Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1250
grillige geblinddoekte Fortuna. De houders
van Turksche Loten verkeeren sedert gisteren
niet meer in hevige spanning. Het nommer van
de 300 duizend francs is bekend. Wie heeft
No. 894794 ? Hy is de gelukkige. Francs 25
duizend is beschikbaar voor No. 1102810. De
bezitters van Madridsche Lot«n daarentegen
komen dagelijks in wat heviger spanning. De
uitloting nadert, de koers was heden 41 pCt.
Voor wie zal de grillige Vrouw ditmaal haar
liefsten glimlach overhebben ?
A 'd a m, \ g Juni
B u ss u m, J
gTIGTEK
Uit DflitscMand,
Deelden wij onlangs in dit blad een en
ander uit het land der «Dichter und Denker"
mede naar aanleiding van de »Preussenfeier",
thans mogen hier nog eenig» mededeelingen
een plaats vinden, ontleend aan hetzelfde tijd
schrift Dtr Tiirmer. Dit maandblad publiceert
nl. in zijn Mei-au een bloemlezing uit aller
lei Duitsche bladen en andere geschriftec,
waaruit wij het volgende aanhalen:
1. Uit de »Christliche Welt": »Unvergessen
ist uns, was wir in jenen Januartagen (d.w.z.
tydens die Pruisenfeesten) in einer
Tageszeitung nur zu wahr ber die Ursache der
Teilnamlosigkeit an Festen wie dem damals
begangenen gelesen haben, und was man auch
auf conservativer Siite beherzigen sollte, ehe
es zu spat ist. Was jene Teilnamlosigkeit
und, fügen wir hinzu, auch janen innern
Widerspruch bei solchen AüliUsen
hervorruft: 'es ist der Mangel au Aufrichtigkeit,
der dem Volke zugemutet icird. Es wird bei
uns von oben herab eine Art der
Gsschichtsdarstellung augeregt, die mit den Taatsachen
in einem schreienden Widerspruch steht und
deren Vorbilder mindestens zwei Jahrhunderte
zurückliegen. Es soll dem Volke eingeredet
werden, dass alles Gate, was seit Jahrhunderten
geschehen ist, ledigiich das Yerdienst von
Dynastien und einzelnen Harrschern sei. Die
Armee wird als unentbehrliches Instrument
vielleicht noch gelten gelassen, aber das Volk,
das Gut und Blut zu Markte britst,
verschwindet ganz aus der Geschichte, und selbst die
au erster stelle mitwirkenden Geister
erscheinen in der unttergeordneten Polle blossor
Handlanger. VOD der biKgerlichen Arbeit,
die so ("nendliches für die Grosse eines Lin
des thut, von den Fortschritten in Kultur,
Kunst und Wissenschaft, die besonders dem
letzen Jahrhundert Ausdruok und Gestalt
verlichen haben, ist kaum noch die Il^de.
Der Ilerrscher ist der Ilerkules, der alle
zwölf Arbeiten ganz allein leistet und der
sich noch darüber hinaus masslos verdient
macht. Eine solche durchaus undeutsche
Auffassung des historischen G^schehens auch
deshalb undeutsch, weil die in ihrem Kern e
unwahr und haltlos ist wird leider Gjttes
schon von vielen servilen Geistern gefTssentlich
und aus Liebedienerei vertreten, sie richtet
aber notwendig eine bedenkliche Sahranke
auf. Kritiklose Verherlichung auf der einen
Seite ruft natiirlich auch das andere Ex'rern
hervor, das man ebensoweiug zu billigen
braucht. Aufrichtigkeit und Wahrheit haben
allein auf die Dauer Bastand".
2. Uit een schoolboekje: »In dem Binhlein
«Kleines Realienbuch. Für einfache
Schuiverhöltnisse bearbeitet von iV. Puluok, kgl.
Schulrat und Kreis-Sehulinspektor, 100
Auflage, Gera 1896", heisst es Ssite 47 von
Friedrich Wilhelm II:
»Friedrich Wilhelm II war der Nsft'i des
grossen Friedrich. Sein Wahlspruch hiess :
.Aufrichtig und standhaft". Den Umfang des
Larides erweiterde er durch die 2. und Ij
Teilung Polens. Aber die Gröise des Lande*
macht nicht das Gliick des Volkes ons, Der
Hof liebte das Vergtaijen mehr als die Arbeit
und gab dem Volke kein gutes xfpiel''.
Man vergleiche damit was in der 124.
Aufldge, Gera 1901, Seite 4G ff. an die Stelle
dieser Ausführungen getreten ist:
sFriedrich Wilhelm II. war der Neffj der
grossen Friedrich. Es war eine schwere
Aufgabe, der Nachfolger eines so grossen Geistes
zu sein. S?in Wahlspruch hiess: ,AuiVichtig
und standhaft!" Tapfer seherzte
erimKugelregen: ,Das bat nichts zu bedeuten, wir
schiessen wieder !' Mild und gütig verbot er
die harte Bahandlung der Soldaten.
Wohlthii'ig half er den Armen. Das schone Branden
burger Thor am Eingange des Tiergartena Hess
er erbauen, die erste Chaussee zwischen Beriin
und Potsdam anlegen und das allgemeine
Landrecht herauageben. Dsn Umfang des
Landes erweiterte er durch die 2. und '?>.
Teilung Polens".
Der oben gesperrte Sitz ist aus der neuen
Auilige spurlos verschwunden".
Zóó wordt »van boven af' in Duitscbland
geschiedenis gefabriekt. Eik p'tje waarheid
dat niet welgevallig is aan de heerschemle
dynastie moet er zonder pardon uitgesneden
worden. Een soort gecastreerde geschiedenis
dus, in ui-iun Delphini ncc nou pvpuli Gcrni'tni'
Er komen nog meer interessante medo
eelingen in het Meinummer voor, o. a. uit de
Vonciirtu over het misbruik van ambtsmacht
door politieagenten, over de verregaande pru
derie in sexueele zaken on de daarmae samen
hangende »aioral insariity" en onnaUuiili;ke
verdorvenheden, over huwelijksa.dvertenties
enz., inaar we meenden voor ons duel met hel
bovenvermelde te kunnen volstaan.
E. B. K,
NIEUWE UITGAVEN,
By de firma Cohen Zonen te Amsterdam is
verschenen in Hollandsche bewerking van D. K.
ALFBBD DREYFUS, Vyjf j^ren van mijn leven
(cinq années de mavie) 1S94-1S99. Het boek
is voorzien van acht teekeningenen autografieën,
aan het boek zijn toegevoegd de bekende arti
kelen en brieven van Einile Zola over de
Dreyfus-zaak, welke in het oorspronkelijke
werk niet voorkomen.
Liesbet, historische roman tijdens de Spaansche
overheörsehing, door H. RIDEK HAGOARD. Twee
deelen. Uitgave van N. J. Boon te Amsterdam.
De oorspronkely ke roman stond in The Graphic
De verpleging van het zieke kind in eigen
woning. Naar het Engelsen van dr. J. D. E.
MORTIMEB, bewerkt door C. v. R , met een
aanbevelend woord van dr. J. GHAANBOOM.
Amsterdam, C A. J. van Dishoeck.
»Het vraagstuk van het kosteloos lager onder
wijs." Verslag uitgebracht aan de »Vereeniging
vo.or Volksonderwijs" 1901. Amsterdam, L J.
Vermeer.
» Lux". Geïllustreerd tijdschrift voor fotografie.
AH. 11. Amsterdam, J. R. A. Sshouten.
De ontwikkeling van den aanleg der water
leidingen in Nederland, door H. P. N.
HALBERÏSMA. Met 4 platen. Overgedrukt uit De
Opmerker van 20 April en 4 Mei 1901.
Moet Nederland geregeerd worden door den
Paus en door de Jezuïeten ? Een ernstig woord
over Ultramontaansche candidaten gericht tot
de anti-revolutionaire kiezers. 9j Duizendtal.
Rotterdam, C. Gillijns
Ome Eeuw. maandschrift voor staatkunde,
letteren, wetenschap en kunst, la jaargang, 2a
aflevering. Haarlem, De Erven F. Bohn.
Teeltenen des tijds, afl. 3.1901. Leeuwarden,
Meijer & Schaafsma.
Inwijding, Huags leven, door MARCKLLUS
EMASIS. 2 deelen. 's Gra?enhage, Haagsche
Boekh. en Uitgevers-Maatschappij.
De weelden den harten, door Eo. VEHBUKC.H.
Amsterdam, Tierie & Kruijt.
S
JLS
van de landen tussclien Maas
en Y, door W. II. HOKKWATEK, in 4 bladen
los met 2 toelichtingen. Amsterdam, C. A. J.
van Dishoeck.
Geïlltiitreerd Weekblad voor 'utogra/ie No 22.
Apeldoorn, Ijaurens Ilansma.
Inhoud van Tydschriften.
Tijdschrift voor toegepaste Scheikunde en
llygüne. No. 9: Een en ander over de nieuwe
Belgische boterwet, door dr. L Th. H jicher.
De doode Z?e, door B. A. van Ketel. Ver
ontreiniging van openbare wateren, door J. van
der Breggen, civind-ingenieur. Erfmann's
Ketelwater-Controleur, door J.
Eigen ILinrJ,. No. 23: Nijl, door Jeanne
C. van Lsïjden. Middeleeuwsch
B3eldsnijwerk, door T. van DJk. met af beeldingen naar
teekeningen van deri schrijver. Haar Rijwiel,
door Aruo. Da uitbarsting van. den Keloet,
door V., met afbeeldingen naar pboto's, ge
nomen na de uitbarsting van 1875 Voor
onze Amateur-fotografen, door dr. J. E
Rombouts, met afbeelding naar eene opname van
den A mat.-fotograaf H. Hioolen te Rjtterdam
De reis om de wereld in 1901 Verscheiden
heid. Feuilleton.
Cursus?prof. Enrico Ferri.
Tot de deelnemers aan het in September
te Amsterdam te houden
crimineel-antbropologisch congres behoort ook de beroemde
criminalist Enrico Ferri. Deze stelt zich voor
van ongeveer IS September?18 Ostober een
cursus van 8 lessen te geven (d. i. dus i' maa)
's weeks) over «Sociologie Criminelle''. liet is
bijna overbodig, eon ieder die in dit onder
werp belang stelt, aan te raden van deze zoo
zeldzame gelegenheid, eon der grondleggers
van de moderne strafrechtwetenschap te
hooreii, gebruik te maker,. De collegegelden be
dragen voor de S lessen / <;. Nauwkeurige
tijd- en plaatsopgave zal nader worden bekend
gemaakt. Alleen l)ij voldoende deelneming aan»
de cursus door, (opgave vóór 17 Juni bij
W. A. Bonger, Weteringschans 8!').
De laatste ftwaaslieiil.
Naar HEKMAXN SIÜOEMAN
l'o;7i'i tes cinij KOKS.'
Hij deed of flij 1111 pas hat
twint;gpenningstuk za,;, dit naast zija bord lag; to;;n scïioot
hij de munt in zija vestzak, stond met stijve
beenen op en antwoordde:
Slaap lekker, Katuerine.
Dit was zijn afscheidsgroet, sinds vijtticn
jaren; zijn vrouw murmelde een paar woorden
d e in 't gerammel niet do borden verloren
gingen. Toen de o» Ie de deur uit schoot, dt
lakensche ]iet op n oor, 't korte piipjo nog
koud in dun mond lo^k, riep madame Katherino
toch nog: En dat js mij geen glaasje neemt,
la aiteittls!
't Was de !aat--re vermaning, 'iio hij dage
lijks meekreeg naar bot café, e:i dien hij maar
over zijn kant liet gaan, a's de snordersknol
tien gfli'iiikelüken KWH jisl.ig.
Jn^tt'iii'i'iit l (',<tott/«c <i!ii inc ]'<:nte, l>'onul':
bij in tien b.iard. Maar n ij wi.it wel, dat dit
enkel voor zijn figeri ooran bostennl was en
staiite do .sïncptruden af. Over <ie ntraaf
blaakte d.; niuMa,r-;o:i, die inoi.-ito had, !u-sc!i-;ri
de smalle, lioogo lini/en do >r tle k'.'i.i;i te
!>;?reiken, (jecn m^nsch te zien. een gebakken
aanlsiipnlcnyeiir ir> ilf lucht.
l'> mi'iiir, mr. Grosjea", nn;T stcods liit:n
/torlinit? werd er van int den barbiers vinkcl
iiaar buiten gtsro 'pen.
Gr,;>j«an Idoef .-faan, keek k;u'poo.;end in 'c
halfdonker r,-;^ binnen en a twoo.d.lo:
l,'a i-tt i>nn mul, alleen d-; rheunr-.tiok,
dat" weet j ? !
De barbii-r wai op den drempel gekomen,
met d'i pruik in do irnd. wiaraar: hij be/i..- was.
Ja, ja, mr. (irosj'ian, die rh- iiina\iek !
maar dat daargelaten, sta j°; rog li'c; op de,
beenen. En COM gezicht, eon sr.irt. n-aiinent
on vons dvnnertiit ci.minnnte «HS. Je lient nog
ten echte oude Kizasser.
Grosjean zette een bor^t. lneht-.i sedeid, iikte
eens tegeüdo pat, dat ilii; r,on u Magend-v
ging Kitten en .-.tak de reciiterhand (u^,ca':n
gordel en overhemrl.
Vijtri;^, bu'inivin 'i '/'rw-, (iri zijn 't, en de
laatste vijl i''ii zolder wat uit fo voeren.
Uli om, je hebt j: rente in den zak.
Met b;iinKfhrapp?n gaat 't zoo gauw niet ais
met bakken.
Nu lachten beiden. Daar )1 ip!e ile hi;',M]'iir
aan do over.-ij ; een jong mei j-: lip.ie! Ie over
de straaf. blond en irisch. tn-'t ren s'i.t'/eregen
midileitje en een molière schociifie strak orri
den kleinen voet.
Gro-j'?an ha-1 tien vrooüjken groet van bet
kippetje bea itwo >rrt en tuurde het na.
Wip, weg was het!
-- Fen net dingetje en gesoigneord, zei de
barbier.
Et jol ie ci'oi/iier, vulde Grosjean aan.
Hij was rood in 't gezicht geworden, de
plooitjes aan de ooghoeken werden dieper. Hij
trok aan de koude py'p of 't heel lekker was
en snel gleden de spitse vingers langs den
grijsblonden knevel.
De haarsnijder grinnikte : Hi, hi, buurman,
daarvan krijg je het water om de tanden, hè?
Et madame Cathérine, wat zegt die ervan ?
G;osjean's hand gleed af, hij gluurde over
den schouder naar zijn hnisje, dat net zoo
smal en hoog opgeschoten als de andere met
twee vensters op ds straat uitkeek, en met een
korten groet ging hij door.
Vroolijk riep de haarsnijder hem een groet
na. Wat maakte hij hooge stappen, die oude
haan ! Een haan, die den kop dook, als zijn
huisvrouw even scrjeel keek. Zij had hem goed
aan de lijn en mat hem van jaar tot jaar eiken
stuiver toe, dien zij penning na penning achter
haar toonbank in ontvangst genomen had, ter
wijl hij in de bakkerij het deeg gooide en
kneedde of moede, afgejakkerd een doffen sla vp
genoot'
Dat was zoo gegaan, tot hij op zijn vijftigste
jaar, een schaduw van een beroerte kreeg. Toen
telden zij eens over wat ze opgespaard hadden,
en toen ze bevonden, dat ze een 2100 francs
vaste rente konden maken, klopten ze elkaar
het meel uit de kleeren en deden de zaken
aan kant. Kinderen hadden ze niet.
Katheline vond dat naar genoeg, maar enfin, men
kon ze niet bakken zooals Paaschbiood, Een
enkelen keer, in vroeger jaren had ze haar
man wel eens toegeduwd: Jou schuld is 't.
Ta as gaspilléta jeiinesse, te Straatsburg en
Parys, mauvais sujet!
Dan sloop hj op z j, maar zijn oog glinsterde
vergenoegd en vloog over het verbleekte por
tretje, dat boven rte sofa h'ng en hem voor
stelde in de uniform van 't 2j Fransche
sappeursregiment. 't Was nu niet veel meer dan
een vorrnlooze nevelvlek, een stukje verleden,
in damp opgegaan. Er naast prijkte de beel
tenis van een neef in de uniform van 't 12e
Bidensche regiment infanterie, fonkelnieuw, met
rooden kraag, roode wangen en dito opslagen.
Dat was het heden.
Grosjean was de klimmende straat van het
heuvelstatlje ten einde en haalde eens diep
adem, eer hij de trapstoep van het CaféDitsch
bekljm. De spitse tong van dien baardschrap
per had hem gestoken en in slecht huaeur
stapte hij over den uitgesleten drempel. Juist
nu zou een glaasje kirsch hem zoo goed hebben
gedaan, maar neen ??aan zulke
gebeurlijkheden dacht zijn Katherine nooit, 't Was van
daag geen Zondag dus kon hij ook geen
aanspraak maken op een kirsch.
Brommend ging hij zitten bij zijne vrienden.
De kellnerin goot hem een glas vol zwarte
koffie; boos roerde hij het lepeltje rocd in 't
zwarte vocht.
Uu petit verre, monsieur Grosjean?
vroeg zij.
Neen, maar een paar lucifers! antwoordde
hij humeurig.
Toen de pijp gloeide, werd het beter. Wan
trouwend keek bij van den een i,aar den ander;
doch d? taf'elvrienden zetten allen een ernstig
geziciit; de een tuurde voor zich uit, de andere
las de Temps", de derde zat, met de handen
op d i rlijen, kalm te digereeren. Aan een ander
tafeltje klikklakten de dominosteenen; voor de
rest was de zaal leeg, het biljart stond ver
wees], er. achtei bet uuffjt zat madaaie Ditsch
ineengedoken te dutten. Door da open vensters
kwam de zonnewarmte van den Meidag binnen
en het murmelen van bet loop nd water der
welpomp. Anders geen geluid of beweging.
Grosjean volgde de keiinerin met de oug>ji.
Zacht, op de teenei, loopend, was ze naar .'t
tafe.ije gegaan, waar haar naaiwerk lag. Nu
zat ze ijverig te piekeren.
Zij was niet j «ig ni^er, mag;r en verlept ;
maar dank zij die magerheid en een weligen
haardos, verlokkend hst voorhoofd omgiil/end,
had zij een schijn vau jeugd behouden. Ze was
een poos te Parijs geweest en een psar jiar
in 't ('t/V dn- (.'ummerce te Belfort.
Baas (irosjean volgde het spel harer vingers
en zuchtte eens.
Toevallig keok het maisje op, knikte hem
toe en l .elite. Nu kreeg hij het warrn en niet
eens een glaa-j; ! 't Was om te stikken. Maar
Kalherine was in staat hem mat de braa ipan
vol vet om tle ooren te slaan, als bij kromme
sprongen maakte. Was t niet genoeg, dat
ne lieroertelj j r Dd:ik je, dat zoo'n acertix
scinent voor niemendal is 't De dokter heelt
't streng verordonneerd: wijn rnet water bij
't iiiiduag'^ten, maar niets van glaasjes tt aurtotit
pas de /vlttf!" Z-io zanikte madame hem elke
drie dagen aan zija oor, en hij gehoorzaamde.
liij gehoorzaam ie met zekeren trots: men
at'ht'.e hem du- nog tot dwaa-ihsden" in staat.
ond-iappeur, /icus.'
En plotseling knipoogde hij vroolijk naar de
keiinerin.
Grf'sjoan, wat doe j,i daar, oude z mdaai'?
zoo wekiu hem plotseling de stem van zijn
bu liman.
JJij schrikte o», icbok-ichoml ril; en dook zijn
neiin in 'r glas. lie umie beercn zeurd -n hun
diiJelijk^.ch g';spre.k ai : over het weer, hui.r.e
kwa'en, ue hta'ste raadszitting en don drei
gen.:ni va! van bet ministerie lu Parijs
liro'-j'ïaa v,as echter vandaag zeer verstrooid.
Ai.-> du K!'li,.eri:i ijorbij hem streek, gingen
zijne mjus.'ïeugels o,) en neer, en aU een golf
XHCiite ienteliicht bet versier binnen kwam,
Ir.aMe hij diep alom. (.'p eenmaal groep ucm
ei1!', wille sec-t van verzet.
r, u/t1, iiii. /,:ir,-i:'i, iiour /"i/r .' riep hij met
kracht van stem.
l'.mf /i'iir In ri'ii.i' ilirc : pour
coiumtnit."'r ' plaagde hem er een.
l'och il' spot raakte hem niet. Ilij gout de
kirsch rm:f n slok naar (ii::nn:i. Heet braüdde
(ie drank in kael en maag, en toen <1« buur-man
lu-in weer plaagde, b\s!elle hij uitdaoend e.-n
twei.-de :.;!iia j:', leegde IK! in 't res'je v.in x.ij'i
kolii; '.'n d oi k het men:.e-;i met iiu.ig j:e mt.
- - J iliiniini, ( ',;:lt: ! ik heb geen gelii bij
mij! sprak pij, t.':er: /e hut caléverliet in, en
drulvie meteen iio? ineisje (;li; twintig penning
m de band. -?- I'at is v.;:;r j m ! bromrlc iuj
en bli "s even ever ha i.r u-kroesd voorhoi'i'ilshaar.
Op den ilremiiel bleet liii staan. Ilii was y.oo
vreemd eslcnul, jtrij'ilusrig en toch '.veel.:.
Werkiui^elijk slo t hij xi/'ii hi; do oii.'je herrf-ri
asm. en het viertaïtrippfldn en strompelde de
straat uit, r'e markt o-'er en d-? lirdenlrian iü,
die 't stadj'! in een halve;: cirkel omgai. Dat
wa.-; bun flagelijksche wa;'üe!ing. j)e weg lag
hnog. tegen den henvelka.'it, en ze zagen no<-r
cp ee-, wr.k van kleine huisj :s, waar ile
fabri-rksarl't-i.lors woonden.
Verderop rookte <!e schoorsteen der spinnerij,
en daarachter bruiste het water der rivier ;
dan volgde, aan de overzij, golvend akkerland
met het staalblauw-glinsterend wïnte graan,
hè»/els met kale wijngaarden bezet en
doordonkere dennen bekroond, ver aan den
gezichteinder in wazig blauw een booge berg, wien
de laatste sneeuw een wit mutsje had opjezet.
Hé, Grosjean, blijf toch in de pas ! Je
verraadt je op tien msters afstand al aan j9
Katherine.
Oh, vous membèez! .... zoo te hom
pelen als invalieden. Ii£ wandel eens den
Kloosterberg op. ... En weg was hij.
Hij ging met een stijgen, doch vasten tred.
Spoedig lag het stadje achter hem. Hij sloeg
den landweg in, die snel rees tot den heuvel
top, waar het weeshuis lag.
Twee glaasjes maar, en 't was, of hij een
roes had. Het bloed klopte in de slapen, en
soms was het, of er in zijn borst geen rnimte
meer was voor het onrustig slaande hart. Toen
hij 'r, weeshuis in 't oog kreeg, viel hem in,
dat hij twintig jaar lang brood gebakken had
voor de weeskinderen. En dan mompelde hij
plotseling : jjlie a crooner'' en wist niet, hoe
dat rijmde.
Hij en dwaasheden ! Bah, die goecle Kathe
rine! Zij werd oul; wat is een vrouw van 50
jaar! Maar hij? Had de coiffeur hem niet pas
op 50 geschat ? Hij behoorde nog tot 't groene
hout; twee glaasjes zouden hem niet van de
beer, brengen Eau sappeur, q<ie diuble !
Nu hai by 't consigne verbroken, twee
kirsch in het deeg gedaan, en hij was ze bui
tendien met de koffie sckullig gebleven.
Hij moest er om lachen, luid, zóó dat hij er
van hoestte. Waar hsd bij ineens den moed
vandaan gehaald voor zulke dwaasheleu ? Een
mooi meisj->, dat hem was voorbij getrippeld,
een los woordje, dan baardschrapper ontvallen,
en een beetje lentelucht dat was alles ge
weest, genoeg om het deeg te doen gisten.
Et dans ses cheveux /lottait Ie ruban
rouge! zong hij rnet een sonore stem in de
meilucht, denkende aan 't roode haarlint van
het buurmeisje.
De rentmeester, die juist uit de wijngaarden
kwam, noodigde hem, een glaasje mee ie drin
ken. Een oogenblik wankelde hij toen ging
hij mee in diens huis.
Ze zaten in een luchtige kamer en dronken ;
hij verleide allerlei grappsn en prees zrn huis
vrouwOud wordt ze, maar ze is een goede
ménagtre. Ik ben nog solide; ik hou 't wel
uit tot de volgende eeuw. XatnrMew.nf-piis
des folies ! en. daarbij lachte hij vergenoegd en
leegde zijn glas.
't Liep tegen den avond, toen bij opbrak.
De zon lag op den heuvel; de lucht viamde
in rood goud. Een ver gerommel ging door
de stilie. Gros-j ;an dacht eersi, dat ze in
Belfort met \ groote vestinggeschut bezig
waren; hij lachte echter om zijn veronderstel
ling, nu hij in de verte boven de steengroeven
een wit wolkje zag optiekken. Hij hompelde
wakker den heuvel af. De gedachten joegen
door zijl brein: bij liep als over een tapijt,
ofschoon het kiezel van den wej onder zijne
zolen knarpte. Hopla, daar struikelde hij;
haast was hij gevallen.
Bruin kevervolkje zoemde voorbij en toen
kl nik hem eei. liedje tegemoet. Op een geveld jn
boom tcrzij van duii weg zaten een paar mcisj 'S.
Onzeker draalde zijn b.ik langs baar; wat
drommel! hij kon geen der j .m ge gezichten
goed onderscheiden. Zij hielden op met zingen
en riepen goeden avond.
Daar kreeg hij een grappigen inval. Hij
bleet' staar, frommelde wat aan zijn buis en
vhchte eindelijk de pijp op uit zijn bors'zak.
Wel, jutf rjes, heb jelui een van alle.i
e^n lucilerf je voor mij 'l
Luid gelach ging op. Ilij trad dicht
op het groepje toe, streek, eens langs snor en
baard en vervolgde: Ais jelui met je vurig:
oogen in deii pjpekop kijkt, gaat-ie van zelf'
aan.
Zij lachten weer, dodi anders dan zooeven,
giebelend, en ze fluisterden met elkaar. Daar
herkende Grosjean in een van de ineisj :s een
bloedverwante, ee.n aehtercicht, tamrlyk ver.
Ei, ben jij 't, Puinele 'i riep hij. Krijgt
je oom geen zoentj >.
Een j oos hield 't jonge ding zich terug,
toen bood ze hem de fr.ssche wangen. Ilij
kuste haar, eerst icchts, daarna links.
ISu ging bij verder. Acbter hem lachten
en rumoerden de meisjes. Hij echter was stil
gewor.len, haast droet gestemd Sapristi ! een
kus op don/jiie wangen, en dan treurig !
Ilij smachtte i aar gezelschap, en nauw had
bij 't stadje bereikt, uit we ks schoor-iteenen
witte rook steeg in de avondlucht, of hi.i wendde
zijne schreden naar den Uoodou O,'. Hij
had geen sou in den zak tuut tnttit >', dan
behoefde iuj ook niet te betalen. Ku hij
voelde zich bebagelijk, toen tl« enkele gasten
hem groetten en de waard zelf den zel.lzamen
bezoeker kwam bedienen.
Ga zitten, en laten we een liter van je
besten drinken, /.-i Grosjean. Die beste was
werkelijk heel goetl, maar koppig. Onder den
tweeden liter kwam hepple bij hem, c,e man,
die Grosj->an's bakkerij nad overgenomen. De
oii'le noodigde hem tot mee Irinken l*e hakker
klaagde over slechte tijden; (irosj'an troostte
hem en klopte hern eens op den schouder.
Ja, ji, mr. Grosjean, we komen ni 't rond.
Vier kinderen en ee.-i onderweg die moeten
allen mee eten uit de mee'kis'. De rente voor
Mei heb ik nog ni t bij elkaar.
;\u werd Gio-.j^au's hart geroerd.
't'iic:, daar be:i ie. goed voo.% ze-., hij en
schonk met be.cnde hand het glas var. den
ander vol.
't \V«s iaat. (oen de, bakkt-r tien oude thuis
bracht. Katharine xei geen s'.om w^urd, toen
haar man zwaaiende zijn stoei vond.
('.?usj>'an kon ni-t e en: hij speeb'e maar
wat met da vork op 't b.ird en stoof minach
tend den tafelwij". op zij.
Il'.ial m.) ee:\ iVxi.'r'/u »n':0)i uit den
keider, sprak hij met zware tong.
- \iiit.
-?Ivitli'jrifie. vleide hij.
dosepb, ga raar bed !
Zij wai h!ei-l<; drukte 'ie lippen Oj) elkaar,
en 't tateljjercedschap rammel ie o;,der haró
banden.
Hij stond gehoorzaam op. Doch op (\-:n
drempel dor slaapkamer kk-nrle hij zici vast
aan den deurpost en zei:
Aan .Cécile hen ik d" koffie en twee
kirsch schuldig, 't Is goed als je 't weet. Kn
K-j; ,'iini i. ancs klau' \v:>r v :pple ; hij komt ze
morgen halen. H:i za! i-i een ifiüiaiic,- geven;
, >-?//;?'.
De vrouw stond een ongenbük star.
To?n hief' zij de armen omhoog en riep :
Maar je l)°nt gek. .:?? bent /bit .'
J''on '. Ilij knikte hair toe niet een
tced-.r lachje. AUm^l maak je niet büoa, Ka
therine ; ce Her a HIK <!erniirc /olie.
En eer ze 't wist, was hij bij haar er. drukte
zijn ruwen mond op haar wang. Toen zei hij
niets meer. Hij liet zich te bed helpen, en
ze dekte hem zacht toe.
I.; don nacht wenl Katheriüe wakker door
een akelig geluid. Het kwam van het kussen
naast haar: Groi-jean rochelde.
Des morgens was hij dood. Hij had zijn
laatste dwaasheid contant betaald.
En in het stadje noemden ze het een schoenen
dood.
«UIMIIIlllHIIIIIIIHIIImimillllllllllllHIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIllMIMIIIIIIII»
MHiniiiifiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiitt
conlra geioeilsnieiisclien.
Aan den lieer J. E. van der Pek.
Met bevreemding heb ik uit het nummer
van dit weekblad van 19 Mei j 1. kennisgeno
men van de tegenstelling die ue heer v. d. P.
meent te mogen constateeren by de studeeren
den aan de Polytechnische School, Eerst thans
kom ik tegeu Qe daarin omschreven voorstel
lingen op, omdat ik in het vorige nummer
van andere dan mijne zijde tegenspraak had
verwacht ; deze bleet' echter uit.
De studeerendei voor bouwkundig ingenieur.
ondervonden van de rest en overgioate meer
derheid der studenten hinder in hunne ont
wikkeling ; en wel, omdat zij, de
gemoedsmenacheu, verdrukt werden door die meerder
heid van wiskunde-koppen, wier levensfeer
zoo ver lang buiten de hunne en die daar
enboven nog neerzagen op alles wat geen
integraalkop had. Aldus stelde de heer v. d. P.
de zaak voor.
Doch ik moet beginnen op te merken dat
ik nimmer nog iets dergelyks hoorde, ook niet
van bouwkundig-studenten ; zoowaar bijna het
tegendeel ze /en jaar lang (als student en.
gediplomeerde) met eigen oogen zag.
Er is geea scheiding, het bastaan van groot
verschil in studie werkt op geen der deelen
belemmerend. Zeer te verdedigen echter zou
zyn dat die hetrogene combinatie waakt tegen
eenzijdigheid, de waarde der studie opstuwt.
In hiermee beweerd dat hervorming der
bouwkundige studie minder door mij zou wor
den begeerd ? Mijn meening dat de mathema
tische eisenen die tot heden aan de a. s.
Delftsche bouwkundigen werden gesteld, on
mogelijk overdreven en beslist overtollig waren.
staat geheel en al buiten deze kwestie.
Maar men zou kunnen denken dat in dit
weekblad thans van twee bevoegde zijden een
tegenstrijdige meening was geuit en de waarheid
naar oud gebruik wel in 't midden zal liggen.
Hierom zij verwezen naar een enkel feit.
Voor den neer Van der Pek, doch voor
niemand anders die iets met de P. S. uitstaande
had, is het verborgen gebleven, dat men zich
daar wel in de laatste plaats geroepen voelt
de witkunst voort te kweeken, doch in de
allereerste plaats poogt zich rekenschap te
geven van het wezen der eigen individualiteit
en deszeits groei, en dat me;i poogt tot klaar
heid te komen over het standpunt dat de
ingenieur- niensch heeft in te neuien later, in
de maatschappij. Korter gezegd : er is een
literair en sociaal streven, zien onbetwistbaar
uitend, vroeger in tydscüriften. thans in het
Studenten Weekblad, en zoo beslist dat het
thans reeds wist binnen te dringen in de
verborgenhedan van hst Binnenhof
De beroemde vereeiuging «Snellius", het
asyl voor wiskunde-koppen, is tallooze malen
opgericht zonder een maand te kunnen bloeien.
Echter wil ik, zoo de heer v. d P. dit mocht
wenschen, bewijzen hoe vaak zijn,
gemoedsmenschen steun en gemoedsleven mochten
erlangen van de dorre, koude en exacte inge
nieurs. Ik vurtrouw ecuter dat hij van het
al te oppervlakkige en onwerkelijke zijner
voorstellingen wel zal worden bekaerd.
Til. v A.< u EU WAEHI>L;S.
Het vertrouwen dat de heer Van der Waerden
stelt in de kracht van zijn onnoozel betoog is
geheel misplaatst. Allerminst ben ik bekeerd
van »het oppervlakkige en onwerkelijke mijner
voorstellingen''.
Eigenlijk zou hst onnoodig zijn op dit
tegengeschrijt verder in te gaan ware het niet dat
mij in het vooruitzicht gesteld werd : het
bewijs dat gemoedsrnenschen »:;teun en ge
moedsleven mochten erlangen van de dorre.
koude en exacte ingenieurs".
Naar dit licivij* (geen leuterpraatje) zie ik
verlangend uit,
In het nummer van l'J Mei, de jonge kun
stenaars stellende tegenover de ingenieurs.
schrejt i!i : »Jat het gemoed der aanstaande
kunstenaars pijnlijk getroif'jn wordt, doordat
het in bo.bing komt met den meestal
aanmatiger.den geest die uitgaat van hen die, met
hun toekomstig ambtenaarstemperament, de
studie der ex icte wetenschappen voor alles
op den voorgrond stellen".
Van die aanmatiging vind ik in dit
twistgeschriftje een paar kostelijke voorbeelden die
mijn betoog op leuke wijze toelichten.
De heer Van der Waerden, civiel-ingenieur
j uit Delft, thans leeraar aan 'n Hoogere
Hur] gerschooi, zegt dat hij, tij lens zijn studententijd
i en later als gediplomeerde, nimmer iets der
gelijks hoorde a!s waarvan ik sprak, alsof' het
fait dat liij er mets eau hoorde, als argument
tegen mijn betoog mag worden aangevoerd.
En dun beweert n;j ook nog «bevoegd" te
zijn om te spreken over da studie aan de P. S.
voor bouwkunsteriaars', welke bevoegdheid van
dien Bargerschooileeraar ik ten eenenmale
ontken.
l'hhtor zie ik dat bewijs, waarvan hierboven
gesproken wordt, met bizondere belangstelling
tegemoet. De kans bestaat dat de heer Van
der Waerden er mij kostelijke troeven mede
; in de hand speelt, en die kans mag mij niet
j ontgaan.
i Hillegom, :!1 MeililOl. J. E. v. n. PJ:K.
CORRESPONDENTIE.
Jllurinestri/, ingezonden door Z., kan opge
nomen worden, wanneer de schrijver zijn naam
aan de liedactie mededeelt.