Historisch Archief 1877-1940
Nö. 1266
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Oncloorgroiulelyke wegen by
benoemingen. j
Ia 't begin van 1900 moest te 's-Hage
voorzien worden in een notarisvacature,
ontstaan door 't overlijden van den heer S.
die een zoon naliet, welke was mr, in de ,
rechten en candidaat-notaris van 1889. j
Die zoon werd niet benoemd in zijns !
vaders plaats, maar een candidaat van j
1884, dus 5 jaar ouder dan de zoon en i
die daarom meer aanspraken kon doen gel
den. Alles dus volkomen correct!
Maar nu sterft in 1901 te Utrecht een
notaris, die ook nalaat een zoon, ook mr.
in de rechten en eveneens candidaat van
1889. En te Utrecht is ook, gelijk in den
Haag, een veel oudere candidaat: n.l. een
van 1883!
Nu eenmaal gebroken was met t dwaze
en onbillijke syoteem, om de zonen maar
in de plaatsen hunner vaders te schuiven,
was in 't Utrechtsch geval reden te
meer, om den man, die 18 lange jaren
reikhalzend naar een benoeming uitziet,
niet te passeeren. De consequentie bracht
mee, deze beide identieke gevallen gelijk
te behandelen. Dat zou men zoo zeggen,
maar anders geschiedde; en het merk waar
digst van alles is, dat het nzelfde minister
was, die deze geheel strijdige benoemingen
deed.
Allen, die den zoo grievend verongelijkten
candidaat van 1883 kennen, weten, dat er
niet de minste reden bestaat, om hem zulk
een pijnigend onrecht aan te doen. Eén
gebrek hetfc hij ongetwijfeld hij bezit
niet genoeg protectie; niet genoeg relaties!
Wanneer zal dan eindeliik ophouden het
nieten met twee maten ? Wanneer zal ook
bij benoemingen als regel en niet als uit
zondering de billijkheid betracht worden ?
DUPLEX.
* *
*
Aangaande het bovenstaande schrijft
men ons:
»Tot nadere toelichting van dit stukje
uit het jongste nummer van het Notarieel
Weekblad diene, dat bedoelde candidaat,
reeds 23 jaren bij het notariaat werkzaam
waarvan 18 jaren in 't bezit van 't radi
caal een hoogst verdienstelijk man is,
algemeen geacht en gezien in Utrecht, die
in de laatste jaren gedurende de maanden
Juli en Augu&tus de geheele leiding van
een druk kantoor had wegens afwezigheid
(verblvjt te Scheveüingen) van zijn patroon;
reeds 3 jongelui voor'ttxamen bekwaamde,
waarvan er reeds 2 notaris zijn ! door ^den
minister Cort v. d. Linden 2 maal (als No. l
op de aanbeveling voor elders staande)
werd gepasseerd, en toen hij de laatste maal
voor de vacature te Utrecht vroeg, door
dien minister werd afgescheept met de woor
den: »Ja, mijnheer, ik begrijp dat u zeer
naar eene benoeming verlangt, waarop u
dan ook aanspraak heeft, doch ik zal de
voordracht voor Utrecht niet meer doen,
u zult dus nog eens bij mijn opvolger op
audiëntie dienen te gaan."
Natuurlijk deed de candidaat nu geen
verdere moeite, en ziet, de laatule voordracht
die Cort v. d. Linden deed, was juist om
tot notaris te Utrecht te benoemen een
candidaat van 12 jaren .., Aldus geschiedde
door een minister die steeds den mond vol
had van «sociale rechtvaardigheid".
Waarlijk het is te hopen, dat de opvolger
van mr. Cort v. d. Linden op het stuk van
benoemingen iets minder berispelijk zal
handelen. De bevordering van den heer
Pelerin vóór er uitspraak was gedaan in de
zaak-Snel ligt nog versch in het geheugen.
droefheid van zyn jonge echtgenoote en familie.
Zyn heengaan is voor hen een harden slag,
maar ook Amsterdam verliest in hem een van
haar beste en werkzaamste zonen.
A. W. de Flines. t
Amsterdam heeft dezer dagen een smar
telijk en trtffsnd verlies geleden. Ean van haar
meest geachte burgers, een man wiens hart
steeds warm voor stad ei stedelingen klopte
is op nog jeugdigen leeftyd gestorven.
De heer A. W. de Flines, eerst kort geleden
gehuwd, werd op zijn huwlijksreis reeds onge
steld en bleek by' zyn terugkeer in Nederland
te zyn aangetast, door een hevig typhuslyden,
dat in bvrikvliesontsteking overging, waar
aan hij betrekkelijk spoedig bezweek tot groote
liiimtiiiiiintiiiiiiiiiiiiitiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiuiuititiiiiiiiitutiui
Hoe ecu Amsterdammer aan den kosl komt.
Schets door JUSTUS VAN MAURIK.
2)
Mijn tweede ontmoeting met Verhoesen vond
plaats op een tooneel; ik zag hem eensklaps
het hoofd opsteken uit het sojffleurshnk. Wij
repeteerden, als leden van een tooneellievend
gezelschap, dat, even als zoovele andere, haüa
huldigde om des te beter Terpsichore te kun
nen dienen, een zwaar stuk", waarin dorr de
ijverige dilettanten, behalve de verzen van den
dichter, ook nog een paar or.schuldige, edele
merschen werden vermoord.
Ean der liefhebbers, die de rol van den
verrader bereidwillig op zich bal genomen,
kon, 't zij hem ter tere vermeld, al de valsche
slechtigheid die hij te zfggea hal, niet te best
onthouden en keek voortdurend met een be
nauwd gezicht naar beneden in't hokje, waarin
de souffleur het hoofd eenigszins achterover
houdend, met opgetrokken wenkirauwen,
wijrlgeopende oogen en den rechter wijsvinger stee is
aanwijzend vooruitgestrekt, zat te fluisteren.
Ge wilt niet, zoo ik wil, welnu!
Dan sterft ge door mijn hand.
Maar 'K laat n kans u nog.
Vóór dat ik pleng uw bloed.... uw
bloed! hm! bloed l declameerde de
lief hebber-falsaris steken blijvend.
't Sa, vecht met mij! fluisterde souffleur.
Sta, vecht met mij ! herhaalde de speler.
't Sa l .. niet Sta ! Denk er om, 't is een
uitdaging, meneer !
Jawel, 't is goed l Ga maar door !
Gij bleeke onmensch wilt Maria huwen ?
-?Gij bleeke hondmensch ...
Pardon, pardon, meneer ! u zegt verkeerd,
't is amensch". Mag ik u opmerkzaam ma
ken, dat u gisteren op de repetitie ook al
hondmensch hebt gezegd, e.i dat 't op de uit
voering toch allergekst klinken zou, als u....
Jawel, jawel, dankje! en min of meer
geraakt: Souffleer jij me maar goed, dan
zorg ik zelf voor de rett.
De Flines was in alle opzichten een
\jverig en doorzettend man, die, wat hij onder
nam met kracht aanvatte en meestal ook
volbracht.
Na op de Spieghelschool het eerste
onderwys te hebben ontvangen en door
privaatonderricht zich vreemde talen te hebben eigen
gemaakt, vertrok hij op 19 Urigen leeftyd naar
het buitenland en kwam als volontair op een
der grootste drukkerijen van Laipzig.
Dit verblufte Liipjig oefende grooten invloed
uit op zyn latere ontwikkeling omlat hij
kennis maakte met veel Hollandschejongelie
den, die daar waren om zich te bek*aman in
vakken van kunst en wetenschap. Door den
omgang met landgenooten en vreemden werd
De Flines een man van algemeene kennis.
HU was een der medeoprichters der HM. Club
te Lsipzig, bestaande uit jonge componisten,
musici en leerlingen van verschillende handels
inrichtingen. Daar leerde hy de meesterstukken
van Wagner, Liszt, v. Baethoven e. a kennen
en waardeeren; bestudeerde de wijze van op
voering der Wagner-Opera's, de costumes,
tooneelschikkingen, verlichting, enz. en drong
door in de geheimen der régie. Later heeft hy
hier het pogen van de Nederlandsche Opera met
al de kracht, die in hem was; gesteund en veel
goeds tot stand gebracht, zoodat de heer Van
der L'nden het publiek verbaasd kon doen
staan door de schitterend mooie opvoeringen
der verschillende \Vagner-opera(s, die werkelijk
niet voor die in het buitenland behoefden
onder te doen.
Door zyn vele bezoeken aan verschillende
groote steden van Duitschland, die bezig waren
zich aan alle zijden uit te breiden en smalle
straten te veranderen in breede verkeerswegen
met spoorwegen en electrische trams als ver
voermiddelen, rees bij hem ook de vraag
waarom Amsterdam zich niet eveneens tot
wereldstad zou kunnen verheffen en den handel
tegemoet komen door practische uitbreidingen
en verbetering van oude toestanden.
In zjjn drukke zaak, by was een der werk
zaamste leden van de tï,-ma Bukman en
Sartorius, bleek hy een stuwend element, welks
invloed zeker smartelijk zal worden gemist.
Vriendelijk en aangenaam in den omgang,
altijd bereid iemand te woord te staan, was
hij door zyn talry'k personeel byzonder geacht
en bemind. Hij, had, hoe druk hij het ook
mocht hebben, voor iemand, die hem spreken
wilde, die raad of hulp behoefde, een
oogenblik over.
Bescheiden van aard, luisterende naar het
advies van ouderen, maar toch vaststaande in
zijn eenmaal opgevatte meening, niet koppig,
maar haar mannelijk verdedigend, wist hij
veelal goeden raad te geven, oordeelkundig
en beslist. Hij had een benijdenswaardige ge
makkelijkheid van zich te uiten, zoowel
schriftelyk als mondeling, en dikwijls ver
hief bij in vergaderingen zijn stem, kort en
zakelijk uiteenzettend wat hij wilds bespreker,
veroordeelen of verdedigen.
Zooals u blieft, meneer ! ik zei 't
anders in uw eigen b slang.
Dankje voor je goedheid ga door
at j «blieft!
Ik had intusschen Verhoesen herkend, hoe
wel hij er door 't ronde hoedje dat bij droeg,
het hoog dichtgeknoopte ja^je en zonder boorri,
Volbloed Amsterdammer, brak hij menige
lans voor de welvaart en de verfraaiing der stad.
Toen er sprake was van den bouw eener
nieuwe baurs toog hij aan 't werk en ontwierp
een bebojwicgsplan, dat veel en ernstig
besproken werd. Hij schreef verschillende
brochures en dagbladartikelen daarover, die
belangstelling en aandacht wekten. Zy'n
lievelingsdetkbeeld, een mooie beurs op een Bou
levard van het Cantraalstation over het
gedempte Rokin, mocht hij niet zien
verwezenlyken.
Zijn vlugschriften over De demping van het
Hukln en Verbetering van ons tramwezen
vonden groote waardeering by neringdoenden
en handelaren. »De Ansterdamsche
Winkeliersvereeniging", »le Buurtvereeniging het
Rokin" e. a. lichamen, beschouwden hem als
hun ijverigen en bekwamen raadsman, en door
hun invloed kwam de Fiines op den zetel, die
ham reeds lang toekwam ; hij werd tot lid der
Ktmer van Koophandel gekozen, en aanvaardde
die betrekking met de beste voornemen*.
Hy heeft zy'n kalme, altijd flirke adviezen
er niet kunnen geven, wait de dood heeft
hem te vroeg weggenomen.
De Flines was betrekkelyk nog jon?, maar
hij had reeds veel gedaan en beloofde nog
meer voor de toekomst, want hy was een voor
uitstrevend degelijk man, met ean kalm hoofd
een buitengewoon arbeidsvermogen en een
warm, medelijden!, g,;ed hart.
Wat hem vooral in ieders oogen beminrelijk
maakte was zy'n Iryauteit, bij wrs door en
door goedhartig, en even als de meeste goed
hartige menscben ook wel eens een
oogenblik opstuivend, maar zoodra hy inzag dat
hy gedwaald had, gereed dat volmondig,
flink te erkennen. Hij schaamde zich nooit,
voor een oogenblik »de minste" te zijn, over
tuigd, dat voor het orkennen van een fout, een
misgreep, meer geestkracht en moed noodig
zijn, dan tot het siy't' koppig vasthouden aan een
opgevatte meening.
Zier velen hebben hem gekend, niet velen
hebben hem volkomen r.aar waarde geschat,
want bij al zyn deugJen voegde hij nog die
van zich op den achtergrond te houden, zoo
dra hy meende dat zij i werk was verricht.
De Flines was gaen oogendienaar, geen
lintjftsjager, gepn belangsoeker, maar een braaf,
vriendelyk, welwillerd, ernstig denkend man,
die gaarne voor anderon in de bres sprong en
eerlijk het goede zocht.
lig rutta in vrede ! J. v M,
er heel anders uitzag dan in zijn se .ilder-skiel
ot aansprekerspak. Zijn stem klonk nu ook i
verschillend, zelfs ietwat geaffecteerd.
^ (
Lastige lui om mcêom te gaan, die
liefhebbers; ze zijn gauw op dr teenfjis getrapt
en ze hebben van tooneel:-pelen toch geen kaai
gegeten, zei Verhoesen, toen hij in de pauz?
als gewoon sterveling uit zijn onderaanü-ch
verblijf omhoog was gestegen.
Ze vallen om van wijsheid, meneer ! Kn
toch zouëri ze van mij nog heul wat kunnen
leeren ; hoe vond u bijv. do r's van dio meneer,
die de marquéspeelt, bespottelijk: rrch, rch,
heelemaal achter in z'n k^cl: hij heeft de
goeie r nie'. 'a>t hem eens zeggen: Brrerg,
brrave brroeders, 't brruine brrood en 't bien ! '
Verhoesen rolde geweldig met de r's en
maakte daarbij een ze;>r breed gebaar, een
treurspelspeler waardig.
U zou best een verraaier kunnen spelen.
Ongetwijfeld, antwoordde de souffleur een
hooge borst zettend en den linkervoet vooruit
brei gend, ik heb alleen maar pech ; ze geven
me i.ooit anders dan klein werk en toch
ben ik niet van vandaag of gisteren aan 't
tooneel .. .
Acteur ?
Hm ! dat nu niet bepaald ik doe meer
zoo van alles; 'k ben zoowat grande utilité."
't Verwonderde mij dat hij die Fransche
woorden zoo goed uitsprak, daarom zei ik:
U spreekt zeker goed Fransch?
Certainement Monsieur! ik ben van de
Waalsche gemeente. Och! ik had wat protectie
moeten hebben, dan speelde ik misschien nu
Hamlet of Don Cesar, maar... hij decla
meerde :
'k Ben nederig van stand,
In Arragon geboren,
Verliet ik vaders huis,
Te vroeg, en zwierf...
Jal souffleur is eigenlijk mijn vak niet, maar 'k
val van avond in voor Pauw, die hier 't werk had
aangenomen; hy moest met zijn vast gezelschap
President Hoosere!!.
Niemand buiten den kring van president
Mac Kinley's inüernen, wellicht ook dezen
niet, zal het in de gedachte zijn gekomen hem
»Willy"te noemen. De etiquette brengt trou
wens mede, dat de president nooit met naam
of voornaam, maar altijd als »Mr. President"
wordt aangesproken. Trots deze t'quette,
met totale ter zijde stelling van alle vor
melijkheid, spraken (ie Amerikanen over
Theodore lloosevelt als hun ȕeddy." Het
beste bewijs, dat »Teddy'' een zeer popu
lair man is.
Hoe heeft hij die populariteit verkregen ?
Theodore lloosevelt is in 18,18 te
NewYork geboren uit eene ou'ie Hollandsche
familie. In tegenttjlling met de meeste
andere Amerikaansche presidenten is hij
geen sdj'-inadc man in dien zin, dat hij
zicli uit eene nederige maatschappelijke
positie door eigen kracht zou hebben op
gewerkt. Luicoln was iri zijn jeugd boe
renarbeider, Johnson kleermaker, Grant
leerlooier, Hayes dorpszaakwaarnemer,
Garfield rondreizend prediker van een
kleine secte; maar Koosevelt ontving ais
kind eer.er aristocratische, invloedrijke en
zeer gegoede familie eene zorgvuldige op
leiding en verwierf in Harvard College
de hoogste onderscheidingen. Voor kamer
geleerde had de jonge student echter gegn
aanleg; daarvoor was hij een veel te ijverig
beoefenaar van velerlei sport, vooral van
jagen, paardrijden en boksen. Maanden lang
heeft hij het leven medegemaakt van de
cowboys in het verre westen, die in hem
ook op pliysiek gebied hun gelijke en zelfs
naar Groningen, 'k Heb geen figuratie van
a/ond en daarom dacht ik, kon ik die
dubhel'j 's wel meei omen; 't viel me ju'.st gelegen,
drie avo:iden vrij kom ' dacrit ik, dat's vijf
pop meegenomen. O/ermorgen heb ik weer
koor bij l'rot.
I!c y korist ook ?
Och ja, meneer, waarom niet ? 'k Heb
een guvie tenoor, en de actie,'t spel, ontbreekt
me niet.
Hij trok zijn vest wat naar beneden, gooide
't hoofd in den nek en zei: Jammer,
ik had act. ur moeten worden ; ik voel dat 't
m'n eigenlijke roeping was 'k had va'n
nature 'i talent er voor maar... d'r zit
geen brooil aan, als j>! tegenwoordig geen pro
tectie hebt, dat zei ik laatst nog te^en Louis
en Door . ?.
Tegen wie 'i
Wel, tegen Bouwmeester en mevrouw
Frenkel; die zijn er maar mooi bovenop ge
komen, ze zijn toch rok maar bij reizende
gezelschappen begonnen. Louis, zei ik tegen
hem,?als ik jou zii spelen ^aat mijn hart
open ; ik snak r.aar een goede rol, dat eeuwig
brief opbrengen of vooi' hofrckel spelen hangt
me de keel uit ... ik voel dat ik een concur
rent van j e züu kunnen worden ik heb het
feu sacré.
Wei. wél.' En wat zei Bouwmeester ?
O, hij was heel aardig; hij klopte me op
den schouder en zei: Troost j; maar, Janus,
je weet nooit hoe een koe nog een haas vangt.
Janus? bè! ik dacht dat u Kees heette V...
Jawel, ik heet Cornelis van m'n voornaam,
maar aan 't tooneel noemen ze me Janus, of
Jar.us Tulp, omdat ik aanspreker ben . . . hij
lachte : dat heb u op je geweten, ik heb in
uw stuk bij vetnLiei altijd n van de kraaien''
gemaakt.
Dat doet me pleizier, mag ik je een
grogje of een toddy cft'reeren ?
Dank u wel, 'k gebruik nooit spiritualiën ;
ik moet op mijn stem passen, 't is een deel
van mijn broodwinning, niet waar ?
Zeker ! een glas bier dan ?
Gaarne, maar licht, liefst HollandEch.
Bestel 't maar zoo je wil.
Aanr.émenl.. riep hij, zich half omdraaiend,
met sonoor geluid, en 't viel mij op dat hij zy'n
best deed de a's zoo zuiver mogelijk uit te
spreken en de slot n goed deed hooren. Hij
sprak nu bepaald naar de letter met een
hun meerdere erkenden. Dat leven heeft
zijn spieren en zenuwen gestaald, zonder
aan de scherpte van zijn geest afbreuk
te doen of zijn zin voor wetenschap en
litteratuur te verstompen.
Twintig jaren geleden, dus op nauwelijks
23 jarigen leeftijd, deed de jeugdige afstam
meling der knickerbockers zijne intrede in
de praktische politiek eu verbaasde en
ergerde geestverwanten en tegenstanders
door zijne heftige uitvallen tegen corruptie
in de hoogste financieele kringen. Tegen
niemand minder dan den spoorwegkoning
Jay Gould richtte lloosevelt in de wet
gevende vergadering van Albany zijn aan
vallen, en hij deed dit met goed gevolg.
Sedert liet de politiek hem niet los, en
bekleedde hij belangrijke betrekkingen,
in welke hij zich door energie en onaf
hankelijkheid onderscheidde, zonder zich
aan het republikeinsche partijverband te
onttrekken. Bij het uitbreken van den
oorlog met Spanje werd de avontuurlijke
geest over hem vaardig. Met zijn vriend
Leonard Wood bracht hij het regiment
der rough riders bijeen, waarin cowboys en
aristocratische jongelui van de New-Yorker
clubs schouder aan schouder streden. Aan
het hoofd van dezen troep verrichtte bij
?wonderen van onstuimige dapperheid ; in
den oorlog werd hij de bij uitstek popu
laire man, voor wien de weg tot de hoogste
waardigheid openstond.
D;e weg zou echter niet de gewone zijn.
Het kostte den leiders van de
republikeinsche partij groote moeite, den
werkzamen, doortastenden en tem peramentvollen
Koosevelt te bewegen, eene candidatuur
voor het vice-presidentschap te aanvaarden.
Immers dat vice-presidentschap is eene
eervolle sinecure, en R'josevelt had geen
lust om op -12 jarigen leeftijd »op stal ge
zet'' te worden. Toch gaf hij ten slotte
toe, in het belang der gemeenschappelijke
zaak, toen men hem duidelijk had be
wezen, dat slechts de samenkoppeling van
zijn zoo populair geworden naam met dien
van Mac Kiuley de herkiezing van den
president kon verzekeren. En hij deed
meer dan dit: hij nam een groot deel van
den verkiezingsarbeid op zich en toonde
zich een onvermoeid redenaar, wiens woor
den altijd pakten, al schitterde de spreker
niet door buitengewone oratorische gaven.
*
Op litterair gebied heeft Itoosevelt zich
doen kennen door verscheiden werken, die
alle interessant zijn. Op n daarvan, het
voor niet langen tijd verschenen American
I'lcals, vestigen wij in 't bijzonder de aan
dacht, omdat het als een soort van
geloofsbekentenis en tevens als een program kan
worden beschouwd.
»Iedere groote natie" zoo schrijft
lloosevelt i u dit boek »dankt den man
nen, wier levens een deel harer grootheid
hebben uitgemaakt, niet slechts de stoffe
lijke gevolgen van hunne daden, niet slechts
de wetten, die zij tot stand brachten, de
overwinningen, die zij behaalden, maar
den oneindigen zedelijken invloed hunner
woorden en hunner daden op het karakter
der natie. . . . Zonder \Yashmgton zouden
wij nooit onze onafhankelijkheid van de
Britsche kroon hebben verkregen, of zouden
wij een hoop van kleine, steeds met elkaar
overhoop liggende staten zjn, zoo als de
regeeringen van Spaansch Ameiika zijn
gebleven. Naast, de stoffelijke resultaten
van den burgeroorlog hebben wij allen,
Noordelijken en Zui ielijken, een schat ver
zameld aan herinneringen, zijn wij rijker
geworden door eike zw-are campagne en
elke met inspanning behaalde overwinning.
Wij bezitten thans, dank zij de oneindige
smarten, het groote lijden en den eindelijk
verkregen schitterenden triomf, een edeler
opvatting van wat goed en groot is".
iiiiimfllilliiiifiiiiiiiiiiiiifiifiiffjiina
theatrale intonatie, zelfs min of meer wat men
aan 't tooneel de klcis" noemt, een zekere
gezwollenheid, die eenigszins aan den
ouderwetschen treurspel'oon herirnert.
Op uw welzijn, meneer !.. zei hij hdfdijk
zijn glan even opheffend en daarna met spitse
lippen een paar slokjes drinkend.
Een sigaartje er bij 'l
Van u, graag! . Hy stak op, liet den rook
langzaam door den neus gaan, en zei, met de
hand den rook naar zich ioe waaiend; Heel
goed, hum ! fijn ! dat 's Havana binnengoed
met Deli dek, hè?
- - Je schijnt er kennis van te hebben !
Ja, een beetje, 'k Ben als j ..ngen tusichen
de schooluren op een fabriek geweest, voor 't
plakken van kistjes, en later bij een tabaks
makelaar jongste bediende 'k heb wel mon
sters gebracht bij meneer uw vader ; ik heb
altijd liefhebberij gehouden in de t: bak en 'k
doe nog al wat in sigaren .,.
Ei zoo! en fabriceert u zelf ?
Keen ! maar ik heb heel goeie kanalen
waaruit ik mijn goed betrek. Onder de artisten
heb ik lieve kla >tjes Louis rookt nog wel
eens van me, Veltman krijgt om de twee maan
den een kisfje en Bart Kreeft rookt altijd van
die kleine van drie eer ten kijk deze ! Hij
haalde een netten koker uit den zak en liet
me een paar sigaren zien. Steekt u 'r is
op, u is kenner! hij naderde zeer dichtbij
mijn oor en fluisterde: - kosten ine maar
twee en twintig gulden,... dat's tachtig centen
aan n honderije.. mooi meejenomen, hèOch!
aan artisten is nog wel 'r is wat te verdienen,
maar ja moet ze goed behandelen en hij
maakte met duim en vinger de beweging "an
geld tellen 't is oppassen, want talent
hebben ze allemaal plenty, maar centjes, ho maar !
Enfin! ze weten 't... ik pof rooit langer
dan n maand en als 't geldjesdag is, lig ik
's morgens vroeg al als een bulhond voor de
komedie.
En krijg je nooit eens bankroetjes ?
A&n de heeren zelden, maar aan de dames,
nou!... hij schudde bedenkelijk het hoofd.
Rooken de dames dan ook ?
Wel neen! aan haar verkoop ik koffie,
thee, parfumerie, schmink, een beetje manu
facturen, zijden lappen, fluweel ik heb zoo
voor alles goedkooper kanalen, en ze weten dat
Janus ze niet fopt; ze mogen me allemaal
nogal lyden, al zeg ik 't zelf.
En elders: »De vijanden der openbare
orde zijn minstens even gevaarlijk door
hun voorbeeld als door hun daden. En
dit geldt ook voor de gevaarlijke misda
digers der gegoede klassen. De
gewetenlooze speculant, die rijkdommen verwerft
door zijn medemenschen te bedriegen, de
rechters te verleiden en de wetgevers om
te koopen, om zijne dagen te besluiten
met den roem, tot de rijkste lieden van
Amerika te behooren, oefent op het ka
rakter van het aankomend geslacht een
slechteren invloed uit dan de gewone
moordenaar of bandiet, omdat zijne carrière
door haar schitterend succes meer verblindt
en verleidt.... De arbeider-agitator met
zijn lichtzinnige opruiende redevoeringen
kan geen grooter schade aanrichten dan
de enghartige, hardvochtige, egoïstische
koopman of fabrikant, die opzettelijk zijn
arbeiders houdt in eene positie van af
hankelijkheid, van onmacht om ook ge
zamenlijk iets tegen hem te doen. ... Er
is in de wereld geen verachtelijker type
dan de alleen-geldmakende Amerikaan,
die, ongevoelig voor eiken plicht, ieder be
ginsel met voeten tredend, slechts denkt
aan het bijeer, schrapen van een vermogen,
om het op de laagste manier te gebruiken,
hetzij door in tfi'ccten of in rottige
spoorwegwaarden te speculeeren, hetzij om zijn
zoon toe te staan, een leven van dwaze
ledigheid of van groote uitspattingen te
leiden, hetzij om het eeu of ande:e
gemeene sujet uit eene hooggeplaatste familie
als man voor zijne dochter te koopen".
»Niet veel minder gevaarlijk zijn zij, die
alle publieke quaesties uitsluitend naarde
winkellade beoordeelen en geen instelling
voor noodig houden, die niet tevens
handelsvoordeelen afwerpt, zij die niet begrijpen,
dat een dichter meer kan doen voir de
natie dan de eigenaar van een
spijkerfabriek ; die handel en bazit, voor iets
heiligers houden dan leven en eer".
Natuurlijk keert Riosevelt zich tegen
de volksmenners, die de maatschappij door
moord en doodslag willen hervormen. Maar
ook de revolutionaire socialisten vinden
geen genade in zijne oogen. »In dezelfde
mate als het volk intelligenter wordt, kan
men den staat eene grootere rol in het
maatschappelijk leven toewijzen; het is
echter absoluut gevaarlijk, den staat meer
dan een minimum van macht te geven,
zoolang hij massa's individuen bevat, die
zich laten leiden door de beschuldigingen en
verdachtmakingen van een socialistischen
aanvoerder. Het kan verstandig zijn,
nieuwe successiebelastingen in te voeren,
doch slechts daar waar een werkelijk
misbruik van den rijkdom plaats vindt,
gelijk bij ons, is het noodig aan zulk een
misbruik onverwijld een einde te maken.
Wat echter de mingegoeden en behoef'tigen
vóór alle dingen moeten leeren, is, dat
de rijkdom, als geheel beschouwd, in een
staatsgemeenschap voor hen bepaald
welj dadig is.... Het kan noodig worden, dat
wij ons meer dan tot dusver mengen in
het recht var? het privaatcontract en dat
wij de arglistigheid aan banden moeten
leggen, gelijk wij het met het geweld
deden; maar de vooruitgang moet konaen
door geleidelijken wasdom.
Universaalgeneesmiddelen zijn voor den staat even
schadelijk als voor het lichaam."
lloosevelt, is een overtuigd imperialist,
in zoover als hij het als d« taak der be
schaafde staten beschouwt, zich uit te
breiden en daarmede tevens de beschaving,
te verspreiden. Wat Frankrijk, Engeland,
Rusland en Amerika in deze richting
gedurende de afgeloopen eeuw hebben
gedaan, was zeker in het voordeel der
beschaving. Oneervol was de smadelijke
vrede, die door de groote mogendheden
werd gehandhaafd, toen Turkije de
ver
iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiuimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiinmmiiimm
Aha! l'enfant chéri des dames, dus!
Neen, daarvoor ben ik niet genoeg mooie
jongen 't is zuiver spul, meneer ! ... ik
bedien ze goed; ik kijk niet op een beetje
moeite. O ! u zou je soms slap lachen als
u hoorde wat ze me vroegen, 't is een
paskwil: - Janus .' hij bootste uitnemend een
vrouwclyk.3 stem na: Janus ! heb je m'n
loterijbriefje al gefourneerd 'i
Jawel, mevrouw!... Dit zei hij met zijn
gewone stem.
Dankie kind ! Denk je erom een nieuw
twintigie voor me te nemen, als 'k er met
eigen geld uitkom ?
Zeker, mevrouw !
Doe je in loterij ook, meneer Verhoesen r
Al jaren, meneer zal 'K u eens 'n
tientje leveren voor de volgende loteiij ? U
zal zeker bij mij fortuinlijk spelen of wil
u een vijfde ?
Xeen ! 'n twintigje is ruim voldoende.
Bestl... hij noteerde: n twintigje voor
meneer van Maurik, en ntje voor mevrouw ?
Man en vrouw zijn voor de loterij altijd
twee ; dus twee twintigjes ... ik zs.l d'r voor
zorgen ! Een van 't koor heb ik laatst
tachtig gulden uitbetaald, 'n mooi mtü.-allertje.
Dat heeft me veel andere klan'jes bezorgd, ze
zijn bijgeloovig de artiaten. Ik heb allerlei
akkevietjes te doen voor de dames. Ze kunnen
zoo liefies vragen : Janus ?
Juffrouw? zeg ik dan kwasi onncozel.
- Toe, lieve Janus, haal jij m'n bracelet
eris van oome Jan. 'k Heb de centjes goddank
nou bij mekaar!... Die koriaten hebben eeuwig
wat in den lommerd staan... Dan is er weer
een ander, die je een rol laat uitschrijven, omdat
ze zelf. .. hum ! enfin ... als kind geen tijd
gehad, of de schoolmeester juist gestorven toea
ze beginnen zou zóó doe je iedereen een
dienst, zóó dce je negotie en zoo haal je den
koHt op voor moeder de vrouw en de kicder jes.
Tot den aanvang, dames en heeren !
't derde bedrijf! riep in de handen klappend
de diliettant regisseur.
Verhoesen dronk snel 't restje uit zijn glas,
maakte een kleine buiging voor mii, wees met
een theatrale beweging op 't souffleurshok en
zei met pathos :
Mij roept de plicht maar noode scheid
ik thans !
Achteruit kroop hij weer in de onderwereld.
(Wordt vervo'gd).