Historisch Archief 1877-1940
No. 1242
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
l O dubb. Capsules
voor
*%5
per busje f 1,611
IIIIIIIIIIIIMIIIIIMI
ft .*«
Een plicht,
Vooruitgang, ontwikkeling op allerlei gebied,
toenemende beschaving, zoo blijkt dagelijks,
toenemende plichten mee.
De staat, de gemeenschap komt in allerlei
verhoudingen tot ons en zegt: dit is uw
plicht, ik eisch van u dit en nog dat en
voorts..." ja licht denkt menigeen : gijeischt
wel wat veel." Voor allerlei belangen roept
men onze medewerking in en zegt: Het is
uw plicht te helpen" en zeker denkt me
nigeen : er wordt wel wat al te veel gevraagd."
Vele van die plichten worden op net wacht
woord van den staat stiptely'k nageleefd in
het eigenbelang, anders dreigt straf. Vele van
die belangen worden behartigd, omdat zij zoo
duidelijk tot ons spreken uit naam van allen
ot van velen, en soms ook het eigenbelang
medeapreekt. Toch is er een plicht door den staat
opgelegd, met zyn macht- en strafwoord
gewapend, een plicht ons tevens aangedrongen
in ons aller belang en ook in dat van een
ieder afzonderlijk, wiens eisch veel trage handen
en koude harten vindt. Er is een wet op de
vogelbescherming. Vaak is ons toegeroepen:
spaart de vogels" het is uw plicht, het alge
meen en ieders belang, en toch... zijn de
oogen wellicht niet genoeg geopend voor de
grootte van dat belang. Zou niet eene
onduidelijke voorstelling van het nadeel, dat
als straf voor verzuim dreigt, oorzaak zijn van
de onverschilligheid voor dien plicht?
De wet is er, de staat waakt voor hare
eerbiediging, maar wellicht meer dan eenige
andere heeft deze wet, voor hare toepassing
en voor haar verbetering in de toekomst
de overtuigde medewerking van een ieder
noodig. By geene is onwillekeurige ot zelfs
opzettelijke veronachtzaming en ontduiking
gemakkelijker dan bij deze.
Toch zy'n er weinig wetten meer dan deze
geschreven in ieders rechtstreeksch belang. De
arme en de ry'ke gely'kelyk dankt veel vreugde
aan den vogel; zinnebeeld van veel, dat blij
maakt en verheft. Oud en jong voelt dit,
bewust of onbewust. Hoe menigeen heb ik in
de laatste weken zoo gaarne het sierlijke
zwieren der witte meeuwen over onze grachten
zien naoogen; met bewust genoegen ook eene
dame, die tot meer deze versiering van haar
onnadenkend hoofdjd op haar hoed het grootste
deel van een opgezette, daartoe gedoode meeuw
blijde droeg, onbewust dat ook zij er schuld
aan zou hebben, indien eens in de toekomst
vele vogelsoorten uitgestorven, neen uitgemoord
zouden zijn. De landbouwer en de stedeling,
die een klein, hun vaak te iiever tuintje hebben,
kunnen zij de hulp der nuttige vogels missen,
die het zorgzaam gekweekte gewas van de
rupsen, wegknagers van knop, bloem en blad,
bevryden.
Mannen van het vak hebben onderzocht en
aangetoond welk eene groote hoeveelheid
insecten jaarlijks noodig zijn om een vogelpaar
met zyne nakomelingen te voeden; zij hebben
gewezen op het gevaar van het overbrengen
van besmettelijke ziekten door insecten 1).
En jaarlijks worden voor op zichzell ver
keerde doeleinden millioenen vogels juist van
de nuttigste en fraaiste soorten omgebracht.
Bedenken wij dat, dan spreken die cijfers wel
duidelijk en toonen het naderend gevaar; het
is onbetwistbaar, dat de vogels in aantal sterk
verminderen, dat de insectenschade, ondanks
de daartegen aangewende middelen, toeneemt.
Het is waar, dat ook vele vogels recht
streeks offers zijn van de toenemende be
schaving, van de ontginning der plaatsen, waar
zy' huisden en hunne toevlucht vonden, van de
vuurtorens en telegraafdraden waartegen
jaarlyk» millioenen vogels zich te pletter vlieden.
Maar is het dan niet de plicht dierzelfde
beschaving, die er naar streeft alle natuur
krachten en al het geschapene zich in de volste
mate ten nutte te maken, ook de vogels, eene
der schoonste scheppingen van de natuur te
bewaren, goed te maken wat daaraan te loor
moet gaan, de nuttige soorten te vermenig
vuldigen ?
Het belang wordt miskend, men kan er zich
niet indenken, dat wij de vogels niet meer of
slechts in aeer verminderd aantal om ons
zouden hebben 2); jaar in jaar uit wordt de
plicht veronachtzaamd, ja veel erger; wordt
zooveel in strijd daarmede gedaan. Nagelaten
worden door zoovelen die kleine handelingen,
die zy' gemakkelyk doen konden, als het geven
van voedsel in den winter en plaatsen van
nestkastjes 3), waardoor toch met geringe moeite
de vogels en daarmede het belang der
menschen zeer zouden worden gebaat. Veel erger
zijn de daden in strijd met aien plicht, ondanks
alle wetgeving en de waarschuwingen der
bevoegden, op zoo ruime sch&al gepleegd.
Dubbel afkeurenswaard zijn zij, niet slechts
om hunne gevolgen, maar ook om hun motief.
Zangvogels, niet bestemd om tot voedsel te
dienen, zooals andere soorten, die men onder
het wild rekent en wier vermenigvuldiging de
mensch nagenoeg geheel in zijn hand heeft,
worden bij millioenen gedood om als lekkernij
op de tafel der Feinschmecker" te prijken.
"VYy veroordeelen het barbarisme van het
weelderige Rome in den keizerstijd ; met zy'ce
tot in het onzinnige verfijnde lekkernijen, tot
wier bereiding van eiken vogel slechts een zeer
klein deel kon dienen, doch bij ons vinden
ieder najaar gretige koopers die droevige
1) In een stuk van wege de Ned. Ver. t.
besch. v. Vogels, in de nieuwsbladen geplaatst,
is dit punt in het licht gesteld.
2) Reizigers noemen moeiely'k te beschryven
den indruk van doodschheid en eenzaamheid
teweeggebracht door het nagenoeg ontbreken
van vogels in sommige verre streken,
3) Inlichtingen omtrent de beste wijze deze
nestkastjes uit te hangen waardoor men ook
zichzelf veel genoegen kan verschaffen zijn
vervat in een geschrift, uitgegeven door de
Ned. Ver. t. besch. v. Vogels.
trossen en guirlandes, samengesteld uit de vele
nietig-kleine lijkjes der bonte vroolijke vinken.
Men smult er van en van de zanglijsters en de
leeuweriken, onze liefelijkste vogelsoorten£\Vij
zien medelijdend neer op de wilde stammen,
die hunne naaktheid opsmukken met bonte
veerentooisels. Veelal zijn die nog tropeeën
hunner moeielijke jacht met pijl en boog en
de eenige opschik, dien zij hebben en al spoe
dig _opgeven voor de glazen kralen, die de
beschaafden hen brengen tegelijk met het
Evangelie en slechte brandewijn . Wij staan
zooveel hooger. Onze vrouwen en meisjes zouden
met haar blanke handen niet gaarne zang
vogels dooden, maar zij tooien zich met de al
ot niet geverfde lijken van nuttige vogels, zy
meenen de fraaiheid der kostbare kleedij te
verhoogen door fijne veeren, de aigrettes, die
op de wreedste wijze worden verkregen.^ Maar
men denkt er immers niet aan, dat men door
zoo te doen of die handelingen te dulden van
haar, die dat op onzen aandrang zouden
nalaten, medeplichtig is aan het uitmoorden
der vogels, erger nog dan medeplichtig, daar
men door zy'n geld anderen er toe brengt om
den broode vogels te dooden; lieden die er
misschien zelt van walgen en de draagsters
van den vogelopschik minachten.
Dit alles is reeds zoo vaak gezegd, menigeen
heeft misschien op dit punt allerlei goede
voornemens opgevat, doch die weer vergeten.
Welnu, een steun om bij die goede bedoeling
te volnarden, meer inzicht in de vele schoono
en diepe leering, die het leven der vogels ons
kan geven is gemakkelijk en goedkoop te
vinden, Men woide voor f 0.50 of zoo men
wil voor meer lid van de Ned. Ver. t. besch.
v. Vogels. Wie er belang in stelt te weten
wat deze nuttige Vereeniging beoogt en hoe
zij werkt, wende zich om alle inlichtingen tot
Jonkvrouwe S. VAN CITIERS, lid en
secretaresse van de N. V. t. b. v.
Vogels, aendelstraat 8.
's-Gravenhage, 3 April 1901.
Patroonloiipp.
Het teekenen en knippen van en naar
patronen en modellen van onderscheidene
kleedin/jstukken, door T. HI-'KRJNGA, N.
v. D. ZKK?AiiuiNi.A on \V. ('. POSTJIA,
Onderwijzeressen aan de
Rijk-*-Normaallessen te Franeker, Sneeken Leeuwarden.
Te Franeker bij T. Telenga. l'JOL
De titel van dit nieuwe werkje op onder
wijsgebied in de Nuttige Handwerken moge,
oppervlakkig bekeken, wat ouderwetsch-lang
schijnen, er is toch werkelijk op de kortst
mogelijke manier alles in vermeld wat men,
voordat men het zich aanschaft, weten moet.
De drie dames die vroeger Methodisch knippen
in 't licht gaven, dat binnen anderhalf jaar
reeds een herdruk beleefde (zie dit blad van
27 Januari j.l.) hebben daarna niet stil gezeten,
maar zich gehaast, om zoo spoedig mogelyk
een tweede deeltje te laten volgen, waarin het
knippen naar en van patronen zou worden
behandeld. In veel vergroot formaat, in even
netten vorm, kwam haar werk tot ons, en het
wil ons voorkomen dat zy daarmede alweder
een zeer nuttig werk hebben verricht, al zal
misschien de weinig-ontwikkelde zich er niet
zoo spoedig in thuis vinden. Met een beetje
geduld en lust tot weten zal dit echter ook
al weer meevallen, want de tekst tusschen de
verschillende figuren is zoo duidelijk mogelijk.
Bepaalde Methodisch knippen zich tot zeer
eenvoudige modellen, gaf dat allén 't geen
gevraagd wordt onder Knippen a van 't examen
programma: in dit tweede deel Patroonknijijien
treedt meer de sierly'kheid van vorm en van
afwerking op den voorgrond.
Voor onderwyzeressen is het een groede
wegwijzer om te komen tot het knippen «naar
gegeven model". (Knippen \> van 't examen
programma.)
Zonder voorbereiding te knippen naar een
in elkaar genaaid model is voor de meisjes
(-leerlingen) te moeilijk. Eerst wanneer zij
geleerd hebben, de voorkomende vormen te
knippen naar patronen, zullen ze ook ge
makkelijk leeren knippen naar een gegeven
model.
Maar niet alleen voor onderwijzeressen en
leerlingen kan deze nieuwe uitgave een schat
zy'n! Ook voor vrouwen en meisjes die geheel
buiten 't onderwijs staan, geeft ciit werkje keur
van patronen voor schier elk voorkomend
geval, voor eiken leeftijd, van af het pasge
boren kind tot den volwassene van beiderlei
geslacht, voor allerlei kleeding voor dag en
nacht. Ten slotte is ook de meer en meer op
den voorgrond tredende reibrmkleedirig er niet
in vergeten. Van dat alles vindt men duidelijke
teekeningen op verkleinde schaal, welke even
wel door eene nauwkeurige maat-opgave tot
de normale grootte kunnen herleid worden.
Het hoe van deze herleiding staat duidelijk
in korte woorden aangegeven in het inleidend
woord der schrijfsters,zoodat elke nadenkende de
gegeven patronen kan vergrooten of verkleinen
naar welgevallen.
Deze kleine aanstipping van wat men al zoo
in dit nieuwe werk van een niet meer onbekend
drietal onderwijzeressen vindt, zal zeker vol
doende zijn, om den uitgever een groot debiet
te verzekeren. Wij wenschen n hem n de
schrijfsters van harte dit welverdiend succes !
Leeuwarden, G. C. STEI,I,ING\VI:I;I
?28 Maart l'JOL JKNTLNK.
Ook eeiie oplossing van het Msüonilprileei.
In het westen van Londen, voorbij Hyde I'ark,
ligt de Elgin-avenue. In de Elgin-avenue
staat een lange rij van burgerlijke huizen, de
»Morshead Mansions" genaamd.Kn in die
>;Morshead Mansions'' wordt een denkbeeld toegepast
dat navolging verdient en vele moeilijkheden,
aan het huishouden verbonden, uit den weg
kan ruimen.
De zaak is deze:
Eene flinke, energieke jonge dame, miss
Russell, goed ervaren in het bestieren eener
huishouding, heeft in het hoekhuis dezer
»Mansions" zich ingericht, om met bekwame
werksters de bewoners van de andere huizen,
waarvan de meesten ongehuwd zijn en slechts
een of meer kamers in huur hebben, te voorzien
van allerlei huishoudelijke diensten tegen ge
ringe vergoeding.
Het begint met het fundament van alle huis
houdelijk leven: maaltijden. De leden van de
»New Century Club", zooals hunne gasten
geheeten worden, kunnen óf de maaltijden in
haar huis in de speciaal daarvoor ingerichte
eetzaal gebruiken, of ze zonder verhooging
van pry's op hun eigen kamer gebracht krijgen.
De «clubleden" die met haar hetzelfde huis
bewonen, kunnen door middel van een lift de
maalty'den boven ontvangen. Ze hebben slechts
te fluiten en dadely'k stijgt een dampende
schotel soep of een compleet diner naar omhoog.
Deze leden hebben nog dit voor, dat ze op
eiken ty'd van den dag bouillon of soep, altijd
warm, kunnen ontvangen. Voor het
morgenontby't, om negen uur, wordt een schelling
gerekend; voor lunch, om half twee, 40 ets.,
en voor het diner, om half acht 's avonds,
bestaande uit soep, groenten, vleesch en de
voor een engelsche tong onontbeerlijke «sweets",
wordt drie kwartjes gerekend.
Dan volgen de andere huishouddiensten
waarin de pionierende miss voorziet. Voor een
schelling per uur kunnen de leden de diensten
ontvangen van welgetrainde werkmeisjes, kamer
meisjes en huisknechten.
Voor slecht drie stuivers per uur komt een
verstelster, »needlewoman«, het linnengoed
nazien, knoopen aanzetten, gaten stoppen of
wat meer noodig mag zijn, en deze houdt
tevens een zorgdragend oog over de linnen
kast en geheel de garderobe. Tegen hoogere
belooning, kunnen de »Clubleden« óók de
diensten van een bekwamen kleermaker of dito
costuumnaasters ontvangen.
Vervolgens komt eiken morgen een vrou
welijke of mannelijke bediende aan de deur
van lodgers om de beslikte schoenen en bestofte
kleedingstukken te verzamelen, die op den
juisten tijd weder worden afgeleverd, glimmend
en stofvrij. En is haast geen dienst te noemen,
waarin de ondernemende miss Russell niet
voorziet.
Niet alleen zijn de club-leden ontslagen
van de moeilijkheden met de dienstmeisjes,
daar miss Russell verantwoordelijk is voor deze
diensten en wél gezorgd heeft daarvoor een
goeden staf uit te zoeken, doch met de fabel
achtig hooge huishuren in Londen, wordt in
de huizen ruimte uitgewonnen door de over
bodigheid van een keuken, die door studenten
tot een «smoking room'' wordt ingericht.
Gehuwden kunnen evengooed hun afgezon
derd, huiselijk leven genieten; ongehuwden
kunnen zich amuseeren door het gezelschap
met andere club-leden en miss Ruissell smaakt
de goede voldoening mede een weg te banen.
waarlangs allerlei huishoudproblemen kunnen
worden opgelost.
Haar werk zal weldra in Londen door anderen
gevolgd worden. En wat hier mogelyk is, is
toch in Holland niet onmogelijk.
v. D. V.
Februari 1900-Febrnari 1901.
De vereeniging ter verspreiding van bloemen,
vruchten en lectuur in de ziekenhuizen is ra
haar l!)-jarig bestaan eene te goede bekende
in onze stad, dan dat wij uitvoerig hare werk
zaamheden zouden behoeven te beschrijven.
Bloemen, vruchten, boeken brengen ! Ach,
lezer ! denk echter niet, dat daarmede ook
maar eenigszins de taak der »bloemendames"
beschreven wordt !
Werelden in 't klein zijn de ziekenhuizen,
achter wier groote deuren de weg van de wieg
naar het graf in al zijne verschillende stadien
van menschelijk lijden en strijden doorleefd
wordt. Er. zoo is bot heerlijk, niet alleen om
de zalen door bloemen en planten vriendeiijk
te maken, om verfrisschende vruchten te bren
gen, om goede boeken uit te deelen, maar
vooral om voor de zieken iets te kunnen zijn.
De bloemendames hooren zoovele levensge
schiedenissen, zoovele bezwaren voor de toe
komst, van lichamelijke en geestelijke nooden,
en eene bloem, eene vrucht, een boek zijn niet
zelden schakels geweest tot veranderde levens
omstandigheden en tot beter leven. De lijders
aan slepende ziekten, zooals b.v. de meesten
in het Werkhuis, zij zien zoo verlangend uit
naar het wekelyksch bezoek der dames.
Ach, de dagen zijn zóó lang, zóó lang, er is
zóó weinig al'.eiding, en eene opvroolijking is
d;i;ir vooral zoo hoog noodig !
Dankbaar erkennend, dat het geen > verloren
uren" zijn, die de bluemendames in de zieken
huizen doorbrengen, denken zij daarbij vooral
met groote erkentelijkheid aan allen, die haar
door gaven of giften tot heden in staat stelden,
om »eene bloem te strooien op 's naasten pad" !
Zij wijden een afzonderlijk woord van dank
aan mevr. Vening Meinesz, die de bloemen
harer diners nog 's avonds verzorgt, om die den
volgenden dag zoo t'risch mogelijk aan de zieken
te kunnen geven. Volgden maar meer
Amsterdatnsche dames haar zoo gewaardeerd goed
voorbeeld I
Ook denken zij daarbij niet alleen aan de
eigenaars der bloemen, die 'a zoaier» geregeld
wekelijks werden toegezonden, maar ook aan
de tuinbazen, die de zendingen met liefde en
toewyding voor de zieken hebben uitgevoerd.
Hartelijk dank ook aan de redacties van
dag- en weekbladen, die gratis exemplaren
voor de zieken hebben afgestaan. Eveneens
ook aan allen, die zich de moeite geven, hunne
gelezen couranten in de bussen te werpen. 1)
Zou het te veel gevraagd zijn aan allen, die
deze vriendelijkheid hebben, om couranten zoo
spoedig mogelijk hare bestemming te doen be
reiken : oud nieuws verliest zooveel van zyne
waarde !
De vereeniging werkt met 36 leden in 8
groepen, die ieder onder een besturend hoofd
een der 8 huizen te verzorgen hebben, die zy
in den loop der jaren onder hare vleugelen
nam. De wykzusters van de Ned. Herv.
diaconessen-inrichting en die der Luthersche, de
zuster van ds. Barger's wy'k en de zuster van
de ziekenzaal in het Weeshuis
Tesschelschadestraat ontvangen ook zooveel mogelyk bloemen
en vruchten.
Wat moet er veel noodig zy'n, nietwaar,
vooral in die groote ziekenhuizen ! En denk
eens aan de boeken, en de kosten van onder
houd, om nog niet eens te spreken van zoo
begeerde nieuwe !
Wy zouden dit jaar zoo gaarne op het tot
ons gericht verzoek ingaan, om ook het
Ooglydersgesticht in onzen kring op te nemen.
Vruchten zouden daar zoo welkom zy'n !
Maar de vereeniging kan dit niet, tenzij hare
inkomsten zeer vermeerderen, daar zij nauwe
lijks aan de op haar rustende verplichtingen
kan voldoen. Begrijpt gij dan, myn lezer, dat
al de «bloemendames" met de dringende bede
tot u komen : »Blijf ons helpen in dit nieuwe
jaar, en laat de eersteling van de nieuwe eeuw
met gulden letters gegrift staan in de geschie
denis der vereeniging, niet alleen, kan het zijn,
door vernieuwde en vermeerderde hulp van
hare oude, trouwe vrienden, maar vooral door
het toetreden van vele nieuwe belangstellenden".
Er zijn nog zoovele bekende en begeerde
Amsterdamsche namen, die wij onder onze
leden missen.
Bloemen ontvangen gaarne :
's Morgens vóór 12 uur : Dinsdags mevr. Kol,
(Vrouwenkliniek), mej. Westhoff, (Luthersch
Diaconessenhuis), mej. Ter Meulen,
(BinnenGasthuis), mej. Scholier, (Luth. Oude-M. en
Vr.huis, Muldergracht), Woensdags mej.
Schroeter, (Isr. Ziekenhuis), Donderdags mevr.
v. Riemsdijk, Ilobbemastraat 21, (Ned. Herv.
Diaconessenhuis), Vrijdags mej. v. Hoorn,
Heerengracht 25!), ("\Vilhelmina-Gasthuis), mej.
v. Eeghen, Heerengracht 495, (Besjes- en
Werkhuis).
liet bestuur bestaat uit: mej. H. Chr. van
Hoorn, presidente ; mevr. Van Riemsdijk,
vicepresidente ; mej. J. C. Boeke, secretaresse en
mej. C. van Eeghen, penningmeesteresse.
1) Courantenbussen voor de vereeniging zijn
geplaatst: Centraal-Station, Station
Weesperpoort, Ilandelmaatschappij (Spiegelstraat),
Politiebureau Leidscheplein en Brugleuning
Torensluis.
Modes. Top Nae//'. Uit Vrede door
Jiecht'\ Plagiaat.
Afgescheiden van weer-en-wind. zoodra de
lente haar intocht gehouden heeft, hetzy in
milden zonneglans of onder grimmige hagel
buien en scherpe winden, de l'arisienne stoort
zich aan niets. Haar kalendertje vertelt dat
21 Maart de lente geboren is en het
modepopje beyvert zich voor-den-dag te komen in
licht voorjaarstoilet en metluchtig hoedje. Onder
j welke omstandigheden zou de Parisienne ooit
| te kort schieten in gratie Heeft u haar wel
j eens onder een gietregen door Frankry'k's
hoofdstad zien trippelen 'l »Légère et
courtvêtue" als de bekende Pierrette van La
Fon; taine.
| Het »court-vêtue" bewerkt zij door een
afdoend, kranig en sierlijk opnemen der rokken.
j La Parisienne se retrousse. .. zooals wy'
Hollandsche vrouwen het niet durven en niet
j kunnen. Zonder eenige overdrijving verzeker
j ik u, dat zij by morsig weer en in Parijs
j kan het wanhopend smerig zy'n - haar kleine
l voeten, tijne enkels en slanke beenen tot aan
j de knie vertoont. Vlug tript zij weg en men
! krijgt van haar hoegenaamd geen stuitenden
| maar bekoorlijken indruk. Haar voeten en
beenen mogen gezien worden. Zij draagt hooge
rijglaarpjes, de enkels strak omklemmend en
zwarte kousen. Die praktische wijze van de
: rokken tegen inodderspatten te vrijwaren
kuni nen Hollandsche en Duitsche vrouwen een
voudig niet nadoen ; haar voeten zijn te groot
, en haar beenen te dik. Op zulke massive
lichaamsdeelen waadt men niet sierlijk door
de plassen en een kijkje op Holland's welvaren
; zou stellig aanleiding geven tot al te groote
hilariteit.
! Maar even als de schalke Parisienne denken
| wij nu niet langer aan sneeuw, hagel, regen
en wind. Ook onze sEnkhuizer'' vertelt dat
i sedert lang de aanbiddelijke lente haar
vreugde! volle inkomst deed ! Als die brave Enkhuizer
? mij niet ten stelligste verzekerde dat de
| winter voorbij is, zou ik gelooven dat er onder
i de seizoenen ook werkstaking is uitgebroken.
Wat zal er worden van de prachtige
kleurensymphonie die voor het nieuwe seizoen op de
modekaarten vermeld wordt ? Als nieuwe
tinten prijkt in schitterpracht de heerlykste,
warme mengeling van rood die men zich kan
! denken ; de verschillende subtile schakeeringen
i in 't rood hebben allen haar eigen naam :
«Glaieul1', «lïgonia", >Pavot". «Caroube",
j »Grenade''. De echte lila-tinten zijn gedoopt
»Clématite ', ^Orchidee", «Pensee" ; lila
lichj lelijk in rood-paars overgaand heet «Cattleya",
j »0phélia'' en »Iris". Ja ! daar staan al die
keurige tinten vernoemd na?.r schoone
inheemsche en exotische planten. Zullen wij ze in
het aanstaand seizoen veel zien dragen ?
»Le dernier cri" is weer zwart en wit; het
dragen van zwart en wit is een hulde aan de
nagedachtenis van koningin Victoria.
«The upper ten" rouwen ook uiterlyk om
het verlies hunner souvereine.
Het ijdelheids-duiveltje heeft aan die rouw
onbegrensde afmetingen verleend. Iedereen wil
doorgaan als behoorende tot de hofkringen.
Een modetje van zoo goeden huize met zulk
voornaam cachet breidt zich uit tot ver over
de grenzen van het treurende land. Daarom
ben ik voor het oogenblik min of meer
beducht voor het debiet van al die stoffen
verwerkt in prettige, gloednieuwe kleuren.
De nieuwe blauwe kleuren zjjn weer hellend
naar het mooie, donkere marine-blauw. Van
de matte, pasteltinten schy'nt men tijdelijk
genoeg te hebben.
Laken, homespun, corkscrew en rips worden
het meest gebruikt voor wandeltoiletten, meestal
tailor-made.
Voor gekleede japonnen zyn nieuwe stoffen
geweven, genaamd «toile d'or" en «toile de soie";
door de eene loopt een gouden, door de andere
een zyden draad.
sSerge cristal" is souple en glanzend, onge
veer als het overbekende «Satin Liberty". «Peau
de nymphe", «Peau de soie", «Serge Wladimir"
en «Drap de soie" zijn prachtige weefsels en
toch solide.
»CoteléPékin" is een dunne stof met mol
lige, zyden ribbels, zeer geschikt voor
zomerjapounen of voor de onsterfelijke blouse, die
dezen zomer meer dan ooit zal gedragen
worden op laken rokken in schel afstekende
tint indien het ry'ke kleurenprogramma
en ten minste in zal gaan.
* *
*
Top Naeff's drama »Aan Flarden" zal weldra
met illustratiën van Louis Ramaekers in Woord
en Beeld verschy'nen.
* -/r
Het Maart-nummer van Vrede door BecJit
bevat de volgende merkwaardige
mededeelingen : »0p het Scandinavisch vredecongres dat
dit jaar in Juli te Skiën in Noorwegen wordt
gehouden zal het hoofdthema der besprekin
gen zijn : de voortdurende neutraliteit der drie
Noorsche ry'ken."
-X-
-XDe Noorsche vrouwen hebben in zake den
oorlog in Zuid-Atrika een adres gericht aan
de Engelsche vrouwen. Op 27 Februari j.l.
werd dit adres voorzien van 5122
onderteekeningen aan lady Aberdeen toegezonden.
* *
j *
Aan het vredesbanket op 22 Februari te
Parijs, namen o. a. deel de Fransche gedele
geerden naar het arbitragehof in den Haag.
Léon Bourgeois presideerde en opende de reeks
sprekers, na hem nam baron d'Estournelles
de Constant het woord. De eenige dame die
aan de eeretafel een plaats ontving, was mevrouw
Camille Flammarion presidente der nieuw
opgerichte vereeniging: la Paix et Ie D
sarmement par les femmes.
* *
*
Het spijt my' zeer, maar ik moet aan mijn
vriendelijke lezeressen iets meedeelen, dat ik
onmogelijk kan of mag verzwijgen.
Dezer dagen ontving ik van een mijner
vriendinnen uit den Haag een bundeltje pape
rassen met begeleidend schrijven.
Neen, maar ! die paperasjes l van pure ver
bazing wist ik niet wat ik zag.
Uitknipsels van mijn eigen artikels uit J)e
Amsterdammer, Weekblad voor Nederland en
ook uitknipsels uit »de JJofstad" Niemvs- en
Advertentieblad, uitgave van N. Veenstra,
Sweelinckplein No. 64.
Die uitknipsels uit de Hof stad waren
LETTEKLUKE BROKSTUKKEN uit myn wekelijksche
rubriek in de Amsterdammer en kalm-weg
onderteekend »Josephine",
Maar, Josephine! zulk plagiaat gaat toch
niet aan.
Wil u mij citeeren, meld dan uw bron en
noem mijn naam. Uw citaten uit mijn geschryf,
zal ik beschouwen als »un exces d'honneur".
Als u alles van mij buit maakt tot zelfs een
vermakely'ke drukfout die onlangs in myn
werk was geslopen, dan zeg ik, Josephine! zoo
iets zijn slechte persmanieren.
Ik ben zoo vrij te uwer kennis te brengen
dat ik niet verdien »cette indignité".
De dwaze drukfout »Sammeli>appe" in plaats
van sSammeljiappe" U weet wel, Josephine,
dat woord staat in mijn aankondiging van den
«papiergaarder" een woord dat ik zelf gesmeed
heb.
Van dien »papiergaarder" kon u niets weten.
Een der bestuurderessen der Haarlemsche
afdeeling Tesselschade vereerde mij zulk een
exemplaar en als contra-beleefdheid maakte ik
in mijn rubriek melding van de keurige en
praktische portefeuille.
Josephine ! wat ik over modes vertel, op
mijn manier, in mijn trant, neemt n ook let
terlijk van mij over !
Heeft u daarvoor geen hulpbronnen ? Een
chroniqueuse moet die hebben. Doe als ik.
Abonneer u op Engelsche, Oostenryksche en
Fransche modebladen.
Zóó .puzzling" zijn de uitknipsels uit »de
Groene" en uit »de Hofstad" dat zelfs mijn
Ilaagsche vriendin schreef: »Van zoo iets moet
werk gemaakt worden, tenzij je «Josephine"
zelf bent! dan vervallen mijn uitknipsels en
brief."
Juist deze conclusie, geheel te goedertrouw
en waar men ook heusch toe geraakt, wanneer
men de uitknipsels uit beide bladen doorleest,
is nog wat mij het meest ontstemt.
Ik ben niet »Josephine" en ik schrijf alleen
in de Amsterdammer.
Wie »Josephine" is ?
Ik weet het niet.
Zou zij ook een Josef zy'n ? .. ..
Dan is hy de ware Josei niet.
CAPRICE.
o r fris st o lx ©n ei o d ar a, n