Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1253
opwekken dat de koersen over het algemeen
onbeduidend veranderd zijn. Die der
Amerikaansche sporen zy'n onder deze omstandig
heden over het algemeen wat afgebrokkeld.
Een uitzondering maakt hierop de noteering
der certificaten van 2de pref. anndeelen Florida
Centraal & Penins die van 52 tot 58 J4 percent
avanceerde.
Op verzoek van het administratiekantoor
opgericht door Hubrecht, had de heer Roelvink
een onderhoud met den heer J. S. Williams,
dat tengevolge had de bereidverklaring van
dezen namens de Seaboard Air Line spoorweg
om het bod van 16 dollars per 100 dollars
gewone aandeel te herhalen en het vroegere
aanbod van 55 dollars per 100 dollars pref.
aandeel tot CO dollars te verhoogen. Tot den
15 Juli a.s. blyft het bod van kracht. Na dien
datum wordt het onherroepelijk ingetrokken.
Het administratiekantoor voornoemd meent
het aanbod aan de houders zijner certificaten
in ernstige overweging te mogen geven. Het
deelt bovendien mede het besluit tot het op
heffen van de afdeeling der certificaten van
gewone en preferente aandeelen der Florida
Centraal en Penins, met ingang van l September.
Tot den 11 Juli kunnen de houders van
certificaten die van het aanbod wenschen ge
bruik te maken, hunne stukken by het admi
nistratiekantoor indienen.
Ter voldoening aan het slotwoord van de
vorige kroniek een enkel woord uit het jaar
verslag van de Passoeroean stoomtram mpij.
De opbrengst van de exploitatie was by voor
during toenemend al bleef de opbrengst be
langrijk beneden het bedrag dat later verwacht
mag worden. Het goederenvervoer nam op
verblijdende wyze toe en steeg van 16 duizend
tot byna 44 duizend. Houdt de stijging der
verkeercijfers even geregeld als in het varieden
aan en de ligging onzer lynen wettigt die
verwachting dan kunnen in weerwil van
alle doorgestane moeilijkheden, tijd en
geldverliezen, zeer bevredigende financiëele resul
taten verkregen worden.
De winst en verlies rekening laat een dividend
uitkeering van 4 pCt. toe.
Mijnheer wat dunkt U van de ter beurze
geïntroduceerde Cedulas van de Hypotheek
bank der Provincie Buenos-Ayres? Niet
moeilijk was het de vraagster een afdoend
antwoord te geven. Het luidde kort en krachtig:
afblijven.
A'dam, ) Juni 1901_ D STIQTER.
Bussum
UMI i iTmimTimilll min IIIIIIIIIIIIIIIIIIIH "»
Hit Aa
UIL uu
Een Hollandsch Kunstschilder in het
Kunstverbond.
Wie het Bcymans-museum bezoekt, en, in
de wandelgang even stil staande, den blik
verhtft naar het. allegorisch plafon, voorstellende
"de tstad liotterdam, Beschermster van de fraaie
Kunsten", uitgevoerd, in 1884, voor rekening
van den hei'r C. E. Viruiy; en wie dan even
in de voortreffelijke Notice deseriptive, tioor
den Conservator, den heer P. Haverkorn van
Rijswijk, onder No. 410, op blz. 331, de toe
lichting raslaat van de toch tiet onduidelijke
samenstelling; die leest daar dan de volgende
biogrttbche aauteekening, welke wij zoo vrij
zijn hier over te schrijven:
sSiuïs. Jacob Smtts, peintre decorateur
hollandais, néa Rotterdam, Ie 9 Juillet Ib55. 11
tudia a i'Académie des Beaux Arts et des
Scieices techüques de Rotterdam; de 1872 ;\
1876 a I'Académie des arts décoratift de
Bruxelles; puis il su vit les lecons de l'Acad
mie de Munich de 1878 a 1880; visita l'Autriche
et l'Italie, se fixa en 1883 a Amsterdam, et
en 1886 a Bruxelles."
Laat mij nu vooraf de vraag stellen, of er
nog wel velen in Noord-Nederland zyn, die, ik
zeg niet, eenig werk bezitten van dezen geboren
Hollander, maar eenïgs>zins op de hoogte zijn
van zijn veelbewogen loopbaan als kunstenaar
en als mensen sedert den dag, dat bij Amster
dam verliet, om zich in het Zuiden te vestigen.
Zouden er, buiten het zeer klein aantal schil
ders en teekenaar?, die min of meer geregeld,
kunsttentoonstellingen in Belgiëbezoeken en
er dan ook meestal aan deel nemen, W.
Mesdag, Israëls, Maris, Bauër, de Bock, Zilcken,
Toorop, Nibbrig, Haveman, nog een paar ande
ren misschien, zelfs onder de »geactre
collega's" wel meer (lan een dozijn wezen, die
er eenig besef van hebber, dat dezelfde Jakob
Smits, van wien de Notice deseriptive van het
Rotterdamsch muzeum gewaagr, hier, in het
Zuiden, van 1884?1885 tot l'JUl. per asperaad
astra aan n stuk door gewrocht en gezwoegd
heeft als geen tweede, geleden en gestreden
heelt voor het schoone, zooals de martelaars
uit de eerste eeuwen van het Christendom leden
en streden voor hun geloot', en zich ondanks
aldoor nieuwe beproevingen, nauwelijks gesteund
door een drietal overtuigde vrienden, bewonde
raars n van zijn karakter n van zijn kunst,
van lieverlede opgewerkt heelïtot een van de
zuiverste personaliteiten in de kunbtbeweging
van dezen tijrt ?
Het is vooral sedert lb!).'i, dat Smits hier is
bekend geworden. Terecht o t' ten onrechte
nam hij, tot dat jaar toe, aan geen enkele ten
toonstelling deel. Wat hij voortbracht, werd
links en rechts verspreid, meest voor een
i-potErijs, in Brasselsche verzamelingen, UK Konink
:jke' Maatschappij can \Vaterte-ftchitden
wat een titel, groote heraei! benoemde den
nederiger, als een kluizenaar in een armzalig
Kempisch dorp wonenden kunstenaar tot
eotelid, buitenlandsch eerehd. En zie, groot
was f!e verbazing, toen in de tenioonstellingen
van 1896, 18',<7, 18i>8, deze overal elders clan
te Brussel volstrekt onbekende Jlollandcr slag
op slag de eereplaata innam met werken, die
tegelijk' door oorspronkelijkheid van vinding en
door buitengewone kracht van koloriet opge
merkt werden.
In 1SK O voor het eerst liet Smits zich er
toe overhalen, in te zenden naar de
Driej'Mrlykfdte. U'jn van zijn drie stukken, jammer
genoeg niet het beste, werd aangekocht voor
het Brusselsch Muzeum.
Thans verzamelde de kunstenaar niet minder
dan een 80-tal zijner werken in de tentoon
stellingzaal van liet Kunstterbond, den ook
in Nederland weibekenden kring, waar zoovele
Hollandsche redenaars en schrijvers, als wijion
de Veer, Ch. Bnissevain, Dr. Ritter, ten Brink,
van Maurik, herhaaldelijk zijn opge reden.
Verleden Zaterdag, 15 v.d.m., had de opening
plaats, tegelijkertijd een mondaine en een artis
tieke gebeurtenis. Niet alleen de heer Cogi'l-,
gouverneur van do Provincie, de heer Mr. van
Rijswijdf, Antwerpens populaire burgemeester,
en do beste schilders en schrijvers uit de
Vlaam'cho Scheldestad, maar tevens de heer
Mr. Beernaert, Staa'sminister, de heer E.
Verlant, de uitnemende refererdaris voor schoone
kunsten bij het Ministerie van Landbouw, en
verscheiden Brusselsche dagbladschrijvers, waren
opgekomen.
Van dien dag tot heden defileerden de be
zoekers zonder ophouden, bij geheele scharen,
vó.ir Smits' werk; aarzelend, dezen, verbijsterd
bijna voor werk, dat zoo heel erg verschilt met
wat men te Antwerpen zoo gewoonlijk te zien
krijgt; vlak af vijandig gezind, gift uitsissend
door boos op elkaar gesloten tanden, de aldoor
zeldzamer wordende dwepers met...
akademische of Antwerpsch-lokale overleveringen;
verheugd en trotsch, dankbaar voor het ge
smaakte genot, alle meer bevoegden, alle beter
ingewijden, onder dezen de besten der
hedendaagsche Vlaamsche artiesten, als Meunier,
Meilery, C'aus, Lommen, Jul. de Vriendt, Mer
ten, enz., en de groote meerderheid van de
dagbladschrijvers nu ook.
* *
*
Ik ben er trotsch op, te kunnen zeggen, dat
ik niet behoor tot degenen, die thans des te
luider ophalen van hun bewondering voor Smits'
talent, als juist zij langer geaarzeld hebben,
om dit talent te erkennen. Vóór zes jaren,
reeds in 1«9.">, had ik het genoegen, m De
Vlaamsche School en nog elders lucht te geven
aan mijn zeer groote sympathie voor de wer
ken, welke ik toen te Brussel, in de Galerij
de Molder, Warmoesberg, van hem gezien hart,
en zeker zal we! niemand het tegenspreken, dat,
tot dan toe, de naam van den uitstekenden
man in niet vele van onze Zuidnederlandsche
tijdschriften en zelfs couranten ook maar een
enkelen keer was gedrukt geworden.
Het kan er al zeer zonderling toegaan met
de waardeering, ik zeg niet: van het geachte
publiek", maar van de schrandere heeren, die,
en dan nog al vrijwillig, de taak op zich ge
nomen heoben, dat publiek vóór te lichten.
Het is nu eenmaal een feir, dat tot 1895?96
toe, de naam Jakob Sm.ts voor de meesten,
die zich in dit land met kunstkritiek onledig
houden", rauwelijks iets meer beteekende dan
die van een van de vele Moerenhout's, van
Luppeu's en Herbo's, die er altijd en overal
bij zijn, en er na twintig en dertig tentoon
stellingen nog steeds even onbeduidend of
middelmatig uitzien als by hun eerste optre
den. Hoe is het dan mogelijk, dat diezelfde
artiest in zulk een kort tijdsbestek is kunnen
worden tot een waar en heusch lion du jijtir,
tot een man van den dag'', wiens portret de
geïllustreerda bladen, Pet.it JUtu, liéforme, enz ,
mededeelen op hun eerste bladzijde, en van
wiens nieuwste werken men zich heden met niet
minder dan een kolom druks meer zau durven
afmaken 1
Zeker ging de kunstenaar er zelf op vooruit
sedert 1895; al geldt het bij hem ook niet
als vaste regel, dat elk jongste schilderij het
ba-te verdient genoemd te worden, dat hij tut
dan toe voltooide '.'
Ik bedoel, dat hij sedert pas gemeld jaar
een niet gei ing aantal dingen onderteekende,
welke die van vóór 1SÜ5 overtreffen.
Op'den keper beschouwd, kan hier evenwel
van niets anders sprakj zijn dan van een verschil
in graad, namelijk in graad van intensiteit, en
dan i.og veel meer wat de innerlijke waarde
dan wat de uiterlijke behandeling aangaat.
Wat die heeren, vijf en zes, ji, zelfs nog
drie en twee jaar geleden deed aarzelen ; wat
hen tot voorzichtigheid ttemde, dat was aan
den eenen kant het ongewo:.e van Smits' werk,
van den anderen de roep, die terecht
overigens van hem uiigii'<; a!s van een,
die zoekt, hardnekkig zoekt, en ? zóó toch
verstond men dit zoeken nog lang nitt ge
vonden he^ft. Dat hij wél gevon leu had, van
dien tijd af al; wat nr.:er is, dat hij, die
toch nog maar aldoor wikle blijven, zoeken",
bereiken kon een hoogte van zuivere
artiesticiteit, d:e de mcesten van hen, die no:>it zuchten
of zullen zoeken, zeker wel omdat zij van
den eersten dag af het briefje" gevonden
hebben ! hem met het volste recht mochten
benijden ; dat bewees hij, zegevii remt, reeds
in het akwarellisten salon van IMtj, en dat
bewijst hij nu. in zijn te Antwerpen geopende
tentoonstelling ea wei juist met 'ie self'de
v/erker, waarover ik destijds in hoogci be
doelde kolommen gesproken heb. Niemand,
voor.eker, die er zich hartelijker dan ik over
verheugt, dat de bijval, zoo al niet een
stoftelijke, een bijval in klinkende ppecie, dan toch
een zedelijke! eindelijk te beurt valt aan
een man, wiens eerlijkheid en overtuiging als
kunstenaar wel velen van zijn confraters tot na
te vo'gen voorbeelden dienden te strekken.
Jaren lang waarom zou ik het niet zeg
gen 'i heeft deze man te kampen gehad
met de grootste ma'erietIe moeilijkheden. Arm,
6 niet schijnbaar, niet romantisch,
niet gewild, maar heusch en werkelijk, maar
geldeloos en bijna broodelocs arm; uitge
lachen door het publiek; miskend door degenen,
die hem eerst van allen hadden moeten steunen;
niet begrepen door de minst verlichte kritiek van
heel Europa, die van onze Belgische dagbladpers
heelt hij, de door en door moderne, ondanks
al wat de veilijnde maatschappij onzt-r grooio
steden aan genie: ingen had kunnen opleveren
voor zijn nerveus en uiterst teergevoelig g: «tel,
deze maatschappij vastberaden dor rug toege
keerd, en is hij gaan wonen, mijlen on mijlen
ver van de Belgische hoofdstad, uren van elk
intellektueel conti urn van eenige be'eekenis,
op den eenzamen uithoek vsu het Kcmpische
dorp Mol. Niet in non villa, niet in een
Zwifscrsch c'-iitct ol ee-n comfortabel in-berichte
Mi<iis:jii de, C'im()<i</H<>, neen, ia er-n
do'.vl^-:woon boerend UK-, zonder verdieping, met, de-1 ijrls,
in de vier of vijf lage, donkere vertrekken, die hot
uitmaken, onder de voelen niets ai.'Iers dan
een killen, zwart-aarden vloer Zijn mid
delen zouden hun zeker niet gepermitteerd
hebben, zich een ander, cenigszins wee! lerig
nestje in te richten..... liet
alleronoiitbeerl'.jkste bezat hij nu to !i: een dak, waaronder
hij, mot weinig tevreden en blijde niet meet'',
met zijn liev", hcldhattige eerste vrouw on zijn
kinderen viij en 01 gedeerd kon leven; een
werkplaats, die hij zou i richten en vooral
verlichten naar eigen wensch en smaak, en
dan tot buren Kempischc boeren on boerin
nen, onwetiml, eenvoudig, natuurkinderen
bijna, mït en oprecht tot in hun geveinsd
en sluwheid toe.
Wie Smits kent, komt al vrij spoedig, en
niet zonder tr zicli over te verband, tot de
ontdekking, dat deze artiesf, wiens S/nrut itnil
Uran/j-ti^l dai; t. eb. samen is gevallen mot dia
j bewegingen van allen aard, welke, om liet even
l onder wat namen, van 1S.M) 'ot i.V.to «> veel
l gse-.ten op hol Lobben gebracht, vu;/r al die
! ismen volkomen ontoegankelijk is gebleven.
! Het oordeel, dat Smits met de grootste
vrijI moedigheid uitspreekt over het r.éo
impre'siI onisme, het symbolisme, enz., is zoo kia-,.ia' meu
hem haast niet red<;n eer-zijMiglü-id zo'i ten lus'e
leggen. Zelts van lumirisme en
in-oj>er.-lui-;itscbildering wil hij i.iets weten. All' rminst vr;or
eigen werk l Wat hij poogt te teven is volkomen
onafhankelijk van al die pro< óriés.
Zijn licht, doodeenvoudig, ja, oudc-rwetsoh
j atelier-licht, volstaat daartoe volkomen, ja. het
[ is misschien wel het eenige, dat rnct :ijn
personeele opvatting van de kunst zoo geheel
en al overeenkomt. Van de werkelijkheid uit
gaande, legt Smits er zich op toe, om wat
hy daarin met bizondere aandoening heeft
waargenomen, te vertolken in een of meer
figuren, op zulke wijs, dat, bij terzydelating
van alle bijzaken, het wezenly'ke, het werke
lijk karakteristieke, met alle mogelijke inten
siteit wordt uitgesproken. Zoo be^on hij met
het in beeld brengen van zijn eigen huiselijk
geluk, niet in goed burgerlijke binnenhuizen,
maar in dekoratief behandelde tafereelen,
waarin haast in elke ly'n een streven naar styl
is waar te nemen, en die hy betitelde Mater
amabilis, Mater admirabilis, Mater Dti, de Aan
bidding der Herders, erz. Lattr koos hy tot
onderwerpen zieletoestanden ea karaktertrek
ken, opgemerkt onder de bevolking van de
hoefjes en boeresteden in het rord. Zoo ont
stonden dan talereelen als de Vlucht in Egypte
van 1897, als de Pelgrims van Emmam, als
Waar gij in mijn nac,m vergadeid, zult bidden,
zal ik m uw midden zijn, als Pitta en Mater
dolorosa. Wat by bij de heideboeren heeft
gezien, heeft hem herinnerd aan de verhalen
van het Nieuw Testament; in de eenvoudigen
van harte van het Kempische platteland heeft
hij, met dichters-vizie, een oogei blik de een
voudigen eikend, die eer:s Jezus volgden ; en
toen hij nu dezen of genen slaver of wroeter
als model deed zitten voor zyn Jezus, zy'n
Judas ol zijn discipelen van Emmaus, slaagde
hij er in, door een wonder van observatie en
van stijl tegelijk, die doodgewone landbouwers
gezichten te doen leven, te doen stralen van
het hoogste en meest intense gevoel.
Wat Smits van de geheele geziene, eerst
honderdmaal geziene werkelijkheid overhoudt in
zijn schilderijen, is dan een minimum van vor
men, lijnen, toetsen, welke er als het ware de
geheele idealiteit, het wezen van bevatten.
Om dit nog meer uitsprong bij te zetten,
bepaalt hij er zich dan toe, het te verlichten,
niet met ntt, naar hij zelt beweert, ruwe, on
verschillige, domme toevalslicht van de
werkelykheid, maar met eeu opzettelijk, by mid
del van gordy'nen en ramen veibeierd",
gewijzigd, verdichterlijkt licht; oen zeer
sober licht, overigens, ar.eestal een chiarofcuro,
dat hier en daar wei eens aan dat van
Rembrandt doet denken, al is het ook geenzins
het zelfde, en dat in zijn melancholische ge
strengheid het zieleleven van zijn personages
des te helderder laat u'tstralen.
Nu en dan schildert Jakob Smits ook por
tretten, meestal uit viijen aandrang en keus,
portretten van boeren eu boerinnen, wier
iyzionouiie hem bizondcr aantrekt, en die hij dan
niet meer idealizeert, maar eenvoudig ont
leedt tot in de minste Inzonderheid.
Zoo is dan Jakob Smits, dien ik < rgens eens een
Ilolland.-ch Vlaming noemde, omdat hij,
NoordNederlander van geboorte en afkomst, zich,
evenals de gebroeders Ovens, mevr. Kom.er,
Lnyten en anderen zoo geheel en al in ons
Vlaamsen wereldje het ft ingeleefd, dat bij
het zeker niet gaarne voor eenig ander ruilen
zou, een van die artiesten die, even wars van
alle zoo door mo'.le als door traditie voorge
schreven perken", schitterend bewijzen, dat
?men, te midden van de hoogst opgevoerde
moderniteit, ook met de meest gewone, ja, ver
ouderde procédés kan worden een gevierd
artiest en een deur de alk'rbestcn erkend
mee ter''. P.
't Is maar om u een idee te geven, hoe ellendig
al die as is.
Maar mopperen helpt niet veel, en we moeten
ons maar troosten, dat we er zo zyn afgekomen.
Anderen zullen er veel erger aan toe zyn,
bijv. Blitar waar een hele modderstroom over
heen moet zyn gekomen, die alles heeft mee
gesleept, tot kinderen toe, zegt men.
niMiiiiiiiiiimiillltlllll
IIIIIIIIIIIMIMIIIIIIIIIMIIIIHIItllllltllllllllMir
ALLERLEI.
Uit een brief uit Salatiga over de
uitbarsting van de Kloet op 23 Mei j.1.
De telegrammen over do uitbarsting van de
Kloet zullen gisteren in Iloiiand ook al schrik
en ontsteltenis gebracht hebben, maar ik weet
niet ot' er veel bizonderheden overgeseind
worden. Wij weten hier ook nog niet veel van
buiten af, maar het schijr.t dat er niet heel erg
veel men.-scheni 'ars bij de ramp gevallen zijn.
Wij zitten hier op 2(10 paal (ruim 4~i uur
gaans) van den vulkaan a*', toch hebben wij erg
ons deel gekregen. Eergisteren nacht werden
we telkens opgeschrikt, 't Leken eerst kanon
schoten in de verte, maar toen het huis erg
mee begon te rammelen en de deuren klep
perden, zei N. dadelik dat het een van do
vulkanen moest ?ijn.
Om 4 uur was de grote uitbarsting, 's Mor
gens was er een erg vreemd geelachtig licht,
en in plaats van helderder werl het hoe langer
hoe donkerder. 0:n 9 uur was het siikdonkere
nacht. Men kon geen hand voor ogen meer
zien en. er viel een asregtn zoo vreeselik zwaar,
dat men niet dan met moeite zijn huis kon
verlaten, en als men het deed kwam men van
boven tjt beneden vol as terug.
Er wa-; eoa doodse stilte ; alleen hoorde men
hier en daar 't geïoei van koeien en 't geblaat
van geiten, l'it anght voor aardbeving lieten
we alle deuren opan, maar 't was bijna r.iet
uit te houden van ril de as en da zwaveüuoht.
Erg bar.g waren we niet, maar zoals u denkun
kunt, was het toch verre van aant-enaam. Wa
: wisten zo volstrekt ".iet welke berg werkte, en
wat het volgende ogenblik ons zou kunnen
brei'.gen.
l!ai:n l uur kwam er een rossfi gloed door
? de dni--tyrnis heenbreken en o w halftwos zag.--:;
wo alles als een winterlandschap runt rood
; Burganls licht. Lingzamerhaïul is Uet toen
weer dng geworden, maar met recht een treurige
dag. Al i. s zag er zj somber en verwordt uit.
en ieders stemming wa-: zo gudruk', dat we
! 's avonds maar blij waren naar ons bed te
: kunnen gaan.
? Gisteren kwa.aen '?ingzamethnp.il de berichten,
maar veel weten w? ook nog niet. Menstin die
hier gisteren terugkwamen, zeggen dat het er
hier haast erger uitziet dan op aiidere plaatsen.
Overal ligt de as duimen dik, alle tuinen zijn
! verwoest. Gisteren ben ik de hele dag be^ig
geweest met mijn bloemer, maar van morgen
is alles weer oi;dar de as. Mijn hele groentetuin
is een groot asveld,
i In huis is 't ook wanhopig, zo'n vuile boel,
| en pas is 't er;;;ei\s schoon of alles ligt weer
i vol as. Van daag waait het er nog bij en 't is
i orgi lofnlik zoveel as ws krijgen. D-;
keuken' meid staat wanhopig in de keuken, da wasmeid
v/eet geen raad met 't natte goeu, en zo is
't met alles. En wat 't ergste i«, het kan nog
1 eer. largo tijd zo blijven. De rc>g>:n!ijil is
! voorbij, ea wie weet hoe larg we op een llir.ke
bui zullen moeten wachten, die bomen en
! daken weer afspoelt: zolang de daken en bomen
i niet schoon zijn zullen we wei in dis asboi.'l
i blijven.
liet Vele huis was juist scl'oor, n;aar 't znl
j een vreoselike socsah zijn oni later alles waer
j netjes te kiij^en ; ik vrees ook dat veel voor
! goed vuil en bedorven zal zijn. Men wordt
l er bepaald akelig van dat alles zo vuil is.
i I->n half uur geleden was cie vocrgalerij
] netjes, en r.u komt N:in mij wer-r roepen om
i toch eei.s te kijken naar 't winterlandschap,
! dat stoelen en planten daar weer voorstellen.
FiBancieele en Occonomisclie Kroniel
Nederlands Afhankelijkheid van het j
buitenlandsche broedmeel!
»Jo, schryven moet toch moeilijk wezen" is
de aanhef van uwe wekelijksche Kroniek in |
de »Groene" van 2 Juni 1.1. Wanneer ik daar
aan ooit getwijfeld mocht hebben, zou uw ver
dere toelichting, dat zelfs uw journalistieke
arbeid volstrekt nog geen ^Schrijven' mag ge
noemd worden, allen twijfel in deze opgeheven
hebben. Het werd me bepaald koud om 't
hart, toen ik uit uwe vergelijking van een
sOpenbriei" en Zola's ^J'accusB" moest ver
nemen, welk stout stuk op literarische gebied
ik ondernomen had! Acb, ich armer! Door
uiting te geven aan myne overtuiging, dat de
belangen van 's lands defensie in nauw ver
band staan met een bloeiende maal industrie,
moest ik mij de verdenking op den hals halen
om, naast myne maatschappelijke positie van
fabrikant, nog »auteur" te willen zijn ook.
Geen wonder dat u mij daarvoor geducht :i
f ie tracht te nemen! Bijna buig ik daarvoor
myn schuldig hoofd en mocht het nog ooit
voorkomen, dat omstandigheden mij nopen weer
eens aan een «Openbrief" te denken, zal ik
een Ilollandsche »Zola" zoeken om mijn gevoelen
in een kleed te steken, een sOpenbrief meer
waardig !
Ik mag mij echter verheugen, dat uwe
verbolgenheid op mij als »auteur" zich opgelost
heeft in een onverdiend complimentje aan
mijn persoon, als koopman, en dit gaf me
moed, r,u ik weer een oogenbiik lijd kan
vinden u van repliek te dienen.
. Gevoelig voor de eer, die eene groote
vereeniging van industrieelen mij aandoet, door,
zooals u zegt, het met belangstelling volgen
van onze vriendschappelijke polemiek, spijt
het mij, dat de tijd mij ontbreekt u op den
voet te volgen, vooral waar u in »de Groene"
van 9 Juni 1.1. zelfs een »vrie;id«lijken,
gooitcheu financier-rentenier1' ten toone-ele brengt,
met eene lange reeks quasi verwyten aan
mijn adres!
Het doei van mijn Openbrief was de oplos
sing van het vraagstuk : »:la approvandeering
van de versterkte linies" nader tot zijn doei
te brengen. Ik vermeen te nebbe;; aangetoond,
dat het land voor dat doe), hè: nu:ost gebaat
is, zoowel nancieel als oecoromisch mul eene
bloeiende maalindustrie, waardoor staotis be
schikbare voonaderi van giahaa in het land
zijn.
Anderen raden weer aan om binnen de ver
sterkte linies voldoende voorraden op ie slaan
of ook; premieën uit te keeren voor iitt hebben
van groote beschikbare voorraden. Ea welk
nieuw gezichtspui.t geeft u in dczüzeer
balangiijke kwe.-tie 'l Gi:ii.Ni: ! Ei kei raadt u het
door mij aangegeven geneesandjei yf, ornaat
het vorderen van gold, tot aeifs van de armstHi!,
een krasse maatregel, een harde w t: t is. D<H
klinkt heel lief, maar zoolaüg u g;-en middel
aan de hand gei ft ora zonde" geldelijke i 'ers
de approviandeenna; van de stelli;.g Amsterdam
te; bewerkstelligen, biy'ft oris nirtt, a;,ders over,
dan lit-t minst kostbare midiL-1 13 kieken.
Wat zou b.v. het in voorraad houdun van
j LIP. :JOUOO last granen aar, d n sta; tnieilosteL?
Aan wie aniieis dan aan uo mt,e tdbriüautbu
zou de staat eventueel prjnnes Kunnen aan
bieden voor hut h )u.lan var. ,-;>:? me >' :orr,ideu 'l
Bij een geJrukten tOJS'ai'nï, óouais nu in ds
nuia!indu>tiie hetrscht, zou dit middel al even
duur zijn als het eersta.
Welnu, ik herhaal nogmaals, dat door een
inkomend recht op meel, d-j i.K.alindusiriH en
ook dj j graanhandel weer tot b;oei zouden
komen. Door het »full speed" kunnende wer
ken der fabrieken, heeft zoowel de fabrikant
als du graanhandel weer belang bij bet
aankoopen van yruote partijen tarwe, waardoor
immer een groot overschot buien do directe
behoi-fte zal gewaarborgd ?-ijn.
Dit, vermeerderd met do vjorrnlen voort
vloeiende uit een' bloeienden g a u,handel,
zullen het rijuivalent leveren van de i:ehoefte
onzer verdedigde linies.
Xooaij ik onlangs op eon andere plaats
met cijfers, aan da piaktijk ondoen;!, Leo
bewezen, is bat onwaar, dat het brool door
een matig inkomend recht, evenredig duurder
wonif. Wat is nu het goedkoopste mijdei '.;
Welk verband er tdger.iijk bestaat tusschen
my'vio nationaliteit e;i J J j nor ir/ij aangehaalde
fcitc.ii, is mij niet rociit duidelijk en ik vind
hot voor PHU vTiichtoa.ir u"liat bopiald
wanschalijk, persor.aliteiten achterwege tf laten,
Evenwel zij u nog opgemerkt, dit hot mij
werkelijk bavreenuit dat u i;i uw -."> jarigen
loopbaan, niets gemerkt zoudt hebban van
do inmiddels plaatsgegrepen verwisseling van
toüstrinddn en u niet /oj:;l wetfci'. dat er nu
meer Nederlanders ia Div.tschlarJ, dan
Duitschurs in Xoderland zijn. /j:> ook. dat
l)ir.tschl:i;:J's rijkdom vo.ii' diea van Neder
land niet meer behoeft onder to doe", dank
zij zijn oeco:uissh:3 wette:1, gedurende genoamti
t ij 11 p e i k.
L' laat mij Axi;i:i;iiA.\i. zsggen : »0rn bij gemis
»\an de noudige toi'vou lijnen goed
geappro-wiandi'ord ta zijn, iiiff'üi Oaitschland en
Fnmk>rijk hoyge invoerrechten op granen en meel,
etc." terwijl ik u reeiie in mijne vorige rpplibk
er op heb moeten wijzan. dat ik dit J,iet heb
gezegd, maar woordelijk schreef:
s-Duitschland en Frankrijk, beiden faroriseercn
»dour hunne hooge invoerrechten op granen
»en meel, eigen ciiltmtr en industrie, en willen.
?>zich :wiri'el moi/t/ijk onafhankelijk maken van
l ^een eventueeien zeetoevoer, etc."
! Dat klinkt heel anders. !i<jt ia voor mij
! o;:a:<ngor.aain, dat u herhaalde/ijk myne woorJer.
| verdraait en daaruit cor.clasii'jïtrekt, die minst
i genomen zeer onrechtvaardig zijn.
| De boosheid van uwen vriendtlijken V
gooil schrn linancier-rentenier laat zich uit 's man
betoog goed begrijpen, liet is Jan ook een
grove ondankbaarheid van de
groot-industrieeien, dat zij de verndiensten van dergelijke
vriendelijke financiers over het hoofd zie;i.
Verberld u. zij wierpen ejus uit boosheid hun
huisjar-j.'! uit, en werden fabrikant! Of nog
erger, zij hielden de koorden hunnnr beurzen
gesloten ! Edoch, de approviandeering van een
groot gedeelte der Xederlandscha bevolking
baart mij al genoeg zorgen, dus laat ik daar
aan . niet denken, dat ware te veel voor n
mensch ! Een kleine opmerking moet mij nog
uit de pen. Uw gooische vriend vergist zich,
wanneer hy denkt, dat de industrieelen van den
Effectenhandel de dubbeltjes moeten kry'gen.
Ik, zoowel als alle andere indnstrieelen komen
bij den grooten geldbuidel, de Nederlandsche
Bank te biechten. Ea het is rog niet zoo heel
larg geleden, dat juist de Effectenhandel het
disconto tot op 7 pCt en zelfs hooger heeft
gevoerd.
Het verheugt my echter u den oolyken
financier weer in goed hum«nr hebt kunnen
brengen door de hoogere koersen der Ameri
kanen en ik vertrouw dat de goedmoedige
rentenier, nu hij zijn overtollige gal geloosd
heeft, u wel van uwe belofte zal ontslaan om
mij nog eens geducht op den tabbaard te komen.
U blyft om de kwestie heendraaien en ik
heb tyd noch lust om mede te werken aan
eene wekelijksche causerie. Ik laat dus gaarne
aan u het laatste woord en sluit hiermede onze
vriendschappelyke polemiek.
Hoogachtend,
M. ?ALEEEG.
Middelburg, 14 Juni 1901.
Het antwoord van den Hjer Stigter in een
volgend nummer. Bed.
CORRESPONDENTIE.
Eenige artikelen moeten tot een volgend
nummer blijven liggen.
iUiilMiiiiiiiiiitiuiimiiititfMiimiiiuiiimtnmimiliiK!! tuit
SNUIFJES.
Zelden vond ik een onderscheiding: meer
veniiend, dan (ie jhr. Victor de Stuers
ontvangen heeft van het Anthropologisch
Gei.ootir'cliap te .Florence. Gelijk men weet
werd deze ge leerde benoemd tot lid van dat
genootschap wegens zijn verdiensten jegens
de, beoefening der Volkenkunde. Inderdaad
wat de Stuers daarvoor gedaan heeft zal
iiit t licht ten volle gewaardeerd, veel minder
ooit vergeten worden; irouwens op hoe
menig gebied was hij niet baanbreker en
voorlichter ! /onderling, dat alweder juist
het buitenland, in dit geval Italië, getn ff en
werd door de degelijkheid zijner
anthropo!ogische studiën en Nederland hem maar
steeds vergat. D:jze week nog zag men aan
de Uirechtsche Univeisiteit den heer Reiger
tot doctor iri de rechten promoveeren, honoris
causa, en ik zal de laatste zijn om ook
maar n woon'je in 't midden te brengen
tegen hetgeen prof'. d'Aulnis daarbij ter
verheerlijking van 's mans weten schappe
lijke voortn f lelijkheid heeft gesproken.
Maav, zoo vroeg ik bij mijzelf, waarom
Rriger alleen^ Nu, in deze dagen van de
verkiezingen, iioe veel heldere koppen en
geschoolde geesten zijn daar niet te voor
schijn gekomen, die in het recht en de staats
wetenschappen uitblonken, zonder ooit door
eenigen Senaat met een bul te zijn bedeeld.
En dan spreek ik nog1 maar van een docto
ralen titel, die n.el eenigen goeden wil zeli's
te verwerven is en ook verworven wordt,
door personen, die tengevolge van hun
hersenengestel er gedurende hun geheele leven
niet lichter zullen komen, waar in Minerva.''j
rijk Abraham de mosterd haalt.
Waarlijk, men behoorde hiermee iets vrij
geviger te zijn. Had men nu ook de Stuers
te Utrecht bij diezelfde gelegenheid b.v. om
een zijner studievakken te bedenken, niet
tot doctor in de theologie kuiJiien maken ?
Want men moge zeggen wat men wil, ik
houd het er voor, dat De Stuers' geheele
werkzaamheid haast nog even krachtig aan
gaande '/.ijn godgeleerdheid als aangaande
/ijn menschen- en volkeu-gi-leerdheid ge
tuigt, al bb el' dan ook de HeidelbergFche
(,'aleohismi s een gesloten boek voor hem.
De heer de Steurs behoort tot die grooie
mannen, welke te veleilei soorten van ver
diensten hebben, om gemakkelijk op den
juisteu prijs (e worden geschat. En het
ieelijke van het geval is, dat de schittering
van de eene Dualiteit, die der andere ietwat
schijnt Ie veniooven. Zoo zou het kunnen
gebeuren, dat zijn politieke deugden, thans
behoorlijk erkend bij zij u verkiezing tot
Tweedekamerlid, zijn theologische verdien
sten voor de oogen van nitt al te scherpzin
nige en onbevangen lieden in de schaduw
stelden; terwijl op hunne beurt zijn god
geleerde aan l e J en ontwikkeling af breuk
zouden kunnen doen aan de bewondering
van x.ijn politieke voortreffelijkheid of' van
zijn anthropoioguche bekwaamheid Toch,
die laatste, geloof ik, loopt het minste
gevaar t« laag te worden gelaxeerd. In
nieiischeukenni-s en volkenkunde heeft hij,
voor zoo ver ik weet, zelfs de ernstigste
studiekoppen achter zich gelaten. Wie
herinnert zich b. v. niet hoe hij het exem
plaar Bredius, zoo maar iu een interview,
tot in zijn diepste verborgenheid voor een
reporter en daardoor ook voor het ge
heele Nederlandiche volk hei i't
blootgt legd ; begaafd als hij is met een scherpte
van blik, als ware zijn geestesoog gewa
pend met een microscoop door
nzeiievehecr zelt hem ter hand gesteld. De Stuers'
menschenkennis gaat tot aan het wonder
bare, maar zijn volkenkunde, als gevolg
daarvan, is niet minder opmerkelijk. Wie
in Nederland »kent zijn volkje' als hij?
Zelfs van een zoo moeieüjk te doorgronden
en naterekenen volk als Ministers, ontdekte
hij de sterke en de zwakke zijde....
zoodut hij hen steeds naar zijn hand wist te zet
ten, en een vierde deel eener eeuw in ons
protestanlsche land de oiiiciecle bouwkunst
beheerechte, op een manier, waar uit bleek
wat (lat mopperende Nederlandsche volk
nu eigenlijk wel was, n.l. een volk zonder
ruggegraar. Deze ontdekking moet vooral
op de Italiaansche geleerden diepen indruk
hebben gemaakt; en mij is heleen genoegen
het hier te mogen constateeren als de
onvergaiikelijkste verdienste van onzen Victor,
die: zelt' te bescheiden was om op haar te
wijzen, of door haar wereldkundig te maken
zich de plaats te verwerven, welke hem m
ons geschiedboek toekomt.