De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 11 augustus pagina 3

11 augustus 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1259 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. bladrankjes. De beeldhouwer zouden we eerst kunnen waardeeren in de gefigureerde deurtjes en gedreven koperen paneeltjes, die in den onderbouw moeten worden aangebracht, terwijl we den architect slechts juist kunnen beoordeelen, als we zyn schepping zier, geheel compleet, de gekleurd marineren onderbouw in tegenstelling met de koperen bekroning, en dan geplaatst in de passende omgeving, waarin het gedacht is. Waarscbjjnlyk zouden we dan tot de con clusie komen dat het meer, een eenmaal aan genomen kerk karakter draagt, dan dat het van persoonlijke kwaliteit en vindingen getuigt. Het vertoont een type, dat sinds langen tijd voor dergelijke doeleinden gebruikelijk schynt, een herinnering aan vormen en ornamentatiën die in de Gothiek ontstonden; doch daarom nog geen navolgingen van Gothieke voorbeel den zijn; evenmin als vele onzer meubelen, door de gedraaide pooten aan de Renaissancetijd herinneren, zonder de charme ervan te bezitten. Waar we dan ons oordeel over het geheel, als over de onderdeelen van het beeldhouwwerk moeten opschorten tot een en ander door juiste plaatsing ons een zuiverder blik geeft op het werk van architect en modeleur, daar blijft ons thans nog over, de uitvoerder, de firma Wiener & Co. die evenzeer hun aandeel in dezen arbeid gehad hebben En al is hun werk dan misschien ondergeuchikter als dat van den ontwerper en versierder, toch is het van niet minder l elang, de zuivere uitvoering van het smeed- en gietwerk. dat voor zoo ver wy' zien konden een goede indruk geeft van wat men op de werf »Cor.cordia" gemaakt kan krijgen. De uitvoerder hier, als »Drittèn im Bunde", heeft trouwens, na de ontwerper niet minder groote aansprakelijkheid op den indruk die het geheel zal maken als het ter bestemde plaatse is opgericht; als we het kunnen aan schouwen in de kapel van het aan Onze Lieve Vrouwe gewijde gasthuis. R. W. P. Jr. titiiiimiMiiiHiittiiMMimiiHiiiiiniiiniTmimii Boel en Tijdschrift. De Gids van Augustus. »üe Gids" ziet er stevig uit. Er zija in deze aflevering, wat men zou kun nen noemen, ribbea en gebii.ten. Het dekkend dak en de kloeke fundeering ontbreken evenmin. Het, is alles deugd en stevigte. Op een grauwwicrschen dag, bij een aangename kamertempe ratuur gei'ft zoo'ii afi. wel een gevoel al.-of er iets worjt.binneugedia^eii, en een vermeerdering op handen is van onze kennis, indien we ons tot lezen zetten. Maar, op een zwoel-zware zomerda?, met een duffe hitte, als niets-doen eigenlijk de beste bezigheid blijft, het lezen op zichzelf al bezwaren heeft, nu zoo midden in de warmte lijkt mij deze Gids-ifljvering wel wat al te soliede, wat al te gaaf en te zwaar. Maar dit is een persoonlijke meening, want evengoed kunnen er zijn, die gewoon-anders daarover denken, juist, in duffd hitte-maand deze lektuur verlangen, al was het maar alleen om het gevoel, dat, al lezend, de warme dag niet zoek wordt gebracht. Bovendien f en tijdschrift duurt hnger dan een enkele maand, wordt door de meesten eigenlijk gelezen een heele periode later. Litterair proza ontbreekt in deze aflevering geheel. Hoe ;s het, zijn er geen jongeren, die in aaumerkii g kunnen komen als de gevestigde litteratoreüeen wijle zwijgen ? Of blijft ,De Gids", als van ouds, ev< u voorzichtig in 't op nemen van werk, waaraan mogelijk nog wat onnauwkeurigheden kleven of, wordt men omiiminiiimmii ziohtig, nog voorzichtiger, dan voorheen, nu van zekeren kant klachten over onbehoorlijke litte ratuur zijn aangeheven'? Om het even, er blijkt een leemte als de fraaie proza-letterec ontbreken. Vergoeding vinden we m de poëzie hier aan wezig. Daar zijn nu weer verzen van Helene Lapidoth?Swarth, onze grootste dichteres, en ook van rank van Maerle, een nieuwtling naar 't schijnt. Dichtkunst wat zijt ge begenadigd, wat geeft ge het menschdom een heerlijkheid, een zacht bevreden Als we go»de verzen lezen is liet of groote, koele blaeren ons omwuiven, in kalme dracht ons overhuiver, of ons wordt teruggegeven, al is het maar voor een 03genblik, de sereeue rust, die liet spookig, haastig streven ons kwam ontnemen, onze geest weer geschikt makend tot overpeinzing van het diepere leven. IIMMM1IIIIIMIUIHIIIIIIMMIIIIIIIIIMIH1II » ,2 Een conflict in Mercnriüs", (Een strijd over de al of niet-toilating der vrouwen tot de ex-imens voor het *Mercurius"- diploma). Het wereldje der handelsbedienden, vooral in Rotterdam, maar ook daarbuiten, is in de laatste maanden in «lebhafter Aufregung". Nu zou dit misschien op zich zelf niet de moeite loonen, er in een apart artikel de aandacht op te vestigen, indien niet de oorzaak dezer opwinding en actie betrof een vraagstuk, wat niet alleen betrekking heeft op de handelsen kantoorbedienden, maar wel degelijk raakt een sociaal probleem van veel meer algemeenen aard, by welks verloop wijde maatschappe lijke kringen grootelyks belang hebben. Dit vraagstuk nl., of den vrouwen in particuliere bedreven al dan niet kunstmatige grenzen en hindernissen zullen worden gesteld om als arbeidskracht als gelyke op te treden van den man. Een vraagstuk, voor de toekomst en zelfs voor de naaste toekomst, van niet geringe beteekenis. Als staande buiten den kring der vereeniging waarin op dit oogenblik dio kwestie, wat aangaat het vak der handelsbedienden, moet worden uitgevochten, die evenwel met belang stelling dien strijd der laatste maanden tot op heden heeft gadegeslagen en gevolgd, zal ik trachten, de kwestie waarover het loopt, zoo objectief mogelijk weer te geven, opdat elkeen in de gelegenheid zy, daarover zy'n of haar meening onafhankelijk te vormen. In 1882 werd door een aantal leeraren in het boekhouden aan de R»geerirg het verzoek gericht, examens te willen instellen in het practisch boekhouden. Op dit verzoek werd door de Regeering afwy'zend beschikt. Kort daarop werd te Rotterdam opgericht de Handelsbedienden- vereeniging «Mercurius", door welke men eenzelfde doel beoogde langs anderen weg: om n. 1., waar geen officieele examens verkregen konden worden, deze toch in te stellen langs particulieren weg, door het instellen van cursussen en het afnemen van 'examens, thans reeds algemeen bekend als de Mercurius-examens, waarvan het diploma beteekend een zekere graad van bekwaamheid in het practisch boekhouden. Al dadelyk werd de bepaling gemaakt, dat het Hoofdbestuur der vereeniging niet gesala rieerd zou worden. Dit had ten gevolge, dat de vereenigirg kwam geheel in handen en onder beheer van de handelsbedienden zelve, terwijl de bovenbedoelde leeraren in het boek houden langs anderen weg hun doel trachtten te bereiken door het oprichten van Ac;ountents-vereenigingen en bureelen, als: »Confidentia", «Cilentium" enz. Daarentegen assumeerde zich de jonge vereeniging «Mercurius" \vèl steun uit kriugen van gezag, zoodat b. v. de heeren Plate, Hintzen e. a. als een soort donateurs met raadgevende steun, die men «commissarissen'' noemde, tot de vereeni ging toetraden. «Mercurius" geraakte al spoedig tot grooten bloei en ... invloed. Tot invloed n 1. dóór hare examens, die in de handelswereld op hoogen pry's werden gesteld, zoodat het diploma daarvan langzamerhand in ons land een voor waarde is geworden voor eiken handelsbediende die carrière wil maken. Hoe meer de vereeniging zich uitbreidde, hoe meer ook werd op andere plaatsen de behoefte aan dergelijke organisatie gevoeld, zoodat verschillende afdeelingen wer den opgericht. Van deze tellen thans Delft aöleden, den Haag 104, Dordrecht 51. Amsterdam 154, Rotterdam 1249, samen 1593 leden. Behalve deze, bestaan er nog enkele andere vereenigingen van dcnzelfden aard, die echter uit den aard der kwestie die hier aan de orde is, buiten bespreking kunnen blijven. Als rafc-vereeniging is »Mercurius" nimmer opgetreden; d. w. z. 2y heeft zich nooit be schouwd te bestaan uit loontrekkenden die als zoodanig, door middel van hunne organisatie, op de patroons verbetering hebben te ver overen; en ook met kwesties van algemeen socialen , aard meende zy, zich niet te mogen inlaten. Waartoe de aanwezigheid van boven genoemde «commissarissen" ook trouwens een wezenlijke hindernis geweest zou zijn. Langzamerhand echter dringt zich ook in deze tak van bedrijf al meer en meer de vrouw in. Of liever: juist in deze tak van bedrijf. Waar er toch nog altijd zoovele beroepen uit hun eigen aard voor de vrouwen gesloten bly'ven, daar is de bureau-arbeid als aangewezen ( voor de vrouw, met haar aanleg tot accuratesse en nauwgezetheid. Van jaar tot jaar neemt het aantal der op de handelskantoren werkzame vrouwen toe. En hoewel nu in den regel hun arbeid, ook al is deze qualitatief en quantitatief gelyk aan dien van den man, lager beloond wordt dan die van dezen laatste, toch zyn er wel kantoren waar vrouwen werkzaam zyn op een salaris van ? 1000, ik ken er zelfs van ? 1500 en hooger, maar dit zijn uitzonderingen. Het meerendeel staat daar ver beneden, en n der oorzaken daarvan is, dat de vrouwelijke handelsbedienden tot nu toe niet in de g-:lf(/enheid is yeiveest, de Mercurius-acte te behalen, omdat zij tot nu toe van de examens is uit gesloten geweest. Tegen deze uitsluiting is sinds langen tijd verzet merkbaar. In October 1900 hield de heer Winkel uit dHn Haa^ een voordracht te Amsterdam over »Het standpunt van Mercurius in de Vrouwen-beweging'1. Hij wees er o. a. op, dat reeds in 1889 in Nederland allén 57200 mér vrouwen waren dan mannen, en hield een pleidooi voor de toelating der vrouw tot de examens, opdat al die vrouwen, die dit kunnen en n.octen, in de gelegenheid worden gesteld, met arbeid hun brood te verdienen. Die voordracht werd in het orgaan dier ver eeniging gepubliceerd en gaf aanleiding tot verschillende, soms zeer scherpe polemieken van voor- en tegenstanders. Een dar meest gezaghebbende tegenstanders der toelating, de heer A. Davidson uit Rotterdam, schreef o. a. in het no. van 4 Mei j.l. daartegenover : »... Nu stellen de voorstanders van toela ting van vrouwen tot onze vereeniging, of enkel tot onze examens, dat wij ons achterlijk zouden toonen, conservatief, wanneer wij bij het werken voor ons eigen welzy'n ons oog gesloten hielden voor de vorderingen die de vrouwenbeweging heeft gemaakt; maar is 't niet onomstooteHjk waar, dat wy', wanneer wij dat niet doen, het geheele bestaan onzer vereeniging nutteloos maken, m. a. w. wanneer wy de oogen openen voor de vrouwen-beweging, dat w\j ze dan sluiten voor ons (der ver eeniging) eigen belang V" Nu een kort overzicht der feiten. In Maart jl. werd op eene algemeene vergadering, waar j reglements-wijziging aan de orde was, o. a. ook ] behandeld art. 49, welks aanhef luidde : »De < vereeniging verstrekt aan handelsbedienden, j leden of niet-leden, hier of elders gevestigd, diploma's van bekwaamheid, enz." Op die vergadering werd, na veel discussie, bij amen- i dement besloten, te lezen: «mannelyke en vrouwelijke handelsbedienden". Hiermee zou ' dus die kwestie als 't ware incidenteel, of minstens onverwacht, immers zonder dat dit belangrijke punt op de agenda was geplaatst, opgelost zy'n geworden. Dat ging echter niet zoo gemakkelijk. Een 20tal leden dienden , toch voor eene vergadering van 20 Mei j.l. | een voorstel in, om hat punt van de vrouwen- l toelating opnieuw aan de orde te stellen op eene vergadering van hoofdbestuur en verte- ] genwoordigers 1). Op die vergadering werd j dan ook de vraag, of de vrouwen tot de ' examens zouden worden toegelaten, met 2;j tegen 17 stemmen en G blanco ontkennend j beantwoord. Een referendum, onder alle leden ; der vereenigiug, ter beantwoording van twee ; vragen, had tot resultaat dat van de l.'WO i stemmen zich er 9(17 teg?n de toelating van vrouwen aan de examens, en 1085 tei/en »het in de hand werken van plaatsing van vrouwen op handelskantoren" ontkennend werd beant woord. Hiermee was dus formeel de zaak afge handeld. Maar daarom is zij nog niet van de agenda der openbare bespreking afgevoerd. liet refe rendum op zich zelf toch zal wel niemand van zijn meening bekeeren, en de debatten in het orgaan der vereeniging werden dun ook van weerszijden voortgezet.. , . Gsen wonder trou wens ! De zaak is van te groote en te ingrij pende beteekenis, en het kan voor de toekomst al te zeer een precedent blijken, dan dat niet degenen, die meenen dat Mercurius hiermee een daad van sectarisme en van sexe-egoïsme heeft bedreven, met deze beshssir.a hun mond en pen daarover zouden laten rusten. . . . Tot eensklaps de commissie van redactie, blijkbaar in contact met het hoofdbestuur, de mededeeling publiceert dat voortaan over de kwestie van toelating der vrouwen tot de exa mens »en alles wat daarmee in verband staat", geen stukken meer zal worden opgenomen, totdat het hoofdbestuur in eventusele vergaderingen deze zaken opnieuw aan de orde zal stellen. De bespreking van dit belangrijke vraagstuk was dus daarmee binnen den kring der be trokkenen stop gezet. De oppositie, d w.z. de voorstanders van de toelating der vrouwen, hebben hiermee even wel geen genoegen genomen, en thans een extra oppositie-nummer uitgegeven, gevuld met de copiën der stukken waarvan de origineelen thans nog bij de redactie van 't officieel orgaan berusten, maar niet geplaatst werden, tevens bevattende afschrift van een protest, waaraan door handteekeningen van een 70-tal leden kracht is bijgezet, welk protest gericht is 1) «Mercurius" te Rotterdam heeft, van wege het groote aantal leden, ingesteld eene >vertegenwoordiging", bij wijze van Tweede Kamer ; op elke 20 leden l vertegenwoordiger, welke dan de belangen der leden in huishoudelijke vereenigings-zaken hebben te behartigen. tegen het uitschrijven van een referendum zon der raadpleging der vereeniging, zijnde dit strijdig met het reglement. Tot zoover de kwestie zelf. Het kan mijn doel niet zijn, over de houding van het hoofd bestuur en' der Redactie van het orgaan, bij deze kwestie aangenomen, hier te bespreken, al komt het niet bij mij op, hiermee die hou ding te willen billijken. Het tegendeel zou mij meer lusten. Out is echter een vereenigingszaak, die ook door de vereeniging zelve moet worden uitgevochten. Maar geheel anders is het met de kwestie der vrouwentoelating, of, zooals thans gezegd kan worden: de definitieve uitsluiting der vrouwen tot deelname aan de examens. Dit is geen »Mercurius"-zaak alleen, dit is een zaak van 't algemeen ! Wie de zaak gevolgd heeft, moet opgevallen zijn, hoe sober, hoe belachelijk soms de argu menten waren, die tegen de toelating der vrouwen werden uitgebracht. De bekwaamste en meest serieuze ouder hen is wel de heer Davidson, uit wiens artikel ik straks een zin snede, de meest typeerende, citeerde. Wat spreekt daar anders uit dan een kaste-geest, die mij verwondert, nog in die mate bij deze categorie van mannen aan te trtfl'jn ! Neen, lezer, ik zal u thans rnet een pleidooi voor bet recht der vrouw op de mogelijkheid,. zich akte van bekwaamheid te verschaften als een voorwaarde voor haar bpr.t2.an en voor hare toekomst en rnaatschapp'ïiijKe onafhan kelijkheid, niet lastig vallen. Raimte ontbreekt me, en ik heb trouwens ouk moed, te onder stellen, dat onders de lezers van dit weekblad niet veel bekeerlirgen voor die meening zullen zijn te maken. Mijn doe! was slechts, het licht te laten vallen op handelingen der ver eeniging zelve, die, zich eenmaal een voor recht geschapen hebbende voor de mannen, de vrouwelijke collega's op deze inferieure wijze voor het veroveren van een bestaan een struikelblok op haren weg te werpen. . Ontkennen mag ik niet, dat de oppositie nu en dan hinderend-scherp tegen hoofdbe stuur en redactie is opgetreden ; waartoe zeker de soms frappante censuur waaraan zij werden onderworpen, het hare heeft bijgedragen. Maar toejuichen wil ik, dat zij met zooveel energie als waarvan hun protestnummer blijk geeft, hun overtuiging, dat «Mercurius" met deze uitsluiting eon maatschappelijk-onrechtvaardige daad tegenover de vrouw, een daad van geweld pleging door overmacht heeft begaan, blijien, propageeren. Rotterdam. S. De wet op de zitplaatsen. Op 29 Dec. 1900 werd door de 1-Vansche Kamer besloten, tot het .-.tellen van een wet. betrekking hebbend op de zitplaatsen van vrouwelijke winkelbedienden, waarin o. a. het volgende artikel voorkomt: «Alle magazijnen, winkels en andere plaatsen waar vrouwelijk personeel is, mouten zijn voorzien van stoelen of banken, in voldoend aantal, zoodat allen zullen kinincH plaats nemen.'' Aan die bepaling werd door de winkeliers voldaan. M'iar alras bleek het, dat aan boven staand artikel juist die term ontbreekt, waarop het aankomt-. De heer Gautret wees in de zitting van 11 Juni op het volgende. Hij was de voorsteller van het wetsontwerp, maar had aan bovenstaand artikel toegevoegd: >De zitplaatsen moeten zijn, achter de toonbank, of op een plaats door den inspecteur aangewezen. vin de localen zullen deze zitplaatsen voor uitsluitend gebruik van het vrouwelijk winkel personeel dienen." De Kamer heeft echter deza laatste bepaling geschrapt, zoodat die wet een doode letter bleef. De LfititerfiC heeft dit geparodieerd, door het volgeri'le er over te zeggen: ->E:;n maire op het platteland gaf aan de boeren last, de voor hun schuren of stallen staande wagens, van lantaarns te voorzien. De brave lieden haastten zich aan dit bevel te voldoen. Maar een lantaarn alleen geeft nog geen licht. Tweede bevel van den maire: «De lantaarns moeten zijn voorzien van een kaars. ' Ook de kaarsen verschenen' Een derde aankondiging was noodig om de kaarsen te doen ontsteken. Eindelijk werd het gewenscht resultaat ver kregen. Het licht kwam. Algemeen gelach in de Kamer bij het aanhooren van deze tirade: «De geachte leden," zoo ging de heer Gautret voort, «hebben wel de goedheid gehad vóór mijn wetsontwerp te stemmen; maar het voor naamste, namelijk dat de aangebrachte zit plaatsen uitsluitend voor het personeel zullen dienen, is geschrapt geworden. En wat gebeurt nu: De moede koopsters zetten zich neer op de voor de winkeljutt'rouwen ! bestemde stoelen. Het aantal zitplaatsen is j aanwezig, maar ten dtennte van de koopsters, i terwijl de verkoopsters dit mogen aanzien. i Daarom wil ik nu een artikal aan de wet toevoegen namelijk dit: «Bij reglement zullen | de bepalingen wonien vastgesteld, volgens welke de winkeljiitt'fouwen het recht zullen kunnen ; doen gelden, van de zitplaatsen gebruik te maken." De urgentie van dit voorstel werd door de Kamer onder luid applaus aangenomen. ! Kr mag dus worden verondersteld, dat de l voor de Kransche winkeijuffrouwen bestemde j zitplaatsen, spoedig niet meer door de klanten j zullen worden ingenomen. j In ons land komt, naar ik meen, de hieri boven vermelde beweging, ooi namelijk in de l winkels zitplaatsen te eischen voor winkel[ juffrouwen, slechts zeer sporadisch voor. De regeerirg heeft zich er nooit mee bemoeid. Aan ons vrouwen du°, om deze zaak te bevorderen; me dunkt zelfs zonder eenigen Bond, kan deze zaak tot een goed eind worden gebracht. Zoo wij ons slechts voornemen ni.t te koofien bij winkeliers die zoo wreed zijn tegenover hunne onderhoorigen en zóó weinig voelen voor medemenschen, dat zij zorgeloos blijken voor hun welzijn. Liat ons den moed bobben, bij het bezoeken van magazijnen en winkels, openlijk onderzoek te doen en voor oi;za opinie in dezen uitko men. Wij doen op die wij se een beter werk, dan het oprichten van een vereeniging en daarna het zenden va i een petitionnement aan de Kjgeering, dat veel kans heeft als kennis geving te worden aangenomen en ter zijde gelegd; om over een viertal jaren misschien in behandeling te worden genomen. Niet van een ander vragen, wat ze zelf zeer goei kunnen doen. Laat de winkeliers van hun kant, zoo ze prijs stellen als »mensch" te worden aangezien, een carton in hun winkels ophangen, met de mededeeling dat hun winkelbedienden ik begrijp niet waarom de mannelijke verkoopers niet tevens zouden mogen zitten zitplaatsen hebben, dan kan deze quaestie, ook zonder debat in de Kamer tot een goed eind worden gel-id. Maar dan moeten ook alle vrouwen die iets voelen voor hare medezusters meewerken. En wie zou dat niet willen? Zich ver plaatsen in eens anders toestand ! Dit is v/el de eerste en voornaamste plicht, die het leven ons oplegt. VKIÏA. Vera is wel optimiste. Zij schijnt niet te weten, dat in ons land reeds vóór twintig j«ar op het invoeren van zulk een maatregel j te vergeefs is aangedrongen. Eer alle dames ; hetzelfde willen'. ! R. \ et /c/ niiijiiiiMiiiliiimimniiiiiHiniiiiiitiiiiiiiiiiimimiiMiiiniiiiiiiliuilill Modes. J)K herloyin ian fiiitlterliin/L Cltira Jiutt. ,,r>iione l-'emniitiile", 3[<jn/[roinv run j\arlowskn. Veel nieuws op 't gebied van mode brer.gt de maand Augustus niet. De nieuwste stolt'dn willen harmoniearen met de temperatuur en de fabrikanten hebben gerekend op een zeer hooge temperatuur en leverden bekoorlijke, sierlijke stollen, luchtig, wazig, ijl als een blank, voorbijdrijvend zomerwolkje. Mousseline grootmoeder sprak van neteldoek in rijk afwisselende patronen wordt veel gedragen. Grootmoeder droeg goedkoope neteldoekjes met bloem-motiven in alle tinten gedrukt in de grondstof. Nous avons changétont cela. De rijke beurzen schaffen zich nu mousseline toiletten aan, met arabesken, bloemguirlanden en festoenen uit de hand geschilderd. Crystaline valt ook buitengewoon in de smaak. Ein zacht glanzende soupele stof, het midden houdend tusschen mousseline en chiü'jn. t Crystaline ziet men veel dragen met reusach tige bloemen geschilderd op een donker fond. De geheel zwarte of geheel witte, de wit en zwarte kanten japonnen met haar exquis lijne garneering van point d'esprit blijven zich almede handhaven onder de bezitsters van beurzen vol goud. Diaphane stoffen met ondergrond van ge kleurde zijde hebben nog lang niet uitgediend. De rokken der toiletten van foulard zijde worden woelig gegarneerd met breede strooken point d'esprit of borduursel. Acht of tien strooken is niets te veel. Van den ceintuurband tot even over de heup is de rok glad, maar dan begint de strookgarneering. De bovenste strookjes smal en naar onderen worden ze steeds breedar en wijder gemaakt. De beladen heid der rokken harmonieert met de lengte. Om de voeten is de rok lang en druk versierd tot struikelens toe. Niet alleen «Madame Sara Gêne" moet zich oefenen in het loopen en bekoorlijk wègzwiepen van hinderlijke sleepen, wij komen allen aan de beurt. Tailor-made costuums van wit serge wijken geheel af van den lypischen eenvoud, van de rigide lijnen die ons eenige jaren geleden bekoorden. Breede tusschenzetsels op den rok en bijpassende kantgarneering op gekleurd zijden fond aan het mantel'je, zijn aan de orde van den dag. De zwart zijden boléro wordt noggedrp.ger, maar is zeer zeker geen nieuwtje meer. De witte of licht getinte vinden nu meer aftrek, Boléro's van gekleurde guipure, van tij \ laken of llnweel met a jour gewerkt» bor duursels zijn de aangekondigde nieuwigheden voor het aanstaand najaar. De gewone reis- of stofmantels zy'n zóó kostbaar van materiaal en garneerirg dat zij veel meer doen dei ken aan prachtige avondmantels, dan aan kleedingstukken bestemd om de japonnen te vrijwaren tegen stof en andere ongerechtigheden die men in het drukke reis seizoen kan oplocpen. P que, dril, linnen en voile blijven ons getrouw voor strandtoiletten. Vél garneerir.g met witte of cru kant, wit of gekleurd bor duursel is onvermijdelijk. Geheel ongegarneerde rokken, zelfs de rokken bestemd dikwijls in aanraking met de waschkuip te komen, ziet men niet meer Wat een geluk, dat er zooveel uitstekenie wasch- en strijkinrichtingen zijn! Houdt moed, strijksters! want hetissmoorheet en geen enkel druppeltje van het zweet uws aanschijns mag neergudsen op de duizende strookjes die zich luchtig moeten kringelen onder uw gloeiende bout en geen enkel schroeivlekje mag uw warme plooischaar veroorzaken in de kostbare plooisels toevertrouwd aan uw vaak bevende vingeren. # * * De hertogin van Sutherland, die onlangs een weldacligheidsfeest gaf te Stafford-House, wordt steeds meer bekend zoowel door haar philantropie als door haar schrijftalent van meer dan middelmatig gehalte. Uit haar schrif turen blijkt, dat zij volmaakt op de hoogte is van de worstelingen en de bedoelingen der socialisten. Haar laatste novelle : »0üe hour and the Next" heeft veel opgang gemaakt. Zij coquetteert allerminst met haar talent. Men doet haar het meeste genoegen door er niet over te spreken. Persoonly'k stelt zij zich op de hoogte van de bekommernissen en het gebrek harer medeschepselen. De hertogin van Sutherland kent toestanden en weet dingen die voor «the upper Ten" het boek rnet zeven zegelen zijn. Het griezelboek waarvan zij de zwarte bladzijden liefst niet met hun blanke vingertoppen beroeren. * * * Clara Butt zegr, dat zij het schoonste en welgemeendste compliment over haar zang in Parijs kreeg van de weduwe van Gounod. In beperkten kring, ten huize van een rijk particulier, gaf Clara Butt een middag concert. Toen zij een lied van Charles Gounod had gezongen, trad de weduwe van den componist met uitgestrekte armen op haar toe: »Mijn kind, zei ze. gij zijt een echte artiste, gij zingt met gevoel, met tranen in uw stem. O '. wat spijt het me, dat mijn man u nooit iets van zijn composities heeft hooren voordragen. Dank! duizendmaal dank! * * * Sedert Mei j.l. verschijnt in Milaan een nieuw Vrouwenblad, uitsluitend gewijd aan de belangen der vrouw en de bedrijvigheid op feministisch gebied. De Unione Femminile wordt geredigeerd door mevrouw Ersilia MainoBronzini, echtgenoote van den socialistischen afgevaardigde Luigi Maino. Het eerste nummer zag er keurig uit en bevatte onder anderen eenige kloeke verzen van Ada Negri. Ada Negri het voormalige, arme onderwijzeresje, levende in een plaggenhut met haar oude moeder, is nu de welgestelde vrouw van een Milaansch fabrikant. Na haar huwelijk heeft zij de oogen niet gesloten voor de ver wording en de armoede van het Italiaansche landvolk waaruit zij stamt. Haar geschriften getuigen hoezeer zij verlangt verbetering te brengen in onzegbaar jammerlijke toestander, door ze moedig te onthullen, * * * Mejuffrouw von Karlowska, leerlinge van de Land- en Tuinbouwschool te Marienfeld, bij Berlijn is nu beroepen tot hoftulnier 'te Braunfels in het Lahndal. Mejuffrouw von Karlowska bekend en ge roemd om haar buitengewone kunde, was vroeger reeds een tijdlang werkzaam als ge meente-tuinier te Braanfels. CAPKICE,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl