De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 28 juli pagina 5

28 juli 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1257 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Roden m 6 Tabletten. ? Rollen m 6 Tabletten. de l o dubb. Capsules «oor R0pp< iiiiiiMiMHiiiiiiiMiiiMiiiMiMMMiMttiiiMiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiMnruiifiMiiMMNna((i((ti(UtiuurHMiiiiiiiinuunnHun>nintiiiiiinnnnniiiiMiliii[iMiiiiiiiiHiHHiHiiiMiiiii>iiMiiiiiiiiiiiiHiiiMiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIDIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM De Alster ligt daar zoo heerlijk blauw en de ranke bootjes en sierlijke zwanen glijden zoo licht over het water, dat het werkelijk een overwinning op me zelf is, als ik my los ruk van mijn heerlijk zitje in het Alsterpavillioen om in de nauwe, warme straten, enkele dames te gaan bezoeken, die bekend staan als de leidsters der vrouwenbeweging in Hamburg. Maar ik heb in miju leven zoo veel Duitsche Trouwen getroffen, die slechts over huishouding, kinderen en last not least over de slechtheid der tegenwoordige dienstmeisjes wisten te spreken, dat ik om niet eenzijdig te worden in mijn oordeel over Duitsche vrouwen, rast besloten ben ook kennis te maken met vrouwen die zich buiten bovengenoemde onderwerpen, ook interesseeren voor algemeene zaken. Op reis trof ik het al zeer gelukkig, in Bremen leerde ik in het station, waar ik eenige uren wachten moest, een der dames van de Bahnhofmission kennen, die mij alle inlichtingen gaf over de zelfopofferende werk kring der dames van deze vereeniging. B\j aankomst van alle treinen z\jn er dames aan 't station, die de jonge meisjes, die alleen reizen en zoo licht in slecht gezelschap ge raken, met raad en daad bijstaan. Zij helpen hen met adressen van goede tehuizen, waar ze liefderijk opgenomen worden. En komen er dienstmeisjes van 't land in de stad, dan vinden ze niet alleen direct een goed thuis waar ze heel goedkoop kunnen verbüjven, maar ook helpen de dames der ver eeniging haar aan goede betrekkingen. Steeds kunnen ze in het thuis haar vrije avonden doorbrengen, zoodat xij zich in de vreemde stad niet zoo geheel verlaten behoeven te ge voelen en daardoor op den slechten weg geraken. Deze thuizen zyn in elke groote stad over de geheele wereld te vinden. En zoo kwam ik ook door de inlichtingen van myn Bremer raadgeefster in Hamburg is een thuis voor reizende dames. In 't eerste thuis waar ik kwam, was geen plaats. Er woonden zoo veel meisjes, die in Hamburg in betrekking waren, dat er geen plaats meer was voor vreemdelingen. 't Scheen my, dat de meisjes het er heel gezellig hadden, ze betaalden slechts 50 mark in de maand. De directrice vertelde me dan ook, dat zy niet bestaan kunnen, indien zij van de ver eeniging geen ondersteuning kregen, daar de levensmiddelen in Hamburg zeer duur zijn. Ik kwam na in een filiaal van dit thuis terecht, waar men behalve een pension voor jonge meisjes ook een hotel voor doorreizende dames heeft. De voorwaarden voor de pensionnaires zijn, dat ze christelijk en onder de dertig jaar oud zijn. De vriendelijke directrice vertelde mij, dat men van het idee uitging, dat een meisje van dertig jaar zich wel alleen kan helpen en ook gewoonlijk meer verdient dan jongere meisjes, en dat zy daarom plaats moest maken voor jongeren, die meer bescherming noodig hebben. Zelf vond ze de bepaling, dat de jonge meisjes christenen moesten zijn, ook wel wat bekrompen, maar dat moest, omdat het thuis ondersteuning van een christelijke vereeninging krijgt. Aan de doorreizende gasten vroeg men niet naar haar godsdienst, maar het logies was er ook niet goedkoop, men hoopte met den winst op de gasten behaald, de onkosten van thuis te kunnen dekken, Mijn zeer eenvoudige kamer, wel is waar met het heerlijke uitzicht op een mooi groen park, kostte per nacht 3 mark: at men in het thuis dan kostte dit 2 mark. Niet goedkoop vopr Duitsche toestanden. Te meer wyl de gasten mee aten aan de open tafel waar de pensionaires en pok andere meisjes meest allen in een zaak in betrekking, slechts 50 pf. voor betalen. Zoo kwamen er in dit thuis (Besenbinderhof 32) 's middags ongeveer honderd meisjes te eten. 't Was er heel gezellig, en er heerschte een heel aardige toon. Natuurlijk voelt men zich in zulk een thnis lang niet zoo eenzaam als dame alleen, als in een hotel. Van de directrice, die zelf een zeer ijverige voorstandster der vrouwenbeweging was, kreeg ik reeds vele inlichtingen en ook de adressen der leidsters der beweging in Hamburg. Zoo stapte ik dus vol moed eerst naar het kantoor van de Ortsgruppe, afdeeling van de algemeene Duitsche vrouwenbeweging, om later bij Fraulein Lida Gustava Heymann, de leid ster der radicale vereeniging Frauenwohl, mijn indruk over de Hambargeche vrouwenbeweging te voltooien. Van alle dames hoorde ik hetzelfde, dat in het algemeen in het vrije, zich zelf regeerende Hamburg de vrouw met nog meer vooroordeelen en conventies te kampen heeft, dan ergens andere. Wel hebben de vrouwen er gemeen schapsgevoel, in zoover, dat ze mild en gaarne geven voor philantropiscbe doeleinden, zoodat haar liefdadigheidsinrichtingen tot voorbeeld kunnen strekken, maar voor vereenigingsleven in het belang voor een goede zaak, een hoog idee, toont de Hamburgsche vrouw weinig belang stelling. Dat bewijst ook wel het geringe aantal leden der beide vrouwenvereenigingen. De oudste en grootste, de Ortsgruppe, telt in het groote en machtige Hamburg slechts ruim vijfhonderd leden, de jongere radicale groep nog veel minder. Hoe jong de vrouwenbeweging nog in Duitschland is, bewijst reeds het feit, dat eerst in 1896 de Ortsgruppe, afdeeling van de algemeene Duitsche vrouwenvereeniging in Hamburg, op gericht werd door vijfentwintig dames. Het doel van deze vereeniging is natuurlijk hetzelfde van alle vrouwenbonden in alle landen: de be langen -der vrouw te bevorderen, haar werkkring uit te breiden, haar rechts- en politieken toe stand te verbeteren. Deze Hamburgsche Ortsgruppe gebruikt vele DAMEjS. middelen om haar doel te bereiken. Als ik de resultaten vermeld van haar vijfjarig bestaan, dan zal men een idee kunnen vormen over den aard van deze vereeniging. Over het algemeen ligt haar werkkring meer op philanthropisch gebied, dan dat zij streeft naar politieke rechten der vrouw. Misschien acht zy den tijd daarvoor nog niet geschikt, en wacht zij, tot de meer vooruitstrevende ver eeniging Frauenwohl een aanvang met de zaak gemaakt heeft, om zich dan bij haar aan te sluiten. Intusschen kan men niet zeggen, dat deze vereeniging stil heeit gezeten gedurende haar kort bestaan. Konden slechts onze Hollandsche vereenigingen wijzen op zooveel resultaten, na vijfjarig streven! Maar natuurlijk, men moet niet ver geten, dat Hamburg een zeer rijke stad is, en geld is nu eenmaal een zeer groot wondermiddel. Daardoor was het bijvoorbeeld ook mogelijk zoo spoedig het Annaheim, een school voor dienstmeisjes te stichten. In dit zeer eenvoudige, maar practisch in gerichte thuis worden meisjes opgenomen, meest dochters van weduwen of zeer arme ouders, en worden daar aan geregelden arbeid in huis en tuin gezet. Als ze een jaar in dit thuis geweest zy'n, komen ze ook weer door bemiddeling van het gratis verhuurkantoor der vereeniging in een klein gezin, waar ze verder huiselyken arbeid leeren. Vandaar worden ze later in andere betrekkingen geplaatst. Hebben de meisjes (niet alleen de leerlingen van dit Annaheim, maar ook andere) geen geld om zich de benoodigde kleeren aan te schalen, dan krijgen ze voorschot oi als het moet, on dersteuning van de vereeniging om de kleeren te koopen. Behalve dit thuis heeft de Ortsgruppe huis houdscholen voor dienstmeisjes opgericht. De staat ondersteunt de vereeniging in zoover hierin, dat zij de staatsscholen voor het onder wijs mag gebruiken. Ook heeft de vereeniging drie scholen gratis in gebruik voor haar naailessen voor vrouwen en meisjes. Een zeer gelukkig resultaat kan men het noemen, dat door het streven der vereeniging, vrouwen nu het recht verkregen hebben, toe zicht uit te oefenen, op de kinderen, die door de gemeente uitbesteed worden in verschillende kosthuizen. Vroeger oefende de politie alleen dit toe zicht uit, maar het ia immers natuurlijk, dat vrouwen beter in staat zijn te beoordeelen of de verpleging der jonge kinderen, dikwijls zuigelingen, goed is dan de strenge hèer en der politie, die misschien heel veel verstand van misdadigers hebben maar zeker veel minder studie van zuigelingen gemaakt hebben. En dat dit toezicht niet geheel overbodig is, bewijst het feit, dat van de 2935 kost huizen, die in het laatste jaar bezocht werden, 200 afgekeurd werden. Ook nog voor andere kinderen zorgde de vereeniging in n opzicht. Er waren n.l. veel te weinig speeltuinen voor meisjes in Hamburg. Kenschetsend voor den Duitschen geest is het, dat de speelplaatsen voor jongens staatssubsidie genieten die voor meisjes natuurlijk niet. Dan is er een onder afdeeling der vereeni ging die nmaal in de week zitting houdt, om rechtskundigen raad te geven, aan alle vrouwen, die bet noodig hebben. Dat velen gediend zijn van dezen raad, blijkt reeds daaruit, dat er op ieder spreekuur on geveer 15?20 raadzoekenden komen. Van de honderd kunnen ongever 60 geholpen worden. Dat is veel, niet waar? Maar men laat het niet alleen bij raad, men ondersteunt ook degenen die het noodig hebben met daden. Men helpt b.v. behoeitige vrouwen aan een betrekking of aan een eigen zaakje. Er worden elk jaar cursussen gehouden, waar rechtsgeleerden de dames inwyden in de ge heimen der wetten. ' Ook in Duitschland zy'n er in den allerlaatsten tyd verbeteringen aangebracht in den rechtstoestand der gehuwde vrouw. Zy kan nu ook door huwely'kscontract haar kapitaal aan het den macht van haar man onttrekken. Verder bezit nu de rechter de macht om huwelijken te ontbinden, die onmogelijk ge worden zy'n door drankzucht van een der beide partyen. Om nu het arbeidsveld der vrouw grooterte maken, meende de vereeniging haar in saat te moeten stellen zulk voorbereidend onderwijs te genieten, dat zij later met vrucht de colleges aan de universiteit kon volgen. Wel is waar, wordt de vrouw slechts geduld aan de Duitsche universiteiten, maar wil ze, dan kan ze toch in elk geval proh'teeren van het hooger onderwijs. De grootste moeily'kheid voor de Duitsche meisjes is echter goed voorbereidend onderwijs te krijgen om later het onderwijs aan de uni versiteit te kunnen volgen. Middelbare meisjesscholen bestaan er in Hamburg in het geheel niet, in andere Duitsche steden slechts zelden. De höhere Töchterschule is zeer onvoldoende, en kan de meisjes on mogelijk klaar maken voor de universiteit. Toen nu de staat niet genegen was, een gym nasium voor meisjes op te richten, heeit de Ortsgruppe, door rijkely'ke bijdragen daartoe in staat gesteld, een gymnasiale cursus voor meisjes ingesteld, waar ae meisjes, die verder studeeren willen in vier jaar moeten bijwerken, wat de jongens leerden in vee! langeren ty'd in het gymnasium. Zooals ik later hoop te vertellen, gaat de radicale vereeniging haar naam getrouw, veel radicaler te werk, door een Reiormschule op te richten. Om nog eens terug te komen op de Ortsgruppe, moet ik nu nog slechts haar leerrijke voorlezingen noemen, die 's winters voor de leden gehouden worden, en de vele adressen, die zy soms met resultaat en soms zonder gevolg aan verschillende regeeringslichamen gericht heeft. Uit al de resultaten, die ik opnoemde, kan men zien, dat er toch ook in Duitschland, zy het ook naar verhouding door weinigen, ijverig aan de verbetering van den toestand der vrouw gewerkt wordt. Te meer is dit te waardeeren, als men den byna ondoordringbaren muur van vooroordeelen lent, waardoor de Duitsche vrouw zich moet worstelen, om te geraken tot het recht, om vrij, om mensen te zijn. Den volgenden keet hoop ik u iets te ver tellen, van de radicale vrouwenvereeniging in Hamburg. BBTSY NORT. Een en anfler (W taMen en Mshouftelpe toestanden in de Rönpracie, i. »De hoofdzaak is, dat ik mij nu in een half jaar niet door mijn dienstmeisjes gekweld weet." JJeze woorden hoorde ik uiten door een aller liefst uitziende jonge vrouw, die met haar jongste juist in mijn coupéwas gestapt, en nu een afscbeidspraatje met een op 't Dusseldorfer perron staande dame hield. Dus, ook hier weer 't zelfde lied, dacht ik, en ik begon uieuwsgietig te worden, en wilde weten of de klacht haar bestaan te danken heeft aan ongeveer of geheel met Holland gelijkstaande omstandigheden. Een langdurig verblijf in de beide grootste steden van de Rijn-provinciën: in Keulen en ia Dasseldorf, heeft mij goede gelegenheid gegeven, aan dien wensch te voldoen en het verschil te leeren kennen in de positie, de levenswijze, eaz. van de dieustbode ginds en. die, welke hier in Holland ten harer opzichte de heerscbende zijn. Om te beginnen, is het loon daar veel hooger. Een ^perfecte Köchin," dat is zij, die al de finesses van de edele kookkunst dient te ver staan, krijgt gemiddeld 35 a 40 Mark 's maands; dat is dus tusschen twee honderd en vijftig a driehonderd gulden jaarlijks. De z. g. n. Godspenning" wordt als Mifttpfennig" ter baad ge steld, doch varieert tusschen 3 M. en 6 M. Hooger wordt zij niet, en, zoo de dienstbode niet binnen 24 uren na ontvangst van dat onder pand, het bedrag terug brengt, is zij //polizeijich" verplicht iii de nieuwe betrekking te komen. Behalve nu gemeld loon, moet zulk een »perfecte," die evenmin als eenige andere dienstbode haar ^Nieuwjaar" en , Kermis" krijgt, kostbare Weihnachts geschenke, volkomen in. evenredig heid met haar ,positie" ontvangen en vallen deze, die in dit geval gemiddeld een bedrag van M. 40 a M. 50 representéeren, tegen, dan is dat, zonder meer, een reden om te kündigen" 1). Het behoud van al 't geschonkene is een couditio sine qua BOD, en met veertien dagen is de aldus miskende en in haar eer gegrepen ,perfecte" uit 't gezin verdwenen. Nu moet niet gedacht worden, dat elke huisvrouw, die 't betalen kan, zich de luxe van zulk een Köchin" kan permitteeren. Geenszins. In de allereerste plaats wordt, alvorens de Mietpfeunig te acoepteerec, gewoonlijk door de keukenprinses verzocht, haar speciaal domein, als ook haar kamer te mogen bezichtigen. Op deze wijze krijgt zij dan tevens een totaal-indruk van de staat van zaken" der a.s. Herrschafte." Valt bij deze inspectie geen groote luxe te constateeren, dan, tien tegen n, komt van 't in dienst treden niets. Een tweede bijna altijd gedane vraag is of er viel Gesellschaft gegeben wird" m. a. w. of er druk aan partijen, diners, etc., wordt gedaan. Zoo mevrouw haar zou verzekeren, dat zij van een rustigen gang van zaken, houd, eii partijen, en dineis niet maandelijks voorkomen, dan staat de kans voor haar om de //perfecte" te bemachtigen, gewoonlijk al zeer slecht. Deze is juist er op gesteld om, met veel en velerlei assistentie, haar kunnen te doen bewonderen, zij wil niets vergeten, in de routine blijven en ... partijen ... of ik pas" is meestal haar leus. Het is niet denkbaar, dat zulk een //vol maakte" haar taak geheel alleen op zich neemt, en wel degelijk wordt de hoop geuit alvo rens zij deze aanvaardt, dat zij een geschikte ,/Geliiüfe" moge vinden. Die //Gehülfe" ontvangt va»k geen, of wel een betrekkelijk gering Joon, Het geldverdienen is bij haar, in die positie, niet de hoofdzaak: leeren wil zij door de Köcflin behulpzaam te zijn, om later ook als perfecte" gelijke pretenties bij gelijkelijk hoog loon te kunnen maken en dan even lastig van humeur tegenover de andere dienstboden, zoowel als tegenover die GLÜdige" te zijn, als dit ui haar leermeesteres is. De werkmeid (Hausmadehea of Zweit-JIadcher.) in een herrschaftliche Stelle" ontvaugt 25 ,\ 30 Mark 's maaads en haar kerstcadeaux zijn. dan ook van ietwat geringer geldelijke waarde dan die van de eerste viool in 't keukenorchest. 2) Haar werkkring beslaat, behalve uit 't onderhoud van kamers, trappen enz. S) in 't assisteeren bij het wasscken. Het is in Duitschland nog vrij algemeen de gewoonte dat ieder gezin zijn wascbkeukea en zijn waschvrouw beeft, die beiden om de drie ?A vier weken dienst doen om al het vuile linnen te reinigen. Zulke keukens zijn ia royaal ge bouwde huizen niet alleen van grootea omvang maar ook zeer practisch ingericht. Gewoonlijk grenst de mangel en strijkkamer eraan, en laat men het gewasschene op hier of daar steeds voorkomende nog onbebouwde gras-terreinen bleeken. Minstens drie, maar gewoonlijk meer dagen is dan aan 't gewone personeel de wascbvrouw toegevoegd, een wezen dat over hél Duitschlaud bekend staat alles met meer lust en ijver te doen, dan... de wasch. Een. aardige werkelijk gebeurde anecdote hoorde ik omtrent deze vrouwen eens in Berlijn: Een frausch echt paar had zich sinds eenigen tijd in de residentie gevestigd, en mevrouw wenschte 't nu ook eens met het wasschen aan buis te probeeren. Er verscheen een wasehvrouw en meneer zou voor tolk tusselien zijn vrouw en de Berlijnsche dienen. Deze begint aldus: »als ik om S uur kom, moet ik ontbijt hebben, dan om 10 uur mijn tweede ontbijt, om 11 uur een kop chocola en om l uur mijn middagmaal. Verder reken ik op l kop koiüe om 3 en op mijn vespsrbrood tegen 4 uur, een flesch bier tegen 6, en om 8 neem ik mijn avondmaal mee naar huis. Mijn loon is M. 3.50." De man vertolkt dit alles zijn vrouw, en nu laat deze de waschvrouw zeggen: »Ik weet nu, wat u voor salaris ontvangt, als u bij ons komt eten ; nu zou ik willen weten, wat ik u moet betalen, als u hier komt wasschen." De dame die mij deze anecdote mededeelde, vetiekeyde mij, dat daar hoogatea» 't kop cho colade overdreven kan zijn, en dat zij zelve aan niet minder pretenties door de wa&chvrouw gesteld, heeft te voldoen. Houdt de huisvrouw er een derde meisje op na, dan is die vrij wei de duivelstoejager of zij bekleedt den rang van kamenier. Bepaalde linnenmeiden zijn daar zoo goed als onbekend. In militaire gezinnen heeft, men altijd a dienst bode minder noodig, daar de »Bursche'' 4) feitelijk een »madchen für alles" is. Zoo'n Bursche heb ik met een schoonmaakster heel een tage plus het groote Treppenhaus zien schoonmaken, terwijl hij dan nog in de vroege morgenuren per fiets de huishoudelijke bood schappen verrichtte! In een burgergezin houdt men n meid; «ein. madchen für alles". Deze verstaat zelfs van de gewone kookkunst zelden wat, en op 't punt van werken, wat in 't algemeen niet 't vfort" is der duitsche dienstmeisjes, is ze maar al te vaak óók lacg geen bol. Zulk een verdient gemiddeld 25 a 30 Mark met, naar evenredig heid Kerstgeschenken. 5) Voorts heeft men nog: Kücheamadchen, dat zijn die, welke reeds een zekere culinaire leerschool hebben doorgemaakt, doch niet wenschen voort te gaan als assitente van zoo'n princes te fungeeren; dezen komen dan in welgestelde burgerfamilles, die twee dienstboden houden en ontvangen eenige marken maandelijks meer dan de werkmeid. Het wederzijdsch opzeggen geschiedt met veertien dagen en bij het zoeken naar een dienst bode wordt druk gebruik gemaakt van verhuur kantoren. In Keulen heeft meu zelfs een stedelijk dusdanige inrichting; buitendien, zijn daar even als in Dusseldorf katholieke zusters, die een tehuis" voor meisjes zonder betrekking dirigeeren en tevens bemiddelaarsters zijn tusschen dieustzoekenden en werkgeefsters. 6) Het meisje moet dan naar verhouding iets van baar mietpfennig afstaan, terwyl de werkgeefster, óók naar verhouding, -l tot Mark stort. (Slot volgt). VJIOUKE. 1) Dienst op te zeggen. 2) Daar tegenover staat, dat er nooit van rekeningen fooien worden gegeven en 't offeren na 't meedoen aan een gewoon, ietwat officieel avond-eten ook niet tot de usances behoort, zoodat het verval" der dienstboden, daar dat dan slechts van logees en groote partijen moet komen, meestal niet zooveel bedraagt, als dit in welgestelde families in Holland 't geval is. 3) In deftige woningen heeft men veelal parket-vloeren, waarop losse, niet zeer groote karpetten. Voor 't boenen van die vloeren neemt men gewoonlijk een frotteur. Het werk van de dienstbode bepaalt zich in dit geval tot het dagelijks (?) vegen der vloeren en 't in Duitsch land in 't algemeen hoogst zelden geschiedende uitkloppen van de karpetten. 4) Oppasser. 5) Meestal als zulk een miidchen für alles", 't kooken, door 't onderricht der huisvrouwen begint te verstaan, verhuurt ze zich als köehin. 6) In Dusseldorf heeft men ook een protestantsch tehuif, dat. tevens een soort huishou delijk kostschool is voor burger jonge meisjes. MlllllllimUIIMHMHIl iimiiiiiitimmiiimmtiimitittiuitiiiimmtmiiiimtiMimiimimiiiiiiin The Athenaeum". De negentiende eeuw in een notedop''. Schoolopzieneres. Olive Schreiner. Engelsche verzinsels. In The Athenaeum van 6 Juli j.l. geeft de redacteur van het Alg. Handelsblad, de heer C. K. Elout, het jaarlyksch overzicht van de Nederlandsche letterkunde. Allereerst prijst hu het optreden van Steyn Streuvels; daarna brengt hy' de laatste werken van Van Eeden, Couperus, Van Hulzen, Kloos, Borel, Wagenvoort, Robbers en van de dames Kloos, La Chapelle-Roobol en Anna de Savornin Lohman ter sprake, om te besluiten met het dramatisch werk van Heyermans en De Koo, Met de matiging van een beschaafd kritikus duidt de heer Elout de kentering van den letterkundigen smaak ten onzent met deze woorden aan : «Ofschoon er zwakke punten in Streuvel's werk zijn te vinden b.v. de vage karakterteekening vormt zijn gezonde buitenluchtverdichting een aangenaam contrast met die door verwyfde psychologie, pathologie en ultrarealisme jarenlang gebracht." «StemmingB- en uitpluiskunst is de eenig ware!" roept de een. »Neenf tendenz-kunst," zegt de ander. ^Allerminst," zegt een derde, «bandeloos moet de kunst zy'n als de artist-zelf, wil hij de onbegrensde schoonheid naderen." Gelukkig is kunst zoo iets bizonders, zoo iets verscheidens, dat zy in verschillende richtingen den kunstiainnaar weet te bevredigen. Wat de politiek nog zoekt, heeft de kunst op snaaksche wijze gevonden: de formule der evenredige vertegenwoordiging. Daarbij brengt bet verschijnsel dat iedere kunstperiode hare voorgangster afbreekt het »öte-toi de la pour que je m'y mette" tot klaarheid en wordt den rustig toeschouwenden tijdgenoot het vermaak gegund in deze nimmer falende ritournelle een sotternije of boerde te zien afspelen, die hem in goed humeur houdt. i.De negentiende 'eeuw in een notedop" is het opschrift eener kenschetsing van die eeuw in een Amerikaansch blad, als volgt: De negentiende eeuw heeft van hare voor gangsters ontvangen het paard en laat aan hare opvolgster de locomotief, het rijwiel en den automobiel; zy' vond de ganzenpen en laat het schrijftoestel; vond de zeis en laat het oogst-toestel; vond de handpers en laat de rotatiepers; vond de zetkast en laat de zetmachine; vond de schilderij en laat de photographie; vond het handweefgetouw en laat de spin- en weef machine; vond het buskruit en laat allerlei geweldige ontplof bare stoffen; vond het vuursteengeweer en laat het snelvuurgeweer; vond de vetkaars en laat het electrisch licht; vond de zuil van Volta en laat den dynamo; vond het zeilschip, laat het stoomschip en het onderzeesche vaar tuig ; vond het aeintoestel, laat de telephoon en de telegraphie zonder draad; vond het gewone licht en laat de X-stralen; enz. enz. (O. H. Ct.) # * * Wel maakt men het der vrouw moeilijk, vasten voet in den stijgbeugel te krijgen. Wat is men bang haar een woordje te laten mee praten over de hoogst ingewikkelde machine, het huishouden van den staat! Wat ai belachelijke, met- de - haren - er- by'-gesleurde argumenten worden gebezigd om te voorkomen dat ambten en waardigheden tot nu toe klak keloos aan mannen geschonken, aan vrouwen zouden worden toebedeeld. Ende wij desespereeren niet. Daarvoor zijn wy vrouwen. Taai en geduldig in verdrukking. Het gezond ver stand, lang op non-actif gezet het land heeft zooveel onnoodige kosten te dragen, dit schadepostje nemen wy op den koop toe ! zal eindelijk zegevieren. De waardigheid van schoolopzieneres ligt op den weg der vrouw. Een schrandere vrouw merkt meer op, ziet en hoort meer in n kwartier, dan een man in... ik wil liever geen termijn noemen. In Laren, in 't Gooi is het jammerlijk feit gebeurd, dat schoolkinderen en een onder wijzeres ziek werden tengevolge van de onmo gelijkheid?! het schoollokaal in den winter behoorlijk te verwarmen. De onderwijzeres klaagde en klaagde zonder eenig resultaat. Het arme schepseltje deed een ingewandsziekte op, waaraan zij nu nog lijdt; 19 Jan. j.l. werd zy ziek... Ware in het district Laren en omstreken een schoolopzieneres geweest, de onderwijzeres zou met haar klachten en be denkingen tot haar zijn gegaan, persoonlijk of schriftelijk. Miju qekse kennend, waag ik stoutweg de conclusie, dat de schoolopzieneres alles zou hebben aangewend om een einde te maken aan een toestand onhoudbaar voor kinderen en onderwijzend personeel. Wij vrouwen, binden gaarne de kat de bel aan; dit ligt eensdeels in onze oproerige, anderdeels in onze hulpvaardige natuur. Zoo maar rustig Gods water over Gods akker laten vloeien, is onvrouwelijk. Wy brengen gaarne wat leven in de brouwerij. Wy houden er van bijtijds te luiden, zoodat dommelaars ingedut op hun post en knikkebollend over gewaande lauweren, wakker schrikken. Er worden nog heel wat ongerechtigheden weggemoffeld. Het zal een harde dobber voor ons vrouwen zy'n, functies te verkrijgen, die jaar-in, jaar-uit, dank zij een ouden sleur, aan mannen zy'n geschonken. Wy verlangen niet met open armen ontvangen te worden. Die ostentatie geven wy gaarne prijs. Onze billijke eisch is, ons niet langer ongewettigd te weeren. * * * Ergerlijke toestanden, die ons in herinne ring brengen de gruwelen van het Daivelseiland. Arme vrouw I ook zij, de fiere, kranige Olive Schreiner, de talentvolle schrijfster, wordt even als men het Dreifusz deed, gevangen gehouden in een afschuwelijk kleine, omrasterde ruimte. Links en rechts, wakers met geladen geweer, met het consigne neer-teschieten ieder die het mocht wagen de gevan gene te naderen. Verder luidt het beulsconsigne, Olive Schreiner zelf te dooden, bij de minste poging door haar aangewend tot ontvluchten. Haar nig gezelschap is haar hond. Hoe buitengewoon humaan van die be minnelijke Engelschen dat zy haar dien trouwen makker niet ontnamen ! ! Er bestaat wel kans, dat Olive Schreiner door haar laatste ervarin gen Schopenhauer's wrang gezegde «Als ich die Menschen hatte kennen lemen, wollte ich mit den Hunden verkehren" tot het hare zal maken. Wat kan men de nobele vrouw verwijten 'i Haar genegenheid voor de Boeren ; haar moedig verdedigen van een rechtvaardige zaak; haar openlijk aanklagen van der barbaren geweld, van de fakkeldragers der beschaving, van de predikers van het Evangelie, van de nooit vol prezen Britten !... De gloedvolle schrijfster Ouida (Louise de Ja Ramée) heeft niet geaarzeld bekend te maken, wat Olive Schreiner tegenwoordig te verduren heeft. Baron Münchhausen is er een kind by! Het talent en de overstoorbaarheid waarmee de Engelschen vrij 8PeJ laten aan hun fantazie, kan ten voorbeeld strekken aan den viudingrijksten sprookjes-dichter. In the Sketch van 19 Juli komt het bericht voor, dat onze Koningin en Prins Hendrik der Nederlanden een bezoek zullen brengen aan Engeland na de troonsbestijging van Edward VII, want, «especially as the little Qaeen is said to regret her very anti-British attitude & propos of the Boer War." CAPBICE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl