De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 5 mei pagina 5

5 mei 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No, 1245 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 5 Rollen van 6 Tabletten. de imiMiiiimiii DAMEjS. De VronwenMe op 63°N.B, door Barones ALBXANDKA GBIPENBEBG. Ik wensch u het een en ander te vertellen omtrent lezingen, die door de Pitsene Vrouwenvereeniging onder de vrouwelijke plattelandbewoners worden gehouden. Deze vereeniging in 1884 opgericht is de eerste in ons land ter bevordering van de be langen der vrouw. Zy heeft haar hoofdzetel in Helsingfors, de hoofdstad, en 20 afdeelingen op het land. Het is kenmerkend voor den democratischen geest van ons volk, dat de meerder heid der leden dezer vereeniging vrouwen zyn uit de volksklasse. Op sommige plaatsen, voornamelijk in de steden behoort de presidente, door geboorte en opvoeding, tot den gegoeden stand, en kan hetzelfde van de leden worden gezegd, maar in 13 afdeelingen is de voorzitster meestal de dochter van een boer, handwerksman, arbeider of kruidenier, die eerst later eenige opvoeding genoot. Zy' komen in nauwe aanraking met het volk. Soms zijn zy onderwijzeressen aan volksscholen in baar geboortedorp, waar hare familieleden wonen. Daarom kennen zij de nooden en de gevoelens van het volk en weten zy hoe een nieuw denkbeeld bij hen ingang te doen vinden. Dit systeem heeft natuurlijk menig zwak punt, maar aangezien het een natuurlijk uitvloeisel is van den algemeenen geest op het land, be antwoordt het ook het meest aan zy'n doel. Deze vereenigingen richten in den regel scholen op of cursussen om de vrouwen te onderrich ten in weven, naaien, koken, in tuinbouw en in de eerate beginselen der wetenschap. De leden komen by' elkander om te lezen en te discusseeren over onderwerpen van huishoudelijken aard, over opvoeding, ziekenverpleging, armenzorg en zorg voor ouden van dagen enz. Soms richten zy' verzoekschriften tot den Landdag" door den vertegenwoordiger hunner gemeente. Nu en dan zendt het hoofdbestuur te Helsingfors spreeksters naar de afdeelingen op het land en van zoo'n reis wensch ik u eene beschryving te geven. In Finland gaan de treinen zeer langzaam, van Helsingfors naar Seinajoki b.v. heeft hy' 14 uur noodig, een afstand die in Amerika in de helft van den ty'd wordt afgelegd. Daar wij karretjes" hebben, kunnen wij 's nachts heel op ons gemak reizen. Op 5 Januari 1.1. verliet de preekster om 8 uur 's morgens, terwijl het koud en winderig was, haar karretje om per trein een rit van 18 kilometer naar Ilmajoki af te leggen. Gewoonlijk hebben wy' volop sneeuw in dit seizoen, maar dit jaar was een buitengewoon jaar en konden wy gebruik ma ken van de karra" een hoog op een dogcart gelijkend zeer ongemakkelijk voertuig. De koude doordringende wind bleef aanhouden en de reizigster in haar pels, evenals de koetsier in zijn schapenvacht konden zich tenauwernood warm houden, terwy'l de pony op een drafje voortsukkelde. Om 11 uur kwamen wy op het dorp aan, waar aan de volksschool miss Manberg, presi dente der afd. Ilmajoki, onderwijzeres is. Zij is een boerendochter, haar jongste broer, die de spreekster gereden bad, is ook een boer; terwy'l haar oudste broer predikant is van het zelfde dorp. Ik haal dit alleen aan om te toonen hoe de democratie toeneemt in Finland. Half verkleumd van kou werd de reizigster naar binnen geleid en hartelijk verwelkomd met handdrukken en een kopje koffie, de geliefkoosde drank van rijk en arm in Finland. De kleine woning, bestaande uit twee kamers en een keuken, gelykt op honderd andere woningen van onderwijzeressen ten platten lande, met helder witte gordijnen, kamerplanten voor de ramen, een schommelstoel, een canapé, op eene boekenplank verschillende tijdschriften, be halve een of twee couranten en een bescheiden bibliotheekje. Ofschoon een onderwijzeres aan een volks school een salaris geniet van slechts 8 ;i 9 honderd gulden 'sjaars met vrije kamers, een aardappelveld en een weide voor n koe, toch weet zy haar huis zoo gezellig mogelijk in te richten en wordt er een onbeperkte gastvryheid uitgeoefend. Tot ontbijt wordt u voorgezet koffie, uitstekend brood en echte room, voor middagmaal kry'gt ge een gebraden kip, een rijstschotel en een taart. Als regel kan men aannemen dat onze dorpsonderwyzers en onderwy'zeressen zeer leergierig zijn; weinigen lezen hunne nieuwsbladen zoo grondig als zij. By' myne aankomst vond ik my'n gastvrouw druk aan het discusseeren over den Transvaalschen oorlog. De lezing werd om 5 uur 's namiddags ge houden in het vergaderlokaal van het dorp een ruime kamer met naakte houten wanden, zonder de minste versiering. Het denkbeeld op een dorp een vergaderlokaal te hebben is zoo geheel nieuw, dat er geen mogelijkheid bestaat geld genoeg bijeen te zamelen om iets aan ver siering te kunnen besteden. Ons volk leeft heel eenvoudig en het grootste gedeelte is arm. Zij zijn tamelyk onbeschaafd en moeten noodig leeren wat netheid en ordelykheid is in hun eigen woningen, alvorens zij leeren zullen hoe zij hunne vergaderzalen moeten versieren. Gij zult mij misschien vragen: waarover handelt de lezing, en waaruit bestaat het pu bliek?" De lezing handelt over het a-b-c, der vrouwen kwestie, hare voornaamste grondbeginselen, haar doel, alles in de eenvoudigste woorden uiteenHet auditorium bestaat gewoonlijk uit boeren, ambachtslieden, veldarbeiders met hunne ge zinnen want natuurlyk, de kinderen kunnen niet alleen thuis blijven als moeder uitgaat verder uit dienstboden, kleine kooplieden, ook uit enkele ontwikkelde personen, b.v. de dominé, de grondbezitters met hunne echtgenooten. De Finsche Vrouwenvereeniging zendt dit spreekt van zelf spreeksters om verschillende j onderwerpen te behandelen, maar wij houden i telkens eene repetitie voor ons publiek van de j eerste grondbeginselen der vrouwenkwestie, het a-b-c", "daar wij by' ondervinding weten, hoe ons volkje alles vergeet, alles het hun niet telkens herhaald wordt. Eenige mannen, by de lezing tegenwoordig, vroegen of zy na de lezing mochten debatteeren. De debaters waren twee onderwijzers van de j volksschool, een onderwijzeres en drie boeren. De spreekster weerlegde de bezwaren en be antwoordde alle gestelde vragen. De bezwaren waren niet beduidender en ge tuigden niet van meer onwetendheid dan die door groote staatslieden in onzen ty'd geopperd: het huishouden zou er onder lijden, als de vrouw zich met politiek ging bemoeien, vrouwen zullen hare vrouwelykheid" verliezen by al te groote vry'heid. Als de vrouwen evenals de mannen alle mogelijke betrekkingen en beroepen bekleeden, dan zou; er voor de mannen geen werk te vinden zijn, daar de meeste vrouwen tevre den zijn met haar lot is het m. i. volstrekt niet noodzakelijk, verandering te brengen in hare positie, enz. enz." De discussies werden kalm en waardig gevoerd; de aanwezigen luisterden er met belangstelling naar. Het overige van den avond werd bij miss Manberg in huis doorgebracht met eenige leden der vereeniging. Den volgenden dag moest de spreekster om half zes weer terug naar het station. 'De vroege wintermorgens in deze streken zy'n verrukkelyk. Het was zacht in de lucht, mijlen ver rijdt ge over velden, wit van de rijp. Volslagen stilte heerschte om ons heen, en aan den wolkenloozen hemel scheen de noordermaan met een guudachtigen glans. Na een paar uur sporens volgde alweer een rit per rijtuig naar Laïhia. Deze vereeniging wordt geleid door miss Peltone, die dezelfde maatschappelijke positie als miss Manberg bekleedt. Hier werd de vergadering geopend met een paar kerkgezangen. Na het eerste gedeelte der lezing werd er door een koor gezongen, toen droegen eenige jongens en meisjes een komediestukje voor, daarop volgde het tweede gedeelte der lezing. De avond werd besloten met een toespraak van de presidente en het zingen van het volkslied. Ongeveer 500 personen woonden de vergadering by. Na afloop kwamen eenige leden de spreekster aanspreken boerenmeisjes en vrouwen met omslagdoeken en in eenvoudige japonnen, jonge boeren en handwerkslieden (in deze afdeeling worden ook mannen als leden toegelaten). Met uitzondering der dominésvrouw, waren er geen andere ontwikkelde personen, maar het publiek gedroeg zich uiterst ordelijk. Den volgenden morgen oin half vijf onder namen wij weer het ritje naar het station in de heerly'ke maneschijn. Onder het rijden moest de spreekster allerlei vragen beantwoorden en de vraagster op de hoogte stellen van den tegenwoordigen stand der vrouwenbeweging in de verschillende landen en de vrees en hoop meedeelen van hare aanhangers. Miss Peltone, een wakker landmeisje, reed my zelf naar het station om een paar uurtjes langer met mij te kunnen spreken over al deze dingen. Geïsoleerd als deze leidster der vrouwenbeweging gewoonlijk leven van ontwikkelde lieden, ver van groote steden, niet in staat vreemde talen te lezen of veel boeken te koopen, klemmen zij zich vast aan de spreeksters, die tot haar komen, met een werkelijk aandoenlijke devotie en vertrouwen. Zy vragen haar raad en hulp en haar arbeid, en inlichtingen omtrent de vorderingen der goede zaak. Het is roerend te zien hoe dapper deze eenzame pionierscers strijden om een grootsche idee te verwezenlijken onder de noordelyke sneeuw en koude, te midden van onwetendheid en armoede. IK krijg tranen in de oogen als ik aan ze denk. Eene groote verantwoordelijkheid rust op de ontwikkelde dames, die, in hare gezellige woningen gezeten, omringd van alles wat weelde, verfijnde be schaving en sociale positie haar geven kunnen, zeggen: Ik heb geen belang by de vrouwen kwestie; ik heb alles, wat ik noodig heb." Zoo laten zij die andere vrouwen alleen den last dragen, verzwaard met den strijd om het dagelijksch brood. De twee volgende lezingen werden in Lapua gehouden, twee uur sporens het noorden in. De presidente der vereeniging is mrs. Hautanen, een boerendochter, die met den kruidenier van het dorp getrouwd was. Zij spreekt evenals miss Peltone, geen andere taal dan de Finsche. De lezingen werden gegeven in verband met de jaarlijksche vergadering van de vereeniging van jonge lieden, en honderde personen waren op de beide avonden tegenwoordig. Deze vereeniging heeft ten doel zelfontwikke ling, drankbestryding en algemeene or.twikkeling onder de mannelijke en vrouwelijke dienst boden, werklieden, landbouwers en hunne zus ters te bevorderen. Het uitvoerend comitéhad spreeksters uitgenoodigd op deze vergadering om de leden in de gelegenheid te stellen iets te leeren van sociale kwesties. Voor een vreemdeling moet het dunkt mij interessant zijn te luisteren naar de gedichten en de prozastukken door deze jonge mannen en meisjes voorgedragen. De vurige vaderlandsliefde, de liefde voor dit arme verdrukte land, het vaste geloof in zy'ne toekomst, het streven naar hoogere idealen, dat alles zou hem een waarborg zijn, dat zoolang deze geest de onwetende boeren en arme handwerkslieden bezielt, Finland niet verloren is. 's Avonds ging de spreekster per trein terug naar Helsingfors om er den volgenden dag tegen 12 uur aan te komen. De reizen zijn in dit gedeelte van Fin'and niet vermoeiend, maar wel het reizen in streken, waar geen treinen loopen, want de reizigster moet een heelen dag of langer in een onge makkelijke slede gezeten, soms door diepe sneeuw en in een sneewstorm rijden, of ze moet tientallen van mijlen per boot afleggen over stormachtige meren of loopen over stoffige, zonnige wegen. Over bevroren meren zoekt zij de eenzame dorpen op, ver afgelegen van den grooten weg, diep in het woud of mylen ver gescheiden van andera dorpen. Het beddegoed en het voedsel zijn er zeer primitief, even als het auditorium. De spreekster moet trachten dingen uit te leggen als aan kleine kinderen; eenvoudige blaadjes en geschriftjes over de vrouwenkwestie verspreiden, maar overal wordt zy met eerbied en vriendelyke gastvryheid behandeld. De vrouwen bedanken haar, dat zij gekomen ? is om haar te onderrichten en te ontwikkelen. Dit maakt dat zij de ongemakken van de reis vergeet. Vert. door E, K.-H. Finland, Helsingfors, 19 Jan. 1901. Het jonge meisje in de maatscbaiipij. Onlangs verscheen te Weenen een boekje, getiteld: ->Het meisje in den huisely'ken kring en in de maatschappy'', door Augusta Kolb. Als men in deze dagen een dergelijk werkje ziet aangekondigd, dan denkt men onwille keurig, dat de inhoud een produkt zal zy'n van overdenkingen, in betrekking tot de hedendaagsche vrouwenbeweging. Echter staat er in bovengenoemd boekje iets anders te lezen ! ... Als men de meisjes namelyk zou willen opvoeden naar het owHe régime: ze dresseeren, om uiterlijk een zoo goed mogelijk figuur in de salons te maken, dan zou men dit boekje een uitstekenden gids kunnen noemen om dat doel te bereiken. Het is wel kenschetsend voor het weinig degelijke karakter van de schry'fster, dat ze in deze dagen, een levensgids voor jonge meisjes durft schryven als de bovengenoemde. Alles voor het uiterlyk ; de innerly'ke kern, die toch by ieder menschenkind aanwezig is, wordt geen enkele maal aangeroerd. In het voorgedeelte worden de gedragingen in gezelschap besproken, natuurlyk in de eerste plaats de houding die door het »nette" meisje moet worden aangenomen, tegenover de heeren der schepping. Er wordt gezegd, welke onderwerpen men met hun al sprekend mag behandelen en welke vermeden moeten worden! Natuurlyk bly'ven die onderwerpen steects binnen de enge grenzen van zoogenaamd fatsoen! ? Daarna wordt heel doorzichtig voor ingewjjden, het geheim van den »Mannerfang" -?4ta~--de jonge dochters meegedeeld. "*' *a*" v Waar de 8Chry'fstOTr smeekt over het doen van gezelschajsspelerjjiihzegt'ze rquasi naïef: »Zorg er vooral?voor> dat ge ten minste uiterlijk steeds kaim blyft. Want hartstocht bij het spel tétoolten," zou niet alleen een slecht licht werpen: «p uw karakter, maar vooral zou dit een noodlottigen invloed uit oefenen op uw schoonheid!" Alles wat niet behoort tot de zeer enge uiterlijke grenzen door de moraal gesteld, wordt door de schrijfster taktloos of belachelyk ge noemd. De jonge meisjes worden er op ge wezen, dat ze tegenover de heeren altijd zeer gereserveerd moeten zy'n en nooit eenigen voorkeur mogen toonen. Om een staaltie te geven, hoe de vrouwelijke gids hare leerlingen onderwijst, diene het vol gende: »0p een bal mag men wel enkele oogenblikken het gesprek een ernstige richting geven", of: »Ala een meisje van een ongewenschten danser ontslagen wenscht te zijn, dan kan zy hem zeggen, wanneer hy haar komt afhalen, dat ze te vergeefs op hem heeft gewacht, en nu tot haar spijt, zich van een anderen cava lier heeft moeten voorzien." Maar het kostelykste van deze schoone raad geving komt nog! Er wordt namelyk by'gevoegd: »Het is niet geraden, zoo iets in het eerste seizoen te doen, want dan kan het meisje onmogely'k rseds de vereischte handigheid hebben, om zoo'n kleine intrigue ongemerkt te volvoeren." Is een vrouw die zóó durft schryven een gids te noemen ? En is het wonder, dat er nog zooveel gansjes onder de jonge meisjes en coquettes onder ie getrouwde vrouwen rondloopen, by' een dergelyke leiding? Een tweede voorbeeld van bekrompen in zichten levert een schrijver, die over de vrouwenbeweging wil meepraten, zonder up to date te zy'n; het is een zekere dominee Küszner. De goede man schreef een brochure, waarin onder meer het volgende voorkomt: «Het is waar, dat er alleen in Duitschland zes en een half millioen mér vrouwen dan mannen zijn. Maar " En nu zal hij de »l'rincipieele oplossing der Vrouwenkwestie" zooals hij zy'n bro chure noemt eens ernstig behandelen ! Dat doet hij op de volgende wy'ze: »Zeker er zy'n gevallen, dat de ouders geen vermogen en veel dochters hebben, van welke zij niet weten of zij trouwen zullen. Maar gij kleingeloovigen, hebt gij dan den goeden God geheel vergeten. Die zal wel zorgen! Als de ouders maar wat meer Godsvertrouwen hadden! Dan zouden zy de meisjes ontwikkelen volgens haar vrouwelijke natuur en in alle huiselijke deugden onder wijzen; haar aan eenvoud en bescheidenheid gewennen en in vromen eerbied voor God opvoeden. Van sullen ge wel door de wereld komen!" Deze raad is, dunkt me wel heel afdoende tot oplossing van de vrouwenkwestie! ... »Die Frau", waaraan het bovenstaande is ontleend, voegt er aan toe: »Dit soort Gods vertrouwen doet ons denken aan de vrouw, die door een predikant werd gevraagd: »Wel moedertje, verwacht je een goeden kersenoogst van 't jaar?" en daarop ten antwoord kreeg: »Ja, dominee, ik vertrouw dat de goede God daar wel voor zorgen zal! Maar bloesems hebben er niet aangezeten !" Neen, dan heeft Amely Bul te een beter en helderder blik, waar ze sehryft over het jonge meisje: »Wy willen het treurige beeld van zoo menig ellendig levenslot niet voor ons oog ontrollen, de slachtoffers van zooveel bedrogen verwachtingen niet optellen! De zoon kost te veel, om aan de opvoeding der dochters het noodige te besteden. Gaan wy eens ernstig na, of het werkelyk een meisje van hare roeping als vrouw en moeder afkeerig zou maken, wanneer zij in haar jeugd iets grondigs heeft geleerd, of ern stig heeft leeren nadenken over het leven? Zal zij niet een werkelijken steun zy'n voor haar man, in plaats van een last, die hij ge dwongen is met zich te sleepen? In Duitschland zijn millioenen meer vrouwen dan mannen. Waar moeten al die vrouwen blyven, als ze niet geleerd hebben de handen uit de mouw te steken ? Nergens wordt de toekomst der meisjes zoo weinig behartigd als in de Oude Wereld. Nergens wordt zoozeer aan het toeval over gelaten, wat uit haar zal groeien. Ieder meisje dat op haar arbeidsvermogen kan vertrouwen, zal zich zeker afvragen, of de man, die haar zy'n hand biedt, de eigenschappen bezit om haar gelukkig te maken. ?Een betere opvoeding van de meisjes zal dus voor de mannen de mensonwaardige uitkomst opleveren, dat haar keuze door oprechte neiging wordt geleid, omdat zy den verzorger niet langer behoeft te zoeken!" Het is niet moeielyk te zeggen, welke gids van de drie hierboven genoemden tot een ge lukkig einddoel zal voeren, VEKA. Tesselschade. Examen diploma hinder juf f rouw. Voor bovengenoemd examen zy'n benoemd: Commissie van toezicht: als lid, namens het hoofdbestuur: jonkvr. de Bosch?Kemper, voor zitster ; mevr. Van der Laan?de Joode secr.penningmeesteres ; mevr, Boddaert Schuurbeque Boeye ; mej. Van Haaften. Namens afd. en correspondenten : mevr. Jitta?Wertheim, te Amsterdam; mevr. Kluijver?Honigh, te Leiden; mej. E. Baelde, te Rotterdam; mej. L. Terpstra, te Nijmegen ; mevr. Vis?Duyvis, te Koog?Zaandyk. Commissie van deskundigen : mej. dr. Schagen van Soelen, arts te den Haag; mej. M. Ledeboer, kraamvrouwverpleegster te den Haag; mej. C. Th. Verhoeven, hoofd der Nuts-Fr belschool te Nymegen; mej. A. de Jong, onderwijzeres aan de leerschool voor bewaarschoolhouderessen te Amsterdam; mej. S. C. Visée, onderwy'zeres in de handwerken aan de industrieschool te Rotterdam ; mej. E. Leveit, onderwijzeres in de handwerken aan eene bizondere school te Haarlem : mej. E. Westen dorp, directrice der huishoudsthool te Utrecht; mej. A. Mijnlief, onderwijzeres aan de huis houdschool te Utrecht. Namens het Hoofdbestuur van»Tesselschade", M. A. VAN DER LAAN?DE JOODE. lltUlllllllllllllllllllll iiiiiiiimimiiiiiiiiiiiitiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiii niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiii Koning Edward VII. ??Catharina F. van Hees. Itekest van vrouwelijke doktoren in Zioeden, Landbouwkunde voor vrouwen. Het Mei-nummer van een Engelsch maand schrift : Weldon"s Ladies' Journal schenkt aan de abonnés een portret van Engeland's nieuwen koning. Met de volgende woorden, die nogmaals getuigenis alleggen hoe onbekrompen de Engelschen met de waarheid omspringen, wordt het portret ingeleid: »We have great pleasure in presenting our readers with a reproduction of one of the latest photos taken of our noble Sovereign, King Edward VII, who from childhood has won the afi'ection and admiration of the nation and we might say with every truth, of the whole world. «King Edward has ever been the best type of a true English gentleman. Unfailingly courteous, amiable, considerate, a past master in matters of diplomacy and social tactics, and energetic in administration. the nation has unlimited confidence tbat, under his beneficent sway, our glorious and immense Empire will cor.tinue to flourish and prosper as marvellously as during the reign of our late beloved mother Queen. »Long live the King" is the sincere and hearty wish of his devoted subjects throughout the vast Empire over which the sunnever sets." *** Men heeft het plan opgevat den TOaten ver jaardag van Catharina F. van Rees feestelijk te herdenken. De schrijfster die haar ouden dag in Darmstadt doorbrengt, zal worden uitgenoo digd haar verjaardag, den 22sten Augustus in haar vaderland te komen vieren. Een commissie die zich gevormd heeft om de feestelijkheden te regelen, beoogt de y'verige schry'fster te ontvangen en te huldigen in het lokaal Kennis en Kunst te Arnhem. Daar kunnen bezoekers en bezoeksters hun opwachting maken aan Catharina van Rees. Tot het uitvoeren van zulke vriendelijke denkbeelden is natuurlyk geld noodig. De niet meer jonge, maar alty'd levendige en jeugdige Betsy Perk, voorzitster van Kennis en Kunst, is met de haar kenmerkende bereid willigheid geneigd alle mogelyke inlichtingen te geven, aangaande de voorgenomen huldiging. Men talme niet zy'n penninkske te offeren. Wie wil achterblyven, wanneer het geldt een verdienstelijke, lieve, oude vrouw een onvergetelyken dag te bezorgen ? * * # Yrouwelyke doktoren in Zweden, ten getale van vyftien, hebben een rekest ingediend aan koning Oscar. Deze vrouwelyke medici ver zoeken den koning dringend ook in aanmerking te mogen komen voor het uitoefenen van hun vak in ziekenhuizen. Het is te hopen dat men aan haar billy'k verzoek zal voldoen. Een vast inkomen is voor een vrouwelyk medicus even veel waard als voor een mannelyk. Er zal nog heel wat water door de zee moeten stroomen vóór men het zuivere stand punt zal willen innemen, van gelijke bekwaam heden met gelijke munt te betalen. Toch zal er een ty'd aanbreken waarin de belangen der vrouw en haar goed recht niet meer zullen behoeven gesteund te worden door bedelachtige verzoekschriftjes. Het geduld en het volhardingsvermogen der vrouw worden op zware proeven gesteld; maar deze by uitstek vrouwelyke eigenschappen, gepaard aan haar niet langer te miskennen bekwaamheden zullen zegevieren over koppige vooroordeelen en eigendunkely'ke voorrechten zullen zy' binnen de juiste grenzen weten terug te dringen. De cursus voor landbouwkunde was dezen winter te Moskou druk bezocht door vrouwen. Op het theoretisch werk van dezen winter volgt nu het praktisch werken in open lucht, dat voorjaar, zomer en herfst met zich brengt. In Petersburg is men van plan in den keizerly'ken plantentuin ook een cursus voor vrouwen te openen. Het doel van dit onderwys is, de vrouw theoretisch en praktisch te bekwamen voor tuin-, landbouwkunde en bijenteelt. CAPKICE. Soufflévan overgeschoten vleesch of visch. Ingrediënten: 400 gr. vleesch of visch, 100 gr. brood, 3 fijn gehakte sjalotten, % geraspte citroenschil, 5 a G eieren, '20 gr. boter. Berei ding: Maal het vleesch en week het brood. Roer de boter 5 minuten; voeg daarby' een voor een de eierdooiers, het zout, de gehakte sjalotten, de citroenschil, de notemuskaat, het brood en het vleesch ; het laatst het sty'f geklopte eiwit. Ongeveer % uur den schotel in den oven plaatsen. Vleeschschotel met kernj. Ingediënten: l Kg. vleeschresten, 50 gr. uien, 50 gr. boter of jus, 2 dL. bouillon, twee theelepels kerry, 4 eieren. Bereiding: Vleesch fijnhakken of malen, ver mengen met fle gekookte en fijngehakte uien en overige ingrediënten, behalve de eieren. Alles in een vuurvasten schotel in den oven lichtbruin laten worden. Vier spiegeleieren boven op den schotel plaatsen. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiiuuniiii' IIIIIIIIÜIIIIIIIHI ...... iinii De Alliance niïerselle des Femmes ponr la Paix. Van het bestuur der bovengenoemde Veree niging ontvingen wy' het verzoek tot plaatsing van het volgende ingezonden stuk : Paris, Ie 22 Avril 1901. A la suite d'un article diffamatoire publi dans Ie bulletin rédigépar Mme Waszklewicz : Vrede door Recht, oüil est dit au sujet de L' 'Alliance Universelle des Femmes pour la Paix, que les finances de cette Sociéténe sont point controlées, même par les membres du Comité, les soussignées ont l'honneur et Ie devoir de déclarer que l'état de la caisse, présentéchaque mois par les deux Trésorières (principale et adjointe), est vérifiéen détail, recettes et dépenses, par Ie Conseil tout entier, qui approuve les comptes et appose leurs signatures sur les livres de caisse. A la fin de chaque année, nos comptes sont déposés au Ministère de rintérieur, avec la liste des adhérents. D'autre part, a chaque cotisation, ii chaque don adressés & PAlliance Univcrselle des Femmes pour la Paix, un re<,'i détachéd'un cahier a souche est immédiatement livréaux donateurs. Les soussignées, membres du Comitédu Bureau Central de l'Alliance Univelselle des Femmes pour la Paix, protestent contre l'assertion rronée et calomnieuse de Mme Wasz klewicz, en regrettant pour la cause pacitique eet incident soulevépar la Présidente de la Ligue Néerlandaise pour la Paix. Pour l'Alliance Universelle des Femmes de la Paix. Les Membres du Bureau : La Pf sidinteFondatrice : Pricesse Gabrielle WiszniewskaHugot ; La Vice- Présidente: Mme MarvaChéliga. Les Membres da Conseil : Miles Louise Ho'pner, Secrétaire des ances ; N. Testa, Secrétaire -adjointe; Mmes Clélie Porten, Tr sorière ; d'Arênes, Trésorière-adjointe ; Héiina Gaboriau, Docteur en Médecine ; Auguste Meulemans ; Miss J. de Broen; Mines Maria Martin; S. Galmettes. Auxquelles se joignent tous les chefs de groupe en France (32). La copie de l'original, muni des signatures autographes des Membres du Conseil, est déposée aux Archives de l'Alliance Universelle des Femmes pour la Paix, 7bis, rue du D barcadère, Paris. et SL n xa. &, et aast o x- jfar i 13 si o In o zo. ei <3L ir ia.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl