Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1249
evenwel zal het voordeeliger zijn met het con
versieplan mee te doen. De houders der 6
pets. stukken mogen toch niet vergeten dat,
in verband met het kapitaalverlies bij aflossing,
de werkelijk te verteren rente heel wat
minder was. De inlevering tot deelneming
aan de Refunding, moet vóór 6 Juli gedaan
worden by de heeren Alsberg, Goldberg & Co.,
alhier.
Al was de geldmarkt hier en elders ruimer,
toch blijven de beurszaken na de vroegere
groote drukte nog stil. Het bericht van de
ontvangst van den Duitschen gezant te Peking
van het Keizerlijk edict tot betaling van 450
millioen taels, bracht slechts onbeduidende
koersverandering. De rente der uittegeven
stukken zou 4 pet. bedragen.
De Brazilianen wat zwakker.
Jn den tabakshoek wat uiteenloopende ver
anderingen. In de heden gehouden algemeene
vergadering van de tabaksmpij Langkat
Soekaranda, werd de winstrekening die, in verband
met de balans, 137 duizend gulden verlies
aanwgst, goedgekeurd.
De tabakmpij Namoe Djawi hield heden ook
algemeene vergadering. Het afgeloopen boekjaar
is niet gunstig geweest. Het resultaat van het
loopende jaar werd meer bevredigend verwacht.
De Deli plantage-mpij heeft heden het
besluit genomen tot uitkeering van een .'3 pCts.
dividend en tot afschrijving van by'na 43
duizend op de landconcessie.
De petroleumpapieren, met uitzondering van
de Koninklijke, in goeden doen. De Dordt
klom zelfs tot 135 pCt. De Java-petroleum
hield ook heden algemeene vergadering Hst
resultaat van het vorig jaar liet slechts de
afschrijving van ?1750?op de oprichtings
kosten toe. De vele moeite en zorg van het
bestuur hadden wel een betere uitkomst ver
diend.
Moge ook voor deze mpij met grond gezegd
worden : hierna beter.
J. R. Ja, het is waar. Een bepaald werk
kan ik u niet opgeven. In de Groene werden
die feiten meermalen meegedeeld.
A'dam, J 30 Mei 190L D STIGTEE.
Bussum, j
Schüsse", richtte aan den toondichter den vol
genden, karakteristieken brief.
Sehr Geehrter Ilerr.'
Ihr Verlag, dem ich durch Sie herzlich
danken Jasse, war so liebenswürdig mir einige
Exemplare der von Innen Componisten Ballade
zuzusenden. Ich habe Sie mir vorspielen lassen
und Sie hat mir ausserordentlich gefalleo,
was allerdings nicht viel beweist, da ich so
unmusikalisch wie eine Kub. bin, und wenn
ich selbst singe, nur zwei Tó'.ie habe, die beide
falseh sind. Aber ich weiss, manchtnal geben
die Herren Komponisten gerade auf das Urtheil
des Laien und vielleicht auch des Dichters in
solchen Dingen etwas, und so kann ich Sie
denn versichern, daas mir Ihre Komposition
den Eindruck gemacht hat, als ob Sie die
Stimmung des Liedes voll erschöpfe.
Es macht mir eine grosse Freude durch die
Vermittlung Ihrer Kunst auch ein wenig nach
Holland einzudringen und es würde mir grosses
Vergnügen bereiten, wenn ich gelegentlich
ersehen dürfte, dass die Ballade sich bei Ihren
Musikalischen Landsleuten eingebürgert hat.
Xochmals dankend, mit ergebenster
Empfehlung.
Dr. RuDOLb' PBESBER.
illllMltlllllltlllll
llimilMMlIIIIMIIIIIIIIimlIlirllllltlimilllft
Natuurlijk staan er weer een aantal stuurlui
aan den wal ! Sommigen willen in eens een
afdoende maatregel en het heele station
maar verplaatsen een half uur buiten de stad
achter de Keulsche Vaart bij den Leidschen
Rijn; anderen willen het bestaande station
verplaatsen op het midden van het Stationsplein,
dat tot aan de streep, waar de snorders staan,
aan den spoorweg behoort; en weer anderen
willen de fabrieken in de Moreelse Laan door
een station vervangen, al de huizen daar ont
eigenen en zoo een behoorlijk plein met toegang
naar de stad maken. Ik denk dat de S. S. zich
aan a! die plannénmakers weinig storen zal.
Maar dat er binnen betrekkelijk weinige jaren
hier groote veranderingen zullen moeten plaats
grijpen, spreekt van zelf. De belemmeringen
die het gewone verkeer door de spoorwegen
aan alle zijden van de stad ondervindt, worden
hoe langer hoe meer onhoudbaar.
llllllllllMIMIIMimitnilllinilllHIllMHIIIIIIMIIIHIIIIIIllHIIIIIIIII
BOEKAANKONDIGING
Oranje-Nassau Mecldenburg-Schwerin
Gedenklioet: enz. Geïllustreerd. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf. 1901.
Thans reeds ligt de 53 en IJ3 aflevering vóór
ons en met recht mag worden gezegd, dat de
uitgevers hunne inteekenaren niet te leur
stellen, want behalve een artikel van den heer
\Y. K. F. Zwierzina over »de
huwelijkspenningen der Oranjes" met vele illustraties
en een opstel over «Prinses Wilhelmina echt
genoot van Willem V", waarin dr. D. C. Nijhott'
op gelukkige wy'ze ons een beeld geeft van
deze energieke vrouw, krijgen wij hier het
slot van prof. de Hertog's beschouwingen over
»de staatrechterl\jke positie van den echtgenoot
der Koningin'.?Zser merkwaardig is voorzeker
het oordeel van den Aaisterdamsche hoogleeraar
over de benoeming van den Prins-gemaal tot
lid van den Riad van State. Zoo wordt hier
ook in verband met het oordeel van den
engelschen prince-consort gezegd »aan de verheven
rol van den prinsgemaal zou het slechts afbreuk
doen indien den echtgenoot der Koningin
bijzondere functies of bevoegdheden werden
opgedragen ... En of het raadzaam mag
heeten dat (een eventueele troonopvolger) en
zijn vader eenmaal tegelijk met elkander in
hetzelfde college zitten mag ernstig worden
betwijfeld."
En verder schrijft hier prof. de Hertog, ft
propos van den aandrang om Prins Albert tot
opperbevelhebber aan het Engelsche leger te
benoemen: sOok zou de geest van ons grond
wettig staatsrecht van een dergelijke waardig
heid aan den Prins-gemaal in den weg staan.
De' Koningin heeft volgens de grondwet het
oppergezag over land- en zeemacht, d. i. zij
heeft het opperbestuur, neemt ten aanzien van
leger en vloot alle maatregelen, die haar
dienstig voorkomen, voor zoover geen wettelijke
regelingen daaromtrent bestaan, terwijl zij de
wettelijke regelingen handhaaft en uitvoert;
en al die bevoegdheden heeft zij uit te oefenen
onder de medewerking van de daarvoor ver- j
antwoordelijke ministers der betrokken depar
tementen. Aan de aluus gegeven koninklijke
bevelen heeft ieder opperoiiLder, ook de opper
bevelhebber van het leger zoo die er is, te
gehoorzamen. Hoe zou het nu gaan, wanneer
hij, die door zoo nauwe banden aan de Koni/.gin
verbonden haar intieme raadsman is, tevens
eene betrekking bekittslde, waarin hij de in
zichten te volgen heeft van een minister, die
ten gevolge van zijn verantwoordelijkheid niet
zelden met moeite de aanvankelijk gevormde
overtuiging der Koningin heeft weten te wij
zigen ? Z:i! do veraww.'HirJeiijke mi/iister iieh
ook altijd krachtig genoeg gevoelen tegenover
een zoo aai,zienlijk, zoo nabij den troon
staande persoon als den i'rins-(i jiaaai ? \\ ;>i
is het geval denkbaar, d:it de verdediging van
het vaderland het optreden van den echtgenoot
der Koningin, zoo die ruet buitengewone mili
taire talenten toegerust is, of eene kostbare
ervaring in krijijszak.'ji bezit, bijzonder ww>
sehelijk maakt.
O.ider zulke omstandigheden kan in-Mi zeg
gen, dat de i.ooj de v.et breekt en dat iiet
alleen dairop aankomt, de beste
legeraiuivoerder te nemen die op het oogenblik t4 krijgen i^.
Maar dit buitengewone geval is dan ook
buiten der. gewonen regel gelegen. De regel
blijft, dat de echtgenoot der Koningin geen
militaire of civiele betrekking bukluedt, zoowel
om den verantwoordelijken minister de vrije
hand te laten, die do voorwaarde van. ieueru
verantwoordelijkheid u-, alsook om zicbaeiven
en zijn koninklijke gemalin aan iedere ver
denking te onttrekken, alsof zij door een
ongeoorloofde^ invloed zoude willen bereiken
wat op geoorloofde grondwettige wijza niet
mogelijk was''.
Ds heer mr. Maca^ster Loup vangt in deze
all jvering met de parlementair geschiedenis Jer
twee of drie laatste j-iren aan, in het bijzonder
de aundachl vragendj voor Je buitei.Uuiu.-che
politiek, en wel in Je eerste plaats voor Je
lïaagsche conferentie. Veel meer dan een
overwicht krijgen wij aier echter niet: een
sectie verslag van ons parlement kan moeieiijk
klüiii'loozer zijn, trouwens veel meer konden
\vij niet verwachten van een historie zoo vörsch.
zoo weinig nog gedocumenteerd.
Briefen nit Utrecht,
door JAN VAK 'T STICHT.
Onze stad breidt zich aanzienlijk uit, zoowel
wat het bebouwde grondgebied als het aantal
ingezetenen betreft. Wat dit laatste aangaat
maken sommige enthousiasten zich echter wel
aan eenige overdrijving schuldig. Het aantal
zielen, zeggen zij, neemt per jaar met 5000
toe, en de basis van dit stoute beweren is dat
we dit precies n j mr beleefd hebben van
honderd op honderd en vijf duizend. Of dit nu
recht geeft om aan te nemen dat dit »per" jaar
zoo zal voortgaan, moeten de enthousiasten
zelf maar weten. Intusschen zijn er al heel
wat menschen door die voorspiegeling
»ingevlogen". Dat kunt ge het beste merken als ge
ziet hoeveel huizen, nog voor ze ooit bewoond
zijn geweest al onder den hamer komen en
het groote getal namen hoort noemen van hen,
die hun nederige plaats aan schaaf bank of
kalkbak voor een wijl hebben verlaten voor
den titel van bouwondernemer, om na korten
tijd bankroet te maken en hunne oude plaats
weer in te nemen. Hoeveel er gebouwd wordt
werd althans, buiten elke verhouding met het
toenemende zielental kan men eenigsins nagaan
als men weet dat, alleen in de Zeeheldenbuurt
bijvoorbeeld een zestigtal boerenhuizen ledig
staan. En hoe er gebouwd wordt blijkt het best
uit het feit dat onlangs in het Wiihelininapark
zes groote huizen, in wier top het borstbeeld
onzer Koningin prijkt, verkocht werden voor
even twintig duizend gulden. De gelukkige
kooper zal er, zegt men, nog minstens een gelijk
bedrag aan moeten besteden, om ze voor instor
ten te behoeden. Schuin tegenover die huizen
staan in hetzelfde park een zevental zeer soliede
gebouwde woningen, waar vóór een veertien
dagen, toen de gemeenteriolen het bij een zware
bui neervallende hemelwater niet konden ver
zwelgen, de sousterrains eensklaps door m
nagewater en andere vuiligheid overstroomd werden.
Een der bewoners trok er onmiddellijk met
zijn heele familie uit en ging voor rekening
van den huisbaas buiten de stad logeeren; een
ander vraagt schadeloosstelling aan zijn huisbaas
en de huisbaas wil het op zijn architect ver
halen ... De advocaten wrijven zich al in de
handen van pleizier !
De maatschappijen, van welke we hier een
»paar" hebben, kijken de kat voorloopig uit
den boom en loeren op menschen met een klein
kapitaaltje, die bouwkanker krijger. Die worden
dan door middel van een voorschotje
edeimoediglijk in staat gesteld om door te zieken en
als de kwaal onherstelbaar is naar professor
Hypotheekbank verwezen. Dan hebben zij in
plaats van hun kleine kapitaaltje een of meer
groote huizen, waarvan hun geen steen toebe
hoort en succorobeeren na een smartelijk lijJen,
niet eens diep, zelfs in 't geheel niet betreurd
door degenen die hen ten grave sleepten. Dat
zijn nu ongeveer de eeniga dooden van wie men
na hun overlijden geen goeds vertelt, zooals
anders gebruikelijk is ! »Ezel'' is Je eenige
vriendelijkheid, Jie zij op hunne verre reis
nageroepen krijgen. Ea Je in Jat woord opge
sloten waarschuwing is eigenlijk overbodig, want
daar ginds zijn geen bouwmaatschappijen ! . . .
Geld is hier tegenwoordig in overvloed te
krijgen voor alle standen! Er zijn hier
buurten in Je staj waar men haast om het
andere huis kan binnenloopen met horloges.
kleedingstukken, bedilegoed. meubelen, j i. rn; t
het allernoo iigste wat arme duivels maar be
zitten en waar alles gretig gekocht wordt. . .
met reobt van wederinkoop ! E-i hoe armer
men is. des te minder wordt ev voor gegeven
en zooveel te hooger is de rente '.
EM dat de houders van die huizen ook
?>vie-s" zijn vau goederen waar een ,hi-:,h'j->"
aan is kan men elk oogonlik waamo-non voor
de rechtbank ais jeugdige Jieven, vaak voor
hun leven, rampzalig worden door d?
kelijkheid, waarmede zij het door
vreemde te gelde konden maken.
Voor Je hetere standen : de m;?ns:!j:;:i v;.n
zaken en do couponnnt.j isknijipers wordt ook
in voldoende mate gezorgd, ll-nr.ve!
Sticbtsche-, Utrechtsche-, landbouw-, hypo
theek- en andere banken men hier in uo laatste
jaren wel grfkregen boeit, ik zn-.; \i--i i ij bena
dering niet kunnen zegge:.. K:, aMr hebben
zich. op de beste stimlen Jer st:;d genesteld.
Viaer i Kol hebii n het vernuRr'l-H Luis van
hinkel betrokken; de, SiicVsche Buik heeft ai
voor eenige jaren op h-Jt VrusMirg e->n 'jebonw
laten zetten Jat eeu\v«n schijV.t tn ;n,vt«n
trotseeren, en zoo vin-.lt men Joov de ;'<:l;t>e!e stad
Jie geldpaloizen Dezer dagen wcnl er nog
weer een geopend, de Utrechtsche
llvpotheekbank van onzen wethouder mr. V,in Lier eu
Jbr. van Asch van Wijck, waar men eenvoudig
verbaasd staat van de lux-^, waarmede Je bureaux
de directiekamers, de vergaderzalen van aan
deelhouders zijn iiigor'-cht, E i b-n. g:-:neel.;
gebouw is een siTiltje van Je bouwkunst van
Genezen,
Ze was zoo'n klein, min figuurtje, zooals ze
daar langzaam voortstapte, met moede passen,
de oogen gericht op de glibberige, modderige
straten.
Het kostte haar moeite over de natte, slijkerige
brug te komen; telkens moest ze uitwijken voor
een sleeperswagen of een bakkerskar. Zrj vertrok
haar voorhoofd tot een diepen rimpel van
ergernis over dat ellendige, natte weer, en van
onwil om naar haar school te gaan. Verleden
jaar was zij benoemd tot onderwijzeres aan die
school; toen was zij opgewekt, energiek geweest
en flink; met 'n prettig tintelend gevoel hai
ze zich door allerlei moeielijkheden heengewerkt.
Zij had ze aardig gevonden, die kleine meisjes
en jongens; zij had om ze moeten lachen,
vroolijke guiten waren er onder. En zij had meèaj
gehad mit (ie jonge ouwe-vrouwtjes, al vol zorg
en plichtgevoe!,en met de vroeg-wijze bleekneu?jes
met hun grappige eerzucht.
Maar nu... alles verveelde haar.
Het was een lang, ongezellig jaar geweest;
zij had weinig kennissen in de groote stad en...
haar werk voldeed haar niet meer.
Zij had haar kamer zoo gezellig mogelijk
ingericht, maar... ze kon toch niet altijd
lezen of naaien.
Haar plan was geweest voor de acte-middel
baar Fransch te werken, maar de moed ontzonk
haar. Ze kwam er toch niet," praatte zij zich
zelve voor. En dan ... altijd dat natte, koude,
mistig?) weer; in geen dagen had ze de zon
gezien ...
Annie zuchtte, terwijl ze haar rok steviger
opnam; ze was nu dicht bij school.
DJ overige onderwijzeressen bemoeiden zich
weinig met haar; zij vonden haar trotsch, uit
de hoogte.
O! ze haatte op 't oogenblik haar leven;
was dat nu leven, die eeuwigdurende tredmolen;
die vervelende rumoerige kinderen ; die kleintjes
met hun onmogelijke bezwaren en honderden
vragen ?
Ze zag tegen den schooldag op, als nooit
te voren. Met een ruk trok zij aan de bel....
nu lieten ze haar nog wachten óók.
Een half-volwassen meisje deed open: Dag
juft'-ouw !''
Ternauwernood gaf Annie antwoord; ze liep
de gang door en ritste vlug de knoopen los
van haar net wintermantelijo; nu was zij in
't lokaal.
Brrl! hoe koud l" En met de hand aan 't
hoofd: Wat moest zo ook weer doen? ja,
somrübüop het bord schrijven.''
Ze kreeg tranen in de oogen en snikle een
beetje, zoo'n meêiij had zij op dat oogenblik
met zich zelve.
Negen uur.' de bel i!
Lusteloos begon zij de rekenles. De kinde
ren waren las ig; telkens moest zij verbieden.
,,Let jij ook al niet meer op? Kind, zit je
te slagen?" klonk bet scherp uit haar mond.
Het toegesproken meisje, een echt stadsland,
mit hoog wit voorhoofd, steil bruin haar, schrikte.
Z; was haa-it ingedommeld; (Led nu haar
best do juliVoii'iV te volgen, maar de lliuwe
oogen dwaalden telkens af.
''t Was een zielig schaapje, met dunne,
terwijl zij luisterde naar de woorden van het
kind, dit al zooveel verdriet moest dragen.
Brandende schaamte vervulde haar; wat
was zy naast dit kleine kind; wat beteekende
h'iar leven bij de worsteling van dit meisje,
dat zich nochtans niet door alles liet ontmoe
digen, zooals zij, de oudere en wijzere !
Annie gevoelde zich in eigen oogen diep
vernederd. En toen zij on twaalf uur naar
huis ging, nu met flinke, luchtige passen, kwam
haar oude energie weer boven.
Zij wilde niet langer niets-doen; zij zou
hard gaan werken, om haar Fransche acte te
halen.
Zij wilde niet meer tobben, maar het leven
nem^n zooals het zich voordeed.
Heel veel plannen kwamen in haar op, terwijl
zij doorstapte in de frissche, koude
Novemberlucht, nu vervroolijkt door een stralenden
zonneschijn.
ELLY.
MllllllllUIIIMlIMlIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIUMItUIIMIUUIUlllllllinillllll
lillllUlllllfUlllllllllllllllllHIlllllllltllllllllllllllHIHIlIlllllllllllllMH
blauwe kriuicn
nog a ni-.'êij met haar:
eJit .,«u-l>to" kind; zoo'n
zorg, tobbend over allerlei kleii'.ighcden
llVoiiïv \vas van daag al het! ,
de kiiutoren. Herhaaldelijk werd er
ooi; d.; kleine slaaster kree ??'rafwerk.
Een trief yan -ien flicliter onzer
Boereii'oallaile",
Dr. Rudolf Presber, de dichter der
Uernard Zweers gecomponeerde ballade
door
?>Drei
onzen architect II--)»t/!n.-jR<. waauii.'.'i-' '-i; a!!e<.
wat hij tot dusver in onze stad gonouwJ heelt,
in de schaduw laat.
Ons Cjnt;aalstation van da Maatscii-ipnij tot
Expl. van Staatsspoorwegen, begint op -Je plaats
waar het zich sedert do opening der lijn
Amsterdam?Arnhem bevindt, vrijwel in jen
knel te koffie". liet wordt ie kiem voor de
enorme uitbreiding van het spoorwegverkeer :
En nu wil men door allerlei lapmiddelen aan
de daardoor ontstaande bczware i tegemoet
komen. Er komt een stationnelje op eenigen
afstand bij voor de locaaltreinen van Je
Centraalspoor; Je goeJerentreinen zullen geran
geerd worden te Maarn ! En wat men veruer
nog in het schild voert !
iaat
G.-en antwoord.
Nu? Iv.iinKiV:, zeg dar. iets."
,.');ii tien uu:, geloot ik.'"
/y-xi, da's veel te laat voor
dreiiwes, en hoe kw^m dat r"
Ik moest op va icr wachtDn."
ll-:b j ?') g ie: i moeder meer?''
Xee."
Kr, komt j.' vider vaak zoo laat t'hnis ?''
Het kind za^ lia-ir schuw aan. dnc'u bemer
kende dat de j'ill'.'ouw niet m-;er zij streng
keek, knikte zij.
)vi wie i"-.r0't dan voo- je broerlj.v en
zu--jf'-, als jij o;, school bent?"
Van lieverlede werd liet kind
meJedeeUainer. 'c 'V'.'ts een gezin, zoosls er zoj droevig
veel zijn : de moeder dood ; de vader op het
werk; vaak dronken en dan zijne kinderen
slaan, en dit kleine meisje het huishoudstertje.
Dit iileeke zwakke kind belast met de zorgen
van een huisvrouw'.
A:inie werd vertesdcrd door het zachte
klagende stemmetje ; haar bo-jze stemming
smolt weg; ze zag mit diep medelijden naar
dit kleine plicht-vrouwtje, oud en wijs vóór
baar tijd ; met den last van een groot gezin
op haar smalle schou Jertjes.
Een donkerrood kleurcl: Annie's wangen,
Een motie ?an wantroawen,
Hoe langer hoe meer dringt zich aan mij de
overtuiging op, dat het voorstel om bster toe
zicht uit te oefenen op het eindexamen glad
verkeerd is en als 'en belediging voor het corps
leraren moet opgevat worden. En het wordt
er al niet veel beter op, als-het waar is dat
het voornamelik tegen de biezondere gymnasia
gericht is. Ah men om politieke redenen aan
deze laatste het jus promovendi gegeven heeft,
dan is dat diep treurig ; maar noch treuriger
is dan 'en taktiek om ze met de ene hand iets
te geven en met de andere 't weer terug te
nemen. Immers het valt te betwijfelen of de
biezondere gy nuasia niet maar liever zonder jus
promovendi waren gebleven, liever dan het
onderwijs zo aan banden gelegd te zien. Zo
het eindexamen, zo het onderwijs!
Laten we nu dus mair eerst op de voorgrond
stellen, dat de ideale tijd noca bij !a--ge na
niet gekomen is, waarin wij zelf naar ons beste
weten het jus promovendi mogen toepassen.
Hoe verkeerd ook het werken op 'en examen
is voor het onderwijs, hoe goed uok de vrijheid
voor dat onderwijs zou zijn. wij moeten berusten.
Misbruiken zouden dan voorkomen! Zeker,
maar misbruiken komen nu óók voor: door
afspraakjes, geheimzinnige sleutels of
kiopgeesten; en ik vraag me zelf al, of er ook
bij de meest strenge wet niet 'en enkel maasje
noch zal voorkomen, waardoor het onrecht bin
nen sluipt. Zo juist wees in de N. R. Ct. de
heer Kinderman uit Leiden al n plekje aan; er
is dus geen sprake van het voorkómen van fraude.
De rnenselike listigheid gaat ver, als maar het
geweten var. best elastiek i*.
Eiilin, het streven is nu eenmaal de andere
richting uit. Wij mogen ons niet vrij gaan
wijden aan het onderwijs. Die andere richting
is dus het groter worden van de macht van
geeornmitte; rden en dan zie ik niet in. waarom
wc maar niet dadelik tot de uiterste giens
zouden gaan en bepalen : het eindexamen wordt
afgenomen door gecommiteerdeii. Dan konden
wij eenvoudig naar huis gaan en de aardigheid
is er toch al vrij wat af door bet nu voorge
stelde. Dan stijnden we gslijk met de Lagere
School, waar alle krs.chten worden ingespan
nen tenminste aan Opleidingscholen om
de knapen vol te krijgen tegen dat de gecom
initieerden", in dit geval de H.H. leraren
II. B. S. of -Gymn. zj onder handen krijgen.
Nu echter wordt er gemodderd, want er
komt knoeiwerk door in de wereld en 'en
onrlragelilie verhouding tussen leraren en gecom
mitteerden zal het gevolg zijn.
Laat mij dit laatste ee; s nagaan bij de vakken
waar ik over oordelen kan.
Op de voorgrond wil ik stellen, dat mijn
grieven noch niet zozeer b^tr fi'en de uitbrei
ding vat do macht van gecommitteerden als
wel de slotredenatie dat de gecommitteerden
slechts daar, waar er vermoeden bes'aat. dat
verkeerde praktijken gebnakt worden, of waar
op de wijze vai afneming van hyt examen
gegronde aanmerkingen zijn te maken, een meer
acü-'f deel aan hol ex-nnen zullen hebben."
Werd er nu gewoonweg geze?d : voortaan
mogen ook de gecommitteerden bij het
monder.g examen vragen stellen, welnu men we.tigdo
oudig wat n u zo vaak al gebeurt, maar r.u
we', a's dit we!' word', is het eenvoudige feit da1"
de geconrmttuerd'j eens mee vragen wil, al 'en
; van wantrouwen in de eerlikheid van Je
r-a'or ol van gegronde aanmerkingen1' <p
,?:.;/'." Na*i eX'.unineeren. Ton mins'e (U-ze
bot vol.-tu recht om, als du gecommit
teerde hom vraagt: vindt u er iets tegen,
d.-it ik ook '.'il vraag stol" ? met de/e
wets(ooluhting in z'n hoofd (e vragen: .,'ier.kt n
d :.t ik o:,eer!ik ben o) hebt u rcd-'i! om mijn
wijze van vragen at te keuren" ? Ivi xelts, als
da.ir dat! op vui-t : Pardon, het is maar bij
wijzs \a:i ne'ai'g-telling", dan geef: dat toch
B! 'en onaangename vsankla^k in het examen.
En bij het mi iste : volstrekt niet, ma.'ir xiet
u oiiz.'' is de vrede ai verstoord, tenminste
l:g Geef ze 't recht om mee te vra;i -n.
mij goed. maar dan a'tij i, ook /.onder vora-oodt;
verkeerde praktijken" of ..gegronde
aanmerki.ig'ji;" ovtT het afnemen van 'CL examen.
K;i hoc licht zijn er gegronde aanmerkin
gen' %our oen ci'<i'lc'i/,'Chil gecdriimittecrdo
uok die zijn T te mak-:-n bij liet examen
in de gescliie lenis. Vraigt men 'en jonge wiens
zwak i.'ien weet dat jaartallen zij t het een of
aiub.T te te edeneren, de gsconmiitleor-.'e %ai
d-:r.k,-r,: hij wil Uem red.ien" en het exA.ncn
Er zijn egronde aanmerkingen" te maken :
hij, d-> gecommitteerde, kon in zijn tij-1 stapels
jH'irtalion in z'n luïi'.x'iik.'is. elk in zijn vakje.
b.;waren 'ot bij ze nodig had.
Ik houd rekening met de jonge ; hij kent
de j-riisre niet.
Zu'ke g-valk'n kunr-en zich voordoen. Of
krii_'0''i we voortaan alleen
ideaai-^ocouimittecrden ? Maar dan ver.ler : b-2n ik dan voor
de gecommitteerde bevoegd om wel 'en andere
jongen te examiticryn en net dezn niet ? Ik
zou zeggen van niet. Dus dan doet hij het
werk en ik ? Ik ben niet aangesteld tot
gecommitteerde van de gecommitteerde: ik g*
dus na^r hu'.-:. Wie bepaalt het cijfer dtis : hij,
de vreemde, voor hem onbekende jongens.
Heel graag wil ik geloven dat deze
voorstelling in de praktijk wel mee zal vallen, maar
vooral bij zo'n uitgebreid vak als de hele ge
schiedenis, vau ITl.'i tot nu toe, Vaderlandse
en Algemene, kan men zo licht blootstaan aan
verdenking.
Of moet die verdenking mischien eerst door
de drie heren samen besproken zijn ? Dat
geeft niet veel, want n kan er maar over
oordelen. En moet dan mischien de leraar,
voordat hem het examineren verboden wordt,
verhoord worden door de drie heren ? Dan
had men wel wat meer zekerheid, want nu,
zoals ik het mij voorstel, is het geheel
afhaukelik van de plotselinge opwelling en stemming
van de gecommitteerde. Wat de humane zal
begrijpen, zal voor de zwartgallige fraude zijn.
Men maakt zo onze toekomst als leraren in de
geschiedenis onzeker en ik kan me voorstellen,
cUt er zullen zijn, die allerlei dingen bij hun
onderwijs te pas brengen, welke wel gevraagd
li ilnnen worden; ook al zien zij zelf er het nut
niet van in. Maar veel nadeliger noch werkt het
eindexamen na de aanneming van dit wetsvoo;stel
in op het onderwijs in het Nederlands.
Zoals bekend is streven daarbij velen
naar persoonlike uitingen van hun leerlin
gen. Vandaar, .bij die, niet het opgeven
van onderwerpen als de oorlog", de herfst'',
een schip op strand, een baken in zee", de
macht van het kleine" enz., om daar 'en essay
over te schrijven, zoals Hildebrandt over het
Water" schreef b.v. ; maar de vrije uiting van
het zelf-beleefde van de laagste klassen af. De
resultaten daarvan zijn ik kan het bewijzen
uitmuntend. Zulke jongens die 6 jaar lang al
hun pretjes en uitstapjes eerst, al hun weten
schap, leverservaringen, verliefdheden, herin
neringen daarna, op schrift hebben gesteld, ze
zullen in staat zijn dat later, naarmate hui
denken zich verbreedt en verdiept, voort te
zetten.
Zij zullen dat levendig en op hun eigen
wijze kunnen doen. Welnu, als zulke jongens
eindexamen doen, dan is er veel gelegen aan
de keuze van het onderwerp.
Gaf ik onderwerpen als de bovenstaande op.
ze zouden er even als ik zelf niet veel andeis
van te recht kunnen brengen dan wat frazes.
Ik ken 'en geval dat de gecommitteerde klaagde
over het weinig persooniike in de opstellen van
de jongens. De rector werd boos en gaf de gecom
mitteerde pen en papier en ruimschoots de tijd
om het beter te doen. Beiden hadden gelijk
maar de schuld lag aan het gebrek aan oefening
bij de leerling om tol persoonlike uitu gen te
komen; oefening, alle klassen door, niet zo
eens even tot afwisseling tussen
opgegevenonderwerps-opsteüen in 'en vrij-opstel, mai.r
het vrije opstel van de eerste klas af tot stelsel
verheven ! De schuld lag aan de onderwerpen !
Waar mij dus zoveel gelegen is aan het
onderwerp, dat de nodige elasticiteit moet heb
ben, wil er veel persoonliks in voorkomen, daar
kan ik er moeilik toe komen om drie stellen
van B onderwerpen op te geven. Lieve mensen,
men is al blij, als uien 'en paar rekbare heeft
en nu driemaal zoveel ! En dan noch : gesteld,
ik krijg door 'en toeval net het lijstje terug,
dat ik het liefst had : de kansen zijn twee tegen
n ik kan er van te voren toch maar niet
op rekenen. Moet ik nu een andere method ;
van opstelmaken invoeren 't Ja zeker, want in
deze toelichting staat Zij (de gecommitteerde!-;
zullen ui: het drietal opgaven eene keuze doen.
Kunnen zij zich echter met geene der opgaven
vereeniger, hetzij omdat de opgaven huns
inziens beneden het gewenschte peil blijven,
hetzij omdat zij om eenige andere reden minder
geschikt worden geoordeeld, dan zullen voor
een of meer vakken de opgaven door de ge
committeerden zelven mogen worden vastge
steld." Welnu, er zija gecommitteerden, die
zelf op de eerstgenoemde manier les gegeven
hebben en die kunnen die onderwerpen om
eenige ande|e reden" dus minder geschikt'1
vinden en mij een ander stelletje op m'n dak
sturen van bovengenoemde kracht.
Hier is b.v. 'en stelletje op 'en staatsexamen
opgegeven :
1. liet mensehelijke hart, wat hof vol
kron[kelingen,
Vol duistre riadslen,wat onmetelijk gebied.
Schaepiuan.
'2. Wat de nachtegaal zingt in het woud.
.'S. Mijn ki'ometerboekje.
4. Van huis! Een soldaat die ten krijge
trekt.
5. Talent rijpt in stilte, karakter in 't
gegewoel der wereld.
. )e pers. Ziet,
Hoe, wen het graf sinds lang zijn asch bevat.
Zijn woord vereeuwigd op het vliegend blad
Met honderd duizend tongen voort blijit
[Spreken.
Van Beers. (Spectator 21 X.v. lb!)G)
Ik haal dit maar aan als 'en staaltj : van wat
ons boven het hoof! kan hangen bij de toe
passing van deze wet.
En. gesteld ook al dat men ons niet ver
denkt ; dat er geen reden is orn
vf-rinderingtj, aan te brengen ; ook dan noch wet-t
ik haast geen raogeiikheid om d;ie lijstjes oj:
te n.aken van voor mij gelijkwaardige
ondcrv.*orpe <. die teveLs dezelfde geschiktheid hebbe::
voor mijn leerlingen.
Voor het vertalen uit Frans, Duits en Kngei;.
het maken van vraai-stuKken, Let
in-het-laiijiitemg vertalen van 'en thema kan men
gcmakkeliker drie gelijksoortige opgaven bij elkap.r
krijgen dan voor liet opstel op bovengenoemde
wijze opgr-vat.
Dus alLs lij c-lkaar genomen zon men ter.
minste 'en gedi elte van z'n tijd moeien ver .et:;
met bet drillen 0,1 mogelik op te geven
oi:devwcrjjeii ei- dat tegen heter weten is. Zon het
niet gndgeklaagil zijn r
ILeimce is, dur.kt me, dnidelik uiteen gezt t
waarom dezn nieuwe- regeling vo ;r leraren in
(ie geschiet.eins, maar vooral voor die in cic
N t'i! -rland:,e 'taal, die de vrije metbode hij hit
opr-tel maken zijn toegedaan, volstrekt
einaar.nemelik is.
Mc dunkt, voor velen, iinancied onafhanke
lijker., zou het 'en reden zijn om 'en goed
heenkomen te zoeken uit de sc';ool. waar d-j
vrijheid van onderwijs zo ernstig bedreigd wordr.
waar do verdachtmaking zo door deuren c;:
open vensters naar binnen sluipt en waar velea
liever noch veel meer vrijheid zouden willen
hebben er. veel minder examenatrichting.
Naschrift. Mogelik is de hoop de moeder
van mijn gedachte, maar ik verwacht stellig
intrekking van het bewuste wetsontwerp. Immers
in de ,V. I!. C. van vandaag (Vrijdag 19 April)
lees ik dat in Duitsland voortaan bij de eind
examens meer dan vroeger op de rapporten
v^n de leraren zal worden afgegaan, omdat die
leraren beter over de jongens konden oordelen
in de gewone omstandigheden vóór dat examen
dan de gscommitteerden over de abnormale
examinandi. Bij or.s onderwijs wor-Jt het
Leitmotiv meer en meer: Deutschland.
Deufcchland, iiber alles" en dus .... ik krijg
'en hoopvolle stemming.
Il a a r l e m. J. B. SCHEPERE.