Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1265
Europeesche mogendheden wel niet anders
dan neerdrukkend werken.
In Venezuela heerscht een oeconomische
en staatrechtelijke ziekte : een der hoofdbron
nen van inkomst de koffie- cultuur gaat steeds
door de daling van den prijs achteruit ; rechts
zekerheid ontbreekt door bet voortdurend
vyandig optreden der staatkundige partyen.
Voor de 2% pCts. Dominicanen vind ik een
verbeterirg van 17 tot 18 percent. Zou over
eenkomstig de Dominicaansche schuldregeling
de coupon per l Oct. a.s. betaald worden ?
Hoop en vrees ; wie zal het winnen ?
De Brazilianen zyn wat vaster genoteerd.
De znillioenenspeech van den braziliaanschen
minister van financiën is in zonneglans ge
steld. De regeering van deze Zuid-Amerik.
Republiek schijnt niettemin ernstig de vermin
dering van het papier- disagio te blijven be
doelen. Daarvoor is onverbiddelijk de intrekking
van het overdadige papiergeld noodig. En
voor dit doel is op de begrooting voor het
volgende dienstjaar geen onbeduidende som
uitgetrokken. Eer- 1 als het schandelijk hoo^e
disagio veel zal zijn verminderd en de geheele
opheffing mag worden verwacht, dan kan met
groote zekerheid getuigd worden dat aan de
eerste voorwaarden voor een gezond oeconomisch
leven is voldaan. Hierop boude men steeds het
oog gericht.
In de Koloniale Cultuurondernemingen ging
niet veel om. Tegenover de pessimistische
beschouwingen omtrent den suikeroogst komen
thars betere, ietwat meer gerustellende ge
ruchten.
Ook in den tabakshoek was het erg stil.
Met belangstelling wordt de inschryving van
deze week tegemoet gezien.
Onder de petroleum- mpy'en vraagt de
MoearaEnim de aandacht door de koersverbetering
van 121 tot 125. De helft van het verlies van
de vorige week is hiermede reeds ingehaald.
Geruchten omtrent geschillen onder de bestuurs
leden, de vermindering der productie en de
daling van den olieprys hadden eenigen schrik
verspreid. Men is nu gaan bedenken dat de
Moeara-Enim over zeer groote concessie-ter
reinen die in rijke mate oliehoudend zouden
zyn, beschikt en dat het contract met de S heil
compary een goeden afzet belooft.
Onder de mijnbouw- mpy en valt de groote
daling van de Ned. Ind. Mynb.-mpij dadelijk
op. De oorzaak ? Het plan tot uitgifte van
800 duizend nieuwe aandeelen ? Dit zal althans
wel een der oorzaken zijn. De toelichting zie
ik met belangstelling te gemoet. Met bizonder
veel genoegen zie ik de oblig. der Z. A. Spoor
weg mpij wederom wat vaster genoteerd. De
Groene blyft by haar advies dat vroeger reeds
velen geruatstelden, moed gaf en totnogtoe
voor veel verlies heeft behoed : houden.
Ten slotte aan de kapitalisten het bericht,
dat de Stoomv. mpij Nederlandsche LUiyd te
Rotterdam op a.s. Dinsdag de inschry'fing
heeft opengesteld op 651 aandeelen van / 1000
tegen den pari- koers, te Rotterdam, Amster
dam en te 's Gravenhage. Ia de toelichting
van den prospectus wordt o. m. gezegd :
»De Scheepvaart- en Steenkolenmaatschappy
oefende tot dusverro een tweeledig bedrfjf uit:
zij importeerde steenkolen in haar eigen schepen
en had bovendien voor haren handel twee
booten in de algemeer.e vaart. De resultaten
met deze verkregen schonken der directie
de overtuiging dat aan dit deel van het
beflry'f eene belangrijke uitbreiding kon worden
gegeven, maar tevens dat het dan wenschelyk
was eene afzonderlijke vennootschap op te
richten, welke uitsluitend het Scheepvaartver
keer beoogde. De «Stoomvaart- Maatschappij
Nederlandsche Lloyd" heeft hieraan haar ont
staan te danken".
O f er het boek van Willem Westerman den
volgenden keer.
BÜtum,
19
190L
gHitiHiimiiiiiiiuiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiHiiiitniiHiiMiiinmniiniHiiiHi
BOEKAANKONDIGING
Tuberculoze, voorbehoeding, behandeling en
levenswijze na de kuur, door arts A. II.
HAENTJENS. Uitg. II. A. M. Uoelants,
Schiedam.
Wie op het standpunt van de contagieusiteit
der tuberculose staat en er zyn tegenwoordig
slechts weinigen meer die dit niet doen
vindt in dit boekje eene logische reeks van
voorschriften, door het individu en de gemeen
schap te neaien tegen de zoozeer verspreide
ziekte, waarvan men tegenwjordig algemeen
aanneemt niet alleen dat zij voorkomen, doch
ook dat zij genezen kan worden. Op welke
wijze dit geschieden kan, wordt in dezen arbeid
met eene bewonderenswaardige uitvoerigheid,
wat de détailpunten aangaat (waarop het
zoozeer aankomi), weergegeven. Da schrijver,
geneesheer- directeur van het eerste Neder
landsche sanatorium voor longly'Jers te Patten
o/d Veluwe, dus een volkomen bevoegd raad
gever, blijkt tot de idealisten te behooren, die
overtuigd zijn, dat het eenmaal nog zoover
zal komen, dat menschen en maatschappelijke
toestanden zoodanige vervorming zullen hebhen
ondergaan, dat de tuberculose van het aardrijk
zal zijn verdwenen. Hoe dan ook, naleving van
de voorschriften door hem gegeven zal zeer
zeker bijdragen, om het besmettingsgevaar,
dus da verspreiding tot een minimum terug
te brergen.
Indien dus dit boeVja in zeer veie hinden
zal komen, hetgeen wy ten zeerste hoopen,
dan zal zoowel het individu als de gemeenschap
er veel voordeel van kunnen trekken, vooral
natuurlijk indien de talrijke adviezen en
wenken, in die weinige bladzijden vervat,
nauwkeurig zullen worden opgevolgd.
Terwijl derhalve gaarne wordt erkend dat de
schrijver met het samenstellen van dit geschrift
een goed werk heeft verricht, moet ons (och de
klacht van het hart, dat hij dit in zulk slecht
verzorgde taal en zulk foutief Nederlandeca
heeft gedaan. Iets »dat op zich zelf niets (jeen
gevaar oplevert" (bl. 13) Verple yir.cj van onze
kamers enmeubelen". »Longtubeiculoaeisalleen
besmettelijk en dit is te voorkomen eiiz." zijn
eenige voorbeelden van slordigheid in de stijl.
Zoo ook «Israëlieten enz. schynen ook meer
voor beschikt ah Europeanen". Zijn Israëlieten
geen Europeanen? Uitdrukkingen zooals b. v.:
meer als, grooter ah, kleiner ah, minder als,
langer als, enz. ontsieren het boek in niet ge
ringe mate. De lange tusschenzinneu hier en
daar gebruikt, de vele (onnoodige) uitheemsche
woorden, de talryke noten aan de voet der
bladzyde vermoeien den lezer uittermate.
Meermalen moest ik n zin tweemaal over
lezen vóór die begrepen werd. Zoo b. v op bl. 18
de regels aanvangende met «merkwaardigerwijze.
Het spijt mij, dat myn oordeel, hetwelk wat
den inhoud betreft onbepaald gunstig kan zijn,
zoozeer van het tegenovergestelde moest ge
tuigen wat den vorm aangaat. Ik meende
myn meening echter niet achterwege te mogen
houden, daar de schrijver niet alleen staat in
een te betreuren omstandigheid, die zich in
de auteurswereld onzer dagen meer en meer
openbaart, nl., dat de vorm ter wille van den
inhoud wordt opgeoffard.
Dit te constateeren is plicht van iedereen,
die nog hecht aan zuiverheid in taal en stijl
en daarom dient iedere gelegenheid te worden
aangegrepen, om op het bestaande euvel de
aandacht te vestigen. Misschien dat overigens
zoo begaafde personen, zich voor den toekomst
die wenken ten nutte zullen maken.
Dr. KG.
Oranje-Nassau, Mecklenburg-Sihwerin Ge
denkboek enz. Amst, Van Holkema &
Warendorf. 1901.
De 12 13 afbvering is aan de inteekenaren
gezonden, en voor zeer velen zullen vooral de
laatste deelen van dit werk een gedenkboek
vormen, immers wy vinden hier op gelukkige
wijze de huwelyksfeesten en de ontvangst te
Amsterdam beschreven. Vooral interessant zijn
de photographien en schetsen van de tableaux,
welke in zeer intiemen hofkring werden opge
voerd, o. a. de penteekening vanjhr. mr. Victor
de Stuers voor de groep »Frederik Hendrik".
NIEUWE UITGAVEN.
De ware Christen, door MARIE CORELLI,
bewerkt door J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
Afl 8,9 Amsterdam L. J. Veen.
E. H. KRÉLAGE & Zoon, Haarlem. Haar
lemmer Bhimen- Zwiebetn. Catalogue général
d'oignons :\ fieurs. Dutch Bulbs.
Hygiënische Bladen onder redactie van dr. G.
W. S. LIXGBEEK en dr. P. P. H. KOOPEREERG.
No. 9. 15 Sept. 1901. 4a jaarg. Amsterdam,
F. vau Rossen.
Het Paard. Leiddraad voor de behandeling
en verzorging van het paard, het rijden,
dresseeren, hoefbeslsg, ouderdomkennis,
erfelykeen beengebreken, de hippo-lassc, het ry'den van
den bok, ry- en voertuigen, benevens hun
onderhoud, het tuigen, aanspannen en de be
sturing met n-, twee- en vier paarden, met
36 gravures, door G. N. H. VAN RIESEN, direc
teur der Dresseerschool te Groningen. Derde
vermeerderde druk. Groningen, Ssholtens <fe
Zoon.
Bechlindis, handleiding bij het
kunstnaaldwerk, door JOIIANXA W. A. NABER, met 76
figuren, bekroond door de Algem. Ned.
Vrouwenvereeniging »Tes.schelschadö". Derdu her
ziene vermeerderde druk. Haarlem, De Erven
F. B.;hn.
11 t Indettrminisme, (De Psychische Causa
liteit), door mr. J. A. LEVY. Leiden, Boekhan
del en drukkerij voorheen E. J. Brul.
De Borduurkunst, door JOHANNA W. A.
NABES met 43 figuren naar oorspronkelijke
teekeningen. Groningen, J. B. Wolters.
Biib'j door MEF.ATI VAN JAVA, No. 141. Van
sWarendorf's novellen bibliotheek''. Amster
dam, Van Holkema & Warendorf.
R. P. J. TUTEIN NOLTHENIUS. Lente in de
Politiek. Zutphen, firma J. H. Wansleven Jzn.
E. J. POTGIETER Brievn aan ('l. Buiken
Ilttet, uitgegeven door G. Busken Huet, met
een portret in heliogravurp, naar de schilderij
van II. A. van Trigt. Eerste deel 1861?18G8.
Haarlem, H. D. Tjeenk Willink.
Een uit velen, door NEHEJUA VAX REIGEBSBERG.
Amsterdam, H. J. W. Becht.
Inhoud van Tijdschriften.
L'art Décorat'f. (95 rue des Petits-Champs,
Paris Ier) M. Camille Mauclair, sur Q.ue'ques
peintres idéalistcs frairiia (16 illustrations:
L?vy- Dhurmer, Armand Poiut, Georga
Desvall.ères. Valere Bsrnard, ReriéPiot. M.
Riymond Bouyer: Bijouxf au Salon (18 illustra
tions). M. G M. Jarques, Une Maison :\ loyers
(8 illusti'ations), M. Charles Siunier La Me
daille frar riise contemporaine (40 iliustrations).
IfygiëmixJie Bladen. No. 9. Dr. G. W. S.
Lingtieek, E«ne Nederlandsche Vereeniging voor
Volksbygiëne ; J. van der Dreggon,
Spoorweghygiëne; Dr. Pb. Kooperberg, Reiniging van
scholen ; Aug. Gittee, Over gezondheid en
ziekte ; Sanitaire Kroniek; Dr. G. W. Bruinsma,
Bascherming der openbare gezondheid in het
buitenland.
Nosokómos. No. 11. Tets over Message en
Heilgymnastiek, door dr. C. B. Tilanus; Het
Vegetarisme, door dr. R. Bijlsma ; Examen
Ziekenverpleging, door J. II. II. Siestrop;
Verplichte Pensioenfondsbijdrage, door J. W.
Carlier.
Eigen Ilaa d No. 38 : De Waterwolf, een
dorpsvertelling uit den tijd der droogmaking
van het Haarlemmermeer, door J. Eigenhuis,
VIL De Eper zwemkom, een voorbeeld,
door W. Ringlever, met afb. naar eene opname
van den heer J. L. Schollen, te Spe. Met
den gou vernementsStoomer »Zwaiuw'' naar
ZuidNias en de Nako-eilanden, door W. Meijer
Ranneft, III. Iets over onze familienamen,
door T. Piuim. (Slo!). Wildhandel, naar
de schilderij van Gerard Dou, in de National
Gallery te Londen. Fotografische opname van
de heeren II. Kleinmann en Co , t« Haarlem,
met bijschrift. Schetsen uit Walcherens
Verleden en Heden, door K W., I, met afb.
raar foto's van den heer P. Florusse, te
Biggekerke. Hollanders en Engelschen, door
M. W. Maclaina Pont, III Feuilleton.
Sijtieht eii Itjiicht. No. 34 L«ar om L' ar, M.
Mieuema ; Noi de Lemmer, Ma izy ; Fen iti
lyste jonge, Rjel llylkes; Missmiten, (mei
plaetfjes), D. II. Z.
MlfM*|}IMIIIflt*mMlHJIlI)HlillJIIIIIIII911)1)1 Illllllin
r s
JLS
Xaar het Dnittclt, van AI.BHUT EODI:L:HIL
Sedert den dood harer ouders was zij eigenlijk
altij l alleen geweest. Zij was acht;ien jaar tos n
haar oulers stierven. Van dien tijd at'werd zij
onderhouden door een ouderen broeder in
Amerika. Veel stuurde hij haar niet, maar zij
kon er toch van leven. Zij wa=< een buitenge
woon leelijk, stil en schuw meisje ; daarom had
zij ook ges-n vrienden, en niemand bekommerde
z ch om haar. Toch was zij een tijd lang zeer
gelukk'g. E^rst was zij in haar gedachten de
gelukkige vrouw van een rijken grondbezitter.
Waarschijnlijk had zy juist een grondbezitter
gekozen omdat zij op een goeden dag in de
kamer van de menschen, bij wie zij inwoonde,
een boek had gevonden, getiteld: De flinke
heerebopr". Do grondbezitter had haar op
een gefantaseerd bal ontmoet in haar ceuwigs
liefde gezworen. Zij hem ook. Zijn ouders
wilden e?rst niet hun toestemming geven tot
het huwelijk, maar toen zij zagen, dat de ge
lieven geen afstand wilden doen van elkaar,
gaven zij toe. Alles droomde zij zich bij elkaar:
de schitterende bruiloft, de aankomst op hun
landgoed, en drie jaren lang hielp zij haar
geliefden echtgenoot trouw in alle plichten van
een heereboer, nauwkeurig volgens de voor
schriften van het boek.
Maar met de jaren begonnen ook haar
droomen een minder hooge vlucht te nemen. Zij
kreeg een soort van berouw erover, dat zij zoo
eerzuchtig was geweest, en een tijd lang voelde
zij zich niet meer gelukkig.
Toen werd er in de buurt van haar woning
een zaak in damesconfecties geopend. Zij had
zeer veel ainleg voor alle mogelyke vrouwelijke
handwerken, hoe nuttig zou zij zich kunnen
maken voor den eigenaar van een dergelijken
winkel! Zij had volstrekt geen bepaalden man
in haar gedachten, het allerminst dengenen,
die in haar buurt was komen wonen, want die
was getrouwd en had zes kinderen. Maar met
den confectiekoopman harer droomen stond zij
den geheelen dag van 's morgens vroeg tot
's avonds laat in den winkel en bediende de
klanten. Soms kreeg zy wel eens ongenoeg n
met hem, wanneer hij al te vriendelijk waa
tegen iemand, die inkoopen kwam doen.
Maar haar geluk duurde niet lang. Zij had te
weinig gevoel voor geld verdienen en opsparen,
en de man verdween spoedig weer uit haar
gedachten.
En toen zij weer ouder was geworden, stelde
zij zich tevreden met een denkbeelrligen klei
nen ambtenaar; 1500 mark verdiende bij, en
alle drie jaren kreeg hij 200 mark verhooging,
tot 2100 mark toe. Maar het was een goede,
beste man en hy had haar hartelyk lief. Eiken
morgen bracht zij hem naar het bureau, en als
hij thuis kwam, zeide hy altijd: Wat is het
bij ons thuis toch gezellig en prettig!"
Na het avondeten gingen zij samen op den
canapézitten. Eerst las haar man uit de krant
voor, daarna zij uit een boek. Daarna spraken
zij met elkaar over hetgeen zij hadden gelezen.
O, hij was een ontw.kkeld man, en rij kon
met hem spreken over alles, wat haar hart en
haar geest b^zig hield. Maar zij durfde niet
altijd gelukkig te zijn. Zij doorleefde in ge
dachte met haar echtgenoot ook moeilijke en
dro3vige ur. n. Zoo waren byvoorb'eld eens
hun beide kinderen, een jongen en een meisje,
geruimen tijd ernstig ziek. Zij hadden roodvouk.
l)ag en nach*', zat zij bij hun be^jas om de
kinderen te verplegen, en toen zij eindelijk
weer geheel genezen waren, drukte haar man
de trouwe verpleegster aan haar hart en zeide:
J3 hebt den kinderen het leven gered !"
Dat was het gelukkigste oogenblik vau haar
droomleven.
Maar toen zij ouder en ouder werd, en altijd
maar alleen bleef, toen wilde het niet zoo
recht meer vlotten met het denkbeeldige geluk.
Zij wist zelve niet, hoe het kwam, maar lang
zamerhand begonnen haar droomen te
verbleeken, en verdwenen de gestalten harer fantasieën
in een nevelig verschiet. En zij werd nog
stiller en schuwer, en leefde vtnler, zonder
zich om iets of iemand te btkommeren.
Juffrouw Martha was nu drie-en-vijfrig jaar
oud. Sedert een jaar sukkelde zij een beetje.
De dikter schreef haar vera. dering \an lucht
voor, en daarom nam zij het beo je geld, dat
zij had bespaard, en ging naar een klein
badplaatsje Eau da monding van de Elb3. Aan
bet afgelegenste einde van het afgelegen dorpje
huu'de zij een heel klein kamertja en een
h', k j e, waarin juist een bed kon staan.
De bewoners van hot huis-je waren f.rme
visecherslieder. Des zomers verhuurden zij hun
woonkamer en het slaapvertrek j 3 aan badgasten
en behielpen zich zelf met een armoedig
dakkamerlje. Hun vier kinderen sliepen achter een
planlien fchot op den hooizolder.
Dezen zomer hadden zij bijzonder veel geluk
gehad. Hun kam. rs wareu tweemaal verhuurd.
Voor Juni en Juli aan juffrouw Martha, en
dan nog van den eers'en Augustus af aan een
beer. Maar het visschersgezin kon het ook
best gebruiken. Zij had :en een heel slechten
winter gehad, en vrouw Lette bad al verschei
den malen aan haar Buurvrouw, vrouw Biase
gezegd, dat zij niet wist, wat er van hen had
moeten worden, wanneer zij niet zoo gelukkig
waren geweest met de kamers. En dan had
vrouw Baase telkens geantwoord, dat zij alleen
zoo gelukkig waren geweest, omdat de zwa'uwen
e:-n nestjj hadden gebouwd tegen vrouw Lettes
huis aan.
Juffrouw Martba gevoelde zich in 't geheel
nist behagelijk in de vis^cherswonirg, die zelfs
haar al te klein en te weemoedig wai. Maar
zij voelde zich al spoedig aangetrokken tot het
oudste dochtertje uit het gezin. Het meii-js
heette Anna en was tien jaar oud. Juffrouw
Mattha hielp haar met haar schoolwerk en gaf
haar op haar verjaardag een pop. De pip had
juffrouw Martha zelf gemaakt van oude lappen,
en zij had een lluweelen mutsje <p. Wel is
waar was het kapje vervaardigd uit een stuk
verschoten en kaal geworden rluweel, afkom
stig van een niet meer bruikbaar werktas-cbjs,
maar dat deed er niet toe. In de kringen,
waarin Anne Lette verkeerde, werd een iluweelrn
mutsje nu eenmaal als ie's benijdenswaardigs
beschouwd.
Zou het onjuist zijn, te beweren, dat er
hoogere kringen in de maatschappij zijn, waarin
veel benijdenswaardigs word: gevonden, dat toch
ook u:et meer waarde heeft dan een pop met
een verschoten en kaal geworden lluweelen
mu^j-3 ? In ieder geval juffrouw Marlha
ha'l met het fluweelen muts-j-) het hai t van het
kir d gewonnen. Anr:e kwam bij haar, streelde
haar de rimpelige wangen en zeide :
Houdt u veel van mij? Ik houd ook van u.
Ma,4 ik tante tegen u zeggen V"
Juffrouw Martha giim!ac-..te ve.rukt.
Ja, noem mij maar tante ! '
Karl wil ook tante zegger-,'' riep de jongste
spruit der visscber-sfa luïie, die zijn oudste
zuster altijd aan haar schort vasthield en alles
na babbelde, wat zij zeidf.
J», hoor, zeg jij ook maar tante,"
ai*twoordde juffrouw Martha, trok het kind naar
zich toe en kuste bet teeder.
Nei-n, neen/' riep de kleine jongen en greep
zich weer krampachtig aan het schort vau zijn
zusje vast.
Juffrouw Martha werd plotseling ernstig zitk.
Zij liet een dokter komen.
Dokter," zeide zij, het loopt met mij af,
dat voel ik. Niemand zal mij betreuren. Dat
is een geluk, maar het is een treurig geluk.
Wilt gij zoo goed zijn, mijn geld mee te nemen.
Denkt u, dat het voor alles voldoende zal zijn."
God kan immers helpen, lieve juffrouw, en
zoo erg is het ook nog niet, - maar als het zoo
zijn mjest, ja, dan is het geld voldoende.''
De dokter was een goed menich, het
geld zou zeker voldoende zijn.
En zoudt u voor alles willen zorgen, dokter?''
Ja."
Ik dank u hartelijk."
Buiten stond de vistchersviouw op den dokter
te wachten.
Is de juffrouw erg ziek, dokter?"
Ja."
Dan zcu ik den dokter wel eens willen
vragen, of de juffrouw niet naar het ziekenhuis
in Elbrni'mde kan worden gebracht?"
Neen, dat is onmogelyk. De zieke kan niet
vervoerd worden."
Ja, maar dokter, vandaag hebben wy den
29en Juli, en de juffrouw heeft de kamer maar
tot den 31en gehuurd. Den len Augustus komt
er een heer uit Hamburg, die heeft de kamer
voor Augustus en September gehuurd, voor 20
mark per maind. En als die juffrouw den len
Augustus nog ziek in bed lïgt, ja, ziet u
dokter, wij zijn arme menschen, en wij hebben
het hard noodig. Ik wou alleen maar vragen, of
de juffrouw den len Augustus nog zal halen?"
Dat kan ik onmogelijk zeggen, vrouw Lette."
Niet? Ja, ziet u, al gaat de juffrouw ook
den eersten dag van Augustus al dood, dan
moet zij toch voor een volle maand betalen,
dat staat vast. Maar zij betaalt maar 15
mark en de heer uit Hamburg betaalt 20 mark
per maand. En wij zija toch maar arme men
schen, dokter."
De dokter haalde de schouders op en ging
weg.
Kort daarna kwam de buurvrouw, vrouw
Baase, en de visschersvrouw vertelde haar na
tuurlijk het heele geval tot in de kleinste bij
zonderheden. En toen voegde zy er by, dat zij
vond, dat de juff;ouw er heel slecht uitzag,
en dat zij van meening was, dat de juffrouw
morgen of overmorgen va-it en zeker zou ster
ven. En of buurvrouw er de juffrouw ook eens
op wou aanzien.
Neen," zeide de buurvrouw, dat is
heelemaal niut noodig. Maar over een half uur zal
ik je zeggen, of de juffrouw morgen of over
morgen dood gaat of niet."
Hoe kun je dat doen, vrouw Baase?"
Dat zal ik je zoo dadtlijk laten zien."
Vrouw Baase snelde weg en kwam na een
poosje terug met een ouden, dikken, leelijken
mops op den arm.
£iezoo, S-uurvrouw," zeide zij, terwijl zij het
monster op den grond zette, nu zal je gauw
genoeg weten, waaraan je js te houden hebt."
i Kn toen vertelde zij tiitfoerig, en met veel
voorbeelden, die de waarheid van h:iar bewe
ringen moesten staven, dat haar Ami zro
noemde zij het gedrocht altijd drie dagen
van te voren vreeselijk huilde, wanneer er in
huis iemand zou sterven. En nu wilds zij met
haar Ami een uur hier in huls blijven, en dan
zou vrouw Lette van zelf te weten komen, hoe
het met de zieke juffrouw zou gaan. En als
vrouw Lette ondertiuschen een kopji kolfie
zou willen zetten, dan zou ze daarvoor niet
bedanken.
Ea vrouw Lette zette koffie en keek daarbij
voortdurend vol gespannen verwachting naar
den leelijken hond. Maar die lag in al zijn
dikte op den grond ineen gerold, hal zijn oogen
ttijf dichtgeknepen en knord-3 behagelijk.
Op huilen scheen hij hofgeraarud geen
plannen te hebben.
Ja, buurvrouw," zeide vrouw Baase na
eenigen tijd, de hond huilt niet. Dan kan je
er ook zeker van zijn, dat deji-ffrouw minstens
nog drie dagen blijft leven."
Och wat!" antwoordde de visschersvrouw
knorrig, ik geef niets om zoo'n onnoozel
dier."
Plotseling begon het oude b?est nijdig te
knorren. Vrouw Lette had hem quasi bij onge
luk met haar voet een duw gegeven.
Neen, buurvrouw/' zeide vrouw Baase, dat
helpt je toch niets. Huilen doet hij toch niet,
als hij niet wil. Zoo'n onnoozel dier is mijn
lieve Ami niet."
Den volgenden dag gebeurde er in de
visscberswoning itts heel bijzonders.
De postbode bracht een brief en een
postwitstl van 20 mark, balde van den heer uit
Hamburg. De heer uit Hamburg moest naar
Karls-ba l en r,u stuurde hij et n maaud huur
voor de kamers als schadeloosstelling. Daarmee
zou vrouw Lette wel tevreden zijn. Vrouw
Latte was er zeer tevreden mee.
Kinderen," zeide vrouw Lette, als het geluk
eei-maal komt, dan komt er ook een heeleboel
tegelijk van. Nu moet de juffrouw alleen nog
maar tot den In Augustus leven, en dan moeten
we de kamers later nog weer voor Au.u^tus
en S°ptember verhuren, goede hemel ! dan
zijn we voor den heelen winter uit de zorg l"
Ook deze laatste gebeurtenissen werden dade
lijk aan buurvrouw Baase verteld.
Zij vroeg, of zij niet nog eens met haar hond
zou terugkomen.
Och ja, dat kun ja wel doer/' zeile vrouw
Lette.
En toen vrouw Baasa weer met haar hond
in de visschcrswoning kwam, streelde vrouw
Lette het leelijke mormel teeder over den kop
en zette een tchotel met melk voor hem neer.
Juffrouw Martha lag op sterven. De reeds
half gebroken oogen staarden naar de
zolderinjr, alsof zij er door het n wilie dringen. Zij
was geheel alleen.
Daar werd de deur geopend, en Anne tra l
bini.en met baar pop in de hand. Kleit.e Karl
liep, als naar gewoonte achter haar aar, zich
vas' klemmende aaa haar schort.
Da pup had geen kop me.'r en dus ook geen
(laweeicn rnufsje. Een van Anr.e's afgunstige
speelmakkerijes had den kop afgesneden.
liet vermoorden van haar pop had een diepen
indruk gemaakt op het kle ne meisje Zij wierp
zich op het bed van juffrouw Martin, drukte
,'jaar voorhoofd tegen het gezicht der stervende
vrouw, en barstte in snikken uit.
Mijn pop is kapot," jammer ie zij.
I'op kapot," herhaalde kleine Karl en Legon
ook te snikken.
De stervende verslond niets van hetgeen zij
zeiden, zij zag alleen, dat er twee schreiende
kinderen bij haar sterfbed stonden.
Zij droomde weer zooais vroeger. Dat waren
haar kinderen, haar geliefde kinderen die om
haar treurden. O neep, zij was niet alleen
in het laatste uur van haar lf ven hier op aarde.
Een gelukkige glimlach zweefde om hs.ar bleeke
lipp.ni, en zegenend legde zij haar hand op de
hoüf.tjas der kinderen. Toen droimde zij verdi r
van een witte wolk, die naar baar toe zwecfdfi,
en droomer.d werd zij door de witte wolk
wegg dragen . . .
Anne kwam naar haar moeder toevliegen.
Och moeder, kom toch gauw, tante
Martha doet zoo raar."
Vrouw Letfe ging naar binnen en kwam
bijna in hetzelfde oogenbük in groote opge
wondenheid bij \rouw Baase terug.
O, buurvrouw, ik geloof, dat de juffrouw
dood is ! '
Neen, buurvrouw," antwoordde vrouw Baase,
dat is onmogelijk. De hond heeft immers niet
gehuild!"
Maar zij ging toch gauw mee naar bil ncn.
Waaraclrig, de juffrouw was dood.
Ileeiemaal verbluft ging vrouw Baase naar
haar hond terug. Het mormel was naast den
schotel met melk in s'aap gevallen
Och, buv.rvrouw," zeide vrouw Baase, kijk
eens aan, de hond is ziek. Hoor je wel, hoe
lij in zijn slaap kreunt, en zijn staart houdt
bij tusschen zijn boenen en van de melk heeft
hij geen druppel gedronken ! Na begrijp ik
er alles van : Als de hond ziek is, kan hy niet
huilen !"
iiiiiiiMiiliiiiiifliiiittfiiimimiii
Rotterdam, 18 Sept. 1901.
Wij laten den 28sten hier een oorlog
schip van stapel loopen en dit heuglijk
feit zal door de tegenwoordigheid vau
Z. K. H. Prins Hendrik worden opgelui
sterd. Aangezien echter de Prins-Gemas:!
nog niet bij ons was gepresenteerd, moe^t
een bezoek met de Koningin voorafgaan
en dit heeft Maandag plaats gehad. Het
was wat men zoo noemt een heel lieve
visite. Zoo 't nog noodig geweest ware,
zou Hare Majesteit met haar gracieus
persoontje, haar sympathiek gezichije en
haar elegant lichtblauw toileije ook de
stugsten onder de stuggen stormenderhand
veroverd hebben. Met wat een
betninnelijken glimlach bleef Zij de haar largs den
langen weg der drie rijtoeren steeds
toestroomende hulde en toejuichingen aan
vaarden !
Het was dan ook een uitgezochte dag,
die Maandag. Het Oranje-zonnetje kwam
telkens even kijken, 's Morgens had een
Oranje-regenije ons berucht plaveisel met
een laagje van de bekende Rotterdamsche
chocolade bedekt, maar wij hadden overal
langs den te volgen weg zand gestrooid,
zoodat paarden en rijtuigen zonder spatten
en zonder gedruisch konden pa&seeien ea
men slechts de verrukte menigte hoorde
Ongelukken kwamen op straat heeiemaal
niet voor; op de Maas zonk een te zwaar
met steen geladen schuit, doch de oude
schipper werd gered.
_De eer van dezen goeden fsfljop komt
billijker wijze niemand anders toe dan
onzen hoofdcommissaris. Deze heer, ook
een gewezen zeeheld, wegens lichaamsge
breken in en door den dienst verkrfgen,
eervol ontslagen en gepensioneerd, genoot
als plattelands-burgemeester een welver
diende rust, toen hij door den
voormaligen burgemeester Lycklama a NyenholM
met veel moeite werd overgehaald om de
even ondankbare als moeilijke funciie van
hoofdcommissaris eener zoo belangrijke
havenstad welwillend op zich te neniep.
Tegenover zooveel belangeloosheid en zelf
opoffering konden wij niet ualafeii ook
onzerzijds wat te doen en daaiom boden
we hem indertijd een geriefelyker en fraaier
woning aan boven het tot politie bureau
verbouwde schoolmuseum, een huis dat van
buiten maar vooral van binnen een waar
dig oncadremetit is voor zulk een man.
Hij verrijkte onze stad tuet een afdeeling
bereden politie, welke bij feestelijke gelegen
heden kan worden versterkt met een reserve;
zoodat er daa wel 24 ruiters bij elkaar zijn.
Het is een genot deze op kalme middaguren
door ons Park te zien draven. De paarden
zijn^uit de mai.ège, echte rijpaarilje?. De
uniformen zrn keurig in de stadskleur.
Het geheel is een luxe en een chic een
lutt der oogen. Als men zulk een korps
bereden politie heeft, kan men ten
burgeteerewAcht wel achterwege laten. Van die
jongelui was er bij een vorige gelegei'heid
ook al een van 't paard gevallen. Onze
agenten, alle oud cavaleiisten, zitten vaster
in het zadtl.
Onze hoofdcommissaris reed ditmaal zelf
den stoet vooruit. \Veer een bewijs van zijn
goed hart eij zijn zelfopoffering. Hij kon.
toch zij u rechterhand en lijftrawaut, den
commissaris Inhulsen, riet opnieuw in ge
vaar brengen. Deze is namelijk eens bij
zulk een optocht uit zijn rijtuig gevalleu;
gelukkig zonder en;stig letsel.
Maar onze hoofdcommissaris zou liever1
zijn pink misten dan Inhulsen. Deze toch,
eigenlijk zooveel als de intendant der po
litie, is onmisbaar. Altijd aan het hoofd
bureau werkzaam geweest, is hij de eenige
mau bij de politie, die met dezen lak vau
dienst volkomen vertrouwd, ja, daarin
doorkneed is. Zoodra hij dus, ter wille zijner
promotie met een afdeelirg belast, door de
benoeming van een nieuwen commissaris,
daarvan ontheven kon worden, moest de
hoofdcommissaris hem terug hebben. De
verdiensten van dezc(r-) administratieve O '?
specialiteit werden reeds door II. M. nasr
behooren gewaardeerd, waarvan 's mars
knoopsgat bescheidenlijk getuigt; wars \ au
blinkend metaal, tooit hij zich slechts mi t
het lintje. Zulk een ambtenaar uu houdt
men in waarde, en men stelt hem niet voor
de tweede maal bloot aan het gevaar vau
door een rijtuigwiel te worden beleedigd.
Was dus Maandag 10 September voor
ons een geuutvolle dag, wij hebben dit
bezoek weder weten dienstbaar te niakeu
aan de belangen van stad en volk. Alle
couranten staan vol van onxe havens en
Harer Majesteits spelevaart. Een smakelijk
verhaal ervan komt, met het btr'cht va»
ons 4de droogdok, voor de allergrootste
schepen, in het volgend verslag van de
Kamer van Koophandel. In vier talen
uitgegeven komt, dat onder de oogm van
alle autoriteiten in buitenlandsehe havens.
Kamers van Koophandel, consuls, reeders,
stoomvaanmaatschappijen enz. Zoo moge
Rotterdam groot of nog grooter worden.
Het tweede doel, dat wij nastreven is,
den uu als schout-bij-nacht bij de marine
ingelijfden Prins Gemaal, te doen treden
in de voetstappen van Prins Heudiik, zoou
van Willem I[, die zoo vaak oiue gast
was in het Jachtclubhuis. Konden wij Z.li.'s
belangstelling van de jacht op i/ct jacht
overbrengen, wellicht kreeg R;jtierdain dan
ouder Zijn beschermheerschap nog- weer
een jachtclub en behoefde geen
Eugc-lschman meer te vragen: Where are the va.cb.ts';
Het Jachtclubhuis kon dan weder tot zijn.
oorspronkelijke bestemming; terugkeeren.
Maar dat is een droom. Vooruit en niet
terug! is onze leus. Van een Jachtclubhuis
maken we een museum ; vau een museum
een politiebureau; van een paleis van
justitie een hoofdbureau van politie; van
een oudevrouwenhuis een bevolkingsbu
reau; van een gekkenhuis een ziekenhuis ;
en mettertijd een kazerne van een stadhuis1.
Maar _dau moeten we eerst een nieuw
stadhuis hebben. En dat kan nog zeker lu
jaar dureu. En is ook niet urgent, evenmin
als een nieuwe beurs. Eerst zorgen voor
verbetering der inkomsten en dan later
improductieve uitgaven. Die komen alüjd
yroeg^ genoeg. Ook is het nu de ware
tijd niet voor monumentalen bouw. Wach
ten tot na de nieuwe gistingsperiode is
raadzaam. Wij leven in een overgangs
tijdperk. Het oude is wel voorbij gegaan,
maar alles is nog niet nieuw [geworden.
Wachten we alzoo op den stijl der 20ste
eeuw. v. D, BLAAK.