?No. 1261 D E A ),I S T E R D A M M E R \Ar E E K 13 L A D V OOR N E D E R L A N D. Engeland niet vertegenwoordigd bij het Russische huwelijksfeest, om de aanwezigheid vsn een Boeren-afgevaardigde. JOHN BCLL (tot DE BB VCI-ORT) : »Ik kan niet meedoen, want ik hali eaa starfg-s'/al i:i de familie... m'iw al kon ik...! Dia wis wis jij toi'i esn a'iilera vont... j j' Het de Boeren thuis!" _. , . r m ji i ». ? j 7-- s ''" In de moordenaarsclub. (Xehel-p'iHcr De tncmf. (G*ran dAcbe m den l-igaro). ««=,-.- - - ? " - .?--. «^ Bij dj Dette piöliqua in Con jtantnopel. f D.f FIM. Zuricb). ?~ - - \ v : - -,: .,--#,- ^-.-':---XV -X: \ Kv - ,-- -v "^'- -r,^ -; ,' - \ ?'?v --j --* '/ . -v' / v ' >' V ,>::, \ ^J 'W- \-:;-;4 De onverschrokken Maarschalk von Waldersep, het vuur der welsprekendheid trotseerend. Lord Rosebery en de liberale partij ia Engeland. (Pandt). ?? . S;^*^'.'.--..^^1?r^ DI-: '!'i'i!\ : ',[jis'i:i!!ii ! a's ik niets k rij T, zu'len do adjeven ook Tiiet^ hebben.'' De ongelukjes b'j de Engelsche marine. ^*; i>;M:Nr HATAN i iMi^nfcletnn! ik Ltb de eer u onze nieuwe oi.ortiirüicdtr, Ce ^hceren lïobfr.g :n KitcLer.er \cor ie tteücn." De l etrzfde der roedt ille. /L>-s!ije Hl lier). ?M ; '-;' ': 'r\ ,;t^..\ ?>..-*??/-? ;\ \ ?'-' ,,:,:- >' .-'- .=-^N .,-. '"'.*- - ",,.-;?-""" ~MÜ\ ?^v'- 'V'-'f-ff/i--^ ''^ '-., i-.;t*^v,.--'-.-,/ i ^ëiï^'ïri .1 f'*S&yj'j / ~?r*,.,'/'?:>. .< ^i i;^m:^;:,^vf ^kW/^^/^P1^^ ^^ ^'^tyS-üSf' jSjj^T^^ ??, " % «v> 7, J 'ifüPg-y"'j \ '^ vYy '/ &fas.::i\ - ?""-?-." N' f\^f'~f LORD ROSEBEKY : »Ik zie wel, mevrouw, dat u in gevaar :'s, maar uit eigen beweging ga ik niet te water. Intusschen zal ik u eetige nuttige wenker, het zwemmen betreffende, geven!" FHANSCIIK MATIUHIS: ->Tiens mon ami, nu heb jfilui ook een zce-ooilog.' liuiTSCHE MATROOS: »Ja, maar alleen met ons zelf.'' FRANSOIJF. MATUOOS: »0, dat's gelukkig" iE MATKOOS : »IIam ! zou ie iets weteu van onze slechte stoomketels V' (KoH.int/ I'Ihc<i.r,l V l L heef t aan de strijders in Tramvaal .'JOOO liet inncrings?medailles uittjireikt.). Aan de voarzijle pronken zij er mee, maar aan de achterzy'Je . . . 'i