Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1253
land daaromtrent is gedaan en met welke
resultaten. Dit laatste hoofdstuk bestaat
wederom uit een deel: geschiedenis, en een
deel: inhoud en werking der bepalingen.^
Eakele bijlagen geven de bepalingen zelf
weer door eenige der voornaamste werk
gevers opgesteld: I bij Bjkswerken, II
gemeente Amsterdam, III
Ontwerpbepalingen der Aoisterdamsche
»Herzieningscommissie", IV gemeente Liiden (opge
maakt in overleg met het Centr. B. v.
Soc. Adv.).
Dat de directeur en het bestuur tot dit
onderwerp besloten, is overigens zoo vreemd
niet: Het is bekend hoe het de eerste was
die in den Amsterdamschan K lad den
eersten stoot gaf' tot het opnemen van be
palingen van dezen aard. Den 11 Juli
1891 dus juist 10 jaar geleden! stelde
hij met den heer G-tritsen voor: »B en W.
uit te noodigen in de bestekken van bouw
werken en in de voordrachten tot het
verleenen van concessie n in het belang van
het betrokken arbeidspersoneel, voor zoover
zulks door bijzondere omstandigheden niet
ondoenlijk is, bepalingen omtrent loon en
arbeidsduur op te nemen". E in jaar later
14 Juni 1892 antwoordden 13. en \V. vrij
wel afwijzend en stelden voor een commissie
te benoemen tot ontwerping van een arbeids
contract, ^waarin zoowel werkgever als arbei
der hun wederzijdsche rechten en verplich
tingen zouden uitdrukken." Maar de Raad
ging verder en nam 12 Oet. een motie aan
waarbij besloten w^rd wel een commissie te
benoemen maar eeue met de bepaalde op
dracht de bedoelde bepalingen te ontwerpen.
Het ont.verp dier commissie kwam eerstin
December 1893, en 11 J in. 1891 werden
B. en W. gemachtigd in de bestekken den
maximum arbeidsduur van 11 uren en het
minimum loon voor een ambachtsman van
23 voor een handlanger van 18 cent per
uur op te nemen, met nadere regeling voor
jeugdige werkkrachten, overwerk,
Zondagsarbeid, controle enz. Dit was een proef.
waarover B. en \V. 12 Juli 1894 het rapport
uitbrachten, dat zij geslaagd mocht heeten
en waarvan men zeggen m jest datde
fiaancieele bezwaren »niet overwegend konden
worden geacht." Dit had ten gevolge dat
de Riad 25 Juli 1894 definitie! tot de op
neming der bepalingen besloot.
Daarmede was in ons land het ijs ge
broken en meer en meer worden de be
palingen voorgeschreven en opgenomen :
Zoo in: Alkmaar, Sueek, Winschoten,
Schiedam, Zaan lam, Zuifen, Zwolle, Haar
lem, Middelburg, Amersfoort, Lolden en
min of meer ook Nijmegen. In Utrecht,
Rotterdam, Weesp, Groningen, Arnhem en
Leeuwarden was de zaak aan de orde ge
steld maar is zij verworpen; en soms weer
opnieuw aan de orde gesteld.
S-'dert 1899 neemt het ministerie van
"NV. H. en N. in zijn bestekken als regel
bepalingen op en enkele andere ministeries
volgen dit voorbeeld sinds kort. Evenzoo
enkele provincies.
Ziehier dus in 10 jaren al heel wat ver
kregen. O )k al vtirkreeg men niets anders
dan de aanneming van het principe. Immers
dit is de eerste en daarom ook de moei
lijkste stap. DJ andere volgen dan vroeg
of laat ook wel. En dat is te hopen,
want het hoofdstuk over den inhoud der
bepalingen doet ons duidelijk zien dat er
hierin nog heel wat verbetering verkregen
moet worden. De werktijd is bijvoorbeeld
bijna algemeen een van elf uren I:i Win
schoten en bij den heer Van Marken is
het tien uur, wat ook de commissie, die de
Amsterdarnsche verordening herzien moet,
voorstelt.
Ook de loonsbepaling is niet altijd zoo
gunetig als het wenschelijk ware, vooral
daar zoodoende de publieke lichamen aan
de particulieren een voorbeeld en vaak een
tot navolging dwingend voorbeeld geven
kunnen. Men kent hierbij twee methoden :
13. een algemeen minimum voor ambachts
lieden, voor vaklieden geen ambachtslieden,
voor handlangers, zooals sedert 1898 te
Amsterdam; of 2o. een minimum voor elk
vak, zooals te Amersfoort, Zaandam en
Lsiden. Deze laatste methode schijnt vol
gens het rapport steeds meer de meest
practische en de herzieningscommissie te
Arasterdam wil daartoe dan pok overgaan.
Ziehier een enkele greep uit de vele stof
die het rapport ons biedt. De rangschik
king is zoo eenvoudig dat het ook daardoor
zeker aan zijn doel zal kunnen beantwoor
den. Nu juist de gemeenteraadsverkiezingen
hier en daar nieuw bloed in de raden
kunnen brengen en de nooiUakelijken aan
drang van onderen wellicht zal worden
gegeven die in staat is «l'v.e lichamen, (nog
vaak, wij denkeu aan Utrecht en Rotter
dam, zoo heel wiMiig geneigd tofc
maatregelen van socialen aard)- wat te dnjvun
in die richting, nu kan dit rapport een
stevigen steun bieden aan die voor de
arbeidersbelangen op komen, !>l om het be
ginsel te doen aannemen, of om het aan
genomen beginsel wat verder door Ie voeren
en (ie bepalingen wal beter te maken dan
zij nu zijn. Het is daarom te wer.bclien dat
het binnen veler bereik vuile; op het aan
de leden der vereeiiiging toegezonden
exemplaar staat de handeluprijs niet ver
meld. M.-iar moge die laag zijn, het zij n de
koopkrachtigste!! niet die van het boekje
het beste gebruik zullen maken l
De reeks is nu geopend. Een groo'.c I
staat op dit rapport. Dit belooft reeds dat
men niet bij het begin zal blijven staan.
Het werk is nuttig en zeer noodig. Deze
eerste uitgave toont dat er dcgt-lijk en
bruikbaar werk geleverd wordt. Het is een
goed begin ; moge het slechts in den zin
van het spreekwoord de helft van het werk
zijn, en menig deel het feitenmateriaal van
wie nijt zelf aan de bronnen zoeken kan
vergrooten en, voor \\ie het wel kan, ge
makkelijk te hanteeren maken.
IL
Tentoonstelling Sint Lnsas",
Het is nu al ginds jaren, dat deze
vereeniging jaarlijks tentoonstellingen organiseert van
werken der leden. Aanvankelijk op bescheiden
voet in een zaaltje van het Panoramagebouw,
vaa lieverlede op maer grootscheapsche wijze
in de zalen van het S lasao-museum. Da pogingen
schijnen dus te slagen, de onderneming haefc
zich uitgebreid. Een bepaald karakter, waar
door zy zich byv. onderscheidt van »Arti",
heeft de vereeniging niet. Daar is geen fractie
die zich afgezonderd heeft voor een beginsel,
maar bloot de aaneensluiting van vakgenooten,
ten gunste van het onderling belang. Wd
hadden het daarover reeds by vroegere gele
genheid.
Als Arti een of twee tentoonstellingen per
jaar inear gaf, zouden dat ongaveer da
Lucastentoonstellingen kunnen zyn; genomen dan
over het gros der inzendingen. Z >ovelen toch
zyn Arti- en Lucas-lid tegelijk. Bij een ver- |
gelyking met de Arti-tentoonstellmgen moet j
evenwel opgemerkt worden, dat, wanneer daii"
alle leden uitkomen, we meer het uitzicht
hebben op saillante verschijningen. O ,'erigens
is het hier zooals ginds: de middelmatigheid,
zich uitende in zooveel gradaties van meerdere
en mindere bedrevenheid, die domineert. Maar
zoo is het er nu toch mae gesteld, dat
Lucastentoonstellingen ofrhieele gebeurtenissen zy'n
geworden, waarvan de krantenlezers verwach
ten ean vermelding te zullen vinden.
Op deze elfde «Jaarlijksche" zijn vele dar
meest bekende stamgasten waer pensant.
Daar zijn Frankfort, Gjrter, K ming, van
Oort, Haaselink, La G:as, K-abhé, Kiypars,
Hinau, P.-ins. Hat wark van deza heeren,
en de onderlinge verhouding van hun talent
mogen verondersteld worden ganoagzaam
bekend te zijn, zoodat ik het niet noodzakelijk
acht over hun huidige inzendingen weer eens
in besprekingen te gaan uitweiden.
Er zijn geen opvallende kanten aan ge
komen, die tot een vernieuwde beschouwing
animeeren. In hoeverre zij dus iets minder
of iets beter zyn, dal bij vroegere gelegenheid,
mogen de bezoekers zelf uitmaken Zalfs in
dien het Grirter lukt met twee zyner inge
zonden stukken »furore te maken", willen we
hem in het ongestoord bezit van dit succes
laten.
Maar buiten de hier genoamle oudere be
kenden, exposeeren er anderen, die naar ik i
meen Lucas-broeders van j )nger datum zijn.
Oader hen doen zich het meast opmerken da
heeren Spoor, Willem en A!bert Poelofs,
lUimaokers, Monnickendam, Mjndriaan en
Broedelet.
In vergelijking met het middelbare gahalte
der L-icas-tentaonstellingan heaft da vereeni
ging met deze latere leden nieuwe krachten
geworven.
Spoor lykt mij daaronder de maast
eristige werker. Zijn inzendingen doen hem
kennen, als een die no* standvastig in de
studie is; op welken wag hij zyn kunst zal
leiden, schijnt hem nog minder te bekornmoren ;
hij wil blijkbaar vóó: alles trachten op vasten
grond te staan.
Da Roelofsen nemen meer de allures aan
»ar te zijn". Ze schilderen er met zekere zelf
bewustheid op los en ontegenzeglijk
vertoonen zij kwaliteiten. Zj zijn vaardige borstelaars
en zy weten wel hoe da kleuren het mooi
kunnen doen. Dat hebben ons echter, zooveel
jaren geledan, reads anderen latea zien, de
Oyensen bijv.
Maar ze maken er toch wal wat esn spelletje
van, en da herhaalde poging bij ie Ier nieuw
wark, het nog eens weer zoo kn:s[i te doen,
maakt het uitzicht op verdere ontwikkeling
zeer bedenkelijk.
Da stilleven-schilder mag er zich op beroe
men, zyn werk in 't R.jksmusaum geplaatst
te zieii ! Maar welken afstand is er tasschen
dut voortbrengsel en wat hij nu hier kwam
fexposeeren V II j badenka eans wat mat dat
onderwerp van Beyeren, Frans Snijders, of
onder do modernen, Vollen, reeds hebben ga
gevan.
Van Mondriaan, Mjnnickendam en B.'osdelet
ia er misschien wat te verwachten.
Bij eerstgenoemde is er in «Fabriek" alvast
een stap vooruitgang ta baspauren, vergeleken
hij een wark met gelijksoortig onderwerp, dat
hij een of twee jaar geleden in Arti expiseerda.
Maar daar moet nog veel bezinken bij dezen
jongere en voor zijn uiting valt er nog haai
wat te bemeesteren, wil hij van zijn streven
in die richting, een voldragen vrucht
varwachten. Wat hij biedt met zijn twee schilderijen,
is nog zaer onverteerbaar.
Monnikendam aarzelde ik te noemen, want i
dat portret is eigenlijk leelijk ; de schilder j
blijkt
stuk
en
gaworden; maar onder die nr'g<e opporlaag
zijn er wel kenteokener: te bsspu'jrün van
wat mooi had kunnen zijn, als de schilde"
j beter ?.ijn arbeid had waten te leiden.
l Broadoiet is het l;e-,te in :?.ij i :-a'iiid-!rij.
l I! jho'irlijksr althans v jrioont hij zich e n;-dan
in zij "i iicj-iarel, die al te veel een artistieken^a
manoeuvre is.
U umaekers mag ook v.":l genoemd -,vinL:n.
temeer daar hij /.ijn debuut heproeU met een
kunst, die bij o s tot lieden zeer arrneUj'c ge
bloeid heeft. Zijn expressieve vennJireu moet
nog veel vardar uirgroeie-i; zijn kijk is ;:'^(
zaer vaag, do o-ülijniüg van tinirei en (iin;;ijr.
te schraal, de uitvoering ta weinig ovfcrtuis;d
Ook kan hij nos; r.iet sterk <?er,o?g omvatten
de omgeving van een suj :t. .M ia r we m-rjen
wat van hem varwnch'e i. vSihiften op (te
steenovens" i.-, ons daar 't m-.-es', burg voor.
Brernan is, mean ik, ook nug niet zoo hn'j;
lid van 1/icas; zoo we er tos komen in zijn
schilderij, dat yp een afstand sez.ian, doal
dankeu ain blauwe ti'gi'lMMu-u'.x i'i zwai-to lijstur..
een ernstig streven te onderkennen, cr.tnn -.Litei't
hij ons weer door da fiükante uitkom-te:': v;in
zijn zoeken in zijn drie log;;e teekeningen,
mede geëxposeerd.
Als het meest verdienstelijke van int overige
werk op deze tentoonstelling, kan er nu verder
nog wél een en ander aangeduid worden.
Miar mot de bemerking evenwel, dat do meerder
heid daarvan toch niet veal booger kw.i'.
i'a'.iverdient; dan: »;:en aard:? schildorijfj \': Z KI is
om een voorbeeld te geven, te noemen hel
kleine stukje van Kleintjes; het iiiardig-j" is
er hier vrij handig opgeprutst In e;u beteren
zin van hè; woord aardu;, is te noemen A"u;ol>j-V
van Meelis (de schilderij, wel to verstaat1.;
"-W-jiianden van Kasteel C.'ialoen" va-i \Vindt,
*<llaventj-v' van Sluiter, een tenki-inh'ig vaa
Moulin, een bofp met bloempaijes van Moj.
Be'iouw. Iv'n werk van verdiensten ook, onj
de onmiskei'dir.re op^cwakih dd van v.itvoerir.c.
is de vWaschvrouw" van S'.diiidt.
l)jilil<'e is nog r.iet gBiioanul, Ilitsen;a <;:>;?:
niet. Van hen, vooral van eersigenoe.;ule, v:1.'t
er niet veel meer te zeggen, dan dat zij schijnen
te blijven steker, hij herhalingen.
Ik denk nu ook nog aan Wijsmu'.ler, die
rie schilderijtjes zond. M "j. ls,;'.iwartza deed
zich vertegenwoordigen door twee teek !.d:;;;eri
(een -fnsain" en een paste!,' »n eer. schilde; ij.
Kn Pi ei. van der YVaaij heeft eveneens eor.
inzending van drie stukken, waarin hij van
zyn veelzydigheid blijk geeft ! »!)e
Ilaerengracht" is hem het best van de hand gegaan.
W. S.
aan 't doordreven ta zijn geraakt; het
is nu vervaarlijk gechargeerd van kleur
vaa uitvoering; 't ia een mislukt ding
De etimopËEtiie collectie van den heer
£. S. MCoUcn.
Daze collectie waarvan we de vorige keer
reeds even melding maakten is thans 29 en
30 Juni en l Juli voor het publiek te be
zichtigen, om daarna den 2tn en 3 en Juli
door de firma C. F. RJOS & C) onder den
hamer gebracht te worden. Hat is een merk
waardige verzameling door den eigenaar op
zijn reizen bijeengebracht; waarvan men haast
zou betreuren dat zoo'n gaheel nu uit elkaar
zal gaan.
Maar aan de andere kant kunnen onze
musea hier hun voorraad wellicht nog
completeeren en is er voor particuliere ook ge
legenheid zich enkele der schoonste zaken
toe te eigenen; want al hebben zij uit een
ethnograflich oogpunt, een niet ta miskennen
waarde, om der s^hoonheidswille alleen echter,
zou men gaarne velen dezar voorwerpen in z'n
omgeving wenschen, zonder zich verder om
hunnen aard of bestemming te bekommeren.
Een deel dezar Naderlandseh Indische collec
tie was destijds in aansluiting met de
kleaderdrachtententoonstelling in het S'.edelyk museum
geëxposeerd, vandaar herinneren wij ons ook nog
de verschillende soorten waying poppen, de
houten zoowel als wel de vlak uitgesnedenen. De
wayang-koelit die met den vertooner er bij
tegen het witte scherm was opgesteld ; en al
was dit dan ook niet een compieete vertooning
en misten wij dekopare'i lamp, die het sch'jnsel
moet geven, da groote kist waarin zich poppen
en verdere attributen (te ricikan) bevinden,
de offjrschalen enz. erz . toch kreeg men hier
eanig denkbeeld van een dergelijk schaduwspel,
beter dan de los tegen den muur, zij het dan
ook in da j uiste volgorde der tooneelen, ge
plaatste poppen, ons kan geven, wat in vele
musea nog gebruikelijk is. Hat komt mij voor,
dat dergelijke voorstellingen, die het leven en
de gebruiken onzer archipel duidelijk maken,
zonder daarom tot een panopticum te ontaar
den, veel zouden bijdragen tot de aantrekke
lijkheid onzer openbare verzamelingen, vooral
voor hen, die niet wetenschappelijk toagesust,
er hun kennis komen vermeerderen, en op
die wijze een eenvoudig begrip van land en
volk zouden krijgen.
Behalve de wiy ing-koalit zien we hier ook
terug da zeer groote en zao complaete
wjj'.inggollek, de waying die meer in het genre van
onze poppenkast valt, d. w z. van die
ouderwetsche Jan KI rassen-kasten die wa nog wal
langs de straat zien en waar de poppen van
onderen worden opgestoken, en in de vingers
van den vertooner hun bewegingen vinden. Ook
deze Indische J in Klaassens, die echter voor
namere waardigheid bekleedan, voornamer zelfs
dan die van huisheer mot zijn witte pruik,
zijn van beweegbare armen voorzien en kunnen
eveneens hunne hoofden van recht naar links
draaien. M lar niet alleen deze wayangs, ver
tegenwoordigen onzan archipel, tal van kleinere
beeldj ea geven het leven en bedrijf van ginds
weer. We zien hier een S mdanaesche bruiloft
met muziek en dans, A'igkloengspelers met
hunne biMiboa-instrunjeriten, een gamalang en
danse.ide seria.pies, voorstellingen van den
landbouw, zoowel als gerechts/.ittingen, en
niet ta vergaten een zeer mooie collectie
godenbeeldjes, waarbij een raooie L-vo-T^e, ean
Confusius en eeniga B mddha-voorstellingen,
en ean prachtige in het hout gesneden
Japansche hfliligfi (no. Hd.ö) de (i .ui van het lange leven;
deze laatste vooral is een bij uitstek fraai speci
men, van het kunnen, van dit zoo bijzonder door
schoonheidsgevoel begenadigd volk. I'Jen aantal
kleinere Japansche beeldjes, al zijn ze niet
zoo typisch en kenmerkend en ook uit dsn
tegenwoorJigen tijd dagfeek-enend, zijn eveneens
meesterstukjes van observatie en uitvoering,
zoowal (no. !.'!i') da twao kuipers, als de
bloafrienverkoojiers en hot w irstelande tweetal.
als ook de groote Japanscha krijger en de
kleine G-usha, die goed van moielézijn.
En zoo zouden we voort kunnen gaan, daar
er z vr veel is, wit om de een of andere
reden oriïia aandacht vraagt, zooals nog bijv.
da za:>r interessante C jngo-collectie mat de
groote maskers, wapens enz.; maar het zou
ons te ver voeren en bet is ook heter dat ean
ieder voor zichzelv-d gaat zian en op.uerkt wat
hem het meeste bslang inboezemt. Ais we nog
noemen eenige fraaie gesneden kasten met
lak'iverk en paarlemoer versierd, zeer mooi
beschouwen, worden in de laatste j uren enorme
aommen ten bate der musea aangewend ; zoo
gelukte het de Duitsche regeering, benevens
verscheiden andere collecties, o. a. zich van
de geheele inhoud van het Palazzo Strozzi te
Florence te verzekeren, e/en voor de
Italiaansche wet in werking trad. En zoo doorgaande
zouden we een berg van gegevens kunnen
bijeenbrengen die bewijzen dat in andere landen
de kunst, zonder garda voor finantieele uit
gaven, als een landsbelang behartigd wordt.
Ofschoon tot nog toe het mee-endeel der
geachte afgevaardigden onzer Tweede Kamer
wanneer het (i lantieele uitgaven voor de kunst
geldt, dergelijke ruimheid van blik met hun
buitenJa idsche ambtgenooten niet schynen te
kunnen deelen, en wij zulks natuurlijk zeer
jammer voor de kunst, voor het land, zoowel
als voor hen zelf kunnen beschouwen, zoo
blijft het toch altijd onze still; wensch dat
daar ter eeniger tijd nog verandering in mag
komen, en dat de beweging der kunst die zich
tegenwoordig met hare talrijke vertakkingen
dieper in de samenleving tracht door te drin
gen, ook ten laatste by deze heeren niet
zonder invloed zal bly'ven.
I imiddels is het w juicht niet ondienstig
er alvast de aandacht op te vestigen dat op
't oogenblik in Italiëtalrijke werken, ja ge
heele collecties nog te koop zijn. E in drietal
verzamelingen waarvan de eigenaars zich willen
ontdoen zijn bekend. Ean daarvan omvat
behalve een uitgebreide sorteering IIomeinscbe,
Grieksche en middeneeuwsche oudheden, een
kleine duizend schilderijen waaronder om
slechts enkelen te noemen: Giotto, Angelico,
Filippo Lippi, Laonardo, Crivelli, Ballini,
Botticelli, Mantegna, Titiaan, Rifaël enz. 0/er
die Rifaël een zelfportret van zeldzame im
portantie 't zij voor de aardigheid even
vermeld geven de Italiaansche kunstge
leerden de navolgende uitspraak: DazeRifael
is niet echt, maar 't werk is mooier dan van
Uifaël zelf! !
Een andere verzameling telt -100 nummers
met insgelijks een keur van belangrijke dingen,
en zoo zal er waarschijnlijk wel meer zijn.
Maar uit 't bovenstaande blijkt reeds voldoende
dat de gelegenheid tot aanvulling onzer in
complete musea niet ontbreekt, en dat het
verwijt vai achterlijkheid, 't welk bij 't be
stendigen van dergeiy'k gemis, thans nog op
de bevoegde macht rust, met een kloek besluit
gemakkelijk weer is goed te maken.
Opdat toch eenmaal die Italiaansche pracht
ook in onze verzamelingen de plaats moge
innemen die haar toekomt.
E.
!)s y«riris Chi;;i dia (luo:1 lu-M-iif!ik-.:;ist van
' d-j'i ! viort D.':i!-.>7. !u;i de 'i'/kc iuo
ku:stnmii'l.ir.'n i'iMa'j'ii i'i ( >- ti: i.'i.-.u'jri, 00:1
;>!tic,:!ii v(.-ikocht y.oMü/jr i.U..u C.:! I:,:i[u; i.ischo
? r-'';/'j:-:riii-; in te keruuo. werd n O :tv'.er 1.1.
verourd'M'id to'. ;! ii'!:i;üld..n. i.lus ,>i''ii) lire
' bo.'tt:, p'us "> l ."i i ii )i) jii'j. y.ij'idi1 (l- j'i'iiS <!or
vork ;?:!;'.-? ..ei::Ui'rij iK, ;:aik r'i^ bi.,.;i'r u.!.
m :t 'l g'.v.'olïiLu hoi vonris ;;..-wi;''.U!it wu'd
in (>:?" roi'.to v;vi "i:' iir;\ vi.i'.'Oiïbiijikt d;it
do <r'aaide \vijl on Je u.tvotr IL'.:I ku:;:-i\v:rken
ea ; v,;i .san neus is.
\Va'i;'c/'i 7. jo dach'iB.i wij, zou -.lu all'<>p van
dit procos nu niet eons de j,-i!,sch!!<ti; aanleiding
' k'.iri'n n zijl o;n or.zo rnuso.-. .:.'t eorii^o
voorlrti';':lijke v/erken van du llüiaaiïsehu sciioul
t-j ven-ijken.
T;:-,v..;! toch i:; h:;!Ü' o.i i-j H./.ia.'idstho
: M li; ;'l'U\Vsch? !i! est->l'S óp :il l'-sï! tl-,
Vi'.tP.lllteiid-1 \v;j.;:i vcv'o^oowo: rdï;d zij::, zoc.»?:.?;. mun
' cv 7.!'!fs Lncas van !."ylsn o. m i:i l'ut
jiva-.-.litw^rk in di1 i-oruia ecrozaal i:\"i .1' l'//'
./j-ra!cr;j U- Fiorer.c.i.', i', n;-r i'..';;u ;h,:l Jo ,! Xigi1,
ll-UKiluel. O ,tado i-r. il;!, ;i..7V ,.1 irv'.i'Mi'i(.>;-e
? h'iid i:;!.:i lesr^n \v lardeeren dan ton oi.z-üit,
' ku;i::a:; wy i-.i o;:-- land op fini; t;r.kol
' wi-rk v::.; I*a!i:ia::sr;h:i iunst v.'lii eu.:i:;i:
but'.-.-ki''. ;?, va i vo->;- l!i'i ) tt'ij''.-;:-i ; ??.?;.i :'.t hot
?/. ;?;. i'. .-i;k'? if \\\'\--(\ ii 't :>ij luit v :r:irinde
I .u.;'' i;i (!:.?/:; U'i/oi'jk v,el al! -^'. V: .'^cS
lu-bbva v.'ij al eens i,::^,~daclit wat wol de
? f-;:^r:r.li;rt'e rode van dergnlijka vyronachtzamin^
? :aa:{ /.ij.'!, (-.r.! v..iror:a..jtz.v:uing di>e zoovvol la
? !iii;ar 0|'.va!i. v,';uinecr n en n:u!aat wit in
i K.:.;f;-;r.d. Fi-ar.krij'c en IVii^cUliüvl i.i dit
n(i-dvi' ;ii ;:?;?;; i's ? ; "(ï!? v:.u;:. V mvi' in
Mi; -h;;; ;d, i:et ia'.iil ?:-.: \v/ 'l >l!.:n.l.':^ /oo
c;:u:':iO u p gebied van ku.^l »N oi.ze :iuiulcre
Hst geioeis-moBopolie te Delft,
l''ukeh' troeven i'oor dun heer J. K. van der Pel;.
(Ingezonden).
Alvorens zooveel als noodig is ta spreken
over wat zich wel zear beslist tot kenmerk
van het Delftsche studentenleven heeft gevormd,
moet ik enkele opmerkingen maken tegen den
heer Van der Pek.
To polemiseeren met iemand die niet kan,
of o.n eenigerlei reden niet wil logisch
redeneeron, is al zeer bezwaarlijk; en toch werd
inij dit ten taak gesteld in het vorige riuuimar
van dit weekblad, in den vorm eener uitdaging.
Want: mij dacht toen ik opkwam met twee
voidoande gewaande?motieven tegan eena
bewering waaraan de heer v. d. P. a'le motieven
had laten ontbreken, had ik in de eerste plaats
racht op bestry ling van mijn motieven; na
die bestrijding zijnerzijds zouden we verder
spreken. Xa echter deze achterwege gebleven
is zie ik mij genoopt allereerst aan te toonen,
dat de 'neer v. d. P. r.aast dit verzuim, inij
met een lawaaierig eti zi-iloos niischrütja wel
wilde vcreeren.
H-3t ging dan in da eerste plaats over de
verhouding tusschen de studenten die zich in
Beifi bekwaamden voar bouwkundige, en de
overiga htudeerendon; en oai ook voor zeer
onnauwkeurige lezers klaar t; zijn wees ik er
nog met zaer veel nadruk op dat oiijn per
soonlijke iEeeiii'g over de hoeveelheid wiskunde
die voor bouwkundigen te verwerken geboden
wordt, g-.insch eu a' lag !>/<iten ons te bespreken
meeningsversc'nil.
groeien nlmleittin Ie J>.l/f, noemde ik mij be
voegde. Il>e kan iemand er toe komen hierbij
beoefening der bouwkunst V
l'-eer v. (1. P. dan z^ggnn dat ik geen
ben, omdat ik minder weet van bijv.
Iziekte Uan bij, of omdat ik niet ga
-r, vanaf een hoogte waarop ik
ojidat ik deze el' die
Iretrekte denken
Mag de
havoagdc
aardap;»
(üelangrijlv voor d-e lezers dat
viertel u ook
vu**.)
t.-,
e s.:'??>>; ling van den heer
.lat ik zoo'n meeding nog
W:'.r.net3r nu ie:naüd i :ts
;j".uord is zulk een
inedevoorbeeld van arrogantie V
/?even j lar dat ik in Deltt
ook i.iet van mijn bestu
uuiigen, i-, uit dun
arro'.01 .... en dat i i nog wel
t heeie lii'hchrif't.
na- r 'i ri; '\ e v er;;o,'d ij keml
V!:\;:iT., IS het
l', van mij
h'el'i;,g ie via,:oi:,
zij ; teiste, i.ii 'i:
;ol unr.iniünt voor
. -.^'-hiij:' uitlokte)
MC! gei", acht-,voi'd
Men zon {:"!iei'_;!
r v. d. l'. die !nj
nemen.
hautain beidt
vermogen te
e e
en zeker air aan t
ander ie fleste
e. nooit h f-e f t
opv. dat ik '-'He
ikOin.'ir., is in .
i een toon
npast.e bni'.alit
in
-. d. l', met
TI i o u wo be
i/een
sleuij'., woorden
ie mc:ei:ijk
te'.:, zoo ni«t
moed, kan alleen, en dan nog zeer moeilyk,
by individuen worden nagegaan. Van een
zoo fijne zielkundige ontleding als slechts
zelden vrienden bij vrienden kunnen maken
zouden de resultaten te nauw verbonden zijn
aan vriendschapsverhoudingen, zou het noemen
van personen en karakters zoo uitvoerig worden
gevergd dat wij beiden naar ik hoop door
Itieschheid zouden weerhouden worden. ?
Voor ons beiden, thans voor mij, bly'ven slechts
over indirecte bewyzen; doch deze zullen wel
afdoende genoeg zyn.
Jaarlyks en op onrustbare wijze neemt het
aantal jonge menschen die zich voor de P. S.
aanmelden toe. Zoons van fabrikanten, krui
deniers, kooplieden, ambtenaren, aristocraten,
alles stroomt maar toe en wil ingenieur
worden. We hebben vaak, enkele kennissen
en ik, in den groentijd een onderzoek ingesteld
naar de deugdelijkheid der afgelegde eind
examens H. B. S.; in den treure vroegen wij
waarom zy eigenlijk in Delft kwamen studeeren;
en op beiden onderzoeken was het resultaat
droevig: van een gegroeid plan, van een doel
bewust verschynen in Delft, van liefde voor
eenig vak, wa vonden wel zelden een spoor.
Maar hoe kon 't ook anders bij de economische
revolutioneering in de middenstand, by de
stijgende bestaansonzekerheid; 't werd een
dolle stroom, een blinde jacht om maar ge
borgen te zyn.
Zoo werden de jongelieden gestuwd, zonder
voor zichzelf klaar te zijn omtrent richting,
zonder begrypen van het doel. Zoo komen ze
in het vrije studenten-leven een oogenblik
tot rast, tot bezinning, zijzelf begrijpen nog
niet, gelukkig, de begeerlijkheid van dat
«broodje"; en. wat bedorven door conventie,
wat bekleefd door anachronistische opvattingen
komen ze in den tuimel der vrijheid open en
ontvankelijk, kneedbaar voor eigen ervaring
en studie; want het voorvaderlyke kan er wel
moeilyk blyven in eere.
Da heer v. d. P. beweert dat 't
wiskundekoppen zijn, en dat ze ambtenaars-temperament
hebben. Zoo bevat Delft dan thans bij z'n circa
'600 studenten, 40 gemoedsrnenschen en 7(JO
wiskunde-koppen met ambtenaars-temperament.
Wie ter wereld zou zulk 'n mededeeling a
priori anders dan belachelijk noemen. Maar
ofschoon de onwaarheid ervan dan al evident
is, er is meer bewijs, en beter.
Gasteld daarom dat er een hegemonie van
starre wiskundigen ware, dan kon het niet
anders of zij zou zich ook logisch als over
macht hier als verdrukking moeten uiten.
Blijven zulke uitingen achterwege, of is het
tegendeel waar (namelyk een harmonisch
samenleven), dan is de afwezigheid der oorzaak
b wezen, en daarmee der
zoo-maar-neergesmeten bewering elke grond ontvallen.
Zoo beknopt mogelijk wat geschiedenis. Van
''M tot 'CJ1 verscheen het studententijdschrift
Memmen en in den winter van 'i)l een soort
vervolg hiervan in den vorm van In den JYercZ.
Beide tijdschriften waren uiting van dan
lyrischsocialen drang bij studenten (van alle studie
richtingen natuurlijk) die ze niet langer konden
versluiten binnen in zich. En wel het luidst
werd in het laatste tijdschrift met vreugde
gezegd, hoa algemeen het inzicht begon door
te dringen dat een student niet was iemand
die over een paar jaar op 'n werk zou bedelen
o' op 'n bureau zou werken, maar in de aller
eerste plaats een groeiende jonge kracht, die
het voorrecht had tot eigen vorming jnren te
kunnen beschouwen wat omging in de men
schen, in de maatschappij rondom hem, die
trachten moest in diei rijken ty'I voor zichzelf
te vennen een Ijreede basis van kennis en
geord-endo gevoels-ervaring, om daarop zij;i
eigen menschelijk leven te maken tot iets goeds
en tot iets schooris on wijds. 't W.iren wel
gamoedsmenschen die aan die tijdschriften
meewerkten en c.r waren ook bouwkundigen
bij (zoo b.v. in den hiatsten jaargang van
L d. X. twee der redacteuren).
lii den Xerel dat intusschen van meer vage
erkenning groeide tot bewuste keuze, werd in
'11* vervangen door hot '.ii-lentenweeLli'dd,
hetwelk beloofde te zon en geworden is een
open tribune voor iedere meening (ook wis
kundige meeningen). De redacties, waarin
ook bouwkundigen, kregen nmaal een wis
kundige bijdrage; ie betreuren is dat die
inzender zoo werd uitgelachen door de lezers.
Getuigende van een intens gemoedsleven onder
de studenten was de inhoud, die toL heden
enkele zuiver-ly:ische stukjes eh versjes,
meerar.deels krachtige polemieken bevatte. (.M-.-n
zie hiei-.'oor da wekeiijksche beoordeelingea
in l'i-<>i'i-i(t dires )
Intusschen waren er ook vakverenigingen
(u'-egliwater. Practisc'n-e S:udit enz ) D.-oevi;;
IK het van. hun sleepend bestaan te spreken.
Maar het meest opvallend is wei dat bij die
honderden vinkundtKoopan hei haalde ^ait-n
de ur.rir.r.iirif; van i'.i .k.da wiskun.;is-o .vr
ee: i^i:ig i-'iisiukte.
De meest biedende veroeniging >s nu^oiioi-a;
de I)ebati!:<;- club ; maar nog nooit n; da -l
j iar van luar bestaan roeide men er wiskiüui
aa:i. - Tnans (opgericht drie j'.ar geleden)
bestaat de Soc. Dom. Piop. Ciub ook hier zat
weer mee ons een bouwkundige in 't b Muur :
en nog pas ontstond het z.g. Comitévan
Vieren opgericht ooi !i.o;-.i:li-'c!ie godsdienstige
en iindere lezingen te or.;a;:iseeron . . . O.-er-d
v,aar leven bloeide, i.-i.t-ïilikeling vau den
g.'('-.>t c;i het gorno.'d Y.YV-.I "iigest;-u-fd. wiren
7..} bij uII; uu-, altijd harmonisch, de studenten.
Zoo agiteerden ;:e samen voor een leerstoel
ia de ii:oK;:iiie, zoo werkten zs samen.,, ji
wanneer idet.
Ten >d>m<! dan no£ dit ('ie werd ai ro om
vangrijk r;iet den vloed der hawij/.e,-:) ik heb
hier toevallig J;og jn IfiljV jK,x|t t;e esreuiuii-e
waarmee indertijd een comitévan vier studenten
(twee bouwkundigen) aan ons vroeg, bijdragen
voor een vocrgwnorrien tentoonstelling van
schetsjes en schilderstukje!;, door s'udeiite.'i
gemaakt. En omdat wij niet zoo velen waren,
was hel minste wat iükwam en toegelaten werd
van de bouwkundigen, het meeste v.m ons.
11.31 is te veel o:n Lier noe iets aan toe te
ezer bi-grijpt
noeg
j c U
ln.lt!,;
h'ir;
s.udie
op de
den fclecnien
deelt an d.-; heer v. d.
ede. dat d..r
h,;ipvkun
:; honit met den rnceslLil
u.ui\\\-'i uitgaat van IK n. i'.ie met
an'iljienaai>tomjsetnicr.! de
.e wetenschappen voor alles
stollen."
lüi.de op de kwestie, ixont in
; worden geconstateerd, dat
s door hem noch door n:ij
inicn. l'üiiiers hei nana:ui Ook
die uiterlijke oms'..i;.d'';',HederL dezelfle f.nit
ep ds vorming \an het ge- geen verschil
votgen. Masir de
zaak waarom het gir.g mij belangrijk pe
was om or.duriks ds onhoJi'-jli|ke en grove hai
weorden lies heeren v. d P. te spreke;,.
Mogelijk /al ik nop; eens de gelegenheid heb
ber., als liet ooger.blik ilaar is. aan te !oo!',uii
waarom het voor de aanstaande bouwkundigen
ia toch oek vele opzichten te betreuren zou
zijn a's zij aan de gp.'iioed-'oetvo^ene. breide
voimiiig in i>J/l zoader. v>ürdeii ontti'c!;Men.
eer wat :a»f hreeu-A'd
vvocc'ii/'t'n dut .nou.
TÜVAN Huil W.\i:;;i'.:.v.
e u war den, in d-ini 'ui.
JOr zru
(Jo:i -
N A S C H R I F T.
icer Van -der Waerilen vervalt in
s de heer Süiyiermnn: hij /.iet
tusscUen een bjiurk'i.'i*ien'i.-n'