De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 4 augustus pagina 5

4 augustus 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1258 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. iiimiiiiMiimiJiiiiimiiiiHiiH «> Tante Sanna. t Over de persoonlijkheid van de overleden vrouw van President Krüger deelt de Londensche correspondent van het Berliner Tageblatt de volgende interessante bijzonderheden mede. Krüger zijn hais, zijn land verlatend, van zijn dierbare vrouw afscheid nam. Nog een laatste omhelzing pp de trap van het huis. Oom Paul trilt door de vreesehjke opwinding, zijn lichaam trekt krampachtig in een ; dan plotseling schudt hij zijn verdriet van zich af, zijn onwrikbare Tante Zina (of tante Sanna) zooals de vrouw van den president gewoonlijk in Krügers vrien denkring te Pretoria genoemd werd, was een voorbeeld van een goede huisvrouw, die even veel vertrouwen in haar goeden God als in haar eigen man had, en zich nooit in zijn politieke zaken mengde. Zij was slechts een huisvrouw, en verschilde daarin van de vrouw van den overleden generaal Joubert, die zich met de poli tiek bemoeide en zelfs trachtte invloed uit te oefenen op de militaire zaken van haar man. Taste Sanna werd in de Kaapkolonie ge boren en nam, evenals veel anderen van haar familie, deel aan den grooten »trek" van 1836, toen de boeren onder bevel van Potgieter een nieuw vaderland aan gene zijde der Vaal gingen zoeken, om zich daar vreedzaam te vestigen. De familie Du Pless's, die van een oude Hugenoten-familie afstamde, behoorde tot de aanvoerders van den »trek" en de kleine twee jarige Sanna moest alle ontberingen meemaken, die zulk eene onderneming teweeg brengt. Op zestienjarigen leeftijd werd de overledene de tweede vrouw van den president, de eerste was een paar maanden na haar huwelijk gestor ven, en indien men den ouden man gelooven mag, heeft zij hem nooit aanleiding tot klagen gegeven. Buiten haar onuitputtelijke zorg voor haar echtgenoot was het huishouden haar een tweede plicht. Tot den laatsten dag toe was ze druk bezig in de veranda van het presidentslmis en gaf met luide stem bevelen aan de onhan dige kaffers. Zelf maakte ze het middageten klaar, en was steeds met haar kippen en koeien in de weer, zoolang hare krachten haar bijstonden. Helaas was de oude tante Sanna sedert twaalf jaar zwaar ziek. Weken en maanden lang be lette waterzucht haar, de dagelijksche werk zaamheden te verrichten. Slechts deze ziekte was de reden, waarom de arme vrouw haar gemaal niet naar Europa kon volgen. Eeu zee reis, al was die ook nog zoo kalm geweest, zou haar dood ten gevolge hebben gehad. Alle andere verhalen betreffende de reden van haar verblijf te Pretoria zijn leugens, daar de arme vrouw zelfs niet zonder gevaar voor haar leven de korte reis naar Delagoabaai kon ondernemen; Steeds even helder en netjes, met haar zwarte japon aan, die niet juist naar de nieuwste mode geknipt was, een groote kanten muts op't hoofd en een zorgvuldig bewerkt voorschoot aan, was de eenvoudige presidentsvrouw gereed van 's mor gens vroeg zeven uur af aan, bezoeken te out. vsngen, met uitzondering van den Zondag, die aan de familie gewijd bleef. Mevrouw Krager was trotsch op haar talrijke familie en de vier logeerkamers waren bijna altijd door familieleden bezet. Ze hield bijzonder veel van de kinderen van Eloff, die allen zeer goed opgevoede, mooie, jonge meisjes waren. De heer Weinberg, ex-correspondent van Reuter's agentschap, die een vriend van de familie Krüger was, schildert in de Daily News het treflende tooneeltje, toen Nettie, icff in Januari 1900 aan haar grcotmoeder de gebeurtenissen op Spioenkop voorlas en de oude vrouw over de zware Britsche verliezen zat te weenen, ofschoon het haar vijand was, dien ze beklaagde. , Waarom moest deze oorlog gevoerd worden", klaagde tante Sanna. »Wat zullen de vrouwen en moedera van de gevallenen wel zeggen, als ze van den dood hnnner beminden hooren';" Ondertusschen verloor ze zelf ook een zoon in dezen oorlog en naderhand drie kleinzoons, ter wijl ze haar verlies met gelatenheid verdroeg. Ze beminde haar land en volk en was tot op 't laatste oogenblik toe er van overtuigd, dat de Heere eindelijk verlossing zou brengen. Ze was overtuigd dat haar man goed re geerde en vertrouwde steeds op hem. Of schoon ze van nature vredelievend gezind was wilde ze haar man toch niet alleen tegen de Zoeloes ten strijde laten trekken. Zij deelde alle ontberingen met hem. Men kon zich nooit Oom Paul zouder Tante Sanna voorstellen. Ze vorm den zulk een gelukkig paar, hij, de sterke, forsch gebouwde man en zij, de zwakke, zieke. lijke vrouw, die met trotsch tot haar man opzag. Het was, als streelde de goedige blik van den president het vermoeide, lijdende gezicht van zijn echtgenoote. Het moet een vreeselijk oogenblik geweest zijn voor beiden, toen den SGsten Mei 1900 wil zegeviert en hij is weer geheel en al de president. Lord Roberts zoowel als lord Kitchener hebben de overledene steeds hooggeacht; ze mocht in haar huis blijven wonen, doch in plaats van de Transvaal-soldaten stonden er nu Britsche roodbaaitjes voor haar huis, die ze, even ali ze tevoren aan haar eigen luidjes deed, koffie liet brengen, wanneer ze op wacht stonden. Toen mevrouw Krüger zwaar ziek werd, stelde Kit chener alles in 't werk om de zieke buiten het gedruisch v'an den strijd te houden. Zoo als bekend is, gaf de overledene Barnato twee steenen leeuwen aan den president ten geschenke, die vóór het huis werden neergelegd. Tante Sanna was daarmee echter niet in haar schik en voorspelde, dat de dieren ongeluk zouden aanbrengen, en dat er in een huis geen geluk zou kunnen heerschen, wanneer twee Britsche leeuwen er voor lagen. Zij had het slechts tewaar voorspeld I Ze was blij met het standbeeld, dat voor haren gemaal zou worden opgericht, doch ver langde slechts, dat de hooge hoed hol zou gemaakt worden, opdat het regenwater zich daarin zou kunnen verzamelen, zoodat het hoofddeksel tot drinkensbak voor de vogels zou kunnen dienen. Hoezeer deze kleine karaktertrek haar goed hart ook doet uitkomen, de liefde, die ze voor haar medemenschen koesterde, bewees deze goede eigenschap nog sterker. De goede tante Sanna heeft menige traan der ellende gedroogd, menig verdriet gelenigd en niet zelden achter Oom Paul's rug goed gedaan. Van alle goede vrouwen in de geschiedenis overtreft geen enkele de oude Tante Sanna in haar eenvoud, haar goedhartigheid en haar liefde tot den medemensen. De wereld, die met deel neming, de treurige lot-gevallen van deze vrouw volgt, zal deze geschiedenis echter spoedig ver geten zijn. De oude man in Hilversum echter niet; hij heeft een zwaren slag gehad. Zijn dokter Heymann en zijn secretaris brachten hem het treurig nieuws. De grijze president trok zich terug in zijn slaapkamer, bad een langen tijd en sliep 's avonds vreedzaam naast zijn open bijbel in. Een en ander over dienstboden en hnishonJelüe toestanden in de Rüupmincie. II. (Slot.) Door de tijdverdeeling in Duitsche gezinnen, maar hoofdzakelijk door het 2 maal daags nut tigen van warme spijzen, is de werktijd voor de dienstboden aldaar van vél langeren duur, dan dat dit bij wM ingerichte hollandsche huis houdingen, waar orde, regel en billijkheid tegen over het personeel heerschen, het geval is. De scholen beginnen om 8 uur ; er wordt dus veelal reeds vóór dien, tijd ontbeten, terwijl toch ook daar, waar geen kinderen zijn, 8 uur tot half 'J als ontbijttijd gerekend wordt. Dan om l uur de hoofumaaltijd, en, varieerend tusschen 7 en 8 uur 's avonds, komt het tweede maal, dat, al naar de beurs dat veroorlooft, meerdere of min dere gerechten meebrengt. Eekent men nu den gemiddelden tijd voor avondeten op kwart voor S, dan is de dienstbode met het afwasschen der vaten, het in orde brengen van haar keuken nooit vóór 9 klaar. Maar bij chique lui" wordt 't steeds half negen vóór /,zu abend" gegessen wordt; men ga eens na, hoe laat daar de dienst boden eindelijk vrij hebben ! Van een vrije avond in de week heb ik niets vernomen, wel hebben zij om de beurt Zondags f een kerkochtend, die echter veel korter is, dan die in Holland wordt genomen of een uitgangsbeurt, die dan na afloop van het middag maal (daar waar mér dan n dienstbode is) begint en oflicieel tot half elf of elf uur duurt. Ik zeg niet zonder reden: «?oih'cieel" want in de meeste gevallen staat het eigenlijk der dienst bode geheel vrij om zoo laat thuis te komen als zij wil, mits zij maar 's morgens op tijd weer present zij. De oorzaak van dezen zeer ongewenschten toestand is, dat de meisjes daar, waar de familie een tage bewoont en in Keulen b. v. kan men de welgestelden die dat doen op 99 pCt. rekenen, geheel buiten die verdieping boven op de //mansarde" slapen. Die mansarde-instelling is, naar ik algemeen hoor.de groote gif-brouwerij voor de dienstboden. De meeste tage-woningen toch, bevatten vier a vijf gezinnen, wier dienstboden elk een kamertje hél boven in de hanenbalken beslapen. Al die kamertjes liggen naast elkaar en ... tot allerlei geklap, tot allerlei slechte raadgevingen, tot allerlei ontucht wordt daar volop gelegenheid geboden. Van uit den corridor gaat de trap langs de verschillende tage-deuren direct tot naar de mansardes; de dienstboden behouden de sleu tel van haar kamertje, evenals die van het huis, en zoo kunnen zij en zoo laat zij willen thuis komen. Of zoo de huisvrouw op haar terugkomst blijft wachten, na op tijd acte de présence gegeven te hebben, weer eenvoudig terug naar de straat in plaats van naar haar kamertje gaan. Is er onder die mansarde-be woonsters een slechte of een lichtzinnige, hoe licht worden 'dan ook de nog niet bedorven meisjes door haar tot lichtzinnigheid, draaierijen en erger verleid, en zér zeker brengt dat mansarde-systeem ook vél ellende voor de »Herrschaften". Alles wat in elk Agezin voorvalt, wordt daar boven veelal op hoogst onliefelijke en onware wijze behandeld, en is er een meisje, dat zich niet in de algemeene kletserij wil mengen, dan weten de anderen haar 't loven wel zóó zuur te maken, dat zij of mtêgaat doen, of een hel daar boven krijgt. Daarbij komt dan nog de dansziekte". De dienst meisjes, die haar Zondagavonden niet op een of ander Tanzkrünzchen" binnen of 's zomers buiten de stad doorbrengen, zijn uitzonde ringen. Zeker kan een meisje daar fatsoenlijk blijven, maar de verleiding is er zér, zör groot en al zijn de gevolgen niet altijd juist de ergste, die danspret, waar de behaagzucktsduivel nanatuurlijk hoogtijd viert, maakt dat het ruime loon bij de meeste dier meisjes tot niets dan tot praal en pronk wordt besteed. Witte toiletten met zwaar gegarneerde zeer lichte hoeden zijn daar dood-gewoon, en meer en meer stijgt de smakelooze luxe dier danslustige dienst boden, die dan daar gewoonlijk haar Schatz" opdoen. Deze, maar al te vaak op het restje van haar loon belust, houdt haar alleen daarom een poosje aan 't lijntje, ja spoort haar menig maal nog tot oneerlijkheden aan. Ik meende te mogen beweren, dat men hoe weinigen helaas, er tot nu toe ook hier toe gerekend kunnen worden men tóch in Holland beter geestelijk-ontwikkelde dienstmeisjes aan treft, dan bij onze naburen en zeker is 't dat 't //boekjes-stelsel" dat door de regeering is in gesteld 7) hoegenaamd niet gunstiger werkt, dan onze getuigen-nemen-manier. Een bepaalde zeldzaamheid is 't, zoo digüstboden langer dan een, twee jaar in dezelfde betrekking blijven. Sinds eenigen tijd is nu déinvaliede-en ouderdomsbelasting verplichtend; de wet schrijft voor, dat werkgeefster en dienstbode ieder de helft betalen, doch in ietwat gezeten gezinnen wordt hél het bedrag door de werkgeefster gestort. Van hartelijkheid en werkelijke trouw hoorde en zag ik tijdens mijn verblijf in Duitschland bij de families van allerlei stand waar ik logeerde of asn huis kwam, maar zeer zeer weinig; klagen hoorde ik des te meer. Zeker zal de schuld ook daar aan beide kanten liggen, maar dat de vrijheid, die de Duitsche dienstmeisjes door het zoo algemeen in zwang zijnde mansarde-systeem een voor beide partijen hoogst nadeel'ge is, dat zal zelfs door haar, die ni':t met eigen oogen gezien heeft, maar nu door deze regelen even een klein kijkje daarop heeft gekregen, wel moeten toegegeven worden. De klacht van mijn medereizigster was een algemeene. Ik meen te mogen constateeren, dat hier n werkgeefstcrs n dienstboden onder gunstiger omstandigheden leven, en dat zeker het gehalte der laatsten in ons land beter is. VKOUWKE. 7) Elk dienstmeisje heeft een boekje waarin bij 't verlaten van haar betrekking de reden van vertrek alsook haar gedrag door den heer des huizes wordt opgeschreven. ? Dit boekje, waarin ook de tijd v au in dienst treding en dien van vertrek worden opgegeven, moet dan door de politie worden geregistreerd. Van Schoolmeisje tot Grootmoeder, door Toxy SCHUWACHEB. Amersfoort, G. J. Slothouwer. Hoe eenvoudig ook, die titel heeft iets aantrekkelijks en 't is misschien menigeen die hem las zonder het boek zelf nog in handen te hebben gehad, gegaan als ons: we dachten een aaneengeschakeld verhaal te zullen vinden, de geschiedenis van een meisje, een schoolkind, dat na veel ervaringen en moeiten des levens, maar ook vele zonnige dagen der jeugd en van den rijperen leeftijd, eindelijk eene geluk kige oude vrouw, eene lieve en geëerde groot moeder was geworden. En we verlangden te weten hoe en langs welke wegen die eindpaal was bereikt, we weuschten mee te doorleven haar lief en leed. .. Maar mevrouw Tony Sohumacher gaf veel mér ! Niet n maar vde meisjes- en vrouwen levens schetst zij ons in dit heerly'ke, aangrij pende boek. En met hoeveel zorg geschiedde dit; zóó waar, zóó sober, zóó kennelijk met het doel, om ouden en jongeren en jongsten tot elkander te brengen, haar te leeren begrypen eikaars innerlijk gemoedsleven, haar te doen verstaan het verschillend denken en voelen van jeugd en ouderdom, maar ook die ver schillende gewaarwordingen zooveel mogelyk te doen samenstemmen tot een schoon akkoord. Waarheden worden er door mevr.T. S. gezegd, waarheden die rond en duidelyk tot ons komen, tot ons doordringen, soms een glimlach doch ook wel een traan te voorschijn roepen en toch nooit ontstemmen, omdat zij, die waar heden, zoo aangenaam zijn ingekleed en meer als schetsen uit het werkely'ke menschenleven worden aangeboden waarvau men met een zucht of een lach moet zeggen: ja, zoo is 't! En waar zy' betoogt, daar doet de schrijfster dat zoo vol eenvoud, zoo onopgesmukt, dat niemand, dunkt me, lust tot tegenspraak in zich zal voelen opkomen. Niet n maar vele meisjes- en vrouwenlevens worden ons hier geschetst. We zien het kindje, het «maar een meisje" in de wieg liggen, we hooren in het tweede hoofdstuk de «kleine «Viooltjes, lieve eenvoudige Grasbloempjes, witte »Lelietjes der dalen, Anjers en Meidoorntjes" en nog zoovele bloempjes meer, uit de school komen; we geven in onze gedachten (eene bekende) gestalte aan bet «Hongerbloempje" en het kleine »Kruidje-roer-my'-niet" in haar teeder zacht rose-kleedje. De «Kattepoorjes" bemerken we er ook tusschen, maar niet met wreveligen blik; want de schrijfster zet ze allen in zoo'n zacht Hebt, dat we hopen, dat we stellig verwachten, dat alles ook met haar nog goed zal ailoopen. Hoe lief vinden we het jonge meisje dat het op bladzijde 31 zoo goed met «vadertje" vinden kan, waarvan ons het «waarom" op blz. 34 wordt verklaard. In het derde hoofdstuk, hoe verschillend alweder, maar hoe treffend tevens wordt ons daar den verlovingstijd geschilderd van bruidjes die we soms zouden wenschen te kennen, om haar onze beste wenschen mee te kunnen geven in de huwelijksboot, soms wel wat zwaar be mand, zie bldz. 50! Maar waar zouden we belanden als we zoo voortgingen met nogmaals en nogmaals bladiy' na bladzij nog eens te genieten, niet minder dan by de eerste lezing toen we er schier ademloos by' vertoefden, hier bij echtgenooten, dilar by moeders, elders bij kinderloozen die toch ook volstrekt niet allen te beklagen zy'n, al schetst de schryfster ons het moederleven ook zoo innig-warm en rijk, als... Konden allen eens lezen fen begrijpen (want die twee zy'n helaas! niet alty'd n!) het hoofdstuk »De Stiefmoeder", wat zou het menige, met de beste bedoelingen beginnende stiefmoeder gemakkelijker worden gemaakt! Maar óók : wat zou menige stiefmoeder hare eigenaardige taak anders opvatten,menige tweede vrouw beter vinden den weg tot het hart van haar echtgenoot en zijne kinderen, om dien weg te llijrcn bewandelen, dien geheel te overzien tot den einde. Grootmoeders, weduwen, die allen worden in verschillende hoofdstukken besproken, en menige daarin geschetste zal ons bijblijven, omdat wij haar reeds eerder hadden gezien en deze schetsen herinneringen zouden kunnen noemen. En dat is niet minder het geval met »De oude Vrijster" waaraan mevrouw Schumacher ook nog ten slotte een hoofdstuk wijdt. Want niet ieder schoolmeisje zal eens eene grootmoeder zy'n. Is zij daarom ongelukkig, die ongehuwd geblevene ? Is zy' daarom te beklagen, onvoor waardelijk ? Neen! ook voor haar bloeien bloemen en 't is aller plicht, daartusschen geen doornen te steken. Wie 't laatste hoofdstuk van dit zoo reine boek leest, kan daarin ook geen lust meer hebben. Ook dililrom maar daarom niet alleen! wenschen we dit boek in veler mannenbanden; want we kunnen er allen veel uit leeren, mannen n vrouwen, meisjes n jongelingen beide, mits men het leze met een ernstig willen-begry'pen en niet blijven hangen aan een enkel woord dat hier en daar mis schien een glimlach afdwingt. De uitgever stak het boek in een keurig net gewaad. Die roode lijstjes om elke bladzy' druks, dat stevige papier, die flinke letter en dat lieve titelplaatje, dat alles is een even aantrekkelijk geheel dat past bij zulk een werkelijk begeerly'k boek voor huiskamer en salon. Men vroeg ons of dit boek pastte in de ly'st van onzen tijd en we hebben ja gezegd. Moge menigeen ons dit toestemmen na aandachtige lezing. Maar die aandacht zal wel komen, als men maar eerst »Yan Schoolmeisje tot Grootmoeder" in handen heeft, en ty'd en gelegenheid, om rustig te lezen. G. C. SïliLr.ING\VKIih'-Jl-;NTINK. Leeuwarden, 8 Juli 1901. lltlMlllllillllllllllllllllllllllllllltlttlllllllllllllll Lente", weekblad voor dames. ,,'l'essclschade". Edith en L/a Bowyer. Matilde, Serao. Donna l'aola. Begin Juli is de redactie van Lente over gegaan in de vlijtige handen van Margaretha Möyboom. Haar naam te zien als redactrice van een blad voor dames, is zeker een waar borg voor het literair streven, dat zij onder haar persoonlijke leiding noemt. Zij is een vrouw, kloek van geest en rap van hand. Haar schitterende vertalingen uit het Zweedsch zijn op zich zelf reeds voldoende om te ge tuigen over hoeveel werkkracht en kennis mejuffrouw Meyboom beschikt. Zij stelde ons in staat te genieten van het pittige, gezonde oorspronkelijke talent eener Selma Lagerlöf. Waar Margaretha Meyboom aan het roer staat, weet men zeker, dat zij in haar schuit geen ladingen weeëlieverigheid en ziekmakende zoetigheden zal bergen. In een blad voor dames hoort men ook gaarne bruisschen den golfslag van het gezonde, energieke leven. The struggle for life moet voor onze meisjes en vrouwen naar waarheid worden geteekend. Vroeg moeten zij leeren pal staan in de deining en branding van het heftig bewogen menschen leven. Vrouwen zy'n niet langer buiten het sociale leven; meer dan ooit zijn zy' er in. Kerngezond en krachtig moet het geestelijk voedsel zijn, haar toebedeeld. In »Een woord van inleiding", zegt de redactrice: »Wij zullen ons niet inbeelden den grooten strijd der wereldmachten te kunnen overzien; maar in allen eenvoud en bescheidenheid het goede zoeken en waardeeren, waar wy het ook vinden; trachten onze kennis te verryken en onzen gezichtskring te vèrbreeden, zoodat we steeds meer oog krijgen voor de oneindige verscheidenheid van levensvormen, waarin de blijvende kern van 't leven zich hult. Want we leven in een tijd van sterke overgangen. 't Is lente in de menschenwereld. Aan alle kanten bloeit nieuw, jong, frisch sterk leven op." Zulk een frissche lente wenschen wy met vertrouwen een rijpen zomer toe! Onder de medewerkers en medewerksters van Lente vinden wy' vermeld: de heer Th. Molkenboer, mej. dr. J. A. Nijland, jonkvr. Anna de Savornin Lohman, mej. dr. H. Schagen van Soelen, mej. M. Sloot (Melati van Java), mej. Top Naeff en anderen. * * * Het negen-en-twintigste jaarverslag der algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging «Tesselschade" van l April 1900 tot 31 Maart 1901, maakt allereerst melding van het ver scheiden van drie verdienstely'ke en jjverige leden, de dames Testas, Tak en Wy'naendts. Verder worden in herinnering gebracht wy'zigingen in het oude programma der Vereeniging Tesselschade. Het programma der werk zaamheden heeft zich aanmerkelyk uitgebreid en weten te voegen naar de tydsomstandigheden. »Het hoofdonderwerp waarvan de verslagen spreken is «opleiding" en een groot aandeel daarin hebben de kinderjuffrouwen. De instel ling van het diploma en het eerste examen in Juni 1900 vormen het voornaamste kenteeken van het afgeloopen jaar. Opleiding, het ver schaffen van de middelen, het aanwezen en zoo noodig openen van de wegen daartoe en daarna het bezorgen van betrekkingen waarin de verkregen kennis in verdiensten wordt omgezet dit te zamen wordt langzamerhand de grondtoon van «Tesselschade"'s werk. »Het vroeger standpunt (hetwelk de aanleiding werd tot de oprichting onzer vereeniging): dat de beschaafde vrouw, die moest werken voor haar brood, dit bijna niet anders mocht doen dan door naaldwerk, dit standpunt is overwonnen en verlaten. »0ok in andere opzichten deed de tydgeest zich gelden : het steeds meer veld winnende altruïsme brak zich ook binnen Tesselschade's kring ruimer baan. Het tegenwoordig tezamen raadplegen over beroepskeuze, over opleiding, over de finantiëele omstandigheden der candidaten (ook met betrekking tot het Zegers Veeckens fonds) brengt de betrokken personen nader tot elkaar." Van de diversiteit der opleiding getuigt de volgende opgave: »De opleiding onzer 47 candidaten betrof: apothekeres 4, piano 9, zang 4, huishoudschool 4, kookcursus l, leerares huishoudkunde l, surnumérair by' de posteryen 2, klerk by' de posterijen 2, boekhouden. M. O. l, phüosophie l, hulpapothekeres 6, acte L. O. 3. tuinbouw l, practisch boekhouden 4, bewaarschoolhouderes 3, acte handwerken 3, stenographie l, tee kenen l, Fransch M. O. l, costuumnaaien l, kap pen l, te zamen 54. Dit cijfer vertegenwoordigt echter slechts 47 personen, daar 7 dezer dames gesteund werden zoowel door de Fondskas als door de afdeelingen en correspondenten, en dus dubbel voorkomen. Aan deze opleiding is besteed : voor de 18 candidaten der Fondskas / 1727 en f 2(515, jdoor afdeelingen en cor respondenten (waarby ook eenige giften van particulieren) te zamen ? 4342." * * * In Londen's artistieke kringen heerscht groote ontsteltenis naar aanleiding van den treurigen zelfmoord gepleegd door Edith en Ida Bowyer, beide uitnemend bekend onder haren tooneelnaam Yeoland. Den 16den Juli j.l. maakten de gezusters door vergiftiging een eind aan haar jonge levens. Edith was acht en twintig en Ida vy'f en twintig jaar oud. Mooie, talentvolle, door-en door beschaafde tooneelspeelsters, van wie men voor de toekomst de beste verwachtingen koes terde. Dat Ida in het Lyceum speelde, bewijst hoezeer Henry Irving haar talent waardeerde. In het Lyrisch-theater en in het Globe-theater was Edith de lieveling van het publiek. Waarom de arme schepseltjes tot die wanhopende daad overgingen is niet met juistheid bekend. Allerlei gissingen doen de ronde. Men spreekt ovor ty'dely'ke teleurstellingen in haar tooneelloopbaan ; over levensmoeheid ; over verliefdheid op nzelfden man ; over ontoerekenbaarheid. Men denkt ook dat de meisjes zér overspan nen waren, tengevolge van tyfeuze en zenuw koortsen, en den dood beschouwden als nig redmiddel om een einde te maken aan een lijden dat boven haar krachten ging. * * * Onzen Italiaansch-vertalers bevelen wij Matilde Serao's nieuwsten roman »Suor Giovanna dalla Croce" aan. Zuster Johanna van het heilig kruis heeft als zooveel andere be jaarde nonnen, hare dagen te besluiten in het klooster der «Levend begravenen" te Napels. Door de opheffing der kloosters van regeeringswege staan de hulpelooze Bruiden van Christus verlaten in het gewoel der bedrijvige wereld. Zuster Anna moet weldra leven van een gering staatspensioen waarop steeds meer wordt be knibbeld, totdat de tegen den levenskamp niet opgewassen zuster van eene ellende in de andere vervalt en aan den bedelstaf komt. Men roemt in dezen roman zeer de beschry'ving van Napels' natuur en volk. * # * Nog een ander verhaal in de Italiaansche letteren trekt de aandacht: de door Douna Paolo uitgegeven : >Le confessioni di una figlia del secolo" (Epistolario di una morta.) Deze titel werd aan het boek gegeven omdat naar de schrijfster zegt, daarin open wordt gelegd »het zieleleven van een hedendaagsche vrouw alsof deze openbaring geschiedde voor Gods troon." De briefvorm is gekozen om Viviana gele genheid te geven zoo openhartig mogely'k haar biecht te spreken aan verschillende vrienden en bekenden over haar jongemeisjes- en vrouweleven, tusschen de 16 en 40 jaar. Men onderstelt, dat het boek een auto-biografie bevat van de in een ongelukkig huwelyk wegkwijnende vrouw. Misschien ook van de herbloeiende gedivorceerde schrijfster. CAPBICB. * * AbriJcozen pudding. Ingrediënten: 150 gram bitterkoekjes en biscuits, 5 eierdooiers, 4 eiwit, 3/.t deciliter rum of cognac, % liter melk, abrikozen marmelade. Bereiding: Wrijf een puddingvorm in met boter, plaats daarin de koekjes laag om laag met de marmelade; klop de eieren, voeg daarby' de melk en stort dit over de koekjes. Kook de pudding \% uur au bain Marie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl