De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 30 juni pagina 3

30 juni 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1253 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. en iemand die den titel heeft van bouwkundig ingenieur; daarom is het bewijs dat hij mij schuldig was en waaruit zou blijken dat bouwkunstenaars steun ontvingen bij hun studie win de vngewiturs op niets uitgeloopen. De mededeel ing dat er thans veertig gemoeds-mecschen te Delft zouden studeeren toont liet grondige zy'ner vergissing. Bouwkuntenaars zyn zeer zeldzame verschijningen. Zou er op die veertig studenten die ingeschreven zyu voor de studie van bouwkundig-ingenieur ook maar n bouwkunstenaar zijn ? De tijd zal 't leeier, ! Ik duid deze vergissing den Burgerschoolleeraar niet kwalijk. WaargchynJyk is hem ontgaan dat ik in No. 1217 «architect" en bouwkunstenaar" stelde tegenover ?bouwkun dig-ingenieur" en heeft hij gemeend dat ik met den naam van «architecten'' de bouwkun dig-ingenieurs bedoelde. Als leek in de bouw kunst zal hem het verschil, dat ik in mijn artikel tusscben beide naaien maakte, ontsnapt zijn, iets wat te begrijpelijker is nu de Wet op het M. O. ook architecten en bouwkundig. ingenieurs als dezelfde soort mannen beschouwt(Uit een artikel in de, f merker No. 21 kan blaken dat door anderen mijn bedoeling wél gevat it). Dat aanstaande bouwkundige ambtenaren kunnen gamen-studeeren met scheepsbouwkundige-, of werktuigkundige-, of civiele ambtenaren werd nooit tegengesproken. Bewezen werd er door den heer van der Waerden dus nog niets betnffende de bouwkunstenaars. Voor 'n Burgerschoolleeraar komen my' bouwkunstkwesties ook uiterst moeiljjk voor. Mocht hij nog eena polemiseeren op 'n terrein waarvan hij toch eigen lijk geen verstand beeft, dan zij hem in gemoede aangeraden woorden als »dom, lomp en brutaal" achterwege te laten ; zij bewijzen zoo weinig tegen den aangevallene. Ui 11 ego m, 27 Juni 1901. J. E v. D. PEK. Aan den heer K. Sluyterm-in. Adó nun Ihr B:ü<ier geschieden mim sein. In het nummer van 23 Juni j 1. komt de beer Sluyterman in n ingezonden artikel op tegen twee mijner kritieken in dit weekblad. In het eerste deel van zijn betoog steunt hij den heer Van der Waerden die mij het bewijs beloofde dat het samengaan van aanstaande bouwkunstenaars met ingenieurs niet in 't minst ten nadeele der eersten zou zyn naar welk bewys ik nog steeds uitzie en in 't tweede, zeer fraai gestelde, deel voert hij mij, in ge dachte, mede naar de heerlijkheden van het Palace-Hotel te Parijs, om, aan het einde van 'n tocht langs een ry fraai uitgedoste kellners en grooms, waarbij er zeifs zijn met zwarte kuitbroeken, zijden kouten en zilveren hals ketens, my een gezelschap te toonen van »geestig pratende mannen en sierlijk gekleede vrouwen in ruischende toiletten met zijde en kant om de superbe»schouders'' er op wijzende dat dit gezelschap beter omlijst wordt door de Hall van het Hotel dan door »een binnenplaats met baksteen en muren''.Het ernstig beantwoorden van dit twistgeschrift kost me moeite. In antwoord op het eerste deel kan ik nog maals de wenschelykheid be'oogen dat zij die een bouwkundige loopbaan willen volgen tioee gelegenheden moeten vinden om te studeeren in overeenstemming met het al of niet aanwezig zijn van bizondere talenten. Zij, die als bouwkundig ingenieur verlargen te dingen naar een ambtenaarsplaats bij Ryk of Gemeente zouden kun nen gaan studeeren aan de Polytechnische school, en zy', die als bouwkutibtenaur willen gaan werken zouden moeten studeeren aan een Academie. Ik betoogde dit in No. 1247 en voegde er bij dat de omgang van ingenieurs met aanstaande kunstenaars een nadeeligsn invloed uitoefent op de laatsten, omdat het gemoed der kun stenaars pijnlijk getroffen wcrdt doordat zij niiiiiii j:iiHH(iHmimiiiiiiiiiuiiiiiiiiinHii cf'tuiikton iiiiiHiniMiiiittiiriiiiiiiiiMtntitiMiiiii STUDENTENCLARA. Naar Int Duitidi, VAX ARNOLD WEL L MER. Knapper, roziger, vrolijker registratoraweesje dan ons Klaartje, was or tien jaren geleden in heel Berlijn niet. Het sierlijke kopje door de lange, dikke, licht 'ilonile vl.chten als met een diadeem omgeven, hal in zijn gracicuse beweeglijkheid, zijn onophoudelijk bui gen en knikken iets wonderlijk potsierlijke en tegelijk kts alleraardigst vogelachtigs. Daarbij pasten ook volkomen de stralende, guitige, biauwzwarte \ogeloogen, dia met ru.t frissche donzige teint en het goudblonde haar een eigenaardig aantrekkelijk contrast vormden. Het ?gehcele gezichtje deed denken aan een teedere, nauw ontloken lentebloem op een vroegen, helderen zomermorgen. De parelende rai.htdauw lag nog fri.sch en ongerept op de bloemblaadjes. Geen zonnegloed, zeifs geen enkele gloeiende, verrukkelijke, verzengend? zonriekus had haar beroerd. liet was een aanvallig meisje sge zich. t vol onschuld, vroolijkheid en zonnig geluk. De eerste, eenige mart die zij In haar leven had gekend : vaders dood, had haar getroifen, toen zij die nog i.iet bogreep. Natuurlijk had de registrator zijn weduwe geen schatten nage laten ; een registratorssaiaris is daartoe weinig geëigend. Bovendien was zijn vrouw van voor name kornet". Haar vader was geheimraad geweest en zou ttellig nog werkelijk geheim raad" zijn geworden wel is waar misschien bij zijn vi Itigjarig dlensrjubileum wanneer hy ongelukkig niet een jaar of tien daarvoor uit zyn mager geheimraadsbestaan naar het groote geheim daar boven was weggeroepen. Hij had een berotrte gekregen, toen hij op zekeren avond in zijn sociëteit totaal onvoor bereid in de Sjtenertdie Courant de bevorde ring van een jongen geheimraad tot de zo 3 vurig begeerde werkelijkheid las. Een oliicicr moet den dienst verlaten, wanneer hij wordt gepasseerd - een geheimraad qiüttcert het leven. Zoo eischt het 't fatsoen. Een Berlijiische geheimraad laat in den regel volstrekt geen vermogen, eenige onbe taalde rekeningen en een aantal onverzorgde dochters tusschen 2f> en 40 jaren na. Zoo was het ook hier. Gelukkig hebben echter alle Berlijrische gcheimraadsdochters een bewonderenswaardige gedurende hun studie niet begrepen worden door de ingenieurs, erby'voegerde dat door dien omgang de viije ontwikkeling van het gemoed der kunstenaars wordt tegengehouden. De heer Sluyterman heeft blijkbaar het ver schil niet gevat dat ik maakte tu°schen een bouwkundig ingenieur en een bouwkunstenaar en daarom is er in hetgeen hy betoogt wel wat waars, maar slaat het niet op mijn bewering. Hij schrijft dat de studie der bouwkundig-ingenieurs niet geschaad wordt door den omgang met de anderen. Gssteld eens dat dit volkomen waar ware, dan had bij nog niets tegen mijn betoog aan gevoerd. War,t niet den B. L, den aanstaan den ambtenaar zonder bepaald artistiek gemoed, wil ik verwyderd hebben van de P. S, maar den aanstaanden kunstenaar, d.w.z., hem, die, behalve dat hij de gave bezit om B I. te wor den, aun de l'. S. een gemo d en talenten kun verliezen. Vandaar dat ik schreef: ,,Aan de P. S. zouden zij kunnen gaan studeeren die meer bizonder er zich op wenschen toe te leggen om als ambtenaar op te treden in betrekkingen waarbij een boittcwetenw'uippehjke kennis vereiseht wordt, En aan de Acaiiemie zou gelegenheid moeten zijn te studeeren voor hen, wier aanleg er hen toe drijft als kunstenaar door 't leven te gaan." En thans, mijn waarde Sluijterman, nog 'n woordje over de bordeelarchitectuur van George Chedanne. Ga schrijft het wufte karakter van 't Palace Hotel toe aan den aard der opdracht. Nu ja, dat deed ik ook. Wat ge eigenlijk zeggen wilt is niet duidelijk. Of is het soms om na dien tocht langs die deftige inosterdjongens en na de mededeeling uwer uiterst leuke observatie dat men, tot achtergrond van superbe vrouwenschouders o, mondaine meneer ! iets betere! kan kiezen dan 'n binnenplaaismuur van baksteen, is het soms om na die mededeeling te komen tot de vet gedrukte woorden : -om rooi' vre< indelingen altijd hiffdijk te gij n ?"' Heeft het dan iets met hoffelijkheid of on hoffelijkheid te maken als ik een poging doe om het verdfr indringen van slechto, immoreele architectuur te weren en buiten onze grenzen te houden, nu het duidelijk is hoe reeds onze eigen, hollandsche, tweede-rangs architecten zijn günfecteerd ? Ik weet, geactite Sluijterinwi, dat a\) zelve een licht trelfja tot dat wufte en mondaine in uw wei k hebt, dat ge zult moeten bestrijjen om tot mooi werk te komen, en dat heeft mij bij het zien der laatste tantoonstelling uwer teekeningen genoeg gespeten. Als we elkaar eens te Parijs op 'n boulevard ontmoeten dan inviteer ik u in mijn rijtuujs plaats te nemen, om Parijs te gaan zien, niet van den wuften, maar van den mooien kant; dan laten we de Opera en de Tririitéen het Casino-de l'aris en het werk van Chedanne liggen, en zal ik u brengen naar stemmige, eenvoudige straatjes, waar geen kellners en grooms ons zullen vervelen en waar we in stilte kannen genieten van het werk van de fatsoen'.yksten en gevoeligsten onder da oude Fransche architecten; en door de oude stad zal ik u voeren naar brokken an-hitoctuur zoo edel en zoo deftig als die va;i 'Je apsis van Sint-Julien-le-Pauvre, al v(-r,<iufcd ik dat zoo'n tochtje met mij naar zulke poover veisierde architectuur u maar half zal aanstaan en gij spoedig zult terugkeeren r.aar de «geestig pratende mannen" en r.aar het ruischendetoiletten-mooi in een of anler Palace Hotel, J. E. VAX DEK PEK. Ui 11 eg o m, 22 Juni 1901. miiitimiiiiiiiiiiiiiinilnimiliiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi Realisme 00 liet tooiieel. (Inr/t zonden) Op hoop run zegen. Ik ga uit van de veronderstelling, dat het «Spel van de Zee" van Heyermans op dit oogenblik gemeen goed is geworden en dat ieder lezer deza tatreelen, waarin het drama geschetst is, ook in de voornaamste onderdeelen kent, hetzij door lezing, hetzy door aanschouwing op het tooneel. Als tweede punt van uitgang neem ik de over bet algemeen gunstige beoordeeling van het stuk en de waarlij k uitbundige tof j aiching, l die het heeft mogen ondervinden van bevoegde ! beoordeelaars, in wier oogen het een meester? stuk is als iitterarisch produkt en als tooneelj spel beide. | De hoofdreden dezer toejuiching is, dat dit j drama zonder <ffdctbnasr, eenvoudig en waar, een stuk volksleven weergeeft met al de kracht en de bezieling, zooals het zich in werkelijk heid openbaart; waarachtig realisme dus. Ter verkrijging dezer realistische voorstelling, ieder zal het onmiddellijk in het oog springen, het-ft de schrijver gebruik gemaakt van uit drukkingen, zinwendingen en woorden, die bij lezing hoogst onaangenaam aandoen en bij het uitspreken schokkend zijn voor een beschaafd gehoor. Het groot succes van dezen laatsten geestesarbeid van den bekwamen schrijver kan niet nalaten invloed uit te oefenen op de jonge ren, die er in zullen zien den juisten weg, dien zij bij de beoefening der letteren hebben in te slaan. Voor en aleer hen daartoe aan te moedigen, is de beantwoording noodzakelyk van een tweetal vragen, die zich op den voorgrond dringen, en wel de volgende: is werkelijk het sUk van H yarmans overeen komstig de realiteit en zoo neen! in hoeverre zijn dan bij het streven naar den indruk van reaiiteit in soortgelijke tooneulproducten afwijkin gen van die realiteit geoorloofd ot noodzakelijk-? Voor de eerste vraag is een nauwkeurige beschouwing van het guheele stuk tot in de kleinste bijzonderheden noodig, waarlijk niet uit vitterij, inaar om daarnaar te kunnen ver wijzen bij beantwoordirg der tweede vraag. Ds geschiedenis speelt op een vissehersdorp in Holland, ergens aan de kust der Noordzee ; het is zulk een onbeduidend plaat-j?, dat er dikwijls geen dokter -'s en ook geen rijtuig om hem te halen, zoodat dfl inwoners voor drin gende genefis- en verloskundige hulp met een hondekar naar ds stad mouten gaan, toch maakt er de vrouw van den burgemeester visites in eigen rij'.iipage *), is er een compleet oudemannehuis met een conventioneele baas-moeder aan het hoofl en hebben de inwoners het gemak van een lokale tulefoon. De bevolking is katholi.-k; van bet geiin, waartoe de hoofd personen behcoren, wordt d:t uitdrukkelijk aan gegeven, waar bij de «uiisy en si ne" van het eerste bedrijf gezegd wordt: »ladei kast met heilige bseii'jV en later een M.irialiei'j-3 wordt gelezen. Dit en r: o* een enkele onbe duidende zinspeling hier en daar moet dienst doen om deze eigenschap der hoofdpersoon in hot licht te steile;, ; waarmee echter al haar spreken en doen verder in strij l is Zulk een arm, roornseh viouw'je, die nimmer den iiijbel beeft gelezen, spreekt i.iet van »er staat geschreven" of van »n'i fi';rdier", dat doet een protestant, evenals uitdrukkingen als »(!>d verzoeke" en »God zal j s niet verlate" voor dezen zeer gawoon zijn, waar een roomsche zal spreken van «Onze Lieve Heer" en van de »\ïoeder Gjds"; zelden zal men de laatste ook kortv/eg boorsn spreken ovsr «pastoor", meest altijd van «nieneer pastoor' en nooit zal een werkster zeisen, dat zij r^'U "ohoor.maker. bij «pastoor", ina.-ir >-m de pastory' . Ook de andere personen scüijnen katholiek ta ciobteu zijn on dit kan wel bij? a niot a? d(rs om de ir.tieuie manier, waarop zij wet <JH air veikeeren; bij aHe veulraa^zaamheid, die men mag veronderstellen, ziet man toch maar zeliie:i in ons lar.d protestanten zoo fciinUianr, als hier geschiedt, in een huisgezin, waar de -heiligjj beeldjes'' t-3 prork staar. »'lu katholieke i estra| sie:' gelezen wordt en M:ina!ie:'jt;:4 gezongen j worden. Zijn al deze personen echter katholiek *) Zonderling, dat zoo'n dame, wanreer zij j een eenvoudig bezotk brengt, terstond n;oot ! getracteerd worden op port of sher; y en dat j er in zoo'n nest van een Jorp een winkelier | is die dit verkoopt. opvoeding genoten. Ontwikk-ld als een geheimraadsdochter" is .schier spreekwoordelijk. Deze ontwikkeling was nu geroepen, ook onze verweesde geheimrsiadsdochters door ht;t leven te helpen. Da drie oudste'1, die reeds lang aan de hopeloozc schaduwzijde des levens waren gekomen en zich onder elksa- r.og het best verdroegen, legden eensgezind bav wei nige zilvfrlingen b een en openden een tapis seriewinkel. Nummer vier gaf pianoles tegen twee groschen per uur t n een kop koüii to", numero vijf retoucheerde photograph'.èn, nu mero zes had het geluk bij een rijkgoworden botervcrkoopcr vertegenwoordigster ds;r huis- i vrouw" te worden, mat vijKu; thaler salaris, | een nieuwe j-ipon met kerstfeest en hst voor- i uitzicht eens heclemaal do (,laats der zaliyo i boterhandelaarsvrouw te vervuilen, en mimen j z ven, de jrtrgste, rnooiste»en resoluutste dochter j was, al!e voorname opvoeding ca ontwikkölin,' i ten spijf, per siot van rekening erg blij toen j zij kans zag, tot een reuistraUirtje at'Uilalon. ! Haar voorname opvoeding en baar i'amiHetroS l kon de re^istrators^a Ie .;-chlc'r r.o 'it vergeten. ; Zij kiesdde zichzelf en haur (ioctrertjo C'ara ? als behoorden zij nog tot den geheirnra-idsstar'd j en gaf soms 's winters iiioklijnc i;e!i''iiur;ia-ls- i soireetjes" met dunne bi'türhaiamei jes, op t wee ! wijzen belegd met ka\s en leverworst ! eenige Imirsclie peren, v,v.t theeliescl;ui;j,'S eu j roomsoezen en heel veel gexanj met piav,o- ' bogeleidii'jf en aes^ielisi'h genot... Zoo was ? zij het van huis uit gewent. 's Morgens i:a zulk eau gehelmraaJs soiree kreeg de arme g. dn! Jige n-gistrator het B;» m.'.gelijk nog iets dikker dan anders c p zij>i > mageren boterham: ha? oi:uits)Tek- lijk ireiukkig hij zich moest schatten, dat een geheim- ' raadsdoch'.er met zulke maat?chappelijku- en tarailierelaties zich verwaaid g l hal tot hem af te dalen . . ." Toen de go-de man da,'i ook na nauwelijks vier jarea sliert, beweerden intieme, vrienden, dat het hem volstrekt niet zwaar was gevalle-1, voor eeuwig van zijn huiselijk geluk te seliei.lon. Maar wat nu 'i Deze vraag drong zich dn< te ernstiger aan de weduwe op, omdat het de. zes zus'ers i,i haar ondernemingen tot du.sver niet voor dc};i wind was gfgaai. Zelfs de nietswaardige boterkoopur had op het laatste oogenblik nog een vi't.uw met geld'' getrouw,!. Geluknig was onze regntratorsweduv;? echter van een s'erk, resoluut karakter ; zij raapte al haar bezittingen en a! baar geestkracht bijeen, huurde in de Dorothoas'raat e?n tweede ófage, hing voor ieder vt-nster een bordpapier met de groot gedrukte woorden ? gemejibileer in kamers te huur'1, trok zich mot haar dochtertje! in het kleinste ve;trekje terug... en hal r.iet misgerekend. De Dorotheastraat is zeer gezocht door voor name studenten, attachó's, officieren en dergidijküjongelui van i ijken huize, omdat zij dicht bij (ie Tiob;;le hindrn'' met d3 dtllcatessenwii kel«, caté's. restauraties, de opera en teg lijk al is dit van mn-der belang ook bij de universite t ligt. De gemeubileerde kamers der weduwe waro-'i al;ij-l goed verhuurd; de omstai.dighïdon der juffrouw" werden van jaar tot ja-tr bete'1, en spoedig kon zij ook do derde 'age en e,-n dienstiiiei-jij voor de be diening er bij huren. in die omgeving j;roei-.b KI 'artja <>p, vroolijk en zorgeloos als < en zwaluw in de lei,te. liaur mnaiier was ir tr.'tsc'i op, baar een 0])voe;ih,g te gev-n: ,1e },iei;üioelitu' van een gvheiiaraüd waardig". Als kind had Klaarg ' voor do heereii'" vaak boo;lM:hap)!fn nioiien i\o-in ui irxar saoeder hij liet aan kant maken dor kan.ers 'ge holpen. D1.: hoeren, liiidin altijd graag prot mot het aardig';, j»;.;gr; meisje gemaakt, uair op den arm genoin, n eri k-kkerj gegeven, t. rv.'iji mou.li-r trar.e;i v.in vrougdo schreide, a's /;y zag hoe baronnen 0:1 guiven baar doehte tjc vertroetelden l',üdrukte zij Klasrij;; niet oi;sü.:,i:ge moederlijk» tos erhe:-l aan het hart e:i z-.-i dikvi-i-l^ : lic lieli /.oo'n voorgevoel, lieve kind. dat oiizo g UK ulüleordo lvanier.s jou nog eoaniaal geluk en rijkdom zuilen fcanbrengen." Hoe zoo, moeder V" O ! heilige onschuld . . . dat zal je allemaal m .'ittrtij'l wel leeren begrijpen. \V'j?s maar altijd Ci-g ueijei, ki'nd e:i lo-ip tlink rechtop Z.IJÓ: b.iva',L'g, en \voes li--f en vi ioiulelijk tegen iediirecn . . . nuar v>oral iegen oü,:e heercn .. ." Toen KL-.a:""j; eeliter twaalf jaar wa«. n:ocht zij dj g«iueu!uleer.i;i kamr.rs adcen nog tijlens d;; afwezig.-ei:l der heereii en iü't bijzijn van moeder betreden. Dat past rit niet meer voor jou kind. Maar als je en/e lieereu hïc-r in huis op do trap of op straat tegen komt, moet je zo al:ijd vo rkonici d en aardig groeten en als 2e jo boiiooriijk a-inspreken, wees dan nooit kinderachtig bleu. nia-ir geeft ze beleefd en iefjiis ar.; voord, hoor'." Kn Klaar je keuvcMe, lachte en schertste graag ioi de gemeubileerde herren, op tie trap, o;i Ktrsat", ot' waar x;j hen ook ontmoette. /ij was vrooiy's van aar,! en lachen, praten en p;'ct maken was haai- lust en haar leven. Ma'i'-, om (Ki.lsivii, kind, vergeet tegenover onze liceren nooit, dat je g-ootvader geheimraa l :va->, o;i het y.ek.T .og tot werkelijk ff»-,!ieii!iraaii zou gebracht hebben, als hij nkt \tiur die:i tij l gestorven was. ." Zoo klonk de moederlijke vermarang, to::n Klaartje van school ging e.i bevestigd werd en alleen nog maa.r zang- en pianoles kreeg. Kom. moeder, hoe HOU ik grootvader kun nen vergeten ; er gaat bijna geen dag om dat u niet over liem spreekt .'" dan hebben zij er niemendal van in hun han delingen. Waar, zooals hier, katholieke dames een cadeau aan de kerk willen geven, ijveren zy' gewoonlijk voor heel wat anders en voor iets wat met de uitoefening harer godsdienst meer verband houdt dan een wy'zerplaat op den toren, en het zou ook zeker een unicum zijn, indien zij niet door huisbezoek en collecte, maar door een circulaire bijdragen gingen verzamelen, nog wel zonder gebleken goedkeuring van de geestelykheid. Al zijn ze nog zoo onbeschaafd, slechts zelden zullen roomsehen onder elkaar zoo lomp vloeken als b.v. Bjs, zelfs tegenover zijn dochter; en ook in de laagste klasse, die hier is afgebeeld, moge het vloeken niet onbekend zijn, bijna altijd is er wel de een of andere die er aanmerking op maakt, wanneer het zoo grof gaat; bovendien zijn de stopwoorden anders, zooals »jeses, marantha, jeses maria, god en alle heiligen en dergelijke. Bij storm en noodweer zullen de roomsctien elkaar trachten te troosten met Onze Lieve Heer, met de Hemel, met Wy'water te sprenkelen en kruizen te maken. In deze om geving niets daarvan: bij de grootste wanhoop, bij het ergste leed verraadt geen enkele uitroep of teeken hun godsdienst; het diakoniehuismannetje en de diakenie-moeder zijn geheel protestante figuren. Is dus de plaats der handeling en het karakter der omgeving in het algemeen met de werke lijkheid niet overeenkomende, de bijzondere personen en hun handelingen zijn ook op zich zelf mefirajülen onwaar. Dat Bas bij al zijne misselijke eigenschappen nog wordt voorgesteld als een versleten Don Juan, die zijn tijd heeft gehad" en gekheid maakt tegen het »zwartooj;je" in het huis van zijn schoonmaakster, waar ook zijn dochter ge regeld in- en uitgaat, moet de schrijver zelf weten, maar dat de rijke reeder, wiens vrouw omgarg hed'i met die van een burgemeester, die eigen rijtuig houdt, geen mond kan open doen, zonder woorden als «verdomd, goddcome, stront, bescbijte, e..z, schijnt toch gezocht ruw; doch het klinkt in allen geval dwaas over zoo iemand nog te vernemen uit den mond van zijn dochter C.emantine, dat zij de «achting" voor hem zal verliezen. Trouwens dit meisje is al evenzeer een tweeslachtig wezen, /ij schijnt zoo ha!f en half esn geëmancipeerde te moeten voorstellen en een dito kunstenares, die im pressies zoekt; iemand b.v. die by' het z.en van de lunipen eener bedelares zich door het schilderachtige voelt aangetrokken zonder l steik te worden aangedaan, door (ie eller.d», l die er achter schuilt. In dit karakter past. i het, d;it rij gedurig over den vloer komt in J het huis van baar schoonmaakster en schetsjes j maakt van do boioi-kars. doch hoe is liet l mogelijk, dat zij die dan toch pen betere opvoe ding heeft genoten,«an treheelen avond b-ijt't InisI teren raar do ruwe var'oaien gednrendeden storm . in hel ',j je bed i ij f eu daarbij licjen.dj uiea.luec 'l i Hetzelfde mengelmoes van waarheid en ; fantasie vindt men bij bijna alle andere ];erso:.er. Men stelle zich goed voor, dat men in het stuk te doen bet ft met een huisgezin op de aller' laagste ir.ip vin dia maatschappelijke^! hulJer, zóó arm da! er 's winters niets te eten is-, als j ds aardappels mislukken, dat het eerste werk ; is voorschot te nemen op da g;i»^ van de jDrg^is, i dat de khe! j«s uit de werkhuizen altij.t weikom ?ij:i ; de mee»t ruws taal past in zulk een l omgeving en wordt ook gedurig gehoord, doch dfiurtu'sschen spreken dezelfde torsonsn van «botei'j; tot an de boom", van >'n ornmelet'', van »'n < ii'irdier", van »gewoon gek", «gewoon koud" en dergelijke defdge taal. j Somwijlen legt da schrijver zijn personen | \voord<-n in den mond, dio hij in hun ware ! bete' keriis zelf waarschij .lijk i.iet kent. Het aard.'ippelrooien speelt in het l p. t e bedrijf een l rol a:« ill-'iiier bij het gaan en komen van ? KnierijVs richt. H*rt meisje scbijet dat werk ! vlak bij huis te verrichter, want zij is in een : oogenblik ierpg en geheel alleen, terwijl in : ieder anjer arbeidersgezin K;,iertja zelf zou meegaan om de aardappels te rapen en vooral goed hemd zal je Ouk daarvojr beloöiiêii Kind, ik bedoel dat op een heel andere een bet! bij^on-lero minier ..." Op weike dan, moeder V" O, lievf, heilige omioozclbeid . . . Maar de je een knappen, rijken, voornamen man geven een ^?-neiniraa'.! . . . een gezintscüap-iraaJ . . . . of wat dunkt ji van een bacon... ut' vtaarom geen graal 'l Ja, kind, daar bid ik ie, leren dag 1,111. 's ochtends en 's avonds . . ." Klaar') j had np zulke voorspiegelingen steeds rnet haar vroolijksion hartelijk-ovenuoedi6en kinderlijken lach geantwoord. Haar har j o sloeg toch geen f.a-.ja snelle1', als de j:mg'J heeren haar aar spraken ei! zoo hfü-l eigenaardig aar, k ken of zeii'.s wegei.s hiiishouni'hjtüaang, lege,. beden bij de juli'ruuw" in do rcoiis geruinicn tijd betrokken, mooie. gezvl.ige, kamer traden, en niet te trotsch waren om een stoel bij h- t raam te schuiven tegoüovir het m oie dochtertje en d>.n zoo jolig praatten over de heerlijke bloemen op de- venMerbai:k eu den kanarie vogel en Let nieuwste tapis-eriewcrkju van juii'rouw (J! ara . . . Het was 01 s vn.o'ijke vogeltje tamelijk onver schillig met welken jongen man zij babbelde en schertste . . . e:i geen enkele maal versdieen bij haar in den droom, zooals toch vank hi.F.r kananevogcl en baar geliefde Itioeruen eu het werk, dat zij vo r tantes winkel borduurde. Kn toch was Klaarfje reeds z; sticn jaar geworden en had een hoogere burgerschool met griekschj en rome'nsche mythologie doorloopen en i;i bet wiskunde- uur de romans van Loui.se i iihUiach gelezen of il -i minnebrieven, die haar boezemvriend!:! Xora van haar eef, die op de kadette;;schooi was, kreeg en tijde!, s de wiskunde plichtmatig _en gloe.cn.i beant woordde. * * Het was een zonnige Junimidda». K'aartjes bloemen stonden buiten voor liet venster in een rek met een groen hAje erom er. daar boven hing ds luidkeels zingende kanarie. ogel. De ramen s'.o1 den wijd open en de zoi te geur van maand" ozen, resida en muurbloemen, stroomde met de luwe lentelucht e., liet gezang der vogelen b- 1 gezellige kamertje binnen. Clara zat met baar borduurwerk in dien lente geur eu zonneschijn en haar mooi gezichtje bloosde als d.; heerlijkste harer rozen en bt' aaide vai een zonnigen lach. liet geestige kopje wipte heden nog veel vaker dan anders van het werk op en de heldere kijkers blikten door de bloemen neer op straat . . . telkens maar heel even . . . dan waren zij weer bij het patroon. De registratorsweduwc had in haar wcduwenstaat en bij het kamerverhuren mat:ertijd een behaaglijk embonpoint aangenomen en was daarbij ook wat kortademig geworden. Zij leunde soezend in een hoek der toia en droeg haar zoon, een sterke slungel van 19 jaar zou meehelpen met opladen. Op een gegeven oogenblik schijnt de meid er trouwens gene eg van te krijgen, althans zy' zegt, dat zij gast «afrooien", een uitdrukking voor haar zelf zeker even onverstaanbaar als nergens anders ooit gebruikt Met het «Bchoonmakeii" van Knienje heerscht dezelfde verwarring; zy' is werkvrouw en in sommige streken zal zy daarom met den algemeenen naam van «schoonmaakster" betiteld worden, die o.a. haar diensten zal bewijzen by het «schoonmaken", een duidelyk omschreven handeling, waarin ieder goede Hollandsche huismoeder zich een maal per jaar verblijdt; Kniertje echter schijnt iedere week te gaan «schoonmaken" bij meneer Bos en den pastoor. Het is of de schryver bij het ineenzetten der tooneelen de daarbij passende woorden en uit drukkingen niet van zelf te voorschijn heeft willen doen komen, maar er naar ge zocht heeft otn sommige krasse bewoordingen te bezigen, omdat hij ze aardig vond. Waar een zin als: ja most je schamel of je most 'n kleur krijge tot achter je ooren ! volkomen het begrip zou aanduiden, schreeuwt Bas tegen zijn dochter: je most 'n kop as 'n boei kry'ge ! een noodeloos o'juist gebruik eerier vergelyking. «Steek je duim in ja zitvlak l" laat de schrijver iemand zeggen, omdat hij de krasse uitdrukking wil gebruiken en toch de waarheid niet aanduift. De platte omgeving waarin zoo'n uitroep i.huiu hoort, schreeuwt namelijk : steek je duim in je g . . of nog erger : in je k ... Elders wordt gesproken van »brulla as 'n speen varken", om het begrip door een ver gelijking te versterker, doch het voik. :il zegt het ook soms zelfs van etn kind, dut bet in de wieg ligt te brullen, zal er deze verge'ijking zorgvuldig buiten houden, maar er een os, een stier of een beer l ij te pas brengen. Met het dierenleven verkeert de auteur iroiurens nog elders op gespannen voet; in het begin vliegt er een haan boven op het dak van een huis, midden in het dorp en blijft er zuten ook, en later komt Jo zoo maar )eukwsg"erte.'len »we hebbe bigge". Geen enkel arbeiders gezin van die armoede houdt er een moederz-.nig op na om te kweeken, maar 't is al blij, wan neer het een mestvarkerifje kan groot l» e; yen. Hoe onnatuurlijk verschillende toesta.ajen en verhoudingen zijn saumgewoven ko.iit ge durig aan den dng. Clementine, een welop gevoede dame neemt den boekhouder van fair vader mee om eieren en een pai;p»'je eten te dragen, waaruit bij onderweg stiO^pt, zij vraagt iemand haar naar huis te bre- gen en woout tïiuar tv/es deuren verder, ter*\ji te gelijk met haar ooK anderen weggaan. (Jok bat leegloopen van Hirend pa-:: al heel slecht in zoo'n doodarm gezin hyis-10 jaar en nu is 't mogelijk dat een aange boren vrees voor da zea ham van 't varen terughoudt, doch de dagelijksctio nood zou hem in de werkelijkheid ui lur.g gedwovgen hebben dan iets anders aan te pakker. ?, het is eenvoudig r.iat mogelijk in dio kringen, dat iemand gezond van lijf en leden blijft roiulloopen met nietsdoen. Waarom een resder er op aardrir.gt juist hem aan boord te krijgen, terwijl er toch zeker wel betere mannen zijn aan te monsteren, is onveiklaarbaar. Wanneer men do toestanden en ppr.-or.en van het stuk dus op den keper Uesctum-vt en toetst aan de werkelijkheid, dan blijft en,iet veel over wnt daarmede overeenkomt, behalve s,:Hjni>!iar Af taal -'r) entei'kele ruwe handdingen. Wij f) liet zoogenaamde dialect in het stok is al evenmin aan de werkelijkheid getrouw ; up die manier wordt het in Holland niet ge-proken bet is een mengelmoes niet moeielijk door tooi>e«is.pel«ra ra te bootsen. Zuiver dia eet zil^ trouwens slechts hoogst zelden op het too:,"el kun:,en gebracht worden, oni'Uit het :.Stijl gekui:stdd klinkt in den mond van peisonei , die het niet van de jaugd af gewoon zij i tri spreken. De friesche komedie.-tui-jes in de friesche ta»l bevallen daarom zoo uit nemend, omdat zij alleen door friesche acteurs worden weergegeven. een kolossale mu's met loshangende ci'roei>gele kedbatiden en hield haar korte vleezige handjes o er haar korte .iikke taille gevouwen. Arm Lind . . . Als dat iemand jo zaUgen grootvader voorspeld had, dat zijn kleindochter eens voor geld zou moeten borduren ' ' klonk do vet:igo stem zueh end van de sofa maar act kliii.k toc.a eer.igszir.s koket, als men de ronde orgjes diur ij zoo vol trots en moeder lijke teederh'-id op het jonge bloeiende mei:je in liet iïi-sc!:e voorjaarstoile je gevestigd zag. ..Maar, moede-, dat is immers puur liefheb berij ; ik geniet bepaald als ik zoo de eene prachtige kleurige bloem na de and. re uit het stramien zie oplulken - en voor die ariae tantes is het toch ook oen kleine hulp. als ik haar die handwerken de helft goedkoper J-an ie,eren dan die massa behoeftige nnir-jiw, dio van liet borduren iuoe:en leven ... U laat mij immers d.'! lice.'e opbrengst voor mijn toilet houden ..." De moeder zuchtte waer dat was haar r.n eenmaal gewoonte geworden sinds de geheimraads'glorie eeu einde had genomen 'en soezend verdiepte zij zich in dat grootsdie verleden. liet engelachtige jonge meisjeskopje keek echter al.ioor o:,rustiger van het patroon op en omlaag naar de straat. Ja, dikwijls vergaten de anders ze o heidere kijkers het werk geheel en blikt1-n als in een droom verzonken de zon nige s.raat langs... Zochten zij daar iets V Als de vettige, matte stem van de sofa piofsding iets zeide of ean onbeduidende vraag ?l et-i l. . schrok het bloeiende meisjeskopje e e. skla/:; uit de turende, mijmerende houding op uu wiidn het kleine blanke hanije ijverig vooitiuhken, maar beefde, en de naal-l met den 4roc.ie.il bladerendraad stak in den rooden rozek: op en als moeder niet keek, haaiden <le adders zoo vaste vingers den steek w er .i:t... Daarbij overtoog een gloeiende bios \c.t aehenle lieve gezichtje tot onder de gcud?iloride vlechten en over den slanken hals tot In het lichtblauwe kleed met het witte kanten kraa? jo .. . Kn het kopje moest zich eerst her inneren, wat moeder eigenlijk gezegd had, of ',-et soms zelfs nog eens vragen ... en dan klonk kaar stem beklemd en zacht lang niet zoo vroolijk, helder en onbevangen als anders. Dar. rees moeder zich rekkend uit haar be haaglijk soezen overeind, zette groote, ?nijze oogen op, en knikte en lachte stil voor zich. Dan rustten do groote, wijze moederlijke oogen H-h'-rp, loerend schier, op het blozende meisjesgezicht voor het venster en de toon harer \e igo stem verried dat zij onbevangen wild;; klii.ken. a's zij zeide: Klaartje, onze graaf blijft vandaag langer aan de koifietat'ei bij Stehe'y dan gewoonlijk !" (Wordt w.volyd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl