Historisch Archief 1877-1940
No. 1259
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
bladrankjes. De beeldhouwer zouden we eerst
kunnen waardeeren in de gefigureerde deurtjes
en gedreven koperen paneeltjes, die in den
onderbouw moeten worden aangebracht, terwijl
we den architect slechts juist kunnen
beoordeelen, als we zyn schepping zier, geheel
compleet, de gekleurd marineren onderbouw
in tegenstelling met de koperen bekroning, en
dan geplaatst in de passende omgeving, waarin
het gedacht is.
Waarscbjjnlyk zouden we dan tot de con
clusie komen dat het meer, een eenmaal aan
genomen kerk karakter draagt, dan dat het
van persoonlijke kwaliteit en vindingen getuigt.
Het vertoont een type, dat sinds langen tijd
voor dergelijke doeleinden gebruikelijk schynt,
een herinnering aan vormen en ornamentatiën
die in de Gothiek ontstonden; doch daarom
nog geen navolgingen van Gothieke voorbeel
den zijn; evenmin als vele onzer meubelen,
door de gedraaide pooten aan de
Renaissancetijd herinneren, zonder de charme ervan te
bezitten.
Waar we dan ons oordeel over het geheel,
als over de onderdeelen van het beeldhouwwerk
moeten opschorten tot een en ander door juiste
plaatsing ons een zuiverder blik geeft op het
werk van architect en modeleur, daar blijft
ons thans nog over, de uitvoerder, de firma
Wiener & Co. die evenzeer hun aandeel in
dezen arbeid gehad hebben En al is hun werk
dan misschien ondergeuchikter als dat van den
ontwerper en versierder, toch is het van niet
minder l elang, de zuivere uitvoering van het
smeed- en gietwerk. dat voor zoo ver wy' zien
konden een goede indruk geeft van wat men
op de werf »Cor.cordia" gemaakt kan krijgen.
De uitvoerder hier, als »Drittèn im Bunde",
heeft trouwens, na de ontwerper niet minder
groote aansprakelijkheid op den indruk die
het geheel zal maken als het ter bestemde
plaatse is opgericht; als we het kunnen aan
schouwen in de kapel van het aan Onze Lieve
Vrouwe gewijde gasthuis.
R. W. P. Jr.
titiiiimiMiiiHiittiiMMimiiHiiiiiniiiniTmimii
Boel en Tijdschrift.
De Gids van Augustus.
ȟe Gids" ziet er stevig uit.
Er zija in deze aflevering, wat men zou kun
nen noemen, ribbea en gebii.ten. Het dekkend
dak en de kloeke fundeering ontbreken evenmin.
Het, is alles deugd en stevigte. Op een
grauwwicrschen dag, bij een aangename kamertempe
ratuur gei'ft zoo'ii afi. wel een gevoel al.-of er
iets worjt.binneugedia^eii, en een vermeerdering
op handen is van onze kennis, indien we ons
tot lezen zetten.
Maar, op een zwoel-zware zomerda?, met
een duffe hitte, als niets-doen eigenlijk de beste
bezigheid blijft, het lezen op zichzelf al bezwaren
heeft, nu zoo midden in de warmte lijkt mij
deze Gids-ifljvering wel wat al te soliede, wat
al te gaaf en te zwaar.
Maar dit is een persoonlijke meening, want
evengoed kunnen er zijn, die gewoon-anders
daarover denken, juist, in duffd hitte-maand deze
lektuur verlangen, al was het maar alleen om
het gevoel, dat, al lezend, de warme dag niet
zoek wordt gebracht.
Bovendien f en tijdschrift duurt hnger dan
een enkele maand, wordt door de meesten
eigenlijk gelezen een heele periode later.
Litterair proza ontbreekt in deze aflevering
geheel.
Hoe ;s het, zijn er geen jongeren, die in
aaumerkii g kunnen komen als de gevestigde
litteratoreüeen wijle zwijgen ? Of blijft ,De
Gids", als van ouds, ev< u voorzichtig in 't op
nemen van werk, waaraan mogelijk nog wat
onnauwkeurigheden kleven of, wordt men
omiiminiiimmii
ziohtig, nog voorzichtiger, dan voorheen, nu van
zekeren kant klachten over onbehoorlijke litte
ratuur zijn aangeheven'?
Om het even, er blijkt een leemte als de
fraaie proza-letterec ontbreken.
Vergoeding vinden we m de poëzie hier aan
wezig.
Daar zijn nu weer verzen van Helene
Lapidoth?Swarth, onze grootste dichteres, en ook
van rank van Maerle, een nieuwtling naar 't
schijnt.
Dichtkunst wat zijt ge begenadigd, wat geeft
ge het menschdom een heerlijkheid, een zacht
bevreden
Als we go»de verzen lezen is liet of groote,
koele blaeren ons omwuiven, in kalme dracht
ons overhuiver, of ons wordt teruggegeven, al
is het maar voor een 03genblik, de sereeue
rust, die liet spookig, haastig streven ons kwam
ontnemen, onze geest weer geschikt makend
tot overpeinzing van het diepere leven.
IIMMM1IIIIIMIUIHIIIIIIMMIIIIIIIIIMIH1II
» ,2
Een conflict in Mercnriüs",
(Een strijd over de al of niet-toilating der
vrouwen tot de ex-imens voor het
*Mercurius"- diploma).
Het wereldje der handelsbedienden, vooral
in Rotterdam, maar ook daarbuiten, is in de
laatste maanden in «lebhafter Aufregung". Nu
zou dit misschien op zich zelf niet de moeite
loonen, er in een apart artikel de aandacht
op te vestigen, indien niet de oorzaak dezer
opwinding en actie betrof een vraagstuk, wat
niet alleen betrekking heeft op de
handelsen kantoorbedienden, maar wel degelijk raakt
een sociaal probleem van veel meer algemeenen
aard, by welks verloop wijde maatschappe
lijke kringen grootelyks belang hebben. Dit
vraagstuk nl., of den vrouwen in particuliere
bedreven al dan niet kunstmatige grenzen en
hindernissen zullen worden gesteld om als
arbeidskracht als gelyke op te treden van den
man. Een vraagstuk, voor de toekomst en zelfs
voor de naaste toekomst, van niet geringe
beteekenis.
Als staande buiten den kring der vereeniging
waarin op dit oogenblik dio kwestie, wat
aangaat het vak der handelsbedienden, moet
worden uitgevochten, die evenwel met belang
stelling dien strijd der laatste maanden tot op
heden heeft gadegeslagen en gevolgd, zal ik
trachten, de kwestie waarover het loopt, zoo
objectief mogelijk weer te geven, opdat elkeen
in de gelegenheid zy, daarover zy'n of haar
meening onafhankelijk te vormen.
In 1882 werd door een aantal leeraren in
het boekhouden aan de R»geerirg het verzoek
gericht, examens te willen instellen in het
practisch boekhouden. Op dit verzoek werd
door de Regeering afwy'zend beschikt.
Kort daarop werd te Rotterdam opgericht
de Handelsbedienden- vereeniging «Mercurius",
door welke men eenzelfde doel beoogde langs
anderen weg: om n. 1., waar geen officieele
examens verkregen konden worden, deze toch
in te stellen langs particulieren weg, door het
instellen van cursussen en het afnemen van
'examens, thans reeds algemeen bekend als de
Mercurius-examens, waarvan het diploma
beteekend een zekere graad van bekwaamheid
in het practisch boekhouden.
Al dadelyk werd de bepaling gemaakt, dat
het Hoofdbestuur der vereeniging niet gesala
rieerd zou worden. Dit had ten gevolge, dat
de vereenigirg kwam geheel in handen en
onder beheer van de handelsbedienden zelve,
terwijl de bovenbedoelde leeraren in het boek
houden langs anderen weg hun doel trachtten
te bereiken door het oprichten van
Ac;ountents-vereenigingen en bureelen, als:
»Confidentia", «Cilentium" enz. Daarentegen
assumeerde zich de jonge vereeniging
«Mercurius" \vèl steun uit kriugen van gezag, zoodat
b. v. de heeren Plate, Hintzen e. a. als een
soort donateurs met raadgevende steun, die
men «commissarissen'' noemde, tot de vereeni
ging toetraden.
«Mercurius" geraakte al spoedig tot grooten
bloei en ... invloed. Tot invloed n 1. dóór
hare examens, die in de handelswereld op
hoogen pry's werden gesteld, zoodat het diploma
daarvan langzamerhand in ons land een voor
waarde is geworden voor eiken handelsbediende
die carrière wil maken. Hoe meer de vereeniging
zich uitbreidde, hoe meer ook werd op andere
plaatsen de behoefte aan dergelijke organisatie
gevoeld, zoodat verschillende afdeelingen wer
den opgericht. Van deze tellen thans Delft
aöleden, den Haag 104, Dordrecht 51.
Amsterdam 154, Rotterdam 1249, samen 1593
leden.
Behalve deze, bestaan er nog enkele andere
vereenigingen van dcnzelfden aard, die echter
uit den aard der kwestie die hier aan de orde
is, buiten bespreking kunnen blijven.
Als rafc-vereeniging is »Mercurius" nimmer
opgetreden; d. w. z. 2y heeft zich nooit be
schouwd te bestaan uit loontrekkenden die als
zoodanig, door middel van hunne organisatie,
op de patroons verbetering hebben te ver
overen; en ook met kwesties van algemeen
socialen , aard meende zy, zich niet te mogen
inlaten. Waartoe de aanwezigheid van boven
genoemde «commissarissen" ook trouwens een
wezenlijke hindernis geweest zou zijn.
Langzamerhand echter dringt zich ook in
deze tak van bedrijf al meer en meer de vrouw
in. Of liever: juist in deze tak van bedrijf.
Waar er toch nog altijd zoovele beroepen uit
hun eigen aard voor de vrouwen gesloten
bly'ven, daar is de bureau-arbeid als aangewezen (
voor de vrouw, met haar aanleg tot accuratesse
en nauwgezetheid. Van jaar tot jaar neemt
het aantal der op de handelskantoren werkzame
vrouwen toe. En hoewel nu in den regel hun
arbeid, ook al is deze qualitatief en quantitatief
gelyk aan dien van den man, lager beloond
wordt dan die van dezen laatste, toch zyn er
wel kantoren waar vrouwen werkzaam zyn op
een salaris van ? 1000, ik ken er zelfs van
? 1500 en hooger, maar dit zijn uitzonderingen.
Het meerendeel staat daar ver beneden, en n
der oorzaken daarvan is, dat de vrouwelijke
handelsbedienden tot nu toe niet in de
g-:lf(/enheid is yeiveest, de Mercurius-acte te behalen,
omdat zij tot nu toe van de examens is uit
gesloten geweest.
Tegen deze uitsluiting is sinds langen tijd
verzet merkbaar. In October 1900 hield de
heer Winkel uit dHn Haa^ een voordracht te
Amsterdam over »Het standpunt van Mercurius
in de Vrouwen-beweging'1. Hij wees er o. a.
op, dat reeds in 1889 in Nederland allén
57200 mér vrouwen waren dan mannen, en
hield een pleidooi voor de toelating der vrouw
tot de examens, opdat al die vrouwen, die dit
kunnen en n.octen, in de gelegenheid worden
gesteld, met arbeid hun brood te verdienen.
Die voordracht werd in het orgaan dier ver
eeniging gepubliceerd en gaf aanleiding tot
verschillende, soms zeer scherpe polemieken
van voor- en tegenstanders. Een dar meest
gezaghebbende tegenstanders der toelating, de
heer A. Davidson uit Rotterdam, schreef o. a.
in het no. van 4 Mei j.l. daartegenover :
»... Nu stellen de voorstanders van toela
ting van vrouwen tot onze vereeniging,
of enkel tot onze examens, dat wij ons
achterlijk zouden toonen, conservatief,
wanneer wij bij het werken voor ons eigen
welzy'n ons oog gesloten hielden voor de
vorderingen die de vrouwenbeweging
heeft gemaakt; maar is 't niet
onomstooteHjk waar, dat wy', wanneer wij dat niet
doen, het geheele bestaan onzer vereeniging
nutteloos maken, m. a. w. wanneer wy de
oogen openen voor de vrouwen-beweging,
dat w\j ze dan sluiten voor ons (der ver
eeniging) eigen belang V"
Nu een kort overzicht der feiten. In Maart
jl. werd op eene algemeene vergadering, waar j
reglements-wijziging aan de orde was, o. a. ook ]
behandeld art. 49, welks aanhef luidde : »De <
vereeniging verstrekt aan handelsbedienden, j
leden of niet-leden, hier of elders gevestigd,
diploma's van bekwaamheid, enz." Op die
vergadering werd, na veel discussie, bij amen- i
dement besloten, te lezen: «mannelyke en
vrouwelijke handelsbedienden". Hiermee zou '
dus die kwestie als 't ware incidenteel, of
minstens onverwacht, immers zonder dat dit
belangrijke punt op de agenda was geplaatst,
opgelost zy'n geworden. Dat ging echter niet
zoo gemakkelijk. Een 20tal leden dienden ,
toch voor eene vergadering van 20 Mei j.l. |
een voorstel in, om hat punt van de vrouwen- l
toelating opnieuw aan de orde te stellen op
eene vergadering van hoofdbestuur en verte- ]
genwoordigers 1). Op die vergadering werd j
dan ook de vraag, of de vrouwen tot de '
examens zouden worden toegelaten, met 2;j
tegen 17 stemmen en G blanco ontkennend j
beantwoord. Een referendum, onder alle leden ;
der vereenigiug, ter beantwoording van twee ;
vragen, had tot resultaat dat van de l.'WO i
stemmen zich er 9(17 teg?n de toelating van
vrouwen aan de examens, en 1085 tei/en »het
in de hand werken van plaatsing van vrouwen
op handelskantoren" ontkennend werd beant
woord.
Hiermee was dus formeel de zaak afge
handeld.
Maar daarom is zij nog niet van de agenda
der openbare bespreking afgevoerd. liet refe
rendum op zich zelf toch zal wel niemand
van zijn meening bekeeren, en de debatten in
het orgaan der vereeniging werden dun ook van
weerszijden voortgezet.. , . Gsen wonder trou
wens ! De zaak is van te groote en te ingrij
pende beteekenis, en het kan voor de toekomst
al te zeer een precedent blijken, dan dat niet
degenen, die meenen dat Mercurius hiermee
een daad van sectarisme en van sexe-egoïsme
heeft bedreven, met deze beshssir.a hun mond
en pen daarover zouden laten rusten. . . .
Tot eensklaps de commissie van redactie,
blijkbaar in contact met het hoofdbestuur, de
mededeeling publiceert dat voortaan over de
kwestie van toelating der vrouwen tot de exa
mens »en alles wat daarmee in verband staat",
geen stukken meer zal worden opgenomen, totdat
het hoofdbestuur in eventusele vergaderingen
deze zaken opnieuw aan de orde zal stellen.
De bespreking van dit belangrijke vraagstuk
was dus daarmee binnen den kring der be
trokkenen stop gezet.
De oppositie, d w.z. de voorstanders van de
toelating der vrouwen, hebben hiermee even
wel geen genoegen genomen, en thans een
extra oppositie-nummer uitgegeven, gevuld met
de copiën der stukken waarvan de origineelen
thans nog bij de redactie van 't officieel orgaan
berusten, maar niet geplaatst werden, tevens
bevattende afschrift van een protest, waaraan
door handteekeningen van een 70-tal leden
kracht is bijgezet, welk protest gericht is
1) «Mercurius" te Rotterdam heeft, van wege
het groote aantal leden, ingesteld eene
>vertegenwoordiging", bij wijze van Tweede Kamer ;
op elke 20 leden l vertegenwoordiger, welke
dan de belangen der leden in huishoudelijke
vereenigings-zaken hebben te behartigen.
tegen het uitschrijven van een referendum zon
der raadpleging der vereeniging, zijnde dit
strijdig met het reglement.
Tot zoover de kwestie zelf. Het kan mijn
doel niet zijn, over de houding van het hoofd
bestuur en' der Redactie van het orgaan, bij
deze kwestie aangenomen, hier te bespreken,
al komt het niet bij mij op, hiermee die hou
ding te willen billijken. Het tegendeel zou
mij meer lusten. Out is echter een
vereenigingszaak, die ook door de vereeniging zelve
moet worden uitgevochten.
Maar geheel anders is het met de kwestie
der vrouwentoelating, of, zooals thans gezegd
kan worden: de definitieve uitsluiting der
vrouwen tot deelname aan de examens. Dit is
geen »Mercurius"-zaak alleen, dit is een zaak
van 't algemeen !
Wie de zaak gevolgd heeft, moet opgevallen
zijn, hoe sober, hoe belachelijk soms de argu
menten waren, die tegen de toelating der
vrouwen werden uitgebracht. De bekwaamste
en meest serieuze ouder hen is wel de heer
Davidson, uit wiens artikel ik straks een zin
snede, de meest typeerende, citeerde. Wat
spreekt daar anders uit dan een kaste-geest,
die mij verwondert, nog in die mate bij deze
categorie van mannen aan te trtfl'jn !
Neen, lezer, ik zal u thans rnet een pleidooi
voor bet recht der vrouw op de mogelijkheid,.
zich akte van bekwaamheid te verschaften als
een voorwaarde voor haar bpr.t2.an en voor
hare toekomst en rnaatschapp'ïiijKe onafhan
kelijkheid, niet lastig vallen. Raimte ontbreekt
me, en ik heb trouwens ouk moed, te onder
stellen, dat onders de lezers van dit weekblad
niet veel bekeerlirgen voor die meening zullen
zijn te maken. Mijn doe! was slechts, het
licht te laten vallen op handelingen der ver
eeniging zelve, die, zich eenmaal een voor
recht geschapen hebbende voor de mannen,
de vrouwelijke collega's op deze inferieure
wijze voor het veroveren van een bestaan een
struikelblok op haren weg te werpen. .
Ontkennen mag ik niet, dat de oppositie
nu en dan hinderend-scherp tegen hoofdbe
stuur en redactie is opgetreden ; waartoe zeker
de soms frappante censuur waaraan zij werden
onderworpen, het hare heeft bijgedragen. Maar
toejuichen wil ik, dat zij met zooveel energie
als waarvan hun protestnummer blijk geeft,
hun overtuiging, dat «Mercurius" met deze
uitsluiting eon maatschappelijk-onrechtvaardige
daad tegenover de vrouw, een daad van geweld
pleging door overmacht heeft begaan, blijien,
propageeren.
Rotterdam. S.
De wet op de zitplaatsen.
Op 29 Dec. 1900 werd door de 1-Vansche
Kamer besloten, tot het .-.tellen van een wet.
betrekking hebbend op de zitplaatsen van
vrouwelijke winkelbedienden, waarin o. a. het
volgende artikel voorkomt: «Alle magazijnen,
winkels en andere plaatsen waar vrouwelijk
personeel is, mouten zijn voorzien van stoelen
of banken, in voldoend aantal, zoodat allen
zullen kinincH plaats nemen.''
Aan die bepaling werd door de winkeliers
voldaan. M'iar alras bleek het, dat aan boven
staand artikel juist die term ontbreekt, waarop
het aankomt-.
De heer Gautret wees in de zitting van 11
Juni op het volgende. Hij was de voorsteller
van het wetsontwerp, maar had aan bovenstaand
artikel toegevoegd: >De zitplaatsen moeten zijn,
achter de toonbank, of op een plaats door
den inspecteur aangewezen.
vin de localen zullen deze zitplaatsen voor
uitsluitend gebruik van het vrouwelijk winkel
personeel dienen."
De Kamer heeft echter deza laatste bepaling
geschrapt, zoodat die wet een doode letter bleef.
De LfititerfiC heeft dit geparodieerd, door het
volgeri'le er over te zeggen: ->E:;n maire op het
platteland gaf aan de boeren last, de voor hun
schuren of stallen staande wagens, van lantaarns
te voorzien. De brave lieden haastten zich aan
dit bevel te voldoen. Maar een lantaarn alleen
geeft nog geen licht.
Tweede bevel van den maire: «De lantaarns
moeten zijn voorzien van een kaars. '
Ook de kaarsen verschenen'
Een derde aankondiging was noodig om de
kaarsen te doen ontsteken.
Eindelijk werd het gewenscht resultaat ver
kregen. Het licht kwam. Algemeen gelach in
de Kamer bij het aanhooren van deze tirade:
«De geachte leden," zoo ging de heer Gautret
voort, «hebben wel de goedheid gehad vóór
mijn wetsontwerp te stemmen; maar het voor
naamste, namelijk dat de aangebrachte zit
plaatsen uitsluitend voor het personeel zullen
dienen, is geschrapt geworden.
En wat gebeurt nu: De moede koopsters
zetten zich neer op de voor de winkeljutt'rouwen
! bestemde stoelen. Het aantal zitplaatsen is
j aanwezig, maar ten dtennte van de koopsters,
i terwijl de verkoopsters dit mogen aanzien.
i Daarom wil ik nu een artikal aan de wet
toevoegen namelijk dit: «Bij reglement zullen
| de bepalingen wonien vastgesteld, volgens welke
de winkeljiitt'fouwen het recht zullen kunnen
; doen gelden, van de zitplaatsen gebruik te
maken."
De urgentie van dit voorstel werd door de
Kamer onder luid applaus aangenomen.
! Kr mag dus worden verondersteld, dat de
l voor de Kransche winkeijuffrouwen bestemde
j zitplaatsen, spoedig niet meer door de klanten
j zullen worden ingenomen.
j In ons land komt, naar ik meen, de
hieri boven vermelde beweging, ooi namelijk in de
l winkels zitplaatsen te eischen voor
winkel[ juffrouwen, slechts zeer sporadisch voor. De
regeerirg heeft zich er nooit mee bemoeid.
Aan ons vrouwen du°, om deze zaak te
bevorderen; me dunkt zelfs zonder eenigen
Bond, kan deze zaak tot een goed eind worden
gebracht. Zoo wij ons slechts voornemen ni.t
te koofien bij winkeliers die zoo wreed zijn
tegenover hunne onderhoorigen en zóó weinig
voelen voor medemenschen, dat zij zorgeloos
blijken voor hun welzijn.
Liat ons den moed bobben, bij het bezoeken
van magazijnen en winkels, openlijk onderzoek
te doen en voor oi;za opinie in dezen uitko
men. Wij doen op die wij se een beter werk,
dan het oprichten van een vereeniging en
daarna het zenden va i een petitionnement aan
de Kjgeering, dat veel kans heeft als kennis
geving te worden aangenomen en ter zijde
gelegd; om over een viertal jaren misschien in
behandeling te worden genomen.
Niet van een ander vragen, wat ze zelf zeer
goei kunnen doen.
Laat de winkeliers van hun kant, zoo ze
prijs stellen als »mensch" te worden aangezien,
een carton in hun winkels ophangen, met de
mededeeling dat hun winkelbedienden ik
begrijp niet waarom de mannelijke verkoopers
niet tevens zouden mogen zitten zitplaatsen
hebben, dan kan deze quaestie, ook zonder
debat in de Kamer tot een goed eind worden
gel-id.
Maar dan moeten ook alle vrouwen die iets
voelen voor hare medezusters meewerken.
En wie zou dat niet willen? Zich ver
plaatsen in eens anders toestand !
Dit is v/el de eerste en voornaamste plicht,
die het leven ons oplegt.
VKIÏA.
Vera is wel optimiste. Zij schijnt niet te
weten, dat in ons land reeds vóór twintig
j«ar op het invoeren van zulk een maatregel j
te vergeefs is aangedrongen. Eer alle dames ;
hetzelfde willen'. ! R. \
et
/c/
niiijiiiiMiiiliiimimniiiiiHiniiiiiitiiiiiiiiiiimimiiMiiiniiiiiiiliuilill
Modes. J)K herloyin ian fiiitlterliin/L
Cltira Jiutt. ,,r>iione l-'emniitiile",
3[<jn/[roinv run j\arlowskn.
Veel nieuws op 't gebied van mode brer.gt
de maand Augustus niet. De nieuwste stolt'dn
willen harmoniearen met de temperatuur en
de fabrikanten hebben gerekend op een zeer
hooge temperatuur en leverden bekoorlijke,
sierlijke stollen, luchtig, wazig, ijl als een
blank, voorbijdrijvend zomerwolkje.
Mousseline grootmoeder sprak van
neteldoek in rijk afwisselende patronen wordt
veel gedragen. Grootmoeder droeg goedkoope
neteldoekjes met bloem-motiven in alle tinten
gedrukt in de grondstof.
Nous avons changétont cela.
De rijke beurzen schaffen zich nu mousseline
toiletten aan, met arabesken, bloemguirlanden
en festoenen uit de hand geschilderd.
Crystaline valt ook buitengewoon in de smaak.
Ein zacht glanzende soupele stof, het midden
houdend tusschen mousseline en chiü'jn. t
Crystaline ziet men veel dragen met reusach
tige bloemen geschilderd op een donker fond.
De geheel zwarte of geheel witte, de wit en
zwarte kanten japonnen met haar exquis lijne
garneering van point d'esprit blijven zich
almede handhaven onder de bezitsters van
beurzen vol goud.
Diaphane stoffen met ondergrond van ge
kleurde zijde hebben nog lang niet uitgediend.
De rokken der toiletten van foulard zijde
worden woelig gegarneerd met breede strooken
point d'esprit of borduursel. Acht of tien
strooken is niets te veel. Van den ceintuurband
tot even over de heup is de rok glad, maar
dan begint de strookgarneering. De bovenste
strookjes smal en naar onderen worden ze
steeds breedar en wijder gemaakt. De beladen
heid der rokken harmonieert met de lengte.
Om de voeten is de rok lang en druk versierd
tot struikelens toe. Niet alleen «Madame Sara
Gêne" moet zich oefenen in het loopen en
bekoorlijk wègzwiepen van hinderlijke sleepen,
wij komen allen aan de beurt.
Tailor-made costuums van wit serge wijken
geheel af van den lypischen eenvoud, van de
rigide lijnen die ons eenige jaren geleden
bekoorden. Breede tusschenzetsels op den rok
en bijpassende kantgarneering op gekleurd
zijden fond aan het mantel'je, zijn aan de
orde van den dag.
De zwart zijden boléro wordt noggedrp.ger,
maar is zeer zeker geen nieuwtje meer. De
witte of licht getinte vinden nu meer aftrek,
Boléro's van gekleurde guipure, van tij \
laken of llnweel met a jour gewerkt» bor
duursels zijn de aangekondigde nieuwigheden
voor het aanstaand najaar.
De gewone reis- of stofmantels zy'n zóó
kostbaar van materiaal en garneerirg dat zij
veel meer doen dei ken aan prachtige
avondmantels, dan aan kleedingstukken bestemd om
de japonnen te vrijwaren tegen stof en andere
ongerechtigheden die men in het drukke reis
seizoen kan oplocpen.
P que, dril, linnen en voile blijven ons
getrouw voor strandtoiletten. Vél garneerir.g
met witte of cru kant, wit of gekleurd bor
duursel is onvermijdelijk.
Geheel ongegarneerde rokken, zelfs de rokken
bestemd dikwijls in aanraking met de waschkuip
te komen, ziet men niet meer Wat een geluk,
dat er zooveel uitstekenie wasch- en
strijkinrichtingen zijn!
Houdt moed, strijksters! want
hetissmoorheet en geen enkel druppeltje van het zweet
uws aanschijns mag neergudsen op de duizende
strookjes die zich luchtig moeten kringelen
onder uw gloeiende bout en geen enkel
schroeivlekje mag uw warme plooischaar veroorzaken
in de kostbare plooisels toevertrouwd aan uw
vaak bevende vingeren.
# *
*
De hertogin van Sutherland, die onlangs
een weldacligheidsfeest gaf te Stafford-House,
wordt steeds meer bekend zoowel door haar
philantropie als door haar schrijftalent van
meer dan middelmatig gehalte. Uit haar schrif
turen blijkt, dat zij volmaakt op de hoogte is
van de worstelingen en de bedoelingen der
socialisten. Haar laatste novelle : »0üe hour
and the Next" heeft veel opgang gemaakt.
Zij coquetteert allerminst met haar talent.
Men doet haar het meeste genoegen door er
niet over te spreken. Persoonly'k stelt zij zich
op de hoogte van de bekommernissen en het
gebrek harer medeschepselen. De hertogin van
Sutherland kent toestanden en weet dingen
die voor «the upper Ten" het boek rnet zeven
zegelen zijn. Het griezelboek waarvan zij de
zwarte bladzijden liefst niet met hun blanke
vingertoppen beroeren.
* *
*
Clara Butt zegr, dat zij het schoonste en
welgemeendste compliment over haar zang in
Parijs kreeg van de weduwe van Gounod. In
beperkten kring, ten huize van een rijk
particulier, gaf Clara Butt een middag concert.
Toen zij een lied van Charles Gounod had
gezongen, trad de weduwe van den componist
met uitgestrekte armen op haar toe: »Mijn
kind, zei ze. gij zijt een echte artiste, gij zingt
met gevoel, met tranen in uw stem. O '. wat
spijt het me, dat mijn man u nooit iets van
zijn composities heeft hooren voordragen. Dank!
duizendmaal dank!
* *
*
Sedert Mei j.l. verschijnt in Milaan een
nieuw Vrouwenblad, uitsluitend gewijd aan de
belangen der vrouw en de bedrijvigheid op
feministisch gebied. De Unione Femminile
wordt geredigeerd door mevrouw Ersilia
MainoBronzini, echtgenoote van den socialistischen
afgevaardigde Luigi Maino. Het eerste nummer
zag er keurig uit en bevatte onder anderen
eenige kloeke verzen van Ada Negri.
Ada Negri het voormalige, arme
onderwijzeresje, levende in een plaggenhut met haar
oude moeder, is nu de welgestelde vrouw van
een Milaansch fabrikant. Na haar huwelijk
heeft zij de oogen niet gesloten voor de ver
wording en de armoede van het Italiaansche
landvolk waaruit zij stamt. Haar geschriften
getuigen hoezeer zij verlangt verbetering te
brengen in onzegbaar jammerlijke toestander,
door ze moedig te onthullen,
* *
*
Mejuffrouw von Karlowska, leerlinge van de
Land- en Tuinbouwschool te Marienfeld, bij
Berlijn is nu beroepen tot hoftulnier 'te
Braunfels in het Lahndal.
Mejuffrouw von Karlowska bekend en ge
roemd om haar buitengewone kunde, was
vroeger reeds een tijdlang werkzaam als ge
meente-tuinier te Braanfels.
CAPKICE,