Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 1241
aanzien van bet voorstel tot aankoop van de
Denver Rio Grande Western. De
cotnmons van deze mpg. zonden tegen 85 pCt.
gekocht worden; de pref. zouden verkregen
worden door ruiling van 10 pref. Rio Grande
Western tegen 11 pref. Denver Rio Grande.
Voorts zon het preferente aandeelen kapitaal
met 12 M millioen dollars worden vergroot.
De tegenwoordige aandeelhouders zouden aan
spraak verkrijgen om tegen 90 pCt. in te
schreven. Ten slotte zon toestemming gevraagd
worden om ongeveer 7 millioen dollars ge
consolideerde oblig. uittegeven ten einde in toe
komstige kapitaalbehoeften te voorzien.
De groote rijzing der Burlington Quincy
staat in verband met 'n overeenkomst met de
Nothern Pacific, die nog niet bekend is.
De kolenpryzen zg'n tegenwoordig van
bizonder groot belang. De Reading-company heeft
een vermindering in de anthraciet van 50 cent
per ton aangekondigd. Andere producenten
zullen wel volgen.
De trammen geven gewoonlijk nietbizonder
veel reden tot bespreking. Ditmaal mag gewe
zen worden op de groote stijging van 55 tot
69 pet. voor de Babat-Djombang. De bezwaren
die tot nu toe den verderen aanleg van den
weg hadden belet, zy'n nu vervallen omdat de
Indische regeering de gewijzigde plannen heeft
goedgekeurd. In het verslag der directie wordt
het vertrouwen der bestuurders in de toekomst
der maatschappij uitgesproken.
Van de Staatsfondsen komen op vastere
noteering voor: de 6 pCts Chineezen van 1895,
de 5 pCts kleine binnenlannsche Mexico, de
4 pCts Argentijnen, de Braziliaanache Funding,
de Columbianen, de Dominicanen en 't laatst
maar niet het minst de Yenezuelanen. De ver
betering van de laatstgenoemde stukken staat
vooral in verband met de remises van Decem
ber 1900, Januari, Februari en Maart van dit
jaar. In de politieke wereld werd evenwel
gesproken van Benige spanning tusschen Vene
zuela en de Vereenigde Staten van N.-Amerika.
De hooge inschrijvingsprijzen die bg de 1ste
tabaksveiling werden besteed en waarvan reeds
de vorige week in deze rubriek gesproken werd,
hebben den gunstigen invloed op de prijzen
gecontinueerd.
28 Mrt. 4 Apr.
Amsterdam Deli 67834 715
dito Sumatra .... 101 ?i 107
Arensburg 695 720
Deli Batavia 440 470
dito Cultuur 90 M 94
dito Mpij 500 515
dito Plantage 86 M 9034
dito Tabak 44 47
dito Pref. 68 74
Franco Deli 69 7334
Kwala 87 94X
Medan 287 324
Namoe 10034 11434
Nieuwe Asahan 138 160J4
Padang Cultuur pref 891A 92%
dito Tabak 138 14734
Rotterdam Deli 26734 29534
Senembah 418 437 X
In aanvulling van de mededeelingen der
vorige week zij nog bericht, dat de gemiddelde
taxatie-pry°s voor de 3157 pakken van de
DeliMpy. 120 et. was, terwijl de gemiddelde op
brengst bedroeg 226 et.! Voor de Senembah
waren de bedoelde cijfers 102J4 en 147; voor
de Amsterdam Deli 114 en 220; voor de Padang
tabak 106 en 170; voor de Sumatra cultuur 98 %
en 140; voor de Deli Batavia 111% en 179; voor
de Serdang 62 en 80; voor de Langkat tabak 55
en 65; de gemiddelde taxatie pry's was voor
de Medan 127, maar de hooge middenprys
van de inschrijving is nog geheim gehouden.
Deze inschrijvingsprijzen zy'n heel wat hooger
dan die van de eerste inschrijving van het
vorige jaar. Toen verkocht de Deli-Mpy'. 1662
pakken tegen 139 et., nu 3157 pakken tegen
226 et.
De American Tobaco eompany, de Trust mpij,
die met haar kapitaal van 200 millioen dollars
het monopolie der sigaretten-fabricage en van
de snijtabak heeft veroverd, behoorde tot de
hoogste bieders. De genoemde trust heeft een
nieuwe, zoogenaamde cigar-eompany, beschik
kende over een kapitaal van 10 millioen dol
lars, opgericht. De Serdang-tabak mpy maakte
door den lagen prijs van haar product geen
gunstige uitzondering. By- de eerste veiling in
1899 was de inschrijvingsprijs 145 in 1900
150, nu slechts 80. Voor de Langkat tabak
werden 238 pakken tegen slechts 65 cents ver
kocht.
Door de Amsterdamsche Deli-compagnie zal
57 pet. dividend worden uitgekeerd, waarvan
in December reeds 25 pet. is uitbetaald.
Nu een enkel woord over de ontvangen
jaarverslagen. De Westlandsche Hyp. Bank
keert 14 pet. of/ 35 per aandeel tegen dividend
bewijs No. 7 uit. Dividendbewijs No. 6 van de
oprichtersbewijzen is met ? 8.44 betaalbaar.
Het overzicht van het verleden der Westland
sche Hypotheekbank wijst een krachtige ont
wikkeling aan. Met de groote toeneming van
het bedrijf ging een voortgaande stijging van
het dividend gepaard.
Het 2de jaarverslag van de
Zuider-Hypotheekbank, waarbij het rapport van een
instituutaccountaut 1ste klasse is gevoegd, annonceert
een dividenduitkeering van 4 pet., betaalbaar
tegen dividendbewijs No. 2,
Over het twaalfde boekjaar van de mpij voor
hypothecair crediet te 's Gravenhage, zal de
winst als volgt worden verdeeld: aan de aan
deelhouders 8 pet. dividend, aan de houders
van oprichters-aandeelen / 92.3034 per aandeel
en aan directie en commissarissen ruim / 4GOO.
De Oranje-Nassau hyp. Bank keert 12 pCt.
op het gestorte kapitaal uit tegen dividend
bewijs no. 7; no. 6 der oprichtersaandeelen is
betaalbaar met ? 10.56.
Een volgende week een en ander over later
ontvangen jaarverslagen.
De beurs zal het goede voorbeeld van de
schoolwereld volgen. Vrijdag en Zaterdag is de
Mercurius-tempel te Amsterdam en aan de
Theems gesloten. Vier vrije dagen komen ter
beschikking. De lentelucht roept beursmannen
en geldbeleggers naar buiten in het vrije, vrije
veld. De geldbeleggers behoeven zich niet be
zorgd te maken over de plaatsing van de op
nieuw bespaarde gelden. Na de vacantiedagen,
den 15 dezer zal hun gelegenheid gegeven
worden om tegen 10034 pCt. in te schrijven
op drie millioen gulden 4 pCts. Ned. Ind.
Spoorweg mpij., en wel bij de heeren H. Oy'ens
& Zn. en bij Wurfbain & Zn. alhier. In alle
opzichten dus reden voor rustig-blyde
vacantieontspanning.
BÜtum, !
D. SllGTER.
P. S. H's bouwmpy. Om aan uw verzoek
te voldoen, heb ik het jaarverslag noodig. De
Groene gelooft niet gaarne op gezag.
BOEKAANKONDIGING
Fotografisch Jaarboek en Almanak voor
het jaar 1901, onder redactie van J. J.
M. M. VAN DEN BBEGH. Apeldoorn,
Laurens llansma.
Dit tweede jaarboek bevat in de eerste plaats
een jaaroverzicht, waarin zeer in het kort
worden beschreven de nieuwe Unar-lens van
Zeiss, de Hypergon dubbel -anastigmaat van
Goerg en de nieuwe camera van dr. Hesekiel,
die de drie-kleuren-photographie brengt in
het bereik van iedereen. De volgende 76
pagina's bevatten o. a. opstellen van Asbeek
Brusse: terugblik op de afgeloopen eeuw;
Idzerda over kunstfotografen enz.; Negatief
verbetering door dr. Rombouts; Van Beek,
over kleurgevoelige platen; Duijris Jr, over
idem; luit. van Albeda over de lichtverdeeling
over de gevoelige plaat. Dat gedeelte heb ik
met genoegen gelezen, en ik betreur slechts,
evenals vorig jaar dat het zulk een klein ge
deelte is van het 216 bladzijden dikke boek,
waarvan het grootste deel weer wordt ingeno
men door den almanak en beproefde voor
schriften. Ik geef de redactie het volgende
in overweging:
1. den almanak geheel weg te laten.
2. de lijst van recepten wat beknopter te
laten drukken.
3. tal van wetenschappelijke
amateur-photographen in ons land tot medewerking uit te
noodigen.
4. een uitvoerig overzicht te geven van de
photographische literatuur in het afgeloopen jaar.
We zullen dan een almanak armer maar
een goed photographisch jaarboek rijker zijn.
P.S. Waarom is onder de Nederlandsche
tijdschriften Camera Obscura, uitg. Gebr.
Binger, niet genoemd ?
NIEUWE UITGAVEN.
^Nederlandsche Kamer van Koophandel".
Tiende Jaarverslag, zijnde het verslag over 1900.
«?Vereeniging Het Buitenland". Dertiende
Jaarverslag. 19OT..
A'sche dames. Novelle door JULIB RUSSEL.
Nijmegen, A. Gerrits.
JOHN RUSKIN, Fors clavigera. Verzameling
van brieven van werklieden uit »Fors
Clavigera", uit het Engelsch door B. H. Met voor
rede van dr. FREDEBIK VAN EEDEN. Compleet
in 2 dln. Groningen. G. A. Evers.
»Holland und Deutschland, wandlungen und
vorurteile1'. Antrittsrede yon dr. E. F. KOSSMANN,
Privatdozent an der Universitiit Leiden. Haag,
Martinus Nijhoff.
Verslag der commissie tot uitzending van
werklieden naar de Wereldtentoonstelling te
Parijs in 1900.
Geïllustreerd Weekblad voor Fotografie No.
13. Apeldoorn, Laurens Hansma.
Ud de stilte, door MANETTE DE FAVAUGE.
Utrecht. H. de Vroede.
De Dominee en zt/jn Gemeente, door IAN
MACLAREN, schrijver van: »Harten van Goud",
»Zielenadel", enz., vertaald door W. VAN NES.
Rotterdam, J. M. Bredée.
W. LAMBRS. Uit de psalmen. Een boek voor
de ziekenkamer. Rotterdam, J. M. Bredée.
Ooer Bobert Fruin, door dr. G W. KERNKAMP.
I. Byvanck over Fruin. II. Fruin-studies.
Utrecht, Kemink & Zoon.
Lux, geill. tijdschrift voor fotografie, afi. 7.
Boek-, Kunst- en Handelsdrukkerij v/h Gebr.
Binger, Amsterdam.
llllllltlllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIflII
HILTSJES
BROOS
door
Dr. JAN TEN BRINK.
't Is onnoodig het volgende te lezen,
want liet berust op een historisch
feit, en is in gevvuon Hollandseli
geschreven."
Aurtor ce.lcberrimus in libro n/i)>t>r cildo.
Van November duurde het al.
Schrale winden, regenvlagen, geloei van
stormen, gewarrel van sneeuwjachten, barre,
strenge vorst, ijs en doodely'k kille luchtstroomen
uit het oosten. Zoo ging het voort vijf maanden
lang. Maar nu in Maart blies de Noord-Oosten
wind den dood in borst en longen van zwak
ken alle dag een beroemde overledene", zei
meester Mallerius in de kroeg van juffrouw
Dik, waar de Vroolvjke Schuiten-jager uithing.
Meester Mallerius zat warm en wel bij den
haard, en dronk een glas warm bier, een
volksdrank in het Noorden. Hoofdschuddend
zei hij, dat hy' Broos was tegengekomen, op
zijn terugtocht uit de namiddagkerk met
zijne bonte muts en zijne dikke rooden wollen
das, maar, och, och, wat hoestte die lijder
ontzettend. Als hij Sinte-Pieter in den omtrek
gezien had, zou hij hem verzocht hebben Broos
maar voor goed in den Hemel op te nemen.
De straatweg tusschen het dorp en het
stadje liep als een lichtrood lint tusschen kale
akkers en boomgaarden, hoog in het Noorden van
ons land. Noord-Oostelijke windstooten bliezen
wolken van stof op, als in den zomer. En boven
in de lucht gierden de windheksen: Broos pas
op! Broos loop vlug!" Broos was voorzanger
in de Hervormde Kerk van het dorp. Hij
keerde met zijn gezangboek naar zijn huis in
het stedeke. Hij hoestte hij hoestte
zonder ophouden. De windheksen gierden aan
zijne ooren: Broos loop vlug!" maar hij
kon niet. De heksen drukten hare klauwen op
zijn borst en schenen hem terug te dringen.
Zijn bonte muts bedekte zijne ooren zijn
roode wollen das was voor zijn mond gebonden,
maar Broos worstelde tegen de heksen van den
storm, en luid klonk haar gieren door de dorre
takken, triumfkreten.
Helaas ! Broos kon niet veel weerstand bieden.
Hij ging gebukt, de hand met zwarte want
tegen de borst gedrukt. O hoe zuur verdiend
was dat geld van het voorzangerspostje! Maar
hy kon het niet missen. Zijne zaken bloeiden
niet leesbibliotheek, postpapier, pennen, inkt,
briefomslagen, lak, schrijf boeken, leien, griffels,
krijt en potlooden leverden maar weinig op.
Vrouw en kind konden met groote moeite be
staan. Hij hoestte, of het hart hem uit het lijf
zou vliegen, en toch vorderde hij langzaam.
Hij naderde het stedeke en trad in de lange,
smalle straat, die het heele plaatsje doorsneed.
Niet ver van hem klonken schreden. Hij vernam
een vriendelijke stem:
Ben jij het, buurman Broos? Arme kerel,
wat heb je 't te kwaad met den wind! Niet
spreken! Streng verboden! Geef je gezangboek.
Pak m'n rechter arm, dan heb je steun! Ik
zal je naar huis brengen!"
En Broos stapte voort aan den arm van Mr.
Van der Boon, kantonrechter. Nu hy steun
had, nu hij den warmen toon van zijn buur
man in zijn hart had hooreu weerklinken,
nu legde zich de woede van het hoesten, en
schreed hij rustiger voort. De kantonrechter
woonde in een heerenhuls, vlak tegenover den
nederigen winkel van Broos hy had nooit
over menschenliefde geschreven in democratische
organen, maar hij was een eerlijk, schrander
man, die wist wat er in zijne nabyheid werd
geleden dat is al, wat ik u heb te zeggen.
Broos stond op zijne stoep. De kantonrechter
deed de winkeldeur open en legde het ge
zangboek op de toonbank. Hij verbood hem
nogmaals te spreken, drukte hem de hand, en
verdween. Er werd snel een glazen deur ge
opend. Eene ouie vrouw geiimpeld en grys,
maar knap gekleed, kwam met een kaars te
voorschijn.
Vader, ben jij 't ? Gauw, gauw naar binnen l"
Ze vloog op den rillenden Broos toe, en voerde
hem naar het vertrek achter den winkel, 'n
zeer nette kamer, met weinig meubelen maar
keurig onderhouden. Een nog jonge vrouw, wier
donkerbruine oogen vol tranen, innig
meedoogend, naar haar vader opzagen, greep zijn bonte
muts, zijn wollen das, zijne wanten en hielp
hem zy'ne overjas uittrekken. Ze leidde hem
naar zijn ouden leunstoel by de brandende
kachel. Eene ouderwetsche petroleumlamp wierp
zijn schy'n op het verweerde gelaat van Broos.
Een langdurig borstlyden had dezen man zoo
ontzettend doen vermageren. Zijne oogen waren
zonder eenigen gloed, maar nu vol tranen.
Meneer Van der Boon heeft my thuis ge
bracht !... brave man !''
God zal het hem loonen!" sprak zijne
echtgenoote met haperende stem. En terstond
zich herstellend: Willem! we hebben een
warm bordje rystenbry' met kaneel en suiker!
En zie, Willem! mevrouw Aarsen heeft weer
vy'f flesschen van dien kostelijkcn portwijn ge
stuurd, om je te versterken. De menschen zijn
toch wel lief voor ons!" Maar Broos kon niet
antwoorden. Een woedende aanval van den
verraderly'ken kramphoest wierp hem achterover
in zijn leunstoel. Zijn mager en krachteloos
ly'f werd zoo allerhevigst geschokt, dat men
telkens vreesde hem in zulk een aanval te
zien blijven. Hy scheen ineengekronkeld met
dof reutelen in de borst en fluitende ademhaling.
Maar Broos herstelde zich onder zwoegend
ademhalen. Zy'ne vrouw had hem een glas port
ingeschonken. Hy' dronk met gretigheid, en
ademde lichter. Hij at ook van de versnapering,
die men hem bereid had, er kwam wat licht
in zijne uitgebluschte oogen. Toen ging eene
zydeur open, en trad op bloote voetjes, in
nachtjurkje een meisje van vier a vyf jaren
binnen, ze zag angstig rond, en vloog toen
naar haar grootvader. Voor Broos was zij in
al zijn treurig lijden en worstelen de eenige
vreugd, de eenige poëzie. Vlug sprong ze op
zijn knie en legde de armpjes om zijn hals,
met haar handje het zilveren, sneeuwwitte hair
aan zijn slapen streelend.
Anneke, mijn schat! Anneke!" fluisterde
hij met bevende stem, en drukte de machtelooze
lippen op haar blond krullend hoofdje.
Stout nest! Gauw je schoenen en kousen
aan!" vermaande Josine, eenige dochter van
Broos.
Anneke was al weg. Ze kwam dadelijk terug,
op den knie van grootva! Broos mocht nog een
half glaasje port gebruiken hij keerde het
verwoeste gelaat en de oogen zonder gloed
naar het kind dat het scheiden van dit
leven hem zoo moeilijk maakte. Hij luisterde
naar de aardige dingen, die zij vertelde. Het
ging voornamelijk over de groote grijswitte
huispoes, die nu op de tafel lag in het schijnsel
van de lamp, en vroolijk spon. Moeder en
dochter zwegen, om den lijder zoo weinig
mogelijk te storen. Zijn hoofd neigde naar zijn
borst hij viel in slaap. De lamp werd op een
ander tafeltje geplaatst. Broos rustte, terwijl
bij iedere fluitende ademhaling het geruisch
in de kranke borst zich deed hooren.
Dit duurde tot regen uur. Toen klonk het
bescheiden winkelbelletje. Moeder Broos kwam
zien met den blaker, en vond een schoolkind,
dat voor den Maandagmorgen een schrift kwam
koopen. Het duurde, als gewoonlijk lang, voor
dat het kind tevreden was. Plotseling vernam
ze heviger dan ooit het kramphoesten van haar
man. En plotseling de noodkreet: Help, moe
der! God! hij sterft!" Vrouw Broos liet het
kind staan en haastte zich naar het
binnenvertrek. In woeste stuiptrekkingen wrong Broos
zich heen en weer, terwijl Josine in hevigen
angst, hem steunde.
Een half uur later.
Het was de laatste strijd geweest. De dokter
was verschenen te vergeefs. De kantonrechter
kwam en had der beide radelooze vrouwen ter
zijde gestaan. Hij had den armen zwoeger op de
ouderwetsche sofa gedragen, een kussen onder
zijn hoofd geschoven hy had hem een zwart
fluweelen kapje op de zilveren lokken gedrukt
en een zwarten reisdeken over zijn voeten
gespreid. We moeten een vriendelijk beeld
van onzen doode bewaren!" had hij tot de
weduwe en Josine gezegd. Hij drukte beiden
vol hartelijk mededoogen de hand. Ze mochten
in alles op hem rekenen. Hij zou den volgen
den morgen terugkomen.
En beiden vrouwen weenden bitter. Het leven
en lijden van dezen eerlijken, hard arbeidenden
man herdachten ze. En vragen rezen er. Wat
werd daar buiten in de wereld niet groot
gerucht gemaakt, als werklieden het werk
staakten. De kranten vol. Redevoeringen in
demokratische kiesvereenigingen, wier presiden
ten al dichter naderden tot het lidmaatschap
der Tweede Kamer. Collecten voor ongelukkigen
in Oost en West, drie- viermaal in ne maand
en voor stille, fatsoenlijke armoede werd
geen hand uitgestoken. Ware Broos maar een
inboorling uit Borriobola Gha geweest, misschien
zou Mistress Jellyby hem hulp hebben ver
leend .. .
De bel klonk zacht in den winkel. En ter
stond bijna daarop ging de glazen deur open.
Mevrouw Aarsen trad binnen eene voorname
dame in zwart fluweelen mantel en lichbruine
boa en mof. Haar r.oile opslaand vertoonde ze
helderblauwe vriendelijke oogen en grijze
bandeaux. De beide vrouwen waren opgestaan.
Zwijgend drukte mevrouw Aarsen haar de hand.
De voorname dame wist, dat er in haar levens
register bladzijden aan elkaar geplakt waren
die niemand mocht lezen. Vandaar haar ijver
om het aantal der schitterende bladzijden te
vermeerderen.
Zij naderde de sofa on schreide uit hartelijk
leedwezen. Het gelaat van den doode hadeene
rustige uitdrukking aangenomen de engel
des doods had al de sporen van het lijden
weggevaagd, en er den zegen van zijne komst
over uitgespreid: Verlossing, Rust!
Laat ons berusten, lieve vrienden !" sprak
mevrouw Aarsen met hoogen ernst, God heeft
welgedaan! Hij is verlost!"
Josine sloeg de vochtige, donkere oogen op,
vurige stralen uitvonkend. Ze zei luid:
Vader is gestorven, omdat hij zijn laatste
levenskracht offerde voor zijn harden arbeidt
En daarmee is alles gezegd.'"
Mevrouw Aarsen gevoelde eene lichte blos
hare wangen bedekken.
Neen, Josine l God waakt altijd over zijne
schepselen I Geen hair van ons hoofd wordt
gekrenkt buiten zyn wil!"
Och, mevrouw! Dat is een heele mooie
illusie! Teedere menschenharten hebben dit
afgeleid uit de woorden van den Meester van
Nazareth. Maar de waarheid is anders. De
Hemelsche Machten zijn zoo hoog boven ons
verheven, dat een individueel menschenleven
evenveel geldt als een droppel in den wereld
oceaan. De natuur, de stormwind, de aardbe
ving, de lava, de pest, verslinden duizenden
levens tegelijk, die te vergeefs zonden hebben
vertrouwd op de bijzondere waakzaamheid van
uw God!"
Mevrouw Aarsen zag vreemd op. Nog nooit
had dit meisje zoo gesproken.
Maar Josine! Hoe weet-je dit? Wie
leerde-je dit?"
Het leven mevrouw! Het harde,
meedooglooze, bittere leven l"
Mijn God, Josine! Hoe durf je zoo
oordeelen ? Wie geeft je het recht ? Je kind ..."
Is onwettig, zooals u het noemt, mevrouw!
En dit geeft mij den maatstaf van uw christe
lijk hart! Neen, mevrouw! Dat is gelogen ! My'ne
Anneke is my'n wettig kind zopals ieder
kind, dat uit ouders, die elkaar innig liefhebben,
is gesproten. My'n Jan moest als eerste stuur
man naar Riga. Hij had mij zoo lief als de
appels zijner oogen. En ik, mevrouw, ik heb
mij in zijn armen geworpen bij ons afscheid
ik heb hem de volle gaaf mijner onverschrok
ken liefde geschonken schoon ik wist, dat
ik uwe wetten overtrad. En indien nu uw God
my'n Jan had beschermd, dan ware hy' in het voor
jaar thuis geweest, en waren we getrouwd. De
Hemelsche Machten hebben hem een koel graf
bereid in de loodblauwe golven der Oostzee
my'n geluk is voor altijd verloren, maar nog
geen minuut heb ik berouw gehad over mijne
daden."
Josine had deze wooaden uitgesproken met
trillende stem getuigende van hare allerinnigste
overtuiging.
Mevrouw Aarsen was getroffen. Ze naderde
Josine en stak de hand uit.
Josine! Ik was daareven onhartely'k en
bitter! Kun-le het my' vergeven? Ik vergat de
vermaning van den genialen Paulus: Al kon
ik spreken met de welsprekendheid der grootste
redenaars uit de Grieken en de Romeinen, en
ik had de Liefde niet, ik ware niet meer dan
een rinkelend metaal"!"
Plotseling wierp zij zich in de armen van
het jonge meisje beiden weenden, want
voor beiden was de Liefde het hoogste.
Het was doodstil in de sterfkamer. Moeder
en dochter wilden dien nacht den doode niet
alleen laten. De moeder dommelde, de dochter
waakte. De dochter zag naar den donkeren
hoek van het vertrek, waar de leunstoel van
haar armen vader gewoonlijk donkere schadu
wen wierp. Hoe dikwy'ls, gedurende zijn lang
lijden had zij gemeend, daar in die duisternis den
zwart gesluierden engel des doods te zien, en nu
brandde daar op een klein tafeltje een helder
nachtlicht beschermd dooreen rooskleurig glazen
bol. Josine heeft nooit kunnen ontdekken, wie
het licht daar had opgestoken. Het rooskleurig
licht straalde hoop en bemoediging uit. Josine
had het woord van Paulus weggelegd in haar
hart. Ze zou nu zorgen voor moeder en kind
ze zou bewijzen, dat ze meer was dan een
rinkelend metaal ze zou staven, dat ze de
Liefde had.
[iiiiiMiiiiiiiiimii
iiiiiimiuiiniiu
Wy ontvangen van den heer W. Gosler
onderstaande circulaire, hier en daar nog even
door den schrijver geretoucheerd, ter plaatsing:
EBD verweer, teyens eene les voor auteurs.
Am s t., 23 Maart 1901.
Q',ii diable trompe-t-on ici?
De lirma Blussé& Comp. te Dordrecht,
uitgeefster o a. van het letterkundig maandschrift
Europa, heeft goedgevonden, achter mij om,
aan de medewerkers van dit maandschrift eene
circulaire te richten van den volgenden inhoud:
Dordrecht, 20 Maart 1901.
J.. S.
Sedert 16 Maart jl. staat Kuropa niet meer
onder Kedaktie van den Heer W. Gosler. In
verband hiermede verzoeken wij U beleefd in
uw belang om eventueele bijdragen te zenden
aan den fd. redakteur, p. adres de uitgevers,
en eventueel in het bezit van den Heer Gosler
zijnde handschriften van dezen terug te
vorderen.
Bl.L'SSf: A: COJII'.
Deze circulaire, zooals ik zeg: in 't geheim
verzonden, vereischt zekere toelichting. Het
»belang" der medewerkers is ook het mijne.
Gedurende ruim achttien jaar, van Oct. '81
tot Dec. '9!i, heb ik Kuropa bestuurd, onder
het eerlijke en eervolle régime van de firma
J. P. Revers, met wie ik over de wederzijdsche
opvatting van mijne taak en die des uitgevers
nooit eenig verschil heb gehad, der vermel
ding waard.
Daarom dan ook, uit piëteit, heb ik met
Dec. '99 de nieuwe lirma welkom geheeten,
ofschoon reeds toen sommige teekenen mij tot
waarschuwing hadden kunnen strekken. Ik
overlegde met haar, om te beginnen, eene
kleine rerhooging van het honorarium der
medewerkers, en berustte er-in dat mijn eigen
honorarium tot twee derde, zeijge tot f200
bruto, verminderd werd. Ik bekostigde zelf
eene illustratie: ik zou mér gedaan hebben.
Men krijgt nu eenmaal een kind, dat de »tering"
heeft, te liever naargelang het ouder wordt;
en misschien, dat zoo de iirma Revers op tijd
gesproken had, ik mijn geheele «salaris", my'ne
volle ? 300, zou hebben opgeofferd.
De scheidende eeuw is mij echter niet
gunstig geweest. Op het laatst verliep er geene
maand of de nieuwe firma Blussé& Comp.
had op- en aanmerkingen, die voornamelijk
het karakter der bijdragen golden. Beslist
thee-lectuitr verlangde zy, lectuur voor thee
met witte puntjes, lectuur om slechts met
«allerhande", nooit met een bitterkoekje of
een krakeling, te worden genoten. Hoe ik
haar ook onder 't oog bracht, te uit en te na,
dat onze gezichtskring niet meer dezelfde is
van tien, twintig jaar geleden, dat om met
andere jongere tijdschriften te kunnen wed
ijveren, in de eerste plaats naar »billijke"
belooning moet worden gestreefd, my'ne wel
sprekendheid baatte mij geen zier: het parool
was nu eenmaal banket en nog eens banket,
van vederlicht gehalte en vederlicht van prijs :
dus dacht en denkt de firma o heilige
onnoozelheid l dat Europa verfrischt,
verjongd, vereeuwigd zou kunnen worden, ja
dus en dus alleen.
Ik heb een paar maal, door wijziging of
besnoeiing, aan der heeren toomloozen wensch
toegegeven. Doch eindelijk en ten slotte is
mijn geduld opgeraakt. Den 28en Februari
zond ik hun nog de April-kopij, en ziedaar,
alsof hun voortdurend
spijkers-op-laag-waterzoeken me al niet genoeg geërgerd had, ziedaar
dat ze op den.... vernuftigen inval komen.
mij de oorspronkelijke bijdrage (van KI.) terug
te zenden met verzoek, voor dit «prulwerk"
iets »beters" te leveren.
Mijn besluit was spoedig genomen. Ik wil
niet wagen te gissen, wat een ander redacteur
zou hebben gedaan. Maar mij die sinds
vijfen-twintig jaren juit als zoodanig de pen
voer, mij trof dit ingrijpen in het uitsluitend
recht der redactie: de keus der bijdragen en
de aansprakelijkheid daarvoor, heftiger dan een
klap in 't gezicht, en met order tot plaatsina/
boodschapte ik den 8en Maart aan de firma,
dat ik tegen December mijne portefeuille te
harer beschikking stelde.
En nu, lezer? Ge kunt hetgelooven of niet:
z\j heeft mij de bijdrage ten tweeden male
teruggezonden; geestiger nog: zy' heeft, om de
kroon op dit werk te zetten, mij per brief van
16 Maart mijn ontslag aangekondigd en wet
onmiddellijk, als uitgaande van haar, onder
aanbieding van een kwartaal dat mij natuurlijk
toekwam... van eene aalmoes, die ik thans
met alle kracht, vrijheid stellend tegenover
dwang, eer tegenover... een vraagteeken,
verwerp.
De derde vondst van deze firma no. l is
dus haar omgooien van de uitvoerende en de
wetgevende maeht, no. 2 haar diendertj e -spelen:
allo, naar huis, kwajongen! de derde vondst,
waarmee zy' bezig is zelf haar lief tabernakeltje
af te breken, wil de U bekende circulaire zijn,
een gedrukt ding dat mg verdacht moet maken.
in de oogen dergenen die mij niet kennen.
Het zal haar vermoedelijk zér ontnuchteren,
te vernemen, dat ik reeds heden, juist naar
aanleiding daarvan, diverse blijken van sym
pathie en adhaesie ontvangen mocht, terwijl
ik my'ne «handschriften", behoudens verlof van
de auteurs, opberg voor een orgaan, dat
zoodra ik vrij ben, verschijnen zal onder den
titel Nieuw -Europa, met de ongezochte kans
het oude Europa te doen tuimelen op zijne
laatste broze fundamenten.
Intusschen, »tu l'as voulu, Georges Dandin",
roep ik der firma toe. 't Is nu te laat; zij heeft
mij gedwongen tot open verweer, en wat de
quintessens van mijne aanspraken betreft, daar
zullen anderen in spreken !
W. GOSLER.
P.S. Meerdere circulaires zullen volgen.
M. de B.
Hoewel er over de vergadering der Vrij
zinnig-Democraten, te Utrecht gehouden, in
de pers al veel is geschreven dat de critiek
der waarheid niet kan doorstaan, maakt u het
in uw laatste nummer ten mijnen opzichte toch
al te bar!
Ik neem gaarne aan dat de woorden die u
my' in den mond legt, u te pas komen bij
uwe beschouwingen daaromtrent, om dat anders
uwe geheele tirade over koningschap etc.
achterwege had kunnen blijven 1), doch het komt
mij minder gewenscht voor ter uwer behoeve
te poseeren voor verdediger van onzen
constitutioneel-parlémentairen-regeeringsvórm waar
de door my' gesproken woorden j niet een geheel
tegenovergestelde strekking hebben gehad.
Aangezien het mij voorkomt dat u, noch een
uwer correspondenten, de bewuste vergadering
heeft bijgewoond en u dus critiseert op het
geen u van derden heeft vernomen, wat, 't zij
ter loops opgemerkt, nu juist geen aanbeve
lenswaardige manier voor de Redactie van »de
Groene" is, wil ik u in dezen ter wille zijn
en u mededeelen wat er werkelijk is gezegd,
opdat u daarna critiek kunt oefenen, op ge
sproken woorden, en dus niet weer o'p vermeende
uitlatingen behoeft af te gaan.
Door professor Molengraaf werd aan den zin
van »onze constutioneel-parlementaire
regeeringsvorm" de toelichting toegevoegd dat daar
mee bedoeld werd een handhaving van onzen
regeeringsvorm zooah die thans bestaat.
Naar aanleiding daarvan heb ik de opmerking
gemaakt, dat waar, door de pers, als Dagblad
en Handelsblad, die zin zeer verschillend werd
uitgelegd en de eene er uit distelleerde dat
dit een aanwijzing van ons republikeinsch
streven was, terwijl de ander er een tegen
overgestelde conclusie uittrok, ik mij voorhad
gesteld mij bij die redactie neer te leggen
omdat er op die wijze plaats zou zijn voor
menschen die ten dezen verschillend dachten !
Nu echter professor Molengraaf er den uitleg
aan had gegeven zooals die was geschied,
meende ik te moeten voorstellen het bepaalde
woord »onze" te vervangen door het onbepaalde
ode". Ik voegde daaraan toe dat het mij voor
kwam dat wij in dezen voor een bepaalde
richting geen propoganda zouden mogen maken,
omdat ik mij voorstelde, dat er verschillende
democraten zouden zijn, die, als ik een
repttblikeinschen regeeringivorm meer in overeenstem
ming vonden met de democratische beginselen,
dan het erfelijk koningschap.'
U ziet mijnheer de redacteur juist het tegen
overgestelde van hetgeen a mij laat zeggen en
geheel in overeenstemming met eigen denkwijze.'
Als tegenstelling daarvan kwamen de heeren
van Raalte c. s. betuigen, dat zij niet wenschtcn
toe te treden tot een partij die aldus (zooals
ik had voorgesteld) haar wenschen formuleerde;
na welke verklaring professor Treub met de
meer conciliante mededeeling kwam, dat, nu
ja, wy wel zouden streven naar instandhouding
van onzen regeeringsvorm, doch er zeer zeker in
de partij ook plaats zou :ijn voor hen, die
repxliliekeinsch dachten. Deze verklaring, gevoegd
bij de overweging, dat dit in den toekomst
liggend verschilpunt geen oorzaak mocht zijn,
reeds thans te scheiden, deed mij besluiten
geen stemming over mijn voorstel te vragen,
temeer omdat ik uit het zwak applaus, dat volgde
op de woorden van hen die anders dachten
dan ik, meende te mogen afleider, dat mijn
voorstel aangenomen zou worden, en ik in deze
omstandigheden daarvan de verantwoordelijkheid
niet wenschte dragen ! 2).
Met dank voor de plaatsruimte.
Leeuwarden, Uw dw.
27 Maart 1901. J. ZOKTJIOUT J/N.
1) Wij hebben het verslag van het Handels
blad gevolgd, met geen enkele nevenbedoeling.
2) Men had den regeeringsvorm buiten be
spreking moeten houden ; nu echter de Bond
officieel tot een monarchale werd verklaard, is
de toelating en toetreding van republikeinen
moeilijk te verdedigen. (RED.)