De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 14 april pagina 4

14 april 1901 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 1242 sedert wanneer zij algemeen in zwang kwam, dat zijn vragen, waarop in den regel zelfs de meest beschaafde mensch het antwoord schuldig zal blijven. Daarom kan het goed zijn hier omtrent tot leering en stichting het een en ander mede te deelen. Wie zich het jaar 1890 herinnert, herianert zich tevens, dat er toen van de nieuwe richting nog OBgeveer niets te bespeuren was. Wel had de Parijsche tentoonstelling van 1889 enkele pogingen om wat anders dan het algemeen gangbare te maken, te aanschouwen gegeven, doch het scheen, alsof die zonder navolging zouden blijven. De architecten van dien tijd bestudeerden ijverig, wat hun voorgangers, tot 1800 toe, gemaakt hadden. Zoo weinig dachten zy aan het scheppen van iets nieuws, dat zij zich ge lukkig voelden, wanneer zy het werk van gezegde voorgangers zoo getrouw mogelijk hadden nagebootst. Pas verworven of lang bezeten fortuinen werden te hunner beschikking gesteld, om aan al hun kunstenaarsluimen te voldoen. Onder de Amsterdamsche werken van dien tijd munten uit het woonhuis op de Heerengracht over de Beulingatraat, door Salm, het wiiikelhuis op den hoek van Kalverstraat en Spui, door Berlage, de huizen in de Sarphatistraat bij het Fredenkaplein, door verschillende architecten. Er zouden nog vele anderen te noemen zijn. Duitsche voorbeelden herkent men in de toppen en de arkeltorens, Vlaamsche, waar gebakken en gehouwen steen afwisselt, Fransche, waar de gehouwen steen alleen is ge bruikt. Het karakter onzer bouwkunst van omstreeks 1890 is rijkdom, of wil men liever, opschik. Naar oorspronkelijkheid werd niet gestreefd, men was tevreden met wat in de schatkamer der vroegere stalen gevonden werd. De behangers en meubelmakers werkten ook in stijl. Zy richtten u in »Henri deux", «Louis van douze tot seize", of, zoo u dit niet aan stond, in «Hollandsche, Duitsche of Italiaansche Renaissance". Voor iederen smaak was wat wils. In de woestijn dezer dorre navolging was slechts n oase, de Haagsche aardewerk fabriek Rozenburg. Wat Coltnbrander daar toen maakte, bezat een oorspronkelijkheid en schoon heid, die verrasten. De vazen, potten, pullen en schotels uit die dagen behagen oi;s nog op het oogeublik door fijnheid, pracht van kleur en nieuwe vormen. Toch was het toen reeds veertig jaar geleden, dat de apostel der nieuwe richtii.g in de kunst voor bat i:er»t zijn stem verheven had. Die apostel was John Raskin, wiens »Stoues of Venice" in Februari 1851 verschenen. Zijn werk maakte in Engeland veel opgang en de schrijver kon in 1874, toen de derde druk verscheen, in zijn voorrede zeggen: «Gaen van mijn boeken heeft zooveel invloed gehad op de kunst van den tegenwoordigen tijd als dit." De kur st van Venetiëhad Raskin tot na denken gebracht. Hij bewonderde in de middeleeuwsche kunst van die stad vooral de vrijheid, die aan ieder werkman gelaten werd, en die het ambacht verhief. Hij maakte een vergelijking tusschen de beste kunst der middel eeuwen en de kunst van zijn dagen. «Onze architecten," zoo scheef hij, »beweren met het ernstigste gezicht van de wereld, dat er bepaalde bouwstijlen zy'n, zoo goed als er bepaalde regelen in de bouwkunst bestaan. Wij nemen dat aan, omdat het ons geloofwaardig voorkomt. Wij begrijpen dat, bij voorbeeld, een bepaalde soort van kapiteelen bij een bepaalde soort van stijl behoort. Daar wij menschen van orde en regel zijn, doet het ons genoegen als onze architect de kapiteelen laat maken, zoo als de stijl dit vereischt en wij zien het met voldoening, als hij ook op andere wijze zorg draagt, dat de regelen van den stijl niet worden overtreden. Wij maken ons dan wijs, dat wy een goed huis krijgen. Maar onze hoogere neigingen laten zich niet beetnemen. Terwijl wij in onzen schik zijn als wij een nieuw boeK of een nieuwe schilderij gekocht hebben, kan het voltooide gebouw ons slechts weinig sche len. Wel zy'n wij trotsch op zijn afmetingen, zijn correctneid, op de gemakken die het ainbiedt en wij zijn overtuigd, dat een bouw werk ons niet meer genoegen kan geven. Wij denken en geen ooger.blik aan, dat wij ineen gebouw itts zouden kunnen lezen, zooals wy Milton en Dante lezen. Wij vinden het be lachelijk, dat steenen ons evenveel genot zouden kunnen verschaffen als verzen. Maar wij moeten trachten te vergeten, wat ons tot dusverre geleerd werd, wy moeten gaan inzien, dat slechts die kunst waarde heeft welke niet, hetzij dan met woorden, kleuren of steenen, steeds hetzelfde herhaalt, wat reeds vroeger gezegd is. Slechts door wat anders te zeggen dan reeds gezegd was kan de bouwkunst zich verdienstelijk maken. Wij mogen van een architect, zoo goed als van een romanschrijver, verlangen dat hij niet slechts correct, maar tevens onderhoudend is. Bouwkunst die naar vaste regels werkt is geen kunst meer, maar een fabrieksnijverheid. Wie niets anders kan, dan onderdeelen van bouwwerken uit vroegere eeuwen nabootsen noemt zich architect, ofschoon bij evenmin recht heeft op dien titel als iemand die zich schilder zou noemen, omdat hij koppen en handen uit schilderijen van oude meesters gekopieerd heelt." Deze aanhaling doet zien, hoe Ruskin reeds in 1851 een nieuwe kunst wenschte. Maar in de eerste vijf en twintig jaar na het verschijnen van zijn werk kwam er van een nieuwe bouw kunst niets. De Engelsche architecten deden, alsof Raskin voor hen niet geschreven had. Alleen een kleine kring van schilders, die als de Pre-Rafaëlieten worden aangeduid, begon in overeenstemming met IJaskiu's zienswijze te werken. Over Iluskin's denkbeelden omtrent schil derkunst kunnen wij hier niet uitweiden. In het algemeen kan men zeggen, dat hij meer waarde hechte aan wat was voorgesteld dan aan de wijze hoe dit geschiedde. Daarom stelt hij de Italiaansche schilders veel hooger dan de Nederlandsche. Zelfs Rembrai.dt vindt geen genade in zijn oogen. Ruskin wilde vooral de nijverheid van zijn vaderland weer tot een hooger peil brengen. In al zy'n werken geeft hij lucht aan zijn ergernis over de smakeloosheid van wat hem omringt, vergeleken bij wat vroeger gemaakt werd. Hij besteedde een groot deel van zijn aanzienlijk vermogen, om teekenscholen op te richten, musea te stichten, terwijl hij ook als leeraar overal rondreisde, om aanhangers te winnen. De nijverheidsidealen van Ruskin zijn door zijn jongeren tijdgenoot William Morris in vele opzichten verwezenlijkt. Bij het zoeken van een nieuwen stijl zag deze misschien meer naar het verledene, dan wel goed was. Toch is hij niet alleen de hervormer van het En gelsche huis maar van de geheele decoratieve kunst geweest. Gebrande glazen, stoffan, tapijten, meubelen, pottenbakkerswerk, boek banden werden door hem ontworpen en op voortreffelijke wijze uitgevoerd. Deze werken hebben slechts n gebrek, en wel dat zij niet voldoende rekening houden met de eischen van den modernen tijd. Ruskin en Morris hadden voor die eischen geen oog Zij haatten onze maatschappij ; had het aan hen gelegen, de spoorwegen en de fabrieken waren reeds lang van de aarde verdelgd, daar deze moderne vindingen het landschap ontsieren en boven dien de menschen ongelukkig maken. Tegenwoordig is men in de meeste beschaafde landen min of meer de nieuwe richting in de kunst toegedaan. In den regel is het de zoogenaamde «kunstnijverheid", thans ook »gebruikskunst" genoemd, waarin dit nieuwe zich uit. Opmerking verdient dat de kunstnyverheidsscholen, die toch werden opgericht, om een nieuwe kunst in het leven te roepen, die taak niet hebben vervuld. De scheppers toch der nieuwe richting zijn meest schilders of architecten, die zich aan het handwerk gingen wijden. Daar zij evenwel niet geleerd hebben, een ambacht te beoefenen, moeten zij er zich toe bepalen, teekeningen te maken, die aan anderen ter uitvoering wor den gegeven. (Wordt vervolgd) Timo. De Maatschappij Arti et Amicitiae" opent een tentoonstelling van Kunstwerken, vervaar digd door leden der Maatschappij, op Zaterdag 13 April. IIMIIIIIIIIIIMIIMIIHIMIIimillimiMIMIMIIIIMI Een Onvermoeide. JAX HOLLLASD, Adam Almens. Harderwijk, firma J. Wedding, 1900. Ik meen naar volle billijkheid dezen schrijver te mogen kwalificeert u als m het opschrift van dit arnktl. Een onvermoeide .. . dat is Jau Holland. Want wie bijeea zamelt wat hij ia bijna vijf tig jaren het licht deed zien, vormt daarmee een nspectable collectie. In 1852 te Groningen gepromoveerd op een proefschrift Di^quisitio de Protayorae vilu et p/iilosop/iia, opende Aunes Jolian Yifringa daar mee een rij geschr.fteu, waaraan hij tuans op 73-jarigen leeftijd ouder liet psiicloiiiem, den nteesteu Nederlanders beter hekend dan zijn naam, Adam Alrmns heeft toegevoegd. Een boute rij, want de g.-schrifttn zijn van ver uiteenloopenden aard. Schrei f liij meer daa tien jaar Ba ziju promotie nop: De egregio, tjuod in rebus corporeis constituit Plotinus, pttlchri prinripio, en weer tiew jaar later de Antiotuliones criiicae in Plotini Ertneadfs, de aandacht hierm vestigend op de brzondcre betetkeuis van een neo-platojjjst, wiens invloed in onzen tijd vooral door Maeterlink zicb weer zoo sterk l eeft doen ge voelen, reeds vójr dien wist bij o k in anderen kring de aandacht te trekken door de in De Tijdspiegel fjcpu')bce<-rdr, populair eescbreveu Schetsen en opmerkingen aan een Platonisch jilozoof tii'r '\$e eeuw. De lilo<oof Viiiiuga die zich uitsprak iii De emanatie leer en haar invloed op liet Christendom, zoowel als in Was de Christelijke liefde een nieuw en oorspronkelijk heyinsel? bleek zijn tweelingbroeder Jan Holland te georu ken om als practiscSi paedagoog en moralist zijn id cëa en gevotleus over opvoeding en onderwijs der onge leerde goêgemeente te verkondigen. Als blijk vsn de richting ziji i;r werkzaamheid van den eersten tijd noem ik De onttcikkelingxgeschiedenis van Keesje Pul/in.-*, waarm als m I) ckens' Cnppe'field en NielcMy de kostschool en de kostschoulliouder het moestin ontgelden, de laats'e gerepresen teerd door den heer ,/Jacobus Po'pourri, de schiik der jongens, vetgemest met het bloed en de tranen der Nederlandse! c juu»d"; en l'.sn practifch middel tegen occrbccollcini/. waarin de huissleutel in den zak van zeer jonge lieden als een zoodanig middtl werd aanbevolen. Maar niet alleen over godsdienst, opvoeding en onderwijs schreef deze krachtige satiiieke ijveraar, ook de politiek en politieker? ontsnap ten hem niet blijkens zijn brochure Ooer echte en culsche Liberalen, Islié. Noem ik nu nog de vrouwen-emancipatie ais een van ziju onder werpen, dan heeft de lezer althans eeuig idee van de zeer veelzijdige geestes-occupatiëa van dezen schrijver. Of hem de invloed te gering bleek door ziju zuiver wetenschappelijke of meer satirieke en populair bespiegelende ceEchriften uitgsotfend, weet ik niet, maar in '76 verscheen, te zelfder tijd dat hij onder den naam Jochem cun Ondcre, een ^Bezoek aan Bismarck" publiceerde, Jan Hollauil's eerste roman JJarwinia, in ziju titel genoegzaam aanduidend wat daarin tot ouderwerp gekozen was. l u dit werk, evenals in ai de volgende, deed de romanschrijver zich vóór alles kennen als moralist, en hij had de vol doening dat zij hinten en zelfs over o:iz<" srrcirzeu vau Diirwiuiii verscheen iu 7N een Duit-olie verla'iug de aandacht trokken. Ik ou1 houd m» van eeu volledige opsom-i.ing der la'er gevolgde romans, waarvai Nette M<'ii>j-lirn in korten tijd eeuige drukken beleefde. Ik meen dat iu dit laatste werk enkelen nogal aanstoot vonden in den naam ('«/I-opinie, door den .schrij ver als parodie op '/«;r,.p!ule bedoeld, wat als bewijs /,ou kunnen dienen voor de trouwens op andere en steviger gronden te verdedigen stelling, dat bij Jan Holland de ijver en de goede bedoeling het wel eens vau den goeden smaak wonnen. Bij h't doorlezen vau /V gexcliiedeui* Kim A-hini .tlnii'iis, liet jongste voortbrengsel de/.er vruchtbare pen, treft het dit, we daarin den schrijver van vóir twintig, dertig en veertig jaar, nog geheel terugvinden. N et dat er geen wijziging is iu de strekking \ve weten dit de heer \itnnga :u het, KaÜiolic sme tenslotte het eenig goede gevonden heeft, maar in da wijze vau bctogei', in het groepeert n der argumenten, in het, gebruikt n van il e geschie denis voor een zeker d ;el, is hij geheel dezelfde gebleven. Er komt iu dat boek eeu Dnitschcr voor die er met. de vrouw vau den hoofdpersoon vau door g'-iat en iu een gesprek het tegen moderne kuust.ujiva!tingen opneemt. Hij zeg' : ,,lk ver moed, die kuus boemelaars (zoo noemt hij de mo iernen, wieri hij wonderlijke bedoelingen toe dicht, v. X.) verwarren ideeën met t,end-,:iiz, dien ik ook m een kunstwerk onvoorwaardelijk afkeur'1. Is deze Duitsclier de woordvoerder vojr den schrijver, dan blijkt hij een dubbel onbetrouw baar sujet. \Vant het werk Adam Almenx drtiut aau alle zijden de blijk"n van alleen om de «?ideeën" geschreven te zijn, en waar dit het geval is, mogen wij gerust, ideeën en tendenz verwarren, beter gezegd de eeue voor de audere nemen. Jan Holland heeft op de eerste bladzijde het thema gegeven, dat in dezen romui moet be lichaamd wo. den, waarvan dit boek de uit werking is. Het luidt aldus: »Elke menschensiel weerspiegelt in bare geschiedenis, de eene duidelijker, de audere minder in 't oog vallend, dea gang der geeste lijke ontwikkel n» vau geheel de nieuschheid." Nu krijgen we iu dit boek de geschiedenis van Adam Almens, en daarin zulleu we dus den gang der geis'.eljke ontwikkeling vau geheel de menschheid te zien krijgen. VVaut de be perking //de eeue duidelijker, de audere minder m 't oog vallend" is er een van algemeenen aard. 'c Spreekt van zelf dat de auteur déze geschiedenis bedoeld heeft als eeue waarin de ^weerspiegeling" heel duidelijk zijn zou. Zonder iets te wrllen afdiugeu op de wijsgeerigheid vau de stelling, door Jau Holland vooropgezet, kan ik daarin tocii werkelijk met veel meer zien, dan de vaga bewoording voor een zeer vage gedachte, 't Is een vau die uitspraken waarvan men ineens moet zeggen : »ja, ik voel wel wat er ime bedoeld wordt" of: «?jawel er is iets in om over te denken", maar die in den regel niet, lijden kunuea dat ze wat op deu keper bekeken worden, A's bijv. ik noem maar iets de auteur spreekt over »!ieu loop der geestelijke ontw.kkeliug vau geheel de menschbeid" dan aanvaardeu we die uitdrukking eerst, nu ja zooals we zooveel aanvaarden wat we honderden malen gehoord hebben, maar geven we ons eveu rekenschap vau de eigenlijke beteekeuis, dan wordt dat, anders. Dan rijst de vraag: keuueu we den gang der geestelijke ontwikkeling van geheel de rneuschhe^d? \&\\ geheel de menschheid ? Ea met zoo maar globaal, maar zuo door-en door dat wij ze vergelijken kunnen met de geschiedenis van . . . elke menscheaziel? ... Wie durft ja zeggen ? Ea uu de verge ijking zelve. Is die niet zoo onwijsgeerig mogtlijk? Voldoen de twee dingen die bier vergeleken worden aan de eerste e schen, voor ten vergelijking noodig! Wie eeu huiswil vergelijken om er het keumerkend« van te vinder, dient het te vergelijki n met ;'i idere huizen. Maar Jau Holland maikt den rndruk van een huis te vergelijken ni«i ei-u toren iu eersten aanbouw. Immers de geschiedenis vau e^n menschenziel, die kunnen we ons voorstellen als iets wa' af is, er zijn zielsge^hiedeuisseu genoeg geschreven, en iema:id tus^ciieu de zeventig eu lachtig kan veilig aan de zijne beginnen. Maar de //gang der geestelijke ontwikkeling vau geheel de nienschberu" . .. wie ziet dien als iets compleets? Hoever ziju we daarmee; Is die al iets verder dan aau het begin van het bezin:1 Doch genoeg. L»at de sciirijver zelf even ziju plau toelichten. Adam Almens is als kind vroom en in afzon dering opgegroeid. Of dit hem wat zwak van karakter gemaakt heeft, als dt: verleider later kornt, bezwijkt, hij. 1). w. z. hij geeft toe aan eerzucht, raakt ouder verkeerde invloeder, boe melt een poos, zoekt dan zjn heil irr eeu huwe lijk, in een Jaudb u woudcruemu g, verspeelt iu de laatste zijn geld, in liet eerste zijn geluk, want zijn vrouw vlue.it me' eeu ander, eu na al die wederwairdigiiedeii komt hij, ook door deu invloed vaa eeu oude vriendin zij.'icr moeder, die hij deu platomschen r.aam Uiolime geeft, dichter eu dichter tot het vrome geloof zijutr jeugd, het geloof in k 11 alleen-zaligmakende der Katho'Lke Kerk. Met deze t o l.chting zijn we er. We wetsn uu voikütrreu wat de schrijver bedoeU beeft. Ba de algemeenheid van het vooropgestelde thema, dat OLS vanzelf tot, hut opperen van bedtnkiugen bracht, behoeft ons i;u met langer te dupeeren. Hst, \vas niet et u wij?g.-:er:ge waar heid, die Jan llollaud wilde toelicnten niet, dit boek. Het was een geloofswaarheid, een inner lijke overtuiging. Ea daar valt met tegen te redeueeren. Die zet, alle} gehctl naar ha'ir hand. Die acht de geschiedenis der meiisehheid te beginnen met, A la:», en Leemt alias volgens de letter wat, van Adam t u .Eva eu hunne nakome lingen m het. Oude Testament wordt mede gedeeld. Die bouwt een fort van dogmatiek uit de gegevens der Evangeliën, waartegen alle argu menten liet hoofd stooteu. Eu daarom zou het wel eeu onbegonnen werk zijn iits af te willen dingen up de bcsp;egelii.g<;u waartoe Adam Almens La zijn veertigste jaar komt. Trouwens, als bij er ziju zielevrede door gevonden het ft, past hit ons te zwijgen. Maar blijft dit terreiu dus onbetreden ik wil nog wel wijzen op iets audirs. \\aut, Jan Holland is , ch nog in zooverre gelijk gebltveii, dat, hij ook in dit boek over aiu's en nog wat zijn meening uitspreekt eu die altijd nog de moeite waard is overwogen te worden. Zoo over het, r.o idzakelijk falen van alle vredes-eoi'ferenties door den rot'u.i toestand van het C irists n lom, bestaande 111 si'k'e'.vrzrii en staHtsgodsdirn^. Wie toegezii ir heef', op de houding der Kigeh-e'.e 'gce-1 JKhri l de:: lua'situ tijd, zal «(.l tot een gelijke coricluz < komen. Zoo over (\c wreedlieid van de jacnt, //voor plezier." Eu zoo o >k over kunst, eu schoonheid. l.;ut ik er iets van a'Vc'irijveit: </lk geloof niet, dut er, vo ir o; s m-.'i selieu t'.-n minste, eeu canon l>e,-t,<iaf ; ik v, il zeggen: dat idj met kuni.cn uilinaktu, wat, absoluut, schoon /.-?, Ik deuk, dat, wij immer weer zullen a'xnlaudeu up liet sta» Ipuiil, om se 10011 Uj nof.iivii wat ieder voor zich kturt sch'i'.ii te /.ijn. ,, l'', i wat, ieder voor schoon houdt, da', hangt af VEH zijn zielstoestaml, viin /ju ontwikkeling enz. 't, Is wa'tr, er zijn kn'istwei ken, die aig.uu'en voor schoon f/'/tv,////,1//; mtar als UK;', ilc lofrcdenaars iu hun hart, KOU kijken, /ou al te ! vaak aan 't, licht komen, dat /ij zich hij d^ algeiueeue ej>.nie iK'erle^geu eu warnupid ir-ei weten noch gevoe'.eu, dut, e;i waaro-u zoo iets schoon is. Zoo iets mag nog wel eens gezegd worden ! Wat is de oorzaak, dk; br.werk', dat, ienrind ieis bC'ioou vinet:1 M'j u antwoord', luiiit.: :n t, is de l\cfile,. DJ liefde b'(«uit, ieders oordeel over hel, selioone. \\ at u ma ui In.1! heeft, dat, is n /iju oog schoon." E -mg \erzet is hier gewettigd, nriar in deze en de volgende bladiij-len w;ia;p de sc'irijver over dat c;i(er\veip gezellig door./boouit," is tue'i Jau Holland wi:jr iu zijn kracht. //.ju kracht vind ik niet, iu de teekeuiiig van Ikdile, den hef-rschzuehi ige, die eerst te AmI sterdam als l vn lotiseur werkt, eu dan een kolonie voor zijn patiënten wil aanleggen om ze tot, de levenswijs volgei.s de natuur terug t,i: brengen. Veel beter dan deze is dr. Soor geluk*, eeu type dat, \ve herkennen, al wordt, het met den dag zeldzamei '. W. (i. VAX Norm ?is. Boet en TjjflscIirE De Nieuwe Gids. Freder!k van Keden opent de N. Gids met een gudicbt, een litanie, gewijd aau de schimmen van Beelhoven en Bacb. Dan is er: van mevr. Jeanne Reyneke van S'uwen 't slotgedeelte van ^en operette", wat een seheta blijkt te zijn. Van KJw. B. Koster een ver» van och tend-middag avondbeschrijving. Een vervolggedeelte vaa Hora Adema's pathologisch tooneelstuk Esn dissonant". Van Johan de Meester eveneens een vervolggedeelte van zijn Rotterdamsch«n roman Geertje". Van Kloos in de litteraire kroniek wordt besproken Getrouwd", van G. vau Hulzen en de Bruidstijd van Lucie de Bjogh" vaa Herman J. Kobbers (beide gunstig). Hoe meer een roman, zegt Kloos, waarachtiglijk leeft, hoe minder hij dus lijkt, onder ons aandachtig volgen der regels, op een verzame ling beschreven papieren, maar hoe meer daar entegen op een stuk leven, waar mfn, onder 't le^en, ze f als 't wa<e, aan mee heelt ge daan des te beslister en dieper zal hij ook vallen in de geesten der tijdgenooten, des- te duurzamer zal er ook voor blijken de bewon derende liefde van het nagp&lacht. En Herman Robbers lever.svol boek heeft d; t in waarheid. Te vermelden valt dan nog een es^ay van dr. II. J. Boeken over Jac. van Loey als sjhilder. Het eigenaardige van dezen Hollandschen tchildt-r is, zegt hij, dat hij weinig op andere Hollandsche schilders lijkt. Kleur en lijn zijn hem niet zoosér de stoffelijke middelen, waardoir h i het onstoffelijke, het anders onzeg bare uitdrukt. Hj is do sehilder, die uit de lijst zelf naar voren treedt en met u spreekt en u verhaalt van de dingen, die zijn gedachten bezighouden,. voor werp' n zijn. van zijn beschouwing, van zijn liefde en van zijn afschuw, 't fs daarom dat zijn werk meer dan dat van iemand anders herinneringen wakker maakt bij den eenigszins in gelijke richting strevenden tijd genoot Ge tuige van dezen tijd is vooral het .Oranjefeest", concrete afbeelding van de donkere machten,. d e in eli volk, ook het hollandsche, woelen en meest veroorgen blijven, alleen bij enkele gelegenheden in 't helle licht van feestfakkels en lantaa-nen, naar boven komen. Zóó ge tuigen van 't zelfde streven, de stukken met voorstellingen van Londensche theaters en muijïc-halls. Van Looy is niet alleen de schilder, die ziet, maar ook de mensch, die vraagt en zoekt. Elzevier, De eereplaats in deze aft, geldt een bespre king van Charles van Wijk de Jonge, d« zoo. talentvolle sympathieke beeldhouwer; ons land ia werkelijk niet over-rijk aan beeldkunstenaars, gelijk de beschrijver de heer P. A Haaxrnan Jr. wel terecht opmerkt, er is van Havermam een zeer sprekend portret bij en onder de vele reproductiën van v. Wijk's beeldwerken zien *e ook zijn laatste oeuvre, de buste van II. W. Mesdag. Een weinig onjuist is, meen ik wel, de bewering dat van Wijk, als scheppend kun^enaar, ook het technische in. marmerwerken persoonlijk verrichtte Ik meen te weten, dat dit niet het geval is, maar kan m:j vergissen. Dan in de aflevering: Balder's Bruids strijd, gedicht door J. B. Sehepers, met twee illustiat a humoristischsatineke teekeningen (heel leuk) van J. Do; cker. Het vervolggedeelte van de beschrij ving der 8ophia-Augusta-8tichting (stadsmuseum Amsterdam). De hollandsche meesfers in de Ermitage te St. Petersburg door Max. Rooses, dit keer over Lucas van Loyden. Twee verzen van Richard de Cneudt, waarvan 't eerste mij het zuiverste lijkt. E m vervolgstuk van den roman een Weer zien'' door i\ Valkhott' en een schets van Gerard van Eekeren, waarvan het begin, de natuurbeschrijving, wat groot is, tegenover de verhandeling zeit. Als supplement is er een mooie afdruk naar een aquarel van Mauve, getiteld Oncl.-r de Boomen'. Iu de persoonlijke rubriik der redactie he?preekt Frits Lapidoth het heugelijke verschiji.&el, dat in een jaar, vier ei^en tooneelstukken, waarbij nu nog een vijfde Vier Ton" van dr. Juris komt behaagd heb ben aan een groot gedeelte van het publiek dm, successtukken van 't repertoire! Hij gaat dan na de moeie)ijkhe,;en. ontgoochelingen, die de au'eurs van tooneelwerken bij ons gewoonlijk hebben te door^ain en al ka:i ik met de door hem genoemde be«w£>ren niet in alle opzichten het eens zijn, een feit blijtt toch, dat het werken voor het theater, meer moeielijkhede;, minder dadelijk vaststaande voordeelen medebrengt dan bet schrijven van een bo.k. Joban de Meester merkt nu in de X. Hotterda« rner op, dat zelfs van de mins'e toorieelwerken i.otitio genomen en uitvoerig verslag gemaakt wordt, terwijl boeken vaa dezelfde of van grootere waarde \aak on' e~proken blijven, maar deze bai enlsant d<r dingen, waaraan een. auteur dan toch maar weii.ii? beeft, was dan iniss.hieii uok een der oorzaken mede, dat vroeger do krukkende dilettanten zich 't m'.-e* t e aan timnoeiarbeid waag icn en d« meer van zichzelf zeker zijnde auteurs zich tot den minder liskanun vorm. het boek, l leven bepalen. Hoe dan ook, ia.ti n we i.u tesreden zijn, dat o;'k op dw planken een eigen knust aa- ln:t l:o:iten is'. Hi.nri M. DukKing kr.it mijj eens recht weder varen, bespreekt met eu..;ge waardeering btt ooiüpro;;kuii,li talent van \Villurii van Znylen, misschien wei een beetje te iiUaal-lvollandsch, maar in ei; g e v* J echt Hollandsen. Il ij was d-s Bredero man van den b!oe ;e. de geuoren Uobbekno), wie; s geest wtd i,iet van den besten huize, maar zelicr prima uuiluVidscli «as. Geen ander bad dat z- o volkomen als Van Znylen. (Ik kan b. i e r p"r.-oonlijk bijvoegiüi dat. dit ook te Berlijn werd i'iuemerkt, en m ut groote waardeering erkend ) Wanneer ons land groote blijsp.küebti r-- ir r l v iortgubracht, zegt Dekki:!g, genoeg om bet repertoire van eea gezelschap te vullen, dan Z'.u Van Znylen alleen bollaudbcbe rnensc en nitlii e dend een superieur kun stenaar heiili::n kunnen worden, zonder be perking. AIII 't eind van dit sympathieke opstel, met mooie toto's verluchtigil herdenkt iiekking weenend Van Znyleu's begrafenis, hoe bet piijlkk, dat stond te wachter', den tijd verdreef met sneeuwballen gooien, en zelfs den koetnier van de doodenkoets raakte, wat een onzalige lacbdaver gat', een parodie c,p den map, die meer dan iemand, Nederland 't genot \an den lach bad gegeven. * * * De Hollandsche Revue. De lieginplaat geeft een fotograli.ch portret weer van Rodin. Onder gerevieuwde onderwerpen komen voor : De Lepra in Trat.svaal. Een opstel overgenomen van mej Mare Jungius over straatgruwelen en straatschenderij. Een voordracht van Ilubert von Herkomer over de moeielijklreden van bet portretschilde ren, overgenomen uit het Gtïil. Weekblad voor Fotogratia, die het op zijn beurt overnam uit de ILumbinger 2\achnditen. Htt opstel van H. W. Vliegen uit De Nieuwe Tijd" over De Nederlandsche Bink" en protest van Felix Ortt in zake de Hoogerhuizen uit het blad De Vrede". Karakterschets geldt de heer J. A. Pool Jr., de man die te Zalt Bommel onder zijn per soonlijk toezicht en leiding artistieke meubelen, gegoten en gedreven voorwerpen, battikwerk enz. laat vervaardigen en na lang en geduldig zoeken, het toch een hoogte brengt, dat aun producten met de benamii g onder den Sint Maarten', geprezen en gezocht worden. Als Boek van de Maand is bekardeld Op standing" van Leo To!stoi, bijn gtheel geput uit de biografie van P. Sergejenko. Verder zijn nog btsproken het kinderboek Binus, Boontje. Boschmannefje'' van Johanna Filips en Amsterdam in kroLingadageu" van G. van Hulzen. * * * ?Nederland Nederland heeft etn schets van Ed. Thora Prikker. Van Buyssp, een vervolgstukje in de serie Mijn bees jes". Van Lit>j!. een blijsrell'.tje, Oog om oog, tand om " Van mevr. La Cbapelle-Roobol het eindgedeelte van taar, r og al r>reed-uitgedijden roman, Voor 't oog van de wereld." Dr. Jan ten Brink, bespreekt al wat bekend en minder bekend is omtrent het oude Trouba dour-verhaal van Tristan en Iseut, vertelt dan de inhoud van het nieuwe verhaal zooals het nu door Joseph Bédier is gerestaureerd. De lezers van het tijdschrift zullen dit opstel den kelijk met plezier lezen. Dan van Thérèse Hoven een dialoog-schets, ietwat in den trant van Gyp, maar echtin-enin Hollandsch, alleen een bee'je te gerekt. Als mevr. Hoven zich eens hierop ging toeleggen, maar dan puntiger, krachtiger, meer gereser veerd, niet zoo thee met telkens water er op, wie weet of dit dan niet haar genre kon blijken! In de schets van Thorn Prikker is de be schrijving van het spoorterrein vooral goed. Maar 't is of de schrijver daarop al zijn kun nen heeft samengetrokken, waardoor het eindverloop wat verschrompelt, wat vaag blijft aan 't slot, vergaat in een training sentiment. Een paar leelijke, stijve woorden komen er ook in voor, maar voor de beschrijving van dit spoor terrein bij avor.d, mag het gelezen worden. Ook nog de kroniek van mr. van Loghem. G. VAN HULZEN. Verbetering. In 't vorig nummer (be spreking van De Arbeid) staat heuscbe antiek, moet zijn heuscbe kritiek. Inhoud van Tijdschriften. NosokÓHios. No. G. Hoofd-redacteur dr. A. Aletrino: Eenige opmerkingen; Toewijdingen Zelfverdediging, door mr. R S. Steinmetz ; liet Ziekenhuis. De Ziekenkamer, door prof. med. Martin Mendelssohn te Barlijn, vertaald door Zr. T. Beekhuis; Het voorkomen van tuber culose bij kinderen, door dr. E. Feer, vertaald ('o-n- J. Aletrino v. Stockum, (vervolg); Baker of verplepgster, door mevr. Il ; Practische opmerkingen ; Nederland en de Koloniën. Eifien Haai (l, No. 15: «Pastei", door E. L, II. De Zilveren Adelborsten en hun opleiding, door dr. A A. Fokker, met af b. Vee in de weide, naar de schilderij van Paulus Potter, in jle Collectie S:x te Amsterdam. De ruiker van de markiezin, naar het Fransen van Edmond Frank. Het ges< her k der Amsterdamsche vrouwen aan II. M. de Koningin, met afb. De Hengelaarc, door Frans Hulleman, L Verscheidenheid. Feuilleton. UmillHMIIIIIIIIIIUII tlllllllltltllUlllllt* 40 cents per regel. imiiimiiiiir.tMillliiilEMiliiiiiiiiiiiiiii TRADEMARK U'S Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle V/ijülianclöIaars eu bij de vertegenwoordigers Wijnhandtlaars te Amsterdam. PiW vaa af ? 2.S3 psr Flsscl. Arnixeia, VLEUGELS en. WANlls'OVS ir. &;. Kepareeren Stemmen y en in Hum Huilen. M. mail bekroonde ViscligereedscliappeiiYerzending. Piano- en Muziekhandel H. RAHR, te Utrecht. Opgericht IS-'l'j. Telcphoon No. 443. Amerikaanpche, Duitselie en. Fransche PIANINO'S ea ORGELS, Groote keuze in : JI U m P I A N « ' S. Oude instrumenten worden ingeruild. Reparatiéa worden in dj Fabriek ten spoedigste uitgevoerd. Galegenheid tot sterniaen in in buiten abonnement.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl