Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
1242
sedert wanneer zij algemeen in zwang kwam,
dat zijn vragen, waarop in den regel zelfs de
meest beschaafde mensch het antwoord schuldig
zal blijven. Daarom kan het goed zijn hier
omtrent tot leering en stichting het een en
ander mede te deelen.
Wie zich het jaar 1890 herinnert, herianert
zich tevens, dat er toen van de nieuwe richting
nog OBgeveer niets te bespeuren was. Wel had
de Parijsche tentoonstelling van 1889 enkele
pogingen om wat anders dan het algemeen
gangbare te maken, te aanschouwen gegeven,
doch het scheen, alsof die zonder navolging
zouden blijven.
De architecten van dien tijd bestudeerden
ijverig, wat hun voorgangers, tot 1800 toe,
gemaakt hadden. Zoo weinig dachten zy aan
het scheppen van iets nieuws, dat zij zich ge
lukkig voelden, wanneer zy het werk van
gezegde voorgangers zoo getrouw mogelijk
hadden nagebootst.
Pas verworven of lang bezeten fortuinen
werden te hunner beschikking gesteld, om aan
al hun kunstenaarsluimen te voldoen. Onder
de Amsterdamsche werken van dien tijd munten
uit het woonhuis op de Heerengracht over de
Beulingatraat, door Salm, het wiiikelhuis op
den hoek van Kalverstraat en Spui, door
Berlage, de huizen in de Sarphatistraat bij het
Fredenkaplein, door verschillende architecten.
Er zouden nog vele anderen te noemen zijn.
Duitsche voorbeelden herkent men in de
toppen en de arkeltorens, Vlaamsche, waar
gebakken en gehouwen steen afwisselt,
Fransche, waar de gehouwen steen alleen is ge
bruikt.
Het karakter onzer bouwkunst van omstreeks
1890 is rijkdom, of wil men liever, opschik.
Naar oorspronkelijkheid werd niet gestreefd,
men was tevreden met wat in de schatkamer
der vroegere stalen gevonden werd.
De behangers en meubelmakers werkten ook
in stijl. Zy richtten u in »Henri deux", «Louis
van douze tot seize", of, zoo u dit niet aan
stond, in «Hollandsche, Duitsche of
Italiaansche Renaissance". Voor iederen smaak was
wat wils.
In de woestijn dezer dorre navolging was
slechts n oase, de Haagsche aardewerk
fabriek Rozenburg. Wat Coltnbrander daar toen
maakte, bezat een oorspronkelijkheid en schoon
heid, die verrasten. De vazen, potten, pullen
en schotels uit die dagen behagen oi;s nog op
het oogeublik door fijnheid, pracht van kleur
en nieuwe vormen.
Toch was het toen reeds veertig jaar geleden,
dat de apostel der nieuwe richtii.g in de kunst
voor bat i:er»t zijn stem verheven had. Die
apostel was John Raskin, wiens »Stoues of
Venice" in Februari 1851 verschenen. Zijn
werk maakte in Engeland veel opgang en de
schrijver kon in 1874, toen de derde druk
verscheen, in zijn voorrede zeggen: «Gaen van
mijn boeken heeft zooveel invloed gehad op de
kunst van den tegenwoordigen tijd als dit."
De kur st van Venetiëhad Raskin tot na
denken gebracht. Hij bewonderde in de
middeleeuwsche kunst van die stad vooral de
vrijheid, die aan ieder werkman gelaten werd,
en die het ambacht verhief. Hij maakte een
vergelijking tusschen de beste kunst der middel
eeuwen en de kunst van zijn dagen.
«Onze architecten," zoo scheef hij, »beweren
met het ernstigste gezicht van de wereld, dat
er bepaalde bouwstijlen zy'n, zoo goed als er
bepaalde regelen in de bouwkunst bestaan.
Wij nemen dat aan, omdat het ons geloofwaardig
voorkomt. Wij begrijpen dat, bij voorbeeld, een
bepaalde soort van kapiteelen bij een bepaalde
soort van stijl behoort. Daar wij menschen van
orde en regel zijn, doet het ons genoegen als
onze architect de kapiteelen laat maken, zoo
als de stijl dit vereischt en wij zien het met
voldoening, als hij ook op andere wijze zorg
draagt, dat de regelen van den stijl niet worden
overtreden. Wij maken ons dan wijs, dat wy
een goed huis krijgen. Maar onze hoogere
neigingen laten zich niet beetnemen. Terwijl
wij in onzen schik zijn als wij een nieuw boeK
of een nieuwe schilderij gekocht hebben, kan
het voltooide gebouw ons slechts weinig sche
len. Wel zy'n wij trotsch op zijn afmetingen,
zijn correctneid, op de gemakken die het
ainbiedt en wij zijn overtuigd, dat een bouw
werk ons niet meer genoegen kan geven. Wij
denken en geen ooger.blik aan, dat wij ineen
gebouw itts zouden kunnen lezen, zooals wy
Milton en Dante lezen. Wij vinden het be
lachelijk, dat steenen ons evenveel genot zouden
kunnen verschaffen als verzen. Maar wij moeten
trachten te vergeten, wat ons tot dusverre
geleerd werd, wy moeten gaan inzien, dat
slechts die kunst waarde heeft welke niet,
hetzij dan met woorden, kleuren of steenen,
steeds hetzelfde herhaalt, wat reeds vroeger
gezegd is. Slechts door wat anders te zeggen
dan reeds gezegd was kan de bouwkunst zich
verdienstelijk maken. Wij mogen van een
architect, zoo goed als van een romanschrijver,
verlangen dat hij niet slechts correct, maar
tevens onderhoudend is. Bouwkunst die naar
vaste regels werkt is geen kunst meer, maar
een fabrieksnijverheid. Wie niets anders kan,
dan onderdeelen van bouwwerken uit vroegere
eeuwen nabootsen noemt zich architect, ofschoon
bij evenmin recht heeft op dien titel als iemand
die zich schilder zou noemen, omdat hij koppen
en handen uit schilderijen van oude meesters
gekopieerd heelt."
Deze aanhaling doet zien, hoe Ruskin reeds
in 1851 een nieuwe kunst wenschte. Maar in
de eerste vijf en twintig jaar na het verschijnen
van zijn werk kwam er van een nieuwe bouw
kunst niets. De Engelsche architecten deden,
alsof Raskin voor hen niet geschreven had.
Alleen een kleine kring van schilders, die als
de Pre-Rafaëlieten worden aangeduid, begon
in overeenstemming met IJaskiu's zienswijze
te werken.
Over Iluskin's denkbeelden omtrent schil
derkunst kunnen wij hier niet uitweiden. In
het algemeen kan men zeggen, dat hij meer
waarde hechte aan wat was voorgesteld dan
aan de wijze hoe dit geschiedde. Daarom stelt
hij de Italiaansche schilders veel hooger dan
de Nederlandsche. Zelfs Rembrai.dt vindt geen
genade in zijn oogen.
Ruskin wilde vooral de nijverheid van zijn
vaderland weer tot een hooger peil brengen.
In al zy'n werken geeft hij lucht aan zijn
ergernis over de smakeloosheid van wat hem
omringt, vergeleken bij wat vroeger gemaakt
werd. Hij besteedde een groot deel van zijn
aanzienlijk vermogen, om teekenscholen op te
richten, musea te stichten, terwijl hij ook als
leeraar overal rondreisde, om aanhangers te
winnen.
De nijverheidsidealen van Ruskin zijn door
zijn jongeren tijdgenoot William Morris in
vele opzichten verwezenlijkt. Bij het zoeken
van een nieuwen stijl zag deze misschien meer
naar het verledene, dan wel goed was. Toch
is hij niet alleen de hervormer van het En
gelsche huis maar van de geheele decoratieve
kunst geweest. Gebrande glazen, stoffan,
tapijten, meubelen, pottenbakkerswerk, boek
banden werden door hem ontworpen en op
voortreffelijke wijze uitgevoerd. Deze werken
hebben slechts n gebrek, en wel dat zij niet
voldoende rekening houden met de eischen
van den modernen tijd. Ruskin en Morris
hadden voor die eischen geen oog Zij haatten
onze maatschappij ; had het aan hen gelegen,
de spoorwegen en de fabrieken waren reeds
lang van de aarde verdelgd, daar deze moderne
vindingen het landschap ontsieren en boven
dien de menschen ongelukkig maken.
Tegenwoordig is men in de meeste beschaafde
landen min of meer de nieuwe richting in de
kunst toegedaan. In den regel is het de
zoogenaamde «kunstnijverheid", thans ook
»gebruikskunst" genoemd, waarin dit nieuwe zich
uit. Opmerking verdient dat de
kunstnyverheidsscholen, die toch werden opgericht, om
een nieuwe kunst in het leven te roepen, die
taak niet hebben vervuld.
De scheppers toch der nieuwe richting zijn
meest schilders of architecten, die zich aan
het handwerk gingen wijden. Daar zij evenwel
niet geleerd hebben, een ambacht te beoefenen,
moeten zij er zich toe bepalen, teekeningen
te maken, die aan anderen ter uitvoering wor
den gegeven.
(Wordt vervolgd) Timo.
De Maatschappij Arti et Amicitiae" opent
een tentoonstelling van Kunstwerken, vervaar
digd door leden der Maatschappij, op Zaterdag
13 April.
IIMIIIIIIIIIIMIIMIIHIMIIimillimiMIMIMIIIIMI
Een Onvermoeide.
JAX HOLLLASD, Adam Almens. Harderwijk,
firma J. Wedding, 1900.
Ik meen naar volle billijkheid dezen schrijver
te mogen kwalificeert u als m het opschrift van
dit arnktl.
Een onvermoeide .. . dat is Jau Holland.
Want wie bijeea zamelt wat hij ia bijna vijf
tig jaren het licht deed zien, vormt daarmee
een nspectable collectie.
In 1852 te Groningen gepromoveerd op een
proefschrift Di^quisitio de Protayorae vilu et
p/iilosop/iia, opende Aunes Jolian Yifringa daar
mee een rij geschr.fteu, waaraan hij tuans op
73-jarigen leeftijd ouder liet psiicloiiiem, den
nteesteu Nederlanders beter hekend dan zijn naam,
Adam Alrmns heeft toegevoegd. Een boute rij,
want de g.-schrifttn zijn van ver
uiteenloopenden aard. Schrei f liij meer daa tien jaar Ba
ziju promotie nop: De egregio, tjuod in rebus
corporeis constituit Plotinus, pttlchri prinripio, en
weer tiew jaar later de Antiotuliones criiicae in
Plotini Ertneadfs, de aandacht hierm vestigend
op de brzondcre betetkeuis van een
neo-platojjjst, wiens invloed in onzen tijd vooral door
Maeterlink zicb weer zoo sterk l eeft doen ge
voelen, reeds vójr dien wist bij o k in
anderen kring de aandacht te trekken door de
in De Tijdspiegel fjcpu')bce<-rdr, populair
eescbreveu Schetsen en opmerkingen aan een Platonisch
jilozoof tii'r '\$e eeuw.
De lilo<oof Viiiiuga die zich uitsprak iii De
emanatie leer en haar invloed op liet Christendom,
zoowel als in Was de Christelijke liefde een nieuw
en oorspronkelijk heyinsel? bleek zijn
tweelingbroeder Jan Holland te georu ken om als
practiscSi paedagoog en moralist zijn id cëa en
gevotleus over opvoeding en onderwijs der onge
leerde goêgemeente te verkondigen. Als blijk vsn
de richting ziji i;r werkzaamheid van den eersten
tijd noem ik De onttcikkelingxgeschiedenis van Keesje
Pul/in.-*, waarm als m I) ckens' Cnppe'field en
NielcMy de kostschool en de kostschoulliouder
het moestin ontgelden, de laats'e gerepresen
teerd door den heer ,/Jacobus Po'pourri, de
schiik der jongens, vetgemest met het bloed en
de tranen der Nederlandse! c juu»d"; en l'.sn
practifch middel tegen occrbccollcini/. waarin de
huissleutel in den zak van zeer jonge lieden als
een zoodanig middtl werd aanbevolen.
Maar niet alleen over godsdienst, opvoeding
en onderwijs schreef deze krachtige satiiieke
ijveraar, ook de politiek en politieker? ontsnap
ten hem niet blijkens zijn brochure Ooer echte
en culsche Liberalen, Islié. Noem ik nu nog de
vrouwen-emancipatie ais een van ziju onder
werpen, dan heeft de lezer althans eeuig idee
van de zeer veelzijdige geestes-occupatiëa van
dezen schrijver.
Of hem de invloed te gering bleek door ziju
zuiver wetenschappelijke of meer satirieke en
populair bespiegelende ceEchriften uitgsotfend,
weet ik niet, maar in '76 verscheen, te zelfder
tijd dat hij onder den naam Jochem cun Ondcre,
een ^Bezoek aan Bismarck" publiceerde, Jan
Hollauil's eerste roman JJarwinia, in ziju titel
genoegzaam aanduidend wat daarin tot
ouderwerp gekozen was. l u dit werk, evenals in ai
de volgende, deed de romanschrijver zich vóór
alles kennen als moralist, en hij had de vol
doening dat zij hinten en zelfs over o:iz<"
srrcirzeu vau Diirwiuiii verscheen iu 7N een
Duit-olie verla'iug de aandacht trokken. Ik
ou1 houd m» van eeu volledige opsom-i.ing der
la'er gevolgde romans, waarvai Nette M<'ii>j-lirn
in korten tijd eeuige drukken beleefde. Ik meen
dat iu dit laatste werk enkelen nogal aanstoot
vonden in den naam ('«/I-opinie, door den .schrij
ver als parodie op '/«;r,.p!ule bedoeld, wat als
bewijs /,ou kunnen dienen voor de trouwens
op andere en steviger gronden te verdedigen
stelling, dat bij Jan Holland de ijver en de
goede bedoeling het wel eens vau den goeden
smaak wonnen.
Bij h't doorlezen vau /V gexcliiedeui* Kim
A-hini .tlnii'iis, liet jongste voortbrengsel de/.er
vruchtbare pen, treft het dit, we daarin den
schrijver van vóir twintig, dertig en veertig
jaar, nog geheel terugvinden. N et dat er geen
wijziging is iu de strekking \ve weten dit
de heer \itnnga :u het, KaÜiolic sme tenslotte
het eenig goede gevonden heeft, maar in
da wijze vau bctogei', in het groepeert n der
argumenten, in het, gebruikt n van il e geschie
denis voor een zeker d ;el, is hij geheel dezelfde
gebleven.
Er komt iu dat boek eeu Dnitschcr voor die
er met. de vrouw vau den hoofdpersoon vau
door g'-iat en iu een gesprek het tegen moderne
kuust.ujiva!tingen opneemt. Hij zeg' : ,,lk ver
moed, die kuus boemelaars (zoo noemt hij de
mo iernen, wieri hij wonderlijke bedoelingen toe
dicht, v. X.) verwarren ideeën met t,end-,:iiz,
dien ik ook m een kunstwerk onvoorwaardelijk
afkeur'1.
Is deze Duitsclier de woordvoerder vojr den
schrijver, dan blijkt hij een dubbel onbetrouw
baar sujet. \Vant het werk Adam Almenx drtiut
aau alle zijden de blijk"n van alleen om de
«?ideeën" geschreven te zijn, en waar dit het
geval is, mogen wij gerust, ideeën en tendenz
verwarren, beter gezegd de eeue voor de audere
nemen.
Jan Holland heeft op de eerste bladzijde het
thema gegeven, dat in dezen romui moet be
lichaamd wo. den, waarvan dit boek de uit
werking is.
Het luidt aldus:
»Elke menschensiel weerspiegelt in bare
geschiedenis, de eene duidelijker, de audere
minder in 't oog vallend, dea gang der geeste
lijke ontwikkel n» vau geheel de nieuschheid."
Nu krijgen we iu dit boek de geschiedenis
van Adam Almens, en daarin zulleu we dus
den gang der geis'.eljke ontwikkeling vau geheel
de menschheid te zien krijgen. VVaut de be
perking //de eeue duidelijker, de audere minder
m 't oog vallend" is er een van algemeenen
aard. 'c Spreekt van zelf dat de auteur déze
geschiedenis bedoeld heeft als eeue waarin de
^weerspiegeling" heel duidelijk zijn zou.
Zonder iets te wrllen afdiugeu op de
wijsgeerigheid vau de stelling, door Jau Holland
vooropgezet, kan ik daarin tocii werkelijk met
veel meer zien, dan de vaga bewoording voor
een zeer vage gedachte, 't Is een vau die
uitspraken waarvan men ineens moet zeggen :
»ja, ik voel wel wat er ime bedoeld wordt" of:
«?jawel er is iets in om over te denken",
maar die in den regel niet, lijden kunuea dat
ze wat op deu keper bekeken worden,
A's bijv. ik noem maar iets de auteur
spreekt over »!ieu loop der geestelijke
ontw.kkeliug vau geheel de menschbeid" dan
aanvaardeu we die uitdrukking eerst, nu ja zooals we
zooveel aanvaarden wat we honderden malen
gehoord hebben, maar geven we ons eveu
rekenschap vau de eigenlijke beteekeuis, dan
wordt dat, anders. Dan rijst de vraag: keuueu
we den gang der geestelijke ontwikkeling van
geheel de rneuschhe^d? \&\\ geheel de menschheid ?
Ea met zoo maar globaal, maar zuo door-en
door dat wij ze vergelijken kunnen met de
geschiedenis van . . . elke menscheaziel? ...
Wie durft ja zeggen ?
Ea uu de verge ijking zelve. Is die niet zoo
onwijsgeerig mogtlijk? Voldoen de twee dingen
die bier vergeleken worden aan de eerste e schen,
voor ten vergelijking noodig! Wie eeu huiswil
vergelijken om er het keumerkend« van te vinder,
dient het te vergelijki n met ;'i idere huizen.
Maar Jau Holland maikt den rndruk van een
huis te vergelijken ni«i ei-u toren iu eersten
aanbouw. Immers de geschiedenis vau e^n
menschenziel, die kunnen we ons voorstellen als iets
wa' af is, er zijn zielsge^hiedeuisseu genoeg
geschreven, en iema:id tus^ciieu de zeventig eu
lachtig kan veilig aan de zijne beginnen. Maar
de //gang der geestelijke ontwikkeling vau geheel
de nienschberu" . .. wie ziet dien als iets
compleets? Hoever ziju we daarmee; Is die al iets
verder dan aau het begin van het bezin:1
Doch genoeg. L»at de sciirijver zelf even ziju
plau toelichten.
Adam Almens is als kind vroom en in afzon
dering opgegroeid. Of dit hem wat zwak van
karakter gemaakt heeft, als dt: verleider later
kornt, bezwijkt, hij. 1). w. z. hij geeft toe aan
eerzucht, raakt ouder verkeerde invloeder, boe
melt een poos, zoekt dan zjn heil irr eeu huwe
lijk, in een Jaudb u woudcruemu g, verspeelt iu
de laatste zijn geld, in liet eerste zijn geluk,
want zijn vrouw vlue.it me' eeu ander, eu na
al die wederwairdigiiedeii komt hij, ook door
deu invloed vaa eeu oude vriendin zij.'icr moeder,
die hij deu platomschen r.aam Uiolime geeft,
dichter eu dichter tot het vrome geloof zijutr
jeugd, het geloof in k 11 alleen-zaligmakende der
Katho'Lke Kerk.
Met deze t o l.chting zijn we er.
We wetsn uu voikütrreu wat de schrijver
bedoeU beeft.
Ba de algemeenheid van het vooropgestelde
thema, dat OLS vanzelf tot, hut opperen van
bedtnkiugen bracht, behoeft ons i;u met langer
te dupeeren. Hst, \vas niet et u wij?g.-:er:ge waar
heid, die Jan llollaud wilde toelicnten niet, dit
boek. Het was een geloofswaarheid, een inner
lijke overtuiging. Ea daar valt met tegen te
redeueeren.
Die zet, alle} gehctl naar ha'ir hand.
Die acht de geschiedenis der meiisehheid te
beginnen met, A la:», en Leemt alias volgens de
letter wat, van Adam t u .Eva eu hunne nakome
lingen m het. Oude Testament wordt mede
gedeeld.
Die bouwt een fort van dogmatiek uit de
gegevens der Evangeliën, waartegen alle argu
menten liet hoofd stooteu.
Eu daarom zou het wel eeu onbegonnen werk
zijn iits af te willen dingen up de bcsp;egelii.g<;u
waartoe Adam Almens La zijn veertigste jaar
komt. Trouwens, als bij er ziju zielevrede door
gevonden het ft, past hit ons te zwijgen.
Maar blijft dit terreiu dus onbetreden
ik wil nog wel wijzen op iets audirs. \\aut,
Jan Holland is , ch nog in zooverre gelijk
gebltveii, dat, hij ook in dit boek over aiu's en
nog wat zijn meening uitspreekt eu die altijd
nog de moeite waard is overwogen te worden.
Zoo over het, r.o idzakelijk falen van alle
vredes-eoi'ferenties door den rot'u.i toestand
van het C irists n lom, bestaande 111 si'k'e'.vrzrii
en staHtsgodsdirn^. Wie toegezii ir heef', op de
houding der Kigeh-e'.e 'gce-1 JKhri l de:: lua'situ
tijd, zal «(.l tot een gelijke coricluz < komen.
Zoo over (\c wreedlieid van de jacnt, //voor
plezier."
Eu zoo o >k over kunst, eu schoonheid. l.;ut
ik er iets van a'Vc'irijveit:
</lk geloof niet, dut er, vo ir o; s m-.'i selieu
t'.-n minste, eeu canon l>e,-t,<iaf ; ik v, il zeggen:
dat idj met kuni.cn uilinaktu, wat, absoluut,
schoon /.-?, Ik deuk, dat, wij immer weer zullen
a'xnlaudeu up liet sta» Ipuiil, om se 10011 Uj nof.iivii
wat ieder voor zich kturt sch'i'.ii te /.ijn.
,, l'', i wat, ieder voor schoon houdt, da', hangt
af VEH zijn zielstoestaml, viin /ju ontwikkeling
enz. 't, Is wa'tr, er zijn kn'istwei ken, die
aig.uu'en voor schoon f/'/tv,////,1//; mtar als UK;', ilc
lofrcdenaars iu hun hart, KOU kijken, /ou al te
! vaak aan 't, licht komen, dat /ij zich hij d^
algeiueeue ej>.nie iK'erle^geu eu warnupid ir-ei
weten noch gevoe'.eu, dut, e;i waaro-u zoo iets
schoon is.
Zoo iets mag nog wel eens gezegd worden !
Wat is de oorzaak, dk; br.werk', dat, ienrind
ieis bC'ioou vinet:1 M'j u antwoord', luiiit.: :n t,
is de l\cfile,. DJ liefde b'(«uit, ieders oordeel
over hel, selioone. \\ at u ma ui In.1! heeft, dat, is
n /iju oog schoon."
E -mg \erzet is hier gewettigd, nriar in deze
en de volgende bladiij-len w;ia;p de sc'irijver
over dat c;i(er\veip gezellig door./boouit," is
tue'i Jau Holland wi:jr iu zijn kracht.
//.ju kracht vind ik niet, iu de teekeuiiig van
Ikdile, den hef-rschzuehi ige, die eerst te
AmI sterdam als l vn lotiseur werkt, eu dan een kolonie
voor zijn patiënten wil aanleggen om ze tot, de
levenswijs volgei.s de natuur terug t,i: brengen.
Veel beter dan deze is dr. Soor geluk*, eeu
type dat, \ve herkennen, al wordt, het met den
dag zeldzamei '.
W. (i. VAX Norm ?is.
Boet en TjjflscIirE
De Nieuwe Gids.
Freder!k van Keden opent de N. Gids met
een gudicbt, een litanie, gewijd aau de schimmen
van Beelhoven en Bacb. Dan is er: van mevr.
Jeanne Reyneke van S'uwen 't slotgedeelte
van ^en operette", wat een seheta blijkt te
zijn. Van KJw. B. Koster een ver» van och
tend-middag avondbeschrijving. Een
vervolggedeelte vaa Hora Adema's pathologisch
tooneelstuk Esn dissonant". Van Johan de Meester
eveneens een vervolggedeelte van zijn
Rotterdamsch«n roman Geertje". Van Kloos in de
litteraire kroniek wordt besproken Getrouwd",
van G. vau Hulzen en de Bruidstijd van
Lucie de Bjogh" vaa Herman J. Kobbers
(beide gunstig).
Hoe meer een roman, zegt Kloos,
waarachtiglijk leeft, hoe minder hij dus lijkt, onder ons
aandachtig volgen der regels, op een verzame
ling beschreven papieren, maar hoe meer daar
entegen op een stuk leven, waar mfn, onder
't le^en, ze f als 't wa<e, aan mee heelt ge
daan des te beslister en dieper zal hij ook
vallen in de geesten der tijdgenooten, des- te
duurzamer zal er ook voor blijken de bewon
derende liefde van het nagp&lacht. En Herman
Robbers lever.svol boek heeft d; t in waarheid.
Te vermelden valt dan nog een es^ay van
dr. II. J. Boeken over Jac. van Loey als
sjhilder. Het eigenaardige van dezen
Hollandschen tchildt-r is, zegt hij, dat hij weinig op
andere Hollandsche schilders lijkt. Kleur en
lijn zijn hem niet zoosér de stoffelijke middelen,
waardoir h i het onstoffelijke, het anders onzeg
bare uitdrukt.
Hj is do sehilder, die uit de lijst zelf naar
voren treedt en met u spreekt en u verhaalt
van de dingen, die zijn gedachten bezighouden,.
voor werp' n zijn. van zijn beschouwing, van zijn
liefde en van zijn afschuw, 't fs daarom dat
zijn werk meer dan dat van iemand anders
herinneringen wakker maakt bij den eenigszins
in gelijke richting strevenden tijd genoot Ge
tuige van dezen tijd is vooral het .Oranjefeest",
concrete afbeelding van de donkere machten,.
d e in eli volk, ook het hollandsche, woelen
en meest veroorgen blijven, alleen bij enkele
gelegenheden in 't helle licht van feestfakkels
en lantaa-nen, naar boven komen. Zóó ge
tuigen van 't zelfde streven, de stukken met
voorstellingen van Londensche theaters en
muijïc-halls. Van Looy is niet alleen de schilder,
die ziet, maar ook de mensch, die vraagt en
zoekt.
Elzevier,
De eereplaats in deze aft, geldt een bespre
king van Charles van Wijk de Jonge, d« zoo.
talentvolle sympathieke beeldhouwer; ons land
ia werkelijk niet over-rijk aan beeldkunstenaars,
gelijk de beschrijver de heer P. A Haaxrnan Jr.
wel terecht opmerkt, er is van Havermam een
zeer sprekend portret bij en onder de vele
reproductiën van v. Wijk's beeldwerken zien
*e ook zijn laatste oeuvre, de buste van II.
W. Mesdag. Een weinig onjuist is, meen ik
wel, de bewering dat van Wijk, als scheppend
kun^enaar, ook het technische in.
marmerwerken persoonlijk verrichtte Ik meen te weten,
dat dit niet het geval is, maar kan m:j vergissen.
Dan in de aflevering:
Balder's Bruids strijd, gedicht door J. B.
Sehepers, met twee illustiat a
humoristischsatineke teekeningen (heel leuk) van J.
Do; cker. Het vervolggedeelte van de beschrij
ving der 8ophia-Augusta-8tichting (stadsmuseum
Amsterdam).
De hollandsche meesfers in de Ermitage te
St. Petersburg door Max. Rooses, dit keer over
Lucas van Loyden.
Twee verzen van Richard de Cneudt, waarvan
't eerste mij het zuiverste lijkt.
E m vervolgstuk van den roman een Weer
zien'' door i\ Valkhott' en een schets van
Gerard van Eekeren, waarvan het begin, de
natuurbeschrijving, wat groot is, tegenover de
verhandeling zeit. Als supplement is er een
mooie afdruk naar een aquarel van Mauve,
getiteld Oncl.-r de Boomen'. Iu de persoonlijke
rubriik der redactie he?preekt Frits Lapidoth
het heugelijke verschiji.&el, dat in een jaar,
vier ei^en tooneelstukken, waarbij nu nog een
vijfde Vier Ton" van dr. Juris komt behaagd heb
ben aan een groot gedeelte van het publiek dm,
successtukken van 't repertoire! Hij gaat dan
na de moeie)ijkhe,;en. ontgoochelingen, die de
au'eurs van tooneelwerken bij ons gewoonlijk
hebben te door^ain en al ka:i ik met de
door hem genoemde be«w£>ren niet in alle
opzichten het eens zijn, een feit blijtt toch,
dat het werken voor het theater, meer
moeielijkhede;, minder dadelijk vaststaande
voordeelen medebrengt dan bet schrijven van een
bo.k.
Joban de Meester merkt nu in de X.
Hotterda« rner op, dat zelfs van de mins'e
toorieelwerken i.otitio genomen en uitvoerig verslag
gemaakt wordt, terwijl boeken vaa dezelfde of
van grootere waarde \aak on' e~proken blijven,
maar deze bai enlsant d<r dingen, waaraan
een. auteur dan toch maar weii.ii? beeft, was
dan iniss.hieii uok een der oorzaken mede,
dat vroeger do krukkende dilettanten zich 't
m'.-e* t e aan timnoeiarbeid waag icn en d«
meer van zichzelf zeker zijnde auteurs zich
tot den minder liskanun vorm. het boek, l leven
bepalen. Hoe dan ook, ia.ti n we i.u tesreden
zijn, dat o;'k op dw planken een eigen
knust aa- ln:t l:o:iten is'.
Hi.nri M. DukKing kr.it mijj eens recht weder
varen, bespreekt met eu..;ge waardeering btt
ooiüpro;;kuii,li talent van \Villurii van Znylen,
misschien wei een beetje te iiUaal-lvollandsch,
maar in ei; g e v* J echt Hollandsen. Il ij was
d-s Bredero man van den b!oe ;e. de geuoren
Uobbekno), wie; s geest wtd i,iet van den besten
huize, maar zelicr prima uuiluVidscli «as. Geen
ander bad dat z- o volkomen als Van Znylen.
(Ik kan b. i e r p"r.-oonlijk bijvoegiüi dat. dit ook
te Berlijn werd i'iuemerkt, en m ut groote
waardeering erkend ) Wanneer ons land groote
blijsp.küebti r-- ir r l v iortgubracht, zegt Dekki:!g,
genoeg om bet repertoire van eea gezelschap
te vullen, dan Z'.u Van Znylen alleen
bollaudbcbe rnensc en nitlii e dend een superieur kun
stenaar heiili::n kunnen worden, zonder be
perking. AIII 't eind van dit sympathieke
opstel, met mooie toto's verluchtigil herdenkt
iiekking weenend Van Znyleu's begrafenis, hoe
bet piijlkk, dat stond te wachter', den tijd
verdreef met sneeuwballen gooien, en zelfs den
koetnier van de doodenkoets raakte, wat een
onzalige lacbdaver gat', een parodie c,p den
map, die meer dan iemand, Nederland 't genot
\an den lach bad gegeven.
* *
*
De Hollandsche Revue.
De lieginplaat geeft een fotograli.ch portret
weer van Rodin.
Onder gerevieuwde onderwerpen komen voor :
De Lepra in Trat.svaal.
Een opstel overgenomen van mej Mare
Jungius over straatgruwelen en straatschenderij.
Een voordracht van Ilubert von Herkomer
over de moeielijklreden van bet portretschilde
ren, overgenomen uit het Gtïil. Weekblad voor
Fotogratia, die het op zijn beurt overnam uit
de ILumbinger 2\achnditen.
Htt opstel van H. W. Vliegen uit De Nieuwe
Tijd" over De Nederlandsche Bink" en protest
van Felix Ortt in zake de Hoogerhuizen uit
het blad De Vrede".
Karakterschets geldt de heer J. A. Pool Jr.,
de man die te Zalt Bommel onder zijn per
soonlijk toezicht en leiding artistieke meubelen,
gegoten en gedreven voorwerpen, battikwerk
enz. laat vervaardigen en na lang en
geduldig zoeken, het toch een hoogte brengt,
dat aun producten met de benamii g onder
den Sint Maarten', geprezen en gezocht
worden.
Als Boek van de Maand is bekardeld Op
standing" van Leo To!stoi, bijn gtheel geput
uit de biografie van P. Sergejenko.
Verder zijn nog btsproken het kinderboek
Binus, Boontje. Boschmannefje'' van Johanna
Filips en Amsterdam in kroLingadageu" van
G. van Hulzen.
* *
*
?Nederland
Nederland heeft etn schets van Ed. Thora
Prikker.
Van Buyssp, een vervolgstukje in de serie
Mijn bees jes".
Van Lit>j!. een blijsrell'.tje, Oog om oog,
tand om "
Van mevr. La Cbapelle-Roobol het
eindgedeelte van taar, r og al r>reed-uitgedijden roman,
Voor 't oog van de wereld."
Dr. Jan ten Brink, bespreekt al wat bekend
en minder bekend is omtrent het oude Trouba
dour-verhaal van Tristan en Iseut, vertelt dan
de inhoud van het nieuwe verhaal zooals het
nu door Joseph Bédier is gerestaureerd. De
lezers van het tijdschrift zullen dit opstel den
kelijk met plezier lezen.
Dan van Thérèse Hoven een dialoog-schets,
ietwat in den trant van Gyp, maar
echtin-enin Hollandsch, alleen een bee'je te gerekt. Als
mevr. Hoven zich eens hierop ging toeleggen,
maar dan puntiger, krachtiger, meer gereser
veerd, niet zoo thee met telkens water er op,
wie weet of dit dan niet haar genre kon
blijken!
In de schets van Thorn Prikker is de be
schrijving van het spoorterrein vooral goed.
Maar 't is of de schrijver daarop al zijn kun
nen heeft samengetrokken, waardoor het
eindverloop wat verschrompelt, wat vaag blijft aan
't slot, vergaat in een training sentiment. Een
paar leelijke, stijve woorden komen er ook in
voor, maar voor de beschrijving van dit spoor
terrein bij avor.d, mag het gelezen worden.
Ook nog de kroniek van mr. van Loghem.
G. VAN HULZEN.
Verbetering. In 't vorig nummer (be
spreking van De Arbeid) staat heuscbe antiek,
moet zijn heuscbe kritiek.
Inhoud van Tijdschriften.
NosokÓHios. No. G. Hoofd-redacteur dr. A.
Aletrino: Eenige opmerkingen; Toewijdingen
Zelfverdediging, door mr. R S. Steinmetz ; liet
Ziekenhuis. De Ziekenkamer, door prof. med.
Martin Mendelssohn te Barlijn, vertaald door
Zr. T. Beekhuis; Het voorkomen van tuber
culose bij kinderen, door dr. E. Feer, vertaald
('o-n- J. Aletrino v. Stockum, (vervolg); Baker
of verplepgster, door mevr. Il ; Practische
opmerkingen ; Nederland en de Koloniën.
Eifien Haai (l, No. 15: «Pastei", door E.
L, II. De Zilveren Adelborsten en hun
opleiding, door dr. A A. Fokker, met af b.
Vee in de weide, naar de schilderij van Paulus
Potter, in jle Collectie S:x te Amsterdam.
De ruiker van de markiezin, naar het Fransen
van Edmond Frank. Het ges< her k der
Amsterdamsche vrouwen aan II. M. de Koningin,
met afb. De Hengelaarc, door Frans
Hulleman, L Verscheidenheid. Feuilleton.
UmillHMIIIIIIIIIIUII
tlllllllltltllUlllllt*
40 cents per regel.
imiiimiiiiir.tMillliiilEMiliiiiiiiiiiiiiii
TRADEMARK
U'S
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle V/ijülianclöIaars eu
bij de vertegenwoordigers
Wijnhandtlaars te Amsterdam.
PiW vaa af ? 2.S3 psr Flsscl.
Arnixeia,
VLEUGELS en. WANlls'OVS ir. &;.
Kepareeren Stemmen
y en in Hum
Huilen.
M.
mail bekroonde
ViscligereedscliappeiiYerzending.
Piano- en Muziekhandel
H. RAHR, te Utrecht.
Opgericht IS-'l'j. Telcphoon No. 443.
Amerikaanpche, Duitselie en.
Fransche
PIANINO'S ea ORGELS,
Groote keuze in :
JI U m P I A N « ' S.
Oude instrumenten worden ingeruild.
Reparatiéa worden in dj Fabriek ten spoedigste
uitgevoerd. Galegenheid tot sterniaen in in
buiten abonnement.