De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 6 oktober pagina 2

6 oktober 1901 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND. No. 1267 verschillende minieren zocht aan het licht te brengen en in de gemoederen zijner hoorders en legers te grwreeren". (U 59) i Ik vraig: waren wij, ten tij ie van roan, of zyn wij, heden ten dage nog, met dergelijke polemiek wel zoo heel veel verder ? Mat negatiëa regeert man niet, djch mjt af braak redeneert j men evenmin. Vooral niet, wanneer de eigen man, op het eigen oogenblik dat zijn: tolle, tolle tegen alle liberalisme uitgesproken ii, front gaat maken tegen hen, die eens maenen mochten, dat Int meenens ware. Zóó VCM, waar hy G.-oen's christelijk nationalen Slaata'jurger afbjeldt: Kr was eene pirt^j, die wel godsdienst wilde, doch zonder kleur, zoaler vorm, zonder djgmi, zonderde historische lijaten Niet mindfsr tegen deze deïititche, als tegen de attwïitische party moest door onzen Staatsburger de stry'i gevoerd! Nederland is een O'trtstalyk land, waarin eerbiediging vaa het Evangelie het recht en de pligtvaa overheid en onderdaan is. Djocerhaid,, christelijk of niet, ia aan deze hoogste Laadswet gehoulen. Neierlanl iseaa Prutestantsche <staat, wa»rin bj ruime verdraagzaamheid, voor het behoudenbalungder christelijk-protestaitscb.8 kerk moet worden gezorgd. De groadwat is zelfs bepaald anti-ultramantasintsch." Miar de Israëliet dan?'' d jood imners is evenzeer als da christen tot uitoefening der politieke rechten bevoegd, tot ambten en betLeningen bsnoembaar ? Dit is eigenlijk eane ongerijmdheid uit christelijk en uit Israëlitisch oogpunt. In het trjdpjrk derongerymiheden «kwam ook deze ongerymheid tot stand." Evenwel, h»ndhiving van een verkregen recht is passend. Sjmoiige politieke betrekkingen kunnen ze bekleeden, zoader dat de Staat te auineu behoeve wjrdt ontker^tend, wa,t in geen geval geschieden mag". (II. 61) Spreekt deze vlammende y'ver mat hèt woord, goeujki insci kkelykheid metterdaad, niet boekdeelen ? Lies de inleiding: Nederland is PiOtesta:itsch, mitsdien mogen de Rjomschen er niet dan geduld, .ïsme en atheïsme staan op ne lyn, mitsdien moeten de Joden er geweerd. Aanschouw echter onmiddellijk de uitvlucht, die de vlucht maskeren moet: Verkiegen rechten!'1 Zgn.er rechten zonder sub ject? .Rechten, die zweven door het luchtruim ? Hechten, die op kom mde geslachten zich neervleien, terwy'l hunne principieele rechteloosheid, is ontwaard, bstoagd, erkend, dogmitisch vast gesteld ? Waarlijk, wie, doar deze nevelen heen, een baan zica breekt, heeft het recht van een school van Groen te spreken. Wy' vatten de uitdruk king alsdan in den min gewonen zin: eene school, waaria men Groen leert verstaal. Zal msfl, tot recht bagrip vai dj eigenlyke bedoelingen der aatirerolutionaire party', veil ger gidj hebben 'ia den man, dis, reeds by het leven van Groen, haar leidsman, (Vos, II. 517), thans als hoof! van een kerkelyk ministerie is opgetreden? Wie niet weet, hoe vaak een volk slachtoffer is van den scnyn, moet mat ongeveinsde verbazing kennis nemen vai de diepgaande veracjilpanten, walke Vos aaawyst (11.5:8 vlg), t-jsschen den veldheer G:oen en dr. Kuypsr, ia wiens baad, diens stat de stok van den drijver weri." (ü. 6 ) Hóe is hu: nngely'k, zoo vraagt men allicht, dat ooi taans onklaarheid en duisternis over politieke oogmerken haerscht? Immers, in de bo/en a*nge»eien leemte, die Groen liet, is juist door Oas Progfam" voorzien? Welnu, men venieme, hoe Vos oordeelt over dit, voor practisch S aatsrecht zich uitgevend, werk: Kuyper heett bericht, dat Groen, nog vóór de pen aan zj'na eens zoo krachtige haad ontviel, de hoofdlijnen van dit program beaaoile". Dr. Hoedemaker veronderstelt dat Groen de schets van een ander program onder de oogen heefc gehai, dan Kayper als hat door Groen goedgeKeurde uitgaf. Ik kaa over die betichting van grove vergissing of ergerly'fce oneerlijkaeid geea uitspraak doen. Doch dit is zeker,'dat het verschil tmschen Gro3fi ea Kuy^er steeJs grojter bleek na den dood van den diep betreurden valer en broeder. Kuypar bshandeld) tot 1876 meestal onderwerpen, die Groen's bijzondere sympathie halden, zooals de ellendigheden van hitconserva'.isim, de geestkracht van hat calvinisme, de ge f aren val het ultramontanisnn, de tyrannie van het heerscheid schoolwezen; daardoar kwamen de verschilpunten haast niet aai hat licht. Diiruit kan verklaard worden Groea's instemming mst een hem door Kuyper voorgelegd program, welke instemming in elk geval nooit verder dan tot hoofdzaak en wezea" gegaan kan zyn. Mvj d inkt echter, Groen zju nimmer, hij helder idzicht, het tegenwoordige Ons P,Of/ram hebben beschouwd als uitwerking zijner grondgedachten. Gjzweg:n toch va:i elit ander verschil, zou de inateoiroing ree.la belet worden door hetgeea 0/is Projram wil zijn. Het wil nam. zyn een schets van staatsbeleid die vast bij den actuaeiea toestand, een leidraad van geJraging voo: het heden, eea mtdtts cii'endi voar alie partijen. S.el u nu Groen voor medewerkende aan een p'jnse pxrtout, aan hat Elk wat wils', an net streven, oai nnderaen, positivisten, atheïsten, ultramoitaaen, radicalen, orthodoxen, antirevoiutionairen, om aan aliea en een iegelijk te geven naar hu*i hart. Van dat loodzware boek geldt wat Mohaoimsddea zynen zou geraden hebben: geloof des ochtends aan het baek dej geloovigin gezonden, en loochen hst des avonds weder1'. laimars, men kan er alle kanten m^c uit. Van Gods Woord, het in den Bjbel beschreven Woord, is bijkans n ets te bepeu'en. Speculatie, en nog eens speculatie, volgens de meest ra licale begrippen omtrent gewetensvrijheid, souve,,'einiteit in eigen kring, organisme, geestelijke ontwikkeling, en wat -dies meer zij. Geen wjnder dan ook, dat de meest uiteenloopende persoonlijkheden met hoofdzaak en wezen van 0,is Program instemming betuigden, en zya ?iiitwerper en verklaarder even goed vryheid vindt om ultramontanen en socialisten in de Redering en in het Parlement te brengen, als oprechte belijiers van den Christus Gods''. (II. 534) De schrijver dezer woorden kon (in 1891) niet vermoeden, dat zy, als gold het eene voorspellii'g, in den meest letterlyken zin laat msn socialisten" ter zijde zouden worden bewaarheid. Zyae erastigste grieve echter is, dat het hermelyn van Groen's gedachtensteer, in de hand zy'ns opvolgers, w^rd bezoedeld, door aairaking met onheilige oogmerken en koestcring van eerzuchtige bedoelingen. Groen ij, dnor Rtiype ; verwereldlijkt dit is de bedenking, die Vos op de ziel braadt, en waaraan hy ondubbelzinnig uiting geeft: Doch toegestemd, dat is zoo! Ons Program" hebbe de grondgedachten vai Gods Woord weergegeven in de taal van het heden naar de behoeften dezes tijds. Dan is Guillaume Groen van Pfinsterer tot den einde zijns langdurigen levens injimmerlijke dwaling geblevei.! Dan waren zijne beginselen niet in overeenstemming met het Evangelie! Dan heeft hij (ter goeder trouw, moet mijne pen deze bepaling er nog by voegen ?) duizenden misleid en zichzelven een leven van bestendige mar teling berokkend l Maar al ware ook tusschen de drie leidslieden Kuyper, Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman en Schaepman van de zoogenaamde rechterzyde, en tusschen Groen de overeenstemming in beginsel en bedoeling onverbeterlyk, djn nog zou ik spreken vau misleiding der christeUjk-historische partij. Wat Groen aanzag als het ene noodige, wat hy', onder boven alles stelde, t. w. hc.t verborgen leven des harten met God door Christus, dat gees telijk leven van het Rjveil, dat geldt niet langer als de drijfkracht en het doelwit van de partij. Zy is tot eene wereldsche party gemaakt; onder allen schy'n van te bidden ia alle christelyke klanken en geref>rmeerd3 termen, eene partij, die niet, gely'k Groen, op hoop tegen hoop rekent mat de onzienlijke dingen en zich vasthoudt aai God als ziende den Oazienlijke, maar die, niet zelden op de meest stuitende maniir, op cyiers vertrouwt; afspraakjes maakt; door lof vai niet zelden blaam verdienende instrumenten, en door blaam van wie by een gedeelte der vrienden in achting zya, regeer,.; door belooning met ambten en door bedreiging met ongenade terroriseert; geeft en neemt, al na»r partijbelang of particuliere begeerlijkheden zulks vorderen; om eenige zilferlingen en porte feuilles de Christelyke beweging om C irktelyk Volksonderwijs laat doodloopen, door aanneming van steeds door Groen verworpene voorstellen ter aanvankelyke voldoening aan de noodzakely'ke hebzucat vai den vyand onzer natie, den ultramontaan, thans in staat om voor 't geuzengeld der rijkste provincies, immers de meest protestantsche, geuzenhaters naar hartelnst te kunnen kweeken, den ultramontaan, dien Groen bijaa even sterk als den moderne vreesde en tot zyn laatsten ademtocht bestreed; en weinig anders het land bestuurt ?lan een tam radicalisme zou doen, zoolat de oudere broeder, het Thorbeckiaansche libaralisme, wel mag vragen : Wat onderscheidt mij van u?" (II 531). Recapituleeren wij. Een geschledvorscher, van helderen blik en practischen zin, tracht Groen's verspreide gedachten saam te voe gen tot n leerstellig geheel. Hij oogst niet dan ondank, verwijten en schamper verzwijgen van de onderwerpen in geschil. Grosn zelf; verbergt het niet dat sommige zinsneden hem verwonderd en gegriefd hebben, en dat h\j ze niet anders dan uit vooringenomenheid, die onbillyk maakt, weet te verklaren." (Fruin II. 2) Fruin, dergelijk stre/en zich niet bewust, en op de hoofdzaak onb3antwoord, ziet zich genoodzaakt, van zijne critiek eene aati critiek te maken : Men heeft my'ne beoordeeling veroordeeld, en mijne bestryding als onwetenschappelyk en onchristelijk bestreden, maar het aangevallen stelsel niet verdedigd, wanneer wij dus niet alle gedachtenwisseling zullen opgeven, moeten wy ons voegen naar de tegenpartij, die liever aanvallen dan verdedigen wil, en liever de revolutie dan de antire»o!utie behandeld ziet." (Fruin II. '23.) AlzoD, worden, thans, de bezwaren.'" getoetst, omlijnd, en tot de ons bekende vier hoof lp tinten herleid. Doch het is, alsof Groen er voor terug schrikte, zyne loutere gedachtenwereld aan de kille werkelijkheid blootgesteld te zien. Een tweede, ditmaal me?r speciale geschied /orscher, die zy'aen held op den voet volgt, constateert diens doorgaand3 bedrijvigheid met het woord, inertie met de daad. Afwijking vindt hij tu-ischen leer en handeling, maar afwijking bovenal tus schen 's meesters levensopvatting, saam te vatten in de kenspreuk : me^r Eïangeliebe y'der dan Staatsman, en des opvolgers wereldhanteering. Tot onkenbaarwordens toe, is tusschsn deze twee, het verschil, een verschil zos groot, dat Vos eindigt met de Tnorbecke toegeschreven vraag: Wat onderscheidt mij van u? Op deze vraag, luidt my'n antwoord: klaar heid van leer, oprechtheid van bedoeling. Enkele grep?n slechts. Am s t., Sept. 1931. J. A. LKVY. allereerst moest worden toegeschreven aan uitputting, aan ziekte, aan ontmoediging, aan onbekendheid met een moeielijk ter rein. Maar dat is altijd volg ns Lord Kitchener de reden niet, althans niet de hoofdreden. «Deze colonnes" zoo betoogt hij - »voeren met zich fornuijen, meubelen, piano's en harmoniums, die hoogst naleelig zijn voor de mobiliteit." Ongetwijfeld. Msn achtervolgt een Dj Wet niet met verhuiswagens, beladen met de bovengenoemde zeer zeker nuttige, rnaar in den oorlog wellicht niet geheel onmis bare voorwerpen. Lord Kitchener beveelt zeer terecht, hoewel wat laat, dat al die ballast en nasleep moet worden opgeborgen in de depchs. Mogelijk zou een deel er van nuttig kunnen worden gebruikt in de kam pen der Bjeren-geyangenen, vooral in die van de vrouwen en kinderen, waar zoo groote ellende haerscht, waar de voeding alles te wenschen overlaat en het aller: noodigsta huisraad ontb.eekt. j In d:e kampen bevonden zich in de i maand Juni 85,410 gevangenen; het sterftel cijfer bedroeg toen 777 of 10,9 pCt. per jaar; in Juli waren er op 93.940 gevan genen 1,412 sterfgevallen, dus ISpCc. per , jaar; in Augustus op 105,317 gevangenen j 1,870 dooien, hetgeen mat een sterfte| cijfer van 21,4 p(Jt. psr jaar overeenkomt. i In onze Earopeeache steden is het sterftecijfer al zeer hoog wanneer het 3 pCo. per jaar belraagt! Di meeste van dese slachtoffers zijn onschuldige kinderen. In Augustus waren er in de kamp3n 52,000 blanke kinderen. waarvan in die ae maand 1500 stierven. Esn afdoend middel voorzeker om het Bosrenras in den kortst mogelijken tijd te doen verdwijnen! »Een stelsel, dat tot zulke uitkomsten voert" zegt de Temps »moet onvoor waardelijk worden veroordeeld. Voor de eer van de men^chheid rnoet men erken nen, dat er in Eageland welsprekende en moedige stemmen zijn opgegaan om tegen deze afschuwelijkheden te protesteeren. Alle eer aan Miss Hobhouse, die zoo eenvoudig en wakker is opgetreden, aan de liberalen, die geweigerd hebben zich met deze feiten solidair te verklaren, aan de dagbladen, die het wagen, eene gedemoraliseerde openbare meening te trotseeren en te strijden voor den goe den naam van hun vaderland en het welzijn der slachtoffers." Niet minder waarde hecht de Temps, zeer terecht, aan het warme en waardige protest van den veldmaarschalk Sir Naville Chamberlain, een man die door zijn onbevlekten naam en zijn hooge positie boven alle verdacht making verheven is, en die in krasse termen een stelsel afkeurt, dat onschuldige kinderen ter dood veroordeelt. Een beschaafd Engelschman, wien het hart op de rechte plaats zit, is trotsch op den naam van [jantleiiian. Over de geheele wereld weet men wat een genlle.man is en rekent het iemand tot hoogen lof, als hij zich rjentiemanhke gedraagt. Het is geen geringe eer voor onze buren, dat deze woorden, ook onvertaald, in alle talen burgerrecht hebben verk-egen. Miar wanneer aan de reusachtige en schandelijke ongerechtigheid van den ZuidAfrikaanschen oorlog niet spoedig, np eene voor beide partijen eervolle wijze, een einde wordt gemaakt, zullen de traditioneele gentlemen zich moeten getroosten, dat men in hen voortaan nog slechts bullicfi ziet. Gentleman en Boer. Lord Kitcherer is een groot man in het stellen van dépêches. Dat is geen kunst, wanneer men met de bondigheid van een Caesar een ven i, xidi, vici kan oversein^n. Maar als men telkens opnieuw Jobstijdingen in overwinnings-bulletins moet herscheppen, is eene groote mate van vindingrijkheid noodig. Gelukkig voor den opperbevelhebber van de Britsche troepen iti Zuid-Afrika komen de P> jeren hem dikwijls bij de vervulling v«n de/.e lastige taak te gemoet. Zy zijn bij uitstek »mobiel". Als zij huu slag geslagen hebben, zooals zij in de laatste weken menigmaal deden, blijven zij niet op het tooneel van hun overwinningen wachten tot de Engelschen met de noodige versterkingen aankomen om hen weder te verjagen. Zij verdwijnen even snel als zij gekomen zijn, en laten Lord Kitchener de voldoening, te kunnen berichten, dat zij »op de vlucht zijn gegaan." In den regel komt er dan een slot-vuurwerkje: »men zegt, dat de vijand zware verliezen heeft geleden." Zoo is het on langs weer gegaan bij den welgelukten aanslag van de Boeren op het fort Itala. Natuurlijk hebben de B>eren-aanvoerder3 er geen oogenblik aan gedacht, dit punt blijvend te bezetten. Zij hebben er den vijand ernstige verliezen toegebracht Lord Kitchener kan het niet ontkennen aich meester gemaakt van ammunitie en mondvoorraad, en kort daarna nog eens een convooi overrompeld. En toen zijn zij weer afgetrokken, om elders hun taktiek toe te passen. Dat heet dan ... eene Eagelsche overwinning. En toch moet Lord Kitchener soms zelf erkennen, dat de taktiek van zijn vlugge, onvermoeibare vijanden nog zoo kwaad niet is, ja zelfs navolgenswaardig. In een zijner laatste dagorders kan men lezen : »De opperbevelhebber wenscht den offi cieren, die over mobiele colonnes het bevel voeren, op het hart te drukken, dat het doel dezer colonnes mobiliteit is." Zulk een waarschuwing zou aan wreeden spot doen denken, wanneer de traagheid der bewegingen van de Engelsche troep?n Scciak Eipa tod is pM waait IL Ht:t eerst wat bij oprichting van iets door de kru-jht der gjiiesnsohap gedaan moet worden, is liet maken van statuten, regle ment of voorschrift, waarbij alle rechten en Vörplichiinaren zyn omschreven. Ten einde dus een zoo volledig mogelijk verslag aangaande de Nsderlandsche coöpe ratieve boawvereeni^in^en te geven, acht ik de behandeling der statuten c.a. daarbij van veel belang. Vooraf' echter een woord van welgemjenden d.ink aan de vele vereenigingen, die aan mijn verzoek voldeden door mij hiertoe in staat te stellen. Voor de velen die, doordrongen van het groote nut tot iiiet langer bovenstaande spreuk als een sprookje te beschouwen, vroeger of later hel goede voorbeeld van «coöperatief bouwen" willen volgen, is het wel iets waard op goede grondslagen ie kunnen berusten. Juist daarom dien ik wat uitvoerig te wezen, opdat men rekening kan houden met verschuilende omstandig heden ; inderdaad is het 't gemakkelijkst als er een uitgangspunt bestaat, gegrond op ervaring van voorgangers met Intzelfde doel, om daarop voort te bouwen. Art. l bevat in den regel doel en duur. B j enkele vereenigingen is art. l naam en plaats der vestiging, doch da meesten maken dit onnoodig, door te beginnen : De coöperatieve bouwvereeniging gevestigd te heeft tot doel aan hare ied?n eigen woonhuizen te verschaffen. Zij wordt aangegaan voor den tijd van 30 achtereenvolgende jaren, ingegaan den (datum der notarieele akte van de oprichting.) Deze wij/se van oprichting is omschreven in art. -i der wet: De akte van oprichting der coöperatieve vereeniging en die, waarbij verandering wordt gebracht in hare voor waarden of haar duur wordt verlengd, worden, op straiï'e vaa nietigheid, notarieel verleden. »E'.gen Haard" te Joure voegt er aan toe : Alzoo voor tien tijd van minder dan 30 jaren (omdat haren duur korter is.) Zij kan na zulks verlengd worden. Het dienstjaar vangt aan 12 Mei 1879. »Help u zei ven" te Leeuwarden, geeft het doel in het tweede artikel aan, doch om=chrijft het nader door: ingericht volgens de behoeften van een werkmansgezin en overeenkomstig de regelen der gezond heidsleer. Esnige vereenigingen nemen bij het doel in art. l ook op voor wie dit geldt, als b.v. aan personen uit den arbeidenden of daarmede gelijkstaanden stand eigen woon huizen te verschaffen. Maar in den regel wordt in art. 2 ver meld wie leden kunnen worden. Mijns bedunkens doet mea goed dit zoo ruim mogelijk te stellen. Indien het kapitaal evenwel tot bijzonder billijke voorwaarden verschaft wordt door een persoon, eene fabriek of eene inrichting, dan spreekt het vanzelf, dat men met de wenschen dezer geldgevers rekening moet houden. Dus weder de omstandigheden regelen dit. Desgevraagd, gaf ik meermalen voor den aanhef van art. 2 de volgende omschrijving. Alleen inwoners van .... die te goeder naam en faam bekend staan, kunnen als leden der Vereeniging worden aangenomen. Voorts de wijze waarop aanvraag bij het bestuur, beslissing in eene algemeene ver gadering, stemming, bericht van den uit slag, enz., geregeld worden. Da meest vrijgevige bepaling vind ik bij «Vooruit II" te 's Gravenhage in haar vierde artikel. Zoowel vrouwen als mannen (beleefd of hoffelijk is men toah in de hofstad, dat moet erkend worden) in het volle bezit hunner burgerlijke rechten zijnde en geen eigene woning bezittende, kunnen als lid der Vereeniging worden toegelaten. Deze bepaling verdient aanbeveling, juist door hare vrijgevigheid. Die geen burgerrecht heeft of eene eigene woning bezit is uitge sloten ergo het veld tot aanvraag van het lidmaatschap is zeer ruim. Dadelijk daarop volgt echter bij »Vooruit II": Die lid der Vereeniging wenscht te worden moet zich aanmelden bij het Bestuur, dat het recht heeft om, wanneer het dit in het belang der Vereeniging wenschelijk acht, het lidmaatschap te weigeren. Het zal daartoe verplicht zijn, indien zoodanig persoon bekend staat zich schuldig te maken aan misbruik van sterken drank of in andere opzichten een onzedelijk leven leidt. Dit is positiever dan te goeder naam en faam bekend staan. Misbruik van sterken drank en onzedelijk leven heeft onvoorwaardelijk uitsluiting ten gevolge; bovendien kan zulks, indien het Bestuur dit wenschelijk acht. Ik durf gerust deze omschrijving nieuwe vereeni gingen aanbevelen, want er zijn te goeder naam en faam bekend staande personen, die het niet wenschelijk is als lid toe te laten. «Eigen Haard" te Steenwijk bepaalt dat als lid kunnen worden aangenomen : alleen te Steenwijk wonenden en tot den arbei denden of daarmede gelijkstaanden stand behoorende personen, die geen eigen woon huis bezitten, doch dat het lidmaatschap moet geweigerd worden aan: a hen, die door hun verleden of karakter geacht kunnen wordea gevaarlijk of nadeelig te zij a voor de maatschappelijke orde of' de rust der leden ; b. hen, die misbruik maken van sterken drank en zich aan onzedelijke handelingen schuldig maken. B:j »Werklieden-Bouvvlu<t" te Heeren veen?Schqterland kan ieder werkman lid worden, die den ouderdom van 23 jaar heeft bereikt, in het genot van alle burgerIn ke rechten en geen lid is van eene Vereeniging ter zelfder plaatse, die zich ten doel stelt het bouwen van eigen woningen. Volgens Art. l wordt ieder, die lid wenscht te worden, in de eerstvolgende vergadering aan ballotage onderworpen, Verklaart -.': der aanwezige leden zich voor de opname, dan is hy als lid aan genomen. Dus geen voorwaarden van uitsluiting, doch beslissing door de vergadering of juister gelegd: in breede trekken aange toond, wie lid kunnen worden doch bep?.rking overgelaten aan de vergadering. Dit stelsel verdient de wel aanbeveling, doch op eene, zij het ook kleine, schaduw zijde wil ik toch even wijzen. Art. 22 vau «Werklieden-B mwlust" be paalt, even als zoovele vereenigingen en vennootschappen : Wanneer op eene vergadering de helft der leden niet aanwezig is, mag er geen besluit genomen worden. Terstond bepaalt het Bestuur dan een volgende vergadering; is weder de helft niet aanwezig, dan mogen er besluiten genomen worden. Hoewel het juiste, ja noodzakelijke, dezer bepaling erkennende, vergete men toch niet dal, daardoor het geval mogelijk is, dat eenige beslissing aan zeer weinig leden kan worden overgelaten, wat vooral bij een hoofdfaktor der coöperatieve vereenigingen, aanname der leden, absoluut ongewenscht kan zijn. Met andere aanwijzing dergenen die lid kunnen worden, dooli met gelijke ballotage in de algemeene vergadering, regelt :>Selfhelp'' te S,leek de toelating der leien. Deze coöper. vereeniging is echter meer dan bouwvereeniging, want haar doel is, volgens art. 2, om door coöperatie verbetering te brengen in den stolfelijken toestand der loden en wel door de volgende middelen (art. 3) : l door kapitaalvorming, verkregen : a doorwekelijksche bijdrage van minstens vijfentwintig centen ; b. door toepassing van het contracten stelsel ; c. door het oprichten vaa eene spaar- en voorschotbank. 2 door het bouwen van eigen woningen. Aangezien Art. 27 vau »S elf' hel p'1 even wel bepaalt, dat er geen bindend besluit genomen kan worden, wanneer de helft der leden niet op de vergadering tegen woordig is, vervalt het zoo even door mij genoemde bezwaar der mogelijkheid van eene beslissing door een zeer klein aantal leden. Bij »Patrimonium's Bjuwlust" te Kampen, kunnen alleen als lid worden aangenomen te Kampen wonende en tot den arbeidenden of' daarmede gelijkstaanden stand behoo rende personen, die geen eigen woonhuis hpzitten en leden zijn van het Nederlandsch Wcrkliedjnverb ;nd «Patrimonium". Het bestuur bsslist over de aanname der leden, doch redenen tot uitsluiting zijn daarbij ook genoemd. In afwijking met de meeste zustervereenigingen wordt bij »Help u zelyeo" te Leeuwarden eerst in Art. 19 de w'rjzs van aanname van leden bepaald. Alleen uit een oogpunt van regelmatigheid, acht ik dit het meest wenschelijk in een der eerste artikelen. Ook »\Verkmanslu3t" te Joure behandelt de aanname eerst in art. 13 De «Bouwmaatschappij tot verkrijging van eigen woningen" te Amsterdam geeft in art. G aan hem, wiens aanvrage voor het lidmaatschap is afgewezen, het recht van beroep op de commissie van toezicht. Dit verdient, mijns bedunkens, aanbeve ling. Er zijn voorbeelden genoeg van, dat door persoonlijke veeten van een lid eener vereeniging en een candidaatiid, de laatste geweigerd werd ofschoon er inderdaad tegen zijne aannams geen bezwaar was. Dit en, mogelijke weigeringen op losse gronden, worden hierdoor voorkomen. Ook «Eigen Haard" te Joure behandelt de aanname van leden eerst in art. 10, doch voegt er aan toe: Wanneer 50 leden zich zullen hebben aangemeld, zal de deel neming voor meerderen voor onbepaalden tijd worden gesloten. Dezelfde beperking van het aantal leden, echter tot 219, vind ik bij «Help uzelven" te Leeuwarden. In de andere statuten zie ik geen ingrij pende wijzigingen met de genoemden. Alleen heeft «Kennemerland" te Alkmaar een stelsel gevolgd waaraan wel eenige aandacht geschonken mag worden. .Eerst de statuten, daarna het «Huishoudelijk reglement", tot. slot het reglement voor het reservefonds. Dit is nuttig aangezien wij ziging in de statuten notarieel moet ge schieden, doch in het huishoudelijk regle ment niet. In de statuten (art. 10) wordt vermeld wie van het lidmaatschap zijn uitgesloten en in art. 2 v/h huish. reglement wordt de aanname van leden bepaald door ballotage, met het recht aan het bestuur toegekend om iemand niet voor te dragen. Het komt mij voor dat in dit opzicht voldaan is aan het doel van een verslag n.l. het openstellen van de gelegenheid tot keuze van den besten weg bij vaststelling van de wijze ter aanname van leden bij Coöperatieve bouwvereenigingen, voorge licht door elders reeds vigeerende bepa lingen dienaangaande. Haarlem. M. P. DE CLEIICQ. vmiliiiiiiiimiiiiiHmii iiiiiiuiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiin TLK.LN Mazisfc in de Hoofdstad M«.x Ss'iill'n^s se'iijut lan;jzani'rhaud tot de bevoorrechten te <»aan bthooren in het Concert gebouw. R-eds werd zijn Ingwelde-muzitk en zijn jjinos-proloo» daar ui'geroerd : thans heeft men ook l^üLis kunnen maken niet het voor-p!3l vaa de derde acte zijner opera //Djr Pfeifertaj", tot opschrift dragende VouSpiulnianu'K Loid und Lust". Ia hoeverre dit voorspel aan zijn doül be antwoordt, ia alleen uit t: maken, als men het werk in zijn geheel ken*. Taais dus kan men s'cclits oordselen o?er de zuiver.1, over de (üsolute wairde der mujiek. I u dit werk dan toont Schillingg zich evenzeer meester over de slof als in zijn verleden week door mij bespro ken. O-idipjs-proloo^. Zijne ustrumentatie is schoon eu vol afwisseling en wanneer hij aan vankelijk iii den klagenden mol-toonaard zijne koraalachtige melodie aanwendt, dan klinkt la'er zijn stralend forte in den glau^rijken durtoonaaid des te groitscher. Zeer smaakvol zijn ook een jraar solo's voor viool en alt in het stuk geweven, die waarschijnlijk wel eene psychologisc'ie heteekenis hebben, nitt het onder werp in verband staande. De heeren Spoor en Meerljo speelden die dankbare solotrekjes mc't al d-f warmte eu bekoorlijkheid van toon, waarover zij te beschikken heb'jen. De Scliéra^ade van Rimsky Korsakow is vo >r het eerst hier ge-p::cli door liet orchest uit. Glasgow, waarmede Willem K°s iidertijd ons iaud bezocht h-:ef1.. Toen het ft hit veol grooter indruk op mij gemaakt dan thans. Op den duur toch vermag z^lfs de meest geraili ,eerde iiis'rumentat e en de groolMe vorscaeiieuhe in orchestklKur, niet over iirmocde aan ge dachten heeu te zetten. \VerJ ik nu hij de eerste uitvoering, vroeger, in hooge mate geboeid door eerstgenoemde eigenschappen van het werk, thans konden mij d e eindelooze herhalingen van een eu hetzelfde motief niet zijn fcamslco::tisc'ie veranderingen veel minder bekoren. Sj' c .ofnza.de is de naam eener Sultai.e, die haar leven redde dojr haren heer eu meester gedurende ]i)01 nicaten allerlei verhalen, te doen; zoo vindt men in het, eerste deel La mer et Ie vaisseau de S.udbad"; in het tweede L^ icoit du prince''; in liet derde ?/!;} jpuue prince et la j-une princesse"; in het vierde Ft;,e a B.igd.id" eri?. enz. Het derde deel bestaat uit ctii gracieuse wals; dat deel zou. zeker gunstig afsteken bij hst geuee', doch de herhalingen zijl helaas hi?r n:ek, minder veel vuldig dan in do andere deelen. II t Finale geeft alic thema's van de vorige deeleu wederom te hooreu Rimsky Korsakow's Se'i.óhéeataiïe is een werk ietwat leeg van inhoui, maar gestoken in een rijk gewaad; het is voor een enkelen keer inteivssant te luisteren naar die merk waardige klank-c mbinatiën die er in voorkomen, maar op den duur moet de belangstelling in zulke werken toch veiü.iuwen. Beethoven's vijfde symphoaie vormde een waardig slot vaa dea avond. Het was een (l nk gezicht,, Dinsdagavond 1.1. fen groot gedeelte vau het pDdium in het Concertgebouw ingenomen te zien door een TiO-tal zarg:rs, leden van het Siingerchor des L»hrerverems" te Frankfort. Maar niet minder verblijdend was het te mogsn bemerken dat de zaal geheel gevuld was met een publiek, dat zeker niet alleen was gekomen voor het goede doel, msa- ook vooral om kunstgenot te snaken van een bijzondere qiaüteit. Het z'.jn u.l. uit stekende stemmen waarover de heeren leden dezer vereeniging beschikken en zij bleken boven dien ook goed geschoold te zijn. Zeer zeker heeft de directeur der vereeniging, de heer M»x'milian Fleiscb, een aangename en dankbare taak te vervullen als leider dezer corporitie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl