Historisch Archief 1877-1940
Nd.1256
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nederland.
Onder de benaming de modernste
PhalanSfère", behandelt dr. Jan ten Brink Travail"
van Zola. Aangenaam doet in dit upstel aan,
dat de inhoud, de geschiedenis vermelding,
behoorlijk in het kritisch betoog verwerkt werd.
Geen enkel resumédus, maar de figuren eruit
gelicht, n»ar >voren gebracht, om iets te
betoogen of te bewijzen.
Dr. Jan ten Brink's conclusie is ongeveer
als volgt:
Travail" weer een rc-uzenboek, 665 bladz.,
een hoogst ernstig werk. Maar we moe'en ons
op genade of ongenade aan den schepper ervan
overgeven. De epische toon van vroeger is bijna
geheel opgeheven. De auteur houdt een pleidooi.
Hij spande daarvoor zijn reuzekiachten in, riep
een were.d van honderden en duizenden tot
z\jn hulp op en \oltooide een der machtigste
kunstwerken van 't begin dezer rii uwe eeuw.
Verder is hij ontrouw geworden aan het reëele,
zweelt mei het meeste in da lucht. In zijn
Beauclair schijnt de zon altijd, 't Is altijd lente,
aldoor zomer. Geen kind huilt, geen hond blaif.
En toch is het een wonderlijk aangrijpende
roman. Dat komt omdat Zola de uitkomst van
zijn uitvoerige studiën onder de bevelen kon
stellen zijrer schatrijke fantazie. Men betrapt
zichzeit op het gaan gelooven aan zijn
utopistische droomerijen.
La C;écherie, de verbeelding van Zola, is
een allerschitterendste féeiie, die \an alle i ij den
de meesterhaiid van den grooteii kunstenaar
verraadt. En met deze léerie wij»t hij een weg
aan menschenvrienden, aan droomers zooals hij
zelf, om iets te beproeven. Dichterlijke, refor
matorische gedachten wil hij wakker roepen
en ze als een vlucht witte duiven on t v ar. gen
op de tinnen (?) dtr citénouvelle.
Van Johanna Steketee een novelle, b:
handeler.d het geval van een ongeL kkigo liefde,
waarbij de jonge man en ook de j.m^e vrouw
(Johanna Sieketee zal zich daarover misschien
verwonderen) inaar een pover figuur maken.
Ze zijn beiden geen knip voor de neus waard,
zelfa niet zooveel woordeu &ls de auteur er
over schreef en liet drukken.
Het geval ia heel idealistisch en erg vaag
en slap gehouden -en dit maakt da novelle
niet beter.
We. kunnen ons volkomen indenken, dat een
mar, te zwak om de kansen van 't leven zelf
aan te durver, zich een rijke vrouw zoekt. Dit
is in den haak. Z:lfs heel best in den haak.
Waarom zou een man altijd de edelmoedige,
de tobber moeten zijn ? Maar zoo iemand
gaat nic'; nog eventjes een ander meisje ver
liefd maken. Neen, heutch, ji.irVouw Sttketee,
dat gaat niet. Zoo'n .geval moet anders behan
deld, meer en beter op zijn voetjes worden gezet.
Met wat weeëoverwegingen (ook hier de medi
tatief-stijl) van een slappe ziel, gelijk het ons
hier is voorgezet, krijgen we nog niet het
juiste begrip, niet een klare blootlegging van
omstandigheden en het daardoor te ontsta: e
zielebeweeg van zwakke menschen. Daar wordt
j wel iets meer voor vereischt!
Van F. de Sinclair een goed,
realistischgehouden'huiselijk tafereel'je, waarin de vrouw
de verwaarloosde is, de man naar zijn vrienden
loopt. Wat telkens die vier regeis streepjes
in den tekst beteekenen zal de auteur waar-,
schijnlijk zelf niet weten. Ze staan daar nog
al mal.
Van J. C. Sonneborn een goed-aangeslagen
vrij zuiver, gedicht De Zee". Verder rog poëzie
van Willcm van Santen en van Blarghen.
G. VAN 1JUI.ZEK.
Bijdragen tot de gcographie van Borneo's
Wet-ter-afdceling, door J. J. K. ESTHOVEX.
(Ie stuk, E. J. Brill )
Borneo, het grootste eiland van den Indischen
Archipel, dat zoo lang een nysterie wa»,
zooi wel voor de kartographen als voor de
geograj phen, verheugt zich in den laatsten tijd in een
j bijzondere belangstelling. Onderzoekers
dron! gen met verschillende bedoelingen gedurende
3e laatste jaren in dit geheimzinnige binnenland
door, en wel in de eerste plaats om den sluier op
te lichten, welke land en volk voor het belang
stellend oog der wetenschap verborgen hield.
Zoo is er in enkele jaren een geheele
Nederlandsche litteratuur over Centraal-Borneo ont
staan. Dr. Nieuwenhuis' fraaie boek »In
CentraalBorneo, Reis van Pontianak voor Sarnarir.da"
('2 deeler), met de boeiende beschrijvingen
der natuur en c1 er bewoners van de binr.erlar.den
van Borneo was nog pas verschenen, cf prof.
Molengratff, door de treurige gebeurtenissen
van Zuid-Afrika in Nederlar.d vertoevend, kon
zijn in 1893?94 gedai e geologische onder
zoekingen bewerken en in 't licht doen ver
schijnen. (Geologische verkenningstochten in
Gentraal-Borneo).
De topographische gesteldheid var, Borr.eo's
binnenlanden was eveneens lang een raadsel.
Hoewel men op de kaarten al sedert jaren
eenige lijren teikende, toch kon men zich over
de topographie van het brongebied der Kipoewas
enz. tot 1891 rog zoo goed als geen voorstel
ling maken. Sommigen beweerden, dat het
centrum van Borneo werd ingenomen duor een
centraal gebergte, dat men een Celebesachtige
gedaante gaf op erkele kaarten, waaraan weer
allerlei geologische hypothesen werden ver
bonden ; anderen meenden, dat de naar Oost en
West vloeiende Mahakam- en
Kapoewasstroomen hun oorsprorg zouden virden op een
hoogplateau in het centrum van Borneo. Doch
dit waren niets dan gissingen, waaraan een
einde werd gemaakt, toen men in 189 L, door
de medewerkirg van wijlen den resident S. W.
Tromp, aanving mat een topographische opne
ming van dit gebied, waaraan wij verbeterde
kaarten hebben te danken. En als commentaar
op de kaarten geeft de chef van den
topographischen dienst thans een beschrijving in het
licht, waarvan het eerste stuk het gebied van
de Boven-Kapoewas gedeeltelijk omvattend,
thans verschenen is.
De vorm, waarin de heer Enthoven zijn
gegevens omtrent Borneo opdient, verschilt
veel van dien, waarin dr. Nieuwenhuis de resul
taten van zijn onderzoek wist te kleeder. Deze
geraakte soms in schier dichterlijke bezieling
bij de beschouwing der natuur ot bij het keren
kennen der primitieve volkstoestanden dezer
natuurtypen van bewoners; de heer Euhoven
is sober, buitenma'.e sober zelfs in zijn verhaal,
maar concreet, beslist, kort, zonder veel
omwindeelen mededeelend wat hij weet. Men gevoelt
lot reeds op de eerste bladzijde, dat de
topograaf aan het woord is; de rnan, die zuiver
v. esrgeeft wat hij ziet met zijn lichamelijk oog,
riets meer en niets minder. Zoo gel ie.it de
plicht hem het op de kaart te brergen, en dat
plichtsgevoel spreekt uit elke bladzijde van
zijn beschrijving. Meer heeft de schrijver niet
gewild; Lij stelde zich ten taak de topogra
phische kaart aan te vullen, te cotnmenteerei!;
een kaart in woorden en cijfers te geven van
het onderzochte gebied.
Daarvoor zijn wij dankbaar. Een boeiend
reisverhaal met veel subjectieve indrukken en
ontboezemingen zou meer lezers trekken, maar
is minder gemakkelijk door den vakman te
raadplegen zijn, c f door hen na te slaan, die de
kaart des lands moeten kennen. En wat de
heer Enthoven geeft is helder, klaar voor ieder,
zaakrijk in alles, zoodat men niet behoeft te
raden of lange hoofdstukken behoeft te lezen,
Mjór men de eigenlijke wetenschap, die de
schrijver wil veibreider, kent.
Dit zaakiijke van het boek mankt, hoezeer
wij het toejuichen, het bij een aankondiging
moeieiijk er een voorstellirg vaii te geven voor
de lezers van uit blad. Wij mogen daarom
riet verder gaan dan aan te duiden, wat men
er in vindt. In de eerste plaats wordt een
topographisch overzicht gegeven van de
onderafdeelirg Boven-Kapoewas. Vervolgens wordt
de Boven- Knpoewas beschreven, niet baar
bijstroomen, haar stroomversnellingen en water
vallen, niet de Dsjaksche vestigingen aan d-, n
oever, rnet de hindernissen in bet verkeer,
met da afwisseling in waterstanden, in verband
met de regentijden, met de bochten en krom
mingen enz. enz.
Op dezeifle wijze wordt de Midder.-Kapoewas
behandeld. Voor het leeren kennen der rivier
en voor het omliggende land het ft ilit groutc
beteekeni*, en de regeerirgsambtenaren kunnen
er hun voordeel mede doen.
Wat ons hindert is, Jat wij bij de
besch:ijving der rivieren telkens van «affluenten"
hooren, spreken. Hadden wy hier te maken
met een bastaardwoord, dat in de meeste
moderne talen gebruikt wordt, en moeieiijk
door een Nederlandsch woord te vervangen is,
wij zouden er vrede mede hebben. Maar
onnoodig een uitsluitend in Frankrijk gebruikelijk
woord in te voeren, dat verdient afkeuring.
Na de rivieren worden de volksstammen van
het gouvernements-grondgebied beschreven, aan
vangende met eenige historische bijzonderheden
over de vestiging van het Nederlandsch gezag.
Daarbij worden hun stamverhouding, hun
dialecten, hun woningen, hun landbouw, hun
rijkdommen, hun zeden en gewoonten enz.
behandeld, 't ld een werk, dat veel belangrijk
materiaal geeft en ook belooft in de vervolgen.
waarom wij het gaarne aanbevelen.
's G r a v e n h a g e. H. BLINK.
MKUWE UITGAVEN.
De Architect, onder redactie van het genoot
schap Architectura et Amicitia. All. l en 2.
1901. l-ja jaarg. Haarlem, II. Kleinmann & Co.
Bijdragen tot de Cfiographie ran Borneo's
Wester ^ deding, door J. J. K EXTHOVE.-? 2a
stuk. Leiden, Boekh. en drukkerij, voorh. E. J.
Brill.
Klatergoud, Indische novelle, door J.
HEITENEB. No. 138. van Warendo:f s
NovellenBibliotheek. Amsterdam, Van Holkema &
Warendoif.
De ethische koers in de koloniale politiek,
door mr. l'. BROOSUOOFT. Amsterdam, J. 11.
de Bussy.
«Mouvement de CommercedesPays-Bas. 1900."
Happart consulaire de MEJNAÜD MKKENS, Consul
Géi.éral de Serbie a Amsterdam.
Inhoud van Tijdschriften.
Kigen Haard. No. 29 : Mijn Indisch album,
door S. Ka. ft', (Slot.) De Amsterdamsche
Brandweer te Berlijn, door GOS, m&t afbeel
dingen. Maria Smart II, Prinses van Orai ja,
lljt>2?1G95, door Jonkvr. A. van llogendorp,
111. Maneschijn, naar de schilderij van Aert
van der Neer, in de Collectie-Six te Amster
dam, met bijschrift. De Redding, naar het
Engelsen van Kugene WooJ, I Wijk aan
Zee, door J. 11. Ilösting, rnet afbeeldingen
naar photo's van den heer II. W. Schrier, te
Beverwijk. Feuilleton.
^CMtLTS JLS
De
Naar het Ltaliaantch van 11. B.UINAECOXI.
Toen Ghin (Fraiicescino) nog in Konco op
het landgoed van den markies woonde, was er
eens op een Zondag een netgekleede jonge man
gekomen, die met behulp van een paar liter
wy'n na eindeloos heen en weer gepraat drie of
vier boeren had overgehaald, zich bij de Sphinx"
tegen brandschade te verzekeren. Juist twee
dagen geleden was de geheele inboedel van
Tapella door brand vernield; alleen de koe was
gerel want Marianna was uit haar bed ge
sprongen en in haar hemd naar den stal geloopen,
om het dier eruit te halen. Maar zij hadden
geen enkel bosja hooi meer, om het arme dier
te voeden. Het viel den verzekeringsagent daar
om niet moeilijk, het nut der verzekering te
bewijzen. Ghin had gedacht dat het beter was,
een paar lire per jaar te betalen en rustig te
kunnen slapen.
Weliswaar bestond al zijn huisraad slechts
uit vit1 r matten stoelen (waarvan n maar drie
pooten had), een tafel, een kast en twee ledi
kanten (ei n voor hem en zijn vrouw, de andere
voor de kinderen); maar als men zich verzekert
moet men aan alles denken en dan waren f r
ook nog de rekken voor de zijderupsen, het hooi,
het stroo, en voor alles de koe! De agent zelf,
die het toch het beste wist, had alles eens be
keken en toen aangeraden, een polis voor lf/0'J
lire te nemen, wat hem 6 lire p<r jaar kostte.
Het contract was afgesloten op de tafel in de
herberg.
Het eerste jaar ging alles goed; er kwam geen
brand, wel hagel, en Ghin betaalde voor zijn
ongestooröen slaap. Maar toen had de rnark.es
hem zija congégegeven en Ghin was naar
Benedetta gegaan, naar Piatii, die als een goed
mentch bekend s.ond. Aan da Sphirx" had
hij r.'itt meer gedacht, of liever daaraaa wilde
hij niet meer denken, want de zes lire per jaar
waren toch we] wat veel voor zijn ongestoorde
nachtrust, nu zijn kin'er.chaar (alryker en zijn
armoede grooter «erd En daar hy nu ook van
woonplaats veranderd wa', zouden de heeren
van de maa schappij, die de bar kbi'jt tten immers
maar voor bet grijpen hadden, zich wel niet
meer om hem en zijn zes lire bekommeren.
Maar toen er weer e';n jaar voorbij wa-t, kreeg
Ghin, juist in den cijd van den wijnoogst, een
biief, dien hij om en om draaide en las rn nog
eens las, ofschoon hij er toch niets andirs van
kon ontcijferen dan weledel^eboren". Maar
ondanks dit, voor hem zoo merkwaardige be^in,
begreep hïn (och, dat. de bsief werke'ijk voor
heni was, want in den hoek stond een stempel
met het op-chrift de Sphir.x" en daaronder
een zoi.derling dier, rn Gh:n Ifch'e om de
slimme heeren van de maa'schnpf ij, die hem
nu ook in Ben. detta, dat in de bergen \
erscholen hoelijf, gevond n hadden. Hij was van
plan, met den brief naar zijn'andheer te gaan,
rnaar toen l:ij dit plan wilde uU.oerer, kon hij
den bi'el' n':et meer vindfn.
Een maand later, toen de bladen al afgevallen
Kinder- en yroiiwenarMiL
Als het bovenstaand opschrift wordt gelezen,
d«n zal er waarschijnlijk in de eerste plaats
worden gedacht aan het sweatingsysteem, waar
over in de laatste tijden reeds zooveel is
geschreven. Ik bedoel echter in hoofdzaak
iets anders, dan het oog uitsluitend daarop te
vestig-, n.
Ik wil in dit artikel iets zeggen, over de
handwerken dat liefhebberen en knutselen,
waarmee zooveel vrouwen uit den gegoeden
Stand haar tijd zoek brengen.
Telkens, wanneer er liefdadigheid-bazars
zullen worden gehouden, na een ramp die
de gansche natie of een deel er van heeft ge
troffen, of een zoogenaamde liefdadigheidsloterij
zal worden georganiseerd, ontbreekt het niet
aan betoonde welwillendheid.
Van alle kanten stroomen de hard voor
het meerendeel knutsel werkjes toe, en al moge
er eens een hoofdprijs zijn van eenige
beteekenis, de kwaliteit van het gros der vaak
vooruit tentoongestelde voorwerpen, doen de
bezitsters van loten juist niet met koortsachtig
verlargen den dag der trekking tegemoet zien.
i Voor het grootste deel vergeten de min of
meer bekwame vervaardigsters van handwerken,
dat in de eerste plaats smaak wordt vereischt
om iets moois tot stand te brengen.
En die smaak moet reeds als kir.d worden
ontwikkeld.
Drie jaren geleden, op de tentoonstelling
van vrouwenarbeid, heeft de commissie van
de afdeeling Huisarbeid, de waarheid van het
bovengezegde ondervonden.
In het verslag van de Wekker schrijft Mej.
Meyboom hierover het volgende:
»De aard van verreweg de meeste inzendin
gen, was wel om iemand moedeloos te maken !
Dat soort werk moest toch niet worden
aangemoedigd l"
Ik heb de commissie van de afdeeling
»IIuisarbeid" bezocht, toen zij bezig was met »het
kaf van het koren" te ziften.
Maar het was heusch geen gerrakkelijke
taak, uitspraak te doen.
Omrirgd door tal van kunstelooze voorwer
pen, waaronder honderde anti-macassars,
kanapékussens, haakwerkjes, enz., met de weten
schap dat zij honderde inzendsters moesten
teleurstellen, was het haar echter niet mogelijk,
meer dan een zeer klein deel van het
ingezondene aan te nemen.
En wat was nog het tentoongestelde ? Op
enkele uitzonderingen na, heel gewoon
kntitselwerk!
Gehaakte en gebreide beurzes ten getale
van twintig, nachtzakken, sokjes, borstrokjes,
buffetloopers enz. Och, of de vervaardigsters
van bovenvermelde voorwerpen, toch eens
eindelijk begrepen, hoe kostbüar de tijd en hoe
kort het leven isy dan zouden ze wel wat
anders doen, als het eindeloos peuteren aan
handwerkjes, waarnaar niemand vraagt en
waarmede de «gelukkige" begiftigde meestal
verlegen zit!
Als men den tijd en het geld, dat het maken
van dergelijken prulleboel kost, besteedt met
het naaien van kleederen voor degenen die
ze niet hebben, of het bezoeken van zieken
en ongelukkigen, dan zou een dergelijke bezig
heid meer voldoening geven aan degenen die
nu sfleidirg zoeken, maar die onmogelijk
vinden, in het op- en neerhalen van draadjes
wasch-zij of wol.
Het is mv.i. een verderfelijk iets, de gewoonte,
om kinderen tegen een familitfeest lastig te
vallen met het maken van handwerVjes die
voor het meerendeel van niet de minste waarde
zijn, en tct gevolg kurnen hebber, dat de
oogen der kinderon reeds op jaudigeu leef ij l
bedorven worden.
Onder mijn bekenden hebben velen reeds
vroeg een lorgnet of bril noodig, door het
inspannen der oogen, bij het maken van hand
werken, die al heel gauw als de eerste
fra'uheur er af is naar de logeerkamers worden
verbannen.
Ea dit is juist het gevaar voor de kir deren.
Men wil dat een mei je mooi kan werker,
hoe fijner, hoe verdienstelijker.
Zelfs in de afdeelirg <ier Missionarissen,
vond men op de tentoonstelling te Parij?, het
fijnste kantwerk, vervaardigd door
nctjerldiidercn!
Toen onlangs een erqvute plaats had, in
de gestichten van »den Goeden Herder'' in
Frankrijk, zijn afschuwelijke dingen aan het
licht gekomen.
Meer dan 47000 kinderen worden er in ue
verschillende gestichten verpleegd, en bet is
nu gebleken, dat de meisjes door de geestelijke
zusters op de meest schandelijke wijz.e weruen
geëxploiteerd.
Gedurende tien, twaalf, ja zelfs veertien
uur moesten de arme \eip-eegder, eiken dag
haar oogen inspannen, om kaï.twerk ten;aken,
dat door deze philantropische inrichting werd
verkocht.' Onvoldoende gevoed, met onstoken
oogranden werden ze aant'etrdïen. Van ver
diensten geen sprake. Al wat inkomt, ver
dwijnt in de kas van de stichting, bovendien
gesteund door liefdadige landgenooten.
Waar het geld blijft'.; De eigendommen van
de congregatie zijn alleen in Nancy in den
loop van twintig jaren, tot OO 000 francs
aangegroeid, volgens getuigenis van mgr.
Turinaz. Hij schreef:
»Als de kinderen het gesticht verlaten krijgen
zij geen uitzet of eer ig geld. Een paar ont
stoken oogen, de kleeren die zij aan het lijf
hebben en een slecht gevoed lichaam".
Genoemde bisschop gaat voort: =Ik durf
gerust zegger, dat er geen industrieel is, die
zijn arbeiders zóó exploiteert als de verpleeg
den in de gestichten van den »Goeden Herder"
wat een ironie is dien naam, voor zóó'n
instelling ! zijn gedaan.
En toch durfde de jezuit Bélarger nog een
verdedigirg schrijven, onder den titel; «Les
Méconnus''.
Hij zegt o. a. daarin:
»A1 was het waar, dat de kinderen in het
gesticht worden geëxploiteerd, zou het dan
beter zijn, ze op straat te laten verhongerei.?"
Beneden de twaalf jaar neemt die allerbeste
«Herder" geen kinderen meer aan, sinds de wet
op den kinderarbeid, het werken van kinderen
onder de 12 jaar heeft vet boden.
Het kind wordt dadalijk aan het werk gezet i
borduren van den morwen tot den avond.
Zijn baar oogen goed, dan mag ze blijven,
totdat haar op zekeren dag wordt gezegd :
»Wy hebben je diensten i iet meer r.oodig !:'
Waiirhten moet zij gaan 'i Iets adders dan
borduren heeft ze niet geleerd en de
yettichten rim Ie bun l'dstciir htbbcu het
mot,opulie voor de lecerwg tun uvrduw werk en jout!
De prostitutie blijft aiieen voor de armen
over. Van alle andere beroepen zijn ze uit
gesloten door haar volslagen onkunde op eik
gebied.
Hetgeen hier wordt gezegd van het
oogbederven in de gestichten van den Goeden
Herder in Frankn k, is ere*zeer nun of meer
van toepassing op alle industrie, naai- en
hardwerkscholfn hier te luntle.
Hulde aan den minister van bir.nenlandsche
zaken, die eenmaal een er.qi c>:e door
vrouwen zal laten instellen, naar ds wijze,
waarop het onderwijs in het naaien en vooral
het storpen b, v. van tafelgoed wordt gegeven !
In een der vitrines van het Egyptisch pavil
joen op de Paiijsche ter.toonstellirg, lagen
handwerken van \óor onze jaartelling.
Men zag daar onze tradrtior.eele merklap,
met ongeveer dezelfde figuurtjes van beesten
en onmogelijke poppetjes, als r.u door kinderen
worden geir.aakt.
Maar het gaas was heel grof, en er bestond
dus weinig kans dat Ue oogen der
vervaaruigsters bij bet weiken hadden te lijder.
Er waren met goud beslikte kleedtren, maar
geen enkel stuk zag ik, dat bewerkt wap, met
ds hedendaagsche baast onzichtbare pun'jes
en steelij es. Maar de lijn geslipen brille
glazen waren toen ook nog niet uitgevonden,
ten dier.ste van haar, die door het peuteren
op stramien kortzichtig waren geworden !
Op het kartwerk ik meen, ook bij de
bezendirgen uit ons land stond te lezen :
»Met de hand bewerkt". Beter bad er moeten
staan : «Proeve van beulswerk, verricht door
christelijke vrouwen uit Europa, in bet laatst
der negentiende eeuw !"
VliRA.
imiiiiiMiiiiuiuMimiiui
Couperus. Tliurmacie. Eliztibctlivan
de Knintr. K<niieilie-f}ielen.
llniseeid. J^ere wie tere toekomt.
eijsters voor kinderen.
Do Jlatin geeft als feuilleton een vertaling
van Couperus' »Uooge Troeven ' onder den
titel: »La reine Alexandra''.
Aan de universiteit te Amsterdam is het i
doctoraal examen in de pharmacie afgelegd |
door de dames II. G. F. Zijnen Wartel en j
A. C. A. Sepp. j
Aan de universiteit te Utrecht is bevorderd
tot doctor in de wis-en natuurkunde op proef
schrift: O ver rationeele functies behoorende
bij een Uiemannsch oppervlak, rnr-j Eiizabeth
van de Kamer, geboren te Middelburg.
(,V. R. ('t.)
* »
*
Prinses Alf xandra van Denemarken, de tegen
woordige koningin van Ergeland openbaarde
als jong meifje een hartstochtefijke liefje voor
het toor.eel, voor komedie-spelen en verzen
»zeggen" in haar tijd zal men nog wel
gesproken hebben van verzen voordragen.
Alexandra leerde heele rollen van buiten, zij
spoorde baar zusters aan hetzelfde te doen.
De prinsessen waren zó i in haar roller, dat
zij over niets anders spraken en al haar lijd
gebruikten om komedie te spelen. Haar moeder,
de eenvoudige koningin van Denemarken, achtte
deze vreemde l:efkebbenj uit den booze en
verbood haar dochters de belachelijke verkleed
partijen en het onzinnige komedie-spelen.
Aiexandra gehoorzaamde, maar het kostte baar
veel strijd en tranen.
In haar huwelijksleven met den Engelschen
troonopvolger, den losbandigen prirs van Wales,
is haar aangeboren talent van komedie-spelen
haar zeker van groot nut geweest.
Wie beter dan Altxandra wist te leven raar
het hoog-wijze huwelijksvoorschrift : la »ya;x
en nedans et la dignitéen dehors '!"
Menige jonge vrouw en moeder kan aan
haar een voorbeeld nemen.
liet meest huiselijke paar van alle
Europeescba vorstenhuizen zijn de Russische keizer
en keizerin. Als Duitsche vrouw is de Czarina
uitgerust met een aantal beminnelijke echt
vrouwelijke bekwaamheden.
Zij kookt voortrt ff'lijk ; zij maakt de kleert jes
der prinsef-jes eigenhandig. Met de naald ver
richt zij wonderen. liet allergewoonste naai
werk en het meest artistieke borduursel
komen uit haar vlijtige handen.
Ds C'/.aar is een zanger van niet allei'aagsch
allooi. Hij heeft een goed ontwikkelde stem,
een zeer t-ympatieke tenor. In intiemen kring
laat hij zich dikwijls hooren.
Op zekeren avond, toen zijn kleir.e gehoor
hem dankbaar en bewonderend toejuichte, zei
hij dood-leuk : »Eén ding kunnen mijn vijanden
mij niet ten laste lepgen, dat ik valsch zing".
sL'impératrice blar.che ' vervult haar keizerin
nen- plichten met streng, stroef gelaat. Geen
glimlach om den mond, geen giars in 't
oog. Jammer! Kon zij in t ut opzicht maar
een bee'je komedie-spelen. Hoe vervelend en
belachelijk zij het vertoon en de ceremoniën
van het hotlaven ook vinden moge, zij moest
die zieliooze plichten vervullen met beminne
lijke gratie, het nige middel, de poppen
kast-vertooning tot iets dragelijks te maken.
* *
*
Ook in Portugal gaat men er toe over aan
verdienstelijke vrouwen de onderscheidingen
uit- te-reiken, die haar toekomen. De schrijfsters
Amalia Vaz de Carvalho en Caroline Michaelis
de Vasconcellos hebben de Santiage-orde
geI kregen. Bovendien bef ft de Heidelberger uni
versiteit aan Caroline Michaelis, honoris cauta
bet doctoraat in de letteren verleend.
De Vereeniging .Vrouwenbond' in B;ünn
hei ft weer een bewijs geleverd van haar
rustelooze werkzaamheid.
Aan dien bond is het onts-taan te danken
van cursussen in het verplegen van zieke
j kinderen. Deze cursussen worden gehouden in
het Keizer Frar.s Josef-kinderziekeiihuis te
Biünn, onder persooi ij 'f e leidirg van den
bekwamen directeur. Meisjes uit den gegoeden
stand worden kosteloos tot dit
driemaandelijksch or.derwijs toegelaten. De meisjes moeten
minstens acbttien jaar oud zijn en goed
schoolonderricht hebben genoten, om in aan
merking te komen tot het volgen van een
cursus. Na lloop van het onderwijs moet men
zich aan een examen onderwerpen, om in 't
bezit te geraken van een diploma. Niet meer
j dan zes meuj^s mogen tegelijktijdig aan een
cursus deelnemen. Een uitstekende maatregel,
want, zoo doende kan men elK der candidaten
nauwkeurig rngaan, om te ontdekken of zij
behalve de vtreischte bekwaamheden ook den
noodigen tact en de onmisbare toewijding
hebben, om het schoone, moeilijke werk te
aanvaarden.
Het zich bekwamen voor zieken-verpleegster
zit tegenwoordig zoo'n beetje in de lucht. Hoe
veel meisjes zijn er niet, die zich voorbereiden
tot die grootsche taak ! Niet altijd worden meisjes
uit den beschaafden stand gesteund door da
goedkeuring en de s-yinpathie van ouders en
familieleden.
Do speciale verpleging van zieke kinderen
daarvan boort men in den regel minder. En
tóch, welk een dankbaar liefdewerk. Habben
ouders, voogden en familieleden daar ook zoo
veel op tegen, voor haar dochters, pupillen
of nichijes V
CAPRICK.
* *
*
Ji'tvaroiYe a.ux fraises.
ingrediënten: l KG. kleine, geurige aard
beien, 300 gr. poedersuiker, 40 gr. gelatine,
2 dL. kokend water, l lepel citroensap, 8 dL.
slagroom.
liereidirg. Druk de aardbeien door een
paardenharen zeef, vermeng ze met poeder
suiker, de gelatine opgelost in kokend water
en het citroensap. Plaats deze massa op ijs,
tot zij gebonden wordt; roer van tijd tot tijd,
zoodat er geen klontjes gevormd worden. Klop
de room en vermeng deze met de gereedge
maakte massa; vul hiermede een vorm.
Ingred-ëhlen: 500 gr. frambozensap, 200 gr.
suiker, 30 gr. roode gelatine, Vci D. water,
Va I- slagroom.
Bereiding. Verwarm het frambozensap met
de suiker; voeg de gelatine, opgelost in ]/8 L.
water toe en vermeng deze massa, als ze
bekoeld is, met de geslagen room ; doe ze
daarna in een steenen vorm.
(«Haagsche Kookschool.«)