Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND.
No. 1267
verschillende minieren zocht aan het licht
te brengen en in de gemoederen zijner hoorders
en legers te grwreeren". (U 59) i
Ik vraig: waren wij, ten tij ie van roan,
of zyn wij, heden ten dage nog, met dergelijke
polemiek wel zoo heel veel verder ? Mat negatiëa
regeert man niet, djch mjt af braak redeneert j
men evenmin. Vooral niet, wanneer de eigen
man, op het eigen oogenblik dat zijn: tolle,
tolle tegen alle liberalisme uitgesproken ii,
front gaat maken tegen hen, die eens maenen
mochten, dat Int meenens ware.
Zóó VCM, waar hy G.-oen's christelijk
nationalen Slaata'jurger afbjeldt: Kr was eene
pirt^j, die wel godsdienst wilde, doch zonder
kleur, zoaler vorm, zonder djgmi, zonderde
historische lijaten Niet mindfsr tegen deze
deïititche, als tegen de attwïitische party moest
door onzen Staatsburger de stry'i gevoerd!
Nederland is een O'trtstalyk land, waarin
eerbiediging vaa het Evangelie het recht en de
pligtvaa overheid en onderdaan is. Djocerhaid,,
christelijk of niet, ia aan deze hoogste
Laadswet gehoulen. Neierlanl iseaa Prutestantsche
<staat, wa»rin bj ruime verdraagzaamheid, voor
het behoudenbalungder
christelijk-protestaitscb.8 kerk moet worden gezorgd. De groadwat
is zelfs bepaald anti-ultramantasintsch."
Miar de Israëliet dan?'' d jood imners is
evenzeer als da christen tot uitoefening der
politieke rechten bevoegd, tot ambten en
betLeningen bsnoembaar ? Dit is eigenlijk eane
ongerijmdheid uit christelijk en uit Israëlitisch
oogpunt. In het trjdpjrk derongerymiheden
«kwam ook deze ongerymheid tot stand."
Evenwel, h»ndhiving van een verkregen recht is
passend. Sjmoiige politieke betrekkingen
kunnen ze bekleeden, zoader dat de Staat te
auineu behoeve wjrdt ontker^tend, wa,t in
geen geval geschieden mag". (II. 61)
Spreekt deze vlammende y'ver mat hèt woord,
goeujki insci kkelykheid metterdaad, niet
boekdeelen ? Lies de inleiding: Nederland is
PiOtesta:itsch, mitsdien mogen de Rjomschen
er niet dan geduld, .ïsme en atheïsme staan
op ne lyn, mitsdien moeten de Joden er
geweerd. Aanschouw echter onmiddellijk de
uitvlucht, die de vlucht maskeren moet:
Verkiegen rechten!'1 Zgn.er rechten zonder sub
ject? .Rechten, die zweven door het luchtruim ?
Hechten, die op kom mde geslachten zich
neervleien, terwy'l hunne principieele rechteloosheid,
is ontwaard, bstoagd, erkend, dogmitisch vast
gesteld ?
Waarlijk, wie, doar deze nevelen heen, een
baan zica breekt, heeft het recht van een school
van Groen te spreken. Wy' vatten de uitdruk
king alsdan in den min gewonen zin: eene
school, waaria men Groen leert verstaal.
Zal msfl, tot recht bagrip vai dj eigenlyke
bedoelingen der aatirerolutionaire party',
veil ger gidj hebben 'ia den man, dis, reeds by
het leven van Groen, haar leidsman, (Vos, II.
517), thans als hoof! van een kerkelyk ministerie
is opgetreden? Wie niet weet, hoe vaak een
volk slachtoffer is van den scnyn, moet mat
ongeveinsde verbazing kennis nemen vai de
diepgaande veracjilpanten, walke Vos aaawyst
(11.5:8 vlg), t-jsschen den veldheer G:oen en
dr. Kuypsr, ia wiens baad, diens stat de stok
van den drijver weri." (ü. 6 )
Hóe is hu: nngely'k, zoo vraagt men allicht,
dat ooi taans onklaarheid en duisternis over
politieke oogmerken haerscht? Immers, in de
bo/en a*nge»eien leemte, die Groen liet, is
juist door Oas Progfam" voorzien? Welnu,
men venieme, hoe Vos oordeelt over dit, voor
practisch S aatsrecht zich uitgevend, werk:
Kuyper heett bericht, dat Groen, nog vóór
de pen aan zj'na eens zoo krachtige haad
ontviel, de hoofdlijnen van dit program
beaaoile". Dr. Hoedemaker veronderstelt dat
Groen de schets van een ander program
onder de oogen heefc gehai, dan Kayper als
hat door Groen goedgeKeurde uitgaf. Ik kaa
over die betichting van grove vergissing of
ergerly'fce oneerlijkaeid geea uitspraak doen.
Doch dit is zeker,'dat het verschil tmschen
Gro3fi ea Kuy^er steeJs grojter bleek na den
dood van den diep betreurden valer en
broeder. Kuypar bshandeld) tot 1876 meestal
onderwerpen, die Groen's bijzondere sympathie
halden, zooals de ellendigheden van
hitconserva'.isim, de geestkracht van hat calvinisme,
de ge f aren val het ultramontanisnn, de
tyrannie van het heerscheid schoolwezen;
daardoar kwamen de verschilpunten haast niet
aai hat licht.
Diiruit kan verklaard worden Groea's
instemming mst een hem door Kuyper voorgelegd
program, welke instemming in elk geval nooit
verder dan tot hoofdzaak en wezea" gegaan
kan zyn. Mvj d inkt echter, Groen zju nimmer,
hij helder idzicht, het tegenwoordige Ons
P,Of/ram hebben beschouwd als uitwerking
zijner grondgedachten. Gjzweg:n toch va:i elit
ander verschil, zou de inateoiroing ree.la belet
worden door hetgeea 0/is Projram wil zijn.
Het wil nam. zyn een schets van staatsbeleid
die vast bij den actuaeiea toestand, een
leidraad van geJraging voo: het heden, eea
mtdtts cii'endi voar alie partijen.
S.el u nu Groen voor medewerkende aan
een p'jnse pxrtout, aan hat Elk wat wils',
an net streven, oai nnderaen, positivisten,
atheïsten, ultramoitaaen, radicalen,
orthodoxen, antirevoiutionairen, om aan aliea en
een iegelijk te geven naar hu*i hart. Van
dat loodzware boek geldt wat Mohaoimsddea
zynen zou geraden hebben: geloof des ochtends
aan het baek dej geloovigin gezonden, en
loochen hst des avonds weder1'. laimars,
men kan er alle kanten m^c uit. Van Gods
Woord, het in den Bjbel beschreven Woord,
is bijkans n ets te bepeu'en. Speculatie, en
nog eens speculatie, volgens de meest ra licale
begrippen omtrent gewetensvrijheid,
souve,,'einiteit in eigen kring, organisme, geestelijke
ontwikkeling, en wat -dies meer zij. Geen
wjnder dan ook, dat de meest uiteenloopende
persoonlijkheden met hoofdzaak en wezen van
0,is Program instemming betuigden, en zya
?iiitwerper en verklaarder even goed vryheid
vindt om ultramontanen en socialisten in de
Redering en in het Parlement te brengen,
als oprechte belijiers van den Christus Gods''.
(II. 534)
De schrijver dezer woorden kon (in 1891)
niet vermoeden, dat zy, als gold het eene
voorspellii'g, in den meest letterlyken zin laat
msn socialisten" ter zijde zouden worden
bewaarheid. Zyae erastigste grieve echter is,
dat het hermelyn van Groen's gedachtensteer,
in de hand zy'ns opvolgers, w^rd bezoedeld,
door aairaking met onheilige oogmerken
en koestcring van eerzuchtige bedoelingen.
Groen ij, dnor Rtiype ; verwereldlijkt dit is
de bedenking, die Vos op de ziel braadt, en
waaraan hy ondubbelzinnig uiting geeft:
Doch toegestemd, dat is zoo! Ons Program"
hebbe de grondgedachten vai Gods Woord
weergegeven in de taal van het heden naar
de behoeften dezes tijds. Dan is Guillaume
Groen van Pfinsterer tot den einde zijns
langdurigen levens injimmerlijke dwaling geblevei.!
Dan waren zijne beginselen niet in
overeenstemming met het Evangelie! Dan heeft hij
(ter goeder trouw, moet mijne pen deze
bepaling er nog by voegen ?) duizenden misleid
en zichzelven een leven van bestendige mar
teling berokkend l
Maar al ware ook tusschen de drie
leidslieden Kuyper, Jhr. Mr. A. F. de Savornin
Lohman en Schaepman van de zoogenaamde
rechterzyde, en tusschen Groen de
overeenstemming in beginsel en bedoeling
onverbeterlyk, djn nog zou ik spreken vau misleiding
der christeUjk-historische partij. Wat Groen
aanzag als het ene noodige, wat hy', onder
boven alles stelde, t. w. hc.t verborgen leven
des harten met God door Christus, dat gees
telijk leven van het Rjveil, dat geldt niet
langer als de drijfkracht en het doelwit van
de partij. Zy is tot eene wereldsche party
gemaakt; onder allen schy'n van te bidden ia
alle christelyke klanken en geref>rmeerd3
termen, eene partij, die niet, gely'k Groen, op
hoop tegen hoop rekent mat de onzienlijke
dingen en zich vasthoudt aai God als ziende
den Oazienlijke, maar die, niet zelden op de
meest stuitende maniir, op cyiers vertrouwt;
afspraakjes maakt; door lof vai niet zelden
blaam verdienende instrumenten, en door
blaam van wie by een gedeelte der vrienden
in achting zya, regeer,.; door belooning met
ambten en door bedreiging met ongenade
terroriseert; geeft en neemt, al na»r
partijbelang of particuliere begeerlijkheden zulks
vorderen; om eenige zilferlingen en porte
feuilles de Christelyke beweging om C irktelyk
Volksonderwijs laat doodloopen, door aanneming
van steeds door Groen verworpene voorstellen
ter aanvankelyke voldoening aan de
noodzakely'ke hebzucat vai den vyand onzer natie,
den ultramontaan, thans in staat om voor 't
geuzengeld der rijkste provincies, immers de
meest protestantsche, geuzenhaters naar
hartelnst te kunnen kweeken, den ultramontaan,
dien Groen bijaa even sterk als den moderne
vreesde en tot zyn laatsten ademtocht
bestreed; en weinig anders het land bestuurt
?lan een tam radicalisme zou doen, zoolat de
oudere broeder, het Thorbeckiaansche
libaralisme, wel mag vragen : Wat onderscheidt mij
van u?" (II 531).
Recapituleeren wij. Een geschledvorscher,
van helderen blik en practischen zin, tracht
Groen's verspreide gedachten saam te voe
gen tot n leerstellig geheel. Hij oogst
niet dan ondank, verwijten en schamper
verzwijgen van de onderwerpen in geschil.
Grosn zelf; verbergt het niet dat sommige
zinsneden hem verwonderd en gegriefd
hebben, en dat h\j ze niet anders dan uit
vooringenomenheid, die onbillyk maakt, weet te
verklaren." (Fruin II. 2) Fruin, dergelijk
stre/en zich niet bewust, en op de hoofdzaak
onb3antwoord, ziet zich genoodzaakt, van zijne
critiek eene aati critiek te maken : Men heeft
my'ne beoordeeling veroordeeld, en mijne
bestryding als onwetenschappelyk en onchristelijk
bestreden, maar het aangevallen stelsel niet
verdedigd, wanneer wij dus niet alle
gedachtenwisseling zullen opgeven, moeten wy ons
voegen naar de tegenpartij, die liever aanvallen
dan verdedigen wil, en liever de revolutie
dan de antire»o!utie behandeld ziet." (Fruin
II. '23.)
AlzoD, worden, thans, de bezwaren.'" getoetst,
omlijnd, en tot de ons bekende vier hoof lp tinten
herleid. Doch het is, alsof Groen er voor terug
schrikte, zyne loutere gedachtenwereld aan de
kille werkelijkheid blootgesteld te zien. Een
tweede, ditmaal me?r speciale geschied /orscher,
die zy'aen held op den voet volgt, constateert
diens doorgaand3 bedrijvigheid met het woord,
inertie met de daad. Afwijking vindt hij tu-ischen
leer en handeling, maar afwijking bovenal tus
schen 's meesters levensopvatting, saam te vatten
in de kenspreuk : me^r Eïangeliebe y'der dan
Staatsman, en des opvolgers wereldhanteering.
Tot onkenbaarwordens toe, is tusschsn deze
twee, het verschil, een verschil zos groot, dat
Vos eindigt met de Tnorbecke toegeschreven
vraag: Wat onderscheidt mij van u?
Op deze vraag, luidt my'n antwoord: klaar
heid van leer, oprechtheid van bedoeling.
Enkele grep?n slechts.
Am s t., Sept. 1931. J. A. LKVY.
allereerst moest worden toegeschreven aan
uitputting, aan ziekte, aan ontmoediging,
aan onbekendheid met een moeielijk ter
rein. Maar dat is altijd volg ns Lord
Kitchener de reden niet, althans niet
de hoofdreden. «Deze colonnes" zoo
betoogt hij - »voeren met zich fornuijen,
meubelen, piano's en harmoniums, die
hoogst naleelig zijn voor de mobiliteit."
Ongetwijfeld. Msn achtervolgt een Dj
Wet niet met verhuiswagens, beladen met
de bovengenoemde zeer zeker nuttige, rnaar
in den oorlog wellicht niet geheel onmis
bare voorwerpen.
Lord Kitchener beveelt zeer terecht,
hoewel wat laat, dat al die ballast en
nasleep moet worden opgeborgen in de
depchs. Mogelijk zou een deel er van
nuttig kunnen worden gebruikt in de kam
pen der Bjeren-geyangenen, vooral in die
van de vrouwen en kinderen, waar zoo
groote ellende haerscht, waar de voeding
alles te wenschen overlaat en het
aller: noodigsta huisraad ontb.eekt.
j In d:e kampen bevonden zich in de
i maand Juni 85,410 gevangenen; het
sterftel cijfer bedroeg toen 777 of 10,9 pCt. per
jaar; in Juli waren er op 93.940 gevan
genen 1,412 sterfgevallen, dus ISpCc. per
, jaar; in Augustus op 105,317 gevangenen
j 1,870 dooien, hetgeen mat een
sterfte| cijfer van 21,4 p(Jt. psr jaar overeenkomt.
i In onze Earopeeache steden is het
sterftecijfer al zeer hoog wanneer het 3 pCo.
per jaar belraagt!
Di meeste van dese slachtoffers zijn
onschuldige kinderen. In Augustus waren
er in de kamp3n 52,000 blanke kinderen.
waarvan in die ae maand 1500 stierven.
Esn afdoend middel voorzeker om het
Bosrenras in den kortst mogelijken tijd te
doen verdwijnen!
»Een stelsel, dat tot zulke uitkomsten
voert" zegt de Temps »moet onvoor
waardelijk worden veroordeeld. Voor de
eer van de men^chheid rnoet men erken
nen, dat er in Eageland welsprekende en
moedige stemmen zijn opgegaan om tegen
deze afschuwelijkheden te protesteeren.
Alle eer aan Miss Hobhouse, die zoo
eenvoudig en wakker is opgetreden, aan
de liberalen, die geweigerd hebben zich
met deze feiten solidair te verklaren,
aan de dagbladen, die het wagen, eene
gedemoraliseerde openbare meening te
trotseeren en te strijden voor den goe
den naam van hun vaderland en het
welzijn der slachtoffers." Niet minder
waarde hecht de Temps, zeer terecht, aan
het warme en waardige protest van den
veldmaarschalk Sir Naville Chamberlain,
een man die door zijn onbevlekten naam
en zijn hooge positie boven alle verdacht
making verheven is, en die in krasse
termen een stelsel afkeurt, dat onschuldige
kinderen ter dood veroordeelt.
Een beschaafd Engelschman, wien het
hart op de rechte plaats zit, is trotsch op
den naam van [jantleiiian. Over de geheele
wereld weet men wat een genlle.man is en
rekent het iemand tot hoogen lof, als hij
zich rjentiemanhke gedraagt. Het is geen
geringe eer voor onze buren, dat deze
woorden, ook onvertaald, in alle talen
burgerrecht hebben verk-egen.
Miar wanneer aan de reusachtige en
schandelijke ongerechtigheid van den
ZuidAfrikaanschen oorlog niet spoedig, np eene
voor beide partijen eervolle wijze, een
einde wordt gemaakt, zullen de
traditioneele gentlemen zich moeten getroosten,
dat men in hen voortaan nog slechts
bullicfi ziet.
Gentleman en Boer.
Lord Kitcherer is een groot man in
het stellen van dépêches. Dat is geen
kunst, wanneer men met de bondigheid
van een Caesar een ven i, xidi, vici kan
oversein^n. Maar als men telkens opnieuw
Jobstijdingen in overwinnings-bulletins
moet herscheppen, is eene groote mate
van vindingrijkheid noodig. Gelukkig voor
den opperbevelhebber van de Britsche
troepen iti Zuid-Afrika komen de P> jeren
hem dikwijls bij de vervulling v«n de/.e
lastige taak te gemoet. Zy zijn bij uitstek
»mobiel". Als zij huu slag geslagen
hebben, zooals zij in de laatste weken
menigmaal deden, blijven zij niet op
het tooneel van hun overwinningen
wachten tot de Engelschen met de
noodige versterkingen aankomen om
hen weder te verjagen. Zij verdwijnen
even snel als zij gekomen zijn, en laten
Lord Kitchener de voldoening, te kunnen
berichten, dat zij »op de vlucht zijn gegaan."
In den regel komt er dan een
slot-vuurwerkje: »men zegt, dat de vijand zware
verliezen heeft geleden." Zoo is het on
langs weer gegaan bij den welgelukten
aanslag van de Boeren op het fort Itala.
Natuurlijk hebben de B>eren-aanvoerder3
er geen oogenblik aan gedacht, dit punt
blijvend te bezetten. Zij hebben er den
vijand ernstige verliezen toegebracht
Lord Kitchener kan het niet ontkennen
aich meester gemaakt van ammunitie en
mondvoorraad, en kort daarna nog eens
een convooi overrompeld. En toen zijn
zij weer afgetrokken, om elders hun
taktiek toe te passen. Dat heet dan ... eene
Eagelsche overwinning.
En toch moet Lord Kitchener soms zelf
erkennen, dat de taktiek van zijn vlugge,
onvermoeibare vijanden nog zoo kwaad
niet is, ja zelfs navolgenswaardig. In een
zijner laatste dagorders kan men lezen :
»De opperbevelhebber wenscht den offi
cieren, die over mobiele colonnes het bevel
voeren, op het hart te drukken, dat het
doel dezer colonnes mobiliteit is." Zulk
een waarschuwing zou aan wreeden spot
doen denken, wanneer de traagheid der
bewegingen van de Engelsche troep?n
Scciak
Eipa tod is pM waait
IL
Ht:t eerst wat bij oprichting van iets door
de kru-jht der gjiiesnsohap gedaan moet
worden, is liet maken van statuten, regle
ment of voorschrift, waarbij alle rechten en
Vörplichiinaren zyn omschreven.
Ten einde dus een zoo volledig mogelijk
verslag aangaande de Nsderlandsche coöpe
ratieve boawvereeni^in^en te geven, acht
ik de behandeling der statuten c.a. daarbij
van veel belang.
Vooraf' echter een woord van
welgemjenden d.ink aan de vele vereenigingen, die
aan mijn verzoek voldeden door mij hiertoe
in staat te stellen.
Voor de velen die, doordrongen van het
groote nut tot iiiet langer bovenstaande
spreuk als een sprookje te beschouwen,
vroeger of later hel goede voorbeeld van
«coöperatief bouwen" willen volgen, is het
wel iets waard op goede grondslagen ie
kunnen berusten. Juist daarom dien ik wat
uitvoerig te wezen, opdat men rekening
kan houden met verschuilende omstandig
heden ; inderdaad is het 't gemakkelijkst
als er een uitgangspunt bestaat, gegrond
op ervaring van voorgangers met Intzelfde
doel, om daarop voort te bouwen.
Art. l bevat in den regel doel en duur.
B j enkele vereenigingen is art. l naam
en plaats der vestiging, doch da meesten
maken dit onnoodig, door te beginnen :
De coöperatieve bouwvereeniging
gevestigd te heeft tot doel aan hare
ied?n eigen woonhuizen te verschaffen.
Zij wordt aangegaan voor den tijd van
30 achtereenvolgende jaren, ingegaan den
(datum der notarieele akte van de
oprichting.)
Deze wij/se van oprichting is omschreven
in art. -i der wet: De akte van oprichting
der coöperatieve vereeniging en die, waarbij
verandering wordt gebracht in hare voor
waarden of haar duur wordt verlengd,
worden, op straiï'e vaa nietigheid, notarieel
verleden.
»E'.gen Haard" te Joure voegt er aan toe :
Alzoo voor tien tijd van minder dan 30
jaren (omdat haren duur korter is.) Zij
kan na zulks verlengd worden. Het dienstjaar
vangt aan 12 Mei 1879.
»Help u zei ven" te Leeuwarden, geeft
het doel in het tweede artikel aan, doch
om=chrijft het nader door: ingericht volgens
de behoeften van een werkmansgezin en
overeenkomstig de regelen der gezond
heidsleer.
Esnige vereenigingen nemen bij het doel
in art. l ook op voor wie dit geldt, als
b.v. aan personen uit den arbeidenden of
daarmede gelijkstaanden stand eigen woon
huizen te verschaffen.
Maar in den regel wordt in art. 2 ver
meld wie leden kunnen worden.
Mijns bedunkens doet mea goed dit zoo
ruim mogelijk te stellen. Indien het kapitaal
evenwel tot bijzonder billijke voorwaarden
verschaft wordt door een persoon, eene
fabriek of eene inrichting, dan spreekt het
vanzelf, dat men met de wenschen dezer
geldgevers rekening moet houden. Dus
weder de omstandigheden regelen dit.
Desgevraagd, gaf ik meermalen voor den
aanhef van art. 2 de volgende omschrijving.
Alleen inwoners van .... die te goeder
naam en faam bekend staan, kunnen als
leden der Vereeniging worden aangenomen.
Voorts de wijze waarop aanvraag bij het
bestuur, beslissing in eene algemeene ver
gadering, stemming, bericht van den uit
slag, enz., geregeld worden.
Da meest vrijgevige bepaling vind ik bij
«Vooruit II" te 's Gravenhage in haar
vierde artikel.
Zoowel vrouwen als mannen (beleefd of
hoffelijk is men toah in de hofstad, dat
moet erkend worden) in het volle bezit
hunner burgerlijke rechten zijnde en geen
eigene woning bezittende, kunnen als lid
der Vereeniging worden toegelaten. Deze
bepaling verdient aanbeveling, juist door
hare vrijgevigheid. Die geen burgerrecht
heeft of eene eigene woning bezit is uitge
sloten ergo het veld tot aanvraag van het
lidmaatschap is zeer ruim.
Dadelijk daarop volgt echter bij
»Vooruit II":
Die lid der Vereeniging wenscht te worden
moet zich aanmelden bij het Bestuur, dat
het recht heeft om, wanneer het dit in het
belang der Vereeniging wenschelijk acht,
het lidmaatschap te weigeren.
Het zal daartoe verplicht zijn, indien
zoodanig persoon bekend staat zich schuldig
te maken aan misbruik van sterken drank
of in andere opzichten een onzedelijk leven
leidt.
Dit is positiever dan te goeder naam en
faam bekend staan.
Misbruik van sterken drank en onzedelijk
leven heeft onvoorwaardelijk uitsluiting ten
gevolge; bovendien kan zulks, indien het
Bestuur dit wenschelijk acht. Ik durf
gerust deze omschrijving nieuwe vereeni
gingen aanbevelen, want er zijn te goeder
naam en faam bekend staande personen,
die het niet wenschelijk is als lid toe te
laten.
«Eigen Haard" te Steenwijk bepaalt dat
als lid kunnen worden aangenomen : alleen
te Steenwijk wonenden en tot den arbei
denden of daarmede gelijkstaanden stand
behoorende personen, die geen eigen woon
huis bezitten, doch dat het lidmaatschap
moet geweigerd worden aan:
a hen, die door hun verleden of karakter
geacht kunnen wordea gevaarlijk of
nadeelig te zij a voor de maatschappelijke orde
of' de rust der leden ;
b. hen, die misbruik maken van sterken
drank en zich aan onzedelijke handelingen
schuldig maken.
B:j »Werklieden-Bouvvlu<t" te Heeren
veen?Schqterland kan ieder werkman lid
worden, die den ouderdom van 23 jaar
heeft bereikt, in het genot van alle
burgerIn ke rechten en geen lid is van eene
Vereeniging ter zelfder plaatse, die zich
ten doel stelt het bouwen van eigen
woningen.
Volgens Art. l wordt ieder, die lid
wenscht te worden, in de eerstvolgende
vergadering aan ballotage onderworpen,
Verklaart -.': der aanwezige leden zich
voor de opname, dan is hy als lid aan
genomen.
Dus geen voorwaarden van uitsluiting,
doch beslissing door de vergadering of
juister gelegd: in breede trekken aange
toond, wie lid kunnen worden doch
bep?.rking overgelaten aan de vergadering.
Dit stelsel verdient de wel aanbeveling,
doch op eene, zij het ook kleine, schaduw
zijde wil ik toch even wijzen.
Art. 22 vau «Werklieden-B mwlust" be
paalt, even als zoovele vereenigingen en
vennootschappen :
Wanneer op eene vergadering de helft
der leden niet aanwezig is, mag er geen
besluit genomen worden. Terstond bepaalt
het Bestuur dan een volgende vergadering;
is weder de helft niet aanwezig, dan mogen
er besluiten genomen worden.
Hoewel het juiste, ja noodzakelijke, dezer
bepaling erkennende, vergete men toch
niet dal, daardoor het geval mogelijk is, dat
eenige beslissing aan zeer weinig leden kan
worden overgelaten, wat vooral bij een
hoofdfaktor der coöperatieve vereenigingen,
aanname der leden, absoluut ongewenscht
kan zijn.
Met andere aanwijzing dergenen die lid
kunnen worden, dooli met gelijke ballotage
in de algemeene vergadering, regelt
:>Selfhelp'' te S,leek de toelating der leien. Deze
coöper. vereeniging is echter meer dan
bouwvereeniging, want haar doel is, volgens
art. 2, om door coöperatie verbetering te
brengen in den stolfelijken toestand der
loden en wel door de volgende middelen
(art. 3) :
l door kapitaalvorming, verkregen :
a doorwekelijksche bijdrage van minstens
vijfentwintig centen ;
b. door toepassing van het contracten
stelsel ;
c. door het oprichten vaa eene spaar- en
voorschotbank.
2 door het bouwen van eigen woningen.
Aangezien Art. 27 vau »S elf' hel p'1 even
wel bepaalt, dat er geen bindend besluit
genomen kan worden, wanneer de helft
der leden niet op de vergadering tegen
woordig is, vervalt het zoo even door mij
genoemde bezwaar der mogelijkheid van
eene beslissing door een zeer klein aantal
leden.
Bij »Patrimonium's Bjuwlust" te Kampen,
kunnen alleen als lid worden aangenomen
te Kampen wonende en tot den arbeidenden
of' daarmede gelijkstaanden stand behoo
rende personen, die geen eigen woonhuis
hpzitten en leden zijn van het Nederlandsch
Wcrkliedjnverb ;nd «Patrimonium".
Het bestuur bsslist over de aanname der
leden, doch redenen tot uitsluiting zijn
daarbij ook genoemd.
In afwijking met de meeste
zustervereenigingen wordt bij »Help u zelyeo" te
Leeuwarden eerst in Art. 19 de w'rjzs van
aanname van leden bepaald. Alleen uit
een oogpunt van regelmatigheid, acht ik
dit het meest wenschelijk in een der eerste
artikelen.
Ook »\Verkmanslu3t" te Joure behandelt
de aanname eerst in art. 13
De «Bouwmaatschappij tot verkrijging
van eigen woningen" te Amsterdam geeft
in art. G aan hem, wiens aanvrage voor
het lidmaatschap is afgewezen, het recht
van beroep op de commissie van toezicht.
Dit verdient, mijns bedunkens, aanbeve
ling. Er zijn voorbeelden genoeg van, dat
door persoonlijke veeten van een lid eener
vereeniging en een candidaatiid, de laatste
geweigerd werd ofschoon er inderdaad tegen
zijne aannams geen bezwaar was. Dit en,
mogelijke weigeringen op losse gronden,
worden hierdoor voorkomen.
Ook «Eigen Haard" te Joure behandelt
de aanname van leden eerst in art. 10,
doch voegt er aan toe: Wanneer 50 leden
zich zullen hebben aangemeld, zal de deel
neming voor meerderen voor onbepaalden
tijd worden gesloten.
Dezelfde beperking van het aantal leden,
echter tot 219, vind ik bij «Help uzelven"
te Leeuwarden.
In de andere statuten zie ik geen ingrij
pende wijzigingen met de genoemden.
Alleen heeft «Kennemerland" te Alkmaar
een stelsel gevolgd waaraan wel eenige
aandacht geschonken mag worden. .Eerst
de statuten, daarna het «Huishoudelijk
reglement", tot. slot het reglement voor het
reservefonds. Dit is nuttig aangezien wij
ziging in de statuten notarieel moet ge
schieden, doch in het huishoudelijk regle
ment niet.
In de statuten (art. 10) wordt vermeld
wie van het lidmaatschap zijn uitgesloten
en in art. 2 v/h huish. reglement wordt de
aanname van leden bepaald door ballotage,
met het recht aan het bestuur toegekend
om iemand niet voor te dragen.
Het komt mij voor dat in dit opzicht
voldaan is aan het doel van een verslag
n.l. het openstellen van de gelegenheid tot
keuze van den besten weg bij vaststelling
van de wijze ter aanname van leden bij
Coöperatieve bouwvereenigingen, voorge
licht door elders reeds vigeerende bepa
lingen dienaangaande.
Haarlem. M. P. DE CLEIICQ.
vmiliiiiiiiimiiiiiHmii
iiiiiiuiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiin
TLK.LN
Mazisfc in de Hoofdstad
M«.x Ss'iill'n^s se'iijut lan;jzani'rhaud tot de
bevoorrechten te <»aan bthooren in het Concert
gebouw. R-eds werd zijn Ingwelde-muzitk en
zijn jjinos-proloo» daar ui'geroerd : thans
heeft men ook l^üLis kunnen maken niet het
voor-p!3l vaa de derde acte zijner opera //Djr
Pfeifertaj", tot opschrift dragende
VouSpiulnianu'K Loid und Lust".
Ia hoeverre dit voorspel aan zijn doül be
antwoordt, ia alleen uit t: maken, als men het
werk in zijn geheel ken*. Taais dus kan men
s'cclits oordselen o?er de zuiver.1, over de
(üsolute wairde der mujiek. I u dit werk dan
toont Schillingg zich evenzeer meester over de
slof als in zijn verleden week door mij bespro
ken. O-idipjs-proloo^. Zijne ustrumentatie is
schoon eu vol afwisseling en wanneer hij aan
vankelijk iii den klagenden mol-toonaard zijne
koraalachtige melodie aanwendt, dan klinkt
la'er zijn stralend forte in den glau^rijken
durtoonaaid des te groitscher. Zeer smaakvol zijn
ook een jraar solo's voor viool en alt in het
stuk geweven, die waarschijnlijk wel eene
psychologisc'ie heteekenis hebben, nitt het onder
werp in verband staande. De heeren Spoor
en Meerljo speelden die dankbare solotrekjes
mc't al d-f warmte eu bekoorlijkheid van toon,
waarover zij te beschikken heb'jen.
De Scliéra^ade van Rimsky Korsakow is
vo >r het eerst hier ge-p::cli door liet orchest
uit. Glasgow, waarmede Willem K°s iidertijd
ons iaud bezocht h-:ef1.. Toen het ft hit veol
grooter indruk op mij gemaakt dan thans. Op den
duur toch vermag z^lfs de meest geraili ,eerde
iiis'rumentat e en de groolMe vorscaeiieuhe
in orchestklKur, niet over iirmocde aan ge
dachten heeu te zetten. \VerJ ik nu hij de
eerste uitvoering, vroeger, in hooge mate geboeid
door eerstgenoemde eigenschappen van het werk,
thans konden mij d e eindelooze herhalingen
van een eu hetzelfde motief niet zijn
fcamslco::tisc'ie veranderingen veel minder bekoren.
Sj' c .ofnza.de is de naam eener Sultai.e, die
haar leven redde dojr haren heer eu meester
gedurende ]i)01 nicaten allerlei verhalen, te
doen; zoo vindt men in het, eerste deel La
mer et Ie vaisseau de S.udbad"; in het tweede
L^ icoit du prince''; in liet derde ?/!;} jpuue
prince et la j-une princesse"; in het vierde
Ft;,e a B.igd.id" eri?. enz. Het derde deel
bestaat uit ctii gracieuse wals; dat deel zou.
zeker gunstig afsteken bij hst geuee', doch de
herhalingen zijl helaas hi?r n:ek, minder veel
vuldig dan in do andere deelen. II t Finale
geeft alic thema's van de vorige deeleu wederom
te hooreu
Rimsky Korsakow's Se'i.óhéeataiïe is een
werk ietwat leeg van inhoui, maar gestoken
in een rijk gewaad; het is voor een enkelen
keer inteivssant te luisteren naar die merk
waardige klank-c mbinatiën die er in voorkomen,
maar op den duur moet de belangstelling in
zulke werken toch veiü.iuwen. Beethoven's
vijfde symphoaie vormde een waardig slot vaa
dea avond.
Het was een (l nk gezicht,, Dinsdagavond 1.1.
fen groot gedeelte vau het pDdium in het
Concertgebouw ingenomen te zien door een
TiO-tal zarg:rs, leden van het Siingerchor des
L»hrerverems" te Frankfort. Maar niet minder
verblijdend was het te mogsn bemerken dat de
zaal geheel gevuld was met een publiek, dat
zeker niet alleen was gekomen voor het goede
doel, msa- ook vooral om kunstgenot te snaken
van een bijzondere qiaüteit. Het z'.jn u.l. uit
stekende stemmen waarover de heeren leden
dezer vereeniging beschikken en zij bleken boven
dien ook goed geschoold te zijn. Zeer zeker
heeft de directeur der vereeniging, de heer
M»x'milian Fleiscb, een aangename en dankbare
taak te vervullen als leider dezer corporitie.