De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 15 september pagina 5

15 september 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1264 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO R NEDER L A N D. laten rakken, dan zjjn er nog andere Universiteits- koninklijke- en bijzondere biblio theken, zelfa enkele personen in Amsterdam of Dordrecht, die het zich tot voorrecht zouden kunnen rekenen hun naam voor goed aan dien van Vondel te verbinden-door het aankoopen der verzameling en die te maken een onvervreemdbaar goed voor allen. Het komt er op aan, dat n man het initiatief neemt, hetzij de wethouder van Onderwijs, de president van het O udheidkundig genootschap, de president der Koninklijke Maatschappij van Kunsten en Wetenschappen, de president der Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer, allen te Amsterdam, of de voorzitter van het bestuur der Maat schappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden, of de hoofdbestuurder der Universi teitsbibliotheken te Utrecht of te Groningen, enz. Die eene man ontvonkt de harten zijner medebestuurders! Als allen blijven zitten, valt ras de sluimering. Er moet moeite ge daan worden, niet door het schrijven, van koude brieven alleen, maar voornamentlyk door persoonlek optreden. Misschien ... misschien... zonden er te Amsterdam of Dordrecht, rijke kooplieden of kunstverzamelaars zy'n om te doen wat van stadsbestuur of geleerde lichamen verwacht wordt. Als Amsterdam nalatig bleef, en de Universiteitssteden, en den Haag de verzameling lieten gaan, zou eene aansporing kunnen gedaan worden by' denzelfden vaderlander te Dordrecht, die kunstschatten verzamelt, en, uit liefde tot den Hollandschen stam, voor de Boeren het huis der gedachtenis en der heugenis naar Dordrecht heeft overgebracht, om de geheele schat tegen zy'n goud te doen opwegen en Dordrecht de blijvende eere te schenken : te hebben het schoonste monument van 's Land» oudsten en grootsten poëet. Vondel behoort in zyne werken aan het vaderland. Het vaderland, de hartader van het land. Amsterdam, bedenke dit, en late de nalaten schap van z'n groote zoon niet gaan naar vreemde landen. Het overwege, het neme ter harte de slotsom, waartoe dr. G. Kal ff, hoogleeraar aan de hoogeschool te Utrecht, komt in eene: studie over Vondtl's leven: In het licht te stygen >tot waar al zielen schitteren" dat was Vondels verlangen gedurende zy'n leven op deze aarde! On voldaanheid met deze wereld, zielszucht naar hooger, reiner bestaan, kenmerken den besten van ons geslacht, hebben ook hem, zoolang hu onder dit volk geleefd heeft, vervuld, beheerscht, vaak gekweld. Het rijke leven van zijn tijd heeft hij medegeleefd als weinigen. Beter dan de meeste andere groote Nederlanders dier dagen vertegenwoordigt Vondel zijne eeuw; in zijn leven en zijne verzen weerspiegelen zich de geschiedenis der wereld, van Nederland, van Amsterdam, de godsdienstige stroomingen onder zijn volk, kunst en natuur, zooals men die toen beschouwde. Op zijn naam ligt geen vlek; reinheid, adel, eenvoud, kracht en schoon heid kenmerken zoowel zijn leven als zyne poëzie. * * De Verzameling komt Maandag 11 Novem ber 1901, te zeven uur precies, onder den hamer in het verkooplokaal van K. W. F. de Vries te Amsterdam, De verkooper zal, voor hij ieder nommer afzonderlijk verkoopt, de geheele verzameling in n koop by opboden afslag ten verkoop aanbieden. Moge de verkooping niet tot stand komen, en dra de nieuwsmare gaan: Hartkamp's Vondelverzameling blijft voor Amsterdam, blijft voor Nederland behouden tot nut van 't algemeen. Hartkamp's verzameling is een zeer rijke, Dat getuigt de Catalogus, met zorg en kennis gemaakt door den zoon van R. W. F. de Vries. den dokter in de letteren. De catalogus voorzien van Vondel's portret bevat niet minder dan 835 nommers op 96 bladzijden, en heeft de volgende afdeelingen: imililllliniiiiinuiiuiiiniimmii mimmnnnmimnliiiimilmnimmiimmiii H nmiimimimiiiiimimiimmimmmin 1111 u m u iimmini iiiiHinniiMiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiliiMiiiiiiiiiiiHiniiMiiiiiNiiiliiiiiiMMiiMiliiiiiiitiiiiiiiiniiiiiiiiniMiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiifiliMiiiiiiiMiMiiiitiiiiiiniiiitiiiiiiliHiiliiiiriiiii liiilliiiiiiiiillliiiiiiiiniiliiiiliiiil minimum imimmiiiimmiliiimmillim mul minimum mi mum iiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiMiiiiiiiMiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiimilnniim iimiiiimmi mimiiimmiiiimm nul m mm iimnniminimmmminimi i m Trometijke ambtenaren bühet geyanpiswezen. Een beroep voor beschaafde vrouwen. Het gevangeniswezen voor vrouwelijke gefangenen heeft in de laatste 10 jaren eene aanmerkelijke verandering ondergaan. Tot voor weinige jaren werden de hoogere posten bij de gevangenissen voor vrouwen, Uitsluitend door mannen bekleed en voor de lagere betrekkingen door de directie vrouwen vit het volk gekozen. In kleinere gevangenissen Werd by vrouwen en meisjes de dagely'ksche oipierdienst dikwijls verricht door onderge schikte mannelijke beambten. Thans wint bij de autoriteiten het denkbeeld, Trouwen aan te stellen bij vrouwelijke gevan genen, hoe langer hoe meer veld, zelfs de hoogere posten door vrouwen te laten waar nemen en voor de lagere posten vrouwen te benoemen, die voor het zware beroep, waarop eene groote verantwoordelijkheid rust, de noodige opleiding gehad hebben en zich aan Oen examen hebben onderworpen. De humani teit gebiedt dat men de schuldige vrouwenen meitjjes niet alleen de straf laat ondergaan, maar dat men tracht haar gedurende de gevangenschap onder invloeden te brengen, die haar opheffen uit haar moreel verval en haar tot steun strekken in haar verder leven; men dient de vrouwelijke gevangenen, door haar onderricht te geven in een of ander vak, in de gelegenheid te stellen, na haar ontslag uit de gevangenis, op fatsoenlijke wijze haar brood te verdienen. Voor vrouwelijke gevan genen, die tijdens hare hechtenis praktisch onderricht genoten hebben in een of ander vak, kan men gemakkelijker werk krijgen; de vereenigingen, die zich hiermede belasten, zy'n met succes werkzaam. Op deze wijze vervullen de gevangenissen een grooten socialen plicht, z\j helpen de gevangenen uit nood en ellende, ZÜleggen bij haar den grondslag voor arbeid en helpen daardoor tevens de maatschappij *). Aan de maatschappij kan geen grooter dienst beweien worden, dan haar de gevaarlijke elementen verbeterd terug te geven. Onder de gevangenen zijn er altijd eenigen, die voor verbetering vatbaar zy'n, en die alleen door nood en ellende, door de slechte opvoeding en omgeving van jongs af aan tot een misdadig leven werden gedreven, tot wie nimmer een hand ter redding is toegestoken en die eerst in de gevangenis die reddende hand hebben ontmoet. Dat beschaafde vrouwen de aangewezen personen zijn, om op vrouwelijke gevangenen een moreelen invloed uit te oefenen, ligt voor de hand. Wetgevers en geleerden hebben ten allen tijde deze zienswijze gedeeld. Reeds Jnstinianus was van oordeel dat vrouwelijke gevangenen niet onder mannentoezicht mochten staan, maar door vrouwen streog en vrij be waakt moesten worden. Toch is men eerst tegen het einde der vorige eeuw begonnen dezen maatregel in toepassing te brengen. Ook in de verbeterhuizen is men voornemens de posten en zelfs de hoogere ambten in vrouwen handen te doen overgaan, 't Is nu een overgangstyds. De duitsche regeering heeft met de aanstelling van vrouwen de beste resultaten verkregen en het is te voorzien, dat met der tyd de betrekkingen by het gevangeniswezen hoe langer hoe meer in vrouwenhanden komen zullen._ De reorganisatie der vrouwengevangenissen is van het ministerie van binnenlandsche zaken uitgegaan, en de vrouwengevangenissen te Breslau, Keulen, Halle en Siegburg zy'n model inrichtingen. In dezen overgangstijd is het natuurlijk wenschely'k dat