De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 13 oktober pagina 3

13 oktober 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 1268 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Sedert dien tijd heeft eene zekere ver- j standhouding, -- bondgenootschap zou bij j den wantrouwenden en onafhankelijken aard van Abioer Rharaan Khan eene onjuiste uitdrukking zijn tusschen Engeland en Afghanistan bestaan, welke echter Rusland niet belet heeft, een niet onbelangrijk deel van het gebied van den Emir te annfxeeren. Wanneer deze om standigheid bij do Afghanen twijfel hetft doen ontslaan aan de waarde van Eogeland's vriendschap, kan niemand zich daarover verwonderen. Kort na het uitbreken van den oorlog in Zuid-Afrika hebben de Russen «mobi lisatie-proeven genomen aan de grenzen van Afghanistan, hetgeen ten gevolge heeft gehad, dat hun troepenmacht daar aan merkelijk en blijvend is vermeerderd. En tegelijker tijd is het-aantal der Engelsche troepen in Britsch-Indiëop bedenkelijke wijze verminderd, en heeft de Engelsche regeering doar den oorlog met de Boerenrepublieken de handen rxér dan vol. De gelegenheid maakt den dief, ea de verzoeking voor Rusland om thans in Afghanistan den Engelschen een vlieg af te vangen, is buitengewoon groot. Daar mede willen wij allerminst te kennen geven, dat een oorlog tusschen de beide Europeesche mogendheden waarschijnlijk zou zijn. Rusland verstaat bij uitnemendheid de kunst, zijn doel te bereiken, ook zon der oorlog te voeren. En eene zoo schoone gelegenheid, als het thans heeft, zal het zich zeer zeker niet laten ontgaan. »Het is hoogst waarschijnlijk," schrijft de Frankfurter Zeilung »dat de czar, die den Engelschen bij het begin van den oorlog met de Boeren republieken de on zijdigheid van Rusland heeft verzekerd, niet wenscht, op dit oogenblik Engeland in moeielijkbeden te brengen. Maar in Centraal-Aziëis reeds menigmaal het Streven der Russische militairen sterker gebleken dan het streven van meer dan n czar, en czar Nikolaas zou al de kracht van zijn vader moeten bezittten om tegen de van deze zijde komende moeielijkhedpn opgewassen te zijn. Hue echter verder de loop der zaken moge ziin, overhaast in grijpen is van geene zijde te verwachten." Bijzonder geruststellend voor Enge land klinken deze woorden niet. De erkenning van den, óók voor den czar, onweerstaan baren drarg tot uitbreiding van Rusland's invloed in Centraal-Azië, uitbreiding tot aan, misschien wel tot over de Engelsche grenzen, is duidelijk uitgesproken. Mocht de dood van den slimmen aziatischen despoot voor John Buil zulke gevolgen hebhen, dan zal men in geheel Europa zachtjes zeggen: »serte hun right," of, op z'n goed Hollandêch: vLoontje komt om zijn boontje." tlltllllllIHIIIIHIIUHH iitmimiminiitiiMiiiiii iiiiiimiiiimtiiiHiiiiiii Hoe een Amsterdammer aan den kost komt. Schets door JÜSTUS VAN MAUEIK. 4) M Yerhoesen sprak op zoo'n oven edenden, min of meer gevoeligen toon, dat ik moeite had my'n lachen te houden en dacht: Kerel! wat ben je toch een komediant, ja heV't gelijk, je hadt acteur moeten worden, je hebt je roeping gemist. I'iïilr! EU zie je, er al niets meer van. 't Is geen speldeprik groot; 't heele wondje is n.et meer te vind n l ging Verhoe-en voort, zijn slachtoffer nog eens met den hanêdoek langs 't oor vegend. 'k Loof dat 't dicht is, maer j 3 moet 'n beetje voorzichtiger worden . . . 'k Beloof 't u maar overigens heb ik n toch goed geschoren, niet waar ? Jae, daer zeg ik niks van waer is m'n ra'szakkie 'l Met n sprong waa Verhoeson bij den kap stok, greep \ groene voorwerp en zti: Asjeblieft! en hier ii uw l.oed ook; drom mels, meneer, die zak is zwaarder dan mijn geld Dat raekt je de koekkoek, daer zitten de boodschappen in, die ik voer moeder de vrouw mtéureng. Jongens, jongens ! Wat is u een best huisvader; je vrouw zal wel dol op ja wezen... dat noem ik nog eens zorgzaam. Nu moest u voor mevrr.uw eens 'n lekkere rlesch Eau deCologne mi emen, die kan d'r nog best in. We hebben gisteren een nieuwe bezending d reet uit Keulen gekregen, en ooidat ik u non weer heelt maal in uw humeur wil hebben, zal ik u voor n gulden, een ibsch van vijf t-n twintigstuicers geven. De dikka buitenman keek Veihoesen cog min of meer wantrouwend aar, maar zei toch, toen deze, hem goedig toeknikkend, aan hield: 'n kwarje goedkooper dan anders. Nou ! geef me dan zoo n dingsigheid, de vrouw moet ook 'rsis een txtraiije hebben. Nog vóór hij had uitgesproken greep de noodhulp barbier een flesch Eau-de Cologne van 't tti.'et, rolde die in een vloeipapier en stak ze in den groenen zak, dien de man open hield. Er even inziende zei Verhoesen : 't Lpt wel een comestibelwinkel, u zal er een heele vracht aan hebben ! Je moet toch sterk wezen, om zoo'n ding den heelen dag m e te sleper, en met een bewonderenden blik op de stevige gestalte vóór hem : ik eet liever met u, dan dat ik met u vecht! Je zou ook van 'n kouwe kermis t'hois kommen, vaeder, als ik je in m'n knoistenhad, lachte de buitecman gevleid, terwijl hij een sigaar uit zyn zak nam. 'a Vlammeije, meneer y en meteen hield Ve,rhoesen hem een brandende lucifer voor. Datis een van die beroerde sigaerer, die je me Miendag heit aenepraet... ze trekken in de Hoofdstad ? lIMIIltllllltllllmilllHIHtM Illlll MIUIItltlllMIIIII l IIIIIIIIIUIIIIIIIIMIIIIrl niet ; 't spa'.t me da'k er honderd van beb. Hoe kan u dat nou zeggen, meneer y Heusch ! hy snoof met een gelaat, waarop zich eensklaps een soort vaa wellust afspiegelde, den rook begeerig op. 't Is puur Havana ! Jaewel, rnaer ze bennen verstopt en... Dat komt omdat ze il doubléusage zy'n. Wat zeg-iey 'kVtrs:ae geen Fransen. Als d'r eens eeniju doorloopt, die niet al te vlot trekt, kua je 'm pruimen. .. Jai hebt je smoe-je wrfl maer rnain kraig je met jj doubkbage, of hoe biet dat verstopte goed, niet meer te pakken Ajuus! Dag, meneer, wel t'luus. O ! wacht, uw boLÖinte! laat 'k u even helpen... en terwijl hij hem h.el hai.dig den wollen doek omdeed, zei hij verbalend leuk: Wat 'n nek! wat 'n schau Iers! nou meneer, tot ziens dan u komt Vrijdag toen weerom 'f 'k Zal je mes eens extra lekker aanzetten ! DJ buitenman ging de deur uit. Verhoesen, die hem nog even had nagekeken, kwam weer binnen en z i, rnij ziende. Hé, meneer, zit u daar, 'K had u werkelijk niet herkend, neem me niet kwalijk Ik wist nie', dat je barbier ook was. Da .'s te zeggen, ik ben 't alleen vantijd tot ijd; 't is nj\,n eigenlijke vak ook niet, maar puur toeval dat ik 'i gelterd heb. Ik verkeerde vroeger j sren. met een dochter van Stammens, de barbier in de Vijzelstraat ; ze is later met een ander getrouwd. Daar hielp ik zoo r.u en dan een luo'je mi als 't druk was, Woensdag- en Zi-terclagsavonds, als ik bij m'n meisj; kwarn, uit verveling weet ;i '/ Je kan toch niet eeuwig vrijen, Lè! Van 't iuzeepen had ik den zwaai dadelijk te pikken, en 't scheren keek ik zoo ondt rdthand van den ouden Siammers af; ik dacht j-i kan nooit weten lioe 't JB nog ee..s te pi.s komt. 11 heb je zooeven bewonderd. Hoe zo ', meneer y Wel ! j-; hebt er siug van om iemand in te palmen. Je badt advukaat motten worderj ! 'k Wou dat ik had kurnen studeeren, meneer; ik had 't wel klaar gespeeld, maar 't zat er bij mrjn ouders niet a i. M'n vader was bode op 't tladüuis en m'ii moeder maakte dames costumes. We waren t'huis met z'n zevenen broers en zu-ters, en toen m'n vader süerf bij was nog niet oud bleef 't goeie mensch voor alles alleen zitten.... Ei tin l wc zijn er allemaal gekomen, twee van m'n zusters zijn getrouwd en m'n broers zitten ergens in den Oost en de twee anderen zijn bij onzelieve Heer! die zijn misschien nog 't beat af... Gebruikt u geen toiletzeep of Eau-de Cologne 'i Danlje! Fijne zeep, meneer ; pas ontvangen van Piver uit Parijs kum ! laat ik u nu eens een doosje verkooper, terwijl de patroon uit is, dan ziet hij dat ik z'n zaak goed behartig. 'k Heb zeep genoeg, heusch ! Kom ! meneer, u heeft ze immers niet zelf te gebruiken, u zal toch wel eens cadeautjes noodig fubben voor mevrouw of voor uw nichtjes of zoo ; 't is gauw St. Nicolaas. Violetzeep is altijd 'n fijn cadeautje. De reeks van noviteiten welke door den heer Mergelberg sedert zijn terugkeer in het Concertgebouw zijn ten gehoore gebracht, is op het abonnementsconeert van 3 October wederom met een paar zeer belangrijke werken vermeerderd. j Allereerst de ouverture van Siegfried Wagner's opera »der Biirenhiiuter". j Wat al pennen zijn er over dese opera niet i aan het schreven geweest, en wat al gemoe- ; deren zyn ei" niet door in beweging gebracht, j reeds \óórdat de eerste uitvoering had plaats : gevonden. i Men herinnert zich misschien de onver- j kwikkelijke geschiedenis tusschen Siegfried j Wagner en Arnold Mendelssohn, welke com ponist dezelfde stof als opera in bewerking had. By'na zelfs was er een rechtsquestie uit ont staan. T -jen verscheen het klavieruittreksel en werd door verschillende critici het rtto uit gesproken over Siegfried Wagner's »Barenliiiter". Ik herinner mij o. a. een vernietigende critiek van de har. d des heeren Peter Uabe in de Allgemeine Musikzeitung (Barlyr) Nu, bij het doorlezen van het klavieruittreksel r vond ik het wel niet zóó bar, maar toch byna ' op iedere bladzgde moest ik wordingen ontdekken die van onvaardigheid en onbehol penheid getuigden, hoewel de bewerkers van het klavieruittreksel, de heeren Reuss en Kniese, er blijkbaar naar gestreefl hadden, door een handige klavierzetting, het onbeholpene terug te brengen tot op een minimum. Ik meende reeds aanstonds dat een gosde orchestratie eventueel veel zou kunnen goedmaken. Naar de berichten over de verschillende op voeringen, zoo hier en daar in D;iitschlar,d te oordeelen, schynt dit dan ook zoo geweekt te zyn en toen nu de heer Meng^lberg de ouver ture op uitstekende wijze ten uitvoer bracht 1.1. Donderdag, bleek het mij ook bij eigen aanhooren, dat het werk, ondanks het simpele dat het hier en daar heeft, door zijn voor treffelijke instrumentatie best in staat is een vergelijking te doorstaan met vele andere der nova die wy reeds gehoord hebben, want lar.g niet alle zijn eersterangs-eompositiën. Baiteudjen getuigt menig gedeelte in »der Bil-enLiiiter" van goede vinding en melodische gave. Het werk is tamelyk lang en de bouw lijkt mij niet zeer logisch, eenigszins verward ; maar bij orchestwerken van dit karakter mag men geen al te strenge eischen stellen aan den vorm, daar de componist die veelal afhankelijk stelt van den aard ea het karakter van het geheele werk. Het was mij in ieder geval aangenaam de ouverture te hooren ; naast enkele zwakke gedeelten mocht ik er menige goede hoedanigheid in ontdekken. Een werk dat evenzeer in het buitenland van zich heeft doen spreken is Weingartner's transcriptie voor orchest van Webfer's »Aufforderurg zum Tanz". Er zijn er i)ie meenen dat een dergelijk werk, oorspronkelijk voor piano gedacht, verkracht wordt door een andere bewerking dan die- de componist er van bedoeld hetft; deze moeten ook de orchest bewerking van Berlioz veroordeelen. Anderen vinden juist die zetting zoo schoon, dat zij een tweede orchestbewerking a priori reeds overbodig achten. In beginsel r,u is het maken van derge lijke transcripties wel niet goed te keuren of aan te moedigen ; waar zou het heen als de voornaamste pianocompoaitiën allen voor orchest werden overgezet. Het is ook niet noodig bij den lykeri schat van oorspronkelyke orcbestmuziik, dien wij bezitter. Weirgartner's bewerking is tchter zcó ryk en schitterend geïnstrumenteerd, dat men in dit geval wel een uitzor.derii g wil toelaten. Het figurer.spel dat de oorspronkelijke lijnen van Weber omstrengelt, schijnt mij toe ontleend te zijn aan Taui-i^'s bewerking voor klavier. Dat alle uit drukkingsmiddelen van het oreheet door Weingartner zijn uitgeput is begry'pelijk bij een man, zoo ervaren in de kunst van instrumentatie. Viviane van Cftamson, den helaas zoo vroeg gestorven, begaafden franschen componist, werd reeds vroeger door Kes hier uitgevoerd. Thans wederom trof ncij de voornaamheid van gedachten en de poëzie in de bewerking. Wel is de logische ontwikkeling der motieven een weinig vaag en onklaar, wel kjy'gt men den indruk dat de componist hier nog zoekende is, maar in hooge mate ,'ympalhii-k en boeiend was weer de indruk, dien ik van het werkje kreeg. Een andere fransche compositie van dat programma was de suite op 110 voor fluit en orchest van B. Godard. Den heer A. Best Jr, die het allerliefste weikjo met zeer schoocen toon, gracieus en technisch volkomen afgewerkt voordroeg, zyn wy ten zeerste verplicht voor de kennismaking tnet duze wel niet hoogvliegende, maar toch zeer bekoorlijke suite. Het orchest, dat zoowel in de begeleiding hiervan, als met de voordracht van boven opgesomde nummers zich zelven overtrof, opende den avond met Schubert's «urivollendete Sytnphoiae" en sloot dezen met Beethoven's «Leonore-ouverture." Van de drie soirees der heeren Messchaert en Rö:itgen, die ons voor dezen winter zijn toe gezegd, vond Zaterdag 5 lezer de eerste plaats. Messchaert had als noviteiten vier liederen van Richard Strauss op het programma gezet, benevens een zestal rog onbekei de liederen van Hugo Wolf. De liederen van Sirauss zijn heerlyke, prachtvolle, door en door gevoelde eteminirgs-sttikken. Het eerste lied »L!tfr<-it" heeft mij vooral zeer geboeid, doch ook de andere hebben een bij ;onder rijken, muz kalen inhoud Dj liederen van Wolf vor.d ik niet allen even schoon. »G.'bei" echter en >,Verschwiegene L:ebe" behcoren mede tot het mooiste uit de moderne liederen-litteratuur. A'm het einde van den avond zong Messchaert vier Haderen van Schubert waaronder »Der Erll-o:\ig". Het is tocb waarlijk buitengewoon, hoeveel Schubert met eenvoudige middelen weet te be reiken ! Miar hos heerlijk en door en door artistiek werden ouk deze en de andere liederen door onze beide kunslei.aars vertolkt. De wijze waarop Mïs^chaert de taal behandelt is zoo geacheveerd en tengevolge daarvan weet hij zoo oneindig veel nuauceeringen te brengen inde voordracht, dat men iader stuk voigt en er van onder den indruk komt, alsof men het zelf doorleeft. De begeleidingen van Itü.tgen zijn ware artistieke meesterstukjes. Buitendien speelde de heer Rö.itgen z\jn piano-sofate in a kl. 3, die wij ook een drietal jaren geleden van hem geüoord hebben en die thans wederom boeide door haren degelijken muzikalen inhoud en de aan afwisseling rijke bewerking van o. a. het tweede gedeelte : Toema met variatiën over een oud-ho)landsch lied, en van het vurige en schwungvol ie Presto. Voorts kregen wij eene herhaling te hooren van G. H. G. von B.ucken Fock's klavierstukken uit op. 11, lüen 13 Het heeft mij bevreemd dat, hoewel goed bezet, de kleine zaal van het Concertgebouw niet geheel gevuld was. Dat is een schande voor Amsterdam Niet alleen omdat Messchaert iniiiiimiiiiiitiiimmimllltiiiti Nu, in 's hemelsnaam, geef me dan voor de aardigheid n. d..os. Be. t, inen.eer .' maar zou u er gfen twee nemen, u z l toch zeker ecrstr aags ten paar fiiipines verli'zer. !!<? y Wai bedoel je y Wel, inej eer, tocri ik onlangs het genoe gen had, u aan tak l bij de familie Werders te beiiienei1, heeft u er zelfs twee gegeten met uw buurdaine'jes en dus... Weergaasche k?rel, heb je dat opgemerkt ? Als u 't niet kwalijk neemt, ji! hij lachte ooUjk en zei: 't waren Leve dames; dus drie doosjes, niet waar ? Drie ? Ja ! n voor mevrouw en twee voor de n' ipir.es. Waarachtig niet! Neen ! Neen ! Ik rnoest lachen om Verhoeden's glarlhtiden ram mij heilig vot.r, ora riet meer dan n doosje te ko p«n, maar toch had ik, toen ik het Salon de coiffure verliet, drie doosjes violetzeep en een netclJ-3 odeur in den zak, en tegelijk de overtuiging dat Vsrhoesen de han digste licrel v/as, dien ik ooit bad ontmoet ; een man die in J rdaa i zijn roeping had geaist, die acteur hul moeten worden en 't op het tooneel zeker tot iets groots zou hebben gebracht, wai.t bij was in elk karakter v>aarin ik hem cntmcetto volkomen in zijn rol. Ik was in <len oop van dien winter Benige dagen or .gesteld geweest door een lichte, maar nogal pijnlijke rheuuiatische aand ening en had een lezing, die ik iri een Iclterlievemle verceirgirg zou hou Ier., moeten tf'vitnjielen. De pers, de k iningiu der aarde, die zich overal ora het wel en wee, ztlfs van haar nederigste onderdanen, bekommert, had ook bilangstelling getoond Li mijn rheumatiiche armen eri schouders en den vo.'ke medegedeeld dat ik lijdend wa°. Dientengevolge infor meerden veel vriendelijke, deel nemend e n enschen, som= meer dan mij lief waj, naar mijn gezwollen gewrichten. Op een morgen, even na 't ontbijt, ik was reeas herstellende en zat aan mijn schrijftafel, kwam mijn oude huisknecht binnen, met de boodschap : ??M er, eer.' beneden is iemand, die u absoluut spreken wil. Zoo ! Hum ? ik kan mocielijk iemand ont vangen. Heb 'k al gezeid, meneer, maar hij laat zich niet afschepen .. . 'k Zit nog in m'n sj amberloek; 't is nog zoo vroeg kan hij van middag niet terugkomen ? Ik zei al, dat u moeielijk ontvangen kan, want dat u dtijf van de rimmetiek is, en nog zooveel als in de pottenbank zit, maar... Je maakt me nu wel wat al te ziek, Hendrik ! Ja I lacht u d'r maar om ! Juist nu u aan 't bettren IH, moet u erg voorzichtig wezen. Mijn vrouw's nicht was ook net als u weer op en Röatgen mede onzer beste kunstenaars zijn, doch vooral wyl hunne voordrachten een zóó groot en exquis genot opleveren, dat iedereen met dankbaarheid de gelegenheid moest aangriipen, zich dat genot niet te laten ontgaan. Na het bespreken der TaunlauBer-opvoering in de Nederlandsche opera, eenigen tijd ge leden, schreef ik dat ik mij een definitief oordeel over het directietalent van den heer Desider Marcus wenschte voor te behouden, tot na de Fidelio-opvoering. Deze heeft thans plaats gehad en het is mij aangenaam aan stonds te kunnen verklaren dat de heer Marcus met veel lij n e muzikale intentiën, met groote zorg en met vetl toewijding het werk heeft ii gestudeerd en uitgevoerd. Vooral in het o chest vielen nuanceeringen waar te nemen, die men er anders ter nauwernood in bespeurt. Reeds dadelyk bij de ouverture (Fidelio) bleek het dat er met ernst was gewerkt aan de voorbereiding; maar ook verder viel er zooveel goeds waar te nemen dat ik my ten zeerste heb. verheugd over de resultaten die verkregen waren. Alleen zou men af en toe meer adel in den klsrk gewenscht hebben. Mfjuffr. Cror,egg was in de Leonorepart\j veel hèer op haar plaats dan als Elisabeth in Tannhaiser. Het trage en moeilijke aanspreken van den toon en bare neiging tot ietswat te hoog intoneeren, speelden haar wel eens parten, vooral in hare groote aria; doch haar overigens vol orgaan schonk aan de ensembles veel relief De juiste uitspraak van bet nederlandsch maar bovendien nog de duidelykheid der uitspraak in het algemeen, afgescheiden van haren vreem den tongval, wil ik ten zeerste aanbevelen in de bijzondere zorg van mejuffrouw Cronegg. De Florestan van den heer Tijseen was eer.e uitmuntende muzikale creatie. Zoowel zang als spel waren in de hoogste mate beschaafd. E;eneeiïS voortreffelijk was mevrouw Tyssen. Zij mist wel is waar dat eigenaardig lichte en heldere in haar orgaan, dat de duitsche »Sjubrettes" bezitten, maar haar spel was zoo l'vendig en haar voordracht zoo af, dat men zich inderdaad met haar «Marzelline" zeer ingenomen n;ag verklaren. De heer van Duinen had zich a's Racco een goeden kop gemaakt waaraan alleen de zware wenkbrauwen misschien wat overdreven waren. Zijn spel was zeer los en de behande ling van het gesproken woord buitengewoon mooi; alleen in den aanvang wat tesnel. Ojk kon de j-iviale zijde in het karakter van H jcco gedurende de eerste srènes ietwat meer op den \oorgrond getreden zijn. De stem des heeren v. Duinen klonk bijzonder g;oed en als ik mij niet bedrieg wordt de »R >cco" een zijner beste partijen. Het was jammer voor het welslagen van het geheel dat men den »I\zarro" niet aan den heer Orelio had opgedragen. De heer v. Helvoirt?Pel is nog niet opgewassen tegen de moeilijkheden dezer rol Zijn geluid hetft in de hoogte wel het »Pizarrotimbre", doch zijn lage en middentoren zijn zóó zwak dat by niet boven de golven van het orchest vermag uit te korneri. Ojk is zyn spel nog houterig en stijf. Evenmin kon mij den Ji.qaino behagen van den heer Cauveren. Ietwat meer tenor-klank in de stem mag men in die rol wel vergen De don Fernando van den heer de B:icker waa heelemaul een misgreep. Du?.e partij deugt niet voor dien zanger, die in la Bohème eene zoo goe den indruk he< ft gemaakt. De heer de Bïtcker is goed voor fransche oi italiaansche werken; ineen echt duitsche partij, zooals in Beethoven's opera, kan bij niet voldoen; ook zijn grime was onbevredigend en waarom kwam hy bloots hoofds op y Den edelman staat, de zwierige steek wel goed en het is toch wel aan te nemen dat de gouverneur zich niet blootshoofds op de been, toen de rimmetiek ineens over d'r ha t sloeg,., en toen was ze u'r in een halt uur uit! Heerlijke, troost ! Dankje ! Hij zeit, r,,i-i eer, dat ie juist van wegens uw liinrnttiek korut en dat u 'm b^el goed kent. Heek hij f een kaar'je gegeven 'l Neen, meneer ! uu i^n naam heb ik ora de waar:ei,l te zeggen, niet goed verstaan; 't was zoo iet, van Kio ze of Brocss . . . lioe ziet hij er uit ? O ! heel netjes, uut 'n zwarte deukhoed op, een mooie palitoo en bandtchoenen aan. 't li een burgerheer met 'n ne:te spiaak. Laat 'm dan maar bovon komen Wacht ! ge* f rne even mijn jas aan ... Au ! ! Lè! <Ue drommelsche schouder ! . . . 't Is goed, dar l-je ; f a i u maar ! Een minuut later opende Hendrik de kamer deur, wijder dau r oodig was, en liet met zijn stereotiep: A j .blief!, meneer l den be zoeker binnen. Allemachtig! Ben jj 't, Verhcesen ? Om u te dienen, n.eneer ! Hij bleef besch iden bij de deur, die Hendrik Ecïitt-r hem gesloten had, staan, met zijn hced in de eene, en een kJein vierkant pakje in wésdoeV, in de andere hand. Ik herinnerde mij or.ra <idel;i,k *ijn koopmanshandigheid en vroeg dus, met een blik op zijn palrje : Wat \ertc'jaft rnij de eer'? Je wilt me toch geen offerte. komen manen in pa fumerieartikeleij 'l Ik ben b, n nog ruim voordien van alles. Pardon, meneer ! ik kom volstrekt niet als handelaar, maar om u te spreken in 't b ilang van uw gezondheid. Heel vriendelijk en belangstellend, mf ar... Hij viel me, zeer beleefd sprekend, in do rede met: U is zoo'n algemeen bekend man, dat iederetn met leedwezen heeft vernomen dat u lijdinde is ... Doe me plezier en wees kort l Neem een stoel en koin hier voor me zitten, 't orndri-aien is me nog wat lastig en pynlijk. Ja, ik weet u is erg rh umatisch en juist d arorn ben ik zoo vrij bij lei hoed en pakje op een 'afeltje en zei vcrd.r, niet een zweem van medelijden in zijn stem ; ik las gisteren in 't jY« iiws dat u herstellende is en daarom meende ik u mijn diensten te mogen komen aanbieden als wryver. Ben je dan ook masseur '! Goddelijk ! Ik schoot eentkJape, zonder dat ik 't helpen kon, in een lach, en ke(k Verhoesen, die geen spier op zijn fjad geschoren gelaat verin k, eenigszins verwonderd, wantrouwend aan. O, lacht u maar gerust; .k begrijp zeer goed dat u 't vreemd vind, dat ik hier kom maar u kent Verhoesen nog lang niet, ir.eneer ! Ik ben niet gewoon me voor iets te presen teeren als ik niet weet, dat ik goed beslagen ten ijs kom 'k Heb al heel wat heeren door mijn wrijven geholpen 't is wel myn eigenlijk vak niet, maar ik weet als 't ware bijintuï-ie, hos- en waar ik de patiënten wrijven mott. En pas ja die methode enfin ! die massage zóó maar toe, zonder eenige a: atonjische kennis 'l Wiara:hüg niet, meneer ! Ik heb me, het slotplein aan de menigte vertoont, Trou wens er waren meer fouten in de regie. Zeer gelukkig geslaagd, zoowel van het orchest als van het koor, vond ik het tooneel met de ge vangenen. Daar kon men schoone nuanceeringen waarnemen; ook het canon klonk mooi, hoewel de beide mannenstemmen daar wel iets meer in hadden kunnen domineeren. Er is al heel wat papier volgeschreven over de vraag waar men de Leonore- ouverture No. 3 moet spelen. Wij hebben haar gehoord ^óór de eerste acte, voor de tweede acte en Dins dagavond zelfs midden in de tweede acte, vóór het optreden van den gouverneur. Ik geloof dat het 't beste zal zijn, wanneer man die ouverture voortaan slechts in de concertzaal ten gehoore brengt. Aan het begin voldoet de E dur (z g. Fidelio ) ouverture zeer goed. Zy heeft wel geen motieven gemeen met de opera, doch zy bereidt goed voor het aardige lichte eerste tooneeltje met de strijkplank. Het voorspel voor de tweeds acte is zoo indrukwekkend en zoo in overeenstemming met het «Gjtt, welch Dunkel hier" dat het misdadig zou wezen dit te veriwakken door de overweldigende Laonore-ouverture. En waar deze thans kwam, behoort zy in 't geheel niet thuis en verschijnt zij zelfs punt f est urn ; want de motieven die aan de opera ontleend zyn, heeft men dan reeds in het werk zelf gehoord. De heer Mircus d'r'geerde overigens ook deze ouverture met veel vuur en lan, hoewel niet zonder een paar excen trieke tempo-veranderingen, die gelukkig in de opera niet voorkwamen. Over het geheel dan, is de »Fidelio" goed verzorgd en tot my'n genoegen kan ik getuigen dat de opvoering van Dinsdag 11. een der besta was, die ik van de Nederlandsche opera tot dusverre heb bijgewoond. Het is te hopen dat het publiek niet onge voelig blyft voor de schoonheden dezer muziek en door een trouw bezoek de directie in staat stelt, stukken van een zoo nobel en degslijk gehalte ten tooneele te voeren. In een volgend schrijven hoop ik de opvoe ring te bespreken van Inrtzing's Uadir.e by het Amsterdamsen Lyrisch Tooneel. ANT. AVEEKAMP. lotae SnaaiisclE meesters en oude Sjaaiisciie lunst. Di'ztr dagen werd bier een tentoonstelling pe-j'oti'n, zooals er telkeijaar ei'ne dcor de Corporation of Loudon geor^au'sjeid wordt en die, tenminste naar Int aantal bezoekui ge rekend, hetwelk gemiddeld voor iedere > xjiositie op tweemaal honderd duuend ka'i worden vastgesULi, ertoe motten bijdragen om de belang stelling van tut publiek voor'kuns' i i liet, leven tj roepen of levend p te houden. Voor het grootste deel ,/loan (x'iibitiou»" worden deze exposities ingericht zu; a's bij ons in '(JS d.: It-mbrandt-tentoünstellin<r, nut dit merkwaardig verschil echter dat de toegang hier geregeld vrij is. Bij weike verd enste nog die gevoegd kan worden oV, de Corporatioii er naar stnefc een zoo volledig mogelijk orerz'c'iit te geven van wat in een bepnalden tijd of m een brpiald land gtproduceerd werd of wordt. Ei hoewel erkend mott worien dat de ouiïtau ILrlieden waa ouder hier door eene dergelijke vererriiging regdmatig gewerkt wordt, zeer verschillen met die in 01 s lai.d, zij i,et intussc! en op^tmirkt hoe bij ons feitelijk iedere dusdanige gelegen heid ontbreekt fm rmt liet wtrk van tijdgenooten van over de grenzen kennis te maken, andirs dau door reproducties in kuustbladen of door den enkelen vreemdeling die als een witte MtifiiMiiinininiiiiimiiiitimiii iininiiiiiitniltiiiiitiiiiiiiitiiillllilH zoodra ik zag, daf ik door mijn wrijven en heiiuyjunastitk n;ijn vrije ochtenduren voordeelig kon empl<y=erei!, volkomen op de hoogte gesteld van 't geen er voor r.oodig is. Het beetje anatomie v, at de doktoren kennen, heeft een handig mensch met goeden wil al heel gauw te pakken en dan is de rest maar oefe ning, weet uy Oefening is 'c hal\e werk permitteer me 'l Hij trok zijn handschoenen uit zijn handen, 't viel me ep, waren vleezig, goed verzorgd en blank hij stond op en voor ik 't beletten kon, streek hij met zijn duiin voorzichtig langs mijn slapen, kaak, hals en pchouJer, terwijl hij ernstig knikkend zei: Ik za; aan uwe be wegingen, dat u 't in dan linkerschouder heeft. Hum ! net zoo als ik dacht: 'c is uw Sterno cleido-ma^toïdeus, die stijf en pijnlijk is; 't zal wel tut in den rug toe trekken, want de Cuccularis schijnt me ook niet in orde. Schei uif, Verhoesen, laat me niet zoo lachen, 't Doet me zeer als ik lach. Precies ! zei hij, zonder van mijn vroolijkheid eenige notitie te nemen al uw halsspieren zijn aangedaan vooral de Mastü'Jeus, die loopt langs het sleutelbeen en .. O! O! Kerel, schei uit ! Waar haal je die kennis landaan y Natuurlijk uit de boeken, meneer \ Heb j-j dan gestudeerd ? Neen maar ik heb helpen studeeren ! 'k Verhuurde vroeger mijn voorkamer aan een seml-trts, 'n echte hengster" Blikslagers! S'.uder. tikooze uitdrukkingen y Och ja ! die neem je zoo gaandeweg over. We waren dikwijls samen, hij leende me boe ken en omdat hij zelf zooveel liefhebberij ia 't masseeren had, leende ik hem, als ik niets betiri te doen had, Zondagsmiddags, of in ver loren uurtjes mijn corpus om zich op te oefe nen. Zóó hielpen we mekaar, té'l Hij knauwde n.e wel 'r is-, maar ik keek hem daarentegen de kunst a!. Kostelijk ! Kostelijk!... ik schaterde het uit .' Neen, meneer, dat is niet om te lacher. Er is niets verstandiger dan iets wat je Ie ren' wil, op jezelf te laten probeeren door een ander. Je weet dan later precies hoe je de lui 't minst zeer doet. AI de heeren, die ik onder behan deling heb gehad, waren meer dan voldaan ! En wie heb je alzoo gemasseerd? Pardon, gewreven! Ik noem 't woord masseeren nroit om niet in conflict te komen met de faculteit of de geneeskundige wet. Als ik masseer, oefen ik onbevoegd de geneeskunde uit, mear er staat nergens in de wet, dat je je evennaaste niet wrijven mag. Snapt u 't verst hi.? Verhoesen, er is een diplomaat aan je verloren gegaan. Misschien wel ! hij keek mij met zijn kleine gitoogjes scherp aan en zei: heeft meer pijn dan u toonen wil; 't lachen gaat cog niet van harte u heeft wat congestie ook. zo: gt u wel goed voor ...? Vent ! ik hou 't riet uit... laat me niet zóó lachen! Je bent vandaag kostelijk in je rol waarachtig, je zet een gezicht alsof je 't nrent. Dokter je soms meteen in je buurt ? (Slot volgt). l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl