Historisch Archief 1877-1940
No. 1241
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
bezitten niet minder dan 27 een uit
gemeentemiddelen betaalde openbare bibliotheek. In
1895?96 bejaten dezen een boekenrijkdom van
2,183,621 banden, op een bevolking van 5,86'',000
zielen. Birmingham hieft een bibliotheek van
209,497 banden, Manchester een van 266,514
banden, Leeds een van 191,000 banden,
Liverpool een van 179,000 banden. In 300 steden
van Groot-Brittanniëvindt men 600 a 700
bibfiotheken, bij het, meerendeel waaraan ook
leeszalen behooren. Er valt n openbare biblio
theek: in Wales op 94,937 inwoners; in Enge
land een op 103708 inwoners; in Schotland een
pp 125,812 inwoners; in Ierland een op 276,764
inwoners. Over 't geheel valt in Gr.-Brittanni
a bibliotheek op elke 116,000 inwoners.
Deze enkele cijfers wijzen er dus reeds op,
welke een groote opofferingen men zich in En
geland voor dit doel getroost. Maar met cijfers
is toch niet alles gezegd. Wat vooral opvalt, is
dat men geen offers te groot acht, om deze
bibliotheken ook in waardige grootsche gebou
wen onder dak te brengen! De openbare biblio
theken in Liverpool, Preston, Manchester, zijn
prachtige gebouwen, van ruime en frissche zalen
voorzien, die een sieraad zijn voor de stad. De
meeste bibliotheken hebben verschillende zalen
voor couranten, tijdschriften en boeken. En
's avonds kan men daar den werkman, den winke
lier en den rijke naast elkander zien plaats nemen
om zieh op de hoogte te stellen van de
dagelijksche gebeurtenissen en van de litteratuur van
den dag.. .. Dat is een schat, welke alleen hij,
die bij ondervinding weet hoezeer uien na een
dag van werken naar rustige verpoozing ver
langt, weet te waardeeren. Maar daartoe is
noodig, dat de bibliotheken gratis opengesteld
worden gedurende den ganschen dag, en vooral
des avonds voor de werkenden ter beschikking
zijn! Ongeveer alle openbare bibliotheken in
Engeland zijn gratis, en de openings-uren strekken
zich uit van des morgens 9 tot des avonds 10
a 11 uur.
Zie, dat is het schoone werk van ontwikkeling
en opvoeding, 't welk zoozeer de lagere klasse
des volks ten goede komt. Sedert in het midden
dezer eeuw de eerste stappen gedaan op dezen
weg werden gezet, zijn er grootsche en schoone
resultaten bereikt; en uitdrukkelijk kan worden
geconstateerd, dat juist daar, waar de gemeente
besturen als zoodanig zich vóór de zaak hebbeu
gespannen, de bibliotheken het best zijn ingericht.
Zeker er zijn veel schenkingen voor dit
doel gedaan millioenen zijn door groot
kapitalisten daarvoor besteed. Maar die schen
kingen komen eerst dan, indien men ziet, hoe
zeer deze instellingen van gunstigen invloed op
de volksontwikkeling zijn! Daar is echter
ontzaggelijk vél tot stand gebracht ook zonder
schenkingen en thans heeft het
bibliotheeken leeszaalwezen zich in Engeland onafscheidelijk
met het volksleven saamgeweven waarvan
het volk in zijn sociale en industrieele leven de
goede vruchten plukt.
De overige landen staan bij Engeland ver ter
achter, maar toch is ook daar voor ons land
nog menig goed voorbeeld te oogsten. Berlijn
bezit reeds lange jaren de Volksbibliotheken,"
die wel eenige overeenkomst vertoonen met
onze »Nuts"-bibliotheken; echter waren door
de Vereeniging van welke deze uitging, ook
reeds twee leeszalen geopend. In 1895 echter
werd ook door de stad Berlijn een openbare
bibliotheek en leeszaal geopend, welke jaarlijks
uit de gemeentekas 3000 mark ontvangt. Boven
dien worden echter ook de Volksbibliotheken
vanwege de gemeente gesubsidieerd, zoodat zij
daarvoor in 1898?99 uitgaf de som van 55,835
mark.
Sedert het vorige jaar is bovendien nog ge
opend een bibliotheek met twee ruime leeszalen,
welke voor ieder toegankelijk is en die aan
ieder, die bewijzen kan dat hij inwoner van
Berlijn is, boeken mee ter lezing naar huis
geeft. Deze inrichting is gesticht door den boek
handelaar Hermann Htymann. Op dit oogenblih
zijn er in Btrlijn 27 volksbibliotlieken, 2 stads
leeszalen en de straks genoemde
Heymanninrichting.
Frankfort bezit eerstens een openbare biblio
theek met 11.000 banden, dan een groote lees
zaal, waarin 165 dagbladen en 169 tijdschriften
voor iedereen ter beschikking liggen. Elk dezer
beide inrichtingen genieten een subsidie van de
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHII
cf&itill<on
imiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiniini
DE DRIE PRETENDENTEN
DOOR
W. E. N O R RI S.
(Slot.)
Een van de drie viel dit lot te beurt, zoo
zeker dat er geen twijfel aan bestond. Londen
wordt wat een scherpzinnig man als Hawley
had moeten weten hoe langer hoe conser
vatiever, en zijn geitvanceerd programma vond
geen genade in de oogen van stemgerechtigden,
die eenmaal beslist radicaal waren. Ik woonde
een paar van zijne meetingen by, waar ik
zeggen moet dat hij uitstekend sprak, en hoe
wel ik zelf een droge, oude Tory ben, vond ik
dat hij die totale nederlaag niet verdiend had.
Maar Gladys dacht er blijkbaar anders over,
want denzelfden dag, toen de uitslag der
stemming bekend geworden was, hoorde ik van
hare moeder dat zij hem bedankt had.
Ze zegt dat ze hem gewaarschuwd heeft,"
aldus lady Lyndon. Ik heb geen begrip van
zulk een zachtzinnigheid, maar ben ten minste
blij dat die ramp van my is afgewend, een
burgerlijke schoonzoon te krijgen! Als nu van
avond mr. Pope's tooneelstuk geen opgang
maakt, zal ik weer rustig ademhalen.''
Had men ook Pope vooraf gewaarschuwd?
Ik kon het niet gelooven, hij was veel te fijn
gevoelig voor dergelijke afspraakjes boven
dien zou hy hebben kunnen antwoorden dat
deze proef niet gold. Als letterkundige had hij
zy'n sporen reeds verdiend; geen mensch die
hém een prul kon noemen; enkel als schrijver
voor het tooneel zou hij thans de proef door
staan. Met dat al was hij blijkbaar geagiteerd
toen wy bij lady Lyndon in St. George's Place
vroeg gingen dineeren, eer we ons opmaakten
om naar den schouwburg te gaan; nooit had
ik hem zoo geagiteerd gezien, en stellig was
het niet enkel uit bezorgdheid hoe het publiek
zy'n stuk zou ontvangen. Wat men ook van
Pope mag zeggen, ieder die hem kent zal
toestemmen, dat hij verre boven het oordeel
staat van een publiek, wiens goed- of afkeuring
hem altyd vry koud gelaten heeft. Maar in de
paar minuten toen hij en ik na tafel een
cigarette rookten en de dames haar avond
mantel gingen omslaan, deed hij mij een vraag,
die ik nog al veelbeteekenend vond.
Williams," hy' boog zich over de tafel naar
gemeente van 6000 Mark per jaar. Bovendien
is er dan nog een stads-bibliotheek, die ook
geheel door de stad wordt voorzien en onder
houden. Barmen bezit een stadsbibliotheek met
17,000 banden; Brunswijk telt 6 volksbiblio
theken, Breslau 5; Hamburg bezit een openbare
bibliotheek met 9000 boeken en heeft daaraan
eveneens een openbare leeszaal verbonden;
Leipzig telt 5 volksbibliotheken en 2 openbare lees
zalen; Munchen heeft ereneens een
stadsbibiiotheek en stads-leeszaal.
De Saksische regeering keert jaarlijks 50,000
Mark uit, tot steun voor het bibliotheekwezen,
en juist dóór die siaatshulp, die thans vroeger
in geringere mate reede 23{jaren in toepassing
is gebracht, is het aantal bibliotheken in het
koninkrijk gedurende de laatste 18 jaren reeds
vervijfvoudigd. Nürnberg opende in 1897 een
openbare leeszaal met 1600 boeken. Daarvan
werd zulk een druk gebruik gemaakt en de
sympathie was zoo algemeen, dat thans het
aantal boeken reeds tot 15.000 vermeerderd is;
maar dat zou niet kunnen, indien niet de stad
elk jaar een som van 5000 Mark ter beschik
king stelde van deze inrichting.
De regeering van Denemarken keert elk jaar
14.000 kronen uit voor dit doel, welke som
aan 126 landelijke en 33 stedelijke bibliotheken
ten goede komt.
De stad Parijs gaf in 1895 daarvoor 290,700
Francs uit. Van de 74 gemeenten in het
Seinedepartement zijn er nog slechts 5 zot der open
bare bibliotheek.
Ik mag van de redactie niet al te veel van
hare kostbare ruimte vergen, om aan deze feiten
en cijfers, sprekende voorbeelden van de voort
schrijdende ontwikkeling op dit gebied, nog
honderden andere toe te voegen. Het boven
staande is ongetwijfeld ook voldoende, om te
doen zien, dat inderdaad ons land nog de eerste
stappen op dien weg moet doen.
Want ik herhaal wat ik in den aanvang reeds
zeide: dat dateene, wat door de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen" op het gebied van
het bibliotheekwezen is tot stand gebracht,
slechts in verre betrekking staat tot zulke
inrichtingen, als welke in Amerika, Engeland
en vele steden van Duitschland thans bestaan.
Dit is tot het Nut reeds hierom geen verwijt,
omdat het eenige wat er bestaat, door laar is
gesticht. Het. is ook mij bekend, dat sommige
afdeelingen flinke boekerijen hebben, al treft
men onder de rijen banden ook een ontzettende
hoeveelheid ballast, verouderd goedje en ondoel
matig materiaal aan. Ik weet dat bij onder
vinding. Waar zij evenwel noch van den Staat,
noch van de gemeente, ooit eenigen oancieelen
steun voor dit doel heeft genoten, kon zij ook
onmogelijk zooveel tot stand brengen als wel
gewenscht ware.
Maar al erken ik ook het goede nut, wat
sommige harer boekerijen afwerpen voor die
arbeiders, die de moeite doen, hare boeken 1e
lezen hoe weinig beantwoorden deze inrich
tingen ^im ganzen" aan haar doel? Eerstens:
haar middelen zijn zeer beperkt. Daardoor moet
ontzettend veel nieuw en goed werk,
onaangekocht blijven en daarmee schiet men reeds
te kort in het voldoen aan de eerste voorwaarde
eener behoorlijke bibliotheek. In groote steden,
als b.v. Rotterdam, is dit nu wel in mindere
mate het geval, doordat men beschikt over een
groot ledental, maar ik zelf lieb jaren lang
gebruik gemaakt van een plattelands-bibliotlieek,
waarin nu totaal geen nieuw werk aanwezig
was, allemaal litteratuur van vóór '80,
Stuiversniagazijnen enz,
Maar de hoofdzaak is : dat overal de eigenlijke
leeszalen ontbreken! Regel is thans, dat of gratis.
of tegen zeer kleine vergoeding, boeken mee
naar huis genomen kunnen worden. Slechts zel
den heeft echter de gebruiker eenigen invloed
op de keuze: in de meeste gevallen wordt hem
een boek ter hand gesteld, het eerste het beste
wat der bibliothecaris voor de band komt.
De groote gebrekkigheid van dit stelsel treedt
al dadelijk op den voorgrond. Eerstens is de
heele tijdschriften-litteratuur voor gebruik uit
gesloten. Komen ze al in de rij te staan, dan
is het toch niet eerder dan na afsluiting van
den jaargang, terwijl juist die litteratuur hare
groote waarde heeft, indien men haar op de
tijdstippen dat de daarin behaundelde
vraagmij toe heeft dat meisje een hart, ja of
neen ?"
My dunkt, dat zal jij beter weten dan ik,"
was mijn etnigszins ontwijkend antwoord.
Ik weet het niet," mompelde hij, ik mag
gehangen worden als ik het weet!/
Toen beheerschte hy zich en voegde er op
onverschilligen toon bij:
Niet dat het er veel op aan komt; alleen
als een psychologisch probleem zijn zulke
karakters alt ij d interessant voor
mij."
Ik zal de laatste zijn om het belangrijke
van psychologische problemen te ontkennen,
toch, als iemand die jaren lang een trouw
bezoeker van de comedie is, waag ik het te
betwijfelen of een stuk, . waar niets speciaals
in behandeld wordt, dat noch tragisch noch
komisch is, veel kans heeft het publiek in
extase te brengeu. Pope's stuk had niets om
het lijf, en bracht de toeschouwers niet in
extase. De dialoog was beschaafd, geestig, vol
snedige zetten; het geheel zat goed in mekaar,
maar er gebeurde niets bijzonders met de
personen, die praatten en redeneerden, tot
men dacht wanneer ze nu eindelijk eens op
zouden houden. Pope is in de uitgaande wereld
zoo bekend, en heeft zooveel vrienden onder
letterkundigen, schilders enz., dat de stalles
vol bewonderaars van hem zaten. Uit de loge,
waar ik achter lady Lyndon zat, had ik juist
het oog op hem, en ik merkte wel hoe graag
ze 't mooi wilden vinden, maar eigenlijk niet
begrepen waar hij heen wou. De eerste akte
had een succes d'estime; de tweede, die einde
loos lang was, had merkbaar minder applaus,
terwijl het eind van de derde en laatste maar
al te duidelijk een verademing was voor het
vermoeide publiek. Het stuk maakte niet be
paald fiasco, doch hoe men het uit welwil
lendheid ook mocht zien te plooien, succes
had het niet.
Dat zijn er twee,1 klonk de leuke opmer
king van lady Lyndon, toen zij de breede
trap afzweeide.
Ik geloof het ook," stemde ik met haar in,
ofschoon ik eerlijk gezegd niet begrijp waarom
het zoo wezen moet. Maar de rechtvaardigheid
heeft bij uw sekse nooit in een goed blaadje
gestaan!"
Pope nam zijn nederlaag als dit woord
op zijn plaats is bij iemand zoo weinig ver
slagen als hij merkwaardig philosophisch
op. Wat hem zoo ver doet staan boven de
meeste stervelingen is dat hij nooit uit zijn
humeur raakt, nooit een aanmerking kwalijk
neemt, of dankbaar is voor een complimentje.
stukken actueel zijn, ontvangt. Zoo is ook uit
gesloten de dagblad-literatuur, die toch voor
den modernen mensch. welke wil meeleven met
zijn tijd, een noodzakelijke behoefte is gewor
den ; en het beste middel is, om de lezer wiens
geest door het voortdurend verslinden van
inferieure roman-literatuur, weer wat gezond
heid, frischheid te schenken en hem op pooten
te helpen.
Dit alles ontbreekt ten eenemale en het
ergste is, dat de werkman, die dorst naar ken
nis, en die er voor terugschrikt ou
reuzenboeken te doorwerken, die bovendien niet meer
van waarde zijr, hieraan nergens anders kan
voldoen dan iu de kroeg, waar alle rust en
kalmte, de voorwaarden om ook te genieten van
het, lezen, ontbreekt.
Het huisgezin van den arbeider is bovendien
ook voor liet genieten van lezen en leeren, in
de meeste gevallen niet geschikt; in de steden
zoo min als op het platteland. De omstandig
heid dat men feitelijk maar n woonkamer
heeft, waarin dan alles wat. de huishouding
aangaat, moet gebeuren, maakt, dat van vrucht
baar lezen geen sprake kan zijn. Vrouw en
kii.deren bewegen zich rondom hem met de
noodige drukte, en dan is er van kalmte reeds
geen sprake meer. Buitendien, bij hoeveel dui
zenden arbeiders, die o! zoo gaarne zouden
willen lezen, onderzoeken, wordt deze lust als
't ware neergedrukt door stroef, schamel interi
eur, door gebrek aan een plaatsje om zich in
hoekje waar ook licht i?, af te zonderen, zonder
gevaar te loopen, dat het geleende wordt be
vlekt en bemorst.
Men moge voor zulke dingen de schouders
ophalen desniettemin verzeker ik, dat zij
alle van grooten invloed zijn. Ook de liefde
voor lezen, voor weten en gevoelen van het
lezen, wordt maar zelden aangeboren ; ze moet
opgezocht, gekweekt en »erzorgd worden, ze
moet ruimte en licht hebben dat zijn de
sappen om te leven. En dan wordt ze een factor
in de opvoeding der arbeidersmassa, die niet
gemakkelijk onderschat kan worden !
Daarvoor is noodig: het openen van openbare,
vrije bibliotheken, met leeszalen !
Noodzakelijk is, dat op den duur de Staat
en de Gemeenten zich deze zaak aantrekken;
want de opvoeding der volwassenen is evengoed
een zaak van hoog gemeenschapsbelang, dan
welke andere ook. En te dezen opzichte is het
nog maar treurig gesteld. Amsterdam, noch Den
Haag, noch Rotterdam geven voor dat doel een
noemenswaardige som uit. Van Rotterdam weet
ik het 't best. We bezitten hier de
Nutsbibliotheek, waarvan ik daar straks reeds 't een
en ander in 't algemeen heb gezegd ; dan het
Leeskabimt, uitstekend ingericht, maar volstrekt
niet met de bedoeling, dat ook de mindere
klasse daarvan zou kunnen profiteeren; een
inrichting, geheel overeenkomende met het
Amsterdamsche Leesmuseum. Dan: de
gemeentebibliotheek. Daarover veel te zeggen acht ik
hier niet noodig. Ze is tot nu toe ondergebracht
geweest in de benedenzalen van het
museumBoymaiis; ze bezit een schat van.... oude
boeken, g' scliiedenis, natuurkunde, staatsweten
schappen, religie; ze telt heele stapels «Staats
couranten", Handelingen, Gemeentezaken....
Maar de schoone letteren vinden hun eenige
representanten in de immer afwezige
werken van Buskea Huet en enkele
tijdgenooten; wat ia dien tijd verschenen is, is te
sporadisch aanwezig om er den draad der ont
wikkeling van de ouden'' tot de jongen" in
terug te vinden ; en de jongen", Nederlanders
en buitenlanders, ontbreken er geheel. De
literatuur over het sociale vraagstuk, welke
juist in onzen tijd zoo gretig wordt gelezen,
wordt totaal verwaarloosd de eenige brok
stukken op dit gebied leveren de zeer abstrakte
en gedetailleerde . dissertaties, die nu en dan...
geschonken worden. Belletiie ontbreekt geheel !
Wanneer ge den beleefden bibliothecaris vraagt
om een of ander werk van actueele waarde,
dan... zoekt hij ijverig, dan is hij gelukkig, eens
'n klant te hebben maar steeds keert hij
zuchtend niet leese handen terug; de weinige
subsidie van den Raad was te gering, en moest
geheel besteed worden om de rubriek
«VaderJaudsche geschiedenis" bij te houêii! Maar het
bedroevendste is, dat, terwijl met betrekkelijk
weinig kosten hier een fl,nke bibliotheek
geHij moest na afloop met de voornaamste
acteurs en actrices foupeeren; hij ging dus
niet mee naar St. George's Place, waar een
eenvoudig soupeetje ons wachtte. Onder het
terugrijden kon ik niet nalaten te zeggen dat
ik zijn zelfbeheersching en kalmte bewonderde,
maar Gladys gaf op hitsen toon te kennen dat
zij zijn houding geheel anders uitlegde.
Hy is zoo verbazend ingenomen met zich
zelf," verklaarde zij, dat hij onze bewonde
ring niet noodig heeft! En dat is maar goed
ook, want op de mijne hoeft hij niet te
rekenen. Ik vond het stuk van a tot z dood
vervelend; en u ook, mr. Williams, al zult u
dit, natuurlijk, niet willen bekennen! Het is
allemaal mooi den mond vol te hebben van
het genie dat niet gewaardeerd wordt, maar
ik beweer dat wie werkelijk knap is er wel
komt ook !"
Ik was zoo vrij te vragen of zij dacht dat
de jonge Cbarrington den volgenden dag zijn
race te Sandown winnen zou. Want," voegde
ik er bij, ieder zal u zeggen dat zijn kenriis
van de rijkunst buiten kijf vaststaat. U zult het
hém toch niet wijten als hij niet mér uit dit
paard kan halen dan er in zit.''
O, dat is juist het verschil tusschen mr. Pope's
Pégasus en zijn half gedresseerd paard," ant
woordde zij. De een is met zorg gekozen, de
ander moet genomen worden voor wat hij waard
is, op 't oogenblik zoowat zestig guinjes,
hoor ik. Als mr. Charrington tegen een hek
aan rijdt, zal ik het beschouwen als een flater
die feitelijk een duur gekochte overwinning is."
Charrington bleek ook in de comedie te zijn
geweest en ook bij lady Lyndon te soupeeren
te zijn gevraagd, althans toen wij aan het huis
kwamen, vonden wij hem op de stoep op ons
wachten. Ik nam op zijn gezicht een trek van
heimelijke voldoening waar, dien bet hem niet
gelukte voor mij te verbergen. .
Gladys vroeg hem of bij zich erg verveeld
had, waarop hij aarzelend antwoordde:
Ja ... wel een beetje."
Nu, ik heb mij ook verveeld," hernam zij.
En mr. Williams ook; en iedereen. Laat ons
elkaar de hand gsven!"
Wij waren vroolijk en gezellig samen. Ik
gelooi niet dat een van het gezelschap behalve
uw onderdanige dienaar, met medelyden dacht
aan den armen Pope. Ik had met den jongen
te doen, omdat ik een oud man ben en de
zaken beoordeelen kan zonder mij er het harnas
over aan te jagen; maar natuurlijk was het
niet waarschijnlijk dat Charrington, die met
mij mee liep toen we afscheid hadden genomen,
iets voor hem voelen zou.
Zoodra de deur achter ons gesloten was,
schapen had kunnen worden, de autoriteiten
alles zóó schijnen te hebben geregeld, om.. de
arbeiders en kleine ambtenaren te weren! Er
mag in dat gebouw des avonds geen licht
branden ! Een bibliotheek dus, die... 's avonds
gesloten is! Klinkt het niet als een paradox ?
Dat is niet alles : de eenige uren van opening
zijn : des Dinsdags en 's Zaterdags van 11?3
uur. Juist uren dus, die het voor den arbeider
onmogelijk maken er gebruik van te maken ! En
om nu de kroon op 't werk te zetten, is in het
vorige jaar ook nog een belangrijk deel
geconfiikeerd door het archief.
Dat is natuurlijk een zeer lokale zaak: maar
zij werpt toch een eigenaardig licht op de liefde,
welke onze hedendaagsche stadsautoriteiten voor
zulke instellingen koesteren !
Want ik denk, dat het op vele andere plaatsen
wel niet beter gesteld zal zijn.
Het eenig goede is : dat er, of op particulier
initiatief met gemeentehulp, of geheel van
gemeentewege, openbare bibliotheken worden
opgericht, met zalen, n of meer, waar tijd
schriften en zoo even mogelijk ook couranten
ter lezing liggen ; vereischte ''s daaibij, dat voor
het publiek alles gratis is: het gebruik der
leeszaal zoowel als de boeken die mee naar
huis genomen worden. Daarbij moet natuurlijk
afgestapt worden van de oude idee, dat in een
dergelijke boekerij voor het volk geen belletrie
zou behooren ; wel degelijk behoort ook dit er
bij ; maar dan niet slechts oude prullen, maar
ook van het beste en schoonste op dat gebied.
En dan is het volstrekt niet noodig, dat men
zoo erg in 't groot begint: met bescheiden
middelen kan worden aangevangen op den, daar
even genoemden zuiveren grondslag, en wanneer
dan slechts de hand er aan gehouden wordt, en
men doet zijn best, de aandacht der arbeiders er
op te ve tigen, men stelt de inrichting b.v. vooral
des avonds open, dan zal het succes wel van
dien aard ZIJD, dat men zich spoedig tot uit
breiding verplicht en gerechtigd ziet.
Nu zegt men wel eens; och kom, de arbeiders
en zij die met hen gelijk zijn te achten, stellen
er geen belang in. Wie dat zegt, oordeelt naar
den schijn. Wie onder arbeiderskringen bekend
is, weet, dat er een noemenswaardig percentage
is, welke bij een weinig aanmoediging alle lust
capiciieit tot ontwikkeling en begrijpen aan den
dag zouden leggen, en die nu als 't ware gees
telijk versmoren in de groote massa, omdat de
geschikte gelegenheid en de aanmoediging ont
breken !
In dat opzicht dus, wat leerzalen, ilinke
gebouwen en openbare, vrije bibliotheken aan
gaat en dat bedoelde waarschijnlijk mr.
Falkenburg ook is ons land inderdaad zeer,
zeer ernstig verwaarloozing te verwijten. Wat
in andere landen als zeer belangrijke factoren
voor de opvoeding en vorming der groote massa
is gebleken, daarvoor zetten hier de publieke
besturen geen voet dwars. Eu toch moet het
dien weg op ! Daar worden jaarlijks schatten
van literatuur verzameld, schatten van schoon.
beid, wetenschap, kunst, kennis; en al die
schatten, die met betrekkelijk zoo weinig moeite
onder het bereik der volksmassa zouden kunnen
worden gebracht, waaruit het zulke krachtige
gevoelens, zooveel genot en kennis zou kunnen
putten zij blijven nu het privilegie van ne
klasse, wier maag door den overvloed bovendien
zoo bedorven wordt, dat haar smaak ten
eenenmale van streek raakt, eu zij het prikkelende
maar al te dikwijls de voorkeur geeft boven het
schoone.
Op welke wijze kan er voor ons land een
begin mee worden gemaakt?
Ziedaar een vraag, die ik niet kim beant
woorden. Zeker zou de pers, de groote en de
kleine, in dezen veel kunnen doen. Maar
ondienstig ware het toch ook niet, indien de
zaak eens in Raad of 's Landsvergaderzaal, in
welken vorm of door wien dan ook aan de
orde kwam.
Natuurlijk kan van deze twee stukjes het
doel slechts zijn, de kwestie, die mij van zoo
groot belaug voorkomt, onder de openbare aan
dacht te brengen.
K o 11 e r d a m. S.
stak hij van wal en vroeg mij op den man af:
Zeg eens, mr. Williams, wat deiikt ,
gelooft u dat ze 't in ernst meent? Een poos
geleden heeft ze me, al gekheid makend, ge
zegd, dat ze zich voorgenomen had er de proef
van te nemen, wie van ons drieën de beste
was Hawley, Pope of ik, begrijpt u ? en dat,
aangezien de tijd van tournooien voorbij is .. ."
Hij zweeg, als wist hij zelf niet hoe het mij
te vertellen, en ik antwoordde;
Nu ja mij vraagt, wil ik je wel zeggen: ik
geloof dat ze 't meent; in zoo verre dat ze
op jullie geen van drieën bijster gesteld is.
Hawley is tegen de conservatieve partij óp
getornd, en netjes uit het zadel gelicht; Pope
heeft geprobeerd wat hij kon tegen de
tooneeicritiek, en ligt morgen, in de kranten, in het
stof te bijten; jij blijft nog over om morgen
met je paard een ongeluk te krijgen bij je
eersten sprong over een hindernis."
O, maar dat gebeurt zeker niet!" viel
Charrington hier vol vuur op in. Stoffel zal
't er best afbrengen al ik hem begaan laat;
de vraag is maar hoe ver hij van de eindpaal
zal zijn als de prijs gewonnen is."
Het zal hem gaan als zijn jockey," hernam
ik, om den jongen man voor te bereiden op
een teleurstelling, die hem stellig en zeker
wachtte, ik vrees dat jij een heel eind van
de paal zult blijven staan, hetzij je behoort
tot de drie eersten, ja of neen!"
Den volgenden dag, te Sandown, verzekerde
ieder die er over oordcelen kon mij, dat
Charjington geen kans had; en inderdaad, toen ik
het leelijke paard zag, dat hij bereed en dat
zijn naam eer aandeed, bad ik niet veel zin
iets op hem te wagen. Toch deed ik het, uit
beleefdheid, en 't speet me later genoeg dat
het niet meer geweest was, want het onver
wachte geschiedde, en een allerzonderlingste
samenloop van omstandigheden deed hém den
prijs behalen ! De grond was, door aanhoudende
stortbuien heel den vorigen nacht, in een
allerslechtsten toestand; de eene ruiter na den
andere kreeg een ongeluk, doch Stoftel sukkelde
geleidelijk voort en kwam, zonder een enkelen
faut pas, kalmpjes aan den eindpaal.
Ik stond juist achter Gladys, en kon de
verzoeking niet weerstaan haar in het oor te
fluisteren:
Nu zit je er mee!! Ik ben ben benieuwd
hoe je je d;iar uit redden zult!"
Wie heeft u gezegd dat er quaestie is van
uitredden"?" antwoordde ze. Mij dunkt, u
zult zelf bekennen dat mr. Charrington beter
zijn doel weet te bereiken dan uw vriend
mr. Pope?"
Werkelijk bleek mij dat zij er niet aan dacht
LTTCIICN
Muziek in de Hoofdstad.
Met een zeer schoone uitvoering van
Mendelssohn's Athalia-ouverture werd
hetabonnementaconcert in het Concertgebouw, op 28 Maart
geopend. Toch kon ons de mooie uitvoering
niet doen vergeten op te merken dat de con
ventie in dit opus een groote rol speelt en dat
daarom dit werk, dat vermoedelijk nooit byzon
der hoog in aanzien gestaan heeft, thans geheel
verbleekt is en verre beneden de andere ouver
tures van Mendelssohn gesteld moet worden.
Beethoven's zevende symptonie werd niet
minder mooi gespeeld. Als my hiervan de
beide middengedeelten het best bevallen heb
ben, dan is het omdat ik daarin het meest my'n
eigen gewaarwordingen teruggevonden heb.
Het eerste gedeelte verdraagt naar myn opvat'
ting niet de herhaalde tempovertragingen die
de heer Mengelberg daarin aanwendt. Me dunkt
dat ze ook vry wel in strijd zijn met den
«wonnigen Uebermuthe der Freude" en met de
?bacchantische Allmaeht" waarvan het pro
grammaboek gewaagt. Het Finale werd naar
myn gevoel te snel genomen. Als Wagner zegt:
»Lasst ons bis in das Jauchzen, in den Wahnsinn
der Wonne gerathen'' dan voegt hu er ook bij
»aber stets verbleiben wir in dem Bereiche
erhabener Extase". Dat laatste mocht mij nu
niet gelukken. Veeleer heb ik verbazing ge
voeld over de mogelijkheid dat de toch reeds
zoo snelle figuren door het orchest in zulk een
razend tempo konden worden uitgevoerd.
Mevrouw Fleischer?Edel uit Hamburg was
de zangeres die als soliste hare medewerking
verleende tot dit concert. Zij zong van Wagner
de Elisabeth-scène uit den Tannhiiuser »Dich,
theure Halle, grüss ich wieder" en »Isoldes
Liebestod"; voorts een drietal liederen »Vor
meiner Wiege" van Schubert, »Die Loreley"
van Liszt en »Sehnsucht" van Hofmann. Met
de liederen heeft mevr. Fleischer?Edel wel
het meest succes behaald. Hare voordracht is
warm en gevoeld, doch heeft eene neiging
tot sentimentaliteit, die in de liederen niet
misplaatst was. Deze eigenschap kwam aan den
Liebestod echter niet goed te stade; daarom
heeft dit nummer dan ook veel minder gepakt
dan gewoonlijk. In Wagner's
Tannhauserscene imponeerde mevr. Fleischer door haar
schoon en machtig orgaan, dat ook in de hoogte
van groote welluidendheid blyft; de hooge b
aan het slot, straalde in volle pracht.
Het was hoogst merkwaardig op dit concert
het verschil waar te nemen tusschen de op
vatting van den heer Mengelberg en die van
Felix Mottl, ten opzichte van Wagner's
Tristanvoorspel en «Isoldes Liebestod".
Dat het orchest ook in deze fragmenten een
heerlyken klank ontwikkelde behoeft
nauwelyks vermeld te worden.
Zondag 31 Maart had in het Concert
gebouw eene uitvoering plaats van Bach's
Mattheus-passion door de Amsterdamsche Toon
kunst-afdeeling. Op nieuw is een groote me
nigte gekomen onder den machtigen invloed
van het geweldige genie des Leipziger Thomas
cantors. Want, van welke zijde men het heerlijke
werk ook beschouwt, men wordt steeds in de
hoogste mate getroffen door het diepe gevoel
dat ons uit iedere muzikale phrase tegenstraalt
en door de meesterlijke behandeling van zang
stemmen zoowel als van orchest. Van dit
laatste heb ik ditmaal byzonder genoten. De
kiank van dit Bach'sche orchest, zonder toe
voeging van andere instrumenten, was over
heerlijk. De expressie in de orchest-solo's is
zoo buitengewoon groot, dat men thans nog
verstomd staat van zooveel, dat men thans
modern zou kunnen noemen en dat bij muziek
die reeds 170 jaren telt. Wat de heer Andr
Spoor ons in zijne heerlijke viool-solo bij de
Alt-aria «Erbarme dich" te genieten gaf, mag
als een uitgelezen kunstgenot van den eer
sten rang worden beschouwd. Verder heb
zich er uit te redden, en eenige uren later
mocht ik het genoegen smaken haar geluk te
wenschen met een verloving die ik zeer zeker
niet had zien aankomen.
Maar als je dit al dien tijd op het oog
hebt gehad," kon ik niet nalaten haar te zeg
gen, dan was het een gevaarlijke weg waar
langs je je doel trachtte te bereiken. Waartoe
diende die proetnemingen, die strijd?"
Och, Huug is zoo onzinnig bescheiden/'
gaf ze bedaard ten antwoord. Ik wou hem
beter doen denken over zichzelf en hem tevens
doen gevoelen dat hij door zijn verdiensten
gewonnen" had, zooals hij het noemen zou.
Ik was overtuigd dat hij dien race zou winnen,
even zeker als ik was dat mr. Hawley bij de
verkiezing het afleggen en dat mr. Pope een
onmogelijk vervelend stuk schrijven zou."
En stel nu eens dat de favoriet na zijn val
was opgestaan?"
Wel. . .," ze aarzelde. dacht eren na,
in dat geval had ik moeten bewijzen dat
Stoffel met geen mogelijkheid winnen kon,
maar niet beter bereden had kunnen worden.
Wat dood-gemakkelijk zou zijn geweest!"
Ik heb het altijd gezegd een vrouw weet,
't ga hoe 't ga, altijd wel een wegje te vinden
om te komen waar zij wezen wil. Wij, manu en,
missen deze benijdenswaarde gave, en met een
kloppend hart maakte ik mij gereed mijn
condoleanties aan te bieden aan mijn goeden vriend
Pope. Hy stelde mij echter dadelijk gerust
met een paar opmerkingen, er op neerkomend
dat de druiven zuur waren.
Mijn beste kerel, wat bedoel je toch?" zei
hij met zijn voornamen glimlach. Je kunt
? toch niet gedacht hebben dat ik mijn
ouwejongeheeren-hart hal verloren aan een jong
ding dat, ja, zoo bekoorlijk is als je 't hebben
wilt, maar .. . juist niet... enfin, we zullen
beleefdheidshalve niet uitspreken wat ze niet
is. Wat m'n tooneelspel betreft ik heb
geen oogenblik verwacht dat het gaan" zou.
Er zijn gevallen, begrijp je? waarin 't
eervoller is gelukkiger zeker! te falen
dan te slagen."
Mr. Hawley sprak minder in raadselen en ...
minder nobel. Toen ik hem kort na het ge
beurde op straat tegenkwam, riep hij mij toe:
Nu, dat nest heelt haar verdiende loon! Ze
had een man kunnen krijgen die... h'm . ..
i ze had 'n vrij wat beter huwelijk kunnen doen.
i Maar 't schaap heelt geen verstand! Ikwensch
haar geluk met haar man en ben blij dat ik
niet in Cbarrington's schoenen sta!"