De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 14 juli pagina 2

14 juli 1901 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. L255 dat uitsluitend en daardoor gevaarlijk recht op de straat na een bepaald uur ? Of is het gewenseht, dat er eenmaal een tijd korme, wanneer alle vrouwen ten allen tijde de mannen, die haar dierbaar zijn, op elke plaats kunnen gadeslaan en heeft de vrouw, orn dien tijd te helpen komen, haar recht op de straat, 's avonds, te ver overen ?" »Dat is alles goed en wel, mevrouw; daar ligt veel waars in wat u daar zegt; maar 't neemt niet weg, dat u je-zelf zoodoende aan min aangename ervaringen waagt." «Daarin hebt u weer gelijk, schoon het in de practijk- heusch nog al wat meevalt. Maar buitendien : als de moedigsten onder ons niet beginnen met een eind te maken aan dezen ongezonden toestand, dan komen wij er no»it uit." * * * Zooals van de straat van een bepaald uur, zoo heet het ook van de stembus: »zij; is geene plaats voor de vrouw. De vrouw moet zich verre houden van de verkiezingen met al den aaokleve van heftigen, hartstochtelijker! partijstrijd,, vanmin edele uitingen. Zij, de reine, de zacht moedige zou. er slechts bij kunnen verliezen^ zoo zij meetoog ter stembus; zij zou er die echt-vrouwelijke eigenschappen bij in boeten." Maar dan antwoorden wij, als toen het de straat betrof: »ais het zóó met uwe stembus is gesteld, dao is het mér dan tijd:, dal da vrouw er zich eene plaats verovere. Dam is; hefc plicht van de krachtigsten: n ... da reiasten. onder ons vrouwen, tot diestembus ons eea' doortocht te banen, opdat wij. kunnen trachten haar te ver heffen, te zuiveren van wat haar min reias aankleeft. Door de vrouw zal de stembus dan moeten worden eene plaats, rein genoeg; voor de vrouw. En ... voor den man tevens, wat zij nu niet is. Im mers eene onreine omgeving schaadt even goed hem als haar? Onbesmeurd is de stembus inderdaad allerminst. Dat is bij de laatste verkiezingen, helaas! weer al te duidelijk gebleken. De politiek in den ongunstigen zin van 't woord, die- politiek; met al haar' aanhang van oneerlijkihsid, gekuip, verdachtmaking, dat alles om »de partij" maar te verster ken in de volksvertegenwoordiging, om het begeerde »baantje'' toch vooral te ver krijgen of niet te verliezen, die politiek, is: het waar de stembus van dient ge zuiverd. Van die politiek heeft vooral Rotterdam, dat »bolwerfc der liberalen", ditmaal zulke allertreurigstfr uitingen te aanschouwen gegeven. 'Daar zat voor- district II in Botterdam de- heer D. de Klerk, in 1897 door de Rotterdamechs- vooruitstrevendliberalen (gesteund door de christelijkhistorischen'.!) ui» de smidse gehaa'.d en als werkmans- afge vaardigde naar het Binnenhof' gezonden. In hoeverre deee werkman zich in de Kamer al dan niet vertegenwoordiger van zijne klasse heeft betoond, zullen we hier buiten bespreking laten. Maar waar we hier op deze pagina op willen wijzen, is op de houding van dezen afgevaardigde en van zijne kiezers vóór en tijdens de verkiezingen. In het voorjaar van dit jaar hield de heer De Klerk eene politieke rede te Zwolle, waar hij o. a. de verklaring aflegde te zijn vóór urgentie van grondwetsher ziening. Op de Alg. Verg. van het Nederlandsch Werkliedenverbond, kort daarna gehouden, werd deze verklaring door den heer De K, herhaald Toen de urgentiequaestie in de Liberale Unie op het tapijt kwam, behoorde de heer De K. tot de meerderheid, die de Unie zich vóór de urgentie wilde doen verklaren. De kiesvereeniging «Rotterdam" (waarvan de heer De K. voorzitter is) aangesloten bij de Liberale Unie, verklaarde zich met bijna algemeene stemmen vóór de. urgentie. Maar zie, kort daarop begint het meest imrnoreële politiek gedoe van deze kiesveieeniging waarvan de heer De K. voorzitter is een onwaardig gesjacher. Ivi v» a t zien we nu verder gebeuren'? liet ongelooflijke! Na eenigen tijd neemt de oud liberale kiesvereeniging «Vooruitgang (kostelijke ironie, deze naam) het besluit de candidatuur van den heer De Klerk Ie steunen, op grond van eene verklaring van dezen heer, dat hij TECEX urgentie is!!! Den dag vóór de vergadering van «Vooruitgang", waarin de voorzitter van die kiesvereeniging deze verklaring namens den heer Da K. aflegde, had de heer De K. in eei;o huishoudelijke vergadering van het Werk liedenverbond herhaald zijne vroegere ver klaring van vóór urgentie te zijn. Lszeressen, wat zegt ge van zulk gedraai ? Is er andere verklaring voor de houding van dezen man te vinden, dan dat hij vóór alles ziju haantje wilde behouden, dan dat hij er tegen opzag, den stnidshamer weer te moeten opvatten ? En zoudt gij dezen trouwelooze, dezen laffe waardig hebben gekeurd, u te vertegenwoordigen in 's Laiids Vergaderzaal ? Neen, nietwaar? 't Zij wij lid geweest waren van «Vooruitgang", 't zij van «Kotterdam", wij zouden hebben gezegd: »Deze maz past 0113 niet". Niet alzoo du betren. Hun was de heer De K. waardig genoeg een vertegenwoordiger. Is het bederf niet diep doorgedrongen in de. politiek;1 Nog in een ander opzicht is de houding des heeren De K. eene dubbelzinnige ge weest. De heer De K., moet men weten, is drankbestrijder, lid van den Volksbond tegen drankmisbruik. In hoeverre hij als lid van den Rotterdamschen Gemeenteraad zich drankbestrijder heeft betoond, laten wij maar weer buiten bespreking (daarover was anders wel een en ander te zeggen). De heer De K. ontvangt, als alle candidaten voor de Tweede Kamer, allerlei vragenlijsten. Zoo ook eene van de NederI landsche Vereeniging tot afschaffing van i Alcoholhoudende dranken. Wat antwoordt de heer De K. op deze vragenlijst? «De vele vragen van verschillende zijden mij gedaan, hebben mij genoopt te doen be sluiten ze niet te beantwoorden. Het komt mij voor, dat eenmaal in de Kamer zijnde, men zich niet aan banden mag leggen. Intusschen heb ik de eer u mee te deelen dat ik lid ben van den Volksbond tegen drankmisbruik.'"*) De heer De K. meent de vragen niet te moeten beantwoorden, die meening heeft natuurlijk recht op eer biediging. Maar nu : Ook van de vereenigde drankhandelaren ontvangt de heer De K, eene vragenlijst. En zie, het besluit, waartoe de heer De K. zich genoopt had gezien, blijkt niet bindend voor deze vragen : de heer DJ K. beantwoo d t ze wél. De drankbestrijder De Klerk beantwoordt de vrigen van de drankhanlelaren in dien gsest, dat zijne candidatuur daarna openlijk door den drankhandel wordt gesteund. Het gedraai van den heer De K. in zake de urgentie bleef natuurlijk niet zonder invloed op ten minste een gedeelte der kiezers. Van verschillende zijden werd om opheldering aangedrongen, voorname lijk van arbeiderskant; zij gevoelden hunne zaak gecompromitteerd door zóó 'n z.g.n. arbeidersafgevaardigde. Laf in de hoogste mate heeft de heer De K. zich toen be toond. Op alle, zoo redactionneele als in gezonden, stukken in de bladen, op alle protesten op vergaderingen uitgebracht, op de uitnoodiginr/ zelfs om op eene ver gadering zijne houding te verklaren, heeft de heer De K. gezwegen. Hij heeft zich laten zien, noch laten hooren. In de geheele verkiezingscampagne is deze candidaat niet nmaal zelfs voor zijne kiezers opgetreden. Toch is de uilslag van de verkiezingen op ]4 Juli nog, dat de heer De K. in her stemming komt. Bij de herstemmingen namen de afdeelingen van de Arbeiderspartij, de Arbeiderskiesvereeniging en het Plaatselijk Kiesrecht-Comiléhet besluit, den heer De K. uit te zonderen van die liberalen, die zij zouden steunen. De kansen voor den heer De K. staan dus niet best. En toch moet hij er in, vinden de liberale heeren; want.... het clericale spook! Zoudt gij, lezeressen, niet met mij nog liever een politieken tegenstander in de Kamer zien komen, dan mede schuldig te staan aan de afvaardiging van zóó'n »mede"stander ? Hij moet er dus in. En nu neemt men zijne toevlucht tot eene manoeuvre, zóó ignoble, als wij vertrouwen dat zijn weerga niet heeft, als wij hopen dat zijn weerga nooit vinden zal in de politiek. Den dag vóór de herstemmingen wordt door de liberale kiesvereeniging »R >tierdam" in district II een manifest verspreid en aangeplakt, waarin onderaan met vette letters wordt bericht de ontvangst (zoo even!) van eene circulaire van den Cnristelijk-Historischen Kiezersbond, in welke circulaire genoemde Bond steun toezegt aan den liberalen candidaat. Bedoelde circulaire het kan nog door den Cnrist.Hist. Kiezersbond worden bekend gemaakt op den morgen van den verkiezingsdag is er een van voor vier jaar, nog onderteekend o. a. door iemand, die reeds lang dood is! De verontwaardiging over deze daad is natuurlijk groot. . . bij ieder weldenkende. Wij kennen sociaal-democraten, die uit walging voor zulk bedrijf', den anti-revolutiounair gingen steunen, waar zij zich anders zouden hebben onthouden. Toi-'i. \ men. Welk denkbeeld geeft deze uitslag | van de moraliteit bij verkiezingen. Maar de heeren der liberale kieavcreeniging, zij zullen toch zeker wel vol diepe schaamte zich op den achtergrond hebben gehouden na deze met zoo unfatre l strijdmiddelen Ik.-vochien overwinning? 't ! Mocht wat. ZMO goed als altijd i.s ook ditmaal hun zegepraal feestelijk gevierd ; zoo goed als altijd zijn er ook ditmaal j ontelbare toasten uitgebracht, heeft ook | ditmaal de »eere\vijn" ruimschoots gevloeid j al was de eer dan ook verre te zoeken. ! En een waren triomftocht hebben zij goj houden met den nieuw verkozene, al v.'as | het >;fijre liberale vaandel'' ook besmeurd, bemodderd. I !c herhaal mijne vrsiag: Is het niet j diep doorgedrongen in de politiek'? Is er i geei.-o behoefte a;:n reinigende elementen ? i Hebben wij vrouwen ook niet hier eene <-j. o v laak :Juli f') Cursiveerlug van deu ^ Vorst Holieiilohc. De Hohenlohe's vormen een der aan zienlijkste niet-regeerende vorstenhuizen en in de geschiedenis van de meest Eurojieesche landen vindt men den naam dezer wijdvertakte katholieke familie terug. Veluoversten en diplomatenen hol'.lignitaricson z;jn bij dozijnen uit hun geslacht voortge komen, en de fortuin is vo-Ion hunner ook nog op andere wijze gmisiig geweest. Ook do overleden vorst Clilodwig zu lloheulohe-Schülingfürst kon terugzien op eene schitterende carrière. Jv.m reus was hij zeker niet, lichamelijk noch geestelijk; wie tijdens de zes jaren van zijn rijkskanselierschap het uiterlijk zoo nietige en kleine oude heertje zag en daarbij terug dacht aan den kolos Bismarck; wie hem hoorde spreken, hoffelijk, welwillend, «zimperlich wie ein altes Madchen", zooals de spotters zeiden, en zich dan de don derende philippica's van den ijzeren rijkskanselier herinnerde, had dikwijls moeite om een glimlach te onderdrukken. »0nkel Cnlodvvig" was een dankbaar onderwerp voor eiken karikatuurteekenaar, te dank baarder mogelijk omdat men wist, hoeveel en hoe goed werk in een meer dan tach tigjarig leven door dit zwakke en onaan zienlijke mannetje was verricht, met een ijver, eene toewijding, een intelligentie en eene volharding, die menigen »Uebermensch" ontbreken. Reeds in 1840 ging vorst Hohenlohe, die toen dertig jaar oud was, als Beiersch gezant naar Londen. Op den voorgrond trad hij echter eerst in 1SO(J, na den oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk. In het Beiersche Heerenhuis had hij sedert jaren, als leider der liberale oppositie, de ultramontaansche en Oostenrijksch gezinde ministeriel! Schrenk en Von der Pfordten bestredtn Iva. de gebeurtenissen van 1800 verklaarde hij zich krachtiger dan ooit voor aansluiting bij Pruisen ; koning Ludwig II benoemde hem tot minister-presi dent, en als leider van een liberaal Kabinet bereidde hij de toetreding voor van Beieren en de overige Zuid Duitsche Staten tot het Duitsche Rijk, die in het begin van 1371 te Versailles hare be krachtiging, verkreeg. Vorst Hohenlohe was toen al niet meer, minister-president; al was zijne »buitenlandsche" politiek mat succes bakroond, in de binnenlaridsche aangelegenheden maakten de ultramontanen het hem te lastig, zooals bij de Kamerontbinding van 1860 duidelijk was gebleken. Zijne parle mentaire werkzaamheid werd spoedig ver plaatst naar den Duitschen Rijksdag, van welk lichaam hij van 1871 -71 vice-president was. In dit laatste jaar zond Bis marck hem, na het bakende Arnim schan daal, als gezant van het Duitsehe R'jk naar Parijs. »Dit was'' zegt de Temps (wij citeeren hier met voorbedacht een Fransch blad) »eene taak, waarvoor hij volkomen berekend was. Hij bleef vier jaren op dien post, en toonde zich daar vol tact en omzichtig heid. Van 1878?1880 nam hij eerst als derde gevolmachtigde van het Duitsche Rijk deel aan het congres van Berlijn, en nam toen, na den dood van den minister Von Biilow, diens functiën waar. In 1S80 ging hij weder als gezant naar Parijs, van waar de keizer hem in 1885 terugriep otn hem te benoemen tot stadhouder van EliasLotharingen. Ook in deze »mi sion deli cate" toonde vorst Hohenlohe den vredelievenden en verzoenenden geest, die zijn verblijf in de ambassade te Parijs had gekenmerkt en waardoor hij juist de aan gewezen man was or» na. het légime van generaal von Manteuff.il, de geannexeerde provinciën te besturen." Een aardig staaltje van Hohenlohe's concilianten geest wordt medegedeeld door den bekenden Parijschen Tunes correspon dent de Biotvitz, die er steeds eeii bijzon dere liefhebberij in heeft gehad, zich door geaccred teerde diplomaten als tusschenpersoon sans consét/uence te laten gebruiken. In 1875 had vorst Hohenlohe dezen dilettant-diplomaat verzocht, uit zijn (Hohenlohe's) naam den Franschen mi nister van buitenlandsche zaken, hertog Descazes, mede te deelen, dat hem door B:smarck instructiën waren gezonden, die hem verplichtten tegenover den Franschen minister een zeer scherpen toon aan te slaan, dat u ij echter den minister YÜ: zocht, zich aan dien toon niet te ergeren, daar hij er ongetwijfeld in slagen KOU, het <;ecproki'ne naderhand te luien verzachten. J)o Fransche minister nam den wenk l goed o]), en over het oilk-ii'fle minder p.Mngrnume ondcrhou l verluidde geen Het is van algemeor.e bekendheid, dat vor.-;t llohenlohe i October l'^i.i-1 op reeds 75 juri.:en leeftijd, hot zware en /.eer ver anl woordelijke ambt vau rijk.skanselier uil-i'-iitoiid uil ph'c'itbïsfcf e.i va-ieri;ind$Ikfde en werkelijk i,iet uit eerzue!;i lietH aanvaard. K :ii welverdiende, ru.-l, zou hem zek'T Ojieiiid'j; welkomer zijn j^uveent, maar uien. had hom te verstaan gegeven. dat alleen door ?.;'/>/'' benoeming de indruk van eene ingrijpende wijziging in den p'iUtieken koers na Cuprivi's val kon worden woggonomei;, on tevens, dat men geen l.ingdurige a,aibUverv"ulling vau hem zou <i-chen. Hij /.uu als het ware sleehls als nood hulp dienst behoeven te doen. In de zes lange jaren, lang vooral voor deu zwakken en hoogbejaarden .-Uuus.'nan, moet het hem menigmaal, en S!)iiis op jiijnlijke manier, zijn gebleken, dat dit «noodhulp zijn" op zeer eigenaardige manier werd opgevat, dat men van hem geen initiatief verlangde, maar alleen eene uitvoering van den »allerhoogsten'' wil en zoo noodig een goed maken of ten minste dek ken van de «allerhoogste''fouten. Dit maakte zijn hoogo betrekking zeker niet aange namer of' gemakkelijker. M.iar het conciliant zijn was bij vorst Hohenlohe niet in ,-tr'jd met een hoog ontwikkeld plicht besef', doch juist e; n gevolg daarvan. Khuublijkelijk is dit door velen erkend, want al maakte de oude rijkskanselier het <;een enkele der partijen geheel naar den ;:i'.'., > l i ^oiiool desniettemin aller U'.-'it.iü^ en waar ieeriiig. Dal <!e/,e welwillende givinriliL-id :_<rooleiidet-].s zijn t'OfiL; bedo3lijijrcn g iid en <_'( moliv-ici'd wt-rd dooi- ecu eervol verleden. i:s -iii-1. te ontkenirMi. Hem /elf i.-3 trouwens, een jaar geleiiea, gebleken dat, ei n iljkskanselier liet niet achting en waanL'cri/ig alleen niet kan stellen, maar dat hij invloed, grooten invloed moét be zitten, om zich tegenover een krachtigeii maar onverantwoordelijken en dikwijls on bereken baren wil en tegenover intrigeerende en heerschzuchtige ambtgenooten in het ministerie met goed gevolg staande te kunnen houden en met vrucht werk- ; zaam te kunnen zijn. j Sympathiek is vorst Hohenlohe tot het ' laatst gebleven door zijn plichtbesef, al ! nam dat soms een eigenaardigen vorm l aan, en door zijne hoffelijkheid, die zich in de moeielijkste omstandigheden niet i verloochende. Zijn nagedachtenis zal worden geëerd als die van een trouw dienaar des vaderlands. iiitiiiiminilliitiililMil ST(1 $? t -\ L»L7 T MiizieJilisoorfleeliiipii, MEVR.. H. J. D K JOXGE VAX CAMTEXS A'iEUWLAxn-W'iTSEN. Ifrgiiue llonorem. (Eere de KojingnO. Woorden van Me vrouw B. de Grift ff van Cappelle. Haar lem, J. L. E. 1. Kleyaenberg. GEOKGI: MLLLEK Militaire Marsch, opgv drag..-n aau 'L. K. 11. Hendrik. Prin> der Nederlanden, Hertoj* van Mecklenburg. Ams'erdam, J. H. de Bu^sy. ANXA V o-*. Jirmc/slied foor on:e Koningin. llotterdam, Wenk & Birklioff. BERTUA V. D. STHMPKL Ueilbele, WoDrden van de c'unpnmMie. Amsterdam, De A'gemeene Muziekhandel v/ii. S.umpff & Koning. J. L. KEF.TKLAAR Jxx. Tolkslied, ter ge legenheid ran het Huwelijk van H. M. Koningin WiHieluairia en Hsrtog Hendrik v. Meckleuburg. Amsterdam, G. Alsbach en Ci. Wiu'KKCiiïv\s DES USSEL. Fei'sltcc/ls, ter gelegeuheid vau tiet, Huwelijk enz- enz. Amsterdam, E. L. E. van Dantzig. C-\ïiiARix\ v. RKNNES. Ons llollandsch Lied opus ?!?!). 1'uestzan.j voor geme.,fm koor i'i capeiia. G.jdicht van .1. D. C. van okkum. Utrecht, Jac. v. R -unes. YiiiKDiiien uixnoi'T. DeuMilands vnd llollutids ll'illlioiiiin tin Pu ut Kriiyer. Diclitung von Ernst von Wildenbruch. 's Grarenliage, G. H. v. Eek. BEKXAUD X.\VEKÜ^ Drei Sclit'sse. Burenbatlade. G.:dic'.it vou Dr. lludolp'i Presber. Amsterdam, Vau Holkema & Warendorf. T lans, nu mijne besprekingen van muziekuit voeringen voor een w ij! e gestaakt ku:iuen worden, tengevolge der ingetreden vacantië.i, wil ik mij gaarne nedc.'Z'-tten oen eenige werken te beoordeelen, die reeds lang waciiten op tijd en plaats om hier besproken te worden. Met eenigen schrik ontwaar ik da^> er een paar nummers bij zijn, die hun ontslaan te dsuken hebben aan list huwelijk onzer beminde Koningin met Prins Hendrik; mijin bespreking komt, dus niet recht post j'esttiM; dattom wil ik mij haasten daar mede te beginnen. Het eerstgeno-'mde nummer werd mij door dichteres en componiste aanbevolen als eene echt, Haarlemsche onderneming. \Vojrden, com positie, teekeuins, zetting en druk zijn allen echt Haarlemsen! Het doet mij leed voor Haar lem dat ik hiervan niet veel goed» kan zeggen. Het vers begint zoo : Heil, hei', heil Xserlanis Koningin ! al wie dat zingt is tolk Ttia 'i, vrije dappere v.-Jk dat hoe verschillend, eens van zin, zich schaart om Nederlands Vorstin, de veel beminde Koningin ! Zoo aaat het voort. In d.; compositie zijn vele or'liO?rapliisclie fouten en i,og meer vergrijpen tegeu declamatie,. zoodat dat weikj' u et, zóó had mo?rcn gedrukt woricn. Wanneer dilettanten c iinpoiiecren en hunie ])'ii:;evruelil'.i>ii uitkeren, JKII is liier'egen niets t-.: ztg^eu; iLtcgciid-el ik zul dit. steeds zeer appreci'ert-n, als teu (;e\vijs vsu een krachtig muzi -kleven o-.der dj kunstliefhebber:--. IVarm'.-er (e'itir gezw:di_rd wor.it tegun da flemen'a re bf-g-uselcn rier toouzutkuiist, dan niott ik ten dergelijk dilettantisme ten kraclitir't(e v i ro'iruL'tirü. DJ .. \f :iita:rj Alartch" vau Gt'orge Jluller is in dit up'.iuh', va", beter l'.ic'uur. f k vermoed dat ook (ie lieer Mulii:r dilettant i^.; enkele der Iji-gcleidiugi-n wü-inirjils l ij zijne m: lüdieë.i heeft vo(;r/,ii-i:, ;;ev(-n m:j aanleiding tot dit vermoeien, liet s* u k is echti-r behoorlijk van j voini, di: mar-c-^m.'lojic is van aangeuaaiu ge- j halte, zoii'.u-r nu ju:st. hoog te vliegen en ik geloof d.it lift s>tuk, voor harmoiiie-orclK-st seiti, een trocvlcn indruk zal uiakiu. l! -t werkje van int-j. Vos, s'echrs acht vierkwaris iiat(.'k lar.g ei: vau niet meer dan drie strcp'ien o-uvar,.', heeft een nr>er zaclit'J dan opgewi-kte ('.oo i.iilt nami'iijk d'1 voordrachtszilveren feest van de Vo'kszangschool van Amphiou" (l Oct. 1900); ik ben dus met de bebprefcing dezer compositie nog meer achter. staliig. Het ged.cht van J. D. C. van Dokkum is frisch en krachtig. De dichter zij echter voorzichtig met het aanwenden der »inversie"; maar onze ziel een vogel wordt, die zingt, schoon 't jonge loover dort klinkt als een hinkende vertaüig. De compositie volgt deu geest van het gedicht op den voet. Zij vangt aan met een kraclitig E dur, hetwelk dan afgewisseld wordt door een meer moiuleerend middengedeelte, waarna de, hoofdt ionaard weder optreedt. Is had daar op de woorden »Oas oude Holland" enz. wel het frifscbe aanvangsu o'.ief terug verwacht. Atn het slot brengt de componiste een krachtig declameerende melodie, van eeuigszii.s feestelijken en plechtigen aard, waa-mede zij het stuk op fliuke wijie afsluit. De omvang der vier gcmengie stemmen wordt nergens overschreden^ tenzij misschien in de alt bij de laatste twee achtste noten van de derde pagina (ieze twee noten zijn mij niet recht duidelijk, vooral niet tegenover de begeleiding). Voorts wij ik er nop eyen op wjzen- dat-het n'el; h-et a capella doch »a cappeila". De druk, vau Goddefroy te Uirecüt, ziet er niet bijzonder fraai uit. Hst moest toch mogelijk zijn dat ona land ook in dit opzicht zich met het buitenland en vooral met Daitschland mïten kon! Van actueel bjlang acht ik ook de beide compositiën, die betrekking hebben op den sti-ijd welke door onze stamgenooten in ZuidA'"nka gestreden wordt; daarom mag ik niet la ger d;a'en daaraan een woord te wijden. De heer riedrich Tuinhout oeefi een gedicht van Ernst v. Wildenbruch gecomponeerd en er naar gestreefd een heroïsch karakter te. geven aan zijne muziek. Wat nu aaagaat, de melodie, is de componist bierin niet slecht geslaagd; alleen er zijn weer onhandigheden in de harmoniseeriEg. De componist bedoelt het ver moedelijk anders dan het er staat. Op bladz. 4., bij den otergang van den tweeden inden derden regel, maakt het quart-sex'-accoord een bepaald diletlantischen inüruk. Op bladz. 5, derden regel, derde accoord z)u g, Les, d, g, beter zijn dan g, d, d, g, zoo ds er uu staat; ook de tweede maat van den laatsten regel is slecht geharmo niseerd. Voorts is op bladz. O, ds overgang naar den hoofdtoonaard gebrekkig tot stand ge bracht. De declamatie is over het algemeen goed; ik ontmoette slechts eens een verkeerd accent n.l. dein graues Hiupt" met den nadruk op het, eerste woord. De Burenballade?Drei Schüsse" van Dr. Iludolph Presber kennen de lezers van dit blad. Zooals men zich zal herinneren werd de com positie dtzer ballade opgedragen aan Bernard Zweers en liet stuk daarna als premie voor de lezers van de Groene" verkrijgbaar gesteld. Zweers heeft op de Duitsche woorden (,'C3n dagelijksch w-, rk voor hem) eene zeer pakkende compositie geschreven en er vooral naar ge streefd de hoofdmomenten in het gedicht op juiste wijze te illustreeren. Men moge het niet in alle oplichten eens ziju met deu componist, zoo bv. net de wedcrgave vau de woorden: Drei Müter, aber sind sicherlich lm reichen London so arm wie ich." waar de laatste lettergreep van s'cjer'.ich" wel wit la g aangehouden se lijnt, ook zou men de woorden: Hab kein Weib und kei.i Kind uud kein Dach uud kein Hius." eerder met bitterheid willen weergegeven zien, dan ,,selir Wüicli" zo^ls de componist voorschrijft - ieder zal toch zeker getroil'm worden door de rijke harinouiseering en door de verscheiden heid m zinswendingen, zonder dat de eenheid van het geheel wordt opgeoll' rd. De heer Jac. v. Jjooy schreef er bij eenj Hollaudsche vertaling vau liet, gedic'it, die ecliter uiet bedoL'll werd bij de muziek geb;u'.kt te worden. AST. AVEKKUU'. l'-in-.lijLj l! Jdt-r, A ,-bch- Aanbidder l:u i de dieult re:: coni]'o;:i-te ec-nm-.-z;iib motten \vijz i u1 c:'. Z'.m ik dit, iiel meer, dcor y.iju iniiern kaïuk'er, in de liai^kauier oj> zijn pluats acliteu de //lleilhcde" vau int'j. v. d. Stempel, eveneens dichteres compo.iïsft, kan als volksl ed dienst doen. Het is een il uk lied, goed gedeclameerd en niet een \varm, schwuiigvoll" slot. Wellicht is de h loge g een beetj-: al t,j boog vo )r oen volkslied, dat o rcrigons voor middenatem bere kend is ; ecliter de gcestd'-ift vermag veel, misschien ook \vel liet uiijubelen vau dien liooueu jubel-g ! liet //Volksli/d' van dc:i dic'it.er.componist J. L. Ketelaar J.;n. is wel het sterkste staalt] : van kra-- dil? ttaiitisnic, da1 nu] tut nog toe ge drukt ouder de oogen kwam. voorbij, ik zal daarom dat iu.d bijgauu /.oi;der !.et vtrdcr te l, voüik v, 'i'ii \r,.;;eii, w at bi \-, uitgever er toe derL-elijk u'^r in ie i'eii ieu : De Fecstwa's v tii Wilprcc'it. v. d. IJ s?ol be gint ruft (en incorrecte /.et'iiig van lu.t \\illielmus en eind ;;-!, met een dito vau hei, Wieu Xei'rlaudscli h'ojii. l ;aar1 usfchen vindt men een serie walsen die weinig geineen hebben luet deu kun.'tvorin, z xïals die ons door Caop'u over geleverd is. De walsen ziju echter bijzonder geschikt in de balzaal dieu&t te doen. Ons Hollaiidscb. Lied vau Ca'h. v. Hennes is eindelijk weer eens een Iknkkoor. Het heeft j zijn onstaan niet te danken aan het huwelijks1 feest vau il. il. onze Koi.in^iu, doe'i aan het itlliiiiiiinlllltiliiini limiMIIIMIItllMIIIIIIIIHIIIt Tentoonstelling ian Mtenliflsclr Knnst. D.U is een wel wat wsidsche aankondiging door de M.ntscliappij »Arti et Amicitiae" voor de collectie schilderijen, in eea der zalen ter bezichtiging gesteld, 't Doet zoo vermoeden een bijzondere activiteit door het bestuur ontwikkeld tot htt oryanisee en Viiti een heel bijzondere te;;tooi;steiling. M lar in werkelijk is het niet anders, dan dat aan enkele kunst handelaars gelegenheid w>;rl geschonken schilderijen vun buitanlandsche artiesten te exjoseereii, en bepaalde de werkzaamheid zich er toe de inzendingen behoorlijk te plaatsen. Daardoor viudsn we hier verscheidene stukken, die we al van vroyger, en r;og eeris van vroe ger, kenden, en al is, wat werd samengebracht in doorslag dan ook hiot vau osiddeljnaiig kunstgehalte, we vinden daar geen spoor dat er getracht werd de verschillende meesters naar evenredigheid gelijkwaardig te vertegenwoor digen, /oo komen we met dit eene schilderijtje al zeer gebrekkig tot inzicht der betekenis van der. hier te \v-einig bekenden Segajitun. en is de schets van Daumiar, hoe karakteristiek ook, toch lar.g r.iet van van dien aard. orn ons do uiting van dieti machtigen verbeeluer, naar werkelijke waarde te doeii t-.chatten. Eer, zijner composiüe's op don (J.iiciiot zou heel wat koateekeneuder veitegei.woorliging zijn geweest. Wel zijn e,r enkele werken van schilders, die ons minder bekend zijn. Van LIM; in een kernachtig doorwrocht landscharjJ, van Feyen Perriii de studie van een meisjeskopje, dat in een gedempt klsurgamma bmijuig geschilderd, zeer aantrekkelijk is Een stu!ijo vau llarpigr.ies, boeit met eigen schappen die ons hern aan Daubigny verwant doen denken. Om de vloeiende voordracht, om de ongebonden beweging van een lenige fac tuur. Mnar daar ziju toch niet de impulsieve zetten, die den sprong verstoutten in een zich al te gestadig blijvende techniek ; als het grond hoeft, uat Daubigny wel eens den Frans H.tla van het landschap werd genoemd, zou men vergelijkenderwij-i bij lluipignies misschien van Vun dar Helst kunnen gewagen. Aan D.iuhigny het-it men hier do ecreplafxts gegund niet dat kapilaie stuk, zoo meikwaartiig in zijn 'jeuvie", 't welk ik bij eer.o vroegere gelegenheid reeds besprak. L; ;i.;;itiil fcj,aühe;: do Mjjiüceüi s Ut.- kroon. Veertien stukken ziju er vat; hem a.ïnv.'Ez.g, waai bij efcii teekening met zijn eigen püitrct. Alle zij:i niet in bijzondere mate karaktertnü'end voor de kunst van dien geboren kleunisionair. Maar er ?ij-i toch zeer m oie en voldragen dingen bij. De iïrrr.a IJjü'.i z >;id enkele uitnemende exemplaren; een er van strakker en simpeler van kleur dan gewoonlijk, maar met zeer hoog opgevoerde elegantie in de beeldjes. Maar 't belangrijkst, of Jiever de sterkste uiting van al is wel een werk in het bezit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl