De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 9 juni pagina 8

9 juni 1901 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1250 grillige geblinddoekte Fortuna. De houders van Turksche Loten verkeeren sedert gisteren niet meer in hevige spanning. Het nommer van de 300 duizend francs is bekend. Wie heeft No. 894794 ? Hy is de gelukkige. Francs 25 duizend is beschikbaar voor No. 1102810. De bezitters van Madridsche Lot«n daarentegen komen dagelijks in wat heviger spanning. De uitloting nadert, de koers was heden 41 pCt. Voor wie zal de grillige Vrouw ditmaal haar liefsten glimlach overhebben ? A 'd a m, \ g Juni B u ss u m, J gTIGTEK Uit DflitscMand, Deelden wij onlangs in dit blad een en ander uit het land der «Dichter und Denker" mede naar aanleiding van de »Preussenfeier", thans mogen hier nog eenig» mededeelingen een plaats vinden, ontleend aan hetzelfde tijd schrift Dtr Tiirmer. Dit maandblad publiceert nl. in zijn Mei-au een bloemlezing uit aller lei Duitsche bladen en andere geschriftec, waaruit wij het volgende aanhalen: 1. Uit de »Christliche Welt": »Unvergessen ist uns, was wir in jenen Januartagen (d.w.z. tydens die Pruisenfeesten) in einer Tageszeitung nur zu wahr ber die Ursache der Teilnamlosigkeit an Festen wie dem damals begangenen gelesen haben, und was man auch auf conservativer Siite beherzigen sollte, ehe es zu spat ist. Was jene Teilnamlosigkeit und, fügen wir hinzu, auch janen innern Widerspruch bei solchen AüliUsen hervorruft: 'es ist der Mangel au Aufrichtigkeit, der dem Volke zugemutet icird. Es wird bei uns von oben herab eine Art der Gsschichtsdarstellung augeregt, die mit den Taatsachen in einem schreienden Widerspruch steht und deren Vorbilder mindestens zwei Jahrhunderte zurückliegen. Es soll dem Volke eingeredet werden, dass alles Gate, was seit Jahrhunderten geschehen ist, ledigiich das Yerdienst von Dynastien und einzelnen Harrschern sei. Die Armee wird als unentbehrliches Instrument vielleicht noch gelten gelassen, aber das Volk, das Gut und Blut zu Markte britst, verschwindet ganz aus der Geschichte, und selbst die au erster stelle mitwirkenden Geister erscheinen in der unttergeordneten Polle blossor Handlanger. VOD der biKgerlichen Arbeit, die so ("nendliches für die Grosse eines Lin des thut, von den Fortschritten in Kultur, Kunst und Wissenschaft, die besonders dem letzen Jahrhundert Ausdruok und Gestalt verlichen haben, ist kaum noch die Il^de. Der Ilerrscher ist der Ilerkules, der alle zwölf Arbeiten ganz allein leistet und der sich noch darüber hinaus masslos verdient macht. Eine solche durchaus undeutsche Auffassung des historischen G^schehens auch deshalb undeutsch, weil die in ihrem Kern e unwahr und haltlos ist wird leider Gjttes schon von vielen servilen Geistern gefTssentlich und aus Liebedienerei vertreten, sie richtet aber notwendig eine bedenkliche Sahranke auf. Kritiklose Verherlichung auf der einen Seite ruft natiirlich auch das andere Ex'rern hervor, das man ebensoweiug zu billigen braucht. Aufrichtigkeit und Wahrheit haben allein auf die Dauer Bastand". 2. Uit een schoolboekje: »In dem Binhlein «Kleines Realienbuch. Für einfache Schuiverhöltnisse bearbeitet von iV. Puluok, kgl. Schulrat und Kreis-Sehulinspektor, 100 Auflage, Gera 1896", heisst es Ssite 47 von Friedrich Wilhelm II: »Friedrich Wilhelm II war der Nsft'i des grossen Friedrich. Sein Wahlspruch hiess : .Aufrichtig und standhaft". Den Umfang des Larides erweiterde er durch die 2. und Ij Teilung Polens. Aber die Gröise des Lande* macht nicht das Gliick des Volkes ons, Der Hof liebte das Vergtaijen mehr als die Arbeit und gab dem Volke kein gutes xfpiel''. Man vergleiche damit was in der 124. Aufldge, Gera 1901, Seite 4G ff. an die Stelle dieser Ausführungen getreten ist: sFriedrich Wilhelm II. war der Neffj der grossen Friedrich. Es war eine schwere Aufgabe, der Nachfolger eines so grossen Geistes zu sein. S?in Wahlspruch hiess: ,AuiVichtig und standhaft!" Tapfer seherzte erimKugelregen: ,Das bat nichts zu bedeuten, wir schiessen wieder !' Mild und gütig verbot er die harte Bahandlung der Soldaten. Wohlthii'ig half er den Armen. Das schone Branden burger Thor am Eingange des Tiergartena Hess er erbauen, die erste Chaussee zwischen Beriin und Potsdam anlegen und das allgemeine Landrecht herauageben. Dsn Umfang des Landes erweiterte er durch die 2. und '?>. Teilung Polens". Der oben gesperrte Sitz ist aus der neuen Auilige spurlos verschwunden". Zóó wordt »van boven af' in Duitscbland geschiedenis gefabriekt. Eik p'tje waarheid dat niet welgevallig is aan de heerschemle dynastie moet er zonder pardon uitgesneden worden. Een soort gecastreerde geschiedenis dus, in ui-iun Delphini ncc nou pvpuli Gcrni'tni' Er komen nog meer interessante medo eelingen in het Meinummer voor, o. a. uit de Vonciirtu over het misbruik van ambtsmacht door politieagenten, over de verregaande pru derie in sexueele zaken on de daarmae samen hangende »aioral insariity" en onnaUuiili;ke verdorvenheden, over huwelijksa.dvertenties enz., inaar we meenden voor ons duel met hel bovenvermelde te kunnen volstaan. E. B. K, NIEUWE UITGAVEN, By de firma Cohen Zonen te Amsterdam is verschenen in Hollandsche bewerking van D. K. ALFBBD DREYFUS, Vyjf j^ren van mijn leven (cinq années de mavie) 1S94-1S99. Het boek is voorzien van acht teekeningenen autografieën, aan het boek zijn toegevoegd de bekende arti kelen en brieven van Einile Zola over de Dreyfus-zaak, welke in het oorspronkelijke werk niet voorkomen. Liesbet, historische roman tijdens de Spaansche overheörsehing, door H. RIDEK HAGOARD. Twee deelen. Uitgave van N. J. Boon te Amsterdam. De oorspronkely ke roman stond in The Graphic De verpleging van het zieke kind in eigen woning. Naar het Engelsen van dr. J. D. E. MORTIMEB, bewerkt door C. v. R , met een aanbevelend woord van dr. J. GHAANBOOM. Amsterdam, C A. J. van Dishoeck. »Het vraagstuk van het kosteloos lager onder wijs." Verslag uitgebracht aan de »Vereeniging vo.or Volksonderwijs" 1901. Amsterdam, L J. Vermeer. » Lux". Geïllustreerd tijdschrift voor fotografie. AH. 11. Amsterdam, J. R. A. Sshouten. De ontwikkeling van den aanleg der water leidingen in Nederland, door H. P. N. HALBERÏSMA. Met 4 platen. Overgedrukt uit De Opmerker van 20 April en 4 Mei 1901. Moet Nederland geregeerd worden door den Paus en door de Jezuïeten ? Een ernstig woord over Ultramontaansche candidaten gericht tot de anti-revolutionaire kiezers. 9j Duizendtal. Rotterdam, C. Gillijns Ome Eeuw. maandschrift voor staatkunde, letteren, wetenschap en kunst, la jaargang, 2a aflevering. Haarlem, De Erven F. Bohn. Teeltenen des tijds, afl. 3.1901. Leeuwarden, Meijer & Schaafsma. Inwijding, Huags leven, door MARCKLLUS EMASIS. 2 deelen. 's Gra?enhage, Haagsche Boekh. en Uitgevers-Maatschappij. De weelden den harten, door Eo. VEHBUKC.H. Amsterdam, Tierie & Kruijt. S JLS van de landen tussclien Maas en Y, door W. II. HOKKWATEK, in 4 bladen los met 2 toelichtingen. Amsterdam, C. A. J. van Dishoeck. Geïlltiitreerd Weekblad voor 'utogra/ie No 22. Apeldoorn, Ijaurens Ilansma. Inhoud van Tydschriften. Tijdschrift voor toegepaste Scheikunde en llygüne. No. 9: Een en ander over de nieuwe Belgische boterwet, door dr. L Th. H jicher. De doode Z?e, door B. A. van Ketel. Ver ontreiniging van openbare wateren, door J. van der Breggen, civind-ingenieur. Erfmann's Ketelwater-Controleur, door J. Eigen ILinrJ,. No. 23: Nijl, door Jeanne C. van Lsïjden. Middeleeuwsch B3eldsnijwerk, door T. van DJk. met af beeldingen naar teekeningen van deri schrijver. Haar Rijwiel, door Aruo. Da uitbarsting van. den Keloet, door V., met afbeeldingen naar pboto's, ge nomen na de uitbarsting van 1875 Voor onze Amateur-fotografen, door dr. J. E Rombouts, met afbeelding naar eene opname van den A mat.-fotograaf H. Hioolen te Rjtterdam De reis om de wereld in 1901 Verscheiden heid. Feuilleton. Cursus?prof. Enrico Ferri. Tot de deelnemers aan het in September te Amsterdam te houden crimineel-antbropologisch congres behoort ook de beroemde criminalist Enrico Ferri. Deze stelt zich voor van ongeveer IS September?18 Ostober een cursus van 8 lessen te geven (d. i. dus i' maa) 's weeks) over «Sociologie Criminelle''. liet is bijna overbodig, eon ieder die in dit onder werp belang stelt, aan te raden van deze zoo zeldzame gelegenheid, eon der grondleggers van de moderne strafrechtwetenschap te hooreii, gebruik te maker,. De collegegelden be dragen voor de S lessen / <;. Nauwkeurige tijd- en plaatsopgave zal nader worden bekend gemaakt. Alleen l)ij voldoende deelneming aan» de cursus door, (opgave vóór 17 Juni bij W. A. Bonger, Weteringschans 8!'). De laatste ftwaaslieiil. Naar HEKMAXN SIÜOEMAN l'o;7i'i tes cinij KOKS.' Hij deed of flij 1111 pas hat twint;gpenningstuk za,;, dit naast zija bord lag; to;;n scïioot hij de munt in zija vestzak, stond met stijve beenen op en antwoordde: Slaap lekker, Katuerine. Dit was zijn afscheidsgroet, sinds vijtticn jaren; zijn vrouw murmelde een paar woorden d e in 't gerammel niet do borden verloren gingen. Toen de o» Ie de deur uit schoot, dt lakensche ]iet op n oor, 't korte piipjo nog koud in dun mond lo^k, riep madame Katherino toch nog: En dat js mij geen glaasje neemt, la aiteittls! 't Was de !aat--re vermaning, 'iio hij dage lijks meekreeg naar bot café, e:i dien hij maar over zijn kant liet gaan, a's de snordersknol tien gfli'iiikelüken KWH jisl.ig. Jn^tt'iii'i'iit l (',<tott/«c <i!ii inc ]'<:nte, l>'onul': bij in tien b.iard. Maar n ij wi.it wel, dat dit enkel voor zijn figeri ooran bostennl was en staiite do .sïncptruden af. Over <ie ntraaf blaakte d.; niuMa,r-;o:i, die inoi.-ito had, !u-sc!i-;ri de smalle, lioogo lini/en do >r tle k'.'i.i;i te !>;?reiken, (jecn m^nsch te zien. een gebakken aanlsiipnlcnyeiir ir> ilf lucht. l'> mi'iiir, mr. Grosjea", nn;T stcods liit:n /torlinit? werd er van int den barbiers vinkcl iiaar buiten gtsro 'pen. Gr,;>j«an Idoef .-faan, keek k;u'poo.;end in 'c halfdonker r,-;^ binnen en a twoo.d.lo: l,'a i-tt i>nn mul, alleen d-; rheunr-.tiok, dat" weet j ? ! De barbii-r wai op den drempel gekomen, met d'i pruik in do irnd. wiaraar: hij be/i..- was. Ja, ja, mr. (irosj'ian, die rh- iiina\iek ! maar dat daargelaten, sta j°; rog li'c; op de, beenen. En COM gezicht, eon sr.irt. n-aiinent on vons dvnnertiit ci.minnnte «HS. Je lient nog ten echte oude Kizasser. Grosjean zette een bor^t. lneht-.i sedeid, iikte eens tegeüdo pat, dat ilii; r,on u Magend-v ging Kitten en .-.tak de reciiterhand (u^,ca':n gordel en overhemrl. Vijtri;^, bu'inivin 'i '/'rw-, (iri zijn 't, en de laatste vijl i''ii zolder wat uit fo voeren. Uli om, je hebt j: rente in den zak. Met b;iinKfhrapp?n gaat 't zoo gauw niet ais met bakken. Nu lachten beiden. Daar )1 ip!e ile hi;',M]'iir aan do over.-ij ; een jong mei j-: lip.ie! Ie over de straaf. blond en irisch. tn-'t ren s'i.t'/eregen midileitje en een molière schociifie strak orri den kleinen voet. Gro-j'?an ha-1 tien vrooüjken groet van bet kippetje bea itwo >rrt en tuurde het na. Wip, weg was het! -- Fen net dingetje en gesoigneord, zei de barbier. Et jol ie ci'oi/iier, vulde Grosjean aan. Hij was rood in 't gezicht geworden, de plooitjes aan de ooghoeken werden dieper. Hij trok aan de koude py'p of 't heel lekker was en snel gleden de spitse vingers langs den grijsblonden knevel. De haarsnijder grinnikte : Hi, hi, buurman, daarvan krijg je het water om de tanden, hè? Et madame Cathérine, wat zegt die ervan ? G;osjean's hand gleed af, hij gluurde over den schouder naar zijn hnisje, dat net zoo smal en hoog opgeschoten als de andere met twee vensters op ds straat uitkeek, en met een korten groet ging hij door. Vroolijk riep de haarsnijder hem een groet na. Wat maakte hij hooge stappen, die oude haan ! Een haan, die den kop dook, als zijn huisvrouw even scrjeel keek. Zij had hem goed aan de lijn en mat hem van jaar tot jaar eiken stuiver toe, dien zij penning na penning achter haar toonbank in ontvangst genomen had, ter wijl hij in de bakkerij het deeg gooide en kneedde of moede, afgejakkerd een doffen sla vp genoot' Dat was zoo gegaan, tot hij op zijn vijftigste jaar, een schaduw van een beroerte kreeg. Toen telden zij eens over wat ze opgespaard hadden, en toen ze bevonden, dat ze een 2100 francs vaste rente konden maken, klopten ze elkaar het meel uit de kleeren en deden de zaken aan kant. Kinderen hadden ze niet. Katheline vond dat naar genoeg, maar enfin, men kon ze niet bakken zooals Paaschbiood, Een enkelen keer, in vroeger jaren had ze haar man wel eens toegeduwd: Jou schuld is 't. Ta as gaspilléta jeiinesse, te Straatsburg en Parys, mauvais sujet! Dan sloop hj op z j, maar zijn oog glinsterde vergenoegd en vloog over het verbleekte por tretje, dat boven rte sofa h'ng en hem voor stelde in de uniform van 't 2j Fransche sappeursregiment. 't Was nu niet veel meer dan een vorrnlooze nevelvlek, een stukje verleden, in damp opgegaan. Er naast prijkte de beel tenis van een neef in de uniform van 't 12e Bidensche regiment infanterie, fonkelnieuw, met rooden kraag, roode wangen en dito opslagen. Dat was het heden. Grosjean was de klimmende straat van het heuvelstatlje ten einde en haalde eens diep adem, eer hij de trapstoep van het CaféDitsch bekljm. De spitse tong van dien baardschrap per had hem gestoken en in slecht huaeur stapte hij over den uitgesleten drempel. Juist nu zou een glaasje kirsch hem zoo goed hebben gedaan, maar neen ??aan zulke gebeurlijkheden dacht zijn Katherine nooit, 't Was van daag geen Zondag dus kon hij ook geen aanspraak maken op een kirsch. Brommend ging hij zitten bij zijne vrienden. De kellnerin goot hem een glas vol zwarte koffie; boos roerde hij het lepeltje rocd in 't zwarte vocht. Uu petit verre, monsieur Grosjean? vroeg zij. Neen, maar een paar lucifers! antwoordde hij humeurig. Toen de pijp gloeide, werd het beter. Wan trouwend keek bij van den een i,aar den ander; doch d? taf'elvrienden zetten allen een ernstig geziciit; de een tuurde voor zich uit, de andere las de Temps", de derde zat, met de handen op d i rlijen, kalm te digereeren. Aan een ander tafeltje klikklakten de dominosteenen; voor de rest was de zaal leeg, het biljart stond ver wees], er. achtei bet uuffjt zat madaaie Ditsch ineengedoken te dutten. Door da open vensters kwam de zonnewarmte van den Meidag binnen en het murmelen van bet loop nd water der welpomp. Anders geen geluid of beweging. Grosjean volgde de keiinerin met de oug>ji. Zacht, op de teenei, loopend, was ze naar .'t tafe.ije gegaan, waar haar naaiwerk lag. Nu zat ze ijverig te piekeren. Zij was niet j «ig ni^er, mag;r en verlept ; maar dank zij die magerheid en een weligen haardos, verlokkend hst voorhoofd omgiil/end, had zij een schijn vau jeugd behouden. Ze was een poos te Parijs geweest en een psar jiar in 't ('t/V dn- (.'ummerce te Belfort. Baas (irosjean volgde het spel harer vingers en zuchtte eens. Toevallig keok het maisje op, knikte hem toe en l .elite. Nu kreeg hij het warrn en niet eens een glaa-j; ! 't Was om te stikken. Maar Kalherine was in staat hem mat de braa ipan vol vet om tle ooren te slaan, als bij kromme sprongen maakte. Was t niet genoeg, dat ne lieroertelj j r Dd:ik je, dat zoo'n acertix scinent voor niemendal is 't De dokter heelt 't streng verordonneerd: wijn rnet water bij 't iiiiduag'^ten, maar niets van glaasjes tt aurtotit pas de /vlttf!" Z-io zanikte madame hem elke drie dagen aan zija oor, en hij gehoorzaamde. liij gehoorzaam ie met zekeren trots: men at'ht'.e hem du- nog tot dwaa-ihsden" in staat. ond-iappeur, /icus.' En plotseling knipoogde hij vroolijk naar de keiinerin. Grf'sjoan, wat doe j,i daar, oude z mdaai'? zoo wekiu hem plotseling de stem van zijn bu liman. JJij schrikte o», icbok-ichoml ril; en dook zijn neiin in 'r glas. lie umie beercn zeurd -n hun diiJelijk^.ch g';spre.k ai : over het weer, hui.r.e kwa'en, ue hta'ste raadszitting en don drei gen.:ni va! van bet ministerie lu Parijs liro'-j'ïaa v,as echter vandaag zeer verstrooid. Ai.-> du K!'li,.eri:i ijorbij hem streek, gingen zijne mjus.'ïeugels o,) en neer, en aU een golf XHCiite ienteliicht bet versier binnen kwam, Ir.aMe hij diep alom. (.'p eenmaal groep ucm ei1!', wille sec-t van verzet. r, u/t1, iiii. /,:ir,-i:'i, iiour /"i/r .' riep hij met kracht van stem. l'.mf /i'iir In ri'ii.i' ilirc : pour coiumtnit."'r ' plaagde hem er een. l'och il' spot raakte hem niet. Ilij gout de kirsch rm:f n slok naar (ii::nn:i. Heet braüdde (ie drank in kael en maag, en toen <1« buur-man lu-in weer plaagde, b\s!elle hij uitdaoend e.-n twei.-de :.;!iia j:', leegde IK! in 't res'je v.in x.ij'i kolii; '.'n d oi k het men:.e-;i met iiu.ig j:e mt. - - J iliiniini, ( ',;:lt: ! ik heb geen gelii bij mij! sprak pij, t.':er: /e hut caléverliet in, en drulvie meteen iio? ineisje (;li; twintig penning m de band. -?- I'at is v.;:;r j m ! bromrlc iuj en bli "s even ever ha i.r u-kroesd voorhoi'i'ilshaar. Op den ilremiiel bleet liii staan. Ilii was y.oo vreemd eslcnul, jtrij'ilusrig en toch '.veel.:. Werkiui^elijk slo t hij xi/'ii hi; do oii.'je herrf-ri asm. en het viertaïtrippfldn en strompelde de straat uit, r'e markt o-'er en d-? lirdenlrian iü, die 't stadj'! in een halve;: cirkel omgai. Dat wa.-; bun flagelijksche wa;'üe!ing. j)e weg lag hnog. tegen den henvelka.'it, en ze zagen no<-r cp ee-, wr.k van kleine huisj :s, waar ile fabri-rksarl't-i.lors woonden. Verderop rookte <!e schoorsteen der spinnerij, en daarachter bruiste het water der rivier ; dan volgde, aan de overzij, golvend akkerland met het staalblauw-glinsterend wïnte graan, hè»/els met kale wijngaarden bezet en doordonkere dennen bekroond, ver aan den gezichteinder in wazig blauw een booge berg, wien de laatste sneeuw een wit mutsje had opjezet. Hé, Grosjean, blijf toch in de pas ! Je verraadt je op tien msters afstand al aan j9 Katherine. Oh, vous membèez! .... zoo te hom pelen als invalieden. Ii£ wandel eens den Kloosterberg op. ... En weg was hij. Hij ging met een stijgen, doch vasten tred. Spoedig lag het stadje achter hem. Hij sloeg den landweg in, die snel rees tot den heuvel top, waar het weeshuis lag. Twee glaasjes maar, en 't was, of hij een roes had. Het bloed klopte in de slapen, en soms was het, of er in zijn borst geen rnimte meer was voor het onrustig slaande hart. Toen hij 'r, weeshuis in 't oog kreeg, viel hem in, dat hij twintig jaar lang brood gebakken had voor de weeskinderen. En dan mompelde hij plotseling : jjlie a crooner'' en wist niet, hoe dat rijmde. Hij en dwaasheden ! Bah, die goecle Kathe rine! Zij werd oul; wat is een vrouw van 50 jaar! Maar hij? Had de coiffeur hem niet pas op 50 geschat ? Hij behoorde nog tot 't groene hout; twee glaasjes zouden hem niet van de beer, brengen Eau sappeur, q<ie diuble ! Nu hai by 't consigne verbroken, twee kirsch in het deeg gedaan, en hij was ze bui tendien met de koffie sckullig gebleven. Hij moest er om lachen, luid, zóó dat hij er van hoestte. Waar hsd bij ineens den moed vandaan gehaald voor zulke dwaasheleu ? Een mooi meisj->, dat hem was voorbij getrippeld, een los woordje, dan baardschrapper ontvallen, en een beetje lentelucht dat was alles ge weest, genoeg om het deeg te doen gisten. Et dans ses cheveux /lottait Ie ruban rouge! zong hij rnet een sonore stem in de meilucht, denkende aan 't roode haarlint van het buurmeisje. De rentmeester, die juist uit de wijngaarden kwam, noodigde hem, een glaasje mee ie drin ken. Een oogenblik wankelde hij toen ging hij mee in diens huis. Ze zaten in een luchtige kamer en dronken ; hij verleide allerlei grappsn en prees zrn huis vrouwOud wordt ze, maar ze is een goede ménagtre. Ik ben nog solide; ik hou 't wel uit tot de volgende eeuw. XatnrMew.nf-piis des folies ! en. daarbij lachte hij vergenoegd en leegde zijn glas. 't Liep tegen den avond, toen bij opbrak. De zon lag op den heuvel; de lucht viamde in rood goud. Een ver gerommel ging door de stilie. Gros-j ;an dacht eersi, dat ze in Belfort met \ groote vestinggeschut bezig waren; hij lachte echter om zijn veronderstel ling, nu hij in de verte boven de steengroeven een wit wolkje zag optiekken. Hij hompelde wakker den heuvel af. De gedachten joegen door zijl brein: bij liep als over een tapijt, ofschoon het kiezel van den wej onder zijne zolen knarpte. Hopla, daar struikelde hij; haast was hij gevallen. Bruin kevervolkje zoemde voorbij en toen kl nik hem eei. liedje tegemoet. Op een geveld jn boom tcrzij van duii weg zaten een paar mcisj 'S. Onzeker draalde zijn b.ik langs baar; wat drommel! hij kon geen der j .m ge gezichten goed onderscheiden. Zij hielden op met zingen en riepen goeden avond. Daar kreeg hij een grappigen inval. Hij bleet' staar, frommelde wat aan zijn buis en vhchte eindelijk de pijp op uit zijn bors'zak. Wel, jutf rjes, heb jelui een van alle.i e^n lucilerf je voor mij 'l Luid gelach ging op. Ilij trad dicht op het groepje toe, streek, eens langs snor en baard en vervolgde: Ais jelui met je vurig: oogen in deii pjpekop kijkt, gaat-ie van zelf' aan. Zij lachten weer, dodi anders dan zooeven, giebelend, en ze fluisterden met elkaar. Daar herkende Grosjean in een van de ineisj :s een bloedverwante, ee.n aehtercicht, tamrlyk ver. Ei, ben jij 't, Puinele 'i riep hij. Krijgt je oom geen zoentj >. Een j oos hield 't jonge ding zich terug, toen bood ze hem de fr.ssche wangen. Ilij kuste haar, eerst icchts, daarna links. ISu ging bij verder. Acbter hem lachten en rumoerden de meisjes. Hij echter was stil gewor.len, haast droet gestemd Sapristi ! een kus op don/jiie wangen, en dan treurig ! Ilij smachtte i aar gezelschap, en nauw had bij 't stadje bereikt, uit we ks schoor-iteenen witte rook steeg in de avondlucht, of hi.i wendde zijne schreden naar den Uoodou O,'. Hij had geen sou in den zak tuut tnttit >', dan behoefde iuj ook niet te betalen. Ku hij voelde zich bebagelijk, toen tl« enkele gasten hem groetten en de waard zelf den zel.lzamen bezoeker kwam bedienen. Ga zitten, en laten we een liter van je besten drinken, /.-i Grosjean. Die beste was werkelijk heel goetl, maar koppig. Onder den tweeden liter kwam hepple bij hem, c,e man, die Grosj->an's bakkerij nad overgenomen. De oii'le noodigde hem tot mee Irinken l*e hakker klaagde over slechte tijden; (irosj'an troostte hem en klopte hern eens op den schouder. Ja, ji, mr. Grosjean, we komen ni 't rond. Vier kinderen en ee.-i onderweg die moeten allen mee eten uit de mee'kis'. De rente voor Mei heb ik nog ni t bij elkaar. ;\u werd Gio-.j^au's hart geroerd. 't'iic:, daar be:i ie. goed voo.% ze-., hij en schonk met be.cnde hand het glas var. den ander vol. 't \V«s iaat. (oen de, bakkt-r tien oude thuis bracht. Katharine xei geen s'.om w^urd, toen haar man zwaaiende zijn stoei vond. ('.?usj>'an kon ni-t e en: hij speeb'e maar wat met da vork op 't b.ird en stoof minach tend den tafelwij". op zij. Il'.ial m.) ee:\ iVxi.'r'/u »n':0)i uit den keider, sprak hij met zware tong. - \iiit. -?Ivitli'jrifie. vleide hij. dosepb, ga raar bed ! Zij wai h!ei-l<; drukte 'ie lippen Oj) elkaar, en 't tateljjercedschap rammel ie o;,der haró banden. Hij stond gehoorzaam op. Doch op (\-:n drempel dor slaapkamer kk-nrle hij zici vast aan den deurpost en zei: Aan .Cécile hen ik d" koffie en twee kirsch schuldig, 't Is goed als je 't weet. Kn K-j; ,'iini i. ancs klau' \v:>r v :pple ; hij komt ze morgen halen. H:i za! i-i een ifiüiaiic,- geven; , >-?//;?'. De vrouw stond een ongenbük star. To?n hief' zij de armen omhoog en riep : Maar je l)°nt gek. .:?? bent /bit .' J''on '. Ilij knikte hair toe niet een tced-.r lachje. AUm^l maak je niet büoa, Ka therine ; ce Her a HIK <!erniirc /olie. En eer ze 't wist, was hij bij haar er. drukte zijn ruwen mond op haar wang. Toen zei hij niets meer. Hij liet zich te bed helpen, en ze dekte hem zacht toe. I.; don nacht wenl Katheriüe wakker door een akelig geluid. Het kwam van het kussen naast haar: Groi-jean rochelde. Des morgens was hij dood. Hij had zijn laatste dwaasheid contant betaald. En in het stadje noemden ze het een schoenen dood. «UIMIIIlllHIIIIIIIHIIImimillllllllllllHIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIllMIMIIIIIIII» MHiniiiifiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiitt conlra geioeilsnieiisclien. Aan den lieer J. E. van der Pek. Met bevreemding heb ik uit het nummer van dit weekblad van 19 Mei j 1. kennisgeno men van de tegenstelling die ue heer v. d. P. meent te mogen constateeren by de studeeren den aan de Polytechnische School, Eerst thans kom ik tegeu Qe daarin omschreven voorstel lingen op, omdat ik in het vorige nummer van andere dan mijne zijde tegenspraak had verwacht ; deze bleet' echter uit. De studeerendei voor bouwkundig ingenieur. ondervonden van de rest en overgioate meer derheid der studenten hinder in hunne ont wikkeling ; en wel, omdat zij, de gemoedsmenacheu, verdrukt werden door die meerder heid van wiskunde-koppen, wier levensfeer zoo ver lang buiten de hunne en die daar enboven nog neerzagen op alles wat geen integraalkop had. Aldus stelde de heer v. d. P. de zaak voor. Doch ik moet beginnen op te merken dat ik nimmer nog iets dergelyks hoorde, ook niet van bouwkundig-studenten ; zoowaar bijna het tegendeel ze /en jaar lang (als student en. gediplomeerde) met eigen oogen zag. Er is geea scheiding, het bastaan van groot verschil in studie werkt op geen der deelen belemmerend. Zeer te verdedigen echter zou zyn dat die hetrogene combinatie waakt tegen eenzijdigheid, de waarde der studie opstuwt. In hiermee beweerd dat hervorming der bouwkundige studie minder door mij zou wor den begeerd ? Mijn meening dat de mathema tische eisenen die tot heden aan de a. s. Delftsche bouwkundigen werden gesteld, on mogelijk overdreven en beslist overtollig waren. staat geheel en al buiten deze kwestie. Maar men zou kunnen denken dat in dit weekblad thans van twee bevoegde zijden een tegenstrijdige meening was geuit en de waarheid naar oud gebruik wel in 't midden zal liggen. Hierom zij verwezen naar een enkel feit. Voor den neer Van der Pek, doch voor niemand anders die iets met de P. S. uitstaande had, is het verborgen gebleven, dat men zich daar wel in de laatste plaats geroepen voelt de witkunst voort te kweeken, doch in de allereerste plaats poogt zich rekenschap te geven van het wezen der eigen individualiteit en deszeits groei, en dat me;i poogt tot klaar heid te komen over het standpunt dat de ingenieur- niensch heeft in te neuien later, in de maatschappij. Korter gezegd : er is een literair en sociaal streven, zien onbetwistbaar uitend, vroeger in tydscüriften. thans in het Studenten Weekblad, en zoo beslist dat het thans reeds wist binnen te dringen in de verborgenhedan van hst Binnenhof De beroemde vereeiuging «Snellius", het asyl voor wiskunde-koppen, is tallooze malen opgericht zonder een maand te kunnen bloeien. Echter wil ik, zoo de heer v. d P. dit mocht wenschen, bewijzen hoe vaak zijn, gemoedsmenschen steun en gemoedsleven mochten erlangen van de dorre, koude en exacte inge nieurs. Ik vurtrouw ecuter dat hij van het al te oppervlakkige en onwerkelijke zijner voorstellingen wel zal worden bekaerd. Til. v A.< u EU WAEHI>L;S. Het vertrouwen dat de heer Van der Waerden stelt in de kracht van zijn onnoozel betoog is geheel misplaatst. Allerminst ben ik bekeerd van »het oppervlakkige en onwerkelijke mijner voorstellingen''. Eigenlijk zou hst onnoodig zijn op dit tegengeschrijt verder in te gaan ware het niet dat mij in het vooruitzicht gesteld werd : het bewijs dat gemoedsrnenschen »:;teun en ge moedsleven mochten erlangen van de dorre. koude en exacte ingenieurs". Naar dit licivij* (geen leuterpraatje) zie ik verlangend uit, In het nummer van l'J Mei, de jonge kun stenaars stellende tegenover de ingenieurs. schrejt i!i : »Jat het gemoed der aanstaande kunstenaars pijnlijk getroif'jn wordt, doordat het in bo.bing komt met den meestal aanmatiger.den geest die uitgaat van hen die, met hun toekomstig ambtenaarstemperament, de studie der ex icte wetenschappen voor alles op den voorgrond stellen". Van die aanmatiging vind ik in dit twistgeschriftje een paar kostelijke voorbeelden die mijn betoog op leuke wijze toelichten. De heer Van der Waerden, civiel-ingenieur j uit Delft, thans leeraar aan 'n Hoogere Hur] gerschooi, zegt dat hij, tij lens zijn studententijd i en later als gediplomeerde, nimmer iets der gelijks hoorde a!s waarvan ik sprak, alsof' het fait dat liij er mets eau hoorde, als argument tegen mijn betoog mag worden aangevoerd. En dun beweert n;j ook nog «bevoegd" te zijn om te spreken over da studie aan de P. S. voor bouwkunsteriaars', welke bevoegdheid van dien Bargerschooileeraar ik ten eenenmale ontken. l'hhtor zie ik dat bewijs, waarvan hierboven gesproken wordt, met bizondere belangstelling tegemoet. De kans bestaat dat de heer Van der Waerden er mij kostelijke troeven mede ; in de hand speelt, en die kans mag mij niet j ontgaan. i Hillegom, :!1 MeililOl. J. E. v. n. PJ:K. CORRESPONDENTIE. Jllurinestri/, ingezonden door Z., kan opge nomen worden, wanneer de schrijver zijn naam aan de liedactie mededeelt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl