Historisch Archief 1877-1940
No. 1242
D K A M S T E II P A. M M K U \V E K K 13 L A D V O O R N E 3) E R L A N
zal kernen vragen, zooals mr. van Bolhuis
voorspelde zal de tijd moeten leereri.
Beter dan bij de debatten over de riool quaestie
heb ik me geamuseerd iiij de bibliothecaris" die
door het Utrechtsehe studenter.tooneel gegeven
werd. Nu zag men nog ee; s een komedie zooals
zij eigenlijk behoort te zijn: vol tot aan den
nok met keur van lieve dames, die opgekomen
?waren om aan de jongelui den tol harer be
wondering te betalen. Kn of het de aanwezig
heid van zoovele toejuichende schoonen was,
die de studei-t-acteurs zoo vrijmoedig deed
spelen, durf ik niet beslissen, maar het spel
was hoogs' verdienstelijk. Hier en daar bemerkte
men natuurlijk aan den minder vluggen gang
van het stuk dat er geen beroepsacteurs op de
planken stonden, maar overigens trok het ook
den geheelen avond de aandacht hoe gunstig
zij zidr van beroeps-acteurs onderscheidden
door hunne vn:heid en gemakkelijkheid van
beweging in de studentenkamer en op het
landgoed. Dan viel maar al te zeer in het oog
dat deze acteurs hunne goede manieren niet
op een tooneelschool geleerd hadden. Het waren
allen zonen uit de aanzienlijkste familicn van
ons land die daar voor het vo tlicht s'onden
hetgeen een paar suppoosten elkaar duide
lijk maakten dror de opmerking : jongen, daar
staat voor een heelen duit op de plat ken, van
avond.
De voorstelling werd bijgewoond door Krugers
lijfarts, zijn kleinzoon en den directeur der
Trans aalsche politie, die bij hunne komst met
het Transvaakche volkslied en het geheele
publiek ^taande ontvangen wi rden.
Jammer, dat er zoo weinig autoriteiten waren!
Ik zag slechts weinige professoren, maar van
het gemeentebestuur niet een ! Op dit eerste
feest in het lustrumjaBr, dat de burgerij
zoovele voordeelen belooft, had de burgemeester
zich ook hifr eens even motten vertoon n!
In dit jtar moet alles vergeten en vergeven
zijn en behoort de burgerij met de muzenzonen
broederlijk feest te vieien.
Van de hand van mr. J. C. Overvoerde,
archi aria der gemeente Dordrecht, verscheen
bij J. l'. Ravers aldaar een brochure die den
titel draagt: «Bescherming van Monumenten."
In dit zeer le;eshaar geschrifije van nog geen
dert'g bladzijden zet dezen heer zijn ideeën
uiteen over de bescherming van Staatswege
van buitengewone bouwwerken.
In het eerste der drie hoofdstukjes behandelt
hij de wenschelijkheid van het behoud van
die bouwwerken, welke door kunst- of histo
rische waarde uitmunten, waarop een kort
geschiedkundig overzicht volgt der bepalingen,
die in verschillende landen zijn ingevoerd om
die bouwwerken te beschermen.
IMIlÉttttllllllll
C/'Milll&ÏOl
DE NIEUWE CATACOMBE
DOCH
C A K O N LOÏLE.
I!oor eens, Burger," sprak Keinedy, ik
?wou dat je mij je vertrouwen schenk.'
De twee beroemde geleerden, die zich aan
de sludie van Romeksche antiquiteiten h uiden
gewijd, zaten te zamen in Kennedy's gezell'ge
?woonkamer, die uitzag op het orso. De avond
was koud en beide hadden ze hun stoel ge
schoven tot dicht bij de Italiaansche kachel,
die, ongeschikt tot verwarmen, e:geniijk a leen
diende om de atmosfeer in bet vertrek benauwd
te maken. Buiten, or.der den helderen
wintersterrenhemel, lag het moderne Home, met de
lange, dubbele rij elektrische Jampen, de hel
verlichte café?, de reeks voorbijsneilende
equipages en de dichte menigte voetgangers. Maar
hier binnen, in de weelderig ingerichte kamer
van den rijken jongen Engelschen archaeolong,
was niets dan het oude home te zien. Oude,
gebarsten friezen hingen aan den wand; grijze,
oude bustes van senatoren en soldaten met
hunne krijgshaftige koppen en harde, wreerle
gelaatstrekken, grijnsden uit de boeken. Op
de middentafeJ, tusschen een hoop tabletten,
fragmenten en versieringen, stond Kenneöy's
beioemd miniatuurplan van de Baden van
Caracaila, zooals hij ze had weten te
recor.strueeren, welk plan te Berlijn, toen hij het
daar tentoonstelde, zoo algemeene bewondering
had gewekt. Tal van curiositeiten la^en over
het rijke, rcode, Turksche tapijt vcr:-preid.
En onder die allen was er geen er.kele, waar
van de echtheid betwijfeld kon worden; geen
enkele, die niet bizonder zeldzaam cf kostbaar
was. Want Kennedy, ofschoon niet ouder dan
dertig, had zich reeels als oudheidkundige eene
Europee'.sche vermaardLeid verworven, terwijl
bovendien zijn groot fortuin, dat voor anderen
zoo vaak een struikelblok is in het leven, hem
daarentegen een machtigen steun bleek te zijn
bij het bereiken van zijn doel.
Wel had hij zich vaak om aan es n gril
te voldoen, ot een genoegen na te jagen
van zijne studies laten afleiden, maar zijn
onderzoeküeveude geest was in staat zich lang
met inspannender! arbeid bezig te houden,
totdat dan weer een scherpe reactie volgde,
een tijd, waarin hij zich geheel overgaf aan
zinnelijk gerot. Zijn knap gelaat, met het hooge,
blanke voorhoofd, de gebogen neus en de ietwat
slappa, zinnelijke lippen, was een trouwe
weerspiegeling van de kracht en de zwakheid, die
zijn nafuur kenmerk'en
Zijn makker, Julius Burger, was een geheel
ander type. Uit een gemengd ras gesproten,
van een Germaanschen vader en een Italiaans che
moeder, vereenigde hij in zich de robuste eigen
schappen van het noorden met den meer
plooibarea aard van het zuiden. Blauwe, Teutoonsche
oogen lichtten in zijn door de zon gebruind
gelaat en daarboven welfde zici een vierkant,
massief voorhoofd, omgeven door een dichte
krans van blonde krullen. De sterke, bree.de
kaak was gladgeschoren en vaak was het zijn
makker opgevallen, hoe treffend dia geleek op
die der oude Romeinsche masken, welke uit
de duistere hoeken in het vertrek gluurden.
Onder die ruwe Germaansche kracht school
i Daarna wordt de wenscheiijkheid betoogd van
| het maken van een lijst of inventaris van alle
bestaande gebouwen die belangrijk zijn voor
geschiedenis of' kunst, waaruit een two-edölijst
zou opgemaakt moetui wonlsn, bevattende uit
j elk der verschillende bouwstijlperioien het
; merkwaardig*ti type, zoodat deze reeks van
i typen zou weergeven een onafgebroken
over1 zicht der ontwikkeling van de Naderlandsehe
i bouwkunst.
' In het tweede hoofdstukje worden de
mid| delen besproken om de oude kunstwerken t^gen
spoedigen onde.rgarg te beschermen, zooal»
b v. verplichte kennisgeving der eigenaars der
op de lijst staande gebouwen aan een com
missie als zij willen overgaan tot afbraak of
verbouwing ; verder de mogelijkheid om belang
rijke bouwwerken te kunnen onteigenen; het
verleenen van subsidie aan den eigenaar als
bij het gebouw wil repareeren, enz.
Overwogen worden de bepalingen daarom
trent, voor zoover zij betrekking, zullen hebben
op gehouwen behoorende aan particulieren, a-in
corporatieën, aan kerkgenootschappen, aan
openbare lichamen of aan den Staat.
Eindelijk wordt in het derd>! en laatste hoofd
stukje een overzicht gegeven van den thans
bestaanden toestand in Nederland, waarbij twee
Kor inkli;;ke Besluiten betre ft'inde deze zaak
besproken worden, en deelt de schrijver iets
mede over de tot standkomir.g en den val van
»de commissie van Rijksadvisi urs van
Gedenkteekenen van Vadtrlar dsche Geschiedenis en
Kunst" welke in het, leven werd geroepen na
het bekende Gisartikt l van onzen
teiznuwoordigen referendaris Victor de Stuerp. Ten slotte
wordt er op gewezen dat het meer daa tijl
geworden is dat bet Nederlandsche volk er
toe overga orn door een wettelijke regeling
zijn bouwkunstwerkeri te beschermen.
Veel bezwaar tegen zoo'n wettelijke regeling
kan er, dunkt mij, niet zijn, als uien de klip
kan ontzeilen waarop het ontwerp zou kunnen
stranden, te weten: de beperking van het
privaatbezit.
Wat mij betreft, ik wil de ideeën van mr.
Overvoerde gaarne steunen en zal hieronder
n der redenen die ik daarvoor heb rader
uiteenzetten.
* *
In ]>e Tel,(/raaf van IS April l!)l)l stond
onder het opsctinft «Vandalisme ' het volgende :
De heer Victor de Sluers schrijft in bet
«B.illetin van den Oudheidkundigen B-jnd"
onder bovengenoemd opschrift:
Te Leiden, Breedstraat no. Hl, staat een
deftig heerenhuis, dat eenige jaren gelsden als
koiliehuis?caféSuisse gebruikt werd.
Het vertoont of liever vertoonde tot in ISili)
een der fraaiste gevels uit de XVIIe eeuw,
welke in or.s land aangetrott'-m worden en wel
een gevel uit zandsteen opgetrokken. Dit front
bestaat uit een soubassement voor den
re^de chausi-ée, daarboven een Kon oinsche orde
met pilasters, die de twee bovenverdiepingen
omvat; het geheel is bekroond door
eenfrontispice, in het midden waarvan een borstbeeld
met een Turk, omgeven van de figuren van
Neptunis en Mercurius, prijkt. Dit uitmui.tende
beeidhouwweik is getenkend van een onzer
voornaamste sculpteur?, Xaveri lóTo.
Dit huis heeft te kwader uur tot eitrenaar
gekregen den heer M. II. van Wavere".
iiiertoch altijd een tikje Italiaansche gislepenheid;
maar zijn lach klonk zóó gul, de oogopslag was
zóó vrij, dat dit beschouw:! werd meer ab een
gevolg van zijne afstamming, dan als een
karakttrtr^k. Wat leetrijd en reputatie betreft,
was hij Kennedy's gelijke, maar zijn leven
was moeilijker eu <le arbeid voor hem zwaarder
geweest. Twaalf' jaren gele;!en was hij naar
Rome gekomen, een arme student in de
a;ch.teologie en sedert ha.i bij geleefd va-i een kleine
toelage, die hem door de B jnnsche univeisiteif,
voor onderzoekingen werd uu gekeerd. Lang
zaam, met inspai ni!!g en taaie wilskrach", met
zeldzame volharding en eenvoud, had hij ején
voor n de sport- n va:i ele ladder der taarn
beklommen, totdat hij nu lid van de academie
van Berlijn was, terwijl er alle kans bestond
dat hern weldra een leerstoel zou worden aan
geboden aan een der voornaamste Duitsctie
universiteite.i. Maar juist uit eumjdig streven,
dat hem hetzeltde hoogs siandpunt ad doen
innemen als de rijke, gevierde Kngelschman,
was tevens oorzaas geweest, dat hij in alle
andere opzichten in het maa schappelijk leven
verrj hij dezen ten achter stond. De tijd had
hem ontbroken om /.ich ui gezelschap gemak
kelijk te loeren bewegen. Slechts als hij spteke-n
kon over het ne onderwerp, dat hem zoo na
aan het harte lag, kwam er bezieling op zijn
gelaaf. And. rs was hij teruggetrokken t-n ver
legen, zich volkomen van zijne tekortkomingen
op ander gebit d bewust, terwijl bij niets dan
minachting koesterde voor de banale gesprek
ken der gewone salon-bezoekers. En t-, cu scheen
het alsof er tusschen dez; twee zoj geheel
verschillende naturen, die nu reeds eenige
jaren met elkander hadden verkeer.!, langza
merhand eene warme vriend: chap zou ontstaan.
Le grondslag hiervan lag in eet teit, elat deze
beiden de eenige onder de jongeren waren met
genoeg kennis en gaestdrih bedeeld, om
elkanir volkomen te kuur en waar.leereii.
Uemeenschappclijne belangen, gemeenschappelijk
o-derzoek ba.1 hen bijeei gebri»ctit en ze hadden
wederkeen'g bewon-ierii.g gevoeld i oor elkanders
buitengewone gaven. Kn toen was er langza
merhand bijgekomen, dat Kennedy schik had
in (ie openhartigheid en d??. eenvoud van zij;;
mededing r, terwijl Bur^t-r op zijne beurt
aangetrokken werd door de schitteren,!e eigen
schappen die Kennedy tor den lieveling der
Komeinsche samenfevirg haildti, gemaak .
Ik spreek in den verleden lijd; want de jeug
dige Engelschman was loeit juist eenigszh s in
de algemeene achting ged taid. Een liefdes
avontuur, waarvan da buonderheden nooit
geheel waren uitgelekt, ha .u.v >an zijn kant
een barttloosheid en zelfzucht verraden, die
menigeen onder zijne vrien en pijnlijk halden
aangedaan. Maar in de kr : gen der ongehuwde
artiesten, waarin hij bij voorkeur verkeerde,
bestaan er geen a! te strenge bepalingen om
trent eer in dergelijke zaken en mocht men
hier of daar al eens het hoofd schudden of de
schouders ophalen over de vlucht van een paar
en de terugkeer van sh-ehts n van het
tweetal, over het algemeen v/a-i men tocli eer
nieuwsgierig, ja, men benij l:!e hem zeiLs mis
schien, maar afkeuren deed men niet.
Hoor eens, Burger," sprak Kennedy, terwijl
hij het effen gelaat van zsjn makker aandachtig
gadesloeg, ik wou dat jt- mij ie vertrouwen
schonk."
Hij had, onder 't spreken met de hand
gewezen in de richting van een haardkleedje
op den grond. Daarop be\ond zich een lang
werpig, ondiep fruitmandjc van licht
vlectuweik, zooals die in de Campagna overal
gebruikt worden en hierin nu lagen
opgestabrouwer, die zonder eenigen eerbied voor het
prachtige kunstwerk besloten heeft drie vierden
van den gavel weg te breken en ta vervangen
door afschuwelijke ijzeren en glazen kasten.
Voor de uitvoering van dit ellendig vanda
lisme heeft hij gevonden den heer W. J. Jesse,
die zich nog architect durft noemen.
Hut treurigste misschien van deze treurige
geschiedenis is, dat zoo iets heeft kunnen
plaats vinden in het Bitaafsch Atheen, in een
stad, wemelende van geleerde mannen, met
leerstoelen voor aestheticn, geschiedenis en
allerlei archaeolo^ie en oudheidkunde, met ta',
van kunstmusea, directeuren en conservatoren ..
zonder dat iemand zich warm heeft gemaakt
en een protest heeft doen hooren. 't Is een
ware schande, een echte ellende.
Ik heb mij naar het B itaafsch Atheen gesposd
om ter plaatse op te nemen wat de vandaal
W. J. Jcii-se daar wel uitievoerd heeft, want
ik wiide weten of diens daden dermate
kunstschfcm.enei waren dat hij dit stam'jd van onzen
referendaris verdiend zou hebben.
De wijze van verbouwing van het ou.lehnis
tot een mo lern koMi ;huis is ik zeg dit voorop
liiet mooi. De heer Jesse is i;iet een onzer
eerste kunstenaars, sloch het werk. dat bij aan
de Breestraat No. Si maakte, is niet leedijker
dan honderd dergelijke werken. Dd verbouwing
zou mij i.-iet opgevallen zijn als ik het gerucht
makend berichtje er niet over gelezen had.
Da pui gelijkstraats is vervangen door 'n
groot raam, en op de eerste verdieping is
aangebracht een, over de geheele breo-ite van
den gevel uitspringenden, erker mei ronde
hoeken.
Da tweede- en de zolderverdieping zijn in
den ouden toestand gebleven op enkele klei
nigheden na.
Voor den nieuwen bouw werden T, dubbele
T en hoekijzers gebruikt, wier aanwending
niat bizonder gelukkig is. De compositie is op
vele plaatsen zwak b. v. daar waar de bruin
houten paneeltjes van den erker rusten op het
den erker steui.end en omrandend ijzeren tiiiit;
de uitvoering is sjovel aan het hekwerk dat
dien erker bekroond en dat gemaakt is uit
ijzeren gasbuizen met de daarbij gebruikelijke
hulpstukken.
Hst ijzei werk werd wit geverfd ; het hout
werk is bruin gehouden. Zuowel wat kleuren
als lijnen en uitvoerii g betreft is het ver
bouwde gedeelte geen earste-rangs werk.
Inwendig zijn restauratie-, eetzalen en der
gelijke localneiten behandeld in den geest
zooals men dit bij kofliehjisarchitectuur gewoon
is, d. w. z. na ir den gemiddelden smaak der
bezoekers. Een aardigen, ouden, eü-enhoiiten
trap, die naar de eerste verdieping leidt, jis
intact gebleven.
Is er nu en daar draait alles op neer
is er LU, Joor deze verbouwing een meester
werk van een X-iderlandscükunstenaar voor
altijd verloren gegaan 'f
IK beweer van niet, en wel om deze reden:
het gebouw aan de Bretstraat No Ki is bij
lange na geen meesterstuk, de kunsthistorische
waarde is i.it-t groot, tenzij men alles wat oud
is als van kuiusthistoiische waarde beschouwe.
Oai het gemis aan hoogo kunstwaarde aan
te tooneu zul ik hier nnjn aaLteekenii gen
laten volgen.
«Boven den erker van de verbouwde eerste
illllllllllttUM
peld allerlei voorwerpen ; tegels met onhchüften,
brokken beschreven ;teenj gebarsten musaïeken,
beschadigde papyrusrollen, roestige metalen
sieraden, zaken, die voor den oningewijden op
de vuilnishoop t'huishoorden, maar die voor
den deskundige eenig in hun sjort waren.
Want die hoop rommel in de platte mand
vormile juist een der ontbrekende schakels van
sociale ontwikkeling, die voor den vakman van
zoo groot belang zijn. De Ouitscher had ze
bimienèel>!:ac!jt en v-d begei-rie waren de oogeii
van den li i t er op gev^tigd,
Ik wil js van je vondst niet berooven, maar
ik verlang o g er rneer van te hooren," ver
volgde hij, terwijl Ij.irger langzaam een -sigaar
opstak, 't I< blijkbaar een on:dekking van het
grootste belang. Deze intcripiies zullen heel het
geleerd? Europa in opschudding brengen."
Voor ieder stuk dat hier ligt, zijn er ginds
een miljoen anderen;" spiak de Duittcher.
Kr is zooveel, dat een dozijn geleerden er
een levenslange studie van zouden kunnen
maken en er zich een reputatie van opbouwen
even hecht als de muren van het kasteel
St. Angclo."
Kennedy zat, het fraaie voorhoofd gefronst
nadenkend voor zich uit te staren, terwijl zijne j
vingers met de lange, blonde snor speelden.
Je hebt je_elf verraden. Burger;" zei hij
eindelijk. Je woorden kunnen slechts doelen
op n duig: je hebt een nieuwe catacombe
ontdekt.'"
Ik bal er geen oogenblik aan getwijfeld of
je z-iinlt, na bet beschouwen van deze voor
werpen, tot die gevolgtrekking zijn gekomen." l
Wel. ze. wijzen er zeker op, maar je laatste i
wcorden hebben allen twijtel weggenomen, l
Alleen eer. < atacombe kan zulk een schat van
relieken bevat;en. als ja daar beschrijft."
Dat is zoo. Dat is ook geen geheim. Ik heb
inderdaad e<m nieuwe catacombe outiekt. '
..Ah! j u i.-t di;ir schuilt mijn geheim, waarde
Ke..t:e,]y Wees tevreden als ik je zeg, dat er j
geen mij.ienste kans bestaat dat iemand '
anders di.j zal vinden, Ze etagreekent uit een
geheel ander tijdperk dan eenige tot dusver {
bekende catacomben en heeft gediend als
begraafplaats voor de aanzienlijkste christenen ;
zoodai (te overblijfselen en reln|tiiën ook '
gebed ver.-chuier.il zijn van ailcs wat men nog l
ooit gezien heelt. Als ik niet zoozeer door- )
drongen was van je kunde en energie, beste !
vriend, dan zou ik niet aarzelen onder j
belotte van geheimhouding je alles mee te j
deelen. Maar nu geloof ik, dat het plicht is
eerst zcit met mijn verslag gereed te zijn, !
alvorens mij bloot te geven aan een zoo ge- i
duchten imded.nger." i
Kenr.e-iy ha'l met hart en ziel zijn vak liet'
en daaraan was het dan o k te danken dat,
niettegenstaande de verleidingen, die het pad
van een rijken en verkwistenden jongen man
kruisen, hij toch trouw was gebleven aan zijn ?
werk. Eerzucht hal hij, maar zijne eerzucht '
was ondergeschikt aan zijn hartstocht vooral
wat het leven en de geschiedenis van het oude
Rooi 3 bet of. En zoo was net in hem een
hevig verlangen om de nieuwe wereld te zien,
die zijn makker had ontdekt.
Hoor eens, Burger/' zei hij ernstig, ik
zweer j;', dat je me in deze zaak volkomen
kunt vertrouwen. Zonder je uitdrukkelijk
verlof beloot ik plechtig geen letter op het
papier te zetten over hetgeen ik zien zal. Ik
begrijp en eerbiedig je gevoelens; maar heusch,
je hebt van mij niets te vreezen. Als je daar
entegen weigert me iets te zeggen, dan ga ik
stelselmatig op onderzoek uit en ik geloof '
verdieping steken de boveneinden der pilasters
van den ouden bouw uit met hunne kapiteelen
in ongeschonden toestand. Op die pilasters
rust de frontispice die met beeldhouwwerk
gevuld is. Twee naakte mannen liggen in luie,
niets uitdrukkende houding te kijken naar het
borstbeeld van een Turk dat tusschen hen
geplaatst is in een opengehakte cartouche
versierel met een rand van bladornament. De
Turk is geheel verguld ; de andere beelden
slechts hier en daar. De naaktü^uren stellen
Mercurius en Neptunus voor. De eerste heeft
de bekende aarjappelborst en-buik zooals die
gemaakt worden aan middelmatig beeldhouw
werk, te weten, spiermassa's en ribben teekenen
zich af in buik en borst als ronde knobbels.
Hij ligt met den eenen arm half hangend over
een zak en heeft in een zijner handen een
bloemkoolstrook waaraan een klein
bloernkooltje, dat niets anders dan een geldbeurs
kan voorstellen. Op allerdwaaste wijze, ge-heel
tegen eenig begrip van lijnen, van schaduw of
van. ruimte in, rust op een zyner onderbeenen
een bokkenkop wiens groote horens de com
positie storen, en welke kop, waarvan de sik
nar.gt over de kuit van Mercurius, een niet
te omschrijven mal kiekeboe-eft'jct maakt.
Neptunus is oude.'; de aardappelen zijn hij
hem ineen gevloeid en de spiermassa's van
borst en buik zijn stopverfrolien geworden.
Hij luiert op een do) lij u en heeft in de hand
eau drietand waarvan de punten buiten de
frontispice uitsteken.
De ligging der beelden werd bepaald door
den gedrukt-driehoekigen vorm van het fronton.
De compositie werd daardoor gekunsteld.
Bovendien had de beeldhouwer ons eigenlijk
nieits mede te deelen ; hij inspireerde zich op
de hoekstukken der frontons van eenige klas
sieke tempels, waar figuren in liggende houding
werden aangebracht omdat er geen hoogte meier
beocüikbaar was om ze te laten staan.
De Turk is het beste, het meest Hollandsch,
omdat het beeld het meeste begrip van ruimte
heeft. Het borstbeeld bezit goede schaduwen
die voordeelig uitkomen tegen den donkeren
achtergrond van het open gat in de cartouche.
Dt) gt'heele f'rui.tispice-vulling is ved te
zwaar, de beelden zijn veel te gruot, de massa's
te forsch en te hreed aangezet. Dientergevolge
is de gevelcoüjposuie bedorven, want ze is
topzwaar gewO;uei., met groote 'chaduwen in
den geveltop en met kleine smalle schaduwen
in het gevelvlak, omdat de pilasters slechts
weinig sprong hebber.
Hdt beeidhouwweik is
convcntio.'ieel-academi.sch ; het is gtmsukt door een beeldhouwer
d;e zich veibuelüde dat bij de architectuur
van het huis door beeldhouwwerk zeer b,l;mgnjk
kon maker'. Vandaar de pretenteuse. ongevoeide,
brutale, ongemotiveerd zware bekroning boven
de overigens eenvoudige architectuur".
Meld ik r.u i og dat dit gebouw geen unicum
is, dat het behoort tot dies soort italianiseerende
architectuur met gebeeldhouwd klassiek hoofd
gestel, waarvan het oude raaduuis te Am.-terdum
een veel vollediger en veel indrukwekkender
type is, en vtsti^ ik bovendien er de aandacht
op, dat het voornaamste eUel van het bouwwerk
nog ongeschonden is, dan volgt uit een en
ander dat er, met de verbouwing der on
derste twee verdiepii gen van Uit huis, nog
zoo'n groot vandalisme niet gnpleegd is, zotdat
bijna zckar dat 'c me gelukken zal je geheim
te ontdekken. En in dat geval, zou ik Kunnen
doen wat me goeddunkt, daar ik onder geen
enkele verplichting zou staan."
Burger glimlachte.
't is me opgevallen, vriend Ksnree'v,"
kloi k zijn antwoord, dat als il; tiu een" of
andere vraag tot je richt, je nici altijd even
bereed bent mij in te ii.ch.tei!."
Wanneer is dat ooit gebeurd 'i Je weet
hed goed hoe ik je, b.v. de Iw.iwstoficn gele
verd heb voor je opstd over den tempel der
Ves-aalsche Maagden."
Nu ja; maar dat was niet vangroot belang.
Ik vraag me af ot je mu antwooul geven zon
als het de ecu of andere intieme aangelegen
heid betrof. Deze nieuwe catacombe is voor
mij iets zeer iniicms en ik zou wuderkeerig
een blijk van vertrouwen van je verwachten."
Waar je heen wilt, begrijp ik niet," sprak
de Kngdsdiman; ..maar als je iiu.ioclt, dut je
mijn vraag aangaande de catacombe wilt be
antwoorden wanneer ik je antwoord (-p onver
schillig welke vraag je me wei.sdit [o doen,
wees dan verzekerd dat ik beteid be'n."
rWelnu dan," zei Burger, terwijl hij op zijn
gemak actitcrover leunde eu blauwe rcukwoineii
uit zijn sigaar omhoog blies, \ertel dan nu
eens alles omtrent ju verhouding met miss
Mary aurderson."
Diiltig sprong Kennedy van zijn stoel op en
keik woedend naar het onverstoorbare geJaat
van zijn metgezel.
Wat duivel bedoel je V" riep hij uit. Wat
is dat voor een vraat;'/ Moet het eert grap
beduiden, dan is die al heel ongepust.'"
Neen, een grap is het niet," ze-i Burger
eenvoudig; ik stel waarachtig veel belang in
de bizor.derheden van die zaak. Ik weet zoo
weinig af van de wereld en de vrouwen en
het maatschappelijk leven, daarom heeft
zóó iets al het aantrekkelijke van het nieuwe
voor me. Jou ken ik en haar kende ik van
aanzien zelts heb ik haar een paar maal
gesproken, 't Zou me zoo'n genoegen doen van
je eigen lippen te hooren, wat er tustchen
jelui is voorgevallen.1'
Geen woord wil ik er over zeggen."
Best. 't Was maar een inval van me om
te zien, of je even gemakkelijk een geheim,
dat jezelf betreft, los zou laten, als je verwacht
dat ik het mijne aangaande de catacombe je
zou toevertrouwen. Je wou niet, dat heb ik
wel gedacht. Maar waarom zou j\> dan iets
anders van mij verwachten 'i Daar slaat 'c tien
uur van de t. Jan fk moet naar hu s.''
X«.en, wacht even, Burger,'' hernam Ken
nedy; dit is heusch een malle inval van je,
om iets te willen weten omtrent een oud
liefdes-avontuur, dat al maanden is doodge
bloed. Je weet dat bij, die kust en 't aau de
groote klok hargt'' beschouwd wordt ais een
lafaard en een schurk."
Zeker,'' zei de Duitscher, terwijl hij zijn
manel met curiositeiten opnam, dat, is hij
zeker, als hij spreekt over een mei je dat
vroeger onbesproken bleef. Maar iri dit geval,
zoosls je wel weet, was het 't praatje van de
stad, zoodat je miss Mary Saundersen niet
werkelijk benadeelen zult eioor over het geval
met mij te spreken. Toch eerbiedig ik je
gemoedobezwaren en wensch je goeden nacht !"
Wacht nog even. Burger," zei Kennedy
weer, met zijn hand den ander tegenhoudende";
deze catacombe geschiedenis ligt me heel na
aan 't hart, en ik kan er niet maar zoo
gemakkelijk van afzien. Kan het je wat schelen
met een andere vraag voor den dag te komen 't
iets minder excentrieks?"
het standje van den heer de Stuers aan den
heer Jesse wel achterwege bad kunnen blij
ven of uitdrukkelijk door den eerste behoorda
toegelicht ie worden, opdat wij het niet als een
ongemotiveerde onhebbelijkheid aan alle ver
bouwende architecten zouden opvatten.
Ik zou het een ware schande en een echte
ellende vinden als wij ons die uitlatingen van
den heer de Stuers zoetig lieten aanleunen;
zonder daartegenover het fait te releveeren:
dat ten gevolge der handelwijzen van dezen
in bouwzaken halfkundigen maar heel
stuurschen man, bouwwerken, van veel grooter
belang dan dat waarvan thans sprake is, ten
eenenma'e verwoest zijn, omdat er onkundig
als hij was van hot verschil dat bestaat tusschen
repareeren en restaureeren, d. w. z tusschen
herstellen en vernieuwen -?- door zijn invoed
tal van leelijke, moderne, r.amaak-gothische
leugens zijn in de plaats gekomen van mooi
oud-gothisch bouw- en beeldhouwwerk.
De Vandaal Jesse is bij hem vergeleken een
prijzenswaardig behouder.
En nu levert het geval met dien Leidschen
gevel een voorbeeld te meer voor de
wenschelijkheid va:i het bestaan van wettelijke bepa
lingen op de bescherming van monumenten.
Ware het gebouw aan de Breestraat Staats
eigendom gewsest of hadde het gestaan onder
Staatstoezicht, dan zou misschien de verbouw
zijn verhinderd wat ik niet zoo'n bizonder
verblijilei.de gebeurtenis zou gevonden hebben
maar zeker ware de gelegenheid ontnomen aan
onzen referendaris bij de afdp.eling Kunsten
en Wetenschappen aan het Ministerie van
Binnenlandsche zaken om zich onhebbelijk
uit te laten over de uitvoering van verbouwingen,
<lie! wij iu on/e praktijk wel ondernemen
moeten, ;üg'iiat dit vaak me>t ecu bedrukt
gemout! e,n met grootcu tegenzin.
J. E. VAX Dlilt PuK.
II i 11 ego m, 8 April 1901.
Nieuwe Eist.
i.
Geen mersch, die op eenige beschaving aan
spraak maakt, staat tegenwoordig verlegen, als
hem gevraagd wordt, wat nieuwe kunst is.
Kan hij er mogelijk ook al geen wel omlijnde
bepaiir g van gever, bij zal toch aanstonds tal
van voorbeelden, waar de nieuwe kunst toe
passing heeft gevonden, weten te noemen. De
beurs in aanbouw te Amsterdam, Arts and
Crafts in dun Haag, de villa's met witte muren
en roode pannen, die aan geen plaats meer
gebonden zijn, de winkelpuien met grillige
lijnen, Tooi op, »'t Binnenhuis" te Amsterda'm
en r. ug veel meer somt hij dadelijk op.
Ivi bij het dei kheeld der r.ieuwe kur.ft
voeden zich in zijn geest andere, als
theosdi", vegetatisme, aim-.ïsmp, feminisme, ]\
mogdijk socialisme, dit laatste alleen theo
retisch. Hij bede et n vang vermoeden dat de
r. i 3 u we kiu.st vijandig is aan gesteven over
hemden, boorde.i en manchetten, doch in
spojtkostuums behagen vindt. En hij den be
hanger weet i)ij precies de nieuwe kunstpatronen
uit te kiezen, als de suite opgefriseht moet
worden.
Hoe echter die nieuwe kunst ontstaan is,
Neen, neen; je hebt geweigerd en daarmee
basta," sprak tinrger jpet zijn mand a» u dun
arm. Je hebt mi-schien vo.komen gel^k met
niet te willen antwoorden en ik van iui\n kant
b.;b misschien ook gelijk daarom nogmaa's,
beste Kennedy, goeden nacht!''
De Epgelscliciati liet Burger de kamer door
gaan tot aan de deur; maar toen d,-ze zijn
band op do k; op lei, sprong hij op en zijd
gans-die uiterlijk teekend.: den m;yi die zich
in bet onvermijdelijke schikt.
Stop, cuwe!' riep hij; j.; slelt je liou?ch
bespottelijk aa;;; maar toch, als dat je
Voorwa<rde i-, welnu, dan moet ik er mij aan
onderwerpen. Ik heb 't land om over een vrouw
te j riten, maar, zocals je zegr, boe! Home
weet het, en ik gelcof niet dat ik je iets zal
kunnen meededen, dat je niet reeds bekei.d
is. Wat wvnsdrte J3 te weten?"
De Duitscher keerde naar de kachel
teru;zette zijn mai.d neer en liet z:ch weer vallen'
in zijn stoel.
ilag ik nog eens opsteken? Dank! Ali ik
aan het werk ben, rook ik nooit; maar om te
genieten van een praatje, moi t ik dampen.
Kn nu wat di; jonge dame betreft, met Mie je
(lat avontuurtje batlt. Wat is er an haar ge
worden '.-"'
Ze is teru-i bij hare familie."
O, zoo in Engeland';1"
Ja."
Waar ergens in Londen'/1'
N'ren, Twii'kerham."
^ Ver.-choon mijn nieuwsgierigheid, beste
Kennetly; stel de op reker ing van mijn geringe
kennis van de wereld, 't Is misschien een
doodeenvouü'ge zaak om een jonge dame er toe te
brengen drie weken met je van door te gaan
en ba».r dan over te laten aan haar eigene
familie te... hoe heette de plaats ook weer'-''
Twickenham."
O ja, Twickenham. Maar het is iets dat
zoo geheel ligt buiten het gebied mijner eigen
ervan ingen, dat ik niet vatten kan hoe het is
toegegaan, B.v. had t je bet meisje lief, dan
kon ju liefde toch in diie weken niet vervio»i n
zijn, waaruit ik de geuilgtrekking maak dat
js baar niet hebt liefgehad. Maar ais er geen
liefde in 't spel was, waarom dan dit schandaal.
dat jnzeit' beeft benadeeld en haar geruïneerd 't'''
Mis! roo^is; staarde Ke; nedy in d n gloed
van de kachel
Dat is zeker heel logisch geredere rd."
sprak hij. ., Lietdu is een groot woord e,i heef c
tal van schakeeringen. Ik mocht haar wel, en
wel, je >egt dat j-; haar gez'en hebt -- ie
weet dus hoe. beeldig ze er uit kon zien. Toen
achteraf beschouwd, stem ik toe dat ik haar
nooit werkelijk bemind heb."
Dan, mijn waart e Kenner? v, waarom hebt
je 't gedaan V'
't Avontuurlijke van de zaak speelde er een
groo'e rol in.'
Wat! Bui j.; zoo verzot op avonturen!"
Wei, ze brengen ten minste wat variatie
in het leven. Uit behoefte aan een kleine
intrige ben ik begonnen haar eenige attenties
te bewijzen. Ik heb veel in mijn leven
na^ejaagd, maar nii ts dat zoo vol bekoring is "als
de jacht op een mooie vrouw. Ken 'prikkel
daarbij was het overwinnen van moei ijkheden.
want, daar zij de reisgenoot was van ladv
Emily Rood, was het bijna onmogelijk haar
alleen te ontmoeten. En eindelijk, wat de kroon
spande, ik hoorde al heel spoedig van haar
eigen lippen dat zij verloofd was."
Mein tiott! Met wienV"
Ze heeft me den naam niet genoemd."
(Slot volgt)