De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 19 mei pagina 2

19 mei 1901 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1247 door de urgentie-mannen gesprokene het volste recht doen wedervaren. Het verslag van de Nieuwe Rott. Courant was zelfs een model. Zoo zou ik er tien tallen kunnen aanwijzen en neem b. v. alleen maar het zeer uitvoerige en bij vergelijking met de volksbladen ook zeer juiste verslag van de vergadering der sociaal democraten, in de Paaschdagen te Utrecht gehouden, dat voorkomt in het Handels blad. Indien ik uit eigen ondervinding spreek, dan kan ik er op wijzen, dat het verslag van een interessante politieke vergadering van Burgerplicht, in verkiezingsdagen ge houden, dat voorkwam in het dagblad De Amslerdan:mer, door den secretaris als notulen werd gebruikt, voor dat doel netjes was uitgeknipt en in het notulenboek ge plakt ! Ik durf zelfs beweren dat, naarmate de »politieke gisting" onder de kiezers, onder de leiders der politieke partijen en onder hen, die gekozen zullen worden, grooter wordt, de objectiviteit der verslaggevers indien dit nog mogelijk is, moet toenemen, vooral van de verslaggevers der groote bladen, die vandaag de wijsheid van Klaas en mor gen die van Piet in extenso moeten ver eeuwigen. Voor hen is het bekende refrein uit De Doofpot geldende: «?'t Is altijd kip met peren rEu ossenhaas.'1 En zij hebben dan nog maar n eer zucht en wél dat vriend en vijand zooveel mogelijk in het verslag terug vinden, wat door hen gezegd is. Hoe meer politieke vergaderingen er gehouden worden, hoe minder het gemoed van een verslaggever in beroering komt. * * En nu ten slotte nog iets. Het beste heb ik voor het laatste bewaard. De redactie van dit blad ontving het volgende schrijven: A n de Redactie. De verslaggever der gemeenteraadszittingen vaa Amsterdam in het Handelsblad, gedurende het tijdperk l Augustus 1874?1 Maart 1891, teekent ver/.et aan tegen hetgeen J. H. G in het vorig nummer van oas blad te zijnen aan/.ien heeft geschreven. Mijne verslagen waren objec tief; elk kreeg er zijn competente portie, tnrksch oi paapsch. Ik had een lang artikel gereed naar aanleiding van G. 's ontboezeming. Het geval is eclrer van zoo persoonlijken aard nu na minstens 10 jaar geheel buiten het openbaar be lang en das in de pers ter bespreking niet ge schikt dat ik mij tot dit protest wensch te beperken, ook na eventueele dupliek. Den Ha|ag, 14 Mei 1901. Teneinde een vroeger stelsel van verslag geven te beschrijven, moest ik wel, ofschoon zonder namen te noemen, eenigszins per soonlijk zijn, omdat dit stelsel aan den persoon vast zat. Nu zou ik uit mijn ondervinding wel eenige voorbeelden kunnen aanhalen, om mijn mededeelingen te staven, maar waar toe ? Ik had deze alleen noodig om aan te toonen hoe het kwam, dat er bij eenige mannen in Amsterdam, die de openbare zaak dienden, o. a. bij prof. Treub, de meening was ontstaan, dat hun «compe tente portie" hun door enkele verslag iiiiillimmiiiliimiHiiiiliiiiMiiimimiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiii MiiiiiiiijmiiiiiiiiimimiiiimiiiHiMiiiiiiiiMiiiiiiiiimiiiiiiMiiimiiiiiiiMii DB STAATSMAN. Een herinnering, DOOR H. J. STRATEMEIJER. Hier ter stede overleed, op 76-jarïgen leeftijd, de heer A. van Kolen, eertijds lid van den gemeenteraad te Statendam, een man, die zich gedurende een reeks van jaren bewoog op politiek gjbied. Meermalen gal hy, 't zy onder eigen naam of pseudoniem, in verschillende bladen gewaardeerde adviezen over zaken van openbaar belang" ... Dat vertelden my op een avond de kranten. Weizoo! was de staatsman" dood? R. I. P. Ik hal hem al gemist de laatste weken, eea gemis, dat niet zwaar te dragen viel. Niet bepaald wat men noemt een type, was hy toch in de Residentie genoeg bekend om vele menschen een zystraat in te jagen, wanneer ze hem zagen naderen en niet met hun vry'en ty'd verlegen waren. Want de staatsman" zoo noemden we hem naar zijn geliefd pseu doniem klampte u enkel aan, kwam alleen bij u om te praten. Praten kon hij, en praten was zijn lust. Hij liet u niet los; als hij u eenmaal beet had; drong hy door in uw bureau, het kostte uren; vereerde hy u thuis met een bezoek, ge werdt verplicht, ten slotte de gastvryheid te schenden om hem de deur uit te kry'gen; waart ge roekeloos genoeg, u in zijn woning te wagen, ge hadt een uur van taktisch overleg noodig, om uw ontsnapping te bewerk stelligen. Ontmoette men hem op straat, dan was er haast geen ontkomen aan; waarheen men ging, hy volgde; hy had den ty'd en nooit een ander doel dan een levend voorwerp te vinden, dat naar hem luisterde. Het is my gebeurd, dat ik in zyne handen viel op het Plein en meegesleurd werd naar het Bezuidenhout, het Bosch door, de Vy'vers om, de stad weer in, tot aan de deur zijner woning, waar hy my eindeiyk losliet, na een vergeefsche uitnoodiging om binnen te komen, ten einde nog een beetje te... praten. Of liever: te hooren praten. Een gesprek voeren was hem onbekend; gy hadt te luisteren,hij te praten. Beging men de dwaasheid, door een vraag te pogen, den stroom van woorden te stuiten, het werd slechts aanleiding om dien stroom nieuwe velden te doeninundeeren. Niet genoeg, dat hy u al vportwandelend bezig hield; op elke plek, die niet onmiddellyk ge vaar voor overrijden of botsing aanbood, maakte hij halt, om met stemverheffing een nieuwe periode te beginnen, zoo'n echt ophalen a la kamerlid, waarbij men rood wordt van Bengaalsch feu sacré. Soms ontglipte hem ook wel een .meneer de voorzitter". Na afloop van zoo'n boerenkermis-van-woorden werdt ge bedankt voor nw aangenaam discours". Het jargon van den staatsman had hy te gevers slechts zeer schraaltjes werd toege diend. De vroegere verslaggever van Het Han delsblad had indertijd omtrent zijn werk kring als journalist soms, laat ik maar zeggen..., zeer naïve opvattingen, die niet de mijne waren en het is niet noodig, daar de redactie meent hiermede het debat te moeten sluiten, daarover in verdere bijzonderheden te treden. Mijn roeping in deze is geweest, om den lezers der groote dagbladen het door de woorden van prof. Treub eenigszins geschokt vertrouwen terug te geven in de, menschelijker wijze gesproken, volkomen juistheid der verslagen van politieke ver gaderingen, welke van de hand van zeer bekwame en eerlijke verslaggevers in die bladen verschijnen. En ik geloof dat ik daarin wel eenigs zins ben geslaagd. Amst, 15 Mei. J. H. G. LTTEJILM in de Hoofdstad. Het moet voor den heer R. Kiü*er, den voortreffdlijken hoboïst van ons Concertgebouworchest, een groote voldoening zijn geweest 1.1. Donderdag zoo ondubbelzinnig de blijken te hebben mogen ontvangen van de groote waardeering die het publiek voor hem koestert. Zoo menigmaal, als de hobo een solotrekje te ver vullen heeft in het orchest, heeft de heer Krüger gelegenheid relief bij te zetten aan de compo sitie; hoe schoon klinkt dan zijn instrument en hoe muzikaal en fijn gevoeld is zijn voor dracht; echter hoezeer de toehoorder zulks ook ondervindt, hij kan daarvan nooit blijk geven en daarom greep het publiek met graagte de gelegenheid aan, den uitstekenden kunstenaar op warme wijze te huldigen, na zijn voordracht van Haudel's concert in g, voor hobo en strijk-orchest. Maar h-ie meesterlijk, van het begin tot het einde, was dan ook deze voordracht? Met prachtvollen toon en uitmun tende door juistheid van stijl werden de vier deelen van net hobo-concert ten gehoore ge bracht. Vooral het Largo, een juweel van poëzie, klonk verrukkelijk mooi. Zeer schoon voegt zich overigens het solo-instrument bij den klank van het strijk-orchest! Haadel heeft in deze en der gelijke concerten veel schoins gebverd; het zou interessant zijn en leerzaam tevens, als men van tijd tot tijd meer zulke concerten te hooren kreeg? Behalve dit hobo-concert kwam er op het programma nog voor eene herhaling van Strauss' *Burleske" voor piano en otkest. De piano partij werd wederom door den heer Wijsman ge speeld. Opnieuw bewees deze, dat wij m hem be zitten niet alleen een kunstenaar, die er op uit is steeds nieuwe werken bekend te maken, maar tevens een pianist, wiens techniek en zekerheid voortdurend een hooger standpunt inneemt. Toch vond ik thans in den totaal-indruk niet terug, wat ik eenige jaren geleden heb onder vonden, toen-ik het werk door d'Albert heb hooren spelen onder leiding van den componist. Strauss is grilliger in zijn tempi dan Mengelberg; niet iiiiiiiiililimiiiiiiiiiiiiln pakken; hst uiterlijk ook. Een vry lange, on danks zyne jaren krachtige figuur; carrect ge kleed, meestal met een hoogen dop, 's zomers in den heetsten tijd somi 'n beetje aanstellerig los, net als een p-ofessor met vacantie, die doodsbenauwd h, dat hy inderdaad incognito zal bly'ven; een deftig, gladgeschoren gezicht, met dan permanenten praatblos, de trekken scherp en van geoefende beweeglijkheid door de gewoonte, dag aan dag de geneele gamma der rederijkende mimiek te doorloopen; de oogen, ondanks het heilig vuur, dat den toe hoorder gesuggereerd werd, koel-grijs achter de flikkerende brilleglazen, spiedend als naar een doel, ver achter den persoon, die tydelyk fungeerde als recipiënt van zijne woorden. Hy' was uiterst beleefd; heel zyn leven gewoon, met kiezers om te gaan, had hy een affdbiliteit zich aangewend, die de groote candidaat gemeen heeft met den rijken bezitter van een populairen winkel. Door de druk bezochte middag. straten wandelde hij als een man van aan zien en gewicht, onophoudelyk met den hoed een kwartcirkel beschrijvend, naar ouderwetschen trant. Die groet bleef dezelfde voor iedereen want de staatsman was demokraat alleen versterkt door het noemen van een titel, zoodra iemand dien maar bezat. Was het bij geval een Excellentie" of een generaal, dan boog de grijze kop in diepen deemoed. Hij kende 'n massa menschen. Een enkele ontmoeting met een onzer Nederlandsche groot heden van 't eerste plan was voldoende om over dien man te spreken als zya tweelingbroeder. Eens was hij op audiëntie geweest bij den koning, en als vrij metselaar had hij aanraking gehad met een paar prinsen; derhalve mocht hy' over het hof redeneeren, of hij er bij hoorde; gewone paleie-anecdoten, door het valetaille'' in de wereld gebracht, blies hij op tot feiten van belang, ze voordragende, of hij er bij ge staan had. Dit was ook de hoofdtrek van zy'n politeke geleerdheid. In vroeger jaren had hij veel achter de coulissen van het kies- en kamergekonkel gezien, en hij trachtte den indruk te weeg te brengen, of hij nog heden beschikte over den sleutel tot alle staatsgeheimen. Men kon niet zeggen, dat hij loog; eerder dacht men aan autosuggestie. Hij vertelde nooit gepreciseerd, maar schematisch en met een air van groot vertrou wen, dat gelijk stond met het geheim"' op gedrukte circulaires, die bij duizenden verspreid worden van leidende persoonlijkheden din gen, welke een pwiiek in het politieke kip penhok hadden moeten verwekken, zoo ze daar bekend waren geweest. Ieder had met ham geconfereerd, ieder had hem om raad gevraagd of ongevraagd advies van hem ontvangen de kroon" niet uitgesloten. De geheele schoolstrijd sinds Groen ware ongestreden gebleven, zoo men anno zooveel slechts het recept had gevolgd van onzen staatsman". Als Domela Nieuwenhuis op een gegeven moment dag en datum werd er bij genoemd: ik geloof dat het was den 27n Augustus 1881 zijn advies had aanvaard, dan zou de verzoe ning van kapitaal en arbeid in Nederland zoo serieus; ook zijn de dynamische effecten bij Strauss krasser en daardoor klinkt alles ver rassender en toch speelsch en licht. Aldus uit gevoerd kan men zich den naam ^Burleske" verklaren. Levendig herinner ik mij hoe alle toe. hoorders dan ook opgetogen waren over het aardige werk en hoe zoowtl d'Albert als Strauss met bijval overladen werden. Thans heb ik van het ..burleskb" niet zeer veel bespeurd. De overige werken waren Mozart's ouver ture ffle Nozze di Eigaro" en Beethoven'» Pastorale symphonie." Zaterdag 11 dezer vond het aangekondigde concert plaats //ten bate van het op te richten ondersteuningsfonds voor de leden van het concertgebouw-orchest." Dit gaf ons gelegenheid kermis te makeo met een meusv werk van Ciir. Sinding op. 35 nl. eene suüe voor orchest-genaamd » Episodes clievaleretques". Ik heb in den laitsten tijd weinig nieuwe o chestwerken gehoord, die mij van het begin tat het einde zóó geboeid hebben als deze suite. In hooge mate interessant is de vinding der motieven m alle vier de deeien; degelijk is de bewerking daar van, maar van stralende schoonheid is de ore ieatk'ank. Er ligt een glans en een pracht, over het orciiest, die op 'it ff 'M en meesleepen. Het adjf-ctief vclievaleresques" is inderd ad zeer juist gevonden. Het tweede deel «Andaute funebre" treft nog bijzonder door den adel zijner motie ven en breedheid van conceptie. Ik hoop het werk nog dikwijls te hooren. Het werd ver rukkelijk mooi gespeeld door ons orcbest en wanneer de tocjuicuiugen niet zoo sterk wa ren als gewoonlijk, mag men dat misschien toe schrijven aan de onbekendheid van het publiek met het xovum. Bet tweede nummer van het programma bestond uit den »Fcestzaog" van Mengelberg, welke bij gelegenheid van het onlangs plaats gehad heobeude vorstelijk bezoek hier ter stede, is uitgevoerd. Het werk is geschreven voor koor, sopraan- en baritou-solo, orgel en orchest. De componist wil zijn werk beschouwd zien als een lofzang op de liefde". Hij maakt dan in het uitgebreide orchtstrale voorspel een omvang rijk gebruik van de //Liefde-melodie", welke in tegenstelling met de nationt.al en »volkstliütnhcu" getinte motieven, een echt vredige stemming weergeeft-. Het voorspel klinkt zeer schoon en vooral aau het einde daarvan ademt men Charfreitagageuren (Parsifal) m. De woor den van Schaepmau: Looft de liefde, die geboren Uit Gods liefde, 't al vermeert, sluiten zich volkomen goed aan bij de inlei ding, zij worden door de sopraan-soliste aan geheven en door het koor overgenomen. I)e tweede strophe: Koninginne met drie kronen, Reinheid, Eere en Trouw gtsierd, wordt door den bariton-solist gezongen en eveneens door het koor herhaald. Dan vindt men nog een opgewekte melodie op de woorden Laat d' Oranjebloem weer bloeien" en een plechtigen bedezang bij »God en Vader in den Hemel". Het geheel komt mij voor teae uitstekend geslaagde compositie te zijn, vooral m aanmer king genomen het doel. De klank van het orchest zoowel als van het koor is glansrijk en desoiotrekjes zijn dankbaar en melodieus. Slechts had ik de orchest-begeleiding bij den koor-zang vol ler en rijker gewenscht. Daarvan was meer partij te trekken geweest Nu zag men het orchest spelen, men hoorde het niet. De uitvoering verdient den hoogsten lof. Het koor overwon op schitterende wijze zijn overigens niet zware taak. Het orchest ... nu ja, dat was natuur lijk als altijd prachtvol. Mevrouw Noordewier, die zich met de meeste welwillendheid beschik baar gesteld had voor de sopraan-partij, gaf iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiuiiiiiip gegaan zy'n van een leien dakje. De heer van Kolen had zelfs een aparte sociaal-economische theorie ontdekt, die de meest orthodoxe staathuisboudkundigeu met Marx, Bakoenine, van Emmenes en wie verder trek had, onder n hoedje had kur.nen brengen. Er was geen feit van den dag, of deze BsnAkuba had 't, onder gewijzigden vorm, voor jaren ook al beleefd. Zijn politieke diagnose was verbazingwekkend, zijn prognose geweldig. Een der laatste herin neringen, die ik er aan heb, is van 't jaar 1897. Wij wachtten eiken dag de benoeming van een nieuw ministerie, en het Haagsche correspondeatiebureau voorzag de pers eiken dag van een andere lijst, waaruit men alvast kon zien, wie hst niet zou worden. Daar ontmoette ik op den klassieken boden van het Binnenhof den staatsman"; hij greep my' bij een knoop, als ware ik een kiezer, die ter stembus gesleept moest worden, en schreeuwde mij toe: Ken ministerie-Pierson is op dit oogenblik onmo gelijk, meneer !" Hij zei 't er wel niet bij, maar liet toch gemakkelijk raden, dat hij regelrecht van 't Noordeinde kwam. Dien zeilden avond bevatte de Staatscou rant" de namen van acht Excellenties met aan 't hoofd . . . den heer Pierson. Het was soms, of hij aan politieke hallucina ties leed. De eerste en voornaamste was, dat hij zich inderdaad een staatsman" waande. Want dit was geenszins een scherts-pseudo, als doctor Juris" ol jhr. van Epscheuten". Van Kolen had zich langzamerhand ingebeeld, dat hij werkelyk een staatsman was, en ook anderen die meening opgedrongen. Hij speelde" den staatsman, niet op het tooneel, in speciaal grime, maar altijd en overal. Alleen het mandaat of de benoeming ontbra ksn hem en ook wel een beetje de kennis. Hij was echter doortrokken van de essence der politieke phraseologie en den politieken haat tegen andersdenkenden of personen, die hem vroeger in de renbaan bij de stembusraces een knuppel voor de voeten hadden geworpen. Die haat bad tegenover sommigen de sfeer der politieke komedie verlaten en was tot werkelijke woede geworden. Dat maakte, in dagen, wanneer het mode werd, dezen of genen minister en corps te lijf to gaan, zijne artikelen zeer gewild bij enkele bladen. En als de politieke kermis aanbrak, dan was hij een der beste orgeldraaiers, die aan de oude, afgezanikte deunen en dreunen die bekoring wist te geven, welke den kermisgast in proletige extase brengt. Zijne potsierlijk opgeschroefde vertoogen bonkten altijd op het een of ander hoofd van Jut, dat de eenigszins der zake kundigen gemakkelijk herkenden, als in een vercirbild". Het was gewoonlijk de kop van een minister, of minstens van den president eener kiesvereeniging, wien nooit minder werd verweten dan dat hij ons vaderland bracht op een hellend vlak", vanwaar het met versnelde beweging afgleed naar den bekenden afgrond, waar de luister der kroon in dreigt te verzinken". En menig argelooze lezer heeft zich gelaafd daaraan, het spreekt bijna van zelf, een groot artistiek relief en de heer Boissevain, een ver dienstelijk dilettant-bariton, zong met veel verve zijn solo. De heer Boissevain hoede zich toch voor te open vocaliseering. Wanneer o. a. de woorden koning i nne, Neer lands en b r u igom en daarvan meer in 't bijzonder de gespatietrde lettergrepen, gedekt waren gezongen, zou zulks ain den adel van den toon zijn ten goede gekomen. Het werk werd met geestdrift ontvangen. Een alleraardigste aanblik bood de zaal na het weer klinken van het lange slotaccoord. De uitvoe renden app'audiseerden den componist; de com ponist zijne uitvoerenden en het publiek beiden, zoodat de geheele zaal n juichende, applaudiseerende menigte bevat;e. Het tweede deel werd irgenomen door drie deelen uit, Zweers' sympSonie ,/Aan mijn vader land." Het is reeds lang geleden dat Zweers' werk ten gehoore gebracht werd en daarom de«d man goed het wederom te doen herleven. Oudar:ks dat, het werk ruim tien jaren oud is, zooals de componist schrijft in de toelichting van het programmaboek, *) beeft de instrumentatie oog niets van zijne bekoorlijke frischheid verloren en boeit het geheele werk nog evenzeer door deels schoone, deels naief pikante gedachten als door meesterlijke bewerking. In genoemde toelichting zegt Zweers dat hij ^allesbehalve Progranjma-muziek wenschte te schrijven en evenmin wilde schilderen.'' Elders zegt hij: //de inleiding geeft den indruk weer, die het ruiscben der hoornen op mij maakte." Voorts heeft hij getracht den indruk weer te geven van het eerste lichtstraaltje in den vroegen morgen (kleine fluit), de eerste zonnestralen (hoorn) en het volle middaglicht (bazuinen) enz. enz. Maar dat is toch geen absolute muziek ! Natuurlijk doet dit hoegenaamd niets af aan de waarde der compositie, maar ik wilde er toch even op wijzen, dat de componist ook wanneer hij ^stemmingen wil weergeven" niets anders doet dan een programma volgen, hetwelk zich naar gelaiig van de omstandigheden of ge beurtenissen aan hem opdringt en du?, dat hij programma-muziek sctirijft om het even of hij zulks wenscht of niet. Ook het werk van Zweers werd levendig toe *) Het eerste deel werd reeds voor veertien jaar uitgevoerd in het gebouw van den Wer kenden Stand door het orchest van den heer J. F. Wedemeijer. IIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIIMIIHIIMIMIIIlmltlHIIIIIMIIIIIInltf» 40 cents per regel. uiiiiiiiiftiiiiiiiiiliiiiiiiiiiilliiiiliiiiiiiiitiifuiiiiiiiiiniiiifliiHiiiniiin 112.85 en hooger 4 Meter! Franco en vr|j van invoerrechten toegezonden l Stalen ommegaand ; evenzoo van zwarte, witte en gekleurde H enneberg-Zyde" van 45 ct« tot 11 11.1O per Meter. G. Henneberg. Zijde-Fabr. (k. & k. Hofl.), Zürich. K A MS T R A's Matrassen-, Bedden- en Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek. BED DER TOEKOMST met 10 jaar garan tie. Leverde sedert 189G pi. m. 7OOO stellen. Geïllustreerde Prijscourant gratis. Honderden bewijzen van tevredenheid. Specialiteit inENGELSCHE LEDIKANTEN. aan die woorden van wysheid, in het zalig geloof, dat hij te doen had met een heuschehjken staatsman, niet wetende, dat hij gehocrobject was voor een praatjesmakecdjn politicus. Ja, politicus was hij zeker! Politiek had zijn doen en laten bebeeracht; politiek had hij geward in zijne particuliere zaken ; het ontdekken van een onfeilbare financieele politiek voor het heil onzer schatkist had niet kunnen beletten, dat zijne eigen financiën vrijwel in het ongereede raakten. Als politicus had hem en dit althans had hij gemeen met vele echte staatslieden de vloek get.roffen, zijn tijd te overleven, zonder dit te bemerken. Hij zocht nog alijd naar iets onbereikts in een toekomst, die reeds achter hem lag. Vandaar de verre blik van begeerte in de koele oogïn. Dit was het komische van 't geval of zoo ge wilt het hoog tragische: als een Rip van Winkle, die niet wist, dat hij geslapen had, vraagde hij datgene, wat zijn eigen tijd hem had geweigerd, aan een tijd en aan een ge slacht, die hij niet begreep en met wie bij niets gemeen had dan de kritiek op anderen Van Kolen was Thorbeckiaan; de laatste der Thorbeckianen is hij wel eens genoemd. Bij het clowneske politieke rumoer, waarmee hij zijn ouderdom omgaf, was er iets ontzagwekkends in den nobelen, grooten eerbied voor den meester, wiens toegewijde dienaar hij was geweest. En onder de beduimeling van late eerzucht en retroactieven haat was er in den zeventigjarige iets overgebleven van het be geesterende der jonge idealen; hij deed, wan neer hij in gedachten terugkeerde naar de dagen, toen de naam liberaal ontstond, gevoe len, dat het woord nu kenmerk van be houdende en beperkende politiek inderdaad met vrijheid" nauw verwant is. Zeker waren er dagen geweest, toen de eer, dienaar van de Vrijheid te zijn, hem volstond. Zijn staatsmanslust weri toen bevredigd door een mandaat als raadslid, in welke qualiteit hij zooal niet het vaderland dan toch Statendam eenige malen had gered. En voorts vergenoegde hij zich met het ver val", aan zoodanig dienaarschap verbonden: het spelen van een rolletje in loge of kiesvereeniging, het ontvangen, zelfs het geven van handjes. Maar later, toen de meester dood was, en na de discipelen de adepten aan de beurt kwamen, begon de eerzucht hem te kwellen. Wat die anderen konden, kon hij ook. Was niet zijn heele leven van schrijven en praten, praten vooral, n voorbereiding tot het Kamer lidmaatschap geweest ? Hij was de kristallisatie geworden van het parlementarisme, de politieke babbelaar in de uiterste potentie. Doch, als aan Rip, ontging 't hem, dat de wereld aldoor had gedraaid. Hij vergat, dat hy noodwendig conservatief moest zy'n, krachtens de traditie zijner partij, wier inspiratie boog, wier wil groot, maar wier horizon zeer nabij was geweest. Hy' zag den modernen revolutiegeest aan voor de gevoelens van '48 en sloot zich aan bij een oppositie, wier ideaal hem een gruwel moest zy'n. En hy rammelde met een roestig zwaard Piano- en Muziekhandel H. RAHR, te utrecht. Opgericht 1835. Tekphoon No. 443. Amerikaansche, Duitsche en Fransche PIANINO'S en ORGELS. Groote keuze in: HUIJRPIANO'S. Oude instrumenten worden ingeruild. Reparatiën worden in ds Fabriek ten spoedigste uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in en buiten abonnement. Nieuwendam. Schellingwoude. Oranje Sluizen, Eiland Marken. Zorgvliet. 't Kalfje. Ouderkerk, Uithoorn. PLEIZIERTOCHTJES, Voor het maken hiervan is een prachtig ingericht STOOMJACHT dagelijks (be halve Zondags) t e b n u r. Te bevragen Kantoor Haven-Stoombootdien.'t, 127, O. Z. Voorburgwal, Amsterdam. Interc. Telefoon 684. Hoofd-Depot VAK Dr. JAEGER'S ORIG, Sormaal-Iolartfeta. K. P. DBDSCHLB-BBNOEE, Amsterdam, Kalverstr. 157. Benig specialiteit in dere artikelen in geheel Nedeil. ECHT VICTORJAWATER. FRNTKE & C°. BESTE ADRES VOOR EPAANSCHE en PORTO. WIJNEN. KEIZERSGRACHT- 18, AMSTERDAM . en MEYKïOS «& Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huur. Repareeren Stemmen Ruilen. tusschen helder geweld van nieuwe wapenen Toen was reeds lang de geest onderdaan geworden van het woord. Nog hoor ik zijn gefraseer, toen hy de candidatuur had aanvaard van een kleine malcon tentengroep, die met geen mogelijkheid meer kon doen dan de verkiezingspoel vertroebelen. Van Kolen had een jargon bedacht, dat oud en jong moest verbinden ; hy voerde een nieuwe cocarde : roid- oranje en dacht vaag aan een sccialistisch-monarcnaal bewind. Doch hoofd zaak wa% dat aan hem nu e ndelijk de beurt kwam ; dat hy eindeiyk de poori: binnenging, waarheen hij velen had geleid, waarheen nog meerderen hem waren voorbijgegaan. Dat hy meer dan ne aanbieding van een portefeuille had afgewezen, de moede toehoor ders deden gaarne of ze het geloofden, als het met vermelding van jaar en datum werd ver teld sub rosa de rij rond maar afwijzing van een electorale uitspraak viel niet te fatitaseeren. En het gemis van een Kamerman daat had zich jaren achtereen te scherp doen voelen, hem te pijnlijk gekwetst, om het te kunnen verdichten. Van Kolen rekende nu sommetjes uit en bouwde kaartenhuisjes, achtte zijn persoon voldoende om divergeerende richtingen te ver eenigen, en realiseerde al e gedweeëaandacht, zijn rampzalig auditorium afgedwongen, als levendige, strijdvaardige sympathie. Het was een geweldige slag, toen hy een stemmencijfertje kreeg, dat hem niet eens deelneming aan den tweeden rit veroorloofde. De man, die haakte taar een laten oogst in het heden, leefde in het verleden. Begon men te spreken over een feit van den dag, welk ook, in een oogwenk drong hij u pratend een kwarteeuw terug. Het was in 't jaar U 67, toen ik . . ." en dan volgde een onbeduidend geval, voorgedragen met het gewicht van senile zelfoverschaiting, ten- bewijze, dat nu identiek was met toen. Praten was en bleef de hoofdzaak. Had hij z!ch in de dagen, toen hij meedreef in den stroom, stuwende en gestuwd, de Kamer binnen kunnen praten, dan had hij in laten levensavond het beeld kunnen geven van velen, die blijven doorredeneeren, niet lettend op het dunnen van de schare om hem hè;n. Nu echter mengde zich in het genoegzaam gekeuvel des ouderdoms waartoe wij allen eenmaal komen een onnatuurlyke y'ver, een verlaten eerzucht, om nog, al pratende, te worden, wat hij altijd had willen zijn . . . een staatsman. En pratende overtuigde hy ten slotte zichzelven, dat hij 't was, deed anderen het gelooven, gesteund door enkele redacties, in wier kraam de komedie soms te pas kwam. Geen minister in functie, die meer genoot van eigen woord, dan deze prater, wien het lot wel den hoogsten prijs onthield, maar die althans de oogen kon sluiten met de gerustheid, dat zijn woord minder onheil had aangericht dan 't mogelyk gewrocht zou hebben, zoo hy had geleefd als werkelyk staatsman".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl