Historisch Archief 1877-1940
,No< 1244
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
l O dubb. Capsules
voor k0pp
De Oostenrüisclie hnwötemartt.
In Weenen verschijnt elke veertien dagen,
onder redactie van Marie Lang een tijdschrift,
Documenten voor Vrouwen genaamd. De inhoud
is zeer lezenswaard en bevatte onlangs een
artikel met bovenstaanden titel. Als de beschou
wingen er in velen pessimistisch zullen toe
schijnen, dan moeten wij niet uit het oog
verliezen dat wij leven in een laud, waar de
economische toestanden vergelijkenderwijs zeer
gunstig zijn, en dat hooge gevoelens gemakkelijker
zijn als geen geldzorgen ons omlaag trekken.
Wat ten onzent in hooger en lager kring geleden
wordt en zoo overwegenden invloed op de
huwelijksindruk uitoefent, is niets bij de ver
houdingen in de wereldsteden: Londen en
Weenen, Parijs, New-York inzonderheid.
Als terrein voor ons onderzoek, zegt de
auteur van dit artikel hebben wij de
huwelijksadvertenties gekozen, die in ne week
in September verschenen in twee Weener cou
ranten die door den burgerstand het meest
gelezen worden. In die ne week waren er niet
minder dan 598 zulke advertenties in geplaatst
en dit groote getal bewijst, dat het sluiten van
een huwelijk door middel eener advertentie een
,niet meer ongebruikelijke weg" is. Van al die
advertenties verschenen er 412 (69 pCt.) op de
beide Zondagen aan 't begin en eiude der week,
als de dag waarop de courant bet meest en
nauwkeurigst gelezen wordt.
Een duidelijk bewijs dat de b
welijksadver;tentie niet anders dan een gewoon middel tot
het vinden cener tweede partij en niet alleen
iet laatste middel dergenen is, die geen hoop
meer hebben om te kunnen trouwen, is de
omstandigheid dat het aantal der adverteerende,
trouwlustige mannen ongeveer gelijk is aan dat
der vrouwen. Er adverteerden 289 mannen
(48 pC.t) en 309 vrouwen (52 pCt.), hoewel
toch alleen aan de trouwen in de tegenwoordige
omstandigheden, het vinden van een man door
zeden en huiselijke dwangmiddelen moeilijk wordt
gemaakt. Ook de leeftijd der adverteerenden is
een bewijs te meer.
Als hun leeftijd gaven aan:
onder de 20 jaar
van 20?25
, 26?30
31?35
? 36-40
boven de 40
geen leeftijdsopgave
Mannen Vrouwen
9
51
43
36
31
119
3
33
39
24
19
36
155
Juist de jongere candidaten zijn dus sterker
vertegenwoordigd dan de oudere. Men moet hier
bij echter in het oog houden, dat de verkooper
zijne waren zooveel mogelijk op prijs wil houden, in
ons geval dus, dat de adverteerenden zich opgeven
als jonger dan zij werkelijk zijn. Maar daar dit
aan beide zijden plaats heeft, zoo komt het over
een uit.
Wellicht behoort een deel der adverteerenden
feitelijk tot degener, die er aan wanhopen op
eene andere wijze aan een echtgenoot te komen.
Daarop wijst voornamelijk de omstandigheid, dat
vrouwen boven de veertig jaar bijzonder sterk
vertegenwoordigd zijn. Maar zeker is uit de
meeste gevallen af te leiden dat de huwelijks
advertentie een zeer gewoon middel tot het
bereiken van een huwelijk is, evenals men zich
daarvan door minder practische doeleinden
bedient.
De groote contrasten, die tegenwoordig de
menschen scheiden in afzonderlijke groepen, die
naar gewoonten, inkomen en levenswijze een af
gescheiden, van anderen sterk verschillend bestaan
voeren, maken ook in de vormen die tot het.
sluiten van een huwelijk leiden, een groot ver
schil. Niet voor alle kringen kan de
huwelijksadvertentie het passende middel zijn tot het
vinden van een echtgenoot.
In het proletariaat is er in 't geheel geen
sprake van een gelahuwelijk. Als daar niet uit
vrije neiging getrouwd wordt, dan geven geheel
andere dingen, het arbeidsvermogen der vrouw
of de behoefte van den man aan eene ordelijke
huishouding den doorslag. Toch is juist in deze
kringen het huwelijk uit liefde geen ongewoon
verschijnsel. Voor de standen met groote in
komens en groote behoeften, voor de kringen
van de financiers, den adel, de industrieelen, is de
ImWelijksadvertentie niet voldoende. Hier be
hoeft men het verlangen naar een huwelijk n;et
openlijk in de couranten te uiten. Hier werken
de groote en kleine bemiddelingsbureau* veel
zekerder en beter, al is het dan ook duurder
en niet openlijk. Zoo blijven slechts de kleine
burgerstand, de kleine kooplui en ambtenaren
over, als het voortdurend publiek voor de
huwelijksaanvragen in de couranten. Van de adver
teerenden behooren tot:
Kooplieden ,
Industrieelen ,
Ambtenaren .
Arbeiders . ,
Dienstboden ,
Geen beroep .
Mannen.
80
1G
53
22
82
Vrouwen.
20
26
225
Van de vrouwen, die geene opgave van een
beroep deden, gaven er 30 aan in bet genot
van een inkomen of in 't bezit eener gemeubi
leerde woning" te zijn ; 121 duidden zich aan
als »alleenstaande," en de 181 overigen waren
meest in het huis harer ouders levende meisjes
Lettend op bovenstaande lijst zien wij dat onder
de adverteerende mannen de handeldrijvenden
en de ambtenaren het sterkst zijn vertegen
woordigd. Onder de trouwlustige meisjes staan
'in de eerste rij de in het huis harer ouders
levende meisjes, bij wie men zelfs bij benadering
het beroep van den vader moeilijk vast kan
stellen; echter bemerkt men mei stal uit den
inhoud der advertentie, dat bier sprake is van
enge, klein-burgerlijke verhoudingen. Op haar
volgen de vrouwen, die eene zaak drijven of
tot den kleinhandel behooren. Eindelijk komen
dan de dienstboden.
Het zijn alzoo feitelijk kleinburgerlijke elemen
ten, die ich van de advertentie als middel tot
het sluiten van een huwelijk bedienen. Het is
de middelstand, die op deze wijze de heiligheid
van deu echt" in stand houdt.
Het ware karakter dezer huwelijken, die op
deze wijs gesloten worden, leert men eerst
kennen a!s men den inhoud der advertentie
nagaat en de beweegredenen onderzoekt waarom
de huwelijken gezocht worden, Dan verdeelea
zich de annonces ia twee groepen; de eene om
vat de eigenlijke huwelijksadvertentie, waar de
eene partij de andere zoekt met liet doel een
huwelijk te sluiten, de andere bepaalt zich tot
eene j-fatsoenlijke kennismaking" of eene corres
pondentie, met of zonder er bij te voegen, dat
hieruit een huwelijk ontstaan zal. Achter deze
tweede groep verbergt zich grootendeels prosti
tutie. De adverkereuden plaatsten de annonce :
Mannen. Vrouwen.
Om een compagnon te
verkrijgen 41 22
Wegens de bruidsgift. .116 5
Om eene vaste positie te
verkrijgen 12 100
Om eene huishoudster te
krijgen 21
Wegens familieomstan
digheden 3
"Voor fatsoenlijke kennis
making 45 81
Om te correspondeeren . S 8
Zonder bijzondere redenen 4fi 81
Reeds deze lijst geeft eenig begrip van de
lage beweegredenen, de lichtzinnigheid en het
cynisme, waarmee deze huwelijken gesloten
worden. Maar juist op dit pnnt toont zich ook
zoo duidelijk mogelijk de tegenstelling tuaschen
het middel en het doelJQlet huwelijk is de
intiemste persoonlijke uiting van den menseb;
een zich zelven geven om een ander raensch te
winnen., 6e?motieypn er toe ««jo te teer-om
.openlijk 'ta wM-rfOT'-bteBtgehgér-De
huwelijksadvertentie echter maakt het doel der
adverteerenden zoo publiek mogelijk en al wordt dit.
ook nog eenigszins verborgen door het anonieme
der letters, toch blijft de contradictie dat hij
die adverteert voor de oogen der geheele wereld
zijne intiemste zaken behandelt. Nog duidelijker
wordt deze contradictie, als men den inhoud
der advertentie zelve' nagaat. En zij die ze
plaatsen zijn menseden die met al het fanatisme
dat hun ten dienste staat opkomen voor de
//heiligheid van den echt" en met al den pathos
der zedelijke verontwaardiging een arm meisje
aanvallen, dat ,door n rijken woesteling ver
leid werdjZoo leest men bv. , .
jBoekteftidelaar in eene schoone provinciestad,
zoekt oudere dame met /'3000 a 4000 als
echtgenoote of compagnon." Of
A-Hüwelijksaauvraag. Hart en hand worden
aangeboden aan eene dame, die een 3O-jarigen
intelligenten man met vaste betrekking met
/100 uit O'igenblikkelijke verlegenheid helpt."
Als werden er kort en bondig zaken behandeld,
luidt eene andere advertentie:
//Energiek Israëliet wenscht door huwelijk te
verkrijgen eenige duizenden guldens voor eeue
levensvatbare onderneming."
Oubewust komisch zou men bijna eene andere
annonce noemen. Manage. Weduwe 42 jaar
oud, zeer goed geconserveerd, met eigen huis
wenscliT, eea heer met. vaste positie te huwen."
Wat is het anders dan verkapte prostitutie
als men volgende advertentie leest ; jWelke
voornaam heer, al is hij ook oud en ziekelijk,
zoekt eetie goede, hartelijke levensgezellin, groote
>ympatbieke fUuur?"
Of: Een Jurist, 23 jaar oud, knap en van
voorname familie, zoekt fatsoenlijke kennis
making met eene knappe dame, zonder te letten
op stand of godsdienst, esvtrkiezende later
huwelijk."
Er" zijn eene menigte advertenties, die zoo
terugstootend en op verborgen wijs gemeen zijn,
dat wij ze hier liever niet weergeven. Al het
jammerlijke der verhoudingen erkent men bij
net lezen der volgende annonce:
Zeer knappe dame in het begin van de
dertig, elegant, vroolijk temperament, den strijd
met het lecen moede, zoekt fatsoenlijke kennis
making met een beschaafd, welgesteld heer."
Zooals deze advertenties luiden al de andere.
't Zijn slechts 1ypen, die wij er aan ontleend
hebben. Zij doen ons zien hoe er b.v. in Oos
tenrijk tegenwoordig huwelijken worden gesloten
zij tooneu aan, dat het moderne huwelijk dikwijls
van beide zijden niet om de zaak zelve, maar
uit de eene of andere daar buiten liggende reden
wordt aangegaan. De oorzaken dezer dingen
spricgen in bet oog, het zijn de economische
verhoudingen, die de begrippen der zedelijkheid
geschapen hebben, die het mogelijk maken onder
zulke omstandigheden huwelijken te sluiten. Het
is de economische nood in al zijne vormen, het
is de geestelijke nood, die de menschen in boeien
slaat. Het is onze wereld van koopen en
verkoopen, die eindelijk de menschen zelf tot voor
werpen van verkoop, tot waren gemaakt, heeft,
die hen dwingt tiunne eigene meiisehelrjkheid
als koopwaar aan de markt te brengen en den
meestbiedende te gunnen. De menschen die de
advertenties plaatsen, handelen in dienst der
onverbiddelijke macht, die tegenwoordig de
wereld beheerscht, de zielen der meuscuen doet
verdorren en uitdrogen, tot ze aan niets anders
meer denken kunnen dan aan zaken doen en
winsten, al is ook hun eigen lijf en ziel de inzet.
Een nieuwe, betere tijd zal ook nieuwe,
betere menschen maken," zegt de schrijver aau
het slot. Wij zouden willen vragen: moet het
niet van nieuwe, betere menscheu uitgaan een
beteren tijd te scueppeti ? Moeten wij niet door
afstand te doen van veel wat uitwriidig het
leven versiert, maar het innerlijk verarmt, .van
behoeften, die groeiend als meii y,e voedt, onze
zedelijke vrijheid aan baucien leggen, door plaiu
living and uigh thinking" trachten naar hoogur,
reiner levensopvatting?
M.
Een Kwestie van groot belang.
Mevrouw Florence J. Greenwood,
gezondheidsinspektrice te Steffieid, vervolgt in het
Aprilnummer van 2he Kngli&h woman's Review
de bespreking der vraag, of het buitenhuis
arbeiden der moeders in fabrieken en ateliers
het hooge sterftecijfer van kleine kinderen
veroorzaakt en derhalve verboden diende te
worden.
Zij verklaart bet voor erkend, ook door
medische autoriteiten, dat de kwestie van den
arbeid der gehuwde vrouwen eene sociale en
economische is, die niet van een zuiver theo
retisch standpunt kan uitgemaakt worden.
p een sanitair congres, 1899 te Liverpool
gehouden, werd het door verschillende doctoren
sterk in twijfel getrokken, of moeders die den
ganschen dag in het huishouden zijn, haar
kinderen zooveel beter behandelen dan zy die
dagelijks buitenhuis werken. Dr. Sykes van
St. Pancras te Londen verklaarde, dat het
niet de kwestie van de kindersterfte raakte of
moeders al of niet buitenhuis arbeiden. Dr.
Sargent uit Lancashire, waar do meeste ge
huwde vrouwen in spinneryen of weveryen
arbeiden, verklaarde dat de ellende in de gezin
nen zou stijgen, werd haar die arbeid verboden,
zonder dat de kleine kinderen er veel beter door
zouden behandeld worden. Da gehuwde fa
brieksarbeidsters zyn waarlijk niet de slordigate
huisvrouwen of de zorgelooste voor hare kin
deren. Vaak het tegendeel, mevr. Greenwood
verklaart uit ervaring te weten, dat eena zin
delijke vrouw zindeïyk en eene slordige of
onoverleggende, slordig en in moeilykbeden
zal geraken, of zij voor loon arbeidt of niet.
De slordigste huishoudens en de meest ver
waarloosde kinderen behooren bij »de luie,
dronken vrouwen (niet noodzakelyk arm) die
slechts werken wanneer zy door het uiterste
gedwongen zyn", of tot de drie klassen door den
heer Booth in zyn «Labour and Life of the
People" beschreven: A, de armsten onder de
armen, die leven als wilden met de afwisseling
van uiterste zwarigheden en tijdelijke opbeu
ringen, wier voedsel niet te beschrijven en
wier eenigste weelde de drank is; klasse B,
bestaande uit verlaten, verleide vrouwen en
weduwen met hare families, die leven
van minder dan 18 shillings per week;
terwijl klasse G bestaat uit dezulken die
leven van inkomens varieërende van 18?21
shillings per week en wier ellende niet zoo
zeer het gevolg van lage loonen als wel van
de onregelmatigheid van het arbeiden is.
A! deze vrouwen zouden niet getroffen
kunnen worden door het verbod van den
arbeid der gehuwde vrouwen, meent de schrijf
ster, terwy'l by onderzoek zou blijken dat in
hare families de kindersterfte bet hoogst is.
Ongetwijfeld drijft absolute en directe nood
vele vrouwen naar iabriek of werkplaats. Ea dien
nood heft men niet op door haar dien arbeid te
verbieden. Maar een groot aantal wordt daartoe
bewogen door zedelijke motieven. Zy wenschen
niet geheel afhankelijk tegenover den echtge
noot te staan, in staat te zijn voor zich en
hare kinderec te zorgen ingeval hij sterft,
invalide wordt of haar verlaat. Ook wel drijft
haar de achtenswaardige wensch om den
standaard van comfort en welstand des gezins
hooger op te voeren dan het loon van den man
gedoogt.
Eene moeder, die hare dochters naar de
fabriek zond om het spinnen te leeren in plaats
van als dienstboden of in een of andere betrek
king, door de schrijfster naar de redsn daarvoor
gevraagd, antwoordde: »Wel u ziet, mevrouw,
wanneer mijne dochters trouwen, en later den
echtgenoot verliezen of door hem slecht behan
deld worden, dan hebben zij altijd een beroep
waarop ze zich kunnen verlaten." En deze
reden beweegt vele vrouwen, vooral in de
textielny verheid, om nfi het huwelyk den arbeid
aan te houden en de geoefendheid te behouden.
Dat beeft tevens een niet te loochenen eft'ekt
op het gedrag van den echtgenoot,
Ik moet als man mevr. Greenwood toestem
men, dat niet weinig mannen gewoonweg mis
bruik maken van de economisch zwakke positie
der vrouw en in menig opzicht zich anders
tegenover haar zouden gedragen, stond hun
het feit klaar voor oogen dat de vrouw in staat is
voor zich zelven en desnoods voor hare kinderen
eveneens te zorgen. Menige vrouw heeft zich
te schikken naar de nukken, luimen of erger
van haar 'broodheer", eenvoudig omdat zij
verleerde of nimmer in staat was voor haar
eigen onderhoud te zorgen.
Het wordt te vaak uit het oog verloren, dat
ook werkersvrouwen economische onafhanke
lijkheid boog waardeeren, dit stem ik de
schrijfster weer toe. Uit ervaring, tijdens mijn
verblyf te Gent in België, nu ongeveer lüjaren
geleden, weet ik welk een belangrijk motief
dat is bij gehuwde fabrieksarbeidsters. Ik
intereseerde my destijds in het byzonder voor
der vrouwenstrijd en heb het toen tot een
punt van speciaal onderzoek gemaakt, waarom
gehuwde vrouwen, wier echtgenooten een
overeenkomstig den gewonen loonstandaard
behoorlijk loon verdienen, toch op de fabrieken
haar werk bly'veri uitoefenen. De meesten
gaven te kennen zich in aangenamer verhouding
tot den man te gevoelen wanneer zy in staat
waren voor zich zelven te zorgen; anderen
verklaarden niet tevreden te kunnen zijn met
het magere inkomen van den echtgenoot; en
sommigen gaven ronduit te kennen dat zij
zich wapenen wilden ingeval de man zich slecht
tegenover haar gedroeg.
Aan zulke vrouwen, die door krachtige zede
lijke motieven worden gedreven, den arbeid in
de fabrieken te verbieden en ze te doemen in de
huishouding te blyven om daar het zware werk
aan de waachtobbe tfl verrichten dat thans door
haar inkomen meestal in waschinrichtingen kan
gedaan worden, zou onbillijk en onrechtvaardig
en in geen enkel opzicht aan den welstand
van het gezin bevorderlyk zijn.
Tóch is het voor my nog niet uitgemaakt,
of onder zekere omstandigheden zeker werk
voor vrouwen wel toegelaten moet worden.
Maar ik heb altijd gevoeld, dat de opinie der
vrouwen zelf en niet die der mannen hierby
den doorslag dient te geven. Laat het inkomen
des mans een behoorlyken welstand voor het
gezin toe, zonder twijfel zullen dan vele vrou
wen uit eigen beweging zich tot het gezin
bepalen. Doch er zullen alty'd velen zijn en
dat acht ik zeer gelukkig! met een sterk
onaf hankely'kheidsgevoel, die ook al tronwen ze
haar werk niet zullen willen opgeven en die
beter als beroepsarbeidster dan als huisvrouw
op haar plaats zijn.
In het algemeen heeft, geloof ik, mevrouw
Greenwood het niet mis wanneer zij beweert,
dat de hoop der toekomst niet ligt in
allerlei restricties voor den vrouwenarbeid,
maar in positieve maatregelen ter verbetering
van de algemeene sociale en economische toe
standen.
En het verspreiden van de juiste kennis
omtrent de opvoeding der kinderen zoowel
als het verbod om de levens van die kleinen
te verzekeren, voeg ik er aan toe ? kan veel
doen om de groote sterfte van 1?5 jarige
kleinen te verminderen en tegen te gaan.
Londen.
v. B. V.
IIHIII1I l Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
?iniiiiniiiiituinttiiiuuiiiwmimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHitiiinitiuiiitn
Marie Kugenie delle Grasie. Helene
Smüh. Poppententaonstelling te Haar
lem. Toiletten van Réjane. Hygiëne
Ijvj het rooken.
De Oostenrijksche dichteres, Marie Eugenie
delle Grazie werd in 1864 te Weiszkirchen
in Hongarye geboren. Haar vader, Cesar delle
Grazie, was ingenieur. Onder zyn leiding
werden de werken van Drenkova in
ZuidHongarye aan den Beneden Donau uitgevoerd.
Hij stamde uit een oud Venetiaansch geslacht;
zyn kinderjaren en prille jeugd sleet hy in
Smyrna. Op acht en veertigjarigen leeftyd
huwde hy de vyftienjarige Marie Melzer en
tusschen deze naar leeftyd, karakter en tem
perament sterk contrasteerende
persoonlykheden groeide Marie Eugenie op.
Na den dood van haar vader werd zij te
Weenen opgevoed.
Hare eerste gedichten verschenen toen zij
zeventien jaar was.
Onze gevierde Adèle Opzoomer (Wallis)
telde ook eerst zeventien jaar, toen haar mooi
werk »der Sturz des Ilauses Alba" verscheen.
Ofschoon Marie Eugenie delle Grazie nog
een paar drama's en novellen deed verschijnen.
dagteekent haar schrijversnaam eigenlijk eerst
na de opvoering in dezen winter, van haar
tooneelwerk Scklar/ende Wetter. Toen viel ook
weer de ontwaakte aandacht op haar modern
epos Kobef/nerre, een kunstwerk in rijmlooze
jamben, groot 1028 bladzijden, waaraan zy
met grootere en kleinere tusschenpoozen tien
jaren arbeidde.
Haar socialistisch drama »Schlagende Wet
ter'' wordt door de kritiek vergeleken bij
Bjürnson's «Boven onze kracht" en »de Wevers"
van Gerhard Ilauptmann.
Zelve zegt de auteur er van: »Mijn drama
«Schlagende Wetter" ontleent zijne tragische
conflicten aan de onverzoenlijkheid der maat
schappelijke tegenstellingen door den klassen
strijd van het hoogst ingewikkeld modern leven
te voorschyn geroepe.
Helene Smith, een bekende somnambule te
Genere, gevoelt zich in hypnotischen slaap als
Marie Antoinelte, als Indische koningsdochter,
of als een bewoonster der planeet Mars. Helene
Smith heeft haren beschrijver gevonden in
Charles Flonrnoy die over de vele merkwaar
digheden door (ie slaapster gezien en doorleefd
een werkje heeft doen verschy'nen, getiteld :
»De» Indes ii la planète Mars. Etude sur un
cas de somnambulisme avec glossolalie."
De zon schy'nt, de vogels zingen, de knoppen
der kastarjeboomen zwellen en barsten, een
sluier van teer-groen is geweven over heesters
en struiken. Wy herleven. Wij herademen na
den langen, eindeloos langen winter. Een blij
gevoel van tintelende kracht, van nieuwen
levenslust is over ons gekomen. Wij hebben
behoefte de vlerken weer eens uit te spreiden.
Wry willen een uitstapje maken. Naar welk
oord zon men do bewoners van Amsterdam
en omstreken met geruster geweten kunnen
verwijzen, dan naar Haarlem?!
Haarlem prachtig gelegen en voor Amster
dammers zoo hél makkelijk te bereiken.
Van harte hoop ik, dat de schoone
Baroveste, 3, 4 en 5 Mei e. k. in zounelicht zal
gloren en zich zal verheugen over de komst
van een groot aantal bezoekers, zich op weg
begevend naar het Brongebouw, ten einde een
kijkje te nemen op de geestige verzameling
poppen aldaar tentoongesteld.
Da opbrengst der poppententoonstelling zal
strekken tot het opricüten van een kinder
bewaarplaats (crcehe) en een vakcursus voor
kostuuinnaaien te Haarlem.
Een merkwaardige verzameling »Meniste
Zusjes'' uit de Zaanstreek, weeskinderen uit
verschillende weesiunchtingen van ons land
in hun eigenaardige kleederdrucht,
luiueulandsche dames en heeren, Zvitsers, Noren,
Oost- en Weat-Indiërs, paansche scboonen,
Grieken, Kussen, Franschen, Chine/.ei'; poppen
uit de gehnele wereld zal men op de gedoemde
datums i^eësuoseeril vinden.
Het getal poppen en andere voorwerpen
bestemd voor de verloting is gestegen tot 3êS;
dat voor opluistering tot 305.
Door Mejuffrouw C. Gallenkamp zijn de
aardigste en fraaiste poppen, alle voor de ver
loting bestemd, groepsgewy'ze gefotografeerd
en deze zullen als briefkaarten iu den handel
worden gebracht.
»La pente douce" was voor de bekoorlyke
Réjane een dubbele triomf. In dit stuk prees
men om het zeerst haar volmaakt spel en de
ongeëvenaarde gratie en goeden smaak waarmee
deze gevierde Parijsche actrice zich weet te
kleeden. Men zegt, dat de nieuwe toiletten
die haar voor dit stuk door Doucet werden
geleverd geheel-en-al door Réjane zelf be
dacht werden. Het diner toilet uit het eerste
bedry'f bestond uit mousseline de soie mauve.
De mauve tint werd getemperd door het wit
zijden onderkleed. De garneering bestond uit
point d'Alencom en een profusie witte paarlen
die zich slingerden om het déeolletéen over
de korte mouwen golfden.
Zeer eenvoudig is bet toilet uit het tweede
bedry'f.
Rok van wit laken met wyd uitslaande
volant en forme en een linon blouse met
incrustatis van geele Cluny kant; ceintuur
van gedrapeerde, geele taf zij.
Het derde bedrijf is voor Réjane op 't punt
van toilet weer een samensmelting van weelde
en verfijnden smaak. Dan verschijnt zy in
een japon van zacht rose mousseline de soie ;
het geheel bezaaid met kant-incrustaties, in
groote en kleine motieven zich vertoonend op
rok, corsage en mouwen.
In ditzelfde bedry'f hult zy' zich in een
bizonder mooien mantel. De mantel is lang,
wyd en zeer ruim en gemaakt van zwart
crépe de Chine. Dit kleedingstuk is geheel
bedekt met application, en zwarte fluweelon
bloemen bezaaid met fonkelende zwarte gitten.
Het prachtige kleed uit het vierde bedrijf,
is van zwarte tulle waar de witte zij van het
onderkleed doorschemert. Het donkere toilet
is n-en-al leven door het woelig geflonker
der pailletten en gitten.
CAPKICK.
Tentoonstelling bij Wisseling & Co.,
Spui, Amsterdam, van schilderijen
van mejuffrouw M. Wandscheer.
Slechts zelden kry'gt men kunstwerken van
dames te zien, die een flinke plaats innemen
in de kunst en daarom is het des te meer ta
waardeeren dat de firma Wisseling & Co.,
mejuffrouw M. Wandscheer in de gelegenheid
stelde om eenige van haar beste bloemstukken
in haar gezellig zaaltje te exposeeren.
Wie mejuffrouw Wandscbeer's werk van
vroeger kent, verheugt zich over de grootere
reinheid waartoe haar kunst in de laatste jaren
gekomen is. Alen krbgt hier t,a zier, een tiental
bloemstukken (schilderijen), het een wat meer
doorwerkt dan het andere, maar over't geheel
den indruk achterlatende van mooi doorge
voerde kunst, zonder dat de bloemen iets van
hare têerheid en klenr verloren hebban en
een stadig genot van zien geven, dat de bloem
in de werkelijkheid slechts zoo kort schenkt.
Mpjuffrouw Wandscheer zal zeker na deze
expositie, naar wij hopen, door haar talent nog
meer te genieten geven.
M. T. R.
c/nazzcnban.
llllillliilllllilllmllliiiiliillillllllllillliill
JanansciiG vrouwen.
Geachte Redactie.
Vergun me u even het volgende te melden.
naar aanleiding van Betsy's artikel over de
Japansche vrouwen.
Dezen zomer was ik vaak in het
Amerikaansche Paviljoen, waar de Internationalen
Vrouwenraad haar bureau had, op de tentoon
stelling te Parijs. Op een morgen stelde zich
aan mij voor, een Japanner dr. JiröShirnoda,
professor aan de «Higher Normal school for
females" te Tokaïstond er op zijn kaartje.
Hy was gezonden door den keizer van Japan,
met het doel om in Europa een grondig 01
derzoek in te stellen, naar het onderwijs van
meisjes
Hy' nprak uitstekend Frar.sch en Engelsen
en informeerde met veel belangstelling niet
alleen naar dat wat het onderwijs betrof, maar
tevens naar alles wat betrekking had op de
vrouwenbeweging.
Hij kocht het werk, waarin Mrs. Jersell het
gesprokene op het congres van den Interna
tionalen Vrouwenraad te Londen behandelt, en
vroeg mij een opgave van werken in het Fransch
en Engelsch geschreven betreffende bet
ieminisme.
Toont dit niet aan, dat men al meer en rneer
tot (ie overtuigii'g kooit, hoe het mei^ja even
goed als de jongen recht heeft op degelijk
onderwijl? En blijkt het ook niet, vooral uit
de laatste mededeeling, dat de autoriteiten in
Japan gaarne op de hoogte blijven, van wat
er in e wereld al is hot ilau ook maar
die der ironieën omgaat V
VKKA.
"F* O S C O,
verf 2* is s olztond o ei JT et xi ISL.