De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 29 september pagina 3

29 september 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 1266 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Oncloorgroiulelyke wegen by benoemingen. j Ia 't begin van 1900 moest te 's-Hage voorzien worden in een notarisvacature, ontstaan door 't overlijden van den heer S. die een zoon naliet, welke was mr, in de , rechten en candidaat-notaris van 1889. j Die zoon werd niet benoemd in zijns ! vaders plaats, maar een candidaat van j 1884, dus 5 jaar ouder dan de zoon en i die daarom meer aanspraken kon doen gel den. Alles dus volkomen correct! Maar nu sterft in 1901 te Utrecht een notaris, die ook nalaat een zoon, ook mr. in de rechten en eveneens candidaat van 1889. En te Utrecht is ook, gelijk in den Haag, een veel oudere candidaat: n.l. een van 1883! Nu eenmaal gebroken was met t dwaze en onbillijke syoteem, om de zonen maar in de plaatsen hunner vaders te schuiven, was in 't Utrechtsch geval reden te meer, om den man, die 18 lange jaren reikhalzend naar een benoeming uitziet, niet te passeeren. De consequentie bracht mee, deze beide identieke gevallen gelijk te behandelen. Dat zou men zoo zeggen, maar anders geschiedde; en het merk waar digst van alles is, dat het nzelfde minister was, die deze geheel strijdige benoemingen deed. Allen, die den zoo grievend verongelijkten candidaat van 1883 kennen, weten, dat er niet de minste reden bestaat, om hem zulk een pijnigend onrecht aan te doen. Eén gebrek hetfc hij ongetwijfeld hij bezit niet genoeg protectie; niet genoeg relaties! Wanneer zal dan eindeliik ophouden het nieten met twee maten ? Wanneer zal ook bij benoemingen als regel en niet als uit zondering de billijkheid betracht worden ? DUPLEX. * * * Aangaande het bovenstaande schrijft men ons: »Tot nadere toelichting van dit stukje uit het jongste nummer van het Notarieel Weekblad diene, dat bedoelde candidaat, reeds 23 jaren bij het notariaat werkzaam waarvan 18 jaren in 't bezit van 't radi caal een hoogst verdienstelijk man is, algemeen geacht en gezien in Utrecht, die in de laatste jaren gedurende de maanden Juli en Augu&tus de geheele leiding van een druk kantoor had wegens afwezigheid (verblvjt te Scheveüingen) van zijn patroon; reeds 3 jongelui voor'ttxamen bekwaamde, waarvan er reeds 2 notaris zijn ! door ^den minister Cort v. d. Linden 2 maal (als No. l op de aanbeveling voor elders staande) werd gepasseerd, en toen hij de laatste maal voor de vacature te Utrecht vroeg, door dien minister werd afgescheept met de woor den: »Ja, mijnheer, ik begrijp dat u zeer naar eene benoeming verlangt, waarop u dan ook aanspraak heeft, doch ik zal de voordracht voor Utrecht niet meer doen, u zult dus nog eens bij mijn opvolger op audiëntie dienen te gaan." Natuurlijk deed de candidaat nu geen verdere moeite, en ziet, de laatule voordracht die Cort v. d. Linden deed, was juist om tot notaris te Utrecht te benoemen een candidaat van 12 jaren .., Aldus geschiedde door een minister die steeds den mond vol had van «sociale rechtvaardigheid". Waarlijk het is te hopen, dat de opvolger van mr. Cort v. d. Linden op het stuk van benoemingen iets minder berispelijk zal handelen. De bevordering van den heer Pelerin vóór er uitspraak was gedaan in de zaak-Snel ligt nog versch in het geheugen. droefheid van zyn jonge echtgenoote en familie. Zyn heengaan is voor hen een harden slag, maar ook Amsterdam verliest in hem een van haar beste en werkzaamste zonen. A. W. de Flines. t Amsterdam heeft dezer dagen een smar telijk en trtffsnd verlies geleden. Ean van haar meest geachte burgers, een man wiens hart steeds warm voor stad ei stedelingen klopte is op nog jeugdigen leeftyd gestorven. De heer A. W. de Flines, eerst kort geleden gehuwd, werd op zijn huwlijksreis reeds onge steld en bleek by' zyn terugkeer in Nederland te zyn aangetast, door een hevig typhuslyden, dat in bvrikvliesontsteking overging, waar aan hij betrekkelijk spoedig bezweek tot groote liiimtiiiiiintiiiiiiiiiiiiitiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiuiuititiiiiiiiitutiui Hoe ecu Amsterdammer aan den kosl komt. Schets door JUSTUS VAN MAURIK. 2) Mijn tweede ontmoeting met Verhoesen vond plaats op een tooneel; ik zag hem eensklaps het hoofd opsteken uit het sojffleurshnk. Wij repeteerden, als leden van een tooneellievend gezelschap, dat, even als zoovele andere, haüa huldigde om des te beter Terpsichore te kun nen dienen, een zwaar stuk", waarin dorr de ijverige dilettanten, behalve de verzen van den dichter, ook nog een paar or.schuldige, edele merschen werden vermoord. Ean der liefhebbers, die de rol van den verrader bereidwillig op zich bal genomen, kon, 't zij hem ter tere vermeld, al de valsche slechtigheid die hij te zfggea hal, niet te best onthouden en keek voortdurend met een be nauwd gezicht naar beneden in't hokje, waarin de souffleur het hoofd eenigszins achterover houdend, met opgetrokken wenkirauwen, wijrlgeopende oogen en den rechter wijsvinger stee is aanwijzend vooruitgestrekt, zat te fluisteren. Ge wilt niet, zoo ik wil, welnu! Dan sterft ge door mijn hand. Maar 'K laat n kans u nog. Vóór dat ik pleng uw bloed.... uw bloed! hm! bloed l declameerde de lief hebber-falsaris steken blijvend. 't Sa, vecht met mij! fluisterde souffleur. Sta, vecht met mij ! herhaalde de speler. 't Sa l .. niet Sta ! Denk er om, 't is een uitdaging, meneer ! Jawel, 't is goed l Ga maar door ! Gij bleeke onmensch wilt Maria huwen ? -?Gij bleeke hondmensch ... Pardon, pardon, meneer ! u zegt verkeerd, 't is amensch". Mag ik u opmerkzaam ma ken, dat u gisteren op de repetitie ook al hondmensch hebt gezegd, e.i dat 't op de uit voering toch allergekst klinken zou, als u.... Jawel, jawel, dankje! en min of meer geraakt: Souffleer jij me maar goed, dan zorg ik zelf voor de rett. De Flines was in alle opzichten een \jverig en doorzettend man, die, wat hij onder nam met kracht aanvatte en meestal ook volbracht. Na op de Spieghelschool het eerste onderwys te hebben ontvangen en door privaatonderricht zich vreemde talen te hebben eigen gemaakt, vertrok hij op 19 Urigen leeftyd naar het buitenland en kwam als volontair op een der grootste drukkerijen van Laipzig. Dit verblufte Liipjig oefende grooten invloed uit op zyn latere ontwikkeling omlat hij kennis maakte met veel Hollandschejongelie den, die daar waren om zich te bek*aman in vakken van kunst en wetenschap. Door den omgang met landgenooten en vreemden werd De Flines een man van algemeene kennis. HU was een der medeoprichters der HM. Club te Lsipzig, bestaande uit jonge componisten, musici en leerlingen van verschillende handels inrichtingen. Daar leerde hy de meesterstukken van Wagner, Liszt, v. Baethoven e. a kennen en waardeeren; bestudeerde de wijze van op voering der Wagner-Opera's, de costumes, tooneelschikkingen, verlichting, enz. en drong door in de geheimen der régie. Later heeft hy hier het pogen van de Nederlandsche Opera met al de kracht, die in hem was; gesteund en veel goeds tot stand gebracht, zoodat de heer Van der L'nden het publiek verbaasd kon doen staan door de schitterend mooie opvoeringen der verschillende \Vagner-opera(s, die werkelijk niet voor die in het buitenland behoefden onder te doen. Door zyn vele bezoeken aan verschillende groote steden van Duitschland, die bezig waren zich aan alle zijden uit te breiden en smalle straten te veranderen in breede verkeerswegen met spoorwegen en electrische trams als ver voermiddelen, rees bij hem ook de vraag waarom Amsterdam zich niet eveneens tot wereldstad zou kunnen verheffen en den handel tegemoet komen door practische uitbreidingen en verbetering van oude toestanden. In zjjn drukke zaak, by was een der werk zaamste leden van de tï,-ma Bukman en Sartorius, bleek hy een stuwend element, welks invloed zeker smartelijk zal worden gemist. Vriendelijk en aangenaam in den omgang, altijd bereid iemand te woord te staan, was hij door zyn talry'k personeel byzonder geacht en bemind. Hij, had, hoe druk hij het ook mocht hebben, voor iemand, die hem spreken wilde, die raad of hulp behoefde, een oogenblik over. Bescheiden van aard, luisterende naar het advies van ouderen, maar toch vaststaande in zijn eenmaal opgevatte meening, niet koppig, maar haar mannelijk verdedigend, wist hij veelal goeden raad te geven, oordeelkundig en beslist. Hij had een benijdenswaardige ge makkelijkheid van zich te uiten, zoowel schriftelyk als mondeling, en dikwijls ver hief bij in vergaderingen zijn stem, kort en zakelijk uiteenzettend wat hij wilds bespreker, veroordeelen of verdedigen. Zooals u blieft, meneer ! ik zei 't anders in uw eigen b slang. Dankje voor je goedheid ga door at j «blieft! Ik had intusschen Verhoesen herkend, hoe wel hij er door 't ronde hoedje dat bij droeg, het hoog dichtgeknoopte ja^je en zonder boorri, Volbloed Amsterdammer, brak hij menige lans voor de welvaart en de verfraaiing der stad. Toen er sprake was van den bouw eener nieuwe baurs toog hij aan 't werk en ontwierp een bebojwicgsplan, dat veel en ernstig besproken werd. Hij schreef verschillende brochures en dagbladartikelen daarover, die belangstelling en aandacht wekten. Zy'n lievelingsdetkbeeld, een mooie beurs op een Bou levard van het Cantraalstation over het gedempte Rokin, mocht hij niet zien verwezenlyken. Zijn vlugschriften over De demping van het Hukln en Verbetering van ons tramwezen vonden groote waardeering by neringdoenden en handelaren. »De Ansterdamsche Winkeliersvereeniging", »le Buurtvereeniging het Rokin" e. a. lichamen, beschouwden hem als hun ijverigen en bekwamen raadsman, en door hun invloed kwam de Fiines op den zetel, die ham reeds lang toekwam ; hij werd tot lid der Ktmer van Koophandel gekozen, en aanvaardde die betrekking met de beste voornemen*. Hy heeft zy'n kalme, altijd flirke adviezen er niet kunnen geven, wait de dood heeft hem te vroeg weggenomen. De Flines was betrekkelyk nog jon?, maar hij had reeds veel gedaan en beloofde nog meer voor de toekomst, want hy was een voor uitstrevend degelijk man, met ean kalm hoofd een buitengewoon arbeidsvermogen en een warm, medelijden!, g,;ed hart. Wat hem vooral in ieders oogen beminrelijk maakte was zy'n Iryauteit, bij wrs door en door goedhartig, en even als de meeste goed hartige menscben ook wel eens een oogenblik opstuivend, maar zoodra hy inzag dat hy gedwaald had, gereed dat volmondig, flink te erkennen. Hij schaamde zich nooit, voor een oogenblik »de minste" te zijn, over tuigd, dat voor het orkennen van een fout, een misgreep, meer geestkracht en moed noodig zijn, dan tot het siy't' koppig vasthouden aan een opgevatte meening. Zier velen hebben hem gekend, niet velen hebben hem volkomen r.aar waarde geschat, want bij al zyn deugJen voegde hij nog die van zich op den achtergrond te houden, zoo dra hy meende dat zij i werk was verricht. De Flines was gaen oogendienaar, geen lintjftsjager, gepn belangsoeker, maar een braaf, vriendelyk, welwillerd, ernstig denkend man, die gaarne voor anderon in de bres sprong en eerlijk het goede zocht. lig rutta in vrede ! J. v M, er heel anders uitzag dan in zijn se .ilder-skiel ot aansprekerspak. Zijn stem klonk nu ook i verschillend, zelfs ietwat geaffecteerd. ^ ( Lastige lui om mcêom te gaan, die liefhebbers; ze zijn gauw op dr teenfjis getrapt en ze hebben van tooneel:-pelen toch geen kaai gegeten, zei Verhoesen, toen hij in de pauz? als gewoon sterveling uit zijn onderaanü-ch verblijf omhoog was gestegen. Ze vallen om van wijsheid, meneer ! Kn toch zouëri ze van mij nog heul wat kunnen leeren ; hoe vond u bijv. do r's van dio meneer, die de marquéspeelt, bespottelijk: rrch, rch, heelemaal achter in z'n k^cl: hij heeft de goeie r nie'. 'a>t hem eens zeggen: Brrerg, brrave brroeders, 't brruine brrood en 't bien ! ' Verhoesen rolde geweldig met de r's en maakte daarbij een ze;>r breed gebaar, een treurspelspeler waardig. U zou best een verraaier kunnen spelen. Ongetwijfeld, antwoordde de souffleur een hooge borst zettend en den linkervoet vooruit brei gend, ik heb alleen maar pech ; ze geven me i.ooit anders dan klein werk en toch ben ik niet van vandaag of gisteren aan 't tooneel .. . Acteur ? Hm ! dat nu niet bepaald ik doe meer zoo van alles; 'k ben zoowat grande utilité." 't Verwonderde mij dat hij die Fransche woorden zoo goed uitsprak, daarom zei ik: U spreekt zeker goed Fransch? Certainement Monsieur! ik ben van de Waalsche gemeente. Och! ik had wat protectie moeten hebben, dan speelde ik misschien nu Hamlet of Don Cesar, maar... hij decla meerde : 'k Ben nederig van stand, In Arragon geboren, Verliet ik vaders huis, Te vroeg, en zwierf... Jal souffleur is eigenlijk mijn vak niet, maar 'k val van avond in voor Pauw, die hier 't werk had aangenomen; hy moest met zijn vast gezelschap President Hoosere!!. Niemand buiten den kring van president Mac Kinley's inüernen, wellicht ook dezen niet, zal het in de gedachte zijn gekomen hem »Willy"te noemen. De etiquette brengt trou wens mede, dat de president nooit met naam of voornaam, maar altijd als »Mr. President" wordt aangesproken. Trots deze t'quette, met totale ter zijde stelling van alle vor melijkheid, spraken (ie Amerikanen over Theodore lloosevelt als hun »ïeddy." Het beste bewijs, dat »Teddy'' een zeer popu lair man is. Hoe heeft hij die populariteit verkregen ? Theodore lloosevelt is in 18,18 te NewYork geboren uit eene ou'ie Hollandsche familie. In tegenttjlling met de meeste andere Amerikaansche presidenten is hij geen sdj'-inadc man in dien zin, dat hij zicli uit eene nederige maatschappelijke positie door eigen kracht zou hebben op gewerkt. Luicoln was iri zijn jeugd boe renarbeider, Johnson kleermaker, Grant leerlooier, Hayes dorpszaakwaarnemer, Garfield rondreizend prediker van een kleine secte; maar Koosevelt ontving ais kind eer.er aristocratische, invloedrijke en zeer gegoede familie eene zorgvuldige op leiding en verwierf in Harvard College de hoogste onderscheidingen. Voor kamer geleerde had de jonge student echter gegn aanleg; daarvoor was hij een veel te ijverig beoefenaar van velerlei sport, vooral van jagen, paardrijden en boksen. Maanden lang heeft hij het leven medegemaakt van de cowboys in het verre westen, die in hem ook op pliysiek gebied hun gelijke en zelfs naar Groningen, 'k Heb geen figuratie van a/ond en daarom dacht ik, kon ik die dubhel'j 's wel meei omen; 't viel me ju'.st gelegen, drie avo:iden vrij kom ' dacrit ik, dat's vijf pop meegenomen. O/ermorgen heb ik weer koor bij l'rot. I!c y korist ook ? Och ja, meneer, waarom niet ? 'k Heb een guvie tenoor, en de actie,'t spel, ontbreekt me niet. Hij trok zijn vest wat naar beneden, gooide 't hoofd in den nek en zei: Jammer, ik had act. ur moeten worden ; ik voel dat 't m'n eigenlijke roeping was 'k had va'n nature 'i talent er voor maar... d'r zit geen brooil aan, als j>! tegenwoordig geen pro tectie hebt, dat zei ik laatst nog te^en Louis en Door . ?. Tegen wie 'i Wel, tegen Bouwmeester en mevrouw Frenkel; die zijn er maar mooi bovenop ge komen, ze zijn toch rok maar bij reizende gezelschappen begonnen. Louis, zei ik tegen hem,?als ik jou zii spelen ^aat mijn hart open ; ik snak r.aar een goede rol, dat eeuwig brief opbrengen of vooi' hofrckel spelen hangt me de keel uit ... ik voel dat ik een concur rent van j e züu kunnen worden ik heb het feu sacré. Wei. wél.' En wat zei Bouwmeester ? O, hij was heel aardig; hij klopte me op den schouder en zei: Troost j; maar, Janus, je weet nooit hoe een koe nog een haas vangt. Janus? bè! ik dacht dat u Kees heette V... Jawel, ik heet Cornelis van m'n voornaam, maar aan 't tooneel noemen ze me Janus, of Jar.us Tulp, omdat ik aanspreker ben . . . hij lachte : dat heb u op je geweten, ik heb in uw stuk bij vetnLiei altijd n van de kraaien'' gemaakt. Dat doet me pleizier, mag ik je een grogje of een toddy cft'reeren ? Dank u wel, 'k gebruik nooit spiritualiën ; ik moet op mijn stem passen, 't is een deel van mijn broodwinning, niet waar ? Zeker ! een glas bier dan ? Gaarne, maar licht, liefst HollandEch. Bestel 't maar zoo je wil. Aanr.émenl.. riep hij, zich half omdraaiend, met sonoor geluid, en 't viel mij op dat hij zy'n best deed de a's zoo zuiver mogelijk uit te spreken en de slot n goed deed hooren. Hij sprak nu bepaald naar de letter met een hun meerdere erkenden. Dat leven heeft zijn spieren en zenuwen gestaald, zonder aan de scherpte van zijn geest afbreuk te doen of zijn zin voor wetenschap en litteratuur te verstompen. Twintig jaren geleden, dus op nauwelijks 23 jarigen leeftijd, deed de jeugdige afstam meling der knickerbockers zijne intrede in de praktische politiek eu verbaasde en ergerde geestverwanten en tegenstanders door zijne heftige uitvallen tegen corruptie in de hoogste financieele kringen. Tegen niemand minder dan den spoorwegkoning Jay Gould richtte lloosevelt in de wet gevende vergadering van Albany zijn aan vallen, en hij deed dit met goed gevolg. Sedert liet de politiek hem niet los, en bekleedde hij belangrijke betrekkingen, in welke hij zich door energie en onaf hankelijkheid onderscheidde, zonder zich aan het republikeinsche partijverband te onttrekken. Bij het uitbreken van den oorlog met Spanje werd de avontuurlijke geest over hem vaardig. Met zijn vriend Leonard Wood bracht hij het regiment der rough riders bijeen, waarin cowboys en aristocratische jongelui van de New-Yorker clubs schouder aan schouder streden. Aan het hoofd van dezen troep verrichtte bij ?wonderen van onstuimige dapperheid ; in den oorlog werd hij de bij uitstek popu laire man, voor wien de weg tot de hoogste waardigheid openstond. D;e weg zou echter niet de gewone zijn. Het kostte den leiders van de republikeinsche partij groote moeite, den werkzamen, doortastenden en tem peramentvollen Koosevelt te bewegen, eene candidatuur voor het vice-presidentschap te aanvaarden. Immers dat vice-presidentschap is eene eervolle sinecure, en R'josevelt had geen lust om op -12 jarigen leeftijd »op stal ge zet'' te worden. Toch gaf hij ten slotte toe, in het belang der gemeenschappelijke zaak, toen men hem duidelijk had be wezen, dat slechts de samenkoppeling van zijn zoo populair geworden naam met dien van Mac Kiuley de herkiezing van den president kon verzekeren. En hij deed meer dan dit: hij nam een groot deel van den verkiezingsarbeid op zich en toonde zich een onvermoeid redenaar, wiens woor den altijd pakten, al schitterde de spreker niet door buitengewone oratorische gaven. * Op litterair gebied heeft Itoosevelt zich doen kennen door verscheiden werken, die alle interessant zijn. Op n daarvan, het voor niet langen tijd verschenen American I'lcals, vestigen wij in 't bijzonder de aan dacht, omdat het als een soort van geloofsbekentenis en tevens als een program kan worden beschouwd. »Iedere groote natie" zoo schrijft lloosevelt i u dit boek »dankt den man nen, wier levens een deel harer grootheid hebben uitgemaakt, niet slechts de stoffe lijke gevolgen van hunne daden, niet slechts de wetten, die zij tot stand brachten, de overwinningen, die zij behaalden, maar den oneindigen zedelijken invloed hunner woorden en hunner daden op het karakter der natie. . . . Zonder \Yashmgton zouden wij nooit onze onafhankelijkheid van de Britsche kroon hebben verkregen, of zouden wij een hoop van kleine, steeds met elkaar overhoop liggende staten zjn, zoo als de regeeringen van Spaansch Ameiika zijn gebleven. Naast, de stoffelijke resultaten van den burgeroorlog hebben wij allen, Noordelijken en Zui ielijken, een schat ver zameld aan herinneringen, zijn wij rijker geworden door eike zw-are campagne en elke met inspanning behaalde overwinning. Wij bezitten thans, dank zij de oneindige smarten, het groote lijden en den eindelijk verkregen schitterenden triomf, een edeler opvatting van wat goed en groot is". iiiiimfllilliiiifiiiiiiiiiiiiifiifiiffjiina theatrale intonatie, zelfs min of meer wat men aan 't tooneel de klcis" noemt, een zekere gezwollenheid, die eenigszins aan den ouderwetschen treurspel'oon herirnert. Op uw welzijn, meneer !.. zei hij hdfdijk zijn glan even opheffend en daarna met spitse lippen een paar slokjes drinkend. Een sigaartje er bij 'l Van u, graag! . Hy stak op, liet den rook langzaam door den neus gaan, en zei, met de hand den rook naar zich ioe waaiend; Heel goed, hum ! fijn ! dat 's Havana binnengoed met Deli dek, hè? - - Je schijnt er kennis van te hebben ! Ja, een beetje, 'k Ben als j ..ngen tusichen de schooluren op een fabriek geweest, voor 't plakken van kistjes, en later bij een tabaks makelaar jongste bediende 'k heb wel mon sters gebracht bij meneer uw vader ; ik heb altijd liefhebberij gehouden in de t: bak en 'k doe nog al wat in sigaren .,. Ei zoo! en fabriceert u zelf ? Keen ! maar ik heb heel goeie kanalen waaruit ik mijn goed betrek. Onder de artisten heb ik lieve kla >tjes Louis rookt nog wel eens van me, Veltman krijgt om de twee maan den een kisfje en Bart Kreeft rookt altijd van die kleine van drie eer ten kijk deze ! Hij haalde een netten koker uit den zak en liet me een paar sigaren zien. Steekt u 'r is op, u is kenner! hij naderde zeer dichtbij mijn oor en fluisterde: - kosten ine maar twee en twintig gulden,... dat's tachtig centen aan n honderije.. mooi meejenomen, hèOch! aan artisten is nog wel 'r is wat te verdienen, maar ja moet ze goed behandelen en hij maakte met duim en vinger de beweging "an geld tellen 't is oppassen, want talent hebben ze allemaal plenty, maar centjes, ho maar ! Enfin! ze weten 't... ik pof rooit langer dan n maand en als 't geldjesdag is, lig ik 's morgens vroeg al als een bulhond voor de komedie. En krijg je nooit eens bankroetjes ? A&n de heeren zelden, maar aan de dames, nou!... hij schudde bedenkelijk het hoofd. Rooken de dames dan ook ? Wel neen! aan haar verkoop ik koffie, thee, parfumerie, schmink, een beetje manu facturen, zijden lappen, fluweel ik heb zoo voor alles goedkooper kanalen, en ze weten dat Janus ze niet fopt; ze mogen me allemaal nogal lyden, al zeg ik 't zelf. En elders: »De vijanden der openbare orde zijn minstens even gevaarlijk door hun voorbeeld als door hun daden. En dit geldt ook voor de gevaarlijke misda digers der gegoede klassen. De gewetenlooze speculant, die rijkdommen verwerft door zijn medemenschen te bedriegen, de rechters te verleiden en de wetgevers om te koopen, om zijne dagen te besluiten met den roem, tot de rijkste lieden van Amerika te behooren, oefent op het ka rakter van het aankomend geslacht een slechteren invloed uit dan de gewone moordenaar of bandiet, omdat zijne carrière door haar schitterend succes meer verblindt en verleidt.... De arbeider-agitator met zijn lichtzinnige opruiende redevoeringen kan geen grooter schade aanrichten dan de enghartige, hardvochtige, egoïstische koopman of fabrikant, die opzettelijk zijn arbeiders houdt in eene positie van af hankelijkheid, van onmacht om ook ge zamenlijk iets tegen hem te doen. ... Er is in de wereld geen verachtelijker type dan de alleen-geldmakende Amerikaan, die, ongevoelig voor eiken plicht, ieder be ginsel met voeten tredend, slechts denkt aan het bijeer, schrapen van een vermogen, om het op de laagste manier te gebruiken, hetzij door in tfi'ccten of in rottige spoorwegwaarden te speculeeren, hetzij om zijn zoon toe te staan, een leven van dwaze ledigheid of van groote uitspattingen te leiden, hetzij om het eeu of ande:e gemeene sujet uit eene hooggeplaatste familie als man voor zijne dochter te koopen". »Niet veel minder gevaarlijk zijn zij, die alle publieke quaesties uitsluitend naarde winkellade beoordeelen en geen instelling voor noodig houden, die niet tevens handelsvoordeelen afwerpt, zij die niet begrijpen, dat een dichter meer kan doen voir de natie dan de eigenaar van een spijkerfabriek ; die handel en bazit, voor iets heiligers houden dan leven en eer". Natuurlijk keert Riosevelt zich tegen de volksmenners, die de maatschappij door moord en doodslag willen hervormen. Maar ook de revolutionaire socialisten vinden geen genade in zijne oogen. »In dezelfde mate als het volk intelligenter wordt, kan men den staat eene grootere rol in het maatschappelijk leven toewijzen; het is echter absoluut gevaarlijk, den staat meer dan een minimum van macht te geven, zoolang hij massa's individuen bevat, die zich laten leiden door de beschuldigingen en verdachtmakingen van een socialistischen aanvoerder. Het kan verstandig zijn, nieuwe successiebelastingen in te voeren, doch slechts daar waar een werkelijk misbruik van den rijkdom plaats vindt, gelijk bij ons, is het noodig aan zulk een misbruik onverwijld een einde te maken. Wat echter de mingegoeden en behoef'tigen vóór alle dingen moeten leeren, is, dat de rijkdom, als geheel beschouwd, in een staatsgemeenschap voor hen bepaald welj dadig is.... Het kan noodig worden, dat wij ons meer dan tot dusver mengen in het recht var? het privaatcontract en dat wij de arglistigheid aan banden moeten leggen, gelijk wij het met het geweld deden; maar de vooruitgang moet konaen door geleidelijken wasdom. Universaalgeneesmiddelen zijn voor den staat even schadelijk als voor het lichaam." lloosevelt, is een overtuigd imperialist, in zoover als hij het als d« taak der be schaafde staten beschouwt, zich uit te breiden en daarmede tevens de beschaving, te verspreiden. Wat Frankrijk, Engeland, Rusland en Amerika in deze richting gedurende de afgeloopen eeuw hebben gedaan, was zeker in het voordeel der beschaving. Oneervol was de smadelijke vrede, die door de groote mogendheden werd gehandhaafd, toen Turkije de ver iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiuimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiinmmiiimm Aha! l'enfant chéri des dames, dus! Neen, daarvoor ben ik niet genoeg mooie jongen 't is zuiver spul, meneer ! ... ik bedien ze goed; ik kijk niet op een beetje moeite. O ! u zou je soms slap lachen als u hoorde wat ze me vroegen, 't is een paskwil: - Janus .' hij bootste uitnemend een vrouwclyk.3 stem na: Janus ! heb je m'n loterijbriefje al gefourneerd 'i Jawel, mevrouw!... Dit zei hij met zijn gewone stem. Dankie kind ! Denk je erom een nieuw twintigie voor me te nemen, als 'k er met eigen geld uitkom ? Zeker, mevrouw ! Doe je in loterij ook, meneer Verhoesen r Al jaren, meneer zal 'K u eens 'n tientje leveren voor de volgende loteiij ? U zal zeker bij mij fortuinlijk spelen of wil u een vijfde ? Xeen ! 'n twintigje is ruim voldoende. Bestl... hij noteerde: n twintigje voor meneer van Maurik, en ntje voor mevrouw ? Man en vrouw zijn voor de loterij altijd twee ; dus twee twintigjes ... ik zs.l d'r voor zorgen ! Een van 't koor heb ik laatst tachtig gulden uitbetaald, 'n mooi mtü.-allertje. Dat heeft me veel andere klan'jes bezorgd, ze zijn bijgeloovig de artiaten. Ik heb allerlei akkevietjes te doen voor de dames. Ze kunnen zoo liefies vragen : Janus ? Juffrouw? zeg ik dan kwasi onncozel. - Toe, lieve Janus, haal jij m'n bracelet eris van oome Jan. 'k Heb de centjes goddank nou bij mekaar!... Die koriaten hebben eeuwig wat in den lommerd staan... Dan is er weer een ander, die je een rol laat uitschrijven, omdat ze zelf. .. hum ! enfin ... als kind geen tijd gehad, of de schoolmeester juist gestorven toea ze beginnen zou zóó doe je iedereen een dienst, zóó dce je negotie en zoo haal je den koHt op voor moeder de vrouw en de kicder jes. Tot den aanvang, dames en heeren ! 't derde bedrijf! riep in de handen klappend de diliettant regisseur. Verhoesen dronk snel 't restje uit zijn glas, maakte een kleine buiging voor mii, wees met een theatrale beweging op 't souffleurshok en zei met pathos : Mij roept de plicht maar noode scheid ik thans ! Achteruit kroop hij weer in de onderwereld. (Wordt vervo'gd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl