Historisch Archief 1877-1940
No. 1262
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
de afdeeling Duitsrbland van de internationale
vereeniging voor arbeidsbescherming, zich even
eens daarvóór uitgesproken, door de publicatie
van een referaat over de oprichting van een
Reichs-arbertsamtes", uitgebracht door de
heeren dr. Pachnicke en Freiherr von Berlepscb,
de eerste lid van den rijksdag, de tweede ge
wezen minibter, waarin voor de instelling van
een arbeids-departement een pleidooi wordt
gehouden.
De zaak zal dus wel eerlang weder in den
rijksdag ter sprake komen, en mistchien dat
de regeering dan de zaak genegen is... als
equivalent voor het Brotwucherzolltarif".
In een slot-artikel hoop ik te bespreken het
wbeids-departement in de Vereenigde Staten
en dat in Canada.
S.
iiiiiMmiiiiiHiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiHiiitiifun
LTTCUH
Naar Aanleiding m t
te Antwerpen.
Wellicht zulbn velen het e verdreven-streng
Tinden, wanneer ik het waa?, deze hondise
beoordeeling van deze jingste Driejitarlijksche
te beginnen met de verklaring, dat het hoog
tijd wordt, voor deze kunst- manifestaties eeu
geheel nieuwe inrichting te bedenken, zo men
ze niet eerlang wil zien prijsgeven tan
de bespotting, de volstrekt verdiende bespotting
niet alleen van alle meer bevoegden, maar zelfs
van den eersten den besten... kruidenier.
Niet in ns, ik beken het, slechts van
lieverlede, elk jaar wat sterker en zekerder,
drong zich deze overtuiging bij rnij op dat deze
haast voor Jan en alleman openstaande tentoon
stellingen een nadeligen invloed oefeaen even
zeer op degenen, die kunst ,/maken", als op hen,
die ze eenvoud:g willen lagenitter.
Genoegzaam gesticht of zal ik zeggen :
ontsticht? door het tot vaste regel geworden
verschijnsel, dat het getal maak- en
broiiwerken van jaar tot jaar toeneemt, zodanig dat
de knoeierijen en n!.ii[«!rijeu, die, iu de bloeitijd
van de Driejaarlijksctie salons," uitzonderingen
waren, eerlang bij dozijnen en eindelik nu bij
honderden ge*eh! worden; ziju ontelbare,
enigsins bemiddelde Itdiglopers van beiderlei geslacht
het //schilderen" of boetseren." gaaa koudeu
voor een soort van modesport, ongeveer even
mondain en sjiek a's het bezit'eu van jockcy's
en renpaarden of het berijden van een eigen
tevff-teuff, terwijl weer anderiii, minder bemid
delden, misltid door ... de betrekkelijk hooge
sommen, door staat, stad en publiek voor de
aankoop van allerlei scheppingen (?) van
bcdenkelike waarde besteed, alle gewoon handwerk
voor minder eervol zijn gaau houden en op
goed talie 'l uit hun anch' io sono hebben
nitgr:-proken.
Wie het niet ziet, moet ofwsl geslagen zijn
met blindheid, ofwel bel.ebt zijn met een
ongeuee^like . . . behoefte, de waarheid den nek om
te wringen: deze ten cnnstellingen gelijken op ...
een zee van modder en straatvuil, die, wiken
lang, aanzwabbeit tegea de muren van onze
openbare muzea en van de herenhuizen en hutels
van enige durjgezaaide rijkeu, om straks, als
zij aan het ebben gaat, hoogstens een zes, twaalf,
misschien, als 't lukken wil, volle vijftien of
twintig... parelen achter te laten.
Zij zijn als die Waaroihiiimcr er Mar de
laatste smaak, waar men iu de vier- of
vi,fhonderd zaaltjes duizenden vau etalages inoet
doorsm.ffelea, eer men, in die overvloed van
Bazar-Schund, van uitfchot en rebut, n voor
werp aantreft, dat de gewone goede smaak van
een welopgevoed mens vermag te bevredigen.
HlllllllllllllllinillHIlIllillllllllllllllllMIMIlllllllIlUItlIIIIMMIIIIIIIIIMIII
Grootvaders Kanaries,
3) DOOK
J. F. DE W ITT.
Ik begon zoo denkende toch langzamer te
loopen dan ik in den beginne gedaan bad. Ik
begon om mijn uiterlijk te denken opdat mijn
beste vrouw niet te onmiddellijk op mijn gelaat
zou lezen. Ik veegde mijn voorhoofd af en zette
mijn hoed terecht. Ik keek eens langs mijn jas
en knoopte die dicht. Ik trachtte een sigaar
op te steken maar mijn hand kon geen lucifer
stil houden; en ik zag ter sluik in de groo'e
spiegelruüen van de woningen waarlangs ik liep
hoe ik er uitzag. Eindelijk kivam ik tehuis.
Ik trachtte zoo gewoon mogelijk te doen, maar
ik kon niet dadelijk het sleutelgit van de
huisdeur vinden en toen had ik zoovee! moeite
om mijn wandelstok goed in den standaard te
steken. Miju vrouw zou volkomen recht gehad
hebben om even als op den trouwdag van Uuiis
tot mij te zeggen: Dat gaat niet goed, vader !"
Ik dacht er aan en voelde het diep grievende
onderscheid. Toen ik de zijkamer voorbijging,
werd de deur daarvan zach jes geopend en
het bleek dat mijn vrouw het ongewone in myn
houdirg reeds had opgemerkt.
Met een bezorgd gezicht keek zij rr.ij aan.
Is er iets, vader?"
Ik schudde ontkennend mijn hoofd, maar zij
was rnij reeds ter zijde. Zij nam mij onder
den arm en tiok mij op de canapé. Zij was
reeds ervan bewust, dat er iets was" en haar
hand op mijn schouder leggend, vroeg zij: Tel
ik na dertig jaren niet meer mee ?''
Ach! Ik wist niet hoe ik zou beginnen. Ik
kon alleen haar hand krachtig vastgrepen en
mijn hoofd schudden. Zij keek mij onderzoekend
aan en begreep niets. Eindelijk vroeg zij weer:
Is er iets in de zaken? Iets met het geld?"
Als het dat maar was. .."
Dan met de kinderen ? Ja, met wie ? Is er
iets met Guus? Is er in Indiögevochten? Niet,
dat niet? Wat dan?... Zus? Lieve God!
Kleine Zus met dien man ? O! beste goede
man, laten wij moed houden, maar ja! dat
eene, dat moeten wy weten ! En ik d:e niets
gemerkt heb. Ik heb haar alleen wat droomerig
gevonden in den laatsten tijd. Zou die man
dan toch de lichtmis zijn, die men hem schil
dert! Neen, maar toe vader, wees niet zoo
verdrietig. Ik zal naar haar toegaan en heb
maar vertrouwen. Wij zullen haar toch niet
voor niets in Gou's vreeze hebben opgevoed!"
Mijn vrouw ging heen en ik bleet alleen.
Net zoo alleen, dacht ik, als men my gelaten
Iu deze Antwerpse Driejaarlijksrhe zijn meer
rian zeven hond-erd schilderij^ n en beeldhouw
werken voorband' n; meer dan twee honderd
werden... met een beleefd »bedank-u-zeer"-1 je
teruggevonden &au de gelukkige auteurs! Va«
die ongeveer duizend stuks zijn minstens 700
het werk van een schaar Zuid-Nederlanders . .. ,
die men gerust op 400 mag bepalen, daar niet
vau alle deekeaiers twee nummers werden aan
genomen.
En die vierhonderd kunstei aarc, schilders en
beeldhouwers, hebben mis chien gezamenlik, in
bet ne jaar 1901, drie of vier duiztnd zonden
begaan, waarvan zij nu de treurige moed hebber,
ons de minst afecbuwlike ter bewondering vóór
te Kouden....
Is dat niet verschrikkelik ? Ijst, men niet bij
de gedach'e, dat, vau die vierhonderd dames ea
heren meer dan ('rie honderd vijftig nooit een
arbeid van wezeulike waarde zuilen volto'isn;
dat deze ongtlukkigen evuiwel iu de zoete
waan verkeren, qifils f nul de C art . . . eit.r aussi;
en dat zij, < eu mensenleven lang, htt spoor
volkomen bijster, al hun krachten zullen be
steden, zullen verknoeien aan iets, waar zij
de handen hadden moeten //ifhoud' u."
En is h t niet al even verschrilkehk, dat
men deze drie honderd vijftig mislukte kunste
naars, rp 's lands kosten dan noch al, in staat
stelt, het minder ontwikkelde publiek te wennen
aan al wat onwaar en omia-uurlik,
mc'odramaties en zie kel;k, pretentieus en lelik i*,
j», 0( g en gevoel van honderden b:avr,
eenv-udige mensen zo hopeloos te bederven, dat
zij straks geen van allen nech onderscheid weten
te maken tusstn wat werkdik kuutt is eu wat
er maar de schijn van heeft !
W c geen geloof wil slaan aan deze
allerverdfrfelikste invloed van al zulke
tentoonstelHngdi, neme m.iar even zekere Zuidnederlandse
dagbladen ter band m l-;ze de daarin verschenen
beoordeeliugeu over dit Saloi'. . . . Daarin wordt
alles over n kam geschoren; rijp en groen,
mooi eu klik, waar cii vals dooru-1 .gehaspeld
tot, een walgelik mengelmoes . ..; op?e;iemeld
wat gten cent waard is eu neergehaald wat
noch na jaren mooi zal heten.
Noch st,{ eJs b-boor ik tot degenen, w, Ike
het nuttig eu wtnsehk acMeu, de aniestiekti
oiigst van eeu of ander land, z; ifs van meer
lauden tegelijk, van tijd tut tijd te laten be
schouwen en er de waarde te laten vau schatten.
Ik zie eeliter niet ir>, wasr'OK liet diem n kan,
het gemeenste en zelfs sciiadelikste onkruid op
te stapelen tot berg bij berg, om dan tussen
rieze alle in op de noch onbezet'e plaatsen
hier en daar een enkele rijke garve neer te
legsen.
Een van beiden: aftchofku of hervoiinen,
-valt bier te doen. En hervormt men
dan rsd.ekaal, zonder... aanz en, van... de
pretensies vau allerlei verenigingen en kringen,
welke, zelf voor de :'/t uit machteloz:u b> s'aand'',
natuurhk op het, iu eer houden van deze ft/nifi/
\ ftiif's van louter maijiteiocslieid gesteld >iju.
Men bepale vooraf, dat van 1902--noch
slechts n honderd, of ten allerhoogste t wie
honjerd schilderijen en veertig of ten allerhoog
ste vijftig beeldhouwwerken zullen worden
toegelaten; meu vertruuwe de kitbfc doc!i benij
denswaardig eervolle taak, de ten toon te stel
len werken uit te kiezen, zo i ut aan een jury,
waarin, oi.partijdigheidslialve, uit:-.U;itrud buiten
landers zouden zete'en, inanu-n a s Isiaëls,
Mars, Der Kinderen, B&uer, Klinkt r, von Uhde,
j Cranp, Besuard, Mouet, lloaiu, e; z., dan toch
aan zulk een, waarvan alleen de a lergrootsteu
oridtr de eigen kunstenaars cu
kuust-beoordcelears zouden deel maken, mannen, die et u tig' u
oordeel hebben, het durven uitspreken en er aan
sprakelijk voor blijven,?als Mfunier, Uiiler.s,
Heyman*, Clau^, ISaertsoen, Roost'?, Picard,
Maus, V f riant, lymonuier, Scnbe - en men
schrijve, uit overmaat van voorzorg, er noch
bij voor, d;it er zal nota gehouden worden van
al de uitgebrachte steiumingen, van elk Ja eu
neen van ieder lid.
Het is mog'lik, in de tegenwooidige
,,Driejaariïjksc/ie" evenals in alle vroigere een vijftig
had toen het kindje moest geboren worJcn en
nu als toen bad ik, dat ais de smarte kwam,
die ik vreesde, dat wij dan steun mochten
vinden in het vertrouwen dat onze
menschelijke moeilijkheden even als al het aardsche
slechts van tijdelijken aard zijn.
En toen kwam mijn vrcuw terug en in haar
arm voerde zij ons kind met zich. Moeder en
dochter hadden geweend, maar zij hielden bei
den het hoofd omhoog.
Mijn vrouw zeide: wij moeten van avond
eens ernstig sproke)1," en (oen heb ik mijn
kleir.e meid nog eens op mijn schoot genomen
en heb ik haar toegelluisterd: zeg maar niets,
zeg maar niets. Wij zuilen later wel spreken."
En dankbaar in het diepst van mijn nart, zoo
veel mogelijk g kalmeerd, zijn wij aan tafel
gegaan om het middagmaal te gebruiken opdat
i iemand dor dienstboden ook maar zou kunnen
bevroeden wci'k een hartverscheurend leed ons
gezin bedreigd had.
's Avonds hebben wij ernstig gesproken. Zus
hè, ft hsar geheele hart voor ons uitg, stort en
haar bekentenis klonk zo overtuigd dat we
hevig er door ontroerd -werden.
Zij zeide met haar lieve stem : Ik heb hem
lief. Hij is de grootste met-ster dier; ik ken. Zijn
geest is te ina.ch.tig voor deze aarde en ik 7.011
zijn s'aviu willen zijn orn hern te dienen, als
ik wist dat het hem helpen zou om het
aardSi-he leven te draden. Ik zou rr.ij r. hartebloed
willen geven als ik de vlam van zijn machtig
talent t r mee voeden kon ; ik zo;i aan ziou
voeten willen liggen en .'.erven als ik zijn
kuristenaartziel er mee r.idden kon t"
En elk woord van baar, die wij schertsend
moeders dweepstanj;'' hadden genoemd, was
een geesel voor mij bij de v;aag, hoe hebt gij
uw verantwoordelijkheid voor dit kind gedragen ?
Ik begreep, dat al was ook het ergste niet
gebeurd, wij voor een ernstig geval stonden.
Zelfs in de meest eervolle verhouding staat een
vader zijn achttierja'ige niet gaarne af' aan
een man, die niet ver van de vijftig is. Maar
als de verhalen, omtrent hem loopende ook
slechts gedeeltelijk waarheid bli ken dan scheen
ik toch nog op het juiste o "gen blik de ernstige
waarschuwing ontvangen te hebben.
Ik wilde nu echter niet te ver gaan. Ik vroeg
zoo kalm als mogelijk was of hij mijn kind te
huwelijk had gevraagd en ik kreeg tot antwoord,
dat er alleen sprake was van veresring, niet
van liefde.
En toen heb ik weer, zoo kalm mogelijk,
gezegd, dat ik mijn kinderen altijd vertrouwd
had, zooals ik hoopte, dat zij mij vertrouwden ;
dat ik nooit dankbaarheid had verlangd omdat
zij mijn kinderen waren, maar dat ik meende,
dat de kinderen den ouders worden toever
trouwd als de grondvesten waarop de toekomst
der maatschappij berust, en in dien zin heb ik
ons kind gevraagd of zij mij, om de
veranta honderd doeken en ren vijftien a
vijf-entwintig staluëtten eu groepen uit te kiezen,
die... g'zanienlit, het een al krachtiger dan
't ander, Laluiirlik, een levend dokumeut zouden
uitmaken van de kennis van de kunsvbewegii.g
iu 1901.
Verspreid, verloren onder en tussclif-n die
meer dan 700 nummers van r u, spreken die
b tere dingen... hoegenaamd niet luider; zeg.
gen en doen zij rret meer dan . .. b.v. het slot
aria uit Loheiigrin, gezongen door een Ermst
van Dijck te midden van het liennikiu, balken,
loeien en . . . knorren van allerlei gei ie,rte op
de veemarkt. . . .
De deeli;(rners aan onze algemcene salons
zijn zoo talrijk, dat men, in geen enkele , tad
buiteu Brussel, een gebouw bezit, groot genoeg,
om ... al h t ingezonden werk te bergen.
Ik zei al, dat meer dan 200 broddelarijen
dit jaar geweigerd werden. Echter niet uit . . .
eerbied vcor goede smaak of ware kunst; in
werkelikheid omdat, er plaats was voor 705
nummers, niet van 900 of 1000 l M!
Voor honderd vijl! is;, twee honderd, zelfs
drie honderd stuks vindt, men overal plaats
zeifs in kleinere steden als Brugge, Leuven,
Mecbeler, ustende, Kortrijk. Men vindt er
plaats voor, zelfs ccn veel ruim re, bijge
volg O', k voordeeliger plaats. .. . Nu hangen
er soois twee eu drie doeken boven elkander
en noih raakt, de eeue lijst de andere. . . Een
iu'Zf/T-iutstal'iiig, smakeloos,ordeloos, gemeen,
?LO dioltig gevolg van . . . een al lui^ verouderde,
onoordeeituudige inrichting.
En noch met eeu andere kwade gewoonte
moest, mi u eindelijk voor goed afbreken.
Van de buitenlandse artiesten nodige, men alleen
dn genen uit, van welke men bij voorbaat weet,
dat zij heus f-a eerlik kunstwerk zullen
inzeml'ii. Vooral vau ovr de grens mag het
slechte voorbu-ld niet. komen; dat werkt nog
verderfeliker dau het door laadgenot'n leif
gigevenr.
Waarom i-, dit, jaar, de ianse afdecl:ng
zo bizonder zwak eu de Duitse integendeel
bttrekkelik zoveel meer belangrijk f e Kransen
zonden, wat. zij zelf i'.oeivoudfii; de Duitsers
zouden, wat de fc.'Jiider van Lrempuïter, die
ben a;ing uitnodigen, hen ranzosht, beschikbaar
te stellen. La pffine esl l'cite!"
Sedert net Hulon geopend ncrd, doorliep ik,
j met Let not.abuekje in da hand, een liaif dozijn
kceren de twaalt ;\ tbrtiin za'en, wt;lke h;;t
omvat, eu noch voelde ik mij n i e i; gixirongen,
l over meer d;ui ei n twintigtal artieste::, //miju
j indrukken op te tchrijien."
Meer dan twintig vind ik er uit, van welke
ik stoulwic'i durf gilirgen, dat, zij
veitege:.woorf.'k'd zijn door '.verki l k eigun, tevens
werkeiik l('cen:t,lt'i"nsrni,hai.tf werk,'Uu met werk, het
welk liet bewijs h vert, dat zij er naar ge s'recfd
hfibben, iets nieuws te voegen bij het wi rk van
hun voorgangers; dat zij z ch niet tevreden
hebben gesteld, voort, te teren /// uu e, c, '""'ij/ie i;l
op al !a>ig gi.vouiitu ui'kr.nisi.rn; t-ind'iik
dat zij R's van zicüztif en iets v;-.u hun tijd
hebbtii willen u:td ukken ia eui beeld.
Aan deze drievoudige eis brmntvooiden, dunkt
mij, liet best; iu de (uu'.irsc/iil'brmg wijlen
Aibrec'.t rie Yruiult,, ,1-ikub viiits, Kuirern
L'iermaus, August LÓM'que, L-JO vau Ak-n;
in landschfp, interieur en marine, Afnaai .Inzef
lli Yinaii'J, rvuiel Claus, l'raiis Hens,
t'raut-C.iuri'n", Verhaeren, van Leginput ten, Geo ernier,
Hud. U'ijtsmaü, llendiik Li.yten, vvijloa Bii je,
wijlen . ., alt har.-< n f h r r'e gee>i... w ijlei; T-ir.oduor
V erstraete, wij h n E-'( r t Lurock ; 'er «ij l -k, wat
verder gaanje, noch a;s virdiei,i-tfl:k kan ver
melden het werk van Debunt-ii, Vir''.vde»,
Marcette, (iilst.-ul, l'erd. Willaeit, llauin.ti-iu,
l-Vasijn, Kan:l Boom, de Jan.-, (i.iu-.-cloos,
(jabriel Mix Stevens, Hlifck, C >; p i s, Hendrik
de Siuctb, L>'yo'.ans, Crui'ner, Turdeur,
Tremerie, van den Eeckhoudt, mij. Mncotte,
nif-j. de Hem, mei"-. Julia vVijtsuian, K.lmoud
Virs'raeU-n, l'itt Ytrbaï-rt,, \\ rbruggeu,
Carpen'ier.
Noch schraler is ? wat tlutyl onder de
beeld'iouweiijen. Meunier, Rousseau, Diilens,
woordelijkheid mij opgelegd, beloven wilde den
mau niet meer te ontmoeten vóór ik met hem
gesproken hal. En dat heeft Zus mijn vrouw
en mij beloüfd.
Voor (Ie men-cher, d'e onze gewoonten en
onze levenswijze kenden hebben wij ons dien
avond daarf.an gehouden. Om elf uur heeft de
oudste dienstbode aangei'lopt om te vrage.n of
er i.og iets gedaan moest worden. Mijn vrouw
heeft kalm geantwoord: Dank je, Dientj?,
jelui kan naar boven gaan." Een half uur later
heeft Zus ons goeden nacht gekust. Ik heb haar
over heur haar gestreken en gezegd: Dei;k
om je belofte," en moeder heeft haur kind in
haar arm genomen en haar toegevoegd : ., Je
mag niet olijven opzitten, hoor, je moet je
best doen om te slapen "
En toen heb ik. zooals ik dertig jaren lang
geda-m had, de deur op het nachtslot gedaan,
de lichten uitgedraaid en ben met inij'i vrcuw
ook naar boven gegaan.
Het huis moet er van 'uiifensl' even kalm en
rustig hebben uitgezien als aitij'i, maar voor
vader en moeder was er nog geen rust. Eerst
toen alles stil was, toen geen aici s'b,;de, f.cen
bezoek ons meer kon overvaller', ge.oeWen wij
ons veilig om uit te s; reken ?, at ons op het
hart lag. \Y(-rkHiigiili>k hadden wij ors
gtdoeltelijk uitgekleed en daai zaten wij toeu. Wie
ons bespied had zou vermoedelijk gelachen
hebben om het paar: het meneertje met
afgHjdende breteN, il e welgedane vijftigjarige vrouw
met het grijzende haar in strengel'jcs onder
een nachtmut.-je maar wij dachten niet aan
ons uiterlijk, wij waren geheel het ouderpaar
bezor6d cm het lever..'.geluk van ons jong-te
kind.
De groote vraag was wat wij konden doen
om ons kind te beschermen zonder dat hai>r
raam genoemd zou worden op de wijze als ik
dit van anderen in de sociëteit gehoord had.
Zus mag dien man niet weer zien," zeide
mijn vrouw. Ik ben zi kor dat zij haar belofte
zal houden en geen moeite doen om hem te
ontmoeten zonder ons goedvinden, maar wij
kunnen niet, zonder dat het in het oog loopt,
overal met haar meegaan, en wie weet, waartoe
die man in staat zal zijn als hij zijn zin:.en op
haar gc-zet heelt.''
Het beste is," meende ik, dat ik naar hem
toe ga en met hem spreek. Ik zal hem zeggen
dat hij ons kind met rust moet laten."
Zou het helpen," vroeg mijn vrouw. ,,AIs
hij een fatsoenlijk man is, ja ! in dat geval zou
het gevaar op zichzelf niet groot zijn. Maar als
hij een slecht mensch is, zal hij dan raar je
luisteren ?"
Daartoe zal ik hem -wel dwingen,'' riep ik
met mijn heftigheid van voor twintig jaren uit.
Mijn vrouw zweeg een oogenblik en kerk strak
voor zich uit. Ik volgde haar blik en zag nu
in den spiegel mijn beeld van bejaard heertje
in overhemd en bretels en ik werd norsch toen
de Hacn, Baudienghien, Lévêque, Lagae, Dupon,
Mast, Saniucl, Lambeaux, en wellicht een paar
anderen zouden werk, dat boven de middel
maat blijft.
Had men er zich toe beperkt, naast en met
de inzeiidicgen van deze artiesten, een drietal
schilderij) n uit de Hollandse, vijf of zes uit
de Franse, en, eiudelik, achttien a twintig
uit de Duitse afdeling ten toon te stellen, dan
had men wellicht iets pedaan, om het enig
mogel.ke, immers ec'g intellektuet-1 doel van zulk
een manifestatie te bereiken, iiamelik ; langs
aausehouwelike weg bij te dragen tot loutering
van de irg bedorven kimstsmaak van publiek,
critici en kutistcnaars.
TOL DE MOST.
Bouw en Siertat.
Ik weet niet of de inhoud der laatste
Jtflevering van Bouw en Sierkunst Revue
bimestrielle de l'Art Antique et Moderne (waarom
dat Fransch er bij ?) nu wel geheel en al
binnen de grenzen ligt van wat dit tijdschrift,
blijkens ?ijn titel, beoogt te geven. Van Sier
of Gebruikskuntt kan er geen sprake zijn:
't zijn verscheider.e reproductie's in lichtdruk,
(en uitmu t'iid!) van voortbrengselen der oude
Egyptische beeldhouwkunst. Ook niet ala aan
hangsel van Bouwkunst, vallende dus onder
de rubriek Bouwbeeldhouwkunst, waarover
de leze; s van dit blad nu pas op zoo luide
wijze de klok hebben hooren luiden (al weten
misschien nog niet allen wasr de klepel hangt)
kan deze serie beek'en beschouwd worden.
Een bandeioosheid van deze soort echter,
willen we gaarne over 't hoofd zien, als
ze de oorzaak is, dat ons een keur van
dingen te aanschouwen wordt gegeven.
Win wjet of van lieverlede de ingedrukte
omslag-versiering niet geheel vervaagd en
daarmede de letters van Bouw en Sier
kunst. (Een aantrekkelijkheid verschaft hè* kaft
i;u al voor hen, (iie de scherpte hunner oogen
willen beproeven ; laten zij eens lezen het,
bezwijmende onderschrift [), Vroeger, toen het
tijrUcarift de Tuin r.og in zijn kortstondig
bestaan wa«, hol) ik reeds den wensen geuit
naar de verschijning van een uitgave, die re
producties zou inhouden van kunstuitingen uit
alle tijden, op universeele wijze. Zoo ongeveer
ah de kinsskher Büderschafz, die 01 ge
lukkig heett opgehouden te be taai, -- maar
dan uitgebreider, omvattende alle takken der
beeldende kunsten. Da ti kst zoo beknopt
mogelijk; voor alles, zelfs \6\ir hyt betrachten
van systematische rangschikkirg, of' chronolo
gische ordening, zou het er op aaa komen,
welke keiu er u_iu't gedaan worden uit den
overvloed. Kn in dat opzicht z ui er aan het
voorbeeld de Bilden-chatz" wel wat te ver
beteren zijn !
liet hoofddoel zou zijn te doen zien, zoo
veel en zoo verscheiden mogelijk. Dat or.be
lemmerde grasduinen op de uitgestrekte velilon
der kunst, zal telkens nieuwe prikkels hebben,
tot verlenging van de fxcursie. M ar de
leiders weten dan wel waarom zij hen herhaal
delijk langs and-re gangen het veld inbrengen.
De grasdiüners ?ullen zich daar aik-ngs gaan
orienteoreii, en rian komt van zelf de wensch
tot nadere verkenning van het terrein in onder
linge ligging en tot het stellen van de bakenen.
Daar z.jn er jjnnofg, die rog niet kunnen lezen
en ree is aan 't letterschrijven willen gaan.
Z:>o wel ergen-ls, d.iu is iie'. bij e kunst,
dat uit hut gonot de kon; is moot geboren
woiden; het la^ttte tot verhoogir.g of veifijning
van het eers'e.
In di zo i llsvering van BJUW- en Sierkurist
nu, wordi-n ons inoo.'e dingen te zbn gegeven.
Daar zijn bceli'lje-i, zooal.s <le zittende mannen
figuur, die in zijn stres-ga geslotenheid van
symetrische vormen, het i<iiponeerende karakter
vau die inde kunst steik doen uitschijnen.
Dan een beeld van Horui met havikskop, dat
voelbaar doet zijn, wat er gestoken moet liggen
in een stai.il!>«-ld bij zijn monumeutalen
aanik dacht aan den eleganter, slanken aitist. Ik
begreep waarom myn vrouw zweeg.
Vader,1' hernam toen miju vrouw, en zij
nam mijn hand in de hare: Als wij ons
tot dien man willen wenden, moeten wij zorgen
dat er niets opzienbarends in ons doen is. liet
schijnt dat zooveel menschen dien man huldigen.
La:en wij het ook gaan doen. Wat zou ervan
te zeggen zijn, als wij hem zelvon eens voor
een diner gingen uitnoodigen ?''
Ik keek mijn vrouw verbaasd aan.
Ja, vader, kijk eens hier. Ik wou dit doen.
Ik wou, dat wij samen naar dien man toegin
gen. Het is mogelijk, dat men dit opmerkt en
dan zal er gevraagd worden, wat wij bij hem
moesten doen. Jv'u, dan zeggen wij, dat wij een
diner willen geven, te zijner eer en dat -wij
zelven hem hebben wiilen vragen."
En r"
Wel, beste, als hij er.n fatsoenlijk man h
dan vragen wij hern weikelijk en zulkn wij
eens ernstig met hem spreken, en is hij een
slecht mei-tch, rian hebben wij het volste recht
van 01 zo diiierplarnen af te zien en hebben
wij meteen een reden om openlijk te zorgen, dat
ons kind niet m^er rnct hem in aanraking
komt."
Ik moest waarlijk glimlachen.
Waarom lach je, vader V"
Ik zei zoo iets van der ('uiven or.schuld <-n
der slang»i; list, g.if noijn vrouw een zoen en
deed het voorstel te gaan rusten. Kn na korten
tijd sliep ik waarlijk in vol vertrouwen in het
plan mijner vrouw.
Den vfilgerden ochtend deelden wij zus ons
plan medo. Zij was kalm. had baar gewone
frissche kleur, keek alleen wat ernstig.
Ik vroeg i og eens: Heeft die man ja zoo
bekoord V"
Zij antwoord 'e : Hij heeft rnij niet bekoord.
Hij heelt mij niet het hof gemaakt. Ik heb hom
ontmoet en gevoeld welk een jroot van God
gezegend kunstenaar hij is. Wat is mijn leven
bij het zijne vergeleken 't Ik een meisje zooals
er duizenden zijn, en hij een man zooals er
geen twee op de tienduizenden zijn. Zijn naam
zal door de eeuwen leven en de mijne is geen
honderd mc-n-schcn bekend. Al had mijn leven
geen ander dor:l dan hem voor korten tijd ge
lukkig te maken, wat zou dat dan een wijding
aan mija leven geven !"
Ik liet, wat ik een tirade noemen zou, voor
wat het was. Ik legde mijn hand op het dikke
blonde haar, dat mij zoo aan mijn vrouw her
innerde, en ik herbaalde, zooals ik den vorigen
avond gezegd had, dat ik van mijn kinderea
als vader geen dankbaarheid eischte, maar dat
ik het werk var. bijna twintig jaren niet op
eenmaal verstoord wilde zien.
Ik heb alles gedaan, ik heb je alles laten
leeren," zeide ik, om je in staat te stellen
tot een gelukkig leven te komen, om een ge
lukkig huwelijk te sluiten. Jij mag in geen geval
dat alles opofferen aan een man die de waarde
blik; hoe dat zijn onafhankelijkheid kan hand
haven; het masker van een Pharao-top, en een
geheel Pharao-beeld met gestrekte handen, die
ons komen overtuigen tot welke hooge bescha
ving van techniek en diep vormen-gevoel de
kunstenaars uit dat vroeg tijdperk reeds ge
raakt waren; een gedeeltelijk naakt vrouwen
figuur komt die ir druk nog versterken.
Deze zijn dan ook de meest belangwekkende
exemplaren uit de serie; ik kan daar nog bij
voegen een ba?-relief, het beeld van Iris m. t
haar zoon Horus, de groep van twee vrouwn
en een knaap met iets geweldig-expressitfs
in de koppen, en het mystieke beeli'je:
iiaphioonemes. Maar om dan een aarme king te
maken, in aansluiting met de wijze van een
uitgave zooals hierboven bedoeld werd, zo'i mij
in plaats van de overige de keus tot andere
specimen der Egyptische kunst meergewenseht
zijn voorgekomen.
Bijv. de Schrijver ait het Louvre lijkt nn
toch nog belangwekkender dan deze uit Leiden,
en het hoogst-karakteristieke houten beelflj^,
Famkémis ik bier zeer ongaarne. En als h t
dan toch hoofdzaak is, de oogen te doen ope'
gaan voor de wondere kracht, die tchuilt in
de kunstuiting van dat primaire lijilvak, waarom
dan eens niet den weg doen wijzen door ecu
weikomen gids, en er eenvoudig by'gevoegd een
reproductie van Bauers' imposante teekenirg
de Sphitix".
't Kan de inzichten verruimen van een enkele
keer eens te doen zien door de oogen van hen,
die werkeb,,k aanschouwen. Dat zou als e-: n
bemiddeling kunnen zijn tot een meer
genwe;izaam-rnken.
W. S.
Teiitoonstellii m Oost en lest,"
IL'
Bespraken we een vorigen keer in het, bij
zonder de wtefsils en batiks, de gloria o::zer
archipe', voor hen bij wieu een ^evot-1 vour
sc'.ooiihuid nog niet is ui'gedoofd iu deze tijd<-u
vau wansmaak en btdro.;; die, prachts'u.-. kr-u
u,t A j;h, Bdi, de VorsteiJandf u, die gt-t u'iroi
kuniieu vau de enorme kunstontwikkelinïder
bewoners onzer K Lu iiv. ; thans wilicu wr nog
met een enkel woord terug komen o;> teu
an.iere tak van kunstiudi;strie, dis door vela
voorbeelden ons weder dien aangeboren zuc';t
tot versieren, gepaard aan een onovt rwinnehjk
geduid en volhardim?, van den iiiland rdoetzin).
De hier gi exposeerde O jst-Istdisciie tm-ubelen
waarvan w;> ei-u groot gedeelte, de collectie vau
])r. OosterL' il' r; cfU vroeger za;e», maar die
nu, bijgestaan door de inzendingen van .\!evr_
Loudon, Mevr. G-tilo:s, de hivr J. O. Kniv-müu
e. a. eea vollediger bfi<-H geven van de/r., ;eer
speciale kunst; zij doei1, als zooviel scho-.ms
dat vau uit die verre gewesten i r.s hert ik', d:;
minde,1 heid van den Eur^pj^eMen vv.Tkri'iin 'r
duidelijkste trevoe'en. U'aar vindt me;; ff u iitrA'
in de arbeid, die tijd nog moeite ont.iift, r.m i;;
het harde ebb,1;:- of tatiju'.out zulke verkering' n
te snijden, en ai nioje de economische tot s'a d
\an den inlander dan ook niet <.:e: eel !e
??("?gelijken ziju met dien vau den Eari-pi.-Lc'ii'u
werkmMi, tcc!i 01 t brei kt den laat,-te alle ze
fst.andig gevoel voor sehooiilieid en liefde voor
zi»ii werk om hi:t weik-z-lf.
Maar niet alleen de werkman, lie'a-s zij, Al:;
hem tot vo' ilichtii.g moeten dienen in d e/: e
tijd n v a n n c'&m'.-nieuwigheden en iirxleri c
kuns kwak.'aivern, /ij die aan oud'rwr>-h.i !c' ?
tii gen d( n aa:^t:i!y;iien werkman het oi.iu rsc:.:cM
moeten doen kennen tus.-cheu go; d en kw.iad;
ook zij tasten nog zoo vaak mis en zien de
modernste, uit Belgiëen Du tschiand aa: ge
voerde oppervlakkigheid, voer liet ware aai', ; n
waar liunue aspiraties niet zoo verre rfikt.ru,
daar blijft dan ook het, schoonheidsgevoel uch
bepalen tot wat eeu twintig j^rcn ueied- u vo'.r
raoo\ werd annjejiei!, en is er van eri
stig-/e.fstandig zoeken gee;i sprake.
Maar om thans tot onze meubelen terug !c
keeren, moeten we, missclüen ten spijt, vau velen
llllllllllllltlttiHIIIIillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIII
er van niet bestft. Ik wil r.u aan nieta anders
dan aan een huw» lijk tustchen jou en dien man
denken. En ik heb daartegen twee bczwan-n :
het verschil in leeftijd en zijn positie van
wereldberoemd, aangebeden kunstenaar. Ik wil
voor mijn kiiid een bescheidener maar meer
standvastig geluk! En nu weet je-dat. je moeder
en ik met hem gaan sprekan."
Zua naa mijn hand, legde er haar war g
tegen en zei alleen : Wees u i Jet te hard
tegen hem."
Denzelfden dag even na de koffie lieten wij
van den stalhouder het coupéje komen dat
mijn vrouw en ik gewoonlijk gebruiken als wij
vidtes gaan rijden en wij lieten ons brengen
naar het hotel waar de musicus en pension
woonde.
Wij lieten ons visitekaar je boven brengen
en werden dadelijk ontvangen.
Ds kunstenaar kwam ons op de meest hof
felijke en inneaiende wijze tegemoet. Hg maakte
dadelijk weder eeu hoogst aangenamen indruk.
Zijn omgeving was rijk maar niet weeL.'erig
ingericht, kostbaar maar i.iet schitterend. Er
was in zijn salon een bedwelmende geur van
bloemen. Bloemen waren in vazen op der.
tchoorsteenrand gezet, bloemruikers prijkten
op tafel, mandan met bloemen stonden op
co:.soles bij de hoog opgeschoven vensters en
kransen met bloemenlinten hingen aan de
stoelruggen.
Het blad van een bureau ministre lag vol
brieven en correspondentiekaarten in alle kif
uren, m.t vergulden randen, en de opengebroken
enveloppes, de meesten met monogrammen,
sommigen met wapens waren hier en daar ver
spreid, zooals zij den man, die ze ontvangen
had uit de hand waren gevallen, als kleurige
vlinders.
En te midden van dit alles stond hij, rustig,
voornaam, gekleed in een licht grijze pantalon
en een fluweelen jasje, een glimlach op zg'n
wel besneden gelaat.
Wij namen op zijn verzoek plaats op een
sofa, hij zette zich voor ons bij zijn schrijftafel
op een bureaustoel.
Toen was er even stilte.
Dan zei ik hem in zijn eigen taal en lij
maakte een lichte buiging om voor die beleefd
heid te bedanken dat mijn vrouw en ik zijn
hoog talent grootelijk waardeerden; dat wi'
ons gaarne aansloten bij hen, die hem als den
vaa hooger hand gezegenden kunstenaar hul
digden, en dat zijn bezoek aan onze stad een
onvergetelijken indruk zou nalaten. Ik zeide
verder dat het ons aangenaam zou zijn, wan
neer hij ons de eer wilde aandoen ons te be
zoeken en aan een diner aanzitten, dat wij
ons vo. rstelden te zijner eer te zullen geven,
maar dat ik hem eerst eens wilde spreken
over de wijze waarop hij met ons kind had
omgegaan.
(Slot volgt.)