrijp je? waarin 't eervoller is gelukkiger zeker! te falen dan te slagen." Mr. Hawley sprak minder in raadselen en ... minder nobel. Toen ik hem kort na het ge beurde op straat tegenkwam, riep hij mij toe: Nu, dat nest heelt haar verdiende loon! Ze had een man kunnen krijgen die... h'm . .. i ze had 'n vrij wat beter huwelijk kunnen doen. i Maar 't schaap heelt geen verstand! Ikwensch haar geluk met haar man en ben blij dat ik niet in Cbarrington's schoenen sta!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl