De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 16 juni pagina 2

16 juni 1901 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 1251 het Volkspark is geweest het was in 1886 dat ik voor het eerst hoorde hoe allerellendigst duizenden van mijn natuurgenooten in de hoofdstad woonden. Ik geloofde aan overdrijving, ben zelf gaan zien en rilde. In den regel laat men het in Nederland bij rillen en de meesten die het boekje zullen koopen, zijn uit den aard der zaak dan ook tot niets anders in staat. Maar de hoogstaangeslagenen en de meest intellectueelen in Nederland vermogen meer. Zij hebben het thans in hun hand een wet goed te keureu, die, wat men in deze verkiezingsdagen ook moge zeggen, een eere zuil is voor dit ministerie. Zeker is het, dat het aan het particulier initiatief tot nu toe nog niet geluktis,pas sende woningen te bouwen waarvan de huurprijs onder het bereik valt van den Amsterdamschen »slop- of krotbewoner." Nu er tegen de verkiezingen bij de libe ralen en clericalen zoo groot een geestdrift kan worden geconstateerd om in het komende parlementaire tijdvak van vier jaren de sociale wetgeving tot een goed einde te brengen, kan de Eerste Kamer, reeds zelfs vóór dien tijd, door het aannemen van de woningwet, onmiddellijk een goed stuk werks afdoen. Alle beetjes helpen, Amsterdam, 31 Mei. J. H. G. Godsdienstfoelasting en Godsdienstdwang. In De Amsterdammer van 12 Mei j.l. heeft mr. Aane Anema, daartoe, aange zocht door de redactie, eene brochure be sproken, wier inhoud allereerst en allermeest van belang is voor de Calvinisten hier te lande, te weten : den authentieken tekst van hunne liturgische geschriften. Mr. Anema meent dat deze questie »elk beschaafd en met het publiek leven meelevend man inte resseeren kan en interesseeren moet". Ik ben zoo vrij in dezen met hem van opinie te verschillen, en meen dat men een be schaafd man en ook eene beschaafde vrouw kan zijn zonder kennis te nemen van ge schillen die tot zuiver kerkhistorisch gebied behooren, en die zich bepalen tot den kring van welk kerkgenootschap dan ook. Wel ben ik echter van meening dat men het publieke leven niet mede leeft, zoo men niet behoorlijk kennis neemt van kerkelijke bewegingen die de grenzen der staatsmacht raken en overÉchrijden, en tot dezen reken ik te behooren, wat kortweg kan worden aangeduid met de woorden: Godsdienstbelasting en Godsdiensidwang. Al is de godsdienstvrijheid in Nederland grooter misschien dan in eenig ander land van Europa, toch is bij ons in dezen nog niet bereikt, wat bereikt moet en kan worden, zal het woord zijn volle beteekenis hebben, en er geen gevaar bestaan dat godsdienstdwang niet telkens haar plaats inneme. Wel bestaat er vooralsnog weinig kans dat ten onzent een zoon veertien dagen ge vangenisstraf oploopt omdat hij bij het graf van zijn vader zegt: «Vaarwel, vader, we zullen elkander nooit wederzien", gelijk in December 1898 nog in Duitschland ge schiedde in het stadje Koswigk. Wel be hoeven wij voor het oogenblik nog niet bang te zijn dat iemand tot drie dagen gevangenisstraf zal veroordeeld worden, omdat hij zijn hoed niet afneemt voor een priester die hem met den heiligen ouwel passeert, gelijk in Oostenrijk in Januari 1899 den musicus Sieveking _ wedervoer. Wel zullen bij ons op eene schilderijenten toonstelling, geen schilderijen met doeken bedekt worden omdat ze Christus weergeven als een werkelijk mefl&ch gelijk in Juni 1899 met de schilderijen van Guéte Moscou geschiedde maar toch zijn er eenige sprekende voorbeelden in ons vaderland die bewijzen dat de scheiding tusschen kerk en staat hier nog te wenschen overlaat, en er dientengevolge dwang van kerkelijke zijde wordt uitgeoefend op den Staatsburger. Ik denk aan de berichten die^oris in de laatste jaren uit de provincie Noord Bra bant geworden. In December 1894 werd door den gemeenteraad, te Va! ken s waard aan het roomsch-katholieke kerkbestuur aldaar ? 18,000 toegestaan voor een te stich ten oude mannen- en vrouwenhuis, en voor eene bewaarschool, bestuurd door de zusters Franciscanessen. In Maart 1897 stond het gemeentebestuur van het dorpje Haps aan het roomsch-katholieke kerkbestuur aldaar eene subsidie toe van / Ifi.UUO voor den bouw van eene nieuwe kerk. Ia het begin van dit jaar werd uit de gemeentekas van het dorpje Eersel / 1000 toegestaan voor een nieuw te bouwen klooster, en toen onlangs te Waalwijk door den pastoor / 5000 subsidie aan den gemeenteraad werd aangevraagd voor den bouw eener roomsche kerk, meldde een katholiek dagblad: dat het in Noord-Brabani een vaststaand gebruik is, dat voor het bouwen van roomecho kerken subsidies verleend worden uit de kassen der verschillende gemeenten. Nu weet ik zeer wel dat de katholieken die met dit subsidie-stelsel zijn ingenomen en derhalve, voorstanders zijnde van gods dienstbelasting, volkomen recht hebben om aan de protestanten de vraag te stellen : gaat het bij u wel zoo veel beter toe, wordt niet aan uw predikanten, jaarlijks uit 's R\ik?kas, aan k'uuler-, school- en akademiegelden, voor een som van /"OaUOu toegestaac? Ik weet echter ook, dat v/aar twee een fout begaan, dit geen veront schuldiging voor een van beiden of voor beiden is, en houd mij vast overtuigd dat er niet alleen protestanten, maar ook katholieken zijn die tegen godsdienstbelasting zijn, al zijn zij ook gaarne be reid om de kerk waarvan zij leden zijn uit eigen beweging te steunen. I n ieder ge val beteekent de godsdienstvrijheid _weinig, zoo deze zich beperkt tot vrijheid van spreken, maar ophoudt waar sprake is van betalen. Gelijk er hier en daar in over wegend protéstantsche gemeenteraden nog god-dienstdwang bestaat, zich openbarende in gebedsdwang, en deze gaandeweg _moet opgeheven worden; zoo is het niet minder wenschelijk dat er een einde kome aan de godsdiens'tbelastipg in het algemeen, hetzij dan dat deze ten bate van roomschen of' protestanten komt. A m s t. J. A. HELPEU SE-BKUGGEK. Een contra-slag op het aan beeld: Handelsonderwjjs. Hamer maar lustig door, gij rechtsgeleerd tweespan ! Speciaal handelsouderwijs, hé? daar wringt de koopmansschoen; dat is 'j onmisbaar om later op grooten voet handel | te drijven. Modelkantoren ja of neen ? ; Handelstransactiën verzinnen en uitwer ken n leeraar met n leerling, of n leeraar met meerdere leerlingen, die eerlijk hun hersentjes afstaan orn een grooten koopmanskop te vullen ? Boekhouden de nieuwe methode van rechts en links, of het voor theoretici schijnbaar moeilijke debit- en credit-systeem ? Hat.delscorrespondentie »aan te merken als onderdeel van de taal", of zoo maar, zonder taalkennis, schablonenmaszig, brievenschrijven ? Handelsonderwijiers' uit de rib van een klasseroeester, van een leeraar middelbaar onderwijs, of van een hoogleeraar 'i enzoovoorts, enzoovoorts. 't Zijn uiterst gewichtige en niet minder lastige quaesties. Hamer maar onversaagd door, gij aan elkaar gekoppelde meestertjes in de rechten! De regeering erkent reeds uw wijaheid en delegeert u naar congressen, waar mannetjes putter op 'n prik weten te zeggen hoe de domheid der hedendaagsche kooplui in een volgend geslacht bestreden m jet worden. Wees niet bang. Twee honderd zestien leden der Vereeniging voor Handelsonderwijs schragen uw aanbeeld. Wat maakt het dus uit niet waar, dr. Bos? of mijn hamer op de achterzijde ervan neeivalle. Brachia tallunl / Wat is 't geval. Maanden en maanden geleden, het on langs uitgebracht jaarverslag herinnert er ons nog eens triomfantelijk aan, belegde de Vereeniging voor Handeisonderwijs eene openbare vergadering, waar de geboren Hollander en Londensche financier C. Rozenraad eene lezing hield, die ik haal aan de woorden uit het jaarverslag Hot eene belangrijke gedachtenwisseling aan leiding gaf." -Belangrijk ? toch niet in 't belang van'den Nederlandschen handel, medunkt. Niet tevreden met op die vergadering Nederland te hooren «doemen tot achter stand in den wedstrijd der naties", zoo de haan dier Vereeniging geen victorie kraaie, prees de heer van Stolk ook nog de handels school, vooral de hoogehandelsschool, aan als een onmisbare bergplaats voor de handelsjeugd, die anders al te vroeg ooggetuige werd van de knoeierijen in zwang bij kooplui. Kalm en bedaard, verder bewijs of nadere toelichting scheen overbodig, werd aange hoord deze zware beschuldiging gericht tot den Nederlandschen handel in al zijn ver takkingen. Geen dynamietbom werd spreker voor de voeten geslingerd. De koopman van de daad was merkbaar niet ter ver gadering. Niemand der aanwezigen scheen te vreezen den ongunstigen indruk dien de heer Rozenraad over onzen handel naar zijn tweede va Ierland moest meenemen. Zal die heer bij zijn terugkomst in Lombardstreet niet terstond het slot van zijn continental informatieboek opengedraaid en voorin op het schutblad geschreven hebben : ^Beware of the Daich mercliants, they are generally accepted (o be mere ciieals". Ach neen, de heer I\ izeriraad is te ver standig, te veel man van zaken om aan zoo'n over een-kam-scheenlerigen onzin ge loof te slaan. Maar niet iedereen is zoo schrander als hij. Niet iedereen ziet in, dat een koopman tegen wil en dank eerlijk moet zijn; dat in den handel eerlijkheid gebiedend is; dat geen zaken kunnen ge daan worden, tenzij over en weer gerust vertrouwen geschonken kari worden. Even goed de groothandelaar als de winkelier wordt apart gezet, verliest zijn clientèle, zoo hij valsch geld teruggeeft, in het ge wicht te kort doet, zijn waar vervalscht, of zich met andere knoeierijen inlaat. Me,n kan gerust, en zonder de waarheid geweld aan te doen, den handelsscholier laten calligrapheeren het schrijfvoorbeeld: «eerlijk duurt het iangot." Ik ken het schampere glimlachje waarmee menigeen deze opmer king zal begroeten. Ik weet dat velen het koopmansgeweten een artikel vinden, dat tehuisbelioort in den winkel van een Mar tin Schiff. Honderd en honderd maal bestree.i ik reeds die onder het groote publiek gangbare, dwaze begrippen omtrent de eerlijkheid van den koopman, en telkens duiken ze weer i.p. Zal de handelsman nu neerknielen uu bidden, dat eene vereeniging die dergelijke verfoei) ij k e begrippen helpt inroesten, grouie en bloeie? Tot nagerecht een afgeluisterd praatje: »Geen sprake ervan, mijnheer", zt-gt een van der Togt, een Vrij of een ander hoofd eeuer lagere school tegen een beteuterd kijkenden vader, wiens zoontje eerstdaags de lagere school verlaat en hunkert naar het gymnasium. *Goen sprake ervan. Gym nasium;' Hij komt er nooit d'ior. ELMI best kereltje, niaur slordig, onoplettend, soe/.ig, traag vau begrip, llecieniaai gton studiehoofd." »E 'fin, dan moet hij maai' muu1 de Hoo gere Burger.-chool.' »Maar naar de IL) igere Burgerschool," echoot de hooldondcnvij/'jr, i!i..>d-viii!)aa.sd. «Mag ik zoo vrij zijn u onder 'i oog tt brengen, dat do a Iniiüsie-^Xiiincns voorliet Gymnasium en v ? >r de Hoogere Burger school elkaar niet veel ontgeven. Neen heuse!), meneer, 't gaat niet." »\Vat dan?" vraagt, da vader, knorrig, droog-in de-kelerig bij de gedachte hoe zijn lieve eegade die boodschap zal opnemen. »Ik kaa den knaap toch niet op schoot nemen of naar de huishoudschool zenden ?" »I)at behoeft ook niet, meneer,'" wordt deftig-kalm geantwoord, niet zonder heimelijken schik over den trap die de huis houdschool in 't voorbijgaan werd toege diend. '-Maar heeft uw zoontje soms geen pleizier in den handel T' Heeleinaal niet! Daar heeft de jongen zeker geen lust in. Dokter dat is altoos zijn ideaal geweest. Als kleine joi/gr-n entte hij reeds met gestampte beschuit, bij wijze van pokf-tof, (ie poppen in van zijn zu<jen.'' 't Is jammer, meneer, dood jammer. \\ eet u, het toelatingsexamen voor de Openbare Handelsschool daar zou ik niet zoo n zwaar hoofd in hebben. Tusschen ons gezegd en gezwegen, daar stelt men heel wat lagere eischen, daar komt uw zoontje misschien wel door. En lukt dat niet, welnu, dan kan ik u recoamrandeeren een paar uitstekende scholen, waarvan de hoogste klassen uit sluitend voor handelsonderwijs ziin inge richt. Net iets voor uw zoontje. Troost u maar, meneer, er ziin meer van zulke jongens in den lande. Niet alle dames be vallen slag op slag van bolleboozen." Zóó getroost keerde de vader huiswaarts. Eenig in zijn soort is de man niet, en het gewone verloop is dan helaas! dat zoon lief voor den handel wordt opgeleid. Jaar in, jaar uit, worden op die manier zieltjes gewonnen voor den koopmanstand. Jon gens, zonder liefhebberij erin, zonder hoofd ervoor, worden voor den handel gefleurd, die best mogelijk een schitterend figuur zouden slaan aan gene zijde van het loket voor aangeteekende brieven of postwissels, doch zeker nooit in staat zullen zijn een handelszaak behoorlijk te besturen. Men meldt zich aan bij de Militaire Academie voor de genie en zakt dan veelal langs artillerie, cavalerie en infanterie door tot infanterie O. I. Maar evengoed als som migen direct grijpen naar den helm van den O. I. infanterist, zoo zijn er ook wel vlugge, intelligente jongens, die terstond den handel tot hun beroep kiezen. Hun aantal wordt echter overvleugeld, hun goede naam geschaad door dat legio van fautede-mieux liefhebbers. Wie een prachtige, naar de nieuwste eischen ingerichte fabriek laat zetten, de beste arbeiders aanneemt, den knapsten directeur hun tot chef geeft, doch grootendeels inferieure grondstof laat verwerken, kan niet verwachten een prima fabrikaat af te leveren. De eerlijke direc teur ziet zich dan ook genoodzaakt zijn keurig verpakte waar de wereld in te sturen, geclassificeerd: good middling. .... En, lezer, zijt gij nu nog verbaasd, dat de »actions" van voorstanders en toe dieners van handelsonderwijs aan de beurs niet hoog genoteerd staan ? J. DE HOOP SCIIEFF-EB. flIUIIIIIMIIIIIlllmlIliminmlIlHIMIMnMllllllllllllllllllmlIIIIMIIIIItMIIII aanq&lcqMi/wbcn. £/ U liliiiniimiiiiiiininiiiMii'iimmiiiiHiiiiiiiiiinnuunmmmmuiniiiilll Arbeid yaD geluwde mm in fatten, i. In eene zitting op 22 Januari 1898 nam de Duitsche Rijksdag het besluit: den Kijkskanselier te verzoeken, een grondig onderzoek in te stellen naar den mbnd vangthuwde vrouwen in fabrieken, omvang, oorzaak, aard van het bedrijf, en verder zoo mogelijk den doelraatigsten weg aan te wijzen, waardoor deze arbeid van gehuwde vrouwen door de wet beperkt l&n worden; en de resultaten van dit onderzoek in de eerstvolgende jaarverslagen van de arbeidsinspecteurs te puüliceeren." Door deze resolutie werd aan de arbeids inspecteurs de taak opgelegd, aan de hand van de in hun respectieve districten opgedane ervaringen, deze resultaten te verwerken en tos te lichten. Het Departement van Binnen!. zaken nam den belangrijken arbeid, orn deze mededeelingen, naar eeu uniform stelsel ver zameld, in een bondig verslag te verwerken en saam te vatten op zich. Dezi statistieke arbeid is thans verschenen. Ij Eu het is een zeer belangrijk stuk werk. Het geeft ons een overwicht, rucer en duidelijker en sprekender nog dan door de bloote opsom ming van cijfers, van de mate waarin in een der groote industrie staten van onzen tijd de gehuwde arbeidersvrouwen gedwongen zijn, zich in fabriek en werkp aats te begeven, ten einde nitête werken om in het onderhoud van zica en hun gezin te voorzien. Te meer belang wekkend, omdat deze statistiek niet enkel is bereid en gevormd op regeerings-en gemeentebureau's, maar is samengesteld voornamelijk uit hetgeen door de betreft' nde arbeidsters zelf is meegedeeld. Het geeft ons oen diepen blik in deze zijde van het maatschappelijk vraagstuk: bet vraagstuk, in welke mate cte industrie tbais teeds ook de arbeid van ge huwde vrouwen exploiteert, ca daarmee van zeer grooten invloed wordt op het gezinsleven en de opvoeding' der kinderen; het vraagstuk, tweedons, in welke male den gehuwde arbeid ster al s concurrent van don arbeider optreedt; d:rde:,s, welken invloed deze fabrieksarbeid uitoeteLt op iicham iijk en zedelijk gebied. U'.t do mededeelingen van de inspecteurs blijkt herhaaldelijk - - en hierdoor krijgt het vrijwel het kraraktcr eencr er<prie dat zij tot vervulling hunner tank Zii-ii zoowel m :c werkgevers als met werklieden in verbinding hebben gestel 1. Varder zijn ondervraagd ge worden de rereenitjiitf/cn van patroons en werklieden, besturen van ziekei,fondsen, onder wijzers en tehoülautoriteiten, doktoren en vereenigingeii van geneesheeren, vertrouwensman nen der arbeiders, vroedvrouwen en verder zulke personen die rnet de arbeiderskrirgen in directe betrekking staan. Deze ondervraging is zoowel in schriftelijke!! als in mondelingen vorm gedaan. Op vele plaatsen, o. a. in Hamburg, vond tiet onderzoek plaats door bet or.durvra«on d :r arbeiders in de tabrieken ueli'. Dit j)ii;ii, weliswaar, veel tijd in beslag, maar beeit dan ook een in veel opzichten belangrijk materiaal opgeleverd. Pe hircmer inspecteur liettt zich o. a. niet d; besturen der vaKvoreenigiügen in vti ln'ndir g pesteM. !iy zegt diWU'oiiitrerit c. a :., ll-;t v^rdeelep. de zorg voor d'1, i:,vulling, en het verzamelen ilcr vragenhjsten werd dooi' do vakvorceiiigir.g.'ii met veel trust on met blijkbaar besef van de belang rijkheid dezer zaak, ter hand genomen, die daarmee r.iet .slechts een zwaren arbeid op zich namen, maar zich ook menig geldelijk otter daarvoor hebben getrojst'. Het tiental der gehuwde vrouwen (daaronder ook de weduwen en gescheiden \rouwen) om trent wier toestand als labrieksarbeidsterti bericht is kunnen worden ingewonnen, bedraagt ?J^!),ö.')4. Dit is met bet cijfer van «He gehuwde vrouwen in Duitcclilaml welke in de industrieele bedrijven werkzaam zijn ; verschillende bedrijven, zooals de bouwvakken, waarin dui zenden vrouwen werken en Mechts omtrent iil bericht is ingekomen, zijn slechts ten deeie of in 't yoht-cl niet ondt-T/wcïit. M.iar de vol gende cijfer;-; geven toch een duidelijk baelif va:i de hoogo mate waarin gehuwd i vrouwen worden geé'xp'oi eerd. Xij zijn in het verslag i1, l s volgt ver.ieeld : textielindustrie 11 !,!!)!; be ir^vcu voor voedings- en genotmiddelen .'ül.ub'); pottenbakker^en eu aanverwanten Iil,475; bekleedings- en reinigingsbedrijven ;.'i,ir>ti; papierindustrie 11,049; metaalbewer 1') Die Beschüftigung verheiratheter Frauen in Fabriken. Uerlia 11)01. B. v. Decker's Verlag. king 10 739 ; houtbewerking 5635 ; polygrafische vakken 4770: machine-industrie etc. 4493 ; che mische industrie 4380 ; leder industrie 2063 ; mijnarbeid (luiten die bij de Pruisische staatsmynen) 133i; overige induitriegroepen 18.26. De vrouwenarbeid komt dus het sterkst voor in de textielnijverheid; alleen ia Saksen zijn 32,101 gehuwde vrouwen in deze bedrijven werkzaam. In de bedrijven der voedings- en genotmiddelen is het vooral de sigarenindustrie, waarin van deze categorie da meeste vrouwen werkzaam zijn. Omtrent den l&ftijd dezer gehuwde vrouwen worden eveneenj cijfers meegedeeld. De jongste van hen waa 17, de oudste was £2 jaar oud. Vrouwen van meer dan 70 jaren als fabrieks arbeidsters werkzaam te zien, wordt volstrekt niet zelJzaam genoemd. De wreede en moei lijke levensomstandigheden aldus heet het in het Akener rapport dwingen ook dikwijls nog reeds grij'.e vrouwen tot den arbeid". De algemeene doorsneê-leeftijd kan op omstreeks 35 jaar gesteld worden. De vraag, aan welke oorzaken deze veel vuldige fabrieksarbeid van gehuwde vrouwen moet worden toegeschreven, wordt zoowel van het standpunt der arbeidsters zelf als dat der werkgevers behandeld. Hier en daar blijkt, dat het te weten komen de^er oorzaken moeilijk heden heeft opgeleverd, voor zoover het bloot leggen dezer oorzaken nl. met heele tamilieaangelegenheden verbonden was ; in die gevallen toonde men weinig neiging, alle vragen te beantwoorden. Anderzijds wordt meegedeeld, dat ook de werkgevers meermalen hunne me dewerking hebben geweigerd. Natuurlijk valt ia dit opzicht geen preciese grenslijn te stel len; maar over 't algemeen wordt geconsta teerd, dat in verreweg de meeste gevallen de noodzakelijkheid om mee in eigen behoefte en in die van hun gezin te voorzien, daarvan de directe [en eenige oorzaak is. Zoo deelen de inspecteurs voor de districten Oost-Pruisen mee, dat drie-vijfden der vrouwen tot den arbeid gedwongen wordt door zelfbehoud; de rondvraging in Sleeswijk gaf als resultaat, dat slf chts 3 pet niet door den onmiddelijken nood, de noodzakelijkheid om in eigen behoefte te voorzien, tot den arbeid gedwongen werden Het percentage, 't welk om dezelfde reden tot den arbeid gedrongen wjrd, bedroeg in Aken 88 pet., in Neder-Beieren 74 pet,, in Plauen 75 pet., in Mainz 73 pet., in Bremen 71 pet., in Lotharingen 83 pc. Licht begrijpelijk is het, dat het aantal weduwen en gescheiden vrouwer. onder dezen een belangrijke plaats innemen ; zij allen treden als kostwinner voor hun gezin op. Als niet gering wordt verder in eenige rapporten opgegeven het aantal vrouwen, welke wegens slecht gedrag van den man gedwongen zijn, de zorg voor het gezin op zich te nemen. Ken der rap; orten verklaart, dat zulke plichtvergeten mannen meestal lieden zijn, die nüjli voor de verbetering van hun eigen toestatid, LÖch voor die van hun mede.arbeiders, iets gevoelen of ook maar een hand willen uitste ken". Verder is eerj groot aantal vrouwen tot den arbeid gedwongen wegens ziekte of inva liditeit van den man, en tevens velen, wier mannen door militaire plichten aan 't gezin onttrokken worden. Talrijke arbeiders-familiën lijden ook, voor een rneer of minder groot deel des jians, onder tijdelijke werkeloosheid van den man, onder welke omstandigheden ook de vrouw is aange;wezen, hem te vervangen. Dat is vooral da;ir zoo, waar de man seizoen- of losse werkman is, waartoe men dokwerkers, zeelieden en allen die geen bepaald vak uitoefenen, kan rekenen. Naast de vrouwen, die als kostwinner voor zich en hun g.'zin optreden, komen in aan merking die vrouwen, die tegelijk met den man fabrieksarbeid verrichten, om tiet onvoldoende loon van den man aan te vullen. Bijna alle rapporten stemmen overeen in de meening, dat de noodzakelijkheid hiertoe in de eerste plaats voortkomt uit de geringe hoogte van des mans arbeidsloon. Eenige ambtenaren bewijzen ook met cijfers, door het geven van een arbeiders budget naast bet loon, dat het doorsnee in komen van de arbeiders op verre na niet vol doende is, om in de noodzakelijke behoeften van bet gezin te voorzien, ea de vrouw uit zelf behoud gedwongen in, in de fabriek te gaan werken. De inspecteur voor Baden constateert, dat de arbeiders in industrieea waar een be hoorlijk loon wordt verdiend smeden, machinebouwers, timmerlieden, meubelmakers, e. a., nimmer bun vrouw of dochter, naar de fabriek zenden. Zij bezitten daartoe of teveel trots, lii zij worden geleid door de overweging, dat hun vrouw en dochter in eet gezin, dat aan eibchen van orde en netheid en zorg vwr de kinderen wil voldoen, niet ontbeerd kunnen worden". Van een aantal fabrikanten of werkgevers wordt geaiel i, dat zij in hunne inrichtingen de vrouw al» arhe'der niet toelaten, het/ij uit principieele o! ethische overwegingen, hetzij wijl ze de hindernissen die de wetgeving ben in de weg legt, niet willen dragen. Aan de andere zijde echter zijn er vele werkgevers, die aan de gehuwde vrouwen de voorkeur geven boven de ongehuwde. De eerste wordi be schouwd als een bijzonder willige en bekwame arbeidskracht die voor zich zclt' weinig ekchen stelt". Een (Min in tet ManritsMs, liet is een eigeiiaudig genot te Parijs de drukte der Boulevards te verlaten om zich in de kalmte van het Louvre ie gaan vermeien in stille bewondering voor de heerlijke wer ken van de aan ons Hollanders minder goed bekende achttiende-eeuwsche fransche schilders Daar zijl Watteau's, L-itour's en Caardin's van al heel superieure ij-uiliteit, die niet onder doen voor werken in dözelt'Jo genres van an dere ssiioler, en onder deze zijn de stillevens van Caardin in de eerste plaats uuniunt'ir.d. D.ize aroote fransche schilder is ton oiv,:ent weinig bekend, zelfs van naam. ik herirner mij niet ooit iets anders van hem in Xfder| land gezien te hebben dan eenige j:.ren gei; den | bij de iiriM Butl'i enn fraaie »ltog''(een zijner geiiei'-ie onderwerpen) JVu is er een stilleven van ham in het Mauritshuis gekomen, dank zij de sympathieke bemoeiingen van dr. Bredius. Dr. Bredius heeft een gelukkig ->tlair" om inte ressante aanwinsten in dit museum te exposeeren. Eenige jaren geleden kocht bij daarvoor met zeldzaam geluk het «Pattertje" aan, dit zeer precieuse, om verschillende redenen zoo merk waardige schilderij van Carel Fabritius. Nu is het deze Chardin die hij er in bruikleen afstaat. C*iardin werd geboren in November 1699, en 23 Ssptember 1728 werd hij lid van de Fransche Akademie van S^hoone Kunsten, als bloemen- en vruchten-schilder. Evenals de Heem, Abr Mignon, van Huysum en Kalf heeft Chardin zich speciaal toegelegd op het schilderen van stillevens. Maar wan neer aan de eersten dezer dikwijls een zekere droogheid verweten kan worden ondanks hun wonderlijk knappe techniek, wanneer die Hol landers veelal hun kracht zoeken in het schil deren van fraaie voorwerpen, prachtig zilverwerk en schitterend porcelein, of ryke vruchtencomposities, dan is Chardin daarentegen veel «moderner", geheel buiten het traditioneele, en in zijn tijd zeer individueel pok door de keuze zijner motieven, deze bijna altijd bestaande uit meest allerdaagsche en gewone voorwerpen. Chardin heeft later in zijn leven met veel talent, dit kon niet anders, ook figuuronderwerpen geschilderd. Maar zijn persoonlijk karakter, zijn zeer eigen «nooc' vindt men het duidelijkst en het trtffdndgt uitgesproken in zijn stillevens. Na zijn dood, in het begin van deze eeuw, werd zijn werk in het geheel niet meer ge waardeerd. Enkele franken brachten sommige zijner doeken op l Nu, in den tijd toen de valsch-klassieke smaak van David den boventoon voerde is dit geen wonder en een aantal jaren moesten voorbijgaan, n de evolutie in de litteratuur moest plaats hebben om weer de aandacht te vestigen op al het mooie dat in het gewone, eenvoudige, banale leven om ons heen is. Het mooie dat Israëls in arme visscherswoningen van Zandvoort ontdekte, had Chardin voor zich gevonden in zijn achterkeuken. Want niets vindt hij beneden de waardigheid van zijn penseel: een stuk vleeseh, enkele vruchten naast een metalen beker of glas, wat groenten met een koperen of tinnen kan, waarin zich de kleuren der omliggende voor werpen ongewoon trouw weerspiegelen. En alles wat hij schildert is met dezelfde liefde aangezien, en de teerste kleurschakeeringen, de fijnste harmonieën weet hij weer te geven met de eenvoudigste hulpmiddelen. Met bijna niets zijn meestal zijn achtergronden geschilderd, even maar op het doek gewreven. Daartegen een weinig opgezette verf, en het zijn bloemen of vruchten, ongewoon gevoelig gemodeleerd in de sappige p;Ve, hoogst eenvoudig en simpel geschilderd, maar met zooveel innig heid van aandacht, met zooveel penetrante liefde. Zoo ook is de nieuwe aanwinst van dr. Bre dius geschilderd. Deze stelt niets anders voor dan een kaaeje, drie eieren, een rood koperen ketel en een paar aarden potjes op dat steenen aanrecht waarop Chardin zoo gaarne zijn stilleven plaatst. Dit schilderij, zeer compleet van geheel en nizonder mooi geconserveerd, is zoo blond, zoo lijn van kleur dat ik iemand hoorde zeggen: »c(at zou ja van stillevens gaan doen houden!" Hoe groot is niet de macht der liefde waar mede een schilder zijn onderwerpen aankijkt! In het museum-Mesdag is er een Millet, een grauw-aarden pot met een bosje prei, een paar rapen en een witte kom er naast, van zoo verheven eenvoud dat dit schilderij aangrijpend wordt. Van zóó'n machtige voordracht is deza Chardin niet.j Maar de vette, volle, blonde schildering, de innigheid waarmede die enkele voorwerpjes aangezien zijn, maken het schilderij tot een bron van zuive/ genot voor hen die vatbaar zijn voor het genot dat ware schilder kunst kan geven. Pu Z. Tentoonstelling; SI, Liicas. Den S.iten opende de vereeniging S t. Lucas haar jlarlijksche tentoonstelling in de zalen van het Stedelijk Museum. Bij de twee hon derd nummers, schilderijen, aquarellen, teekeningen, decoratieve versieringen en ten slott^ enkele meubelen zijn hier door de leden bij eengebracht Dat de geest der versiering echter nog niet diep bij den Heiligen Lucas is doorge drongen, blijkt uit het betrekkelijk geringe. aurital vertegenwoordigers dezer richtirg, di.-i hij onder zijne discipelen telt. De metsten uiten zich in picturale schilderkunst, in het schilderij als op zich-zelf staand ding, dat in zijn mooiste bedoeling dij den aanschouwer de emoties van den maker zal opwekker, maar dat hnlaas al te dikwijls ontaardt in het meer of minder knap behandelen van een aantrekkelijk geval, dat zijn weg naar een et' andtra salon moet vinder, m. a. w. het maken van verkoopbaar goed. liet ligt niet op rnijnf; weg hier nader in te gaan op een bespieking van wat deze tentoonstelling ons \oor openbaringen op picturaal gebied brengt, nog in hoe verre vele dezer betrekkelijk jonge schilders reeds hun succes waardig 2\jn; daar ik meer in het bijzo;,der mij even met datgene wat in de kleine zaaltjes een onderdak gevo;ulen lieeff, wil bezig houden, met dat, wat het gebied der versiering raakt. Een zonderling verschijnsel is echter dat men het werk vau een zalftLin persoon terug vind, zoowel hier. als Inrgs den wand in den vorra van schilderijen. Tweeslachtige wezsr.s, zouden we ze bij ue zO'-irdieren roemen, rui zcgijen we echter, veeD.ijdig ontwikkelenden en df'nken aan groote marren, die schilder, beeldhouwer. architect waren of het maken van schilderijen met het ontwerpen van verdedigingswerken paarden. Maar waar dit destijds tot gunstige resultaten leidde in ieder onderdeel, op ieder terrein, daar zien we thans echter dat het niet best te vereenigen is, dat dergelijke menschen die van alle markten thuis zijn, hunne gaven, indien zij die bezitten, versnip peren en beter deden ze tot n doel te concentreeren. /oo zien we hier bijv. de batiks (ik wou dat ik ze anders kon noemen, want dit woord herinnert aan zeer superieur werk) van dm heer Boelofsen van wien eveneens een past<-l en een sij'i«rei in de andere zalen gef xposeerd zijn. In (loze ding'3!! zit nu zeer weinig deco ratief geheel , het naast elkaar zetten van vlinders ea bladen vormt no^ niet altijd goedj versiering; gevoel voor verhouding en eveii, wicht missen zij evenzeer, e:i waar het louter l lijnenspel is, daar is dit droog en zonder mi^re i vorm die aangsnaan aandujt. :n uit Ujneu alleen iets moois te maken is, de heeren der systemen houden het mij ten goede, ontzaglijk moeilijk, of men moet haast een geboren Japanner zijn of diens ontwikkeling bezitten. Dit zelfde geldt eigenlijk eveneens, van het werk des heeren van de Wall Perné.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl