De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 16 juni pagina 5

16 juni 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1251 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 5 Rollen van 6 Tabletten. ? Rollen van 6 Tabletten. ? (o dubb. Capsules DAME£. Engelsclie ?wen in geiaeeiitelietreffiiip. In het midden der 18e eeuw werd in een proces in King's Bencüop de vraag, of vrouwen het recht hebben bij de verkiezing van een doodgraver" een stem uit te brengen en of eene vrouw die betrekking bekleeden mocht door den Chief-Justice met //ja" beantwoord: * vrouwen" zeide hij waren reeds in allerlei betrekkingen werkzaam, waaraan groot er ver antwoordelijkheid verbonden was b. v. in die van wijkmeester, opzichter, directrice van een armengesticht, gevangenisbewaarster, enz Aan het einde der 18e eeuw werd aan het Gerechtshof de kwestie behandeld of vrouwen als armenverpleegster konden worden aangesteld. Aanleiding daartoe gaf de gemeente van Londen die zooals vermeld stond //hardnekkig daarop stond" een vrouw voor dit ambt te kiezen. Volgens rechterlijke uitspraak werd de keuze der gemeente goedgekeurd. Toen de //Ctiief Justice" de beslissing bekend maakte, zeide hij, dat de eenige vraag hier gold of de betrekking van dien aard was, dat eene vrouw die onmogelijk zou kunnen vervullen, en wij zijn overtuigd dat dit niet het geval is." In het begin der 19e eeuw, toen het met de ontwikkeling der vrouwen allerdroevigst ge steld was en het maatschappelijk leven in Engeland op een zeer laag peil stond, scheen er zulk een sterke achteruitgang ingetreden te zijn wat betreft de belangstelling der vrouwen in het openbaie leven, dat in 1835 aan de vrouwen het recht ontnomen werd gemeente betrekkingen te bekleeden, zonder eenigen tegen kanting van haren kant, ja zelfs zonder dat iemand er eenige notitie van nam. Toen later de onverschilligheid en opper vlakkigheid der hoogere kringen in verband met de economische omwenteling onder de arbeidersbevolking dien vreeselijken toestand van armoede ten gevolge hadden, waren 'het vrouwen, die in de vorige eeuw, telkens in grooten getale de behulpzame hand kwamen bieden tot leniging dier sociale nooden. Hiertoe werkten o. a. mede Elisabeth Fry, Mary Carpenter, Louisa Twining, mus Power Cobbe, de bekende schrijfster van de ,Duties of Women" en door haar arbeid leerde men eerst inzien, welke gebreken er kleefden aan de gemeenteyerordeningen. De armenopzichters beweren, dat zij de nadeelen van een armhuis niet inzien", zegt Louisa Twining, in een mededeeling op een sociaal-wetenschappelijk congres, »dat verwon dert mij niet, want dat is vrouwenwerk." Mary Carpenter verklaarde, dat er geen man is, hoe slim ook, of hij kan door eene matrone uit een werkhuis worden beetgenomen, en Miss Power Cobbe deelde mede, hoe het eens gebeurde, dat een commissie van 24 heeren de kinderziekenzaal van een Armhuis was binnengestormd, hoe zij schuine blikken wierpen op de kleine bedjes, zouder n daarvan van naderbij te durven be zien, toen de uit hun slaap gewekte babies een koorgescbrei aanhieven. Voetje voor voetje werd het door de vrouwen vrijwillig opgenomen werk wettelijk gemachtigd. Door de uitbreiding der voor gemeentever kiezingen geldende bepalingen, de »Local Government Act van 1894" verkregen de vrou wen het actieve kiesrecht voor alle plaatselijke besturen, en het passieve kiesrecht voor de zoogenaamde »Paiish- en District-Councils''. De Parish-Council is het ^gemeentebestuur". Ongeveer 150 vrouwen hebben sedert 1894 in de Parish-Councils zitting genomen in de meest uiteenloopende betrekkingen. In Shdlield on Lodden is een vrouw zelfs *Burgemeester(es)" geweest. In Guilden-Morden staat eene vrouw aan het hoofd der commissie belast met den koop en verpachting van gemeentelanderijen, een postje dat men in Holland vermoedelijk het laatst aan een vrouw zou toevertrouwen. Het meest hebben zich de vrouwen ver dienstelijk gemaakt in den gemeentedienst der hoofdstad. Wel is waar zijn er bepaalde grenzen gesteld voor hare indienstneming. Voor het gemeentebestuur van groote steden met eea zeker aantal inwoners, hebben vrouwen nog geen passief kiesrecht. Een uitzondering maakt echter in dit opzicht de Londensche //veotry" een soort gezondbeids- en bouwpolitie, met ver strekkende bevoegdheden. Ze heeft het toezicht op de straten, wegen, parken, waterleiding, rioleering, stratenverlichting, openbare badinrichtingen en wasscherijen, volksbibliotheken en andere weldadigheidsinhchtingen. In 1899 werkten in de «?Vestries" van Lon den 12 vrouwen, voornamelijk in de gezondheids commissiën. Het viel haar niet moeielijk be noemd te worden in die commissiën, omdat een succf'svolle, geheel vrijwillige werkzaamheid van enkele vrouwen en grootere vrouwenvereenigingen haar daartoe den weg hadden gebaand. De over heel Engeland uitgebreide en zoo nuttige instelling der openbare waschhuizen o. a. heeft aan een eene vrouw haar ontstaan te danken. Een arme arbeidersvrouw, die in een dichtbevolkte buurt in Liverpool woonde, stond hare buurvrouwen toe, die in hare woningen hoegenaamd geen gelegenheid hadden tot wasschen, om in groote hoeveelheden water te koken, in een kamer van hare woning te wasschen en het goed op haar binnenplaats te drogen. Een vrouwenvereeniging, wier aandacht daarop viel, verschafte de vrouw de middelen hare onderneming uit te breiden, en van deze gele genheid werd zoo'n druk gebruik gemaakt, dat de gemeenteraad besloot openbare waschhuizen op te richten. De gezondheids-politie heeft in Londen, waar de woningnood angstwekkende afmetingen heeft aangenomen, een bijzonder zware taak. Men zou zeggen dat hier de vrouwen het allerminst ge schikt waren om de laagste elementen van East End en Whitechapel te vertegenwoordigen. Juist hier, volgens verzekering der overheidspersonen, hebben de vrouwen de beste diensten bewezen, men heeft haar zelfs bij voorkeur het saniteits- en politietoezicht opgedragen van de groote buur huizen, omdat -- daar de mannen overdag aan het werk zijn --- men het meest met de vrouwen te doen had. Aan menige verbetering heeft men den gunstigen invloed der «.lady visitors" kunnen merken. Zoo worden b.v, in de districten, in welks //Vestries" vrouwen aangesteld zijn, de //recep tion houses" (barakken) waar personen met besmettelijke ziekten opgenomen worden, terwijl hua woningen ontsmet worden, veel beter be zocht. In andere districten is het slechts met moeite of beelemaal niet gelukt het wantrouwen der beworers tegen die huizen te overwinnenIn de Vestry van St. George the Martyr, een wijk die Charles Booth in zijn beroemd werk Volksleven en arbeid" de armste van Londen noemde, staan de meest verwaarloosde huurhuizen onder toezicht eener vrouw. Deze is zoo goed geslaagd om te verhinderen, dat die huizen overbevolkt worden, om de huurders om zoo te zeggen op te voeden tot netheid, hen te over tuigen van de noodzakelijkheid eener goede ventilatie, de eigenaars aan te sporen tot de nakoming hunner plichten enz. dat de Vestiy eene tweede, en later eene derde helpster aan stelde voor hetzelfde werk. Sedert 1900 echter hebben de Londensche Vestries niet de vrouwelijke beambten als ge zondbeids-opziehteressen opgehouden te bestaan. Dit heeft zich zoo toegedragen: In Februari 1899 werd in het Lager Huis de zoogenaamde Government-Bill ingediend, waarin het voorstel gedaan werd, in plaats van de Vestries de zoo genaamde «Metropolitan Boroughs" in te voerea, en dus een centralisatie van bestuur te ver krijgen. Deze nieuwe corporaties mogen echter, daar zij met de Town Councils" der groote Provinciesteden gelijk gesteld zijn, geen vrouwe lijke leden opnemen. In het Parlement is voor de 12 vrouwen, die in de Vestry gewerkt hebben, warm en krachtig gesproken geworden; de Londensche overheids personen uitten de wenschenlijkheid de verdere medewerking der vrouwen te handhaven, [u het Hooger Huis trad zelfs Lord Salisbury en de Aartsbisschop van York voor ds vrouwen op. Het amendement de vrouwen het passieve Kiesrecht voor de nieuwe Gemeenteraden te verleenen, werd, zooals de lezers zich waarschijnlijk nog herinneren zullen, niettegenstaande het eene groote meerderheid in het Lager Huis verkreeg, door de Lords verworpen. Dit is echter zeker, dat het verlies voor de Engelsche vrouwenbeweging slechts tijdelijk zal zijn. 't Is te voorzien, dat in lokale besturen de Engelsche vrouwen zeer spoedig dezelfde rech ten als de mannen zullen erlangen. E. K. H. (Ontleend aan Nette Halmen.) KMerteüeraiDir. Een der meest interessante persoonlijkheden, die ik tjjdens myn verblyf te Pary's heb leeren kennen, was een Rus, Baron de Népluyeff, stichter van de Broederschap »de Verheffing van het heilige Kruis", uit Tshernigovsky. Dat ik dezen weldoener der menschheid heb ontmoet, en hem hoorde spreken over zyn instelling op het spmYistewcongres, zal zeker menigeen verwonderen. En toch is dat zeer natuurlek, als men heeft hooren vertellen, op welke wyze hy', om zoo te zeggen gedwongen is geworden, om vér van het gewoel der wereld, zoo velen tot groot nut te zyn. Als men dezen torsen gebouwden man ziet, dan zou men niet vermoeden, dat er zoo'n teere ziel in hem huist. Hu vertelde ons, hoe hy van zyn vroegste jeugd af, neiging had gehad tot het mystieke. Hoe hy als student aan de academie te SintPetersburg, en later als attachéaan het hof, als het ware steeds den invloed ondervond van een geheimzinnige macht, die naar hy meent van buiten op hem inwerkte. Hy maakte het hotfeven mede, maar voelde zich steeds onbevredigd. Hoewel bezitter van uitgestrekte landgoe deren, die zooals meestal door rentmeesters werden beheerd, kon by zich nooit iets gelegen laten liggen aan het wel en wee zijner onderhoorigen. Maar, zoo meende hij, daar was een geest die op hem inwerkte en hem niet met rust liet, voor bij een onderzoek instelde naar de bewoners, der aan hem toebehoorende landgoederen. Hy verliet het schitterend hofleven te Sint Petersburg, om te gaan wonen in de onherberg zame oorden der Russische steppen. De toestand waarin hij zyn onderhoorigen had gevonden, was namelyk zoo diep droevig, dat hy begreep zelf aan de beschaving te moeten arbeiden van stakkers, die nog alleen door hun uiterlijk iets menschelijks hadden ! Hy wist echter te goed, dat men om met succes werkzaam te zyn, moet beginnen bij het opkomend geslacht; en daarom stichtte hij scholen, waar de kinderen onderwijs konden ontvangen. Als men nu weet, dat in Rusland, alleen van de Joodsche bevolking in de steden die 5 millioen zielen telt, niet minder dan 400.000 kinderen van alle onderwy's verstoken zyn, dan kan men zich voorstellen hoe de toestand is op het platteland. Een groot bezwaar was echter de verre afstanden. Als er sneeuw lag op de velden en de wegen onbegaanbaar waren, dan konden vele kinderen onmogelyk de school bezoeken. Dit begreep de Népluyeff ook en daarom achtte hy het beter een kinderkolonie te stichten, waar allen onder zyn toezicht konden leeren en arbeiden. Dit gebeurde in 1881. Aanvankelyk werden alleen jongens opgenomen; maar de stichter begreep terecht, dat waar men verbetering wenscht van het geheel, die nooit zal kunnen worden bereikt, wanneer die slechts wordt toegepast op de ne helft der menschen. En zoo werden meisjes en jongens te zamer. in de kolonie opgevoed. Het resultaat was uiterst bevredigend. Geen kazernesysteem of zwaardrukkende reglementen; geen pasklaar gemaakt opvoe dingsrégime waaraan de zoo verschillende karakters zich hebben te onderwerpen ! Geen strafkamer of hok waarin de schuldige wordt opgesloten ! Evenmin lange boetpredikaties of femelary, wat het huichelen zoo in de hand werkt! Maar een zekere kameraderie tusscben allen onderling, de leermeesters incluis. Nu ik dit schrijf, komt me in de gedachte een door mij gebracht bezoek aan een onzer meest bekende liefdadigheids-instellingen, waar het hoofd als een pauw door de lange ry'en verpleegden stapte, en de onderwijzers, allen even plechtig doende, door hun leerlingen met schuwen blik werden aangestaard. Kleine kinderen worden groot; en toen de eerste kolonistjes mannen en vrouwen waren geworden, vroegen zij verlof zich in de kolonie te mogen vestigen. En zoo ontstond in 1893 de «Werkmans-Broederschap der Verheffing van het H. Kruis." De Népluyeff is nu als de president van een kleine republiek! Om hem heen heeft zich geheel vrijwillig een kolonie gevormd, die, daar alle soorten van handwerkslieden en arbeiders zich er onder bevinden, in staat zijn de omliggende bevolking van alles te voorzien. En nu iets over het opvoedingssysteem, dat zulke gunstige resultaten heeft opgeleverd ! De Népluyeff zegt daarover het volgende : »In de eerste plaats tracht ik het schaamte gevoel te ontwikkelen, en verder ze in te prenten liefde voor elkander te hebben. Geen uitdeeling van straffen die den schuldige vernederen in het oog van zijn makkers ! Ik suggereerde als het ware degenen die iets onbehoorlijk» hadden gedaan, om naar mij toe te komen en hun schuld vry willig te bekennen. En ik meen zeker tot de conclusie te mogen komen, dat ik niet de kalmte die my' in alle om standigheden eigen bleef, en met den ernstigen blik waarmede ik den schuldige aanzag, mér uitwerkte, dan een lange boetpredicatie of een lichamelyke tuchtiging had kunnen doen !" Het is natuurlijk, dat slechts degeen die zelf moreel hoog staat, met goed gevolg het bovenvermelde systeem in praktijk zal kunnen brengen ! Als bewijs hoe zachtmoedig en liefdevol het karakter is van den stichter, kan dienen de volgende, door hem gedane uitspraak : »Laat ons by de opvoeding vooral niet ver geten, dat wij niet in den hemel leven; maar op een aarde waar het menschdom van nature is geneigd tot het kwade !" Dit is zeker wel een zeer edele en juiste opvatting. Al meer en meer komt men tot de overtuiging, dat het onmogely'k iets goeds kan uitwerken, wanneer alle kinderen op dezelfde wijze worden opgevoed. Daarom is m.i., waar, zooals in ons kleine landje pi. m. 5000 kinderen per jaar voor den rechter verschijnen, het een noodzakelijk iets te voorkomen, dat zoovele op het pad der zonde reeds op zoo jeugdigen leeftijd bewandelen. Het onttrekken aan schadelijke invloeden blijkt het eenig afdoend middel! Toen onlangs in Italiëeen boek verscheen, geschreven door den procureur-generaal Lino Ferriari, get. «Ontaarde Moeders", bleek het, dat de kleine veroordeelden wanneer hun iets omtrent hunne moeders werd gevraagd, voor het meerendeel ten antwoord gaven : »Wat geeft zij om my ?" Te lang, veel te lang, hebben wy vrouwen, de oogen willens en wetens gesloten, voor de arme kleinen, die in een verdorven omgeving opgroeiden voor »galg en rad". En als zoo'n misdeelde in een al te nauwe aanraking,met onze eigen kinderen of onszelf dreigt te komen, dan trekken we met een min achtend gebaar ze op zijde, of we nemen onze japonnen wat hooger op, in plaats van met een blik vol medelijden die arme schepseltjes gade te slaan en te helpen. Dat dit niet langer zoo mag blijven, begrepen eenige weldenkende mannen, die het niet alleen by woorden lieten, maar tevens door daden hun ernst toonden. Dr. Walburg Schmidt te Amsterdam vereenigde zich met eenige heeren, om leden en begunstigers te winnen voor een vereeniging die tot doel zou hebben : de oiimeding in het huisgezin, onder controle. Om een bewijs te geven, dat in ons land evengoed, als, volgens Dicken's Olivier Twist in Londen, een zakkenrollerssdiool bestaat of bestond, diene het volgende. Een jongetje op heeterdaad betrapt op het rollen van een portemonaie, verklaarde, dat hij in de Balk in 't Oogsteeg te Amsterdam een oefenschool in het behendig zakkenrollen had doorloopen. Aldaar hingen als dames en heeren gekleede poppen, die van belletjes v/aren voorzien. Rinkelde nu zoo'n belletje by het aanraken van den zak waaruit iets moest worden ge stolen, dan kreeg het kereltje slaag! Op bevel van zijn moeder, of degene die zich daarvoor uitgaf volgde hij den »cursua" ! Het bestuur dat zich in 18!>2 formeerde, begreep terecht, dat, wilde men de kinderen, in werkelijk knappe gezinnen plaatsen, deze verwaarloosden onmogelijk uit hun vieze om geving, terstond als huiagenooten met de andere leden van zao'n gezin zouden kunnen verkeeren. Een doorgangshuis was dus gewenscht. Maar om te kunnen huren of koopen, moet men geld hebben. Een bekend Amsterdamsen philantroop bood ook hier weer de behulpzame hand. En het was vooral aan zyn toedoen te danken, dat er te Bussum een doorgangshuis werd ge bouwd. Tot nu toe had een zeer bescheiden huisje, gehuurd voor ? 100 in het jaar te Soesterberg, daarvoor dienst gedaan. Om een bewy's te geven, hoe noodig het was, de kinderen in een zoodanig verbly'f te plaatsen voor korteren of langeren tijd, diene dat er o. a. uit Nijmegen een kind werd opgenomen, waarvoor acht dagen noodig waren om het verwaarloosd schepseltje een eenigszins toon baar uiterlijk te geven. Maar niet alleen ter wille van de lichaamsreiniging, maar ook om het karakter te bestudeeren, is een korter of langer verbly'f in een doorgangshuis zoo zeer gewenscht. Men weet dan in welk gezin het kind het best op haar of zy'n plaats is. Alle gezindten worden opgenomen en volgens deze in ge zinnen van gelijke richting geplaatst. Het kostgeld dat voor ieder kind wordt betaald, is f 180 in het jaar. Natuurlijk worden de kinderen nooit in de steden, maar alty'd op het platte land geplaatst, in een gezonde omgeving. De treffendste blyken van liefde en aan hankelijkheid van de pleegouders tegenover de kinderen, en omgekeerd worden telkens. En ook de dankbaarheid van de verpleegden ten opzichte van de leden van het bestuur, is kenschetsend voor het groote nut en den zegen die door dit werk der liefde wordt verspreid, Geregeld worden de gezinnen bezocht en wel een bewijs is het dat de meeste pleeg ouders gaarne een of meer bestedelingen heb ben, als men hoort, dat de candidatenlyst van aspiranten, daarvoor, alty'd zeer groot is. Ik zou veel treffende voorbeelden kunnen opnoemen, om aan te toonen, dat men met de Vereeniging lot verpleging in het Huisgezin te steunen, een goed werk doet! Door / '2.50 in het jaar af te staan,!) heeft men ten minste n week voor n kind gezorgd, en als velen dit doen, dan kunnen eenige van de massa verwaarloosde kinderen die nu nog onze stra ten bevolken, wellicht een goed onderkomen krijgen! De Commissie zegt in haar verslag over 1899: »Het doet ons leed dat het wetsontwerp tot beperking der ouderlijke macht nog niet tot wet is verheven! Nu hebben de ouders, hoe boos ze ook zyn, steeds het recht hun kinderen op te eischen! Als het wetsontwerp tot wet wordt, dan zal dit niet meer kunnen! Moge die tijd spoedig aanbreken !" Men kan zich als lid of begunstiger van de Vereeniging tot Opvoeding van Verwaarloosde Kinderen in liet Huisgezin aanmelden, bij het Hoofdbestuur te Amsterdam. Voor den Haag en omstreken bij den secre taris der afdeeling, den heer E. L. C. Schift', Duinweg 4, Scheveningen. VEH/V. 1) De minimum contributie is ? 1. Vrouwenkiesrecht in Engeland. 18 Maart j.l. maakte eene deputatie van vrouwen uit Lancashire haar opwachting aan het Vrouwenkiesrecht-Comitéonder de leden van het Lagerhuis met een door '29.395 fabrieksarbeidsters uit die provincie onderteekend adres aan het parlement, waarin op het toekennen van het kiesrecht en de verkies baarheid aan de vrouwen wordt aangedrongen. Eenige parlementsleden, waaronder Sir Charles Dilke, ontvingen de deputatie en verzekerden haar van hun sympathie en onverflauwden ijver voor deze zaak en van hun voornemen om haar zoo spoedig maar mogelyk weder in het Lagerhuis ter sprake te brengen. Tweemaal is in deze zitting, door de taktiek van minister Balfour om de dagen voor wetsvoorstellen van leden in beslag te nemen voor de regeering, het vrouwenkies recht van de baan geschoven. Sir Charles had voor o April een wetsvoorstel op de dagorde geplaatst gekregen, dat o.a. kiesrechthervormingen, óók kiesrecht en verkiesbaarheid aan de vrouw zou toekennen. Doch op voorstel van Balfour besloot het Lagerhuis dien dag de Paaschvacantie te nemen en daarmede was de tweede kans dit jaar verkeken. De beweging voor de politieke gelijkstelling der vrouw wint echter in en buiten het par lement aan invloed en kracht en ataat in Engeland zser gunstig. * -X* Miss Finola Sullivan, dochter van den ge wezen president van Queen's college, te Cork in Ierland, is benoemd tot gezondheidsinspektrice in de stad Pembroke, provincie Dublin. Dr. Lucy Smith, op een na de oudste der vrouwelijke studenten aan bovengenoemd col lege, is met algemeene stemmen door den staf voor het bezoeken van hospitaal-patiënten. tot lid van dien staf benoemd. * * * Xegenvan de '2\ studenten aan de St. Andrews l'niversiteit in Schotland die April den graad van M. A- (Jlaster of Artx) verworven, waren jonge dames. En aan twee jonge daroes, Agnes Smith Lewis en Margaret Dunlop Gibson, werd met bijzonderen lof van den Senaat, de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid uitgereikt. Twee dames, waarvan n gehuwd, mevrouw S. Satthinadham en mej. Kamala Krishnama, behaalden aan de Universiteit te Madras in Engelsch-Indiëden graad van M. A. (zieboven). Terwyl twee andere Indische dames, Jagannathan en Ammal, aan het College te Tanjore den hoogsten graad in de letterkunde ver wierven. Aan de Universiteit te Bombay hebben 513 Mohammedaansche meisjes het examen voor het kadaster afgelegd met gunstig gevolg. * * * Op -l April kwam in het Lagerhuis van Engeland in behandeling de tweede lezing van het wetsontwerp om den man te veroor loven, na den dood zijner vrouw haar zuster te huwen. Het heeft veel kans aangenomen te worden, doch bevat niets dat ook der vrouw het recht geeft om na den dood van haar man diens broeder te huwen. Altijd die onbillykheid tegenover de vrouw. * * * Een uitstekend voorbeeld. Door den lerschen Ilaad van Landbouw is aan miss O'Connor Eccles de opdracht gegeven om in de provinciale districten van Ierland voor de dorpsvrouwen voordrachten te honden over «wetenschap in het huishouden", speciaal in betrekking tot de bereiding van voedsel, het dragen van kleeding en de huishoudelijke gezondheid. Miss Eccles heeft in verschillende landen van Europa, ook in Holland, het leven der boeren en hunne huishoudens nauwkeurig be studeerd ; z\j interesseert zich by zonder voor de inrichting der huishoudings overeenkomstig moderne begrippen en de wetenschap en zal, dientengevolge, op haar tocht goeden invloed verspreiden. Waarom zou de praktijk van goed huis houden, voorwaar geen gemakkelijke taak, niet onderricht worden zooals allerlei kunsten, we tenschappen en techniek? * * * Dappere vrouwen. Ty'dens een storm twee weken geleden ver keerde de visschersvloot van Hanswick aan de Noordkust van Engeland in groot gevaar. De noodvlag was reeds geheschen. Maar de geheele bemanning der reddingsboot was op de vloot aanwezig. Slechts twee mannen waren in het dorp beschikbaar. Handenwringend en met bange harten stonden de visschersvrouwen den strijd harer mannen tegen de woest-wilde golven aantezien tot eenigen harer besloten de reddingsboot, samen met de twee,te bemannen en haar in zee trokken. Op hetzelfde oogenblik werd een der schuiten op het strand geworpen en sprongen de mannen daaruit om de red dingsboot te bezetten. De vrouwen hadden echter haar aandeel in het reddingswerk. * * * Door kunst tot adel. Het onderwerp van veel geschryf in de Engelsche pers was het voorgenomen huwelyk eener zangeres van het Gaiety Theater in Londen, miss Rosie Boote, 23 jaar oud, met den 22-jarigen markies van Neadfort. Dat huwelijk had deze week in alle stilte in een afge legen dorpje in het zuiden van Engeland plaats. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, alvorens het zoo ver was. De familie van den bruidegom was daarmede volstrekt niet in genomen. Ook de hoogere autoriteiten hadden vele bezwaren. Doch door de gemakkelijke huwelijkswetten in Engeland kon de jonge markies zyn zin doorvoeren en volgde miss Boote in de lange reeks der zangeressen van dat theater die in den adelstand werden ver heven door hare bewonderaars. iiiiiiiiiiiiiiiMitiiiiiiiliiiimliiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiifl Modes. Vrouwen bij het administratief spoorwegtvezen. Getrouwd of »« d sirer" ? Eerlijk tellen. In Parys zyn eenige dagen van het jaar bestemd, tot het «lanceeren" der modenieuwigheden, bedacht door tailleur, modiste en kapper en gedragen door de behaagzieke, door-en-door gracieuse Parisienne, die er een kinderlijk genoegen in heeft, zich te laten beky'ken en bewonderen. De zomer-toiletten, hoeden en kapsels worden «gelanceerd" op het terrein der wed rennen te Auteuil eri te Longchamps. Le fameux Lenthéric, parfumeur, haarkunstenaar en maker-goochelaar van dameshoeden heeft zich niet onbetuigd gelaten. Beminlijke en vleiende attesten over heer lijke parfums zijn nu weer afgegeven door Sarah Bernhardt, Rose Caron, mevrouw SirnonGirard en Marthe Brandos. Er zullen te Auteuil en te Longchamps heel wat kopjes gezien worden bewerkt door Lenthéric en gndekt door »des amours de petits chapeaux, dont lui seul possède Ie secret." Lenthéric kent de trucs van zy'n vak. De man heeft een eerbiedwaardige dosis rnenschenkennis. Hij is de volmaaktheid in het omsprin gen met zijn clientèle. Zyn naam, die als muziek klinkt in de oortjes der dames, trekt de borstelige wenkbrauwen der fransche heeren dikwijls samen in een misnoegden denkrimpel, want zij zien dien naam prijken aan het hoofd der schrik aanjagende rekeningen. Lenthéric maakt quasi een gelaatstudie van iedere vrouw, die een hoed of kapsel wenscht, door hem bedacht. Hij kijkt, tuurt, peinst; met vlugge, bewegelijke vingeren trommelt hij even aan uw kapse); doet eenige passan achteruit, bekijkt u weer met ker.nersblik, schiet op u toe en zegt: «Madame, j'y suis''! y'lt naar een standaard waarop een gegarnesril hoedje rust, wipt het er af, schudt het hoofd deksel als een goochelaar door elkaar, grijpt er in met volle hand, zoodat gij denkt dat er van het zwierig hoedje niets terecht komt, knijpt in een guirlande, verbuigt den rand en zwenkt met de lenigheid en zekerheid van den prestidigitateur den hoed op uw kruin. »Jugez-vous nióme ! Il n'y a que rom <{ui puisse porter ce chapeau-la. Il vous va a merveille. C'est tonnant comme ce chapeau vous coiffe!... En de complimentjes dartelen als bly'de vlinders om uw ooren. Lenthéric paart een groote mate van handigheid aan een zeer goeden, soma wat zwierigen, maar toch gedistingeerden smaak. Het kunstje van iedere dame in den waan te brengen, dat zij het speciale voorwerp zy'ner artistieke overpeinzingen is, legt hem geen wind-eieren. Het is te hopen, dat Lenthéric, wanneer hij zich als «bourgeois satisfait" uit de zaken terugtrekt, zyn «mémoires" zal schrijven. Wat nou hij aardige, typische en leerryke bijdragen kunnen leveren tot onderkenning der verschil lende vrouwelijke ydelheden ! De ydelheid >de la i'emme du monde", »de la femme-artiste" en »de la femme du demiinonde". De voorjaarstoiietten verschijnen bij d«

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl