Historisch Archief 1877-1940
No. 1253
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
5
prachtweg, die vooral hij Nunspeet. allerliefst
gezoomd was met villa's en vriendelijke huisjes.
We konden niet nalaten daar even te rusten.
Daarna ging het in een stuk door de Bilt en
zagen met voldoening de roode vlag onzer
eind-controle.
Je hebt niet mee kunnen gaan, kloekmoedig
chauffeursvrouwtje, daar moederlijke zorgen je
thais bielden, maar ik weet zeker dat je anders
heerlijk zoudt hebben genoten op dezen
charmantea toer, d_ie ons heel, heel laag in herinne
ring zal blijven. De lieve dames die er aan
deelnamen, hebben me dan ook herhaaldelijk
bevestigd, dat ze den tocht alleramusantst en
niets te vermoeiend hadden gevonden. Jelui
zijn dan ook wel zoo //brani" dan de mannen
die buiten het automobilisme slaan en er nog
hunne schuwheid voor verbergen door ons
uitnemend nieuw vervoermiddel te betitelen als
ellendig", j.levenmakend" eii
»levensgevaarlijk". Arme duisterlingen, bekeert u! wilde ik
hun wel toeroepen. Maak eens een langen auto
tocht mee bij mooi weer, en mijn trouw karretje
er onder verwed, dat ge uwe sombere gedachten
niet alleen wijzigt, maar enthousiast zult wor
den als ge ingewijd zijt in de «geheimen der
carburatie" als de automobiel voor u geworden
is de Pegasus der 2Cb eeuw.
Apeldoorn, 21Junil901. DIKKIE DAURACQ.
We omen al strienfle verder!
Aan Wolfgang.
In De Spectator van 22 Juni 1901 lees ik
aan het slot van 'en bespreking van de nieuwe
roman van Marcellus Emants 'en tirade over de
spelling. De heer Wolfgang meent dat de ver
eenvoudigde spelling «enkel is uitgevonden om
IIIIIIIIMIinilllMlllllllMIUÊMIIIIIIIIMItlttllllUllllüIltltlltlllllllltlltllllllltHlIlllllllllUlllllllllllllUllllltlUUtllllll IIIIIUIIIimillllllllHIIUUtllU
De yredes-Uee en bare aaÉaogers,
Ondanks de spoorwegen, die de volkeren
verbinden en de bewoonde aarde als met een
net van yzeren lynen overtrekken, ondanks de
bewonderenswaardige technische uitvindingen,
die de menschen van gemakken en comfort
voorzien, ondanks onzen vooruitgang op het
gebied van wetenschap en kunst, ondanks den
rijkdom in kunstvoortbrengselen, toch leven
wy nog geheel in een eeuw van
barbaarschheid, in de krijgszuchtige aera der wereld
geschiedenis.
Op allerlei gebied hebben wij een rijkdom
zonder weerga voortgebracht, toch zyn wij niet
bjj machte dien te beheerschen, wy staan er
tegenover in een embarrss de richesse, wij
verspillen aan den eenen kant onze eigene
krachten en die van anderen, en aan den
anderen kant zjjn wy er te zuinig mee. Een
haastige gejaagdheid, die niet tot rust komt,
een zich aftobben, dat geen genot kent, een
benauwende angst voor de volheid van buiten
en de leegte van binnen, dryft den modernen
mensen doelloos heen en weer zooals het dier
op de eenzame heide, dat de vruchtbare weiden
om zich heen niet bespeurt. Een legio vragen
zyn in zyn verhit, overspannen, gemarteld
brein opgedoemd, waarvoor hij eene oplossing
zoekt en niet vinden kan, omdat hy van buiten
de redmiddelen verwacht, die uit zyn eigen
boezem moeten voortkomen. In dezen
jammervollen toestand is een vurig verlangen naar
rust en innerlijke beschouwing over hem ge
komen, hy' is vervuld van een ernstig streven
naar vrede en dit heeft eenvoudige naturen
verleid, een vredespropaganda in het leven te
roepen, die door de auguren van »de hooge
politiek niet alleen, maar ook door alle
belderzienden niet zonder een glimlach kan worden
beschouwd.
Dat onder deze vredesapostelen vrouwen de
hoofdrollen vervullen en dat zich om haar
het grootste aantal geloovigen verzamelt, is niet
te verwonderen, daar juist zy' tengevolge van
het chaotische wordingsproces van onzen tijd
het meest te ly'den hebben, daar juist zij, uit
haren tegenwoordigen werkkring gerukt, geheel
onvoorbereid staan tegenover de nieuwe ver
schijnselen.
Terwy'l op de Antillen in naam der vryheid
een moorddadige Btry'd gevoerd wordt, in
ZuidAfrika een dapper volk te gronde gaat en in
het ry'k, dat het middelpunt is der beschaafde
naties, de schandelijkste bloedwraak geëischt
wordt, terwyl over het gansche wereldrond
gemoord wordt, verkondigen vrouwen in hare
vereenigingen de vredesboodschap van den
czar, zenden zy' hem huldigings-telegrammen
on verwachten van hem de verwezentlyking
van den eeuwigen vrede. Van denzelfden
heerscher, die tegenover het trouwe Finsche
volk zyn eed heeft gebroken en het toelaat
dat in zyn ry'k jonge mannen vol zelfopoffering
en de edelste leeraren gekerkerd en naar Siberi
verbannen worden, van denzelfden heerscher,
die, partytrekkende van den naijver der andere
ryken, nieuwe landstreken verovert; van hem,
die op de grenzen van zyn reuzenryk de
strijdkrachten verzamelt,, om er op los te
schieten zoodra hier of daar den geringsten
weerstand wordt geboden tegen zyn despotisme !
Van de machtigen der aarde kan de vrede
niet komen, ook niet van de Haagsche Confe
rentie. De oorlog in de Trans vaal, op Cuba, in
China, even als de treffende gebeurtenissen
der studentenonlusten in Rusland hebben ge
toond, dat ondanks de Haagsche
Vredesconferentie en de daar genomen besluiten, van de
officiêele politiek voor het propageeren der
vredesidée niets te verwachten is.
Het moderne militarisme dient niet alleen
om de zucht naar machtsuitbreiding en roof
der concurreerende mogendheden van Europa
en Amerika te sterken ten nadeele der
buitenlandsche volkeren, maar volgens oordeel der
eerste autoriteiten, om in een militairen staat
par excellence de belangen der heerschers te
beschermen en te verdedigen, tegen de volks
belangen in. Het streven naar vrede is echter
daarop gericht de belangen van het volk te
waarborgen.
Daarom verklaarden de vryzinnige vrouwen
in Oostenrijk niet in te stemmen met de tot
dusver door de vredesvereenigingen gevolgde
taktiek in deze. Zy verwachten geen heil van
heerschers en machthebbers. Zy verlangen dat
de vereenigingen de propaganda verplaatsen
naar de breede volkslagen, die een ernstig,
eerly'k belang hebben by' de afschaffing van
het militarisme en by een vreedzame ontwik
keling der volkeren.
Kaar aanleiding van de internationale
vredesmanifestaties der vrouwenvereenigingen heeft de
Algemeene Oostenryksche vrouwenvereniging
in hare vergadering van 31 Mei 1. 1. de vol
gende motie aangenomen:
»De vryzinnige vrouwen in Weenen betuigen
hare warme sympathie voor alle maatregelen,
die geschikt zyn om den oorlog tegen te gaan,
de vrede-idee en de liefde tot den vrede by
het volk te verspreiden en ingang te doen
vinden.
?Onder deze voorwaarde begroeten de
Oostenryksche vrouwen de internationale
vredesmanifestaties harer seksegenooten en wenschen haar
in haar streven in het vaderland, zoowel als
in het buitenland van ganscher harte succes.''
E. KUNST-HE YNNEMAN.
(Ontleend aan
Frauenleben").Dr. Anna Wyczolkowska. Eerste vrou
welijke suikerscheikundige. Gebroken
speelgoed. Vrouwenkleeding. Goethe.
De leerstoel in de experimenteele psycho
logie aan de Psycho-physiologische Universiteit
te Pary's is toegekend aan een Duitsche vrouw,
dr. Anna Wyczolkowska te Leipzig, die in
1893 te Zürich promoveerde op een
vergelykende studie over Schopenhauer. (V).
De eerate vrouwelyke suiker-scheikundige,
mej. M. van den Honert, te Bergen-op-Zoom,
is gediplomeerd door de Amsterdamsche
Suikerschool. (O. H. Ct.)
Van de hand onzer bekende schryfster,
mej. Maclaine Pont, komt in de Bode der
Heldringgestichten nummer van 15 Juni j.l.
een pleidooi ten behoeve onzer meisjes uit de
volksklasse. Geen oproerig verzet spreekt uit
dit opstel, maar smartelijke verontwaardiging.
In dit Juni-nummer lezen wij:
In den gemeenteraad van een onzer grootere
steden kwam de kwestie van den dag aan de
orde: moet het houden van publieke huizen
al of niet verboden worden en de houder
strafbaar gesteld ? Met andere woorden : moet
er in onze maatschappy een klasse vrouwen
bestaan, die uitsluitend leeft voor het meest
verlagende genot ? Ernstig en diep werd de
discussie gevoerd, tot eindelijk een der aan
wezigen de vraag stelde: wat er toch werd
van die «publieke vrouwen" als zy te oud
werden, of om andere redenen hadden
»uitgediend" ? Een der raadsleden, een geneesheer
met een flinke prakty'k, haalde de schouders
op: »Ach", antwoordde hy, »wat wordt er van
ons gebroken speelgoed ?" Dat
onverantwoordely'k en harteloos: »Wat wordt er van ons
gebroken speelgoed ?" geeft de schrijfster o. a.
aanleiding het volgende te zeggen:
?Dit antwoord, gegeven door een voorstander
der publieke huizen, formuleert de kwestie
beter dan iemand het kan doen. Gebroken
speelgoed zyn ze voor die mannen, goed om
weggeworpen te worden, in den vuilnisbak,
als het leely'k geworden is omdat men het
vernield en bedorven heeft.
«Maar dat speelgoed heeft een lichaam en
een onsterfelyke ziel; het eerste zal die ge
neesheer toch wel weten, al erkent hy mis
schien het laatste niet. Dat speelgoed kan
ontzettende smarten lyden, dat speelgoed kan
tot wanhoop vervallen.
... »Gy die haar hebt gebroken, hebt gy wel
eens bedacht wat dat zegt ? Maar gy weet
niets van haar, gy hebt zelfs nooit naar haar
gevraagd. Gy zyt m uw recht, gy behoeft im
mers niet te vragen naar gebroken speelgoed ?"
Daar zyn ze dus goed voor de dochters van
ons volk ! Deze geneesheer heeft het rondweg
uitgesproken in een achtbare vergadering. Het
is goed dat eens te hooren. Het moest gedrukt
worden op alle strooibiljetten van candidaten
voor de Tweede Kamer, voor de Provinciale
Staten, voor den Gemeenteraad.
«Kiest dezen man !" zal het klinken. »Hy'
beschouwt uwe dochters als speelgoed, dat hy
gebruiken kan naar zyn goedvinden, waarnaar
hy niet meer vraagt wanneer het gebroken
Een groep Brusselsche vrouwen heeft den
oorlog verklaard aan het corset. Zij verlangen
dat het dragen van een corset in de scholen
zal verboden worden. Aan het hoofd der bewe
ging staat mevrouw Valentine André.
(lielany en Hecht.)
* ?
*
In de Lettres de Madame Ueinhard une
femme de diplomate, speelt Goethe een groote
rol. Deze brieven, die door de kleindochter
der schryfster, barones Wimpiïen onlangs wer
den uitgegeven, bevatten kenmerkende trekjes
over den modernen Olympier, wiens goden
aard wel het best wordt geteekend in deze
woorden van mevrouw Reinhard: »Goethe
zweeft boven de menechely'ke ellende, alsof
hy een bewoner van andere sfeeren was. Nooit
spreekt hy over zichzelven, (wat een voor
beeld voor onbeduidende menschen die nooit
over zichzelf zyn uitgepraat!) nooit ook heb
ik by hem deelneming in vreugde of smart
van andere menschen opgemerkt. Zelden krijgt
men van hem een teeken van goed-of afkeu
ring. Voor niets is hy aandoenlyk. Hij leeft
in den kring van zyn weten en denken, een
kring van zoo groote uitgebreidheid, dat hy
alle wetenschappen omvat.
Over Christiane Vulpius liet Goethe zich
eens aan den diplomaat Reinhard
volgenderwy'ze uit: »Zou je wel willen gelooven dat
voor my'ne vrouw mijne werken een boek met
zeven zegelen zijn ? Zy heeft er geen enkelen
regel van gelezen. De geestelyke wereld bestaat
voor haar niet. Zy is een voortreffelijke huis
vrouw en zy houdt zich uitsluitend met de
leiding van my'n huishouding bezig, die geheel
onder haar beheer staat... Nochtans houdt
zy er van toilet te maken en naar de komedie
te gaan en het zou een verkeerde meening
zyn wanneer men haar verstoken achtte van
beschaving.
C AP KICK.
Bloemkool augratin. Ingrediënten : l bloem
kool, 30 gram boter, 25 gram bloem, 'A liter
melk, zout, peper, 30 gram geraspte
parmezaansche kaas, 30 gram Gruyère kaas,
paneermeel, 20 gram boter.
Bereiding: Kook de kool op de gewone
wijze. Roer 30 gram boter en 25 gram bloem
in een pan op het vuur, voeg daarby de melk,
zout en peper, laat de saus roerende tien
minuten koken; voeg er by 20 gram
parmezaansche kaas en 20 gram Gruyèfre. De kaas
mag niet meekoken. Plaats de bloemkool in
een vuurvasten schotel, bedek ze met de
saus, strooi er de overige kaas overheen, doe
er 20 gram gesmolten boter over en bedek
het geheel met paneermeel: zet den schotel
in den oven tot het geheel lichtbruin is.
Gegratineerde tomaten. Sny'd de tomaten
door midden, leg ze in een vuurvasten schotel,
bedruip ze met kalfsjus en zet ze in den
oven; als ze bijna gaar zyn bedruipt men ze
met gesmolten boter, bestrooit ze met paneer
meel en laat ze verder gaar worden.
In 15 a 20 minuten zijn de tomaten gaar.
MMIIItllllTÏMlliiiil l iiiliini miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiim
De talenten ?an juffrouw Xanfli.
Een leerzame geschiedenis.
Naar het Duitsdi, van GEO HILUECK.
Juffrouw Alexandrina, door haar kennissen
Xandi genoemd, had een talent. De gelukkige
eigenares van dit talent had altijd gedacht,
dat het nog al groot was. Het nam eigenlijk
de grootste plaats in in haar geheele leven.
Sorns maakte het haar zoo benauwd, dat haar
kamer te klein voor haar werd en zij een
gevoel kreeg, alsof het heelal zich moest uit
zetten, om aan haar talent ruimte te geven.
Dan ging zy' voor het venster staan en keek
ver weg over de daken heen, onverschillig of
de gouden zonneschijn, het blauwgroene maan
licht of' de loodzware regen er op neervielen.
In zulke oogenblikken maakte her talent zich
nog duidelijker merkbaar, daar het haar met
onweerstaanbare kracht naar de schrijftafel
trok. liet lag naast haar, donker, zwaar,
dofglanzend ala een onyx, met een heldere plek
in het midden, waaruit een dunne rook op
steeg, die alle mogelijke kleuran kreeg en dan
den vorm aannam van personen en groepen.
Zij zag ze duidelijk voor zich staan, als een
tweede, echte werkelijkheid.
Tengevolge van allerlei ongelukkige gebeur
tenissen werd juffrouw Xandi op een goeden
dag geheel afhankelijk van haar talent, wanneer
zij ten minste de gewoonte om te eten, te
wonen en zich te kleeden niet wilde opgeven.
Van dien tijd af bekeek zij haar talent met
geheel andere oogen. Het scheen haar lang zoo
groot niet meer toe. Ongeduldig wachtte zij
het oogenblik af, waarop het haar naar de
schrijftafel zou roepen, om haar te dicteeren.
Op alle tijden van den dag riep zij het, maar
juist, nu zij het noodig had, scheen het koppig
te worden. liet rookte niet meer en lag in een
hoek, zonder zich te verroeren.
Het was een slechte tijd voor Xandi. Alle
omvangrijke manuscripten werden teruggezon
den. Maandenlang geen enkele vraag om mede
werking ; een novelle, die bijna in het Engelsch
was vertaald, kwam op het laatste oogenblik
nog onvertaald terug. Slechts op een paar kleine
schetsjes had zij nog geen antwoord; daar
wachtte zij al maanden lang op... De meu
belen namen de vlucht voor haar stilgeweende
tranen ; beurt om beurt zochten zij verandering
van lucht. Kleederen en sieraden volgden wel
dra. De vluchtelingen ontmoetten elkander
allen weer in den winkel van den
pandhuishouder Josef Hüberle. Telkens, wanneer juf
frouw Xandi een stuk van haar inboedel liet
verhuizen, wierp zij met vochtige oogen een
blik vol haat op het talent, dat onmeedoogend
op de tafel lag, roerloos, alsof het sliep. Slechts
om zijnentwillen was zij niet boekhoudster
geworden slechts om zijnentwillen had zij
het eervolle huwelijksaanzoek van den handelaar
in zijden stuffen Traugott Nips, afgeslagen .. .
En dat was haar dank !
Eindelijk nam zij een Hink besluit, pakte j
het talent op, wikkelde het in een groote courant i
en droeg het met moeite naar Josef Iliiberle,
in wiens winkel tusschen allerlei rommel in,
het grootste gedeelte van haar voorinaligen in
boedel haar stom en weemoedig begroette.
Wat is dat voor een ding?" vroeg mijnheer j
Iliiberle minachtend. Zijn goedhartigheid liet ;
nooit vergeefsche hoop bij zijn klanten op
komen, j
Mijn talent," zeide juffrouw Alexandrine
verlegen, terwijl zij het papier losmaakte.
Talent '.'' De pandbuiskouder bekeek het
nieuwe pand een oogenblik en haalde toen de
schouders op. Bah het is heelemaal warm.
Daarvoor geeft tegenwoordig niemand een cent.
Als het nu nog gewoon lauw was ja dan ...
Hm, soliede schijnt het wel te zijn."
Volkomen soliede !" verzekerde Xandi.
Dacht u misschien, dat dat een goede eigen
schap was 'i Zoo'n plomp ding trekt iemand
naar beneden, inplaats van hem boven water
te houden. En dan ziet u die belachelijk
eenvoudige constructie ? Geen spoor van sym
bolische verwardheid geen geprikkel, als ik
mijn hand er op leg; er springen rnaar een
paar vonken over.... Neen juffrouw, zoo'n
talent is in onze dagen niet te gebruiken."
U neemt het dus niet ?" vroeg Xandi, met
haar tranen worstelend.
liet is heusch een ongeluk voor iemand van ?
ons vak, als hij een hart heeft!" riep mijnheer
Haberle plotseling. Ik wil er... 10 mark voor
geven !"
Tien " Xandi wilde zeggen, dat dit talent
haar alles was, haar eenige middel van be
staan maar om niet in tranen uit te barsten,
zweeg zij. Met een gebroken hart nam zy het
goudstuk uit Haberle's vuile hand en ging weg.
Bij de bank van leening had u hoogstens
acht mark gekregen!" riep hij haar nog na.
Toen Xandi weer thuis kwam, scheen haar
leege kamer haar onverdragelijk toe. Het was,
alsof met haar talent het laatste spoor van ge
zelligheid en warmte verdwenen was. Alsof het
laatste licht uitgeblazen was, alsof nooit
weer de zon zou schijnen! Sidderend van koude,
akelige smart ging zij naar bed, waar zij zich
in slaap huilde.
Den volgenden morgen scheen de zon echter
toch. Ja, zij wierp zelfs een breede streep
licht door Xandis venster en liet in het kale
vertrek millioenen schitterende stofjes dansen.
Xandi werd gewekt door een kloppen op haar
deur. Met haar hoofd vol verwarde smart
staarde zij naar de dikke, roode hand van
haar huisjuffrouw. die iets wits om het hoekje
van de deur schoof. En toen herinnerde zij
zich, wat er gisteren was gebeurd.
Haar talent! Als een centenaarslast woog
deze gedachte haar op het hart. Toch stond
zij op, om den brief aan te nemen en om
een biljet te onderteeken. Wat was dat? Een
aangeteekende brief veertig mark van een
courant, die de loffelijke gewoonte had, het
bericht der opname vergezeld te doen gaan
van het honorarium.
O zaligheid! In haar kamertje voerde Xandi
een dans uit, dien geen enkele balletmeester
had uitgevonden. En telkens, als zij in haar
wit nachtgewaad door de breede zonplek danste,
werd et geheele vertrek plotseling verlicht.
Hoera, hoera l nu was alles weer in orde l
Een uurtje later drong Xandi met een klop
pend hart door een rumoerige menigte, die
in den winkel van Haberle verzameld was. De
eigenaar zelf liep heen en weer, nam geld in
ontvangst, drukte sommigen een of ander voor
werp in de handen en schoof ze dan uit dea
winkel. Zijn harde stem klonk nu en dan
boven het geschreeuw uit, dat Xandi onaan
genaam aandeed. Wat een veiling'? Goede
hemel zou haar talent al verkocht zijn?
Maar een student met een zwart verband over
zijn neus stelde haar gerust; het was vandaag
de eerste van de maand, de eerste April:
iedereen had geld en kon dus de noodzake
lijkste voorwerpen weer inlossen. B.v. zijn
horloge . . . Maar Xandi had geen tijd; zy
nam een gunstig oogenblik waar en drong tot
mijnheer Haberle door.
Mijn talent .?gisteren avond" zeide
zij zachtjes. De pandhuishouder keerde zich
om, nam van een der planken een pakje in
krantenpapier gewikkeld, dat haar gaf. Twin
tig mark!'' zei hij op nijdigen toon.
Twintig ? Maar ik heb er gisteren maar
tien "
Dacht u dan, dat ik voor mijn pleizier
zaken deed ?" snauwde mijnheer Iliiberle haar
toe.
Verschrikt legde Alexandrine de helft van
haar pas verworven rijkdommen in de nog
altijd vuile hand van den pandhuishouder en
maakte dat zij wegkwam.
Zalig drukte zij het talent aan haar hart
deze za'igheid was waarschynlijk de oorzaak
dat zij de zwaarte van haar last niet voelde.
Zij vond het pakje zoo licht als een veertje.
Zij stormde de trappen op, maakte het papier
een beetje los, legde het talent op tatel en
begen dadelijk te schrijven.
Hemel, wat ging het vandaag goed ! De rook,
die in kleine draaiende wolkjes uit het papier
opsteeg, vormde zich buitengewoon snel tot
allerlei beelden. Het scheen haar toe alsof de
rook een ongewonen, zoeten geur verspreidde,
doordringend, maar toch niet te sterk. Vroeger
had hij haar over allerlei quaesties doen
schrijven, die de meeste redacties liever ver
meden, daar de lezers er niet op gesteld
waren; dikwijls had hij haar diepzinnige pro
blemen en psychologische vraagstukken geschil
derd ; van dat alles was nu geen sprake.
De wolkjes namen aangename, eenigszins
onwaarschijnlijke kleuren aan en vormden een
casinobal met een cotillon.
Twee bekoorlijke nichtjes brouilleerden zich
niet al te ernstig tengevolge van een misver
stand. Naast haar doken mooie luitenants op,
vroolijke studenten, gymnasiasten vol streken,
knorrige moeders, een rijke oom met een
spraakgebrek kortom, alles werd even
boeiend.
In plaats van zes bladzijden, zooals gewoon
lijk, waren er 's avonds dertig klaar. Xandi
las ze met verbazing. Den volgenden dag
schreef zij verder. Het was iets nieuws en pret
tigs voor haar, zoo gemakkelijk, zonder de
minste moeite er op los teschryven. 's Avonds
was zij doodmoe; alle zorgen schoof zij ener
giek van zich af.
Na een paar weken had zij een grooteu
roman, geheel in den vorm, voltooid. Zij waagde
het niet, bem door te lezen, maar pakte hem
zoo spoedig mogelyk in en zond hem toen aan
een blad, van welks onliteraire richting en
groote honoraria wonderen werden verteld.
Het antwoord kwam buitengewoon snel. De
roman zou worden opgenomen, wanneer de
schryfster, om wier verdere medewerking ver
zocht werd, genoegen nam met een honorarium
van 5000 mark.
Vijfduizend l Xandi viel haast in onmacht.
Zij bad wel eens menschen gezien, waarvan
verteld werd, dat zij zooveel kregen; maar dat
had haar alty'd onwaarschijnlijk in de ooren
geklonken.
Onmiddelly'k, zonder zich te bezinnen, gaf zy
haar toestemming.
Denzelfden avond nam Xandi de lamp en be
keek haar talent, dat nog altijd halt in het
papier was verborgen, nauwkeurig.
In langen tyd had zy' het niet zoo critiach
onderzocht. Al de sombere vermoedens, die zy
tot nu toe steeds had onderdrukt, kwamen haar
nu weer in de gedachten. Vermoedens! Dat
waren het niet meer; het waren feiten. Zoodra
Xandi het talent geheel van het papier ont
daan had, werd alle twijfel opgeheven. Het was
haar oude talent niet meer. Het was by den
pandhuishouder verruild..
Dit nieuwe talent was noch soliede, noch warm;
ook leek het niet op een onyx. Het was van
mooi gepolijst aluminium en woog dan ook heel
weinig. Het was een koud, licht talent van zeer
alledaagschen vorm.
Xandi bekeek het met smartelyke verachting.
Plotseling ontstond er een vurig verlangen in
haar naar het oude, zoo dikwyls verwenschte
en toch zoo geliefde talent. En tegelykertijd
kreeg zy een gevoel van schaamte, omdat dit
verlangen eerst was opgekomen, nadat zij al
zeker was van de vyfduizendmark.
Onmiddelijk ging zy naar mijnheer Haberle.
D« pandhuishouder was dien dag in een
rooskleurige stemming. Hij had een buiten
gewoon succesvolle veiling gehouden en daarna
op den verderen bloei van zijn zaak gedronken.
Hij hoorde Xandis uitlegging neerbuigend
aan en begon toen onder de weinige onver
koopbare voorwerpen te zoeken. Het talent
was er echter niet hy.
Xandi verbleekte. Heeft u het dan toch
verkocht?" riep zij uit. Een reeks van
vreeselijke mogelijkheden zweefde haar geest voorby.
Mijnheer Haberle dacht na. By die onge
wone inspanning zag hy er zeer interessant uit.
Eindelijk kreeg hy een inval. Een dame,
die soms oude sieraden bij hem kwam koopen,
had jaren geleden eens een talent by hem
laten liggen, dat in krantenpapier was
gewikkeld. Vandaag op de verkooping, had
zij er opeens aan gedacht en het meegenomen.
Ongetwijfeld was zy *op het oogenblik de
eigenares van Xandis talent; en daar zij de
verwisseling wel zou merken en mynheer
Hüberle er naar zou vragen, gaf Xandi dezen
laatsten haar adres op.
Den volgenden morgen werd er aan Xandis
deur geklopt, waarna een prachtig gekleede
dame met blond haar en een stevigen
officiersstap binnentrad. Zij werd gevolgd door
een knecht, die voorzichtig een pakje op tafel
legde en wegging.
De onbekende bekeek Xandi welwillend door
haar lorgnet en stelde zich met edel zelf
bewustzijn aan haar waarde collega" als Rhoda
von der Warte voor.
Rhoda von der Warte! De bestbetaalde van
alle schrijfsters, de lieveling van de bakvisschen
van eiken leeftyd en geslacht; de beheerscheres
van alle leesbibliotheken!
En met het talent van deze beroemdheid
had Xandi gewoekerd! Het hart zonk haar
in de schoenen; zij trachtte zich te veront
schuldigen, maar voelde wel, dat zij niets dan
beschuldigingen tegen zichzelf uitbracht.
Maar het zal mij heusch een groot genoegen
zyn, het u nog eens te toonen. Want uw
eigen talent ... ja, dat is eigenlijk heelemaal
niet te gebruiken. Niets dan een stuk lood!
Gisteren, toen ik even een novelle wilde schry ven,
hinderde het mij zoo, dat ik het in de kast
moest bergen".
Beschaamd en verwytend keek Xandi naar
de tafel. Maar haar collega praatte door.
Zij was juist by de uitgevers en de honoraria
aangekomen. Zy hoopte, dat juflrouw Alexan
drine de pry'zen niet zou doen dalen door te
bescheiden eischen. Wat haar zelf betrof, zy
liet haar pas voltooiden roman niet onder
vyftieaduizend mark gaan.
Xandi zocht naar woorden. Eindelyk ge
lukte het haar een vraag te doen.
Neemt u my niet kwalijk, maar ik hoorde
van den pandhuishouder, dat uw talent jaren
lang by hem heeft gelegen."
Nu en ?"
En toch schreef u zesmaal zooveel als ik...
Hoe is dat mogelijk ? Daar begrijp ik niets
van."
Rhoda begon te lachen; om het geluid te
dompen hield zij heel netjes haar zakdoek
voor haar mond.
Maar meent u dat heusch? Ja, als ik nog
niet verder was dan in het begin, toen ik nog
afhankelyk was van mijn talent!''.
Is uw beroemde naam alleen dan voldoende?"
vroeg Xandi, geheel vernederd door het ver
pletterende zelfbewustzyn, waarmee Rhoda
achterover in haar stoel leunde.
Dio zou zeker ook wel voldoende zijn ..,
Maar ik meen nog iets anders... U wilt my'
zeker voor den gek houden ! Alsof u zelf niet
wist, dat na een paar jaren ons talent geheel
overbodig wordt, dat het door iets veel gemak
kelijk* vervangen wordt."
Maar waardoor dan, waardoor?" drong
Xandi aan.
O heilige eenvoud! Door wat anders dan
door de routine?"
En lachend stond zy op. Zy nam de twee
talenten, die naast elkander Jagen, van de
tafel, maakte er snel een enkel pakje van en
drukte het met een gebaar van een koningin
in de handen van de verraste Xandi. Toen
kuste zij haar op het voorhoofd en schreed met
lachende, zelfbewuste kracht de deur uit.