degelijke, in alle opzichten bekwame vrouwen voor directrices gevonden worden, vrouwen van energie en ontwikkeling, die de zware taak met strengheid maar tevens ook met een liefdevol hart ver vullen. In hare handen berust ten deele het wel en wee van bonderde gevangenen, van ongelnkkigen, die tijdig aan eene goede leiding toevertrouwd, niet geheel verloren zy'n. Een der directrices, die sedert tal vanjaren werkzaam was aan een der groote strafinrich tingen, schreef mij: voor de betrekking van directrice heeft men iemand noodig met bij zondere gaven. Er heerscht, helaas! een zeer oppervlakkige meening over de vereischten aan dit beroep verbonden. De directrice moet een degelijke kennis van administratie hebben, maar alleen zy', die tevens opvoedkundige is en elke gevangene individueel volgens aanleg weet te behandelen, is bruikbaar en zal met succes werkzaam zijn. Zij moet behalve persoonlijke geschiktheid en roeping, eene grondige, degelijke opleiding ontvangen hebben, en daartoe bestaat voor de vrouwen gelegenheid. Aan de bovengenoemde strafinrichtingen is nl. een cursus geopend. *) Wenschely'ker ware het dien grondslag te leggen vóór dat de vrouwen en meisjes kennis gemaakt hebben met de gevangenis; als voorbehoedmiddel mertegen stickie men vakscholen voor meisjes. De kosten voor vrouwengevangenissen konden daardoor mis schien bespaard worden. E. K.?H. De tot nog toe aangestelde directrices, de vrouwen, die thans den cursus volgen, behooren tot de beste maatschappelijke standen. Het zijn dochters of weduwen van hoogge plaatste ambtenaren, officieren, directeurs van onderwijsinrichtingen, directrices van scholen enz. De cursus duurt een jaar. De leerlingen moeten zelf voor kost en inwoning zorgen, de lessen zijn gratis. Het inkomen van een directrice bedraagt 2700 M. (1620 gld.), dat van de onderdirectrice 15?1800 M., dat der mindere beambten 1200 M. met vrije woning, vuur en licht. Na een zeker aantal dienst jaren hebben de vrouwelijke ambtenaren recht op pensioen. Ook voor de betrekkingen van onderge schikte ambtenaren is het wenschely'k be schaafde vrouwen aan te stellen. Zeer wenschelyk zelfs. De gunstige zedelijke invloed op de gevangenen ligt grootendeeh in handen der bewaakster. Het beroep van vrouwelijke cipier in de vrouwengevangenissen is zeer zwaar, daarin ligt een gevaar, waaraan alleen eene vrouw van beschaving en ontwikkeling weerstand kan bieden. In de gevangenissen en in de verbeterhuizen is het vaak voorge komen, dat na verloop van tyd de ge vangenbewaarsterg door jarenlange omgang met de gevangenen, tot hetzelfde lage peil als deze gedaald zijn. Sedert men getracht heeft beschaafde vrouwen aan te stellen, was er eene groote verbetering hierin waar te nemen. Het beroep van gevangenbewaarster ia op een hooger niveau gebracht door de hoogere eischen, die men thans aan het gevangenis?wezen stelt. Wenschely'k is het dat vrouwen, die de gave van opvoeden bezitten, zich wijden aan dit menschlievend werk. Vóór alles echter moeten alleen die vrouwen dit beroep kiezen, die »het beste op de wereld" bezitten, een warm liefdevol hart voor de ongelukkigen. Zij die inzicht hebben in de verzachtende omstandigheden harer schuld, zy die diep in haar binnenste den drang en den heiligen plicht gevoelen van haar beroep, zy wier ernstig streven is, de gevangenen den weg weer open te stellen voor een beter zedelyker en daardoor gelukkiger bestaan ! E. K.?H. Ontleend aan Frauenbewegung. Mm m Denemarken. Het leven in Hellebaek. Denemarken, heerlijke wouden en weiden, omsloten door blauwe golven". Onwilkeurig moet men aan deze woorden van het Deensche volks lied denken als men in Hellebaek woont. 't Is alsof Onze lieve Heer, toen hy' de aarde J schiep, zy'n hand met goede gaven een weinig te wijd opende boven dit plek aarde. Want is heel Seeland's landschap lieflyk, in Hellebaek is alles vereenigd, wat anders verspreid ligt over een geheel land. Golvende gouden korenvelden, waarait de leeuwerik jubelend opstygt, groene weiden, waarop roodbruine koeien droomerig genieten van de heerlijke klaverbloemen, dichte geheim zinnig ruischende bosschen, waaruit een heel vogelenkoor dankbaar een vreugdehymne aanhett, en het geheel omgeven door de blauwe Oresund. 't Is niet vreemd, dat dit bekoorlyke plekje 's zomers het toevluchtsoord voor velen is; meest Kopenhagenaars die hun warme stad en hun medemenschen ontvluchten. Want dat is juist de groote aantrekkelijkheid van Hellebaek, zoowel als van de meeste Deensche badplaatsen, dat men er een ongcneerd vry' buitenleven voert. Een eigenaardig heid van Hellebaek's zomerbewoners is, dat de meesten tot den kunstenaarsstand behooren. De handelsheeren zyn genoodzaakt dichter by de stad hun tenten op te slaan, want hoewel men van Kopenhagen tot Helsingfors gebruik kan maken van de kustbaan, die zich langs de blauwe Sund kronkelt, is de verbinding van Helsingfors naar Hellebaek nog zeer primitief. Als men geen stalen paardje" heeft of een weivoorziene beurs om telkens een rijtuig te nemen is men genoodzaakt gebruik te maken van een soort rammelkast, een groote doos, waarin de passagiers zoo door elkaar geschud worden, dat zy ten slotte niet meer weten, wat hun eigen of hun buurman» hoofd en banden zyn. Juist deze primitieve verbinding is zeker de oorzaak dat de landliggers" in Hellebaek voornamely'k uit menschen bestaan, die ver van het gewoel der groote stad genieten willen van de rust en schoonheid der natuur. Een vreemdeling moet wel een zeer zonder lingen indruk krygen van de Deensche bevol king als hu hier 's avonds op den straatweg wandelt en opmerkzaam gemaakt wordt op de verschillende groepen, die na hun dag aan zee of in 't bosch doorgebracht te hebben, bijeen komen om samen de post van de hoofdstad af te wachten. Ginds loopt een beeldhouwer ge armd met een gevierden zanger, iets verder staat een groepje nonchalant uitziende heeren en dames, ijverig te debatteeren I 't Zy'n meest menschen met namen, die klinken in de Deensche literatuur. Ze gesticuleeren druk, of ze het hebben over hoog ernstig literaire onderwerpen dan over een zoo alledaagsche zaak als de aanhoudende droogte, is uit hun leven dige gebaren niet goed af te leiden. Geleerde professoren staren diepzinnig naar de kabbelende golfjes; 't is alsof ze uit de diepte der zee al hun geleerdheid halen. Een zwerm schilders en schilderessen met groote portefeuilles en vouwstoeltjes gewapend, heeft zich meester gemaakt van de mooiste plekjes aan zee en in 't bosch; zij zetten een gezicht alsof de geheele wereld hun toebehoort en ieder ander sterveling daarop slechts een indringer is. Nu en dan bereikt een enkele afgebroken toon van piano of viool onze ooren, als wij de villa's passeeren. Hoor je," zegt my'n gastvrouw hoe onze bekende zanger X. of musicus zich oefent voor 't volgend seizoen ?" Tusschen al deze beroemde, bekende en geletterde messenen kry'gt een gewone sterve ling zonder titel of talent, het gevoel een merkwaardige uitzondering te zy'n op den regel, dat alle menschen talentvol moeten of meenen te zy'n. En toch is het hier voor een gewoon mensch, die van natuurschoon houdt, zoo goed, zoo goed te zy'n. Maar nogmaals, de bezoeker van Hellebaek moet van de onopgesmukte natuur houden, want hoewel Hellebaek tot de fasMonable Deensche badplaatsen behoort, moet men daar om niet denken hier reusachtige hotels, een ry'k ingericht Kurhaus met kellners, deftig als notarissen te treffen. Noch heeft men hier een breed strand, met coquetteerende, flaneerende eu converseerende heeren en dames en spelende kinderen. Neen, van dat alles is hier niets geen elegante dames, geen Kurhaus geen strandleven. De Denen schynen over het algemeen meer zin voor de natuur te hebben dan wy. Als zy naar buiten gaan, zoeken ze daar uitsluitend de rust en schoonheid der natuur, ze laten in de stad alles achter wat aan het vormelyke verkeer herinnert, en genieten op het land van den grootst mogelyken eenvoud, ook wat hun toilet betreft. Daarom dames, die plan hebt de Deensche kust te bezoeken, bezwaar uw koffer niet onnoodig met kostbare toiletten, die zouden hier aan het eenzame strand, in de stille bosschen niet tot hun recht komen. Maar wilt ge per se het mondaine badleven in Denemwken leeren kennen, dan zou ik u raden, neem uw intrek in het groote, nieuwe badhotel Marienlust" in de naby'heid van Helsingfors. Op dat romantische plekje, waar nog de schimmen van Hamlet en Ophelia ronddolen, vindt ge alle genoegens vereenigd die weelde en natuurschoon te zamen u kunnen bieden. Is het u daar echter te druk en te kostbaar, volg my' dan langs den beroemden strandweg, die van Kopenhagen langs de zee gaat over geheel Noord-Seeland naar het stille lieflyke Hellebaek. Oorspronkelijk was dit een klein visschersdorp, bestaande uit kleine, lage huisjes met stroodaken, verspreid langs het strand, op de groene heuvels. Maar al spoedig begrepen de visschers, dat ze winst konden slaan uit de schoonheid van de natuur. Ze bouwden naast hun eigen eenvoudige hutten, grootere woningen, propten deze vol met goedkoope oliografiën of echte schilderijen", met fraai uitziende maar weinig soliede meubelen, of ze plakten een veranda aan hun eigen eenvoudig huisje en klaar stonden de villa's" om de zomergasten te ontvangen. Talrijke pensions schoten als onkruid tusschen het groen op en zie het een voudige visschersdorp was gemetamorphoseerd in een badplaats, waar honderden jaarlijks hun toevlucht zoeken. Toch merkt men nauwelijks dat zoo veel menschen op een kleine plek wonen, 't Is alsof allen eikaars zomersene menschenschuwheid kennen en respecteeren. Komt men in de dichte bosachen, die de heuvels bedekken, dan wordt de stilte niet verstoord door menschenstemmen. Stil en droomerig liggen de schitterende meren, de bruine en blauwe oogen" van het landschap tusschen het groene gebladerte. De schimmen van dit aan sagen zoo rijke land, slapen er in ongestoorden vrede. Lichte berkestammen wisselen af met donkere denneboomen, daar tusschen slingert zich de bloeiende kamperfoelie, beidein n omarming vereenigende. Uit den groenen boschbodem steken talrijke heerlijk geurende bloemen hun kopjes op. Ze schitteren hier in ongeëvenaarden rijkdom in alle kleuren van den regenboog. Een rand van vergeet-mij-nietjes omzoomt de meren, waarop gele en witte waterlelies hun kort zomerbestaan verdroomen. Tusschen de hooge, groene varens bloost de witte roos, terwy'l in de gouden korenzee de roode papaver en blauwe korenbloem vrijmoedig hun bloentblaadjes ontplooien. Langs de muren der huizen, in de tuinen, waar het oog maar reikt, overal rozen gele, witte donkerroode rozen, die wedyveren in pracht met haar zusters in 't wild. Die schat van bloemen, die lichte open plekjes tusschen het donkere groen, die onver wachte ky'kjes op de blauwe zee tusschen de slanke boomstammen door, de idyllische meren, dat alles geeft de bosschen hier zulk een eigen aardige bekoorlijkheid. En houdt men niet van wandelingen door dichte wouden over heuvels en dalen, langs bloeiende klavervelden en golvende graanvelden naar stille dorpjes, geheel verscholen in het groen, dan is daar de zee in al haar aantrek kelijkheid. Deze blauwe Oresund doorsneden met enkele licht groene strepen, waarop tal van zeilsche pen met witte, roode of gele zeilen als vogels met uitgespreide vleugels sierlyk en licht terugglyden, waarop statige stoombooten golvende strepen trekken en lichte roeibootjes heen en weer wiegelen deze Sund heeft een geheel ander karakter dan onze machtige Noordzee. Ly'kt gene een fiere, barsche tiran, de Oresund is een lachende jonge dame, die lacht omdat ze weet, dat lachen haar goed staat. Maar die jonge dame kan ook booze buien hebben, dan rollen hooge golven met witte schuimtoppen over elkaar heen, en beuken tegen de kust; groote stukken van den boschrand worden weg geslagen, de hooge boomen wankelen en vallen omver als overwonnen reuzen. Maar als de storm uitgeraasd heeft, dan lacht de Sund weer als een onschuldig kind dat van geen kwaad weet. 's Avonds als de zon als een gloeiende kogel in de zee zinkt, is het alsof er vuur in 't water gegoten is. De golfjes blozen om strijd met de lichte avondwolkjes. Maar als de zon weg ie, dan kan het geheele landschap zoo wonderlijk doodsch zijn, totdat de roode en groene lan taarns op de schepen aangestoken worden. En plotseling blinken de lichten van de vuurtorens op de Zweedsche kust. Op den blauw-zwarten bergketen Kullen blinkt een helder licht als een schitterende ster. 't Is alsof dit een groet wisselt met het draaiend licht van den vuur toren op het Nakkehoued, het noordelijkste punt van Seeland, dat daar zoo eenzaam in de machtige zee ligt. Dan schitteren de lichten van Helsingfors als een ry' stralende diaman ten. Is het helder weer dan teekent zich de omtrek van het slot Kullarsgoeunarstorp duidely'k af op de Zweedsche kust. 't Is alsof de zon dit slot liefheeft en geen afscheid er van kan nemen, de laatste zonnestralen bly'ven er altijd hangen en tinten het rozerood. Maar als er nevels hangen, verandert het geheele landschap. Een ly'kwade spreidt zich over bosch en weiden uit en van de zee klin ken de angstige tonen van den misthoorn der visscherspinken, terwy'l de stoombooten kla gende fluitsignalen geven; het bruisen der golven begeleidt dit trieste concert. Allermooist is echter de zee als de maan helder scby'nt. Blozend, als had ze zich gehaast om te genieten van het heerlijke landschap, verschijnt de maan aan den hemel. Maar klaarder en klaarder wordt haar licht, zilverstralen vallen op het water, dansend brengen de golfjes het verder. Lichte plekjes op de donkere stammen toovert het witte maanlicht. 't Is alsof we in een sprookjeswereld leven; alles is zoo fijn en onwezenlijk. Ja, Denemarken is een heerlijk land en van alle mooie plekjes is Hellebaek zeker n van de allermooiste. B. NOBT. IIMlmUHItlUIMHIIIIimillllMHIIlmlIllmt iiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiin Modes. Melk-blanke zomerwolkjes dryven weg. Met hen verdwynen de gaasachtige weefsels. Met hen onttrekken zich aan ons oog de luchtige, doorschijnende, wazige zomerstoffen. Een frissche koelte speelt door het nog volle en diepgroene loover; een pittige herfstlucht stroomt door de geopende vensters naar binnen. Het najaar doet zyn intocht. Wy moeten om onze herfsttoiletten gaan denken. Vry een voudig en stemmig kondigt zich de mode aan voor bet aanstaand seizoen. De y'le zomerkleedjes waren zóó beladen met garneersels van allerlei aard, dat men moeite had, het eigenlyk materiaal te ontdekken tusschen de otralala's" en »f'anfreluches" die in den vorm van chiffon, kant, application, mousseline de soie, incrustatie, tallooze lintjes en fluweelfjes op de grondstof waren aangebracht. De weefsels bestemd voor het koelere jaargetyde zyn steviger, zwaarder, minder geschikt zich te laten verwerken in rimpeltjes, opriigseltjes en dwarsnaadjes. Degely'ke, solide stoffen komen het meest tot hun recht door het aan brengen van weinig garneerael. De beste ver siering blijft altijd een onberispelijk snit. Garneeringen met bandfluweel en zijden passementerie blijven op het programma. De japonrokken worden steeds wijder; de omslachtige, golvende massa om de voeten, sierlyk in salons, maar onmogelijk voor wan deltochten, zal minder scherp afsteken tegen het nauwe rokkenkokertje dat onze heupen omspant. De rokken worden van boven wyder. Een buitenkansje voor allen, wier gestalte in slankheid niet kan wedijveren met de vlugvoetige hinde. De sleep voor wandeltoiletten is ten doode opgeschreven. Dit bericht acht ik te schoon om waar te kunnen zy'n. Zou het verstand eindelijk zegevieren? Met vriend Thomas blijf ik twy'felen, totdat my'n eigen oogen het ver blijdend verschijnsel zullen hebben aanschouwd. Wat de corsages betreft, bly'ft men getrouw aan de blousevorm met hooge, puntvormige ceintuurs. Deze ceintuurs doen de taille voor deel ig uitkomen, wanneer men een slank figuur heeft. De jabots van kant en mousseline-de-soie, die wy dezen zomer zooveel zagen dragen, bly'ven zich handhaven. Zy' voltooien het toilet en staan iedere vrouw goed. Behalve van zeer luchtige stoffen worden ook vlinderachtige strikken gemaakt van fluweel en tafzy'de. Zwarte en roomkleurige kan men byna op iedere japon dragen. De mode echter heeft een speciale liefde voor beige- en isabelle. Dames, bekijkt met kritisch oog uw gelaatskleur, vóór dat u een jabot koopt in de modetint. Die strikken ?papilion" genoemd zyn van boven vry breed en loopen uit in smalle einden die versierd zy'n met borduursel, echte kant, point-lace of handschilderingen. t Onderrokken voor den herfst worden gemaakt van fijn laken in lichte tinten. De onderrokken zy'n om te harmonieeren met de japon, vrij lang. Bond model, zonder strooken; versierd met een aantal rijtjes bandfluweel. De nieuwste najaarsstoffen zy'n Himalaya, laken en homespun. De tinten voor laken wisselen af tusschen Isabella- kleur, vautour, tourterelle, beige, zibeline en castor. Tamelijk gedekte tinten met een rustig, voornaam cachet. Blouses worden veel gedragen; een vrijgeleide om ze overal binnen te voeren, op diners, soirees en in theaters bestaat hierin, dat mate riaal en garneersel van prima kwaliteit zy'n. Licht getint saty'n overladen en overdekt met kostbare kant, by' voorkeur lersche guipure. Zoo doende wordt de blouse «gekleed" want feitelyk is en bly'ft de dracht van dit kleedingstnk altijd demi-toilette. Groote, platte vilten hoeden in lichte tinten, gegarneerd met strnisveeren, zy'n in Parijs Ie dernier cri. Bruidstoiletten zy'n heden ten dage zoo souple en doorschijnend mogelijk Cüiffon, mousseline-de-soie met zilver borduursels in Empirestijl, ziet men gaarne. De sleep van het trouwkleed maakt men liefst geheel van kant. Meer en meer wordt het mode dat de bruid met onbedekt gelaat den gewichtigen stap doet. De sluier wordt met een kleine touffe oranje bloesem, op den kruin van het hoofd bevestigd en laat het gezichtje der bruid geheel vry. Een onhebbelijke gril van de beau monde, bestaat hierin dat de heeren die het bruidspaar vergezellen naar gemeentehuis en kerk, zy dus, die tot den bruidsstoet behooren, zich vertoonen in geruite pantalons, ongekleede jassen, fantasiehoeden en bloote handen. Ik hoop, dat die heeren spoedig zullen inzien, dat men een bruidspaar en in fluweel en saty'n gedoste dames niet op die wy'ze escorteert. Dergely'ke dwaasheden pleiten noch voor hun gevoel, noch voor hun smaak. CAPRICE. Macaroni met ham en kaas. Ingrediënten: 150 gr macaroni, 1l/i liter bouillon, 100 gr. rookvleesch of 50 gr. rookvleesch en 50 gr. ham, 100 gr. parmezaansche kaas, 20 gr. boter. Bereiding: De macaroni gaar koken in den bouillon of' in kokend water met zout. De boter smelten en flink verwarmen, daarby zorgen dat zy' niet bruin wordt. De gaar gekookte macaroni voegen by de boter, vervolgens de geraspte kaas en het laatst het fijngesneden vleesch. Vooral zorgen dat de massa goed warm blijft, omdat de kaas anders niet spint (geen draden trekt). Met paneermeel bestrooien en in den oven laten bruinen. Macaroni met poulet. Ingrediënten : 000 gr. kalfspoulet, 250 gr. kalfsgehakt, 250 gr. maca roni, l citroen, l stukje foelie, 3 eieren, zout. Bereiding: Kook de poulet met macaroni, een stukje foelie en een beetje zout gaar. Maak balletjes van het gehakt en laat die K uur meekoken. Klop de eieren, roer ze door het overige; plaats alles in een vuurvasten schotel met uitgetakte schy'fjes citroen en bestrooi het geheel met paneermeel. Plaats den schotel nog ongeveer % uur in een matig verhitten oven. (IJaagsche Kookselwol).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